Zij deden mijn was waar ik bij stond... POPLA-IOOO j P0PLA-1000 Priester en rimboe-chirurg m. O MAASTRICHTENAAR VOND FRITES-AUTOMAAT UIT ALLURE vergeten heeft Voorbereid Zelfstandig Schweitzer In t land Allah dat Afrika ziek Amerikaanse hulde: Ere-doctoraat voor kardinaal Alfrink Internationale belangstelling Belgische prijs succesvolle voor uitvinding DUITSE TROEPEN NIET GEWENST GRONINGENl Nr Zoals op velen, heeft ook op mij de suggestie van Albert Schweitzer een grote invloed gehad. In mijn diensttijd heb ik er al hele ge sprekken over gevoerd. En later, toen ik met de Alma in contact kwam, is het nog sterker gewor den. Het werd mij geleidelijk aan duidelijk, dat ik als arts naar de missie zou gaan. Met het ophalen van deze her innering heeft pater dr. Mattheus van Maanen o.f.m. kap. (bij zijn oud-medestudenten beter bekend als Ajab) ons midden in zijn le vensgeschiedenis geplaatst. Hij studeerde medicijnen in Utrecht, ging onder de oorlog in de ondergrondse, belandde twee maal in een concentratiekamp en heeft zelfs de schok van een ter doodveroordeling moeten verwer ken. Na het behalen van zijn artsendiploma trad hij in bij de paters kapucijnen, werd in 1957 priester gewijd en bestemd voor de missie in Tanzania, het vroegere Tan ganyika. Hij leidt daar nu een hospitaal in Kipatimoe, een van de twee artsen die op een gebied zo groot als Nederland te vinden zijn. Zijn verblijf voor een korte vakantie in ons land bood een geschikte gelegenheid een gesprek met hem aan te knopen. Pater van Maanen, nu 46 jaar is een type, daaraan valt niet te twijfelen. Lang, mager, nerveus. Zijn gesprekken lijken een beetje chaotisch, zeker op het eerste gehoor. En niet alleen zijn gesprekken. Priester en chirurg tegelijkeen vrij zeldzame combinatie. Maar voor pater van Maanen (rechts) de zin van zijn leven als missio naris in Afrikam Je moet hem maar eens horen vertellen over zijn aankomst in Afrika nu zes jaar geleden. Toen in Sumwe de trein stopte, 's morgens vroeg stond hij zich in zijn py- ama te scheren: niets in de gaten. De bis schop en.de anderen hebben hem toen met koffers en al uit de coupé gesleurd en de trein pufte verder. „Die treinen zijn nu eenmaal niet z:o erg regelmatig en ik ook niet", zegt pater Van Maanen, dus dat paste goed bij elkaar". Hij moet er eens hartelijk om lachen, om die aan komst in Sumwe en om het gezicht, dat mgr. Blomjous toen heeft getrokken. Overigens is hij wel meteen hard aan het werk gegaan. Want al had hij zich nog zo goed voorbereid (vier jaar spe cialistische studie in diverse, takken van de geneeskunde, in het bijzonder chirur gie en gynaecologie), de praktijk moest hij ter plaatse onder de knie zien te krij gen. Gedurende een jaar liep hij stage in diverse hospitalen, onder andere bij de bekende vrouwelijke arts dr. Schroder, die in Sumwe een eigen hospitaal (200 bedden) eigenhandig had opgebouwd als mede de beste opleidingsschool voor vroedvrouwen en verpleegsters van heel Tanzania. „Een vrouw, die gewerkt heeft als drie mannen. En buitengewoon be kwaam. Ze is dubbel-specialiste, wat je in Afrika bijna niet tegenkomt. Ik heb veel van haar geleerd". „Afrika is ziek, doodziek. Wat de ge zondheidszorg betreft, verkeert het nog in de voormiddeleeuwse periode. De be strijding van volksziekten als malaria mijnworm, bilharzia, venereal disease en nog een hele serie meer zou grootscheeps moeten worden aangepakt. Want wat heeft het voor zin, iemand te genezen, wanneer hij terug in zijn kampong aan dezelfde ziekte ten offer valt? Daar komt dan nog bij het probleem van de honger, dat juist in de omgeving van Kipatimoe bijzonder urgent is, getuige o.a. de voed- seldroppings die ei door de Amerikanen zijn uitgevoerd. Hierdoor is de weerstand van de bevolking tegen alle mogelijke ziekten belangrijk gedaald. Er vallen er duizenden slachtoffers, die bij een betere voedingstoestand gered hadden kunnen worden. Het curatieve werk, acht pater Van Maanen niet het belangrijkste. Toch heeft het in feite dikwijls het preventieve werk overheerst, hier en daar zelfs belemmerd". Artsen, die naar Afrika gekomen zijn, gingen veelal maar zo'n beetje opereren en letten te weinig op de bestrijding dei volksziekten. Ze hadden wel spectacu laire successen maar het moeizame, on dankbare werk van de preventie schoo erbij over. Pas in de laatste tijd begin men een betere kijk op deze zaken t< krijgen. De regering heeft een vijfjaren plan opgesteld en dat belooft wat te woi den". Natuurlijk blijft pater Van Maanen d nodige operaties verrichten. Niet allee om de mensen te helpen maar ook or aan zijn ziekenhuis het gewenste credit te verschaffen. „Wij moeten nog altij concurreren tegen medicijnmannen en to venaars. Wie het meeste succes heel krijgt de beste klandizie. Als wij eei spectaculaire operatie verrichten, zijn w< in de ogen van deze magisch denkendt mensen ook tovenaars. Hetzelfde geld voor het geven van spuitjes, pillen en drankjes. Wij moeten de mensen laten zien, dat onze kunst verder reikt dan dit van hun kwakzalvers. Pas dan zullen ze onze westerse geneeskunde gaan ver trouwen". In aansluiting op het vijfjarenplan van de regering overweegt de missie de stich ting van een nieuw gezondheidscentrum in Boengoe, een dorpje, gelegen op de lijn tussen Kipatimoe en Dar es Salaam. Hier liggen zeer goede kansen. Maar het moet snel gebeuren, zegt pater Van Maanen, anders gebeurt alles weer zonder ons. De Chinese communisten staan al klaar om onze plaats in te nemen. Afrika wil vooruit. Het maakt momen teel een chaotische overgangstijd door, die ook voor de missie enorme problemen oproept. Soms krijgt zij de bekoring om heel de zaak in de steek te laten, want het plezier is er af. Maar daaraan mag niet worden toegegeven. Het is nu juist zaak om aanwezig te blijven, om het ge zicht van het nieuwe Afrika mee te hel pen bepalen. De kansen zijn er nog: wij hebben iets te brengen en zijn willen ste van ons aanvaarden. Maar of dat zo zal blijven? De conclusie ligt voor de hand: pater Van Maanen heeft geld nodig, ongeveer twee ton, voor de bouw van een kleine polikliniek, woonruimte voor de medi sche staf, een opleidingscentrum voor so ciale werkers en vroedvrouwen en een demonstratielokaal, waar praktische voor lichting op hygiënisch gebied kan wor den gegeven. Preventief werk dus. fe» UTRECHT De universiteit van Notre ame in Indiana, V.S. heeft aan kardi- iaal Alfrink een ere-doctoraat in de •echten aangeboden. Het zal deze zomer ,|jdens een plechtige academische zit- .ing bij de sluiting van het academisch jaar worden uitgereikt. De universiteit van Notre Dame is een van de oudste katholieke universiteiten van de Verenigde Staten (opgericht in 1843) en tevens een van de grootste van de wereld. De toekenning van dit ere-doctoraat is op grond van „zijn werk voor de kerk en de geestelijke en persoonlijke kwaliteiten waarmee hij zijn taak in de kerk ver richt". De kardinaal hoopt deze zomer zijn vakantie zo te kunnen tegelen, dat hij in de gelegenheid is het ere-doctoraat per- soonlijk in ontvangst te nemen. In 1962 ontving de kardinaal een ere doctoraat in de theologie van de univer. siteit van Leuven. Een Afrikaanse verpleegster uit van haar voornaamste taken is de pater van Maanens ziekenhuis inheemse vrouwen de nodige hy. wast een pas geboren baby. Een giëne bij te brengen. (Advertentie) Eind 1960 was het zover, dat hij voor zichzelf kon beginnen in het kleine hos pitaal van Kipatimoe (70 bedden). Als rimboe-chirurg, die tegelijk priester is De vraag ligt voor de hand, hoe deze twee functies in één persoon kunnen worden verenigd. „Daar zijn ze allemaal benieuwd naar, reageert pater Van Maa nen. En het is niet eenvoudig een be hoorlijk antwoord te geven. Laat ik vol staan met een paar opmerkingen. Het medische werk neemt je helemaal in be slag, zo zelfs, dat je sommige aspecten moet verwaarlozen. Zo is bij mij de ver zorging van het melaatsenkamp ja, dat is er ook nog, een leprozenkolonie van een 120 families er wel bij overgescho ten. Het kon nu eenmaal niet anders, hoe jammer ik het ook vond. Ik heb altijd maar geprobeerd, op de eerste plaats een goed medicus te zijn. Want dan ben je naar mijn vaste overtuiging ook een goed missionaris". Hij illustreert zijn bedoeling aan de hand van een verhaal. Het gaat over een vooraanstaande mohammedaan, wiens vrouw hij had moeten verlossen met de keizersnede. De man was zo onder de indruk dat hij meteen het kind liet do pen (Theophiel, naar de zuster, die ge holpen had) en zelfs met heel zijn fa milie wel niet naar het christendom over ging (dat ging zo moeilijk want hij had vijf vrouwen) maar in ieder geval een supporter van de missie werd. „Het voornaamste is de presentie van je christendom. Mens moet je zijn en een goed vakman, daar kijken ze naar". Pa ter Van Maanen vertelt dan, hoe moei zaam het eigenlijke missiewerk in zijn gebied verloopt. Meer dan 90 procent van alle mensen en dus ook van de patiënten is mohammedaan. Je moet uiterst voor zichtig zijn met alle mogelijke bekerings activiteiten, want die kunnen de tegen stand, welke toch al vrij groot is, alleen Bij het afscheid vraag in hem nog even. wat hij denkt van de kritiek die de laat ste tijd, onder andere door een Ameri kaanse schrijver, op Albert Schweitzer is uitgeoefend. Hij kijkt even verrast op en zegt dan: „Natuurlijk heeft Schweitzer zijn zwakke kanten en wdrdt hij oud. Is het niet juist aan grote persoonlijkheden gegeven, grote gebreken te hebben? Maar dat geeft kleine mensjes nog niet het recht om met modder te gaan smij ten. Het is een koud kunstje, iemands fouten breed uit te meten en daarmee heel de figuur, alles wat de figuur, alles wat ae man in zijn leven gedaan heeft, naar beneden te halen. Hij zegt het, alsof hij vermoedt, dat er ook over hem wel eens ge praat wordt. Met een tikje bitter heid in zijn stem. Maar ook met verbetenheid. Hij zal zich niet van de wijs laten brengen. Wie hem wil steunen kan zijn gave storten bij de Nederlandse Middenstandsbank te Arnhem, giro 826319, ten name van pater Mat theus van Maanen. (Advertentie) (Van onze correspondent) MAASTRICHT „Monsieur Frites". Dat zegt men in Duinbergen <bjj Knokke) tegen de heer Jean Hoeberigs (40), die daar een zelfbedieningswinkel „uitbaat". Want dank zij de frites is de naam van deze winkelier op ieders naam. Op de Salon des Inventeurs te Brussel maakte zijn vinding, namelyk een automatische frites-machine, tussen de ongeveer dui zend andere uitvindingen dusdanig fu rore, dat hy de gouden bokaal, de „Oscar international de l'invention" kreeg toe gewezen. Een opvallend succes voor de heer Hoe berigs. En alle Belgische bladen schreven om het hardst, dat nu eindelijk sinds het 14-jarige bestaan van de Salon aan r 1000 vel (4 rollen) (Advertentie) modem toiletpapier een Belg de Oscar kon worden overhan digd. Het merkwaardige is echter, dat de heer Hoeberigs alhoewel sinds 1952 in Duinbergen wonend geen Belg is, doch een Maastrichtenaar! En zijn Oscar had hij met rechtmatige trots meege bracht naar Maastricht. Deze Oscar is overigens niet de enige prijs, die de heer Hoeberigs op de uit vinderssalon behaalde. Hij kreeg namelijk ook nog een zilveren medaille toebedacht voor een andere uitvinding, die eveneens betrekking heeft op het blijkbaar zeer gevarieerde terrein der automaten. Aan deze twee hoge onderscheidingen is een vergulde medaille in 1963 vooraf gegaan. Ook deze beloonde uitvinding hoe kan het anders! had betrekking op de automatenwereld. De heer Jean Hoeberigs heeft wat me^ een automaten-knobbel kan noemen. Een technische opleiding heeft hij niet gehad. Wel steeds veel plezier gehad in van alles te prutsen. Toen zijn ouders vroe ger een winkel op de Markt hadden, had hij het grootste plezier in het maken van originele etalages. Later, toen hij daar een zelfbedieningszaak in kruide nierswaren had opgezet, stootte hij van zelf op een personeelstekort, dat alleen door het invoeren van verschillende auto maten was op te lossen. Dat ging nog sterker spreken toen h|j in Brugge een automatiek-hal ging ope nen. Alles gaat er automatisch, behalve de frites-verkoop. En zo begon hij vanzelfsprekend te peinzen over eèn manier om de frites- etende menigte van dienst te kunnen zijn met een automatische hulp. Kerstmis van het vorige jaar kreeg ik pardoes een idee. Ik werkte de zaak uit en vlak voor carnaval was myn frites- automaat klaar." Het interessante van mijn uitvinding zo vertelt de heer Hoeberigs verder is, dat voorgebakken frites, die ik zelf steeds bij een fabriek in Venlo bestel, in de automaat op twee manieren kunnen wor den klaargemaakt. Een druk op de knop kan ze of veertig of zestig seconden elektrisch laten bakken in de plastic schoteltjes. De klant wordt dus bediend naar zijn eigen smaak. Andere grote voordelen zijn de hygiënische verzorging en de snelle bediening. En dat de auto maat personeel uitspaart, is vanzelf sprekend. Feitelijk is de heer Hoeberigs volkomen overdonderd door het succes van zijn uitvinding. Op de Salon was men niet van zijn frites-machine weg te slaan (de tentoonstelling trok ongeveer 165.000 be zoekers) en verschillende fabrieken na men reeds contact op met de heer Hoe berigs om de machine in licentie te kun nen bouwen. Onder andere uit Engeland en West-Duitsland kreeg de uitvinder aantrekkelijke aanbiedingen. Echter ook uit Brazilië, waar men de machine ge schikt acht tot het fabriceren van ,,ba- nanenchips". De Maastrichtse winkelier-uitvinder heeft echter, zo zei hij ons, nog geen beslissing genomen, zodat eventueel een Nederlandse fabriek nog steeds de kans heeft de buitenlanders een primeur af te snoepen. Politie in gevecht met demon stranten in de Deense plaats Ran- ders op Jutland. De ongeregeld heden ontstonden na de komst van Duitse NAVO-troepen. 17 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 18 MAART 1965 (Advertentie) Een van de Sunil was-teams deed de was voor mevrouw W. H. Bors- boom, Burg. van Haarenlaan 582, Schiedam. "Het scheelt niet zo erg veel, maar toch is de Sunil was witter," gaf mevrouw Borsboom ruiterlijk toe. "Nu weet ik wat het hoogste wit betekent." maar doen groeien. „Hoe meer je als mens in hun midden staat, met je hele persoon, hoe meer ze je nader komen. En hoe meer je erop uit zou zyn, om te do pen of iets dergelijks, hoe verder je ze van je zou vervreemden. Dat moet ik b.v. de zusters echt nog wel eens voor ogen houden". Pater Van Maanen stelt uitdrukkelijk, dat een leek op een post als de zijne evengoed en misschien zelfs beter kan voldoen dan een priester. Hij noemt hier b.v. dr. Tibosch, een Nederlandse arts die hem sinds oktober 1964 vervangt. Toch ziet hij, zuiver pragmatisch, toch wel en kele voordelen in de door hem beleefde combinatie. Regelmatig gaat hij namelijk op safari, controleert de vijf buitenpos ten, om voorkomende, meestal lichtere gevallen te behandelen, vaccinaties enz. te doen en „spreekuur te houden". Bij die gelegenheid kan hij dan tevens voor de mensen de heilige mis lezen, preken en sacramenten toedienen. „Als ik aan kom, zitten er al honderden te wachten, ook mohammedanen: een horloge hebben ze nu eenmaal niet. Ze wonen allemaal de heilige mis bij en luisteren aandach tig naar de preek, die ik wel een beetje aanpas. Bij het gros van onze mohamme danen zit de godsdienst nogal aan de buitenkant, het betekent niet zo veel in hun leven. Ze zijn best bereid om iets van je aan te nemen en dat lijkt me een unieke kans, die je met beide handen moet grijpen". Deze buitendienst de safari acht pater Van Maanen belangrijker dan het werk in het hospitaal. Omdat hier het preventieve werk kan wordén gedaan, omdat hier de mensen kan worden ge leerd, hoe ze ziekte moeten voorkomen. En dat is veel noodzakelijker, dan wij Europeanen ons kunnen indenken. Dit is het silhouet van de ideale jas voor elke dag, elk seizoen, elke gelegenheid. Uitgevoerd in correct en kreukherstellend "J&llenka, Een jas van grote allure. Her kenbaar aan het innaai-etiket en de bijbehorende hanglabel met de naam ALL-SEASON JAS

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 15