[1ISWA: steeds meer en NOVITEITEN OP TIENDE HISWA Watersport goedkoop? Biesbosch start voor vele routes Te weinig ligplaatsen voor ruim 76000 boten Sandwich Snelheden Binnenruimte Zeilboten MECHANISCHE WATERSKIBAAN OP HISWA? Houten boot bekleden met lamellonhars /I X/ &h| PPWP IIÉiSHIS „DE ZON TEGEMOET* VOUWBOTEN WINTERBERGING I De Hlswa laat dit jaar een aantal nieuwe ontwikkelingen in de botenbouw zien. De toeneming van het aantal boten, de steeds hogere eisen die kopers gaan stellen, de economische bedrijfsvoering bij de werven hebben deze nieuwe ontwikkelingen teweeggebracht. Het gebruik van tegen ruw water bestand materiaal neemt toe, De kruissnelheden zijn hoger dan voorgaande jaren Meer aandacht voor economiscshe indeling van de boten Het aantal grote schepen (18 - 22 m) neemt toe, Serieproduktie, voornamelijk bij kleine boten. Het aantal primeurs is bijzonder hoog. Van de bijna 110 noviteiten zijn er 26 wereldprimeurs, 10 voor Europa en 73 voor Nederland. Deze Hiswa biedt een ieder de gelegenheid kennis te nemen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de botenbouw in binnen- en buitenland. Deze niet altijd gemakkelijk te onderkennen ontwikkelingen betref fen materialen, constructie, rompvorm, typen en inrichting. De overvolle watersportcentra in som mige delen van ons land zijn er de oor zaak van, dat een steeds groter wordend aantal watersporters verder van huis trekken. Met kleinere boten op of ach ter de auto trekken zij naar die gebie den, waar door een excentrische ligging nog volop rust en ruimte is. Maar de ont wikkeling gaat bijzonder snel verder en velen trekken daarom naar meer ruw water, zoals de wadden, de randmeren en de nieuwe polders, de Zuidhollandse en Zeeuwse wateren. Het gevolg van deze trek is, dat de vraag naar boten met ge wapend polyester is toegenomen. Momen teel is in de bootbouw de combinatie met glasweefsels gewapend polyester voor de buitenbouw (vaak ook de opbouw) met houten aftimmering van het in terieur overheersend. Een pracht van een aluminium motor-1 aluminiumlegeringen zjjn zeewaterbe- krulsertjg van Verhoef in Aalsmeer. De I stendig. De ruime woongelegenheid biedt comfort aan vier personen. De tiende Hiswa wordt van vrydag 12 tot en met zondag 21 maart in de nieuwe RAI aan het Europaplein gehouden. De tentoonstelling is dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur en 's avonds van 19.30 tot 22.30 uur. Op zondagen van 10.00 tot 18.00 uur De toegangsprijs bedraagt ƒ2,50 Op alle N.S.-stations is een goedkoop, gecombineerd reistoegangsbiljet voor de Hiswa verkrijgbaar. Dit biljet geeft recht op vervoer naar en van Amsterdam, ongelimiteerd vrij vervoer op alle tram-, bus- en veerdiensten van het Amster dams gemeentelijk vervoersbedrijf en toegang tot de expositie. Van de ruim honderd en tien novi teiten, die op de tiende Hiswa worden tentoongesteld, treft de lezer hier onder twintig wereldprimeurs aan. De ruim negentig andere noviteiten, waaronder motoren en accessoires, worden voor het eerst in Europa of Nederland getoond. Mahoniehouten Friese 6-meter schouw, stand 30. Stalen bakdekkruiser, stand 117. Hechthouten zeilkruisertie Starlet, stand 117. Zeewedstrijdjacht Sprinter, speciaal ontworpen met het oog op de One- ton Cu stand 142. Stalen 7-meter lang Enkhuizer Bol- jacht, stand 153. 11 Meter lang stalen kiel midden- xwaardjacht, stand 160. Stalen zeilkruiser Argonaut (com binatie Knik- en S-spant), stand 161. Stalen zeilkruiser Duchesse, stand 164. Polyester 16 meter lang zeewed strijdjacht (grootste van dit mate riaal), stand 174. 15 meter lang polyster motorzeil jacht, stand 151. Stalen motor zeiljacht Amer 36, stand 156. Prototype stalen motorzeiljacht Trewes, stand 157. 12 m. lang stalen spitsgat motor- zeiljacht, stand 165. 12,5 m. lang stalen dubbelschroef mo torzeiljacht, stand 183. Champion 450 Deep Vee runaboat van hechthout, stand 63. Motorkruiser van het type Vitessi 24. stand 71. Stalen Cieco kajuitsloep, stand 133 Stalen rondspant motorkajuitvlet stand 145. 12 m. lang stalen motorjacht me', dubbele besturing, stand 146. Motorkruiser Argonaut, stand 16 flink bedrag gemoeid (van circa dui zend gulden tot bedragen van vrijwel ongelimiteerde hoogte toe), maar met het huidig gebruikte materiaal is er van onderhoud bijna geen sprake meer. Tot jaarlijks terugkerende kos ten behoren: Onderhoud motor; Aanschaf brandstoffen; ligplaatsgeld; winterstalling; legeskosten voor het bevaren van een aantal rivieren en wateren. Deze kosten met de jaarlijkse af schrijving van de boot zullen voor velen opwegen tegen het vele plezier, dat de watersport biedt. Op de Hiswa zullen bezoekers, die belangstelling hebben voor het zelf bouwen van een boot, ruimschoots voorlichting kunnen krijgen, en aan tal exposanten brengt van voor ama- teurbouw geschikte typen boten bouwpakketten op de markt. Ook is het mogelijk om casco's te bestellen. Dat deze zelfbouw of afbouw reeds ver in ontwikkeling is realiseert men zich, wanneer men in de RAI een 16 meter lang polyester zeewedstrijd jacht van Le Comte uit Jutfaas ziet, dat ook als casco kan worden ge leverd. Wel dient de aspirant-amateurbou wer zich te realiseren, dat van zijn bekwaamheid in het hanteren van gereedschap veel afhangt, daar kan een pasklaar bouwpakket en uitvoe rig uitgewerkte werktekening niets aan veranderen. Bij de wedstrijdboten, waar drijfver- mogen verplicht is, wordt soms in plaats van een enkele huid de sandwichcon- structie toegepast. Hierbij wordt tussen twee la^en gewapend polyester een naar verhoudmg vrij dikke kern van balsa hout, gesloten cellenstof of raatvormige plaat toegepast. De ontwikkeling in de kunststoffen staat niet stil en jaarlijks komen vele nieuwe polyesters op de markt, maar revolutionaire ontwikkelingen zijn er evenwel niet te melden. De serüebouw van polyester boten is vooral onder invloed van de Amerikaanse markt snel op gang gekomen. Dat deze seriebouw alleen tot de kleine boten be perkt zal blijven, lijkt niet waarschijn lijk, daar zelfs al boten van zestien me ter van gewapend polyester worden ver vaardigd. Bij de bootbouw wordt aluminium wel wat meer dan de laatste jaren gebruike lijk was, toegepast, maar voornamelijk bij bovenbouw van de grotere jachten. Op de Hiswa zal een zeegaand zeiljacht van dit metaal worden geëxposeerd. Voor zeer veel kleine boten wordt, evenals bij kruisers, waarbij men het vanwege de zwaarte niet zou verwachten, nog staal gebruikt. Watervast multiplex is nog steeds het materiaal bij uitstek voor de rompen van de kleine zeil- en motorboten. Dit type boten leent zich beter dan welk ander voor volledige amateurbouw. Watervast multiplex wordt behalve voor binneninrichting ook meer en meer toegepast voor het dek van grotere jachten. Bij de motorvaartuigen komen er elk jaar weer nieuwe typen bij. Ongetwijfeld hangt dit samen met het feit, dat de ani mo voor het motorbootvaren (zowel open als kajuittype) sterker toeneemt dan die voor het zeilen. De vraag bij de motorvaartuigen be weegt zich in twee richtingen; naar de langzame open- of kajuitboot, waarbij opvallend veel van het vlettype, of naar de snelle open- of kajuitmotorboot met buitenboordmotor. Onder invloed van de vraag worden de kruissnelheden hoger. Het motor zeil jacht wordt steeds meer gezien als het toervaartuig bij uitstek. De vraag naar dit type boot neemt steeds toe. De op de Hiswa geëxposeerde vaar tuigen van dit type behoren gemiddeld tot de middelgrote typen (1013 meter). Zowel bij motor- als zeilboten wordt steeds meer aandacht besteed aan pri vacy en daardoor wordt er door de ont werpers gewoekerd met de ruimte. In een aantal boten is het zelfs mogelijk de slaapruimte voor de kinderen af te scheiden, zodat het familieleven aan boord 's avonds zijn normale gang kan De Sailmaster-22, eveneens van Spark- man Stephans, gebouwd by de N.V. Werf Gusto in Schiedam. Het karakter van de waterskibote; verandert. Daar de boot veelal al „basis" voor de watersportende fami lie dienst doet, verliest de traditionel outboard-speedboot (met uitzonderini van de kleine typen, die gemakkelijl op of achter de auto kunnen wordei meegenomen) terrein aan de botei met meer comfort en luxe. Daaronde) vallen vooral de kleine en snelh kajuitkruisers op. De geschiktheid van deze boten valt vooral door dt geringe wendbaarheid en het mindei goede zicht voor de stuurman vooi het waterskiën te betwijfelen. De algemeen verbreide mening, dat watersport een dure sport is, is slechts ten dele waar. Weliswaar is met de eaxuch»! van een boot een gaan. De hoge eisen, die de koper stelt, omdat hij weinig van het comfort van thuis aan de wal wil achterlaten, is een van de opvallendste ontwikkelingen in de botenbouw. Hoewel het ongetwijfeld interessant is, dat op de tentoonstelling boten van on geveer de helft der in Nederland be staande eenheidsklassen worden getoond, is er hier weinig nieuws onder de zon. Het aantal in ons land erkende inter nationale klassen is nu eenmaal beperkt, terwijl de jortgste daarvan alweer 4 jaar oud is en bijna de helft voor de tweede wereldoorlog bestond. Nieuwe interna tionale klassen zijn mogelijk volgend jaar te verwachten. De belangstelling voor de klasseloze open toerzeilboot is tanende. Op de ex positie zijn van deze categorie maar en kele exemplaren te zien. Beter is het gesteld met het al of niet trailbare zeil- kruisertje. Hiervan verschijnen dit jaar enkele nieuwe typen, waarbij vooral een duidelijke tendens naar grotere geschikt heid voor wat ruwer water aan steeds kleinere afmetingen aan de dag treedt. Hiet kleinste bootje is slechts 4,5 meter, doch bezit twee vaste slaapplaatsen. Ook bij dit type boten is een duide lijke tendens naar een uiterst economische indeling. Bij scheepjes waar men dat een paar jaar geleden nog niet mogelijk acht te is nu een dubbele kajuit. De middel grote en grote jachten zijn overwegend onderworpen aan de R.O.R.C. De ontwikkeling van de rompvorm bij zeiljachten komt vooral tot uiting in eigenlijk alleen maar voor de vakman bespeurbare verfijningen van details. Nieuw voor Nederland is de Herwa-15 familieboot die exclusief de motor ruim drieduizend gulden kost. Het ls een open toerboot, gemaakt voor de Noorse fjorden, geschikt voor motoren vanaf 5 pk en plaatsbiedend aan 1 tot 10 personen. Waterskiën is in enkele jaren uitge groeid tot een op onze binnenwateren veel beoefende vorm van watersport. Voor de „echte" watersport is het schip hoofdzaak, terwijl voor de waterskiër de trekboot niet meer dan een hulpmiddel is. Mogelijk reeds op de Hiswa zal de watersporter kennis kunnen maken met de mechanische waterskibaan, die een volwaardige beoefening van deze sport mogelijk maakt zonder de hulp van mo torboten. Dat zal de sport ongetwijfeld een nieu we stimulans geven, maar het is onwaar schijnlijk dat het waterskiën met boot daardoor in omvang zal teruglopen. Hiet waterskiën immers wordt meestal in familieverband beoefend, waarbij de niet waterskiërs genieten van het varen met de speedboot. Op de HISWA zijn boten in velerlei vorm te bewonderen. Vouwboten, bootjes voor op het auto-imperiaal en o.a. opblaas bare boten voor de man of vrouw met niet zulk een ruime beurs of voor hen die met bepaalde „opbergproblemen" zitten. De prijzen van de opblaasbare boten lopen uiteen van f 120,- tot f 1.500,- of meer, terwijl een buitenboordmotortje van 11/2 tot 3 pk van 400 tot 700 gul den het vaargenot in deze categorie nog belangrijk zal verhogen. Een noviteit op de HISWA-tentoon- stelling is bij de vouwboten de katama- ran „Scalare 250". paar een katamaran, door zijn constructie van een groot plat form rustend op twee lange drijflicha- men, zeer veel stabiliteit en t.o.v. zijn gewicht een zeer grote bewoonbare ruimte biedt, is dit wel een interessante aanbieding. Er wordt 12,8 m2 zeil op ge voerd, terwijl een spinaker van 18 m2 als extra kan worden geleverd. Een der minst spectaculaire stands op de Hiswa kan voor de bezoeker een der meest opzienbarende worden. In stand 103 A demonstreert de Billiton Chemie het aanbrengen van een met glasvezel versterkte laag lamellonhars op een houten boot. Hierdoor wordt een water dichte en sterke oppervlaktelaag verkre gen, die weinig onderhoud vergt. Zowel nieuwe als oude boten kunnen op deze wijze worden behandeld. De aan te bren gen laag moet echter niet als verster king van zwakke plekken in de huid van de boot worden gezien. Het beste is dan ook om slechte gedeelten van te voren te repareren of te vervangen. Na dien kan de laag lamellonhars worden 1 aangebracht en zal de boot weinig of geen onderhoud meer vergen. Op het gebied van de winterberging van boten zal in Nederland wel het een en ander worden gewijzigd. Het buitenland wijst ons reeds enigszins de weg, want daar zijn steeds meer botenbezitters er toe overgegaan, hun scheepjes op het droge onder een goed dekzeil buiten te laten overwinteren. Zeker voor polyester boten is dit een zeer aanvaardbare oplossing. Terreinen voor dergelijke overwintering zijn er overal voldoende, want de parkeerter reinen bij jachthavens en o.a. gedeelten van kampeer- en caravanterreinen zijn tijdens de meest onbehaaglijke maan den voor een watertoerist hier uiterma te geschikt voor. Als men deze vorm van berging gaat kiezen en de toe komst zal leren dat dit zelfs noodzake lijk is dan zal ons land nog een veel voud van het huidige aantal boten kun nen herbergen. )e verkoopcijfers van de laatste jaren hebben duidelijk bewezen dat de trek naar het water enorm is! De groei van de pleziervaartuigenvloot in 1964 wordt maar op liefst 20 procent geschat en dat betekent dat momenteel een totaal van ongeveer 76.000 boten en bootjes in ons land in de vaart zou zijn, tegen een to taal van 63.000 in het vorige voorjaar. Voor al deze boten moet een plekje ge vonden worden. Niet alleen voor het varen, maar ook ten aanzien van goede ligplaatsen tijdens de wintermaanden. Hoeveel ligplaatsen er jaarlijks bijko men, valt niet precies te becijferen, maar dat dit aantal te klein is in ver houding met de groei van de vloot staat onomstotelijk vast. Het aanleggen van een goede jachthaven brengt nog heel wat problemen met zich mee. Behalve de voorbereidingen en het verkrijgen van de vergunningen moet de bouwer ook rekening houden met een behoorlijk bedrag aan duizenden guldens dat hij op tafel moet leggen eer hij een jachthaven heeft gebouwd, die aan vele wensen voldoet. Daar komt nog bij, dat de op brengsten van de huidige ligplaatsgel- den nauwelijks een rendabele exploita tie mogelijk maken. Geen wonder, dat er wel veel plannen voor nieuwe jachthavens bestaan, maar dat de uitvoering daarbij ver ten achter blijft. Bij het Bureau voor Watertoeris me kwamen in 1962 40 aanvragen; in 1963 tot 50 en in 1964 zelfs tot 90. De werkelijke cijfers laten echter duidelijk zien dat er slechts weinig van verwe zenlijkt is. In 1962 werden slechts 12 werken uitgevoerd; in 1963 14 en vorig jaar slechts 13. Voor de zogenaamde Probleemgebieden (Friesland, Groningen, Drente, Zeeland, gedeelten van de kop van Noord-Hol land, N.O. Overijsel, Oost-Brabant en Noord-Limburg) besloot de regering in 1960 tot het verlenen van subsidies. De bijdragen uit deze Rijkspot ten behoeve van de jachthaven-aanleg beliepen in de jaren 1960 t.m. 1964 tezamen ruim 3,1 miljoen gulden, waardoor 22 jacht havens in ontwikkeling konden worden gebracht. Het is overigens de vraag of men momen teel nog op de drukbezochte plassen in Nederland tot een verdere uitbreiding van het aantal ligplaatsen moet komen, want voor sommige van de druk beva ren meren of plassen is het de vraag, of geleidelijk aan niet een zeker verzadi gingspunt is bereikt. Zeker wat de Zuidhollandse en Utrechtse plassen en enkele Friese meren betreft; hier is overigens het ligplaatsentekort wel het grootst. Er zullen in de toekomst nog heel wat pleziervaartuigen bijkomen, maar de kans is bijzonder groot dat vele water sportliefhebbers de drukke recreatiege bieden zullen verlaten om met hun bo ten rustiger gebieden op te zoeken. Het ontstaan van het IJ-meer bij Amster dam en van grote meren als gevolg van de Deltawerken vlakbij Rotterdam en Den Haag, zal in de toekomst de af vloeiing van de drukke plassen kunnen bevorderen. Ook de toenemende belang stelling voor boten, die op een aanhang wagen achter een personenwagen kun nen worden vervoerd zou er op kunnen wijzen, dat men steeds meer bereid is het voor zijn vaargenot verder van hui te zoeken. De vaarmogeiykheden in Nederland zyn byna onbeperkt. Vanuit het wa tersportgebied De Biesbosch kan men met zeilboot, -jacht en motorboot alle kanten uit. Naar de Zuidhollandse en Utrechtse plassen, naar het water sportgebied in Friesland, maar ook tochten maken op de grote rivieren naar België en West-Duitsland. De vele mogelykheden maken het bijna onmogeiyk om op deze plaats een aantal vaarroutes te geven. Het is niet alleen afhankelijk van het type boot, maar ook van de persoonlijke smaak van de eigenaar. Er zyn vele wegen, die naar een en hetzelfde doel kunnen leiden in dit waterryke land. De ANWB heeft in Amsterdam een Bureau voor watertoerisme (Museum plein 5), dat u elk gewenst advies en elke vaarroute kan geven, wanneer u maar tydig de benodigde gegevens in zendt. De aanvrager dient, naam, adres, woonplaats op te geven, met de ver melding of hy lid is van de ANWB of van een watersportvereniging. Voorts het type boot, diepgang en breedte, hoogte boven water, kruis snelheid en type motor. By zeilboten hoogte met staande en gestreken mast. Voorts opgave welke tocht n zou willen maken. Datum van vertrek, aantal dagen, begin en eindpunt, hoe veel uur per dag u denkt te varen, overnachting in boot of elders. Om het advies zo ruim mogelyk te kunnen geven dient u ook op te geven welke waterkaarten u bezit en of beide delen van de Almanak voor watertoerisme in uw bezit zyn. Aan de hand van deze gegevens werkt het Bureau voor Watertoeris me een volledig vakantieplan uit, dat u onschatbare tips en wenken geeft. Het is ook mogelyk van vele water sportgebieden een reeks kleinere tochten te bestellen. In het Friese merengebied alleen kunnen 17 toch- ten worden gemaakt. De Sailmaster-45 is een (Amerikaans) ontwerp van Sparkman en Stephans in New York. De N.V. Werf Gusto In Schiedam bouwt deze fraaie zeegaande jachten. Steeds meer aandacht krygt het interieur van de boten, waarby vooral opvalt de ingenituze manier waarop men ruimte weet uit te buiten. Dit is de kajuit van de nieuwe Freeman-22, gebouwd bij S. Joosten N.V. in Amsterdam. pfc lIÉpif r-.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 21