INEENS WAS IK DE BOEMAN"
Peter Snell wil voortaan veel meer thuis zijn
- Willem
Beltman:
de coach
die over
4 maanden
op straat
staat
Hij zette bij Go Ahead
de scheve zaken recht
Wonderlijke carrière
De biologen voorspellen:
stijgende vangsten van
tongschol en paling
Manager
Moeilijkheden
Doorvechten
IS
15
Snelle groei
GOED
„Alles of iets'
Nederlandse sportfilm
werd bekroond
Wielerbaan in
Utrecht gaat
weer draaien
BOKSERS VOOR
DE FINALE
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 MAART 1965
(Van onze sportredactie)
Het Go Ahead-stadion in rustig Deventer ligt in de heldere voor
jaarskon. Op het hoofdterrein rijdt een terreinknecht met een maai-
machine systematisch het veld af. Hoog in de lucht fluit een straal
jager. Voor de rest is het er stil. Willem Beltman zuigt de koude
lucht diep in zijn longen, tikt zijn hoed recht en loopt met zware
pas over de staan tribunes. Hij kwam vier jaar geleden als manager
in dienst van Go Ahead, bracht de club in de eredivisie, verbouwde
het gehele stadion, kocht een modern clubhuis, kocht ook de appa-
ratuur voor onderwater-massage, infrarood en ultra korte golf, kocht
hoogtezonnen aan de plafonds, bracht het toeschouwersaantal van
2000 naar 14.000, investeerde bijna één miljoen en... werd onlangs
door het bestuur van Go Ahead ontslagen. Wat is er aan de hand j
met Willem Beltman? Waarom werd de man, die in enkele jaren f
voor het Deventer voetbal meer tot stand bracht dan ooit voor
mogelijk werd gehouden, aan de kant gezet? Is de conroverse met
Spel. Enschede, waarover op het moment een proces met als inzet p
één ton loopt, de aanleiding? Willem Beltman heeft zijn ontslag
uiterlijk onbewogen aanvaard. Maar de klap is toch hard aangekomen. Je ziet het aan zijn anders zo
felle ogen die nu wat dof staan achter de brilleglazen. Nog vier maanden mag Willem Beltman achter
zijn bureau en in de kleedkamers Go Ahead commanderen, dan is het afgelopen. Hij vertelt in etappes
zijn leven, in het stadion, bij zijn riante bungalow van f 60.000, in zijn witte Mercedes van f 19.000, in
het huisje van zijn bejaarde moeder. In de luwte van de zittribune zegt hij: „Ik ben een enorme
flapuit. Ik zeg alles eerlijk zoals me dat voor de mond komt.'' En Willem Beltman verzwijgt inderdaad
niet veel. Dat tekent hem, de man die van arme timmerman opklom tot voetbalmanager met een vet
directeurssalaris.
Nü zit Willem Beltman er nog!
Willem Beltman vertelt: „Ik werd in
1917 geboren als zoon van een grondwer
ker. Wy hadden thuis negen kinderen,
één meisje en acht jongens. Ik hoef nau
welijks te vertellen hoe arm wij het had
den. Maar toch waren we gelukkig. Dat
blijkt wel als ik vertel dat wij, mijn zus
en broers, nog elke zondagmorgen bij
moeder samen komen. Enfin, ik ging naar
de ambachtschool en ik werd timmer
man. Ik verdiende een schamel loontje en
na een poos dacht ik: „Willem, je staat
aan de verkeerde kant. Zo kom je er
nooit".
(Van onze hengelsport-medewerker)
Er is goed nieuws voor de zee
hengelaars. De komende zomer
maanden komt er vrij veel jonge
tong, die in het uitstekende broed-
jaar 1963 geboren is, in de vangst.
Verwacht mag worden, dat deze
tong in de nazomer van 1965 de
maat van 24 centimeter (de zoge
naamde slips) zal bereiken. Sinds
de strenge winter 1962-'63 heeft
de tongstand een zware klap ge
kregen, die de vangsten van de
vloot tot nauwelijks een derde heb
ben teruggebracht en de sport
vissers op nog geen 10 procent van
dqi record-vangsten van 1961 en
1962 heeft gebracht.
De biologen van het Rijksinstituut
voor Vissery-onderzoek in IJmuiden zijn
zelfs aan het berekenen, welke tongvang
sten de vissers op zee mogen verwach
ten. Ook de sportvissers kunnen lering
uit deze gegevens trekken, omdat ver
wacht mag worden, dat de groei van
de in 1963 geboren tongetjes ook aan
de werphengels op strand- en strekdam
te merken zal zijn-
De biologen voorspellen voor het ko
mende zomerseizoen ook een grote
vangst van schol, wat een gevolg is van
een zeer goed broedjaar 1962. Ook deze
schol komt nu al op zee in de vangst
en de komende voorjaars- en zomer
maanden zullen ook de zeehengelaars
aan hun leefnetten deze verbetering
van de zeevisstand merken. Deze schol
zal in de loop van de zomer in leng
ten van 25 tot 28 centimeter of iets
meer, te vangen zijn. Ook voor 1966 en
1967 kan een goede jaarklasse van de
tong en schol nog in de vangsten door
werken.
Elke zeehengelaar kan getuigen hoe
de laatste twee jaren de tongvangsten
aan de Zeeuwse kust tot een minimum
zijn teruggelopen. De winter 1962-'63 is
een ware ramp voor deze kostelijke
platvis geweest. En daar slechts een
Wein percentage van de tong binnen
hengelbereik komt op de uitgelezen stek
ken, is het duidelijk, dat een winter-
sterfte zoals in 1962 vooral de zee
hengelaars heeft getroffen Op de Noord
zee is de laatste tijd weer een opmer
kelijk groot aantal jonge tongetjes ge
signaleerd in lengten van ongeveer 20
centimeter. Vorige zomer is op de kust
al een groot aantal ondermaatse ton
getjes gevangen van 13 tot 15 centime
ter, die van het goede broedjaar 1963
afkomstig waren. Deze jonge tong is
dus in het voorjaar na de rampwinter
geboren. Ondanks het geringe aantal
grote tongen, die eieren konden leve
ren, is veel van het jonge broed tot
wasdom gekomen. Deze jonge tong
groeit snel en wordt deze zomer 1965
al maatse vis, die volop sport kan bren
gen voor de zeehengelaars. Ook de vis
sersvloot heeft nieuwe hoop op deze ho
gere inkomsten uit de tongvisserij, die
vele jaren het leeuwe-aandeel van de
inkomsten van de Zeeuwse en Holland
se kottervloot heeft geleverd. Al met
al gaan ook de zeehengelaars een goe
de zomer tegemoet. Ook de scholstand
is beter dan de laatste jaren het geval
was. Er is de laatste 10 jaar niet zo
veel schol gevangen op de Noordzee
als de laatste maanden.
In deze vangsten komt 't goede broed
jaar 1962 aan het licht. De jonge schol
heeft weinig of niets van de strenge
winter geleden. Ook in 1963 was het
een behoorlijk broedjaar voor de schol.
En dat betekent dus. dat ook de ko
mende jaren op stijgende scholvangsten
gerekend kan worden. Een sterke jaar
klasse blijft altijd enkele jaren in de
vangsten doorwerken, met het voordeel,
dat de vissen, die niet weggevangen
zijn, steeds groter worden.
Ook de palingstand op zee is de laat
ste jaren door de stijgende aanvoer
van glasaal vrij goed. Ook op de binnen
wateren en rivieren mag op mooie aal-
va-ngsten gerekend worden. Alles bij
een is dat een gunstig perspectief.
OP DE veertiende internationale ten
niskampioenschappen van Barranquilla,
Columbia, eerste ronde, heeft Trudy
Groenman de Colombiaanse Leonor Sa-
nez in het damesenkelspel verslagen
met 6-0, 6-0.
DE JEUGD van Amsterdam heeft gis
teravond voor de laatste maal bezitge-
nomen van de Amsterdamse Jaap
Edenbaan. Nadat in 't seizoen 1964-'65
375.000 betalende bezoekers de toegangs
hekken passeerden, hadden de schaats
liefhebbers gratis toegang.
De open winter heeft ook vrij hoge
watertemperaturen op zee tot gevolg
gehad. Het Noordzeewater is nog steeds
rond de vijf graden. Bij zonnig weer
is het water dus sneller op tempera
tuur om de tong, schol en aal op de
kust te brengen. Ook de geep en ma
kreel zal vroeger dan anders te vangen
zijn En in mei en begin juni is er op
vele bekende stekken beslist nog een
vroege invasie van schar te verwachten.
Laat u dus niet verrassen. Maak uw
zeehengelspullen tijdig klaar om uit te
rukken als het eerste alarm langs de
kust gaat. U wordt op deze plaats tij
dig gewaarschuwd als de geep er is
de aal loskomt en de eerste tong aan
de hengel binnen is. Schol en bot zijn
wat moeilijker te peilen. Maar ook deze
vis belooft na mei weer best van kwa
liteit te zijn. Er komt een einde aan
de teleurstellende vangsten van de laat
ste twee jaren. In de komende zomer
zult u dat aan uw leefnet al goed mer
ken. De tong en schol moet ook kans
krijgen om te groeien en vooral de
tong groeit van juni tot oktober bijzon
der snel. Ook voor 1966 en 1967 is er
dus volop sport aan de kust te beleVen.
En dat is echt geen koffiedik-kijkerij of
zeehengellatijn. Het is een belofte van
de grote visserijbiologen, die een mach
tig stuk wetenschappelijk onderzoek aan
deze van^stvoorspellingen hebben ge
wijd. Ik voel me dus in goed gezelschap.
En ik voorspel daarom een nieuwe door
braak voor de zeehengelarij, die ook ir
de groei van nieuwkomers vaak sterk
afhankelijk is van de mate. waarin de
leefnetten gevuld worden. Ook de hen-
gelsporthandel kan dat goed aan de
winkelverkopen bemerken.
Daarom ging ik in militaire dienst.
Mijn moeder zei toen al: „Willem, da's er
een, die hou ik nooit vast". In 1940 lag
ik als sergeant bij de Grebbeberg. De
Duitsers stuurden me twee maanden
naar Buchenwald. Terug in Nederland
ging ik in het verzet. Ik wilde vechten
tegen die Duitsers. In het openluchtbad
van Deventer draaide ik 'n Engels gram
mofoonplaatje. Er kwam een Duitser, die
er wat van zei. Toen heb ik die plaat op
zijn hoofd stukgeslagen. Daarna sloeg ik
hem bij een worsteling neer. Ik kwam in
het gevang en kreeg vijf jaar. Maar na
vier maanden wist ik toch vrij te komen.
Het was een gevaarlijke tijd. Wij hadden
een knokploeg en lieten pantser treinen
ontsporen en zo. Later werd ik comman
dant van het verzet in Deventer. Toen de
bevrijding kwam kreeg ik contact met
prins Bernhard. Hij liet mij op 't Loo ko
men en zei: „Beltman, je moet een batal
jon vormen en met de Amerikanen naar
Duitsland gaan. Ik trommelde 800 man
bij elkaar en oefende ze dat de stukken
er af vlogen. Maar later liet de prins me
weer op het paleis komen en zei: „Er zit
ten in Indië nog vele Nederlanders in de
Jappen-kampen. Wij moeten die er uit
halen. Zo werd onze bestemming Indië.
Ik ging met mijn bataljon naar Engeland
en werd kapitein. Wij klommen op een
oude boot en stoomden naar Indië. Maar
de Engelsen hielden ons in de Straat
van Malakka tegen. Wij mochten niet op
Java landen. Dat duurde zo een half jaar
en al die tijd lagen wij op Malakka. Ik
dacht, dat gaat mis en ik was in die tijd
voor mijn 30 officieren en 800 manschap
pen dan ook vreselijk streng. Want er
waren al een aantal knapen naar Siam
gedeserteerd.
Ik liet dagmarsen maken door de bush
van 40 en 50 km, in de hitte, met slechts
weinig water per man. Als ik ergens bin
nenliep zeiden zelfs mijn compagnies
commandanten: „Daar heb je die hond
weer!" Toen wij eindelijk op Java moch
ten landen heb ik twee jaar deelgenomen
aan de politionele acties. Ik liep altijd
voorop. Dat moet je wel als een aanval
stokt. Ik heb daar veel geluk gehad,
nooit gewond en zo. Ik kwam de hele
oorlog door zoder noemenswaardig let
sel en toch schuwde ik het gevaar nooit.
Ik ben toch één keer aan mijn rechter
been gewond geweest. Maar dat was in
Nederland.
mijn jonge jaren was ik midvoor van
Vitesse geweest en later speelde ik met
Leo Halle by Go Ahead.
De voetbalwereld was mij dus niet on
bekend en ik besloot scheidsrechter te
worden. De eerste wedstrijd, die ik floot
was EBONIJselstreek in de eerste klas
van de Afdeling.
Toevallig was er een lid van de scheids
rechtercommissie aanwezig en die zei na
afloop: „Die vent is voor dit voetbal te
goed, hij moet naar de K.N.V.B. Twee
jaar later floot ik mijn eerste wedstrijd
in de hoogste klas NO ADChevremont
in Tilburg. Ik had in twee jaar de top
gehaald waarover anderen tien jaar doen.
Scheidsrechter spelen, dat was weer
heel anders. Niet zelf vechten, maar pro
beren vechten te voorkomen. Ik weet nog
heel goed wat ik dacht, toen ik bij Rapid
J.C. in Heerlen die bierfles op mijn ach
terhoofd kreeg. Ik heb me toen vreselijk
moeten beheersen. Wat was het geval:
Rapid speelde tegen NAC. Er was eeri
oude vete waarvan ik niets wist. Na 5
minuten geeft Mommertz de rechtsbuiten
van NAC een kaakslag. Ik stond met
mijn rug naar hem toe. Mijn grensrech
ter kwam het vertellen en ik zond Mom
mertz het veld uit. De aanvoerder van
Rapid, Wiel Smeets, maakte daarover
nogal wat misbaar en ik stuurde hem er
achter aan. Totdat een paar minuten
vóór tijd ik Rapid een penalty toewees
wegens hands. Giel Haenen nam die
strafschop en schoot over. Toen stond het
stadion weer op z n kop. Het publiek ging
tekeer en waarom weet ik niet, maar het
keerde zich tegen mij. Een agent kwam
me halen op het veld en er zou niets ge
beurd zijn als de deur van mijn kleedka
mer niet op slot was geweest. Ik stond
daar naast die agent op de sleutel te
wachten, toen er eentje vanaf de tribune
die bierfles op mijn achterhoofd gooide.
Het bloed droop langs mijn benen. Ik
dacht: „Willem, kalm blijven jongen en
ik heb, nadat ik verbonden was nog met
het bestuur gewoon een kop koffie ge
dronken. Dertien jaar was ik scheids
rechter. Ik floot interlands en Europacup
wedstrijden.
Mijn eerste kind werd geboren. Ze bel
den me op en ik spring meteen in een
jeep. Er lag toen een dikke laag sneeuw.
Op de IJselbrug in Deventer stapte plot
seling een meisje het rijdek op. Ik gooide
het stuur om en reed door de brugleu
ning. Tien meter lager kwam ik net naast
het water midden in een mijnenveld te
recht. Gelukkig ontplofte er niet een en
ik kroop voorzichtig uit de jeep. Ze heb
ben de jeep er niet uitgehaald, dat durf
den ze niet. Moet je maar geluk hebben,
niet?
Enfin, die hele oorlogstroep ging voor
bij en ik werd een vredig kapitein in
Schalkhaar by de mobilisatie-opleg. Ik
dacht: „Hier ga je nooit meer vandaan".
Je had het er enorm gemakkelijk. Maar
aan de andere kant was het toch wat
strijdig met mijn natuur. Ik wilde weer
iets hebben waarvoor ik kon vechten. In
Toen kreeg ik contact met Go Ahead
en ik werd manager. Het leger bezorgde
mij een fantastisch afscheid. Mijn salaris
werd 10 procent van de opbrengst van
Go Ahead, op dat moment 90.000.
In vond het stadion in een erbarmelij
ke toestand. De kleedkamers waren vies
en stinkend. De wasgelegenheid was vies.
Ik stapte naar burgemeester Bolkenstein.
geen voetbalsupporter, maar wel vooruit
strevend, en zei: „Burgemeester, komt u
eens kijken. Toen hij kwam liet ik hem
de troep zien en zei: „Zoudt u zich hierin
wassen?" Hij zei: „Neen!" De gelden voor
de verbouwing kwamen er. Het eerste
jaar besteedde ik 66.000 aan spelers.
Voor Goedhart telde ik 55.000 neer en
voor Veldhuis ƒ9.000. Ik liet verder een
nieuwe staantribune bouwen voor 10.000
toeschouwers, overdekt. Het tweede jtar
gaf ik aan nieuwe spelers 100.000 uit.
Wim Doorneveld en Thieman elk ƒ25.000.
Ik besloot het heterogeen stelletje bij Go
Ahead een team te maken.
Ik praatte openhartig, zonder franje
met de jongens en maakte ze hoogmoe
dig. Om een prestatie te leveren moet je
wat hoogmoedig zijn. Als je nederig het
veld in komt ben je al half verloren. Ik
bracht hen bij, dat zij niet minder waren
dan andere clubs.
Er kwamen leuke feestjes met echtge
note en verloofde, met zachte muziek op
de achtergrond. Niets was voor de spe
lers te goed. Ik liet een zwembassin in
een kleedkamer bouwen. Na de training
en na de wedstrijden zwemmen ze daar
in water met een heerlijke temperatuur
en in de reuk van dennenaalden. Toen
ik bij Go Ahead kwam was de opbrengst
van het restaurant ƒ2.000. Ik pakte de
zaak aan en nu is de opbrengst ƒ20.000
De opbrengst uit reclame op het veld
was ƒ6.000. Nu is deze ƒ26.000. Het der
de jaar besteedde ik weer 100.000 voor
de aankoop van nieuwe spelers. Ter
Mors kostte ƒ60.000 en de Duitser Kraus
van Schalke ƒ35.000. Het vierde jaar
gooide ik er weer een ton tegenaan. Ge
rard Bühler van MVV was veruit de
duurste bijna 100.000.
De opbouw van Go Ahead ging door.
Ik kocht een villa en liet het huis ver
bouwen en moderniseren tot een mooi
clubhuis, kosten 96.000. Intussen steeg
de opbrengst van Go Ahead tot 4 ton en
ik had tien procent. Het ging mij dus
voor de wind. Ik bouwde met behulp van
vrienden, voetballers, scheidsrechters, of
ficieren enz. een mooie bungalow. Wij
woonden voorheen in een nogal drukke
buurt en ik bouwde de bungalow aan de
rand van een groot park. Je hoort er al
leen de vogels fluiten. Ik noemde het
huis „Uit 't gedrang". Verder kocht ik
een Mercedes. Willem Beltman wilde
geen statussymbolen, het was gewoon de
vervulling van een jeugddroom.
Toen kwamen de moeilijkheden. Piet
Lagarde kreeg dat jammerlijke ongeluk
en ineens was ik de boeman. Men ver
weet mij de spelers zodanig op te zwe
pen, dat ze op het voetbalveld gevaarlijk
werden.
Twee dagen nadat hij bij Rapid JC
een fles op zijn hoofd kreeg floot
Willem Beltman de wedstrijd België-
Rusland. Om de wond aan het oog
te onttrekken dfroeg de arbiter een
pet.
Na dat ongeluk met Lagarde begonnen
ze met slijk te gooien. Ze dachten mis
schien: „Willem is te hoog gestegen, het
gaat hem te goed, hij moet weer terug
in de armoe. Dat doen de mensen soms
zo graag. Ik wilde genoegdoening heb
ben. Als die heren van Enschede bij me
gekomen waren en gezegd hadden: „Wil
lem, alles is voorbij, laten we het verge
ten, dan had ik dat gedaan. Maar ze kwa
men, toen het te laat was en als ik een
maal beslist heb iets te doen. dan doe ik
dat. De K.N.V.B. raadde het me af. Lo
Brunt praatte een uur met me. Ook het
bestuur van Go Ahead was er tegen.
Maar ik had geen rust. Ik dacht: „Wil
lem, ze hebben je goede naam door het
slijk gehaald, dat onrecht moet hersteld
worden. Toen me eenmaal duidelijk was,
dat ik zonder een openbare genoegdoe
ning nooit rust kon vinden, ben ik naar
mijn advocaat in Amsterdam mr. Keune,
gestapt en wij zijn die zaak begonnen.
Willem Beltman gaat dus weer vech
ten. Ditmaal niet tegen de Duitsers, de
Indonesiërs, of eredivisieclubs, maar voor
zijn eigen reputatie. Al wordt hij als de
competitie afloopt door Go Ahead ontsla
gen, hij blijft in de buurt. Willem Belt
man heeft plannen uitgewerkt voor de
bouw van twee nieuwe vleugels aan de
tribune, waardoor er in totaal aan de
■g&l.1
mensen overdekt naar Go Ahead kunnen
kijken. De plannen gaan door. De eerste
elementen voor de nieuwbouw liggen al
bij het stadion. Bovendien opent hij bin
nenkort aan de rand van het stadion een
benzinestation.
Willem Beltman staat binnenkort bui
tenspel. maar hij blijft vechten. Dat is
zijn natuur, zijn karakter.
PETER SNELL
afscheidswedstryden
Nu geef ik graag toe dat ik wel eens
„donderspeeches" hou, maar dat doe ik
alleen als een vent in de put zit en er
om vraagt. Ik heb myn jongens altijd
ingeprent vooral fair te spelen. Ik ben
zelfs zo ver gegaan om de Duitser Kraus,
die zich in het veld niet goed kon be
heersen en er op uit was een tegenstan
der uit te schakelen, meteen en nog
vóórdat zyn contract was afgelopen, bij
Go Ahead weg te sturen. Zo'n speler
moet ik niet hebben. Het moet mannelijk
maar fair blijven, dat is mijn stelregel.
DEN HAAG Op het 21e interna
tionale festival voor sportfilms, dat te
Cortina d'Ampezzo is gehouden, is de Ne
derlandse sportfilm „Alles of iets", be
kroond aangezien deze produktie, tot
stand gekomen in samenwerking tussen
de stichting Nederlands Onderwijs Film
en de Nederlandse Sport Federatie, voor
treffelijk inzicht geeft in de mogelijk
heden van sportbeoefening gedurende
het gehele jaar.
Alles of iets" is een 16 mm sport
film (ook een 35 mm-versie is beschik
baar) in zwart-wit, waarvan de verto-
ningsduur 17 minuten bedraagt. De
film behandelt als onderwerp de vaar-
digheidsproeven van de N.S.F. en is be
doeld om het deelnemen aan de proeven
te stimuleren waarmee de algemene li
chamelijke conditie van het Nederland
se volk opgevoerd zou worden.
Alles of iets" wordt door de stich
ting Nederlands Onderwijs Film (op de
scholen) als door de filmdienst van de
N.S.F. (voor verenigingen) in roulatie
gebracht.
De bekroning te Cortina d'Ampezzo
is geschied in de vorm van een prach
tige zilveren beker, beschikbaar gesteld
door de federatie van Italiaanse film
distributeurs.
UTRECHT De Utrechtse wielerbaan
zal dit jaar, na twee jaar op nonactief
te hebben gestaan, weer in exploitatie
genomen worden. Er zullen vijf grote
baanprogramma's afgewerkt worden, ter
wijl er op de dinsdagavonden de zgn,
populaires gehouden worden.
Op tweede pinksterdag gaan de poorten
voor de eerste maal open. De hoofd
schotel is dan de amateurwedstrijd Ne
derlandDuitsland, verder zijn er wed
strijden voor amateurs en nieuwelingen,
waarbij onder meer een achtervolging
om de Westbroek-Brassaard. De win
naar van deze achtervolging kan uitge
daagd worden voor het volgende baan-
programma. Op de laatste wedstrijddag
komt dan de finale.
Op dinsdagavond 22 juni wordt de ama
teurswedstrijd Nederland-België verre
den. Op dinsdag 6 juli zal Frankrijk of
Denemarken de tegenstander zijn. Op
20 juni komen de beroepsrenners aan
bod. terwijl op 15 augustus het baan-
seizoen beëindigd wordt met de revan
ches van de Nederlandse kampioen
schappen.
De promotor, de heer J. Westbroek,
bijgestaan door de wielerverenigingen
Het Stadion en De Volharding geeft ook
de schooljeugd een kans. Er worden
namelijk schoolkampioenschappen geor
ganiseerd, waarvan de kwartfinales tot
en met de finales ook op de stadionbaan
plaatsvinden. De jongens rijden op ge
wone fietsen
AMSTERDAM Het programma voor
de finales van de Nederlandse bokskam
pioenschappen, die maandag in Rotter
dam worden gehouden, ziet er als volgt
uit.
Vlieggewicht: geen deelnemers. Ban-
tamgewicht: Te Paske, AmsterdamHup
pen, Amsterdam. Vedergewicht: Gans,
Amsterdam—De Rooy, Amsterdam.
Lichtgewicht: Le Cocq. Rotterdam—
Mlenten. Maastricht. Weltergewicht: J.
Roossien, GroningenSchregardus, Am
sterdam. Zwaarweltergewicht: Schenk,
AmsterdamVan Ispelen, Amsterdam.
Middengewicht: Hoogenboom, Maas
tricht—winnaar Gieltj es-Netten. Half-
zwaargewicht: R. Lubbers, Amsterdam-
Steenbergen. Amsterdam. Zwaargewicht:
Van Houten, LeeuwardenWolda, Am
sterdam.
(Van onze sportcorrespondent)
NAPIER Waarom zal de Nieuwzee-
landse atleet Peter Snell zich na het
komende seizoen uit de wedstrijdsport
terugtrekken? Deze vraag werd gesteld
door een verslaggever van het Ameri
kaanse dagblad Christian Science Mo
nitor. Snell gaf het volgende commentaar:
„Om werkelijk resultaten te bereiken,
moet je intensief trainen. Dat is op zich
zelf niet zo erg, maar het kost enorm
veel tijd. Als ik bij de Olympische Spelen
van Tokio was verslagen, was ik nog
een paar jaar doorgegaan. Mijn landge
noten zeggen wel dat ik het wereldre
cord op de 1500 meter nog niet heb, het
staat op naam van Herb Elliott, maar
misschien ga ik nog een poging wagen.
Alhoewel, je kunt niet alles hebben".
„Daarbij ga ik nu ook eens wat meer
tijd aan mijn gezin besteden. Het maar
al te dikwijls alleen zijn van vrouw en
kinderen, (ik ben nu al twee jaar ge
trouwd) was toch wel de voornaamste
reden om er binnenkort voorgoed mee op
te houden.
Die gouden medaille op de 800 meter in
Rome was een van mijn mooiste over
winningen. Op het ogenblik werk ik,
met de hulp van een schrijver, aan een
boek over mijn sportcarrière. Eind uit
jaar komt het van de pers. Het is in een
populaire trant geschreven en we hopen
natuurlijk op een record-verkoop".
Peter Snell begrijpt, dat deze uitgave
het einde van zijn amateurstatus kan be
tekenen. Voorlopig maakt hij zich daar
echter geen zorgen over. Tijdens zijn trip
door de Verenigde Staten, waar hij deel
nam aan een aantal indoorwedstrijden,
probeerde hij twee zeeleeuwen te be
machtigen. Men vroeg er 120 dollar per
stuk voor. De burgemeester van het
Nieuwzeelandse plaatsje Napier, een ge
meente met 2000 inwoners, had Snell ge
vraagd een paar beesten mee te bren
gen. Achteraf blijkt deze burgemeester
een der directeuren van Rothmans To
bacco te zijn. Hier werkt Snell in de
advertentie en publikatie-afdeling.
Wanneer Peter Snell het volgend jaar
misschien nergens meer zal starten, zul
len veel mensen dat jammer vinden.
„Maar wanneer ik door blijf lopen op
mijn roem" zegt Snell, „zullen op een
gegeven moment veel echte atletieklief-
hebbers teleurgesteld worden. Ze zien
me als de „onverslaanbare Nieuwzee-
lander", voor wie blijkbaar nooit iets
misgaat.
En weet U wat er deze maand met me
gaat gebeuren? Ze willen me onderschei
den met de „Orde of the British Em
pire", zoiets als Officier in de orde van
Oranje Nassau. Ze vroegen me of ik er
mee instemde. Toen ik zei, dat ik er
eigenlijk weinig voor voelde, bracht
men mij tactisch aan het verstand dat
ik zoiets niet kon weigeren. Nou, ik heb
me er toen maar bij neergelegd. De
Nieuwzeelandse radio heeft mij verzocht
in de toekomst aan het sportprogramma
mee te werken. Misschien wordt het wel
een vaste baan. Voorlopig, ik heb het
komende seizoen nog voor me, moet ik
nog een aantal afspraken nakomen. Er
staat nog een reis naar Rusland op het
programma en op 3 juli neem ik deel
aan wedstrijden in Londen."
Peter George Snell heeft wat de in-
door-atletiek betreft een gemengde opvat,
ting. Hij vindt dat circusachtige gedoe wel
opwindend, maar meent dat de indoor-
records nog geen indruk maken op de
massa en nog steeds als tweederangs
prestaties worden beschouwd.
Hij vindt ook, dat op houten banen veel
van zijn benen en voeten wordt gevergd.
Volgens Snell is dit zo erg, dat een halve
mijl in zo'n indoorhal overeenkomt met
een mijl buiten. Maar niettegenstaande
deze bezwaren stapte hij enkele weken
geleden in een vliegtuig met bestemming
Californië.
Ondanks dat het vanaf Auckland's Whe-
nuapai Airport negentien uur vliegen is
en er een orkaan woeddeZijn bestem
ming was Los Angeles, waar hij in 1962
met een indrukwekkende tijd van 2 min.
6 sec. op de 1000 yards zijn indoorcarrière
was begonnen.
'Ditmaal nam hij er afscheid. Voor het
laatst kon men in deze stad de atleet in
actie zien, die in Tokio twee gouden me
dailles won en onlangs met 3 min. 54 sec.
voor een nieuw wereldrecord op de mijl
zorgde.
Dat zijn naam op de lijst van de deelne
mers stond, was wel een van de redenen
dat de Sport Arena van Los Angeles vol
ledig was uitverkocht. Er komt deze zo
mer ook nog een trip door Eurpa, maar
daarna zal Peter Snell er dan toch wel
mee stoppen. Voorgoed!