„Buitenstaanders hebben er geen idee
van hoe erg het met doping-praktijken
gesteld is"
NIET MEER ZONDER TE KUNNEN
R
N
M
Hij kan het
Nederlands
standpunt
niet delen
Mits...
VOORBEELDEN
UIT ERVARING
Actie
M
H
M
2
„in gesprek
met Dr. Claes
lijfarts van
Rik van Looy
en België's
meest bekende
sportarts
Erger
Theater-werk
Tovenaars
En nu
WIELERSPORT
EN DOPING
(III en slot)
BREDA - Toont men zich
in Nederlandse wielerkrin-
gen mild tegenover be
roepsrenners, waar 't gaat
over doping, dr. Dries Claes
(België's meest bekende sportarts) heeft er
geen goed woord voor. Hij verwerpt alle ver
ontschuldigingen van wielrenners die zeggen
dat koersen een beroep is en men in dat licht
bezien gerust mag „pakken". Van wielrenners
die zeggen dat het nogal meevalt en profs
heus wel weten wat ze moeten doen en hoe
ver te gaan. Ook heeft dr. Claes een heel an
dere mening dan zijn Nederlandse collega's
Van Dijk en Rolink „die ernaar streven doping
toe te staan op voorwaarde dat zij geschiedt
onder geneeskundige controle, zoals ik tijdens
een congres hoorde". Voordr. Claes geldt maar
een devies: doping-gebruik totaal uitroeien.
Want het is in België bar en boos vindt de lijf
arts van Rik van Looy en tientallen andere pro
minenten. „Buitenstaanders hebben er geen
idee van hoe erg het met de doping-praktijken
gesteld is".
Sö
19
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 10 APRIL 1965
(Van onze sportredacteur)
En er volgen voorbeelden uit de
praktijk. Bewijzen, waar we direct nog
op terugkomen. Dr. Claes ziet de do-
ping-zaak als een sociaal kwaad waar
niet hard genoeg tegen opgetreden
kan worden en zegt van drogering bij
wielrenners dat het de tragiek van
deze sport is. „Ze geloven niet in
zichzelf wanneer er geen spuiten en
pillen aan te pas komen". Geobsedeerd
door de mogelijkheden van het men
selijk lichaam na goede training en
uitgekiende techniek daarin, twijfelt
de Herenthalse specialist niet aan even
goede sportprestaties zonder gebruik
van doping. Sterker nog, hij is ervan
overtuigd, dat er betere resultaten ko
men wanneer men alle stimulerende
middelen uitsluit.
Zijn actie tegen verbieden van doping,
gaat achter allereerst niet om het verho
gen van sportieve successen. Hij sympa
thiseert met BWB en de Belgische over
heid op medische gronden; daar is hij
arts voor. Dr. Claes voert mét eerder
genoemde instanties inderdaad actie om
het kwaad uit te roeien. Dat deed hij
enkele jaren geleden al in een publika-
lic. „Onze bond ls te bang om de koe
bij de horens te vatten. En het is zo bit
ter hard nodig een eind te maken aan
oneerlijke doping-praktijken", schreef
hij. Nu dan is het inderdaad zo ver en
wat velen tegenspreken staat voor dr.
Claes als een paal boven water: er kómt
een eind aan. „Niet omdat de coureurs
het foutieve van hun handelen inzien,
maar gewoon door de fikse straffen die
opgelegd worden".
O
h-H
l-H
H
99
99
Dr. Claes is geschokt door de jongste
kranteberichten waarin melding werd
gemaakt van de eerste veroordelingen
inzake het doping-gebruik. Door z(jn er
varing met wielrenners, van wie hjj er
tientallen (ook Nederlanders) medisch
begeleidde en als hun vertrouwensman
geldt, was liem de omvang der doping-
zaak grotendeels bekend.
„Maat wat de laatste tijd openbaar
wordt is verbazingwekkend". En waaróm
het nemen van opwekkende preparaten,
vraagt hij zich af. „De renners menen
volkomen ten onrechte dat ze het nodig
hebben voor de uitoefening van hun be
roep. Dat is beslist niet waar. In de
ijver om mee te komen worden middelen
toegediend waarvan de schadelijkheid op
een angstige manier wordt onderschat.
Men „neemt" opdat de koers makkelijker
zal verlopen. Het ware beulswerk lijkt
licht, de krachtsinspanning krijgt een ge-
Jan Pijnenburg tapt weer pils
jes. Enige tijd geleden stapte hij
letterlijk en figuurlijk zijn restau
rant uit, maar kon dit vak toch
moeilijk vergeten en begon op
nieuw. Vroeger pakten we wel
eens cognac en sherry, van ander
spul hadden we nooit gehoord...."
zelliger karakter". Hij trekt een vergelijk
met de alcoholist die zich pas happy
voelt wanneer enkele borrels naar bin
nen gewerkt zijn en de man die onmoge
lijk kan leven zonder morfine. „Veel cou
reurs voelen zich pas goed als ze „ge
pakt" hebben". Waaróm„Wanneer
de renner mentaal en fysisch goed voor
bereid is op een wedstrijd, heeft hij geen
doping, wat een psychische stimulans
mag heten, nodig. Uit praktijk weet ik
dat geen sportman zo goed getraind is
als een wielrenner. Ze doen het meest
voor hun sport en staan fysisch ver bo
ven de rest verheven. En dan zeg ik:
jongens jullie hebben het niet nodig".
En volgens dr. Claes hébben ze op de
dag van vandaag zoveel nodig. Hij ver
telt dat gebruik van amfetamines een
manie werd, die tot onrustbarende vor
men groeide. Dat men de aanpak van
het probleem niet individualistisch mag
bekijken. Het nemen van één pervitine
brengt bijna geen schade toe, zegt hij. De
gevolgen, in de totaliteit van doping-
gebruik gezien wél. En daarom staat dr.
Claes volkomen achter degenen die het
(sociale) kwaad trachten te bestrijden.
Omdat hij de ellende van zo nabij mee
maakte.
Enkele jaren geleden werd tydens een
zesdaagse via de microfoon om een dok
ter gevraagd en dr. Claes, als toeschou
wer rond de piste, trok naar de renner
die men hem als ziek meldde. Het bleek
dat de man een zeer gevoelige lever
streek met sterke levercongestie had.
Duidelijk werd ook dat hij „pakte" om
tij dens de avondj achten meer te kunnen
presteren, maar de gevolgen waren een
slapeloze nacht, braakneigingen en buik
krampen die verergerd werden door een
zetpil en hypnoticum, werk van een ver
zorger. Dr. Claes probeerde de man weer
overeind te helpen, maar het lukte niet.
Doodziek staakte hij de zesdaagse.
Erger was het gesteld met de jonge
Belgische renner Knokaart. In het kam
pioenschap voor onafhankelijke slikte hij
zoveel pervitine dat hij in 'n coma raakte
en stierf. Een ander slecht voorbeeld ligt
bij de Omloop van de Negen Provincies
(in 1960) waar een ploeg van de verzor
ger „spul" toegestopt kreeg. Rijner „X"
eindigde bij de eersten maar viel na aan
komst een kwortier lang in bewusteloze
toestand, kon niet slapen en zijn makkers
overkwam hetzelfde. Toen de volgende
dag weer stimulerende middelen uitge
deeld werden, stak een cliënt van dr.
Claes de busjes in zijn zak om het de'
dokter te laten onderzoeken. Hij kwam
tot de bevinding dat het hier dexedi'ine
spansules betrof, een uitermate schade
lijk middel. In een ander geval toonde
een renner zijn medisch adviseur doping
waarvan het eerste deel na vijfenveertig
kilometer geslikt moest worden en daar
na bij „kilometerpaal" vijfentachtig. De
capsules bleken twee pillen pervitine,
een dexedrine, een maxiton en. een
adrenoxyl te bevatten.
De Belgische Pharmacopee geeft als
grootste dosis dertig milligram per vier
entwintig uur aan en wat de coureur hier
in één uur had moeten slikken stond in
kwantiteit gelijk met de helft van wat
per etmaal toegestaan is. Voorbeelden
uit de praktijk„Renners hunkeren
naai' doping" zegt dr. Claes en hij ver
haalt hoe een bezoeker het eens pres
teerde om van zijn bureau een papiertje
weg te nemen en zelf stimulerende mid
delen voorschreef. Bekend ook, is een
geval in Gent waar een dokter zijn hele
stapel papier gestolen zag.
Doping-gebruik niet erg....? „Vooral !n
grote wedstrijden dient men het nogal
eens toe", signaleert dr. Claes. Volgens
hem nemen renners voor de koers dexe
drine om toch maar vooral met de nodige
geestdrift te kunnen koersen. Tijdens de
finale komen er injecties methedrine, die
al rijdend in het bovenbeen gespoten
worden, aan te pas.
„Methedrine is in de mode". Juist in
etappewedstrijden, aldus dr. Claes, moet
men zeker geen doping gebruiken. Het
is zeer gevaarlijk want door veelvuldig
gebruik treedt een zekere sufheid in,
met valpartijen en meer nare gevolgen
van dien. Daarom begrijpt do Belgische
sportarts zijn Nederlandse collega's niet.
Uit zijn lezing, gehouden op de vergade
ring van de Belgische Geneeskundige
Vereniging van Lichamelijke Opvoeding
en Sport in Brussel op 20 januari 1963 in
het kader van het „colloquium over do
ping" citeren we in de passage waar hij
spreekt over wetenschappelijke doping:
,,ter informatie ben ik verplicht het feit
aan te halen dat enkele invloedrijke Ne
derlandse artsen ernaar streven doping
toe te staan op voorwaarde dat zij ge
schiedt onder geneeskundige controle.
Enkele contacten met een arts (dokter
Rolink. red.) en met leiders van de Ko
ninklijke Nederlandse Wielren Unie (o.a.
dr. P. van Dijk red.) hebben ons doen
aanvoelen dat aldaar van geneeskundige
zijde uit, druk wordt uitgeoefend opdat
geen formeel verbod tot doping zou uit-
gevaardigd worden. Men ontkent in deze
middens niet dat doping schadelijk en
gevaarlijk kan zijn. Men vertrekt van het
standpunt dat de kwaal niet kan uitge
roeid worden en dat de gevaarlijke stro
ming alleen kan ingedijkt worden wan
neer de dokters zelf zich meer gaan in
laten met de farmaceutische voorberei
ding van de sportmannen. De dokters
zouden als het ware het initiatief uit de
handen moeten nemen van de soigneurs
en niet-bevoegden. In het Nederlands
TV-blad „T.V. Vizier" (27-10-'60) zegt de
voorzitter van de KNWU: „Ik ben van
mening dat de doping niet meer uit de
hedendaagse sport is weg te denken en
ik zou in deze zaak om een nuchtere aan
pak willen vragen. De taak van ons. me
dici, moet in de komende jaren zijn het
toedienen van stimulantia uit de handen
van soigneurs, trainers en dergelijke te
halen. Het stimuleren van prestaties met
behulp van farmaceutische middelen,
moet een legale zaak worden, die door
artsen geleid en gecontroleerd wordt".
En daar kan dr. Claes het toch niet mee
eens zijn. H\j vindt dat dit verboden
moet worden om iport-ethische redenen.
De prjjs in een sportwedstrijd mag niet
gaan naar degene die het grootste risico
neemt en de hoogste dosis gif durft te
beproeven. Sportbeoefening en sport
competitie, zo zegt hij, verliezen hun vol
le waarde, wanneer niet het eigen kun
nen naar de werking van toxische stoffen
wordt beloond en gehonoreerd.
Verder is dr. Claes van mening dat af
doend wetenschappelijk werk, dat de
finitief uitspraak heeft gedaan om de on
schadelijkheid van de gebruikte produk
ten aan te tonen, niet bestaat. Verder
verklaart hij dat het een utopie is te
denken dat men het kwaad kan vermin
deren als artsen zelf het principe (dat
doping moet worden verboden) laten va
ren, om het zelf te kunnen voorschrij
ven. Bovendien wordt controle onmoge
lijk wanneer men het principieel verbod
tot het nemen van doping aan de kant
zet. Ook op een artikel van de Nijmeeg
se hoogleraar* prof. Ariëns (in Elseviers
Weekblad van 18-11-'61) heeft dr. Claes
aanmerkingen.
Dr. Ariëns stelt in zijn publikatie o.m,
dat er ook beroepsrisico's bestaan in de
chemische industrie. Hij ziet geen enkele
reden waarom een beroeps-sportman niet
soortgelijke risico's zou mogen nemen.
Daarbij dient dan uiteraard gestreefd te
worden naar een beperking. „Hier is de
wet op de arbeidsbeveiliging van toepas
sing en ligt een taak voor arbeidsinspec
tie", aldus prof. Ariëns.
Dr. Claes: „Ik kan die mening niet de
len. Op die manier verliest ook de
beroepsspart alle reden van bestaan".
Hij redeneert dan verder vanuit het
standpunt dat een geneesheer geen recht
streekse bijdrage mag leveren om het li
chaam van gezonde mensen enige schade
te laten oplopen. ,,Als geneesheer heb ik
de plicht ziekten te voorkomen en ge
nezen. Als sportarts sta ik voor de taak
om prestaties te verbeteren, zonder scha
de toe te brengen aan het lichaam. Het
is medisch gezien onverantwoord om
renners doping voor te schrijven. Als
een renner die middelen nodig heeft, is
hij niet geschikt om deel te nemen. Bo
vendien gaan coureurs die om welke re
den dan ook niet onder behandeling zijn
bij een specialist, zelf op zoek naar do
ping. dat tot mijn grote spijt links en
rechts vrij te kopen valt". Op het punt
van „beunhazen" (zoals dokter Rolink
de duistere figuren rond een renner in
ons tweede artikel noemde), gaat dir.
Claes geheel mee.
onderzoek bieden. Maar wie zegt me dat
in dit geval geen vergissing in het spel
is? De BWB bezit van iedere renner
slechts één flesje. Fout. Dat moeten er
twee zijn. Verzegeld. Het ene dient be
waard te worden zodat de gestrafte wan
neer hij het er niet mee eens is, het
tegendeel kan bewijzen. Dat is thans on
mogelijk. En toch ga ik het uitzoeken.
Voor mij is dat een ere-zaak. De ouders
en echtgenotes van de jongens die een
brief kregen, vertrouwen op mij. Bij de
een ontaardde de signalering in een ge
weldig familie-drama. Wie had kunnen
denken dat hun zoon of echtgenoot
,,nam". Ik zal die zaak tot op de draad
uitzoeken. Er is een aangetekend schrij
ven van de renners op weg naar de
BWB. Ze protesteren officieel en ik steun
die klacht. De bond moet zo fair zijn
betrokkenen te horen en daar ben ik ook
van de partij. Reken maar".
Dr. Claes betreurt de affaire „want
niemand die zo met de bedoelingen en
plannen meegaat als ik". Zijn suggestie
om voortaan twee flesjes te nemen is
dan ook weer een bijdrage in de actie.
De actie die móét slagen. De actie die
zal slagen. „Over vijf jaar zijn alle ren
ners ons dankbaar voor het pioniers
werk. Want het is erg. Heel erg. De
buitenstaander heeft er geen begrip
van.
Zo'n buitenstaander is in dit geval
de nu al legendarische oud-renner Jan
Pijnenburg. Outsider, omdat hij geen be
grip heeft van de situatie. ,Uit wat ik zo
links en rechts hoor moet het inderdaad
een groot probleem zijn", zegt de man
die in zijn tijd geen spuiten, pillen en
tabletten tegenkwam maar een slok
Franse cognac of sherry naar binnen-
werkte als het even slecht ging.
„Ik kan gebruik van doping niet goed
praten. Je mag dan wel zeggen het is
een beroep, maar voor mij gaat de sport
eerst. Als al die poespas erbij komt kun
nen we beter gaan spreken vani een
theater-voorstelling". sDe PijAi" zoekt
verkeerde en overmatige dosering vooral
bij jongere en zwakkere coureurs. „Gro
ten pakken misschien ook wat, maar een
Anquetil en Janssen rijden niet alleen
op drog. Dat bestaat niet. Ze hebben
klasse. Pure klasse."
Hii gebruikt voor deze categorie het
woord „moderne tovenaars-' en is van
oordeel dat een groot deel van het do-
ping-kwaad bezworen kan worden door
hun de spullen uit handen te nemen: „Ze
eigenen zich de meest gevarieerde pro-
diikten toe en geven renners sympatoi
voor de bloeddruk of spuiten testosterone,
kamfer, coramine, durabnlin en corti
sone".
Om al die redenen zou dr. Claes niets
liever zien dan dat de wielersport binnen
de kortste keren volkomen doping-vrii
verder gaat. Hij keurt alle handelingen
van BWB en overheid goed maar vindt
de manier waarop urine-proeven worden
genomen niet bijster gelukkig. Dezer da
gen kwamen twee van zijn cliënten met
de mededeling dat men verboden stoffen
in hun urine had gevonden, want de
bond stuurde een boete en voorwaarde
lijke schorsingsbrief.
„Ze zweerden me dat er niets gebruikt
was en ik geloof die jongens. Ik ken ze
zo lang dat ik ze vertrouw als geen an
der. Wanneer ze zeggen dat er onmoge
lijk doping gevonden kan zijn, sta ik er
achter. Laten we voorop stellen dat uri-
ne-monsters de beste mogelijkheden tot
En wat zegt die klasse-man Jan Jans
sen....? „Het bestaat niet dat een Tour
de France zonder doping te rijden is. Die
wedstrijd vraagt zoveel van een men
selijk lichaam dat je meer kapot maakt
door niets te nemen dan wel. Laat ik
duidelijk stellen dat het geen vast
systeem moet worden. Niet moet uitlo
pen in al te dwaas gebruik.
JAN JANSSEN
in overleg met de dokter
r-~
Dit is dokter Rolink uit Vei
sen, met wiens zienswijze dr. Claes
het moeilijk eens kan zijn.
Maar als je, om bij de Tour te blijven,
vier zware bergen beklimt heb je wat
nodig. Wanneer dat op een onderlaag
van vitamines gaat, bestaat geen enkel
gevaar. Maar.alles in overleg met de
dokter. Je hele schema. Ik kom altijd bij
dokter Rolink en wat die me voorschrijft
gebruik ik. Zonder meer. Er is geen mens
die mij wijsmaakt dat hij schadelijke
middelen toedient. Zo'n man is arts en
zal beslist niet tegen zijn principes wer
ken. Bovendien geniet hij landelijk een
uitstekende nam. Hij heeft me van begm
af behandeld en steeds beter gemaakt.
Groter. Naar een top toe.
Met vitamines als basis. Want als je
vitamines goed gebruikt loop je geen ri
sico's. Pas wanneer je dat niet doet en
dan af en toe wat pakt, ga je eraan. De
reserve-krachten vragen op zo'n moment
teveel. Medische begeleiding is alles.
De vervelende toestanden in ons vak zit
ten bij de verzorgers en soigneurs die er
geen cent verstand van hebben en als
maar geven. Daar komt ellende door
Niet in de top waar artsen werken. Maar
beunhazen, daar moeten ze korte metten
mee maken".
Jan Janssen hoort bij de groep die het
probleem nooit opgelost ziet. „Ze pak
ken het in België belachelijk aan..
Ook hij gaat een brief naar de BWB stu
ren. De boete van bijna zeshonderd gu'
den, verbeurd verklaring der pri
(tweehonderd gulden) en voorwaardelij
ke schorsing bevallen hem slecht. Zoa
bekend kwam Jan Janssen niet opdage:
bij de controle na „De omloop van hc
Volk", waar de eerste vijf ontboden We
ren. „Ik vergat het helemaal. Dacht e
geen seconde meer aan. En nou zeggen
ze dat ik dan toch schuldig bevonden
ben. Kom. Als ik werkelijk doping ge
bruikt had, was het toch een klein
kunstje geweest om m'n remmen dicht
te knijpen en zesde te worden. En ik
zweer 'je, gebruikt heb ik niets. Waarom
zou ik. Het gaat prima zo. De volgende
dag pakten ze me in Brussel-Kuume of
schoon ik tiende werd. Ik dacht, nou Jan.
de straf voor gisteren. Oké. En dan ko
men ze toch met zo'n boete. Zijn ze hele
maal
De strijd tegen doping is in Bel
gië flink op gang. Frankrijk zal
binnenkort, zo de geruchten dat
loillen, beslist volgen. Nederland,
ten aanzien van de profs nog niet.
Zo lang geen uniforme UCl-rege-
ling voor dit aspect van de wieler
sport bestaat, kan men in de toe
komst nog veel problemen bele
ven. De autoriteiten zullen zich
toch ooit moeten beraden op hun
standpunt. Want dat een algehele
beleidslijn wenselijk is, staat vast.
De onderlinge krachtsverhoudin
gen komen toch wel wat scheef te
liggen als het ene land scherp con
trol eert, het andere (en daar be
doelen we dan niet alleen Neder
land mee, omdat er meer nationale
bonden geen ingrepen verrichten
niet. Dat kan men moeilijk eerlijk
tegenover de renners noemen.
Maar als men alleen al in België
en Nederland zo van mening ver
schilt (beroep dus...... beroep maar
daarom nietkan het nog wel
even duren voor een definitief
plan is getrokken.
PETER HEERKEN'