FIN \m(i Nico Polak verzamelde onsterfelijke pagina's uit het sensationele Geïllustreerd politienieuws' Sociale aanklacht in bloederige prenten Ruig credo Mededogen Stoomfluit Spuit Ronselaars Acrobaten Stijl Slechts 80 jaar Geen verwijt Hiao vóór alles Voorbeeld ia DAGBLAD DE STEM Meester K/ung Gaan Li en Hiao verloren dan zal China ondergaan PALI MALI wereldbekend aromi King Size Filter PALL MALL vól geurige tabak PALL MALL wow» WW .MODEHUIS" te DELFT ii 18 achten gaan uit naar een kheid met jarenlange er- de dames-confectie, gewend g te geven (klein verkoop- om op prettige tactvolle klanten tegemoet te treden, e verkoopsters, welke me- bovenstaande te kunnen omen voor deze functie in ig. juiste kracht ligt hier een tie, die dienovereenkomstig erd zal worden. 'ehuwde, eventueel direct genheid beschikbaar. ftelijke sollicitaties verge- pasfoto te richten aan de Da m es-Confectie en Mode* mSTRAAT 12 en dit werd weer overscha duwd door een rafelige vilt- hoed. En onder die rand gl*11" sterden twee heldere oogjes, die het struikgewas speurend opnamen. Het was de kleine Sam. Maar hoe kwam die nu hier, terwijl hij al lang in de vesting had moeten zijn? Ik be sloot hem een poets t» bak ken. 13 o tf1 O HET WAS VREESSEL1JK WE BLIJVEN maar in de weer met het repro duceren van tijdsbeelden „Anna Dazumal", „Het rijke Roomsche Leven", „Mannen broeders", „het Beeld der Vaad'ren" en weldra een socialistische terugblik op de bewogen twintiger jaren van onze eeuw. Vanwaar die plotse linge belangstelling voor „Anno Dazumal"? Zijn wij bezig met een hergroepering van herinneringen, ten einde het zo ondoorzichtige heden beter te kunnen begrijpen? Is het achterwaarts gerichte agressie, of is het een heimelijk genieten van de naïeviteit van ons voorgeslacht? Of heimwee? De dichter Bertus Aafjes heeft jaren geleden eens betoogd, dat de geweldige belangstelling voor de dingen van gisteren en eergis teren, en onze neiging om ze in exposities samen te brengen of in bloemlezingen te bundelen, duidt op onze vrees voor het komend einde. We willen zoals de verdrinkende man alles nog eens de revue laten passeren, en proberen te achterhalen hoe en waarom alles ging zoals het gegaan is. Het lijkt ons veeleer denkbaar, dat het terugblikken óók zin heeft met be trekking tot het ondernemen van onze sprong voorwaarts. Elke kentering van tijden brengt met zich mee: een blik achterom teneinde te kunnen be grijpen wat we definitief achter ons gaan laten. Het nog éénmaal te we gen op de schaal van ons inzicht, al vorens we verder gaan al het oud< achter ons latend als de verschrom pelde huid van de hagedis. Met de laatstbedoelde intentie lazen en bekeken wij de bundc' „Het was vréésselijk!", een bloemlezing uit een weekblad dat tegen het eind van de vorige eeuw in Amsterdam verscheen onder de nuchtere titel „Geïllustreerd politienieuws". Nico Polak, redacteur van het Vrije Volk, bracht een aantal treffende en voor die tijd (circa 1880) kenmerkende „nieuwsberichten" met vergezellende illustraties bijeen. Zijn bloemlezing werd in eigen huis, name lijk bij „de Arbeiderspers" uitgegeven, onder de titel: „Het was vréésselijk!" Wel, dat was het! Het weekblad was voor die tijd, wat de schrifturen van „ik, Jan Cremer" voor onze tijd zijn. De ietwat hypo criete dagbladen van toen spraken er schande van. Het „Geïllustreerd Poli tienieuws" had namelijk een journa listiek credo waar de honden geen brood van lusten. Het beloofde, alle, maar dan ook alle misdaden die er in binnen- en buitenland plaatsvonden openhartig te zullen beschrijven. Maar het was wél zo handig, om aan dit streven een edel kleurtje te geven. Het blad ontstond zogenaamd als een reactie op de oorlogsreportages die het heldendom op het slagveld beju belden, maar de weerzinwekkendheid van de oorlog doodzwegen. Immoreel, zouden wij nu zeggen, want w|j doorzien dit kunstje. Maar het Geïllustreerd Politienieuws ont kwam niet aan de wet van de aan passing. Na de veelbelovende start met sensationele fnoordverhalen, ging het al spoedig aan het mora liseren. Het steunde radicaal het wet tig gezag en het riep dood en ver derf af over de nozems van toen, de kindermoordenaars, de ronse laars, de kwakzalvers, en de com munisten. of wat de redac^e er voor door liet gaan. dan eene vermeerdering van water schade" Om het publiek, dat tegen betaling van twee stuivers, later één stuiver, in het bezit van het blad werd ge steld, volledig te informeren, werkte „Het Politienieuws" graag met pla ten. Wij moeten er nu om glimlachen, maar in die tijd schokten zij heviger dan de TV-journaalbeelden ooit bij ons kunnen doen. De platen, getekend door fantasierijke beeldjournalisten hadden één geweldig voordeel boven de nieuws foto's van thans. De tekenaar kon er alles in situeren wat hij wenste. ,Onze grootouders, lezers van het blad, maak ten er dan ook een hobby van om de inhoud van de tekst te vergelijken met de enscenering op de plaat. De pren ten waren surrealistisch. De illustra tie bij de reportage „Moord in de Warmoesstraat", een drama uit het rosse leven liet bijvoorbeeld duidelijk zien, dat het slachtoffer haar aanval ler poogde af te weren door hem naar het gelaat te grijpen, waarbij de moor denaar haar evenwel in de vingers beet. De tekenaar heeft zij het met enige moeite dit detail in de teke ning verwerkt. Op een andere prent is de staart van een hond om de hoek van de deur zichtbaar. Het ging hier om een moord, waarbij een hond de stomme getuige was... schieten en de bocht verkeerd bere kende, waardoor hij een been brak. Erger was het lot van de mensen die zich „in eene luchtbal", of toegerust met vleugels aan het luchtruim toever trouwden en stante pede doodvielen. Waardoor het vooruitziende blad kon constateren, dat er in het voegen geen brood zat... Alle mislukkingen in de aviatiek wer den keurig in beeld gebracht, onder moraliserende koppen zoals „Eene ge vaarlijke kostwinning". Hoe reactionair het blad in journa listiek opzicht ook was men kon zich geen doel treffender en geen ortho doxer verdediger van de geldende mo raal denken dan juist dit „Geïllustreerd Politienieuws" En dat werd zijn on dergang. In één der eerste nummers verhief het blad verbolgen zijn stem tegen de leden van de Aunsterdamse vrijwillige brandweer, die ontsla gen zijnde bij de komst van een nieu we brandweerwagen de blussings- werkzaamheden gingen saboteren door op de slangen te gaan staan. De Am sterdammers, toen al een nieuwsgie fig en roerig volkje, waren op de nieu we stoombrandspuit niet bijster gr steld Het Geïllustreerd Politienieuw zegt chauvinistisch: „Voor de oudei wetsche spuit gaat ied^r gaarne ei zoo spoedig mogelijk opzij, zonder t' klagen, al krijgt hij door haar vaar oen pijnlijke duw. Voor een stoom brandspuit gaat men ook wel opzij maar grommend en met een blik var. minachting op het logge gevaarte, dal volgens de publieke opinie altijd ach teraan. altijd te laat komt en zijn mas- sas water op den reeds gedempten brand werpt, zonder andere uitwerking Met ontsteltenis getuigt het „Ge ïllustreerd Politienieuws" van de ver schrikkingen die het gevolg zün van de nieuwe technische vindingen.Daar heb je het asfalt ln de Kalverstraat, dat „kwade jongens" uitnodigt om met hun handkarren door deze win kelstraat te bolderen, tot schrik van de rustige wandelaars. En de „Tram way", getrokken door paarden, die ,,'n jongen, logeerde bij zyn groot pa op de Plantaadje" een been af reed. De „Tramway" zorgde boven dien nog voor veel onmin, doordat de Amsterdammers het nieuwe ver voermiddel by wyze van grap ge bruikten en vochten om de kaartjes, die op de Dam tegen woekerpryzen werden verkocht. Maar allerverschrikkelijkst was het lot van „den conducteur bij den ijze ren spoorweg". „Het gevaar wijkt voor hen geen enkelen dag", schreef het Geïllustreerd Politienieuws. „Lief en leed wordt ondergeschikt aan de stoom fluit, die hen regeert en geen oogen- blik van vrije beweging laat. Waar anderen op hun gemak zijn, voelen zij zich gehaast. Niet zelden verlaat den conducteur des morgens zijn woning en keert des avonds laat terug, en in die tusschentijd is hij twee of drie keer heen en weer geweest en heeft hij alle gevaren getrotseerd. Gelukkig dat den mensch ongevoelig leert den dood te trotseeren en met zijn leven te spelen". Nu was dit geen holle rhetoriek, ant de conducteurs anno 1880 moes- •n kermisacrobaten zijn. Zij moesten ch via de loopplank van de rijdende '•pin van coupé tot coupé slingeren >m de kaartjes te knippen. De hoofd- indu^teur W van Musscher werd de- e acrobatiek („tusschen Schiedam en \insterdam") noodlottig en zijn ver oheiden gaf het Politienieuws een ge woelig artikel in de pen. Vol afschuw sprak het blad ook ovei de artisten, die zichzelf in levensge vaar waagden om het publiek (tegen betaling) te plezieren. Daar had je een welmenend letterzetten, die zich uit een kanon door een circustent liet leden, dat een moeder per advertentie haar kind ter overname aanbood... Zijn huichelachtig journalistiek be ginsel maakte van „Het Geïllustreerd Politienieuws" nolens volens een eer lijk getuigenis van een tijd die eerlijk heid eiste van een dienstbode, die twee kwartjes per week verdiende, waarvan zij kragen, schorten en mutsen moest kopen. Er was zo'n dienstbode nu eens niet eerlijk, dan schreef het „Ge ïllustreerd Politienieuws" verbaasd: „De dienstboden zijn niet meer dezelf de van voor vijftig jaren"... De reden? „De dienstboden hebben hunne eischen zoo hoog opgevoerd, dat zij bijna even veel vrijheid genieten als degenen die haar in dienst hebben genomen". Het is merkwaardig om te zien hoe het sociaal gevoel van de redacteuren van het Geïllustreerd Politienieuws zich ondanks de hardheid van hun journalistieke opvatting, baan brak. Met mededogen werd gewag gemaakt van het lot van een achterlijk kind, dat volkomen ondervoed door haar moeder in een donker hok werd ge vangen gehouden. De tranen bespatten het vel van de tekenaar, toen deze in beeld bracht hoe ,twee Russische won derkinderen", op weg naar de wereld tentoonstelling te Philadelphia in het .paleis voor Volksvlijt aan den volke werden vertoond. Het oudste kind (5 jaar) woog 224 pond en het jongste, (3,5 jaar), 185 halve kilo's. Het blad tekent hierbij aan: ,Wij hopen dat haar ongeluk niet door menschen be vorderd is, want zwaar zou hunne ver antwoording zijn, indien zij door geld zucht gedreven, zich lieten bewegen deze kinderen aan een zoo diep ramp zalig lot over te geven" Aan heel wat sociale wantoestanden ging het echter achteloos voorbij. Het signaleerde zelf moorden en kindermoorden, bedreven door ongehuwde moeders, zonder enig commentaar. Als er al een woord van toelichting nodig werd geacht, dan kwam het neer op: „zoo komt Boon tje om zijn loontje". Een geringe verontwaardiging van redactiewege is merkbaar, waar ge signaleerd wordt hoe de ronselaars te werk gaan bij het vinden van slacht offers voor de koloniale troepen. Een Belgische oplichter plaatste adverten ties, waarin hij annonceerde: „Een gratis halve wereldreis Amsterdam - Batavia". De reislustigen, die het con tract tekenden, zaten voor een jaar of tien aan een dienstverband in het KNIL vast. De steller van de adver tentie stak de premie (een 300 gulden) in de zak. Een betere belegging was het, om op te treden als „nummer- verwisselaar". Je had er aparte bu reaus voor. Wie zich aanmeldde kon als plaatsvervanger voor een dienst plichtige optreden. De koers in 1880 lag rond de f 600,-. Zonder gevoelens van sociale kramp, signaleerde het blad de gro te belangstelling die er bestond voor het gratis staatslogies en zelfs van de zelfmoorden als louter gevolg van de armoede zoals trouwens de meeste van de misdaden werden be dreven als gevolg van een bittere nood. Mensen stalen brood uit win kels en gingen juichend de bak in als ze betrapt werden. Anderen roof den uit vuilnisbakken wat er aan eetbaars inzat en gingen (opgewekt) achter slot en grendel. Immers de inhoud van de vuilnisbakken be hoorde aan de gemeentereiniging... Leest men het Geïllustreerd Politie- ueuws met de ogen van iemand die luist heeft vernomen dat de Algemene Bijstandswet in werking is getreden, dan denkt men dat alles een gruwe- Üjke leugen is. Want het is nog maar 81) jaar geleden, dat een vrouw op Java haar kind doodde en het lijkje verwerkte in de sajoer voor haar ver- wende echtgenoot... Nog maai 80 jaar geleden, dat de nozems spoortreinen lieten ontsporen. Nog maar 80 jaar ge- Aan de andere kant was het een simplistische tyd. De Amsterdam mers hadden vaag iets gehoord over het communisme. Welnu, hun accu raat lyfblad vertelde hen wie de com munisten waren. „Twee kwade jon gens in de Kalverstraat ontnamen eene dame het zyden zakdoekje en snoten daarin hunne neuzen, waar- na zij het doekje doodkalm weer op de plaats staken..." Maar soms was het tè gortig. Met weerzin vermeldde het blad, hoe het toeging bij de executies te Parijs, waar bij van de guillotine gebruik werd ge maakt. Het blad had niets tegen de executies, maar wel tegen het feit dat de omstanders met bloed werden be spat. Kwestie van stijl, nietwaar. Waarzeggers, kwakzalvers en flesse- trekkers vonden al spoedig de weg naar de advertentiekolommen van het sen sationele blad. Tandartsen adverteer den met „gebitten, die over de wor tels van het vervallen gebit heen wor den geplaats". en haarkunstenaars bo den vlechten van „echt menschenhaar" te koop aan. Erg veel steun van de redactie kregen de adverteerders niet, want het „Geïllustreerd Politienieuws" meldde, dat er een levendige handel gaande was in tanden van gedode sol daten van het slagveld in Polen en dat er vlechtensnijders in de hoofd stad opereerden..., De goede oude tijd was, zo blijkt bij lezing van „het Geïllustreerd Poli tienieuws" naar onze begrippen: „Vréésselijk". Maar wij mogen het de mensen van „Anno Dazumal" niet ver wijten, dat zij geen afstand konden nemen van de heersende moraal. Dit verschijnsel is nu eenmaal eigen aan elke tijd. De geschiedenis gaat haar gang, onaangedaan en beslist. Het sig naleren van de toestanden, met waar schijnlijk andere bedoelingen dan de lezers de ogen voor hun eigen lot te openen, had tenslotte toch het posi tieve gevolg, dat de redactie zélve met dichtgestopte oren ging luisteren naar wat Domela Nieuwenhuis te vertellen had... Aan een objectief verslag van zijn getuigenis was men nog niet toe, maar hij werd tenminste niet geheel doodgezwegen. Zonder het geheel te beseffen, werkte het „Geïllustreerd Po litienieuws" mee aan de vor ming van een nieuwe sociale moraal waarin het blad in die vorm niet meer paste. Wel licht was de redactie intus sen ouder en wijzer geworden verbijsterd bij het aanschou wen van de aanbrekende da geraad, die zij zelf mede tot stand had helpen brengen. Misschien zag zij het aan komen- Wie zal het zeggen? Ons lijkt het een zekere be moediging voor allen die zich op het terrein van de publici teit en opinievorming bewegen, dat elk tijdssignalement tot herkenning en... actie leidt. TOM KOOPMAN CONFUCIUS (Bijzondere correspondentie) TAIWAN - Voor meer dan een half miljard mensen is K'ung Fu-tse of (zoals hij in het Westen wordt genoemd) Confucius de Leraar en Meester, die nog heden geldt als de grote voorganger, als de man die eens en voor alle tijden de juiste regels voor gedrag en moraal vaststelde Let wel, Confucius was niet de brenger van een nieuwe godsdienst, een nieuwe moraal of een nieuwe levens beschouwing. Misschien is het zelfs gewaagd, hem een wijsgeer te noemen. Hij was de verzamelaar van het beste en waardevolste, dat in de eeuwen voorafgaande aan zijn geboorte in China had bestaan. Zelf heeft hij gezegd en geschreven, dat hij niets nieuws bedacht, had, maar dat hij in het verleden geloofde, er vertrouwen in stelde en het liefhad. Een wijs man, placht hij tegen zijn volgelin gen te zeggen, is deugdzaam en een deugdzaam man is wijs. Dit is een der eenvoudige levenswaarheden, die Meester K'ung de mensheid duidelijk heeft willen maken. CHINA'S geschiedenis is heel oud. Meer dan vijfentwintig eeuwen hadden er reeds een Chinese cultuur en een Chinese gemeenschap bestaan, toen Meester K'ung in 551 v.Ch. als zoon van een hoogge plaatst keizerlijk ambtenaar het levens licht aanschouwde. Als jongeman werd K'ung Fu-tse zelf ook ambtenaar. Hij kreeg een betrekking als wat wij nu zouden noemen onderwijzer. Na de dood van zijn moeder besloot hij reizen te gaan maken. Hij had toen al, hoewel hij nauwelijks 25 jaar oud was, een ze kere vermaardheid verworven. Tal van „leerlingen" of volgelingen luisterden naar zijn wijze lessen met grote belang stelling. Zó gunstig luidde het oordeel van velen over hem. dat een der invloed rijkste leenmannen van de keizer hem ontbood en hem belangrijke regerings functies gaf. Meester K'ung probeerde toen de ze den en de wetten des lands te hervor men naar aloud Chinees patroon. Dit wekte in brede kring verzet. Na enige tyd besloot de Meester ontdaan over de corruptie, afgunst en zucht naar weelde in de hofkringen het ambte- iyk leven vaarwel te zeggen en zich ten volle te wyden aan zyn taak als leraar en hervormer. want K'ung herhaalde slechts wat vol gens hem typisch Chinees was. Hij zou zelf beslist hebben geprotesteerd tegen de verbinding van zijn naam met iets wat niet van hem, maar (volgens hem) van geheel China was. Intussen, de men sen zijn nu eenmaal vaak oneerbiedig en slaan te weinig acht op de wensen van hen, die zij bewonderen. K'UNG FU-TSE was door en door men selijk. Naastenliefde, harmonie en men selijkheid predikte en beoefende hij on ophoudelijk. De grootste deugd is be toogde hij steeds weer de kinderplicht, die op kinderliefde moet berusten. Deze deugd is het fundament der (Chinese) samenleving voor alle tijden. De kinde ren behoren eerbiedig, zorgzaam en lief devol jegens hun ouders te zijn Hiao noemen de Chinezen deze deugd. Eigen- deerde Meester K'ung) zou China ten onder gaan. Naastenliefde, harmonie en men selijkheid predikte Confucius steeds vjeer. De allerbeste over heid is die - leerde hij - welke het volk deugdzaamheid en goede zeden doet betrachten. Hij boog het hoofd voor het Verhevene en probeerde niet om door te dringen in het onkenbare. Meester K'ung trok toen door het land Een aantal discipelen trok met hem mee. Waar hij kwam, vond hij aandacht en belangstelling. Hij leefde heel sober en streefde er naar, zijn volk en zijn leer lingen in alles een voorbeeld te zijn. Wie de donkere hoeken van het menselijk hart kent, begrijpt, dat hij door zijn hou ding en toespraken tegenstanders kreeg. Maar Meester K'ung leraarde verder, on beducht en onbekommerd. Fel gispte hij de ondeugden. FeJ trok hij van leer tegen de zedeloosheid en de verkeerde toe standen in het China van zijn tijd. Toen hij na zijn omzwervingen einde lijk was teruggekeerd in zijn geboorte stad, besloot hij zijn levensbeschouwing, alsmede zijn kennis van de oude Chinese beschaving, geschiedenis en zeden op schrift te stellen. Pas eeuwen na zijn dood hebben zijn aanhangers en bewonderaars uit K'ung's boeken en uit de geschriften zijner tijdgenoten de leringen van de Meester systematisch geordend en in boekvorm laten verschijnen. Wat in die (latere) boeken te vinden is, vat men in het Westen wel samen onder de naam ^Confucianisme". Eigenlijk is dit onjuist, lijk is het Nederlandse begrip „kinder liefde" iets te eng gedacht, want de re gels van hiao gelden niet slechts voor de betrekkingen tussen kinderen en ouders, maar ook voor die tussen onderdanen en vorsten, tussen ambtenaren en overheden tussen leerlingen en leraren. Zoals de kinderen jegens de ouders, behoren de jongeren zich jegens de ouderen, de ambtenaren en leenman nen zich jegens regering en keizer te gedragen. Voorts schrijven de wetten der moraal voor. dat men opofferings gezind en eenvoudig moet zyn. Een ieder is zedelyk verplicht deugdzaam heid in het Chinees li te beoefe nen, de goede vormen te handhaven, godsdienstige gebruiken In ere te hou den en hoffelijk en voorkomend te zyn. Zouden II en hiao verloren gaan, dan MUZIEK (aldus de uitspraak van een klassiek Chinees schrijver) is als de bloemen der deugdzaamheid. Meester K'ung achtte dit juist. Hij zag in de mu ziek een waardevol middel om de bur gers op te voeden en hen te vermanen, steeds deugdzaam te zijn. Muziek en blij de tevredenheid" drukt men in het Chi nese schrift nog steeds met hetzelfde ideogram uit. Confucius hield zelf veel van muziek, die hij als een gave des He mels beschouwde. Meester K'ung was natuurlijk allesbehalve een goddeloos man. Het Hogere, het Verhevene, de He mel was voor hem het uitgangspunt en het sluitstuk van alle aardse dingen in kinderlijke eenvoud en bescheidenheid boog hij het hoofd voor het Verhevene. Hij poogde niet om door te dringen in het onkenbare. Verbeter uzelf, zo ver maande hij zijn leerlingen steeds weer, dan handelt gij volgens de wil van het Verhevene en de voorschriften der deugd zaamheid. Een goede samenleving is al leen dan bereikbaar, als alle leden, alle mensen dus, hun plicht doen en eigen ondeugden en begeerten aan banden leg gen. Dit geldt voor iedereen, van de rijk sten en hoogst geplaatsten tot de armsten en nederigsten. Een hemels voorschrift luidt, dat on der het volk verdeeld moet worden wat de aarde voortbrengt. China is rustig, als de mensen leren inzien, wat deugd is. Een regering is pas dan waar dig en gaaf, als zy de fundamentele deugden betracht en bevordert. De al lerbeste overheid is die, welke het volk deugdzaamheid en goede zeden doet be trachten. Deze weinige voorbeelden van uitspraken en leringen van Meester K'ung geven een indruk van de oude Chinese wysheid. Immers, deze was het, die Meester K'ung verzamelde en aan het nageslacht overleverde. Nog steeds gelden Meester K'ungs lerin gen als hoge wijsheid voor ruim een half miljard mensen in Azië. Ook aan het Westen heeft K'ung veel te zeggen. En dit los van alles wat er in de loop der eeuwen is gebeurd en thans bezig is te gebeuren. Er zijn waarheden en wijshe den, die niet aan tijd of plaats gebonden zijn. Veel uitspraken, door Meester K'ung overgeleverd of gedaan, behoren daartoe. i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 17