Specialistenassistent werkt lang voor betere toekomst VERANTWOORDELIJKHEID DRUKT VAAK ZWAAR: OP 64 VELDEN VERGEIJJKIN DER CONCURRENTE Vijfenzeventig uur per week tegen matige salariëring DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 MAART 1965 DEN HAAG - De afgestudeerde arts, die in een ziekenhuis een assistentschap aanvaardt, trekt uit deze keus dezelfde consequenties als zijn confrère, die zich vestigt als huisarts. Hij stelt zijn bezwaamheid ten dienste van de lijdende mensheid op elk uur van de dag of van de nacht. De huisarts onderscheidt zich echter van de assistent inzoverre, dat zijn in komsten zullen stijgen naarmate hij meer pa tiënten behandelt. De assistent krijgt zijn patiënten toegewezen van de specialist en ongeacht het aantal zieken, dat aan hem is toevertrouwd op grond van zijn kennis en zijn kunde, hij geniet een vast maandsalaris. In het eerste jaar van zijn assistentschap be draagt dit twaalf mille. Dit stijgt tot rond zes tien mille in de vier tot zes jaar, welke het assistentschap duurt, afhankelijk van de stu diekeuze. ROMPSLOMP LOONGRENS MEER LIJN BIJDEHAND W. J. MUHRING - Liturgische kalender (Van een onzer verslaggevers) Het aantal assistenten, dat op deze wijze veel geld verdient voor zijn werk- gevende specialisten, is niet gering, maar de verantwoordelijkheid voor dit werk blijft drukken op de specialist, omdat de assistent slechts op zijn toe stemming mag handelen. Hoe meer naam de specialist heeft, zoveel te meer patiënten zal hij verwerven en over zoveel te meer ziektegevallen be schikt hij om zijn assistenten ver trouwd mee te maken. Bovendien be spreekt de specialist de voorhanden gevallen met zijn assistenten, zodat de tijd, die zijn assistenten hem bespa ren, toch weer aan de assistenten ten goede komt. Niet veel assistenten, maar veelal wel hun vrouwen maken bezwaar tegen de langdurige werk- en wachttijden. Minder dan zestig uur per week brengt vrijwel geen assistent in het ziekenhuis door, waarbij dan nog lijn wachturen komen, die hij thuis mag doorbrengen, tenzij hij te ver van het ziekenhuis vandaan woont. Als de assistent het slecht treft, werkt hij gedurende zijn wachturen constant aan acute gevallen, die via de specia list dan wel via de huisarts of de polikliniek binnenkomen. Voor deze werk- eb wachttijden is moeilijk een landelijk geldende regeling te treffen, omdat er bijna net zoveel verschil lende werkomstandigheden bestaan als er ziekenhuizen zijn. In de academi- »che ziekenhuizen zijn de corpora as- Aan verpleegsterswerk hebben co_ assistenten een broertje dood sistenten vaak groot genoeg om tot een bevredigend rouleringssysteem te ko men. In de kleinere ziekenhuizen wordt het altijd wat moeilijker. Resteert het kleinste ziekenhuis, dat soms maar één assistent telt, die 24 uur van de dag werkt dan wel gereed moet zijn om aan het werk te kunnen gaan. Voor deze kleine ziekenhuizen wordt dan ook vaak gezocht naar ongehuwde artsen, die bereid zijn in het zieken huis te komen wonen- Waar de administratieve romp slomp rond de patiënten meestentijds ook aan deze assistent toevalt, is hij vaak een soort waarnemend hoofd van een afdeling, tegen het dan toch wel wat schamele bedrag van twaalf tot zestien mille, hetzelfde als zijn con frère, die in het grotere ziekenhuis gunstiger werkomstandigheden heeft aangetroffen. Hier voegt zich bij het feit, dat de assistent zichzelf beschouwt als zijnde in opleiding. Hij weet, dat elke medische handeling, die hij ver richt, bijdraagt tot zijn kunde, omdat het medische vak voor een deel op routine steunt. Maar hij weet ook, dat de gevallen, waarvan er twaalf in een dozijn gaan - een dozijn dat dagelijks terugkeert, zijn tijd rooft, tijd die hij nodig heeft om binnen zekere periode bekwaam te zijn in het specialisme van zijn keuze Toch wil een assistent, die zich zijn taak als arts bewust is. niet zwaar tillen aan juist dit laatste bezwaar. Men laat niet een patiënt aan zijn lot over, omdat hij niet in het studiesche ma past. Wie lijdt, wordt geholpen. Maar wel mag hier de vraag gesteld worden, of de werkgever van de as sistent de volle last van de artsroe ping op de schouders van de assistent mag laten drukken. De vraag stellen is gemakkelijker dan haar be antwoorden; want zij beweegt zich in het vlak van de ethiek. De werkgever zal zich erop beroepen, dat hij vroeger als assistent ook de last van het tijdrovende routinewerk heeft gedragen en dat hij door zijn specia lisme deze last heeft ingeruild tegen die van de verantwoordelijkheid. De zware operaties, die hij zelf verricht, vragen voorbereiding en concentratie en verdragen niet licht de afleiding van gewoontewerk. De nog niet zo heel lang bestaande assistentenbond, die zich overigens niet geroepen voelt tot sociale strijd, heeft nochtans haar activiteit in het jongste verleden bekroond gezien door het op trekken van de assistentenhonoraria met als bodem de loongrens van twaalf mille, al wordt dit nog niet overal ge haald. Assistenten zijn rond dertig jaar, velen zijn getrouwd en hebben kinderen. Dat het onverantwoord is om deze assistenten in dergelijke om standigheden te dwingen tot een ka rig bestaan dan wel tot afhankelijk heid van de ouders of lenende instan ties, werd dank zij het optreden van de assistentenbond vrij spoedig alge meen ingezien. Het regelen van de werktijden is vrijwel onbegonnen werk, omdat ambitieuze assistenten, die in weinig jaren veel ervaring willen op doen, veel werk blijven zoeken. De assistentenbond bepaalt zich daarom vooral tot individuele gevallen en treedt dan bij voorkeur op als con tactorgaan tussen betrokkenen en de maatschappij voor de geneeskunst. Maar zelfs onder de ongunstigste om standigheden beschouwt de assistent zijn positie niet als hopeloos, omdat het assistentschap slechts een zekere tijd duurt. Een nare sfeer kan ook ont staan in een ziekenhuis, wanneer be paalde financiële douceurtjes door les geven of keuringen, die bij algemeen gebruik toevallen aan assistenten, door de „werkgevers" aan zich worden getrokken, wat in enkele gevallen wel gebeurt. Legt men ongeacht welke c.a.o. naast de eisen, die aan assis tenten gesteld worden, dan lijken de ze eisen een aanfluiting van wat wel sociale rechtvaardigheid genoemd wordt. Het merendeel van de assisten ten zou niet anders willen, gezien hun ambitie en gezien hun toekomst, die vrijwel zeker rooskleuriger wordt. De co-assistenten zijn er zich van bewust, dat ze nog slechts studenten zijn en niet bevoegd de geneeskunst uit te oefenen. Toch hebben ze wensen en daarom hebben in Amsterdam en Rotterdam enige voorvechters vereni gingen van co-assistenten opgericht. Op de eerste plaats* willen zij meer lijn in de praktische opleiding, ten twee de voelen zij voor honorering, althans financiële tegemoetkoming, omdat zij in de twee jaar van het co-assistent- schap geen tijd overhouden om als werkstudent aan verdiensten te komen en omdat van meer zijden wordt aan gedrongen op honorering van studen ten Vooralsnog maken zij van dit laatste punt geen strijdpunt. Wel menen zij onvoldoende betrokken te worden in het klinische werk. Het simpele werk, dat soms aan hun wordt overgelaten, kan evengoed door verpleegsters ge daan worden. Zij hebben het gevoel op ziekenhuispersoneel uit te sparen door als manusje-van-alles op te tre den. In vergelijking met andere lan den, zo stellen zij voorts, duurt het in ons land te lang voor de medische student wordt toegelaten tot praktisch werk. Dit zou veel eerder kunnen ge beuren. Verschillende hoogleraren, on der wie prof. dr. A. Querido te Lei den, vallen de co-assistenten hierin bij. Vervroeging van de inschakeling bij praktisch werk zou de efficiency van de studie ten goede komen. On derwijs in kleine groepjes bij het bed van de patiënt in een vroeg stadium van de studie wordt zeer nuttig en verkieslijk geacht. Een zwaarwegende grief van de doc torale medici is dat er door tekort aan ziekenhuispersoneel bedden leeg staan, zodat men soms maanden moet wachten voor men ergens als co-assis- tent geplaatst kan worden- Doordat bo vendien ziekenhuisdirecteuren en de daaronder gestelde medische functiona rissen vaak administratief ook bezig zijn, blijft er weinig tijd over voor het bespreken van de ziektegevallen. Het gebeurt nogal eens, dat de co- assistenten worden beschouwd en be handeld als sta-in-de-wegs. Er wordt in dit opzicht te veel overgelaten aan de goede wil van de ziekenhuisleiding. De co-assis tenten vinden, dat zij rechten kunnen doen gelden op een redelijk didactische behandeling, zeker in de academische ziekenhuizen, die hiervoor juist zijn op gezet. Hiertegenover staat de opvatting van sommige ziekenhuisdirecteuren, dat er co-assistenten en co-assistenten zijn. Sommigen zijn zeer bijdehand en vinden als co-assistent hun weg in het ziekenhuis, omdat zij vertrouwen wek- Assistenten verliezen kostbare studie-uren met routinegevallen. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG De jonge en aan komende medici hebben zich tot nu toe als sociale groeperingen weinig roerig getoond. Maar ook in hun kringen leven wensen ten aanzien van positie, honorering en opleiding. Assistenten en co- assistenten maken doorgaans lange werken wachttijden (75 of meer uurper week vormen geen uitzondering)Het werk dat zij krijgen opgedragen ligt niet altijd op het niveau van hun be kwaamheid en kan soms beter gedaan worden door verpleegsters of administratief personeel, en niet elke professor, specialist of chef de clinique is even bekwaam leraar als medicus. Ofschoon as sistenten en co-assistenten in hun werk veelal direct met elkaar te maken hebben, zijn zij toch niet vergelijkbaar. Assistenten zijn be voegde artsen, die zich op een be paald medisch terrein verder be kwamen, co-assistenten zijn stu denten, die het doctoraal examen achter de rug hebben en in twee jaar, waarin het semi arts en het artsexamen volgen, praktische ervaring op moeten doen. Daarom worden hun problemen in twee afzonderlijke artikelen behandeld. ken door het weinige, dat zij te doen krijgen, goed te doen. Er zijn ook co- assistenten, die duidelijk in de weg lopen, doordat zij zich moeilijk inpas sen in het efficiënte kader van het ziekenhuiswerk. „Vooral bedrijvige zusters", zo noteerden wij letterlijk, „hebben nogal eens de neiging om die slome lui weg te kijken". Boven- Aan de operatietafel moet de assistent het specialistisch vak leren. Eén van de machtigste evenementen op de 64 velden is de jaarlijkse strijd om de Russische titel. Dit jaar waren onder meer van de party grootheden als Tal, Bronstein, de titelhouder Stein, Korclinoi, Wasjukow, Averbach, Cholmov, Suetin en Lutikow. Stuk voor stuk spelers van wereld klasse of vermaarde internationale groot meesters. De moordende concurrentie le verde een fantastische zij het bikkelharde strijd op, die na een grootse eindsprint gewonnen werd door KorChnoi. Aanvan kelijk zag het er nog naar uit, dat Tal of Bronstein met de eer van de overwin ning zouden gaan strijken, maar toen de „kruitdampen" waren opgetrokken, bleek, dat dit tweetal genoegen moest nemen met de gedeelde tweede en derde plaats. Een prestatie, die er overigens ook mag zijn. Aan deze wedstrijd ontleen ik het onderstaande vinnige duel, een interes sante overwinning van de nieuwe kam pioen! Wit: Cholmov Siciliaans Zwart: Korclinoi 1. e2-e4, c7-c5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl-b5, Dd8-b6 4. Pbl-c3, e7-e6 5. 0_0, Pc6-d4 6. Lb5-c4, Pg8-e7 (Een ongebruikelijke variant, maar stel lig niet minder interessant dan de andere vertakkingen) dien -is in sommige ziekenhuizen het aantal co's soms te groot, zodat het normale werk moeilijkheden onder vindt. Wat betreft de honorering, de doctorandus in de medicijnen ligt in derdaad een slag achter bij zijn studie genoot, die een ander^ richting kiest, omdat deze na het doctoraal examen zijn kennis te gelde kan maken. An derzijds, voor die aankomende medici, die een beurs hebben, blijft deze tij dens het qo-schap van kracht, in de twee jaar dat dit duurt. Niet weinig (medische) studenten leven volgens het inzicht, dat de cost voor de baet uitgaat. Wie studeert, moet zich be perkingen opleggen. De revenuen van de studie stromen later des te rijkelij ker toe. Hier tegen in gaat de onder veel studenten levende stroming, dat de student vrij moet kunnen zijn om te huwen, wanneer hem dit lijkt, en dat hij door middel van zijn gehono reerde studie-prestaties in staat pnoet zijn vrouw en kind (eren) te onderhou den. Geen verweer heeft men juist in deze kringen tegen het contra-argu ment. dat het honoreren van studen ten inhoudt het invoeren van een nu merus clausus aan de universiteiten, die immers zullen moeten gaan wer ken met een begroting voor salaris sen. Hiermee zou dan de vrijheid van studie aangetast worden. In zoverre aan de opleiding van de co-assisten ten fouten kleven, hebben de vereni gingen van co-assistenten zeker een functie, de functie n.l. van een pres sure-group", zonder welke onze maat schappij vergeten groepen gaat leve ren- Maar voor men punten als hono rering e.d- in het program gaat opne men, dient men de consequenties ervan diepgaand te overwegen. 7. Tfl-el, Pe7-g (Een alternatief was 7 Pe-c6) (Tot zeer interessante verwikkelingen leidde nu de voortzetting 30 Df2:-}- 31. Kh3;, h5 met de volgende mogelijk heden: a) 32. Th5:, g6 gevolgd door 33 Kg7 b) 32. Tdel, Th4-f 33. Kh4:, Dh2: Kg5, Dg3:-f 35. Kh5:, g6+ 36. Kh6, Dh4+ c) 32. Pe3, Th4-f- 33. Kh4;, Dh2: 34. Kg5, Dg3:-f 35. Kf5, g6+ d) Td2, Dfl-|- 33. Tg2, Tcc4: 34. dc4:, Td2 35. Te8-J- Kh7 36. Tee2, Df5+ 37. g4, Td3-f e) 32. Db2, Th4-f 33. Kh4:, Tc4: 34. dc4:, Db2. 35. Td8-fKh7 36. Th5: Kg6 37. TgS+, Kf6 38. Td6-f, Ke7 39. Tgd5. Het is duidelijk, dat Korchnoi zich we gens deze laatste variant, die m.i. niet meer dan remise oplevert, niet op het slaan op f2 heeft ingelaten) 30 Df5-g4 31. Pc4-e3, Ph3-f4+ 32. Kg2-gl, Pf4-h3+ (Om tijd te winnen, maar wit gaat er niet op in) 33. Kgl-fl, Dg4-f3 34. Te5-f5, Df3-b7 35. Pe3-d5 (Op 35. Th5 was de volgende combinatie mogelijk: 35 Tf4! 36. gf4:, Dhl-f 37. Ke2, Pf4:-f 38. Kd2, Df3!) iTJK 35 g7-g6 36. Tf5-e5, Tc8-d8 37. Pd5- f6Kg8-g7 38. Pf6-e4, f7-f5 39. Pe4-c5, Db7-f3 40. Tdl-d2, Df3-hl+ 41. Kfl-e2, Ph3-gl+ (De witte stelling is volkomen in elkaar gestort) 42. Ke2-dl, Pgl-f3+ 43. Kdl-c2, Pf3xe5 en wit gaf zich gewonnen. SCHAAKRAADSEL In de onderstaande positie ontleend aan de partij CholmovGuerin is de zwartspeler aan zet. Hy kan de g-pion laten promoveren, maar na 1g2-gl Dame dwingt wit met 2. De2-dl-f-ü een gelijk spel door pat af. De vraag dringt zich nu op, of zwart nog een andere pyl op zijn boog heeft. Een aardig raadsel om eens even bij stil te staan. 8. d2-d3, Lf8-e7 9..Pf3xd4, c5xd4 10. Pc3- e2, 0—0 11. c2-c3, d4xc3 12. b2xc3 (Doeltreffender was 12. Pc3:) 12 Db6-c7 13. Lc4-b3, b7-b6 14. Lcl-b2 Lc8-b7 15. Pe2-g3, d7-d5 16. e4xd5, Lb7xd5 17. Lb3xd5 (In aanmerking kwam 17. c4, Lb7 18. d4) 17 e6xd5 18. Ddl-f3, Tf8-d8 19. Pg3- f5, Le7-f6 20. Pf5-e3 (Hier verdiende de 20. Ph6+ stelling een nadere overweging. Men zie: 20Kh8 21. Pg4, Lc3: 22. Lc3:, Dc3: 23. Tacl, Dd4 24. Tc7 met tegenspel) 20 Dc7-f4 21. Df3-e2, d5-d4 Stelling na 21 d5-d4 Zwart is aan zet Oplossing Zwart dacht zijn tegenstander te slim af te zijn en speelde 1 g2-gl Toren. Maar deze zag nu een andere remise mogelijkheid en antwoordde 2. De2- b5-f-Db6xb5 pat. Een fraaie redding. (De strijd wordt nu zeer levendig en de tekenen wijzen er reeds op, dat zwart het heft in handen neemt) 22. g2-g3, Df4-g5 23. c3xd4, Pg6-f4 24. De2-c2, Ta8-c8 25. Dc2-b3, Dg5-g6 26. Tal- dl, Lf6xd4 27. Lb2xd4, Td8xd4 28. Pe3-c4 (Listig gespeeld, omdat 28 Td3: of 28 Pd3: met 29. Pe5! beantwoord was) 28 Pf4-h3+ 29. Kgl-g2, Dg6-f5 30. Tel-e5 ZONDAG 21 maart. Derde zondag van de vasten Mis Oculi. Paars. MAANDAG 22 maart. Maandag ln de derde week van de vasten. Paar». DINSDAG 23 maart. Dinsdag in de derde week van de vasten. Paars. WOENSDAG 24 maart. Woensdag in de derde week van de vasten. Tweede ge bed H. Aartsengel Gabriël. Paar». DONDERDAG 25 maart. Maria Bood schap. Tweede gebed van donderdag in de derde week van de vasten. Wit. VRIJDAG 26 maart. Vrijdag in de derde week van de vasten. Paars. ZATERDAG 27 maart. Zaterdag in de derde week van de vasten. Tweede ge bed H. Joannes van Damascu». paars. SCHIPHOL - Eet een groot dei korte afstand Amerikaanse, Britse ook de koninklijke zich geworpen. Vol want Fokker stelt vl luchtslag: de F 28 F ganisatie tot nog ti voor de werkelijk kc J^uim tien jaar geleden de de Franse staatsfcl Aviation de Caravelle. De <1 keersjets voor de middel korte afstand. In septemj vloog het prototype. Sceptici hadden bij het bell den van de plannen de opgehaald, zeggende: eil vliegtuig is op kortere afsta rendabel. Voor de tegenj gemonteerde motoren hacj sceptici helemaal geen go<| over. Maar de Caravelle werd cesvliegtuig, waarvan er >190 zijn verkocht en dat in produkfie is. TJ'an de Caravelle, altijd voor de middelgrote dan kórte afstanden, is men tweede lijnsjets als de Boeind Britse Trident aangeland bi die voor de werkelijk korte 1 werden ontworpen: de BAa Douglas DC-9 en de klein| drie de F 28 Fellowship. De BAC 111 vliegt al maan zijn al aardig wat bestelling plaatst, zelfs door Amerikaa schappijen. Binnenkort zal dl ven een geregelde versohijni" Schiphol en Zestienhoven, als door British United in dier men exemplaren dezer dagei wijs van luchtwaardigheid h kregen. Intussen is ook de reed en heeft Boeing zijn kondigd, een nieuwe concur de F 28, maar ook groter hele gezelschap de enige di< straalmotoren op conventior onder de vleugels meedraag tachtigzitter is- vanaf eind l' baar, de Fokker F 28 pas ve jaar 1968. Tenslotte is er da; de Franse Dassault Mirage-; ding maar dit wel zeer klej tuig - 48 zitplaatsen - doet ir waarin Fokker gewikkeld FOKKER F 28 Spanwijdte23,57; Motorstuwkracht 2 x 5 Max. startgewicht 24.5( Max. bet. lading 6.215 Startbaanlengte1525 Econ. kruissnelheid 789 Vliegbereik met 65 passagiers 1014 Max. passagiers65 BAC 111 Spanwijdte26.97 Motorstuwkracbt 2x Max. startgewicht 33.341 Max. bet. lading 6.170 Startbaanlengte1845 Econ. kruissnelheid 805 b Vliegbereik 1760 Max. passagiers±80 DOUGLAS DC-9 Spanwijdte26.64 Motorstuwkracht 2 x Si Max. startgewicht 33.341 Max. bet. lading 8.230 Startbaanlengte1620 Econ. kruissnelheid 900 1 Vliegbereik 1800 Max. passagiers8C

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 6