Kerk in Angola gehandicapt
door koloniaal statuut
1:
Beschaving is voedingsbodem
voor ernstige kwalen
BISSCHOPPEN MOETEN SCHIPPEREN
2 c
GIVE
A MAN
A LUCKY
ASPIRIN »B BAYER
De Vlamingehut
van Oom Tom
Ontgroeid
aan oude
formules
De inzet
25
■»2=*
a
KERS BREDA
BEWEEG U.... OF BLIJF BEWEGINGLOOS
Vastenactie
bracht ai
d miljoen op
omdat lucky een echte amerikaan
is, omdat lucky't helemaal heeft,
omdat 't Lucky Strike is,
daarom liever lucky
mooier met de jaren
Drempelvrees
houdt ons uit
de turnzaal
■EH
3740.-
Bij hoofdpijn vinden meer
mensen ter wereld baat bij Aspirin, dan bij
enig ander middel.
Or I®, c. Paardekooper
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 6 APRIL 1965
oogde. De kardinaal-aartsbisschop van
Lissabon, mgr. Cerejeira, verklaarde van
zijn kant, dat de missionaire arbeid van
de kerk van Portugal in de overzeese
gebieden juist met het oog op de inter
nationale toespitsing van het koloniaal
probleem diende te worden voortgezet,
te weten in de verbreiding van het ge
loof en van het imperium.
(Van een bijzondere medewerker)
Met onverholen spanning volgt
de wereld, in het bijzonder
de katholieke wereld, de politieke
ontwikkeling in de Portugese kcv
lonie in Afrika, Angola. Ontegen
zeggelijk hebben de Portugezen
op hun buitenbezittingen een chris
telijk stempel gedrukt dat de eeu
wen trotseert, getuige de thans le
vende para-liturgische gebruiken,
de familienamen en de woorden
schat, in streken als Ceylon of de
zuidoostelijke hoek van Indonesië,
waar de Portugezen zelf reeds
lang verdwenen zijn.
De eer daarvan mag echter niet door
de Portugese wereldlijke overheid wor
den opgestreken, want die heeft gedu
rende de laatste eeuwen juist een dom
per gezet op het missionair élan, dat zijn
onderdanen bezielden. Dit begon al in
de 17de eeuw, toen zij de concurrentie
strijd aanbond met de pauselijke con
gregatie voor geloofsverkondiging en de
politiek werd voortgezet met de ver
banning van de jezuïeten in de 18e
eeuw en met die van alle overige mis
sionerende orden in de 19e eeuw. In de
laatste honderd jaar heeft het missie
werk in de niet-katholieke staten, onder
invloed van het liberalisme een tijd
van emancipatie en opbloei gekend. In
de Portugese kolonies daarentegen wer
den, ingevolge de laïcistische constitutie,
die de republiek in 1910 bekrachtigde,
nogmaals alle orden en congregaties ver
bannen en door de zgn. „Lekenmissie''
vervangen. Deze stelde de kerk volko
men onder staatscontrole, zodanig zelfs
dat de bisschoppen officieel met de titel
„directeur" moesten worden, aangespro
ken.
De lekenmissie werd in 1926 opge
heven, doch het duurde tot 1940 alvorens
de kerk, op grond van een concordaat
tussen de H. Stoel en Portugal een „mis
sionaire overeenkomst" kon sluiten, die
het haar mogelijk maakte om, nog
ste.eds onder staatstoezicht, een bredere
en intensievere missieactiviteit te ont
plooien. Ten opzichte van het verleden
betekende de overeenkomst een belang
rijke vooruitgang, en als men de hoge
kerkelijke autoriteiten van Portugal bij
de totstandkoming ervan de imperiale
taak van het katholieke moederland
heeft horen verkondigen, dan moest dat
vooral zo worden verstaan, dat de kerk
van Portugal dankbaar de bewegings
vrijheid en de rechten aanvaardde, die
haar zo lang onthouden waren, dat de
situatie, mondiaal gezien, aan de 16-
eeuwse verhoudingen en formules ont
groeid was en dat dus ook dit missio
nair statuut slechts een beperkte levens
duur beschoren kon zijn. Een historische
en politieke waarheid, die in de crisis
die de Portugese kolonies momenteel
doormaken, om erkenning vraagt. De
Portugese premier Salazar, zei in 1940
dat het koloniaal statuut, waarvan de
overeenkomst met de H. Stoel een onder
deel vormde, de nationalisering en defi
nitieve integrering van het missiewerk
in het koloniaal beleid van Portugal be-
Het is duidelijk dat deze, thanfc 25 jaar
geleden uitgesproken zienswijze, die op
dat moment voor de kerk in Portugal
en de Portugese bezittingen, de juich
kreet om de bevrijding uit de kerker
van het laïcisme inhield, onhoudbaar is
geworden. Zij wekt integendeel de er
gernis van allen, die aan kerk en staat
ieder een eigen autonomie en verant
woordelijkheid toekennen. Voor de ge
kolonialiseerde volken zelf is zy oor
zaak van het fatale misverstand, dat de
kerk zich met de koloniale mogendheid
vereenzelvigt en beide gelijkelijk van
imperialisme en al het daaruit voort
vloeiende onrecht beschuldigd.
In Indonesië lagen de zaken heel anders.
Daar bestond niet alleen een scheiding
tussen de staat en de katholieke kerk,
doch heeft deze laatste bovendien moei
zaam en dikwijls ondanks de staat, haar
rechten moeten veroveren. Zij werd er
nauwelijks meer dan geduld, zij werkte
„buiten bezwaar van den lande", zoals dat
heette. In Indonesië kon zich ook een
katholieke partij ontwikkelen, die actief
deelnam aan de nationalistische beweging.
Dit is in de Portugese kolonies uitgeslo
ten. Daar bestaat slechts de ene regerings
partij, de nationale unie en alle daarmee
niet strokende politieke organisaties, kun
nen slechts ondergronds of in het buiten
land bestaan.
In de confrontatie met de nationalisti
sche aspiraties van de bevolking wordt
het voor de kerk in Angola steeds moei
lijker, een onzijdig standpunt in te nemen,
dat noch de rechten van de regering noch
die van het volk aantast. Staat zij aan de
zijde van de regering, dan geldt zij in de
ogen van 't volk als imperialistisch, staat
zij aan de zijde van het volk dan wordt
zij zwaar gehinderd door de bepalingen
van het concordaat en de missionaire
overeenkomst. De bisschoppen moeten
derhalve met de grootst mogelijke tact te
werk gaan. De lagere clerus kan uiteraard
wel enig risico nemen. Onder hen zijn er
dan ook enigen te vinden, die onomwon
den de partij van het nationalisme hebben
gekozen. Dr. Joachim Pinto de Andrade;
de jonge kanselier van het aartsbisdom
Luanda in Angola en broer van een der
oprichters van de volksbeweging voor de
bevrijding van Angola moet dit in de ge
vangenis uitboeten, evenals de 70-jarige
vicaris-generaal van 't zelfde aartsbisdom
mgr. Manuel Mendes das Neves. Er is een
sfeer van wantrouwen ontstaan tussen het
Portugees bestuur en de clerus in de ko
lonies. Niettemin is het grootste deel van
de clerus van Portugese afkomst of kleur
ling en als zodanig in rechte met de
Portugezen gelijkgesteld. Het is nog maar
kortgeleden, dat ook niet-Portugezen tot
de rangen van de clerus worden toegela
ten. De voorwaarden hiertoe zijn vrij
zwaar.
Een Portugees, ook de Portugese clerus,
staat als zodanig sympathiek of althans
niet zonder begrip, tegenover het kolo
niale beleid van zijn regering. Wij behoe
ven slechts aan de Nederlanders in het
vroegere Nederlands-Indië te denken om
dit te kunnen begrijpen. Bovendien ge
schiedt er in de Portugese kolonies on-
(Advertentie)
tegenzeggelijk veel goeds. Angola behoort
momenteel tot de meest welvarende ge
bieden van Afrika, terwijl de sociaal-
culturele belangen van de inheemse be
volking de laatste jaren vrij goed be
hartigd worden. De discriminatie tussen
Portugezen, Assimilados en Civilisados is
officieel opgeheven en er is een begin ge
maakt met de uitbreiding van het kiezers
korps tot allen, die lezen en schrijven
kunnen. De kerk zelf boekt ook een snel
le vooruitgang onder de archaïsche be
volking evenals in Kongo en Rwanda en
Boeroendi.
In het zuidelijke diocees Sa Bandeira
steeg het aantal katholieken tussen 1955
en 1964 van 166.000 tot 266.000. Dit alles
maant de kerkelijke autoriteiten begrijpe
lijkerwijs tot voorzichtigheid ten aanzien
van de nationalistische stromingen, daar
een omverwerping van het Portugees ge
zag zonder twijfel grote stagnatie in het
missiewerk zou veroorzaken. In dingen,
die de menselijke rechten en de elemen
taire moraal raken, hebben zij echter al
menigmaal voor de inheemse bevolking
partij getrokken, onder meer in een ge
meenschappelijk herderlijk schrijven van
1958, dat de kinderarbeid veroordeelde en
voor eenieder het recht verlangde om zelf
te bepalen waar en hoe hij zijn brood ver
dienen zou. Dit sloeg op de ronselmetho-
den van ondernemingen en staatsbedrij
ven, die dikwijls de gezinnen ontwricht
ten en de arbeid tot verkapte slavernij
maakten.
Er is nog een ander punt, waarvoor de
kerk bijzondere belangstelling heeft, doch
waar zij door een bijna principiële dis-
criminatiepolitiek wordt gehinderd name
lijk het onderwijs. Daarover zou een
apart artikel te schrijven zijn. Een euvel,
waaraan de missie nergens ontkomt, is
het gebrek aan personeel. Angola telt
een aartsdiocees ep. vier diocesen met 1,5
miljoen katholieken en slechts ruim 400
priesters, hetgeen betekent, dat iedere
priester-zielzorger aansprakelijk is voor
5 a 6000 christenen. Daarnaast zijn er
slechts een honderdtal broeders en on
geveer 350 zusters werkzaam. Met een
zo kleine groep het lot van 4,5 miljoen
mensen te willen delen is een moeilijke
opgaaf maar vereist geen bijzondere mis
sionaire durf. Die is wel vereist om on
verschrokken de naaste toekomst met al
haar risico's tegemoet te treden. Durf
en zelfverloochening. Dit laatste is voor
een goed Portugees wel het moeilijkst.
Het Portugese gezag bedient zich
van zwart èn blank om de rust in het
land te verzekeren
HEEMSTEDE De tweede inzameling
voor de bisschoppelijke vastenactie heeft
naar schatting 1.242.000 gulden opge
bracht, veertien dagen geleden leverde
de eerste ronde 1.100.800 gulden op. De
particuliere bijdragen stegen van f 50.000
tot f 161.800. De totale stand is thans
ruim f 2,5 miljoen, vergeleken bij vorig
jaar een stijging van ruim f 1,5 miljoen.
Blijft deze stijgende lijn doorgaan, dan
zal de laatste ronde, met Pasen, een op
brengst te zien kunnen geven, die gelijk
ii aan de beide vorige samen, nl. 5 mil
joen gulden.
De begroting van de aanvragen voor dit
Jaar is gesteld op 12 miljoen gulden.
Echt leer wordt, als goede wijn, mooier met de jaren.
Dit Engelse bankstel is van een aparte klasse. Vorm
geving, constructie en afwerking garanderen een
blijvende allure. Mooier naarmate het méér is inge
leefd.
Bank met
leverbaar.
2 lage fauteuils: ook met hoge fauteuil
sWl
en
standing
VAN
COOTHPLEIN 12 - TEL. 01600-39400
DEN HAAG. - Als iedere
sportieve Nederlander zich meer
zou gaan bewegen in deze so-
phistische en op intelligentie af
gestemde moderne maatschappij,
dan kan Nederland binnen af
zienbare tijd het gezondste land
ter wereld zijn.
Dan zal de dag waarop de vier gym-
nastieklbonden onder de slogan ^gym
nastiek voor iedereen" in de fraaie
sporthal van Amersfoort de eerste
stoot gaven aan de verwezenlijking van
een plan, dat de gezondheid van de
Nederlander wil bevorderen, altijd in
herinnering blijven. Niets meer of min
der wil men, dan naast de anderhalf
miljoen sportbeoefenaars die ons land
telt, ook nog eens die miljoenen an
dere Nederlanders bereiken die zich
nu voor het merendeel tussen wie
len voortbewegen. Met financiële steun
van het ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen, de Koninklij
ke Nederlandse Voetbal Bond en de
Nederlandse Sport Federatie zagen eni
ge honderden Amersfoorters de eerste
openbare les van o.a. gymnastiek voor
moeder en kind, waarbij het bijzon
der vrolijk, bijna vertederend toeging.
Vrolijk omdat men plezier had, ook
wanneer niet elke oefening even vlot
ging, vertederend omdat de kleuters
tussen twee en vijf jaar niet van op
houden wisten en de middag van him
leven hadden.
„Gymnastiek voor iedereen" een
kreet waarmee men hoopt de nogal
stijve en drempelbevreesde Nederlan
der naar de turn'hallen te brengen,
waar hij die portie gezonde ontspanning
kan opdoen om in deze gejaagde en
geciviliseerde wereld te kunnen le
ven. Te kunnen leven met een fit li
chaam, dat is opgewassen tegen de
sleur en de eentonigheid van het dage-
lijks bestaan, waarin stoel, lift, auto
en televisie zo'n voorname plaats in
nemen.
Toenemende nervositeit en groeien
de innerlijke spanningen veroorzaakt
door grotere gejaagdheid, overmatige
maaltijden en een groot tekort aan
beweging vormen de hechte basis voor
wat wij tegenwoordig met een fraai
woord „civilisatiestoornissen" noemen.
Op een onlangs gehouden artsencon
gres kwam men tot de conclusie, dat
meer dan de helft van de patiënten
klaagt over vermoeidheid, gebrek aan
energie, slapeloosheid, hoofdpijn, en
(Advertentie)
ademhalingsstoornissen. Onderzoekingen
op scholen en in het leger wezen, uit
dat het met de lichamelijke conditie
van de jeugd maar matig was gesteld.
Wanneer het jonge kind de schooldeu
ren binnengaat is het door een ge
brek aan ruimte tussen de steenmas
sa's reeds bewegingsgeremd. Als daar
dan wettelijk nog eens 34 „zituren"
bijkomen is het begrijpelijk dat het
klimaat voor lichaamsstoornissen ge
schapen is. In Nederland kwam pro
fessor dr. J Jongbloed tot de conclu
sie dat 34 procent van de schoolgaan
de jeugd een houdingsafwijking heeft,
waarvan 28 procent gecorrigeerd, maar
6 procent niet meer te herstellen was.
In militaire dienst bleek ongeveer de
helft van het aantal goedgekeurde
dienstplichtigen niet te kunnen zwem
men en eenzelfde percentage niet aan
zeer laag gestelde normen kon voldoen.
Ondanks of dankzij de welvaart werd
het ziekteverzuim steeds groter. Dat
Nederland niet alleen staat blijkt uit
het bestaan van dergelijke acties in
Zwitserland, waar o.a. sportjournalis
ten les geven, in West-Duitsland, Frank
rijk en de Scandinavische landen. De
sportwereld-overheid en de vereniging
leraren lichamelijke opvoeding hebben
begrepen dat er een grootse taak ligt
te wachten.
/-s-N. DAAR STAAT
ACHTER
BREDA. Met de Belgische
kamerverkiezingen in het voor
uitzicht heeft de Eindhovense
Neerlandicus" dr. P. C. Paarde-
kooper voor de KRO-microfoor
andermaal een aantal spreek
beurten gehouden over de Waals-
Vlaamse tegenstellingen. Zijn
toespraken hebben niet zoveel
rumoer verwekt als in 1962
misschien omdat de KRO er de
scherpste kantjes afsleep. Dr.
Paardekooper heeft echter toch
gezorgd, dat wij kennis hebben
kunnen nemen ,van zijn onver
sneden denkbeelden. De onge
censureerde teksten zijn name
lijk uitgegeven door de Leuvense
afdeling van de Volksunie in een
brochure die „De Vlamingehut
van Oom Tom" heet.
Dr. Paardekooper heeft zich via die
brochure weer midden in de binnen
landse politiek van België gestort. Dat
vinden wij bezwaarlijk, maar begrij
pelijk. Het is begrijpelijk, omdat de
politiek nu eenmaal een grote rol
speelt in het conflict tussen Frans- en
Nederlandstaligen in België. Wie de
culturele banden met de Vlamingen
wil aanhalen, raakt dan ook gemak
kelijk in politieke strikken.
Dr. Paardekooper wordt gedreven
door een intense belangstelling voor
onze taalgenoten aan de overzijde van
de grens. Dat siert hem en het ware
te wensen dat al zijn landgenoten eer
even warmkloppend hart voor de Vla
mingen hadden als hij. Dan zou het.
niet meer gebeuren dat Nederlanders
(slecht) Frans gaan spreken in de
goede Vlaamse stad Gent.
Dr. Paardekooper constateert dat de
Vlamingen nog altijd onderliggen in
hun strijd tegen de Waalse dominan
tie- Dat verdriet hem zo dat hij zich
laat verleiden om de constitutionele
vraagstukken in België te willen op
lossen. Hij mengt zich in de binnen
landse aangelegenheden van een be
vriende mogendheid, zoals dat heet.
Het is begrijpelijk, maar wij hebben
er. met de Belgische regering, bezwa
ren tegen
Dr. Paardekooper stelt in zijn bro
chure dat de sociale taalmuur „een
broodroof voor de Vlamingen van mil
jarden per maand" betekent. Hij wijst
op de laakbare invloed van de Frans
sprekende grondspeculanten bij de
vastlegging van de taalgrens. Hij
geeft voorbeelden van de sabotage der
wetten: de minister van openhaar on
derwijs, Moreau, subsidiëerde in 1959
en daarna, ondanks een interpellatie
in de Kamer, tegen alle voorschrif
ten in franskiljonse kleuterklassen ir
Vlaanderen.
En hij geeft cijfers, sprekende cij
fers over de achterstelling der Ne
derlandstaligen aan de officiële instel
lingen in Brussel. Van de 30 weten
schappelijke medewerkers aan hel
Koninklijk Belgisch Weerkundig Insti
tuut zijn er maar 5 Nederlandstalig
Nationaal Orkest: 0, Koninklijk Neder
lands Muziekconservatorium: 4 van di
17, Koninklijke Belgische Sterren
wacht: 4 van de 18 wetenschappelijk!
medewerkers, luitenant-generaals: 0
van de 5, generaal-majoors: 0 van dc
13... En dat, aldus Paardekooper ter
wijl tweederde van de gewone solda
ten Nederlandstalig is.
De achterstand der Vlamingen i.
onmiskenbaar. Zij is historisch te ver
klaren. Na de Vrede van Munste-
(1648) kregen de noordelijke Neder
landen de kans een eigen cultuur to
ontwikkeling te brengen, maar de zui
delijke, waarin de opstand tegen Span
je begonnen was bleven nog eeuwer
onder Habsburgers en hadden geer
deel aan de culturele opbloei van d
welvarende republiek.
De Frans-Bourgondische oorspron
van het staatsbestel leidde er in d
zuidelijke Nederlanden toe, dat he
Frans de taal werd van de bovenlaag
In de eeuwen van Frans imperialis
me onder Lodewijk XIV en Napoleon
die België bij Frankrijk inlijfde, bic
er van de Nederlandse cultuur weiir
over.
Tijdens de inlijving bij Frankri,
ontstond definitief een Franssprekend
bovenlaag in Vlaanderen: de zog<
naamde franskiljons Zij waren de ri
ken en hadden de macht. Tijdens d
samenvoeging met Nederland (181f
1832 werd de school- en taalpolitie
van koning Willem I door de franski
jons en de Fransgezinde kerkelijk
overheid gesaboteerd. Na de sctheidin;
van 1830 ontstond dan de Vlaamse Be
weging, gesticht door de letterkundi
ge en historicus J. F. Willems.
De Vlaamse Beweging heeft al vee
ten goede gekeerd, maar de Vlamin
gen zijn nog altijd niet waar ze moe
ten zijn. In de vorige eeuw de eeuw
van de industriële revolutie is het
Franssprekende deel van België tot
grote bloei gekomen, terwijl de vroe
ger zo welvarende Nederlandse gewes
ten almaar verarmden. Het culturele
conflict kreeg zo steeds scherper de
kenmerken van een sociaal-economi
sche strijd.
Het vérbeten gevecht van de Vla
mingen om gelijkberechtiging een
gevecht dat ook veel persoonlijk leed
veroorzaakte en mening leven een tra
gische wending gaf begint in onze
tijd succes te krijgen. Door de groei
van het Vlaamse volksdeel en de ver-
betering van het Nederlandstalig on
derwijs, kunnen de Vlamingen hun in
vloed, ook in politicis, vergroten. De
industrialisatie van Vlaanderen is een
voorbeeld van de kentering.
De ontvoogding van Vlaanderei> is
in het licht der historie te beschou
wen a ls een proces, niet als een zaak
die in een dag of wat te verwezenlij
ken valt. Het is te vergelijken met
de emancipatie van de katholieken bij
oas, die ook meer dan een eeuw ge
vergd heeft- Dr. Paardekooper kan
dat kennelijk niet aanvaarden. Heilig
ongeduld verleidt hem tot extremisti
sche stellingen
Die stellingen etaleert hij in zijn
brochure. Binnen het huidige unitaire
staatsbestel kan het conflict zijns in
ziens niet opgelost worden. De lande
lijke politieke partijen in België die
Vlaamse en Waalse vleugels hebben,
doen teveel Waals en franskiljons wa
ter in de Belgische wijn, die voor de
Vlamingen daarom ongenietbaar is.
Zij kunnen alleen heil verwachten van
een federale staatsinrichting en
daar zijn de landelijke partijen tegen.
Daarom moeten de Vlamingen hun
stem geven aan de Volksunie, een zui
ver Vlaamse partij, die het federalis
me voorstaat.
Theoretisch gesproken is dat een
oplossing. Maar zelfs als de Volks
unie haar aantal zetels in het parle
ment zou weten te verdubbelen tot
tien, zou zij niet veel klaarmaken. Een
andere oplossing is de versterking
van de invloed in de bestaande lande
lijke partijen. Dat is een zaak van
iange adem, omdat het dan ook aan
komt om kwaliteitsvergroting van de
Vlaamse politici een kwaliteeitsver-
groting die alleen tot stand kan ko
men door culturele verheffing van
Vlaanderen in zijn totaliteit.
Dr. Paardekooper, die ook op het ter
rein van de spellinghervorming van ra
dicale oplossingen houdt, wedt op de
Volksunie. Zijn brochure is dan ook al
lerminst een objectieve uiteenzetting
van de stand van zaken. Hij kiest fel
partij, en spaart de landelijke politieke
partijen niet. Hferonder een paar staal
tjes van zijn schrijftrant.
Tot de katholieke CVP zegt hij: „Je
bent een zinkend schip geworden en de
bemanning begint je te verlaten
In werkelijkheid koos je altijd vastbera
den voor Brussel en tegen Vlaanderen,
voor de kapitalisten en tegen de arbei
ders. De hooggeroemde kristelijke een
heid was enkel een smoesje om Vlaam
se en sociale eisen te onderdrukken."
Wie op de socialistische BSP stemt,
koopt ook al een kat in de zak. „Ze is
blind en doof voor die (Vlaamse,
red.) kwestie: prof. Geyl heeft het zijn
Vlaamse partijgenoten op de Ijzerbede
vaart in 1962 verweten en talloze
Vlaamse socialisten zijn het roerend met
hem eens".
Tegen de liberale PVV brengt hij nog
zwaarder geschut in stelling. „Geen par
tij is Vlaanderen en z'n sociale vooruit
gang vijandiger gezind als.de PVV en
als ik Vlaming was en ik had te kiezen
nissen een liberale en een kommunisti-
sche regering, dan zou ik echt nog niet
veten wat ik moest doen."
Dit soort uitspraken klinkt erg man-
aftig, maar ze zijn ons te gortig.
>ns voornaamste bezwaar tegen dr.
Paardekoopers stellingen is echter dat
lij de zaken nogal vereenvoudigt. Wij
lurven niet beweren, dat het Belgisch
Jeruzalem voor ons geen geheimen
ïeeft, maar wij zijn er toch bekend
genoeg, om te weten dat het er wat
anders toegaat als bij ons.
Als Paardekooper vlakaf stelt dat
de vrijheid en de democratie in Bel
gië geweld gedaan worden, gaat er
bij ons een rood lichtje branden. Het
zou wel eens kunnen zijn dat de door
dravende dr. Paardekooper de Ne
derlandse opvattingen van die begrip
pen wat al te gemakkelijk op de in
gewikkelde situatie in België toepast.
Op het verschil in interpretatie van
het begrip democratie wordt ook ge
wezen door de Belgische dr. M. van
Haegenderen en de Nederlandse prof.
H- D. de Vries Reilingh in hun boekje
„Noord-Zyid-verbinding" (Lannoo, Tielt
1961Het gaat om accentverschillen
maar zij verklaren veel.
In België is, volgens genoemde au
teurs. de democratie jonger dan bij
ons, en daarom zouden de parlemen
taire instellingen niet zo ,,vlot en fat
soenlijk" werken als in Nederland. In
België staan de belangengroepen lijn
recht tegenover elkaar. Daar telt de
macht van de meerderheid. Dat ver
klaart dat de Walen, die in de min
derheid dreigen te geraken aansturen
op een grondwettelijke regeling, waar
bij een minderheid een soort vetorecht
uitoefent.
Ook bij ons telt de meerderheid,
maar haast evenzeer de eerbied voor
de minderheid. Wij vinden het verve
lend, als er besluiten genomen ge
nomen moeten worden, waaraan niet
allen hun stem geven. Misschien staat
daarom het compromis bij ons zo hoog
in aanzien.
De opvattingen van democratie hou
den nauw verband met de uitlegging
van het begrip vrijheid. Dr van Hae-
gendoren en prof. De Vries Reilingh
wijzen er op dat de Belgische burger
voor alles belang hecht aan zijn recht
op vrijheid en zelfstandigheid tegen
over de staat. Die liberale opvatting
vindt men in zuidelijke landen wel
meer.
In ons land is men daarentegen veel
gemakkelijker bereid een stuk invidi-
duele vrijheid op te offeren ten bate
van het algemeen belang. Wij heb
ben na de oorlog bijvoorbeeld een nog
al dirigistische sociaal-economische re-
geringspolitiek aanvaard, omdat wij
er een soort „planning for freedom"
in zien, een ingrijpende overheidsbe
moeiing die leidt tot groter individu
ele vrijheid.
Die filosofische opvattingen vinden
hun weerslag in de zaken van alledag.
In het ruimtelijke beleid van beide
landen bijvoorbeeld. Of in de winkel
sluiting. Bovengenoemde auteurs schrij
ven: „De Nederlander aanvaardt de
verplichte winkelsluiting om te genie
ten van de persoonlijke vrijheid, om
er eens uit te zijn (prachtig voor
beeld van planning for freedom). De
Belg wil vooral zijn goesting doen,
ook al zal hij daarom niet vrij zijn,
d.wlz. van maandagmorgen tot zondag
nacht in de winkel mogen staan."
Dr. Paardekooper houdt met deze
complicaties geen rekening Hij bekijkt
de gang van zaken met te 'Nederlandse
ogen. Hij vergeet, dat de grenslijn, die
het Nederlandssprekend deel van Eu
ropa in 1648 in tweeën deelde, ingrij
pende gevolgen heeft tot op de huidige
dag. Wij zijn helaas dieper van el
kaar vervreemd dan wij in deze tijd
van Benelux-hoera's soms willen ge
loven. Wij vrezen dat ook dr. Piet
Paardekooper de diepte van de eeu
wenlange vervreemding onderschat
Wij zijn bang dat zijn „Vlaminge-liut"
dan ook beter ,,De Vlamingehut van
Ooon Piet" kan heten..
KEES BASTIANEN