Kerk in Angola gehandicapt door koloniaal statuut 1: Beschaving is voedingsbodem voor ernstige kwalen BISSCHOPPEN MOETEN SCHIPPEREN 2 c GIVE A MAN A LUCKY ASPIRIN »B BAYER De Vlamingehut van Oom Tom Ontgroeid aan oude formules De inzet 25 ■»2=* a KERS BREDA BEWEEG U.... OF BLIJF BEWEGINGLOOS Vastenactie bracht ai d miljoen op omdat lucky een echte amerikaan is, omdat lucky't helemaal heeft, omdat 't Lucky Strike is, daarom liever lucky mooier met de jaren Drempelvrees houdt ons uit de turnzaal ■EH 3740.- Bij hoofdpijn vinden meer mensen ter wereld baat bij Aspirin, dan bij enig ander middel. Or I®, c. Paardekooper DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 6 APRIL 1965 oogde. De kardinaal-aartsbisschop van Lissabon, mgr. Cerejeira, verklaarde van zijn kant, dat de missionaire arbeid van de kerk van Portugal in de overzeese gebieden juist met het oog op de inter nationale toespitsing van het koloniaal probleem diende te worden voortgezet, te weten in de verbreiding van het ge loof en van het imperium. (Van een bijzondere medewerker) Met onverholen spanning volgt de wereld, in het bijzonder de katholieke wereld, de politieke ontwikkeling in de Portugese kcv lonie in Afrika, Angola. Ontegen zeggelijk hebben de Portugezen op hun buitenbezittingen een chris telijk stempel gedrukt dat de eeu wen trotseert, getuige de thans le vende para-liturgische gebruiken, de familienamen en de woorden schat, in streken als Ceylon of de zuidoostelijke hoek van Indonesië, waar de Portugezen zelf reeds lang verdwenen zijn. De eer daarvan mag echter niet door de Portugese wereldlijke overheid wor den opgestreken, want die heeft gedu rende de laatste eeuwen juist een dom per gezet op het missionair élan, dat zijn onderdanen bezielden. Dit begon al in de 17de eeuw, toen zij de concurrentie strijd aanbond met de pauselijke con gregatie voor geloofsverkondiging en de politiek werd voortgezet met de ver banning van de jezuïeten in de 18e eeuw en met die van alle overige mis sionerende orden in de 19e eeuw. In de laatste honderd jaar heeft het missie werk in de niet-katholieke staten, onder invloed van het liberalisme een tijd van emancipatie en opbloei gekend. In de Portugese kolonies daarentegen wer den, ingevolge de laïcistische constitutie, die de republiek in 1910 bekrachtigde, nogmaals alle orden en congregaties ver bannen en door de zgn. „Lekenmissie'' vervangen. Deze stelde de kerk volko men onder staatscontrole, zodanig zelfs dat de bisschoppen officieel met de titel „directeur" moesten worden, aangespro ken. De lekenmissie werd in 1926 opge heven, doch het duurde tot 1940 alvorens de kerk, op grond van een concordaat tussen de H. Stoel en Portugal een „mis sionaire overeenkomst" kon sluiten, die het haar mogelijk maakte om, nog ste.eds onder staatstoezicht, een bredere en intensievere missieactiviteit te ont plooien. Ten opzichte van het verleden betekende de overeenkomst een belang rijke vooruitgang, en als men de hoge kerkelijke autoriteiten van Portugal bij de totstandkoming ervan de imperiale taak van het katholieke moederland heeft horen verkondigen, dan moest dat vooral zo worden verstaan, dat de kerk van Portugal dankbaar de bewegings vrijheid en de rechten aanvaardde, die haar zo lang onthouden waren, dat de situatie, mondiaal gezien, aan de 16- eeuwse verhoudingen en formules ont groeid was en dat dus ook dit missio nair statuut slechts een beperkte levens duur beschoren kon zijn. Een historische en politieke waarheid, die in de crisis die de Portugese kolonies momenteel doormaken, om erkenning vraagt. De Portugese premier Salazar, zei in 1940 dat het koloniaal statuut, waarvan de overeenkomst met de H. Stoel een onder deel vormde, de nationalisering en defi nitieve integrering van het missiewerk in het koloniaal beleid van Portugal be- Het is duidelijk dat deze, thanfc 25 jaar geleden uitgesproken zienswijze, die op dat moment voor de kerk in Portugal en de Portugese bezittingen, de juich kreet om de bevrijding uit de kerker van het laïcisme inhield, onhoudbaar is geworden. Zij wekt integendeel de er gernis van allen, die aan kerk en staat ieder een eigen autonomie en verant woordelijkheid toekennen. Voor de ge kolonialiseerde volken zelf is zy oor zaak van het fatale misverstand, dat de kerk zich met de koloniale mogendheid vereenzelvigt en beide gelijkelijk van imperialisme en al het daaruit voort vloeiende onrecht beschuldigd. In Indonesië lagen de zaken heel anders. Daar bestond niet alleen een scheiding tussen de staat en de katholieke kerk, doch heeft deze laatste bovendien moei zaam en dikwijls ondanks de staat, haar rechten moeten veroveren. Zij werd er nauwelijks meer dan geduld, zij werkte „buiten bezwaar van den lande", zoals dat heette. In Indonesië kon zich ook een katholieke partij ontwikkelen, die actief deelnam aan de nationalistische beweging. Dit is in de Portugese kolonies uitgeslo ten. Daar bestaat slechts de ene regerings partij, de nationale unie en alle daarmee niet strokende politieke organisaties, kun nen slechts ondergronds of in het buiten land bestaan. In de confrontatie met de nationalisti sche aspiraties van de bevolking wordt het voor de kerk in Angola steeds moei lijker, een onzijdig standpunt in te nemen, dat noch de rechten van de regering noch die van het volk aantast. Staat zij aan de zijde van de regering, dan geldt zij in de ogen van 't volk als imperialistisch, staat zij aan de zijde van het volk dan wordt zij zwaar gehinderd door de bepalingen van het concordaat en de missionaire overeenkomst. De bisschoppen moeten derhalve met de grootst mogelijke tact te werk gaan. De lagere clerus kan uiteraard wel enig risico nemen. Onder hen zijn er dan ook enigen te vinden, die onomwon den de partij van het nationalisme hebben gekozen. Dr. Joachim Pinto de Andrade; de jonge kanselier van het aartsbisdom Luanda in Angola en broer van een der oprichters van de volksbeweging voor de bevrijding van Angola moet dit in de ge vangenis uitboeten, evenals de 70-jarige vicaris-generaal van 't zelfde aartsbisdom mgr. Manuel Mendes das Neves. Er is een sfeer van wantrouwen ontstaan tussen het Portugees bestuur en de clerus in de ko lonies. Niettemin is het grootste deel van de clerus van Portugese afkomst of kleur ling en als zodanig in rechte met de Portugezen gelijkgesteld. Het is nog maar kortgeleden, dat ook niet-Portugezen tot de rangen van de clerus worden toegela ten. De voorwaarden hiertoe zijn vrij zwaar. Een Portugees, ook de Portugese clerus, staat als zodanig sympathiek of althans niet zonder begrip, tegenover het kolo niale beleid van zijn regering. Wij behoe ven slechts aan de Nederlanders in het vroegere Nederlands-Indië te denken om dit te kunnen begrijpen. Bovendien ge schiedt er in de Portugese kolonies on- (Advertentie) tegenzeggelijk veel goeds. Angola behoort momenteel tot de meest welvarende ge bieden van Afrika, terwijl de sociaal- culturele belangen van de inheemse be volking de laatste jaren vrij goed be hartigd worden. De discriminatie tussen Portugezen, Assimilados en Civilisados is officieel opgeheven en er is een begin ge maakt met de uitbreiding van het kiezers korps tot allen, die lezen en schrijven kunnen. De kerk zelf boekt ook een snel le vooruitgang onder de archaïsche be volking evenals in Kongo en Rwanda en Boeroendi. In het zuidelijke diocees Sa Bandeira steeg het aantal katholieken tussen 1955 en 1964 van 166.000 tot 266.000. Dit alles maant de kerkelijke autoriteiten begrijpe lijkerwijs tot voorzichtigheid ten aanzien van de nationalistische stromingen, daar een omverwerping van het Portugees ge zag zonder twijfel grote stagnatie in het missiewerk zou veroorzaken. In dingen, die de menselijke rechten en de elemen taire moraal raken, hebben zij echter al menigmaal voor de inheemse bevolking partij getrokken, onder meer in een ge meenschappelijk herderlijk schrijven van 1958, dat de kinderarbeid veroordeelde en voor eenieder het recht verlangde om zelf te bepalen waar en hoe hij zijn brood ver dienen zou. Dit sloeg op de ronselmetho- den van ondernemingen en staatsbedrij ven, die dikwijls de gezinnen ontwricht ten en de arbeid tot verkapte slavernij maakten. Er is nog een ander punt, waarvoor de kerk bijzondere belangstelling heeft, doch waar zij door een bijna principiële dis- criminatiepolitiek wordt gehinderd name lijk het onderwijs. Daarover zou een apart artikel te schrijven zijn. Een euvel, waaraan de missie nergens ontkomt, is het gebrek aan personeel. Angola telt een aartsdiocees ep. vier diocesen met 1,5 miljoen katholieken en slechts ruim 400 priesters, hetgeen betekent, dat iedere priester-zielzorger aansprakelijk is voor 5 a 6000 christenen. Daarnaast zijn er slechts een honderdtal broeders en on geveer 350 zusters werkzaam. Met een zo kleine groep het lot van 4,5 miljoen mensen te willen delen is een moeilijke opgaaf maar vereist geen bijzondere mis sionaire durf. Die is wel vereist om on verschrokken de naaste toekomst met al haar risico's tegemoet te treden. Durf en zelfverloochening. Dit laatste is voor een goed Portugees wel het moeilijkst. Het Portugese gezag bedient zich van zwart èn blank om de rust in het land te verzekeren HEEMSTEDE De tweede inzameling voor de bisschoppelijke vastenactie heeft naar schatting 1.242.000 gulden opge bracht, veertien dagen geleden leverde de eerste ronde 1.100.800 gulden op. De particuliere bijdragen stegen van f 50.000 tot f 161.800. De totale stand is thans ruim f 2,5 miljoen, vergeleken bij vorig jaar een stijging van ruim f 1,5 miljoen. Blijft deze stijgende lijn doorgaan, dan zal de laatste ronde, met Pasen, een op brengst te zien kunnen geven, die gelijk ii aan de beide vorige samen, nl. 5 mil joen gulden. De begroting van de aanvragen voor dit Jaar is gesteld op 12 miljoen gulden. Echt leer wordt, als goede wijn, mooier met de jaren. Dit Engelse bankstel is van een aparte klasse. Vorm geving, constructie en afwerking garanderen een blijvende allure. Mooier naarmate het méér is inge leefd. Bank met leverbaar. 2 lage fauteuils: ook met hoge fauteuil sWl en standing VAN COOTHPLEIN 12 - TEL. 01600-39400 DEN HAAG. - Als iedere sportieve Nederlander zich meer zou gaan bewegen in deze so- phistische en op intelligentie af gestemde moderne maatschappij, dan kan Nederland binnen af zienbare tijd het gezondste land ter wereld zijn. Dan zal de dag waarop de vier gym- nastieklbonden onder de slogan ^gym nastiek voor iedereen" in de fraaie sporthal van Amersfoort de eerste stoot gaven aan de verwezenlijking van een plan, dat de gezondheid van de Nederlander wil bevorderen, altijd in herinnering blijven. Niets meer of min der wil men, dan naast de anderhalf miljoen sportbeoefenaars die ons land telt, ook nog eens die miljoenen an dere Nederlanders bereiken die zich nu voor het merendeel tussen wie len voortbewegen. Met financiële steun van het ministerie van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, de Koninklij ke Nederlandse Voetbal Bond en de Nederlandse Sport Federatie zagen eni ge honderden Amersfoorters de eerste openbare les van o.a. gymnastiek voor moeder en kind, waarbij het bijzon der vrolijk, bijna vertederend toeging. Vrolijk omdat men plezier had, ook wanneer niet elke oefening even vlot ging, vertederend omdat de kleuters tussen twee en vijf jaar niet van op houden wisten en de middag van him leven hadden. „Gymnastiek voor iedereen" een kreet waarmee men hoopt de nogal stijve en drempelbevreesde Nederlan der naar de turn'hallen te brengen, waar hij die portie gezonde ontspanning kan opdoen om in deze gejaagde en geciviliseerde wereld te kunnen le ven. Te kunnen leven met een fit li chaam, dat is opgewassen tegen de sleur en de eentonigheid van het dage- lijks bestaan, waarin stoel, lift, auto en televisie zo'n voorname plaats in nemen. Toenemende nervositeit en groeien de innerlijke spanningen veroorzaakt door grotere gejaagdheid, overmatige maaltijden en een groot tekort aan beweging vormen de hechte basis voor wat wij tegenwoordig met een fraai woord „civilisatiestoornissen" noemen. Op een onlangs gehouden artsencon gres kwam men tot de conclusie, dat meer dan de helft van de patiënten klaagt over vermoeidheid, gebrek aan energie, slapeloosheid, hoofdpijn, en (Advertentie) ademhalingsstoornissen. Onderzoekingen op scholen en in het leger wezen, uit dat het met de lichamelijke conditie van de jeugd maar matig was gesteld. Wanneer het jonge kind de schooldeu ren binnengaat is het door een ge brek aan ruimte tussen de steenmas sa's reeds bewegingsgeremd. Als daar dan wettelijk nog eens 34 „zituren" bijkomen is het begrijpelijk dat het klimaat voor lichaamsstoornissen ge schapen is. In Nederland kwam pro fessor dr. J Jongbloed tot de conclu sie dat 34 procent van de schoolgaan de jeugd een houdingsafwijking heeft, waarvan 28 procent gecorrigeerd, maar 6 procent niet meer te herstellen was. In militaire dienst bleek ongeveer de helft van het aantal goedgekeurde dienstplichtigen niet te kunnen zwem men en eenzelfde percentage niet aan zeer laag gestelde normen kon voldoen. Ondanks of dankzij de welvaart werd het ziekteverzuim steeds groter. Dat Nederland niet alleen staat blijkt uit het bestaan van dergelijke acties in Zwitserland, waar o.a. sportjournalis ten les geven, in West-Duitsland, Frank rijk en de Scandinavische landen. De sportwereld-overheid en de vereniging leraren lichamelijke opvoeding hebben begrepen dat er een grootse taak ligt te wachten. /-s-N. DAAR STAAT ACHTER BREDA. Met de Belgische kamerverkiezingen in het voor uitzicht heeft de Eindhovense Neerlandicus" dr. P. C. Paarde- kooper voor de KRO-microfoor andermaal een aantal spreek beurten gehouden over de Waals- Vlaamse tegenstellingen. Zijn toespraken hebben niet zoveel rumoer verwekt als in 1962 misschien omdat de KRO er de scherpste kantjes afsleep. Dr. Paardekooper heeft echter toch gezorgd, dat wij kennis hebben kunnen nemen ,van zijn onver sneden denkbeelden. De onge censureerde teksten zijn name lijk uitgegeven door de Leuvense afdeling van de Volksunie in een brochure die „De Vlamingehut van Oom Tom" heet. Dr. Paardekooper heeft zich via die brochure weer midden in de binnen landse politiek van België gestort. Dat vinden wij bezwaarlijk, maar begrij pelijk. Het is begrijpelijk, omdat de politiek nu eenmaal een grote rol speelt in het conflict tussen Frans- en Nederlandstaligen in België. Wie de culturele banden met de Vlamingen wil aanhalen, raakt dan ook gemak kelijk in politieke strikken. Dr. Paardekooper wordt gedreven door een intense belangstelling voor onze taalgenoten aan de overzijde van de grens. Dat siert hem en het ware te wensen dat al zijn landgenoten eer even warmkloppend hart voor de Vla mingen hadden als hij. Dan zou het. niet meer gebeuren dat Nederlanders (slecht) Frans gaan spreken in de goede Vlaamse stad Gent. Dr. Paardekooper constateert dat de Vlamingen nog altijd onderliggen in hun strijd tegen de Waalse dominan tie- Dat verdriet hem zo dat hij zich laat verleiden om de constitutionele vraagstukken in België te willen op lossen. Hij mengt zich in de binnen landse aangelegenheden van een be vriende mogendheid, zoals dat heet. Het is begrijpelijk, maar wij hebben er. met de Belgische regering, bezwa ren tegen Dr. Paardekooper stelt in zijn bro chure dat de sociale taalmuur „een broodroof voor de Vlamingen van mil jarden per maand" betekent. Hij wijst op de laakbare invloed van de Frans sprekende grondspeculanten bij de vastlegging van de taalgrens. Hij geeft voorbeelden van de sabotage der wetten: de minister van openhaar on derwijs, Moreau, subsidiëerde in 1959 en daarna, ondanks een interpellatie in de Kamer, tegen alle voorschrif ten in franskiljonse kleuterklassen ir Vlaanderen. En hij geeft cijfers, sprekende cij fers over de achterstelling der Ne derlandstaligen aan de officiële instel lingen in Brussel. Van de 30 weten schappelijke medewerkers aan hel Koninklijk Belgisch Weerkundig Insti tuut zijn er maar 5 Nederlandstalig Nationaal Orkest: 0, Koninklijk Neder lands Muziekconservatorium: 4 van di 17, Koninklijke Belgische Sterren wacht: 4 van de 18 wetenschappelijk! medewerkers, luitenant-generaals: 0 van de 5, generaal-majoors: 0 van dc 13... En dat, aldus Paardekooper ter wijl tweederde van de gewone solda ten Nederlandstalig is. De achterstand der Vlamingen i. onmiskenbaar. Zij is historisch te ver klaren. Na de Vrede van Munste- (1648) kregen de noordelijke Neder landen de kans een eigen cultuur to ontwikkeling te brengen, maar de zui delijke, waarin de opstand tegen Span je begonnen was bleven nog eeuwer onder Habsburgers en hadden geer deel aan de culturele opbloei van d welvarende republiek. De Frans-Bourgondische oorspron van het staatsbestel leidde er in d zuidelijke Nederlanden toe, dat he Frans de taal werd van de bovenlaag In de eeuwen van Frans imperialis me onder Lodewijk XIV en Napoleon die België bij Frankrijk inlijfde, bic er van de Nederlandse cultuur weiir over. Tijdens de inlijving bij Frankri, ontstond definitief een Franssprekend bovenlaag in Vlaanderen: de zog< naamde franskiljons Zij waren de ri ken en hadden de macht. Tijdens d samenvoeging met Nederland (181f 1832 werd de school- en taalpolitie van koning Willem I door de franski jons en de Fransgezinde kerkelijk overheid gesaboteerd. Na de sctheidin; van 1830 ontstond dan de Vlaamse Be weging, gesticht door de letterkundi ge en historicus J. F. Willems. De Vlaamse Beweging heeft al vee ten goede gekeerd, maar de Vlamin gen zijn nog altijd niet waar ze moe ten zijn. In de vorige eeuw de eeuw van de industriële revolutie is het Franssprekende deel van België tot grote bloei gekomen, terwijl de vroe ger zo welvarende Nederlandse gewes ten almaar verarmden. Het culturele conflict kreeg zo steeds scherper de kenmerken van een sociaal-economi sche strijd. Het vérbeten gevecht van de Vla mingen om gelijkberechtiging een gevecht dat ook veel persoonlijk leed veroorzaakte en mening leven een tra gische wending gaf begint in onze tijd succes te krijgen. Door de groei van het Vlaamse volksdeel en de ver- betering van het Nederlandstalig on derwijs, kunnen de Vlamingen hun in vloed, ook in politicis, vergroten. De industrialisatie van Vlaanderen is een voorbeeld van de kentering. De ontvoogding van Vlaanderei> is in het licht der historie te beschou wen a ls een proces, niet als een zaak die in een dag of wat te verwezenlij ken valt. Het is te vergelijken met de emancipatie van de katholieken bij oas, die ook meer dan een eeuw ge vergd heeft- Dr. Paardekooper kan dat kennelijk niet aanvaarden. Heilig ongeduld verleidt hem tot extremisti sche stellingen Die stellingen etaleert hij in zijn brochure. Binnen het huidige unitaire staatsbestel kan het conflict zijns in ziens niet opgelost worden. De lande lijke politieke partijen in België die Vlaamse en Waalse vleugels hebben, doen teveel Waals en franskiljons wa ter in de Belgische wijn, die voor de Vlamingen daarom ongenietbaar is. Zij kunnen alleen heil verwachten van een federale staatsinrichting en daar zijn de landelijke partijen tegen. Daarom moeten de Vlamingen hun stem geven aan de Volksunie, een zui ver Vlaamse partij, die het federalis me voorstaat. Theoretisch gesproken is dat een oplossing. Maar zelfs als de Volks unie haar aantal zetels in het parle ment zou weten te verdubbelen tot tien, zou zij niet veel klaarmaken. Een andere oplossing is de versterking van de invloed in de bestaande lande lijke partijen. Dat is een zaak van iange adem, omdat het dan ook aan komt om kwaliteitsvergroting van de Vlaamse politici een kwaliteeitsver- groting die alleen tot stand kan ko men door culturele verheffing van Vlaanderen in zijn totaliteit. Dr. Paardekooper, die ook op het ter rein van de spellinghervorming van ra dicale oplossingen houdt, wedt op de Volksunie. Zijn brochure is dan ook al lerminst een objectieve uiteenzetting van de stand van zaken. Hij kiest fel partij, en spaart de landelijke politieke partijen niet. Hferonder een paar staal tjes van zijn schrijftrant. Tot de katholieke CVP zegt hij: „Je bent een zinkend schip geworden en de bemanning begint je te verlaten In werkelijkheid koos je altijd vastbera den voor Brussel en tegen Vlaanderen, voor de kapitalisten en tegen de arbei ders. De hooggeroemde kristelijke een heid was enkel een smoesje om Vlaam se en sociale eisen te onderdrukken." Wie op de socialistische BSP stemt, koopt ook al een kat in de zak. „Ze is blind en doof voor die (Vlaamse, red.) kwestie: prof. Geyl heeft het zijn Vlaamse partijgenoten op de Ijzerbede vaart in 1962 verweten en talloze Vlaamse socialisten zijn het roerend met hem eens". Tegen de liberale PVV brengt hij nog zwaarder geschut in stelling. „Geen par tij is Vlaanderen en z'n sociale vooruit gang vijandiger gezind als.de PVV en als ik Vlaming was en ik had te kiezen nissen een liberale en een kommunisti- sche regering, dan zou ik echt nog niet veten wat ik moest doen." Dit soort uitspraken klinkt erg man- aftig, maar ze zijn ons te gortig. >ns voornaamste bezwaar tegen dr. Paardekoopers stellingen is echter dat lij de zaken nogal vereenvoudigt. Wij lurven niet beweren, dat het Belgisch Jeruzalem voor ons geen geheimen ïeeft, maar wij zijn er toch bekend genoeg, om te weten dat het er wat anders toegaat als bij ons. Als Paardekooper vlakaf stelt dat de vrijheid en de democratie in Bel gië geweld gedaan worden, gaat er bij ons een rood lichtje branden. Het zou wel eens kunnen zijn dat de door dravende dr. Paardekooper de Ne derlandse opvattingen van die begrip pen wat al te gemakkelijk op de in gewikkelde situatie in België toepast. Op het verschil in interpretatie van het begrip democratie wordt ook ge wezen door de Belgische dr. M. van Haegenderen en de Nederlandse prof. H- D. de Vries Reilingh in hun boekje „Noord-Zyid-verbinding" (Lannoo, Tielt 1961Het gaat om accentverschillen maar zij verklaren veel. In België is, volgens genoemde au teurs. de democratie jonger dan bij ons, en daarom zouden de parlemen taire instellingen niet zo ,,vlot en fat soenlijk" werken als in Nederland. In België staan de belangengroepen lijn recht tegenover elkaar. Daar telt de macht van de meerderheid. Dat ver klaart dat de Walen, die in de min derheid dreigen te geraken aansturen op een grondwettelijke regeling, waar bij een minderheid een soort vetorecht uitoefent. Ook bij ons telt de meerderheid, maar haast evenzeer de eerbied voor de minderheid. Wij vinden het verve lend, als er besluiten genomen ge nomen moeten worden, waaraan niet allen hun stem geven. Misschien staat daarom het compromis bij ons zo hoog in aanzien. De opvattingen van democratie hou den nauw verband met de uitlegging van het begrip vrijheid. Dr van Hae- gendoren en prof. De Vries Reilingh wijzen er op dat de Belgische burger voor alles belang hecht aan zijn recht op vrijheid en zelfstandigheid tegen over de staat. Die liberale opvatting vindt men in zuidelijke landen wel meer. In ons land is men daarentegen veel gemakkelijker bereid een stuk invidi- duele vrijheid op te offeren ten bate van het algemeen belang. Wij heb ben na de oorlog bijvoorbeeld een nog al dirigistische sociaal-economische re- geringspolitiek aanvaard, omdat wij er een soort „planning for freedom" in zien, een ingrijpende overheidsbe moeiing die leidt tot groter individu ele vrijheid. Die filosofische opvattingen vinden hun weerslag in de zaken van alledag. In het ruimtelijke beleid van beide landen bijvoorbeeld. Of in de winkel sluiting. Bovengenoemde auteurs schrij ven: „De Nederlander aanvaardt de verplichte winkelsluiting om te genie ten van de persoonlijke vrijheid, om er eens uit te zijn (prachtig voor beeld van planning for freedom). De Belg wil vooral zijn goesting doen, ook al zal hij daarom niet vrij zijn, d.wlz. van maandagmorgen tot zondag nacht in de winkel mogen staan." Dr. Paardekooper houdt met deze complicaties geen rekening Hij bekijkt de gang van zaken met te 'Nederlandse ogen. Hij vergeet, dat de grenslijn, die het Nederlandssprekend deel van Eu ropa in 1648 in tweeën deelde, ingrij pende gevolgen heeft tot op de huidige dag. Wij zijn helaas dieper van el kaar vervreemd dan wij in deze tijd van Benelux-hoera's soms willen ge loven. Wij vrezen dat ook dr. Piet Paardekooper de diepte van de eeu wenlange vervreemding onderschat Wij zijn bang dat zijn „Vlaminge-liut" dan ook beter ,,De Vlamingehut van Ooon Piet" kan heten.. KEES BASTIANEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 5