FIN
\m(i
Nico Polak verzamelde
onsterfelijke pagina's
uit het sensationele
Geïllustreerd politienieuws'
Sociale aanklacht in
bloederige prenten
Ruig credo
Mededogen
Stoomfluit
Spuit
Ronselaars
Acrobaten
Stijl
Slechts 80 jaar
Geen verwijt
Hiao vóór alles
Voorbeeld
ia
DAGBLAD DE STEM
Meester K/ung
Gaan Li en Hiao verloren
dan zal China ondergaan
PALI MALI
wereldbekend aromi
King Size Filter
PALL MALL
vól geurige tabak
PALL MALL
wow» WW
.MODEHUIS" te DELFT ii
18
achten gaan uit naar een
kheid met jarenlange er-
de dames-confectie, gewend
g te geven (klein verkoop-
om op prettige tactvolle
klanten tegemoet te treden,
e verkoopsters, welke me-
bovenstaande te kunnen
omen voor deze functie in
ig.
juiste kracht ligt hier een
tie, die dienovereenkomstig
erd zal worden.
'ehuwde, eventueel direct
genheid beschikbaar.
ftelijke sollicitaties verge-
pasfoto te richten aan de
Da m es-Confectie
en Mode*
mSTRAAT 12
en dit werd weer overscha
duwd door een rafelige vilt-
hoed. En onder die rand gl*11"
sterden twee heldere oogjes,
die het struikgewas speurend
opnamen. Het was de kleine
Sam. Maar hoe kwam die nu
hier, terwijl hij al lang in de
vesting had moeten zijn? Ik be
sloot hem een poets t» bak
ken.
13
o tf1 O
HET
WAS
VREESSEL1JK
WE BLIJVEN maar in de weer met het repro
duceren van tijdsbeelden „Anna Dazumal",
„Het rijke Roomsche Leven", „Mannen
broeders", „het Beeld der Vaad'ren" en
weldra een socialistische terugblik op de bewogen
twintiger jaren van onze eeuw. Vanwaar die plotse
linge belangstelling voor „Anno Dazumal"? Zijn wij
bezig met een hergroepering van herinneringen, ten
einde het zo ondoorzichtige heden beter te kunnen
begrijpen? Is het achterwaarts gerichte agressie, of is
het een heimelijk genieten van de naïeviteit van ons
voorgeslacht? Of heimwee? De dichter Bertus Aafjes
heeft jaren geleden eens betoogd, dat de geweldige
belangstelling voor de dingen van gisteren en eergis
teren, en onze neiging om ze in exposities samen te
brengen of in bloemlezingen te bundelen, duidt op
onze vrees voor het komend einde. We willen zoals
de verdrinkende man alles nog eens de revue laten
passeren, en proberen te achterhalen hoe en waarom
alles ging zoals het gegaan is.
Het lijkt ons veeleer denkbaar, dat
het terugblikken óók zin heeft met be
trekking tot het ondernemen van onze
sprong voorwaarts. Elke kentering van
tijden brengt met zich mee: een blik
achterom teneinde te kunnen be
grijpen wat we definitief achter ons
gaan laten. Het nog éénmaal te we
gen op de schaal van ons inzicht, al
vorens we verder gaan al het oud<
achter ons latend als de verschrom
pelde huid van de hagedis.
Met de laatstbedoelde intentie lazen
en bekeken wij de bundc' „Het was
vréésselijk!", een bloemlezing uit een
weekblad dat tegen het eind van de
vorige eeuw in Amsterdam verscheen
onder de nuchtere titel „Geïllustreerd
politienieuws". Nico Polak, redacteur
van het Vrije Volk, bracht een aantal
treffende en voor die tijd (circa 1880)
kenmerkende „nieuwsberichten" met
vergezellende illustraties bijeen. Zijn
bloemlezing werd in eigen huis, name
lijk bij „de Arbeiderspers" uitgegeven,
onder de titel: „Het was vréésselijk!"
Wel, dat was het!
Het weekblad was voor die tijd, wat
de schrifturen van „ik, Jan Cremer"
voor onze tijd zijn. De ietwat hypo
criete dagbladen van toen spraken er
schande van. Het „Geïllustreerd Poli
tienieuws" had namelijk een journa
listiek credo waar de honden geen
brood van lusten. Het beloofde, alle,
maar dan ook alle misdaden die er
in binnen- en buitenland plaatsvonden
openhartig te zullen beschrijven. Maar
het was wél zo handig, om aan dit
streven een edel kleurtje te geven.
Het blad ontstond zogenaamd als een
reactie op de oorlogsreportages die
het heldendom op het slagveld beju
belden, maar de weerzinwekkendheid
van de oorlog doodzwegen.
Immoreel, zouden wij nu zeggen,
want w|j doorzien dit kunstje. Maar
het Geïllustreerd Politienieuws ont
kwam niet aan de wet van de aan
passing. Na de veelbelovende start
met sensationele fnoordverhalen,
ging het al spoedig aan het mora
liseren. Het steunde radicaal het wet
tig gezag en het riep dood en ver
derf af over de nozems van toen,
de kindermoordenaars, de ronse
laars, de kwakzalvers, en de com
munisten. of wat de redac^e er voor
door liet gaan.
dan eene vermeerdering van water
schade"
Om het publiek, dat tegen betaling
van twee stuivers, later één stuiver,
in het bezit van het blad werd ge
steld, volledig te informeren, werkte
„Het Politienieuws" graag met pla
ten. Wij moeten er nu om glimlachen,
maar in die tijd schokten zij heviger
dan de TV-journaalbeelden ooit bij ons
kunnen doen. De platen, getekend door
fantasierijke beeldjournalisten hadden
één geweldig voordeel boven de nieuws
foto's van thans. De tekenaar kon er
alles in situeren wat hij wenste. ,Onze
grootouders, lezers van het blad, maak
ten er dan ook een hobby van om de
inhoud van de tekst te vergelijken met
de enscenering op de plaat. De pren
ten waren surrealistisch. De illustra
tie bij de reportage „Moord in de
Warmoesstraat", een drama uit het
rosse leven liet bijvoorbeeld duidelijk
zien, dat het slachtoffer haar aanval
ler poogde af te weren door hem naar
het gelaat te grijpen, waarbij de moor
denaar haar evenwel in de vingers
beet. De tekenaar heeft zij het met
enige moeite dit detail in de teke
ning verwerkt. Op een andere prent
is de staart van een hond om de hoek
van de deur zichtbaar. Het ging hier
om een moord, waarbij een hond de
stomme getuige was...
schieten en de bocht verkeerd bere
kende, waardoor hij een been brak.
Erger was het lot van de mensen die
zich „in eene luchtbal", of toegerust
met vleugels aan het luchtruim toever
trouwden en stante pede doodvielen.
Waardoor het vooruitziende blad kon
constateren, dat er in het voegen geen
brood zat...
Alle mislukkingen in de aviatiek wer
den keurig in beeld gebracht, onder
moraliserende koppen zoals „Eene ge
vaarlijke kostwinning".
Hoe reactionair het blad in journa
listiek opzicht ook was men kon
zich geen doel treffender en geen ortho
doxer verdediger van de geldende mo
raal denken dan juist dit „Geïllustreerd
Politienieuws" En dat werd zijn on
dergang. In één der eerste nummers
verhief het blad verbolgen zijn stem
tegen de leden van de Aunsterdamse
vrijwillige brandweer, die ontsla
gen zijnde bij de komst van een nieu
we brandweerwagen de blussings-
werkzaamheden gingen saboteren door
op de slangen te gaan staan. De Am
sterdammers, toen al een nieuwsgie
fig en roerig volkje, waren op de nieu
we stoombrandspuit niet bijster gr
steld Het Geïllustreerd Politienieuw
zegt chauvinistisch: „Voor de oudei
wetsche spuit gaat ied^r gaarne ei
zoo spoedig mogelijk opzij, zonder t'
klagen, al krijgt hij door haar vaar
oen pijnlijke duw. Voor een stoom
brandspuit gaat men ook wel opzij
maar grommend en met een blik var.
minachting op het logge gevaarte, dal
volgens de publieke opinie altijd ach
teraan. altijd te laat komt en zijn mas-
sas water op den reeds gedempten
brand werpt, zonder andere uitwerking
Met ontsteltenis getuigt het „Ge
ïllustreerd Politienieuws" van de ver
schrikkingen die het gevolg zün van
de nieuwe technische vindingen.Daar
heb je het asfalt ln de Kalverstraat,
dat „kwade jongens" uitnodigt om
met hun handkarren door deze win
kelstraat te bolderen, tot schrik van
de rustige wandelaars. En de „Tram
way", getrokken door paarden, die
,,'n jongen, logeerde bij zyn groot
pa op de Plantaadje" een been af
reed. De „Tramway" zorgde boven
dien nog voor veel onmin, doordat
de Amsterdammers het nieuwe ver
voermiddel by wyze van grap ge
bruikten en vochten om de kaartjes,
die op de Dam tegen woekerpryzen
werden verkocht.
Maar allerverschrikkelijkst was het
lot van „den conducteur bij den ijze
ren spoorweg". „Het gevaar wijkt voor
hen geen enkelen dag", schreef het
Geïllustreerd Politienieuws. „Lief en
leed wordt ondergeschikt aan de stoom
fluit, die hen regeert en geen oogen-
blik van vrije beweging laat. Waar
anderen op hun gemak zijn, voelen zij
zich gehaast. Niet zelden verlaat den
conducteur des morgens zijn woning
en keert des avonds laat terug, en in
die tusschentijd is hij twee of drie
keer heen en weer geweest en heeft
hij alle gevaren getrotseerd. Gelukkig
dat den mensch ongevoelig leert den
dood te trotseeren en met zijn leven
te spelen".
Nu was dit geen holle rhetoriek,
ant de conducteurs anno 1880 moes-
•n kermisacrobaten zijn. Zij moesten
ch via de loopplank van de rijdende
'•pin van coupé tot coupé slingeren
>m de kaartjes te knippen. De hoofd-
indu^teur W van Musscher werd de-
e acrobatiek („tusschen Schiedam en
\insterdam") noodlottig en zijn ver
oheiden gaf het Politienieuws een ge
woelig artikel in de pen.
Vol afschuw sprak het blad ook ovei
de artisten, die zichzelf in levensge
vaar waagden om het publiek (tegen
betaling) te plezieren. Daar had je een
welmenend letterzetten, die zich uit
een kanon door een circustent liet
leden, dat een moeder per advertentie
haar kind ter overname aanbood...
Zijn huichelachtig journalistiek be
ginsel maakte van „Het Geïllustreerd
Politienieuws" nolens volens een eer
lijk getuigenis van een tijd die eerlijk
heid eiste van een dienstbode, die twee
kwartjes per week verdiende, waarvan
zij kragen, schorten en mutsen moest
kopen. Er was zo'n dienstbode nu
eens niet eerlijk, dan schreef het „Ge
ïllustreerd Politienieuws" verbaasd:
„De dienstboden zijn niet meer dezelf
de van voor vijftig jaren"... De reden?
„De dienstboden hebben hunne eischen
zoo hoog opgevoerd, dat zij bijna even
veel vrijheid genieten als degenen die
haar in dienst hebben genomen".
Het is merkwaardig om te zien hoe
het sociaal gevoel van de redacteuren
van het Geïllustreerd Politienieuws
zich ondanks de hardheid van hun
journalistieke opvatting, baan brak.
Met mededogen werd gewag gemaakt
van het lot van een achterlijk kind,
dat volkomen ondervoed door haar
moeder in een donker hok werd ge
vangen gehouden. De tranen bespatten
het vel van de tekenaar, toen deze in
beeld bracht hoe ,twee Russische won
derkinderen", op weg naar de wereld
tentoonstelling te Philadelphia in het
.paleis voor Volksvlijt aan den volke
werden vertoond. Het oudste kind (5
jaar) woog 224 pond en het jongste,
(3,5 jaar), 185 halve kilo's. Het blad
tekent hierbij aan: ,Wij hopen dat
haar ongeluk niet door menschen be
vorderd is, want zwaar zou hunne ver
antwoording zijn, indien zij door geld
zucht gedreven, zich lieten bewegen
deze kinderen aan een zoo diep ramp
zalig lot over te geven" Aan heel wat
sociale wantoestanden ging het echter
achteloos voorbij. Het signaleerde zelf
moorden en kindermoorden, bedreven
door ongehuwde moeders, zonder enig
commentaar. Als er al een woord van
toelichting nodig werd geacht, dan
kwam het neer op: „zoo komt Boon
tje om zijn loontje".
Een geringe verontwaardiging van
redactiewege is merkbaar, waar ge
signaleerd wordt hoe de ronselaars te
werk gaan bij het vinden van slacht
offers voor de koloniale troepen. Een
Belgische oplichter plaatste adverten
ties, waarin hij annonceerde: „Een
gratis halve wereldreis Amsterdam -
Batavia". De reislustigen, die het con
tract tekenden, zaten voor een jaar
of tien aan een dienstverband in het
KNIL vast. De steller van de adver
tentie stak de premie (een 300 gulden)
in de zak. Een betere belegging was
het, om op te treden als „nummer-
verwisselaar". Je had er aparte bu
reaus voor. Wie zich aanmeldde kon
als plaatsvervanger voor een dienst
plichtige optreden. De koers in 1880
lag rond de f 600,-.
Zonder gevoelens van sociale
kramp, signaleerde het blad de gro
te belangstelling die er bestond voor
het gratis staatslogies en zelfs van
de zelfmoorden als louter gevolg van
de armoede zoals trouwens de
meeste van de misdaden werden be
dreven als gevolg van een bittere
nood. Mensen stalen brood uit win
kels en gingen juichend de bak in
als ze betrapt werden. Anderen roof
den uit vuilnisbakken wat er aan
eetbaars inzat en gingen (opgewekt)
achter slot en grendel. Immers
de inhoud van de vuilnisbakken be
hoorde aan de gemeentereiniging...
Leest men het Geïllustreerd Politie-
ueuws met de ogen van iemand die
luist heeft vernomen dat de Algemene
Bijstandswet in werking is getreden,
dan denkt men dat alles een gruwe-
Üjke leugen is. Want het is nog maar
81) jaar geleden, dat een vrouw op
Java haar kind doodde en het lijkje
verwerkte in de sajoer voor haar ver-
wende echtgenoot... Nog maai 80 jaar
geleden, dat de nozems spoortreinen
lieten ontsporen. Nog maar 80 jaar ge-
Aan de andere kant was het een
simplistische tyd. De Amsterdam
mers hadden vaag iets gehoord over
het communisme. Welnu, hun accu
raat lyfblad vertelde hen wie de com
munisten waren. „Twee kwade jon
gens in de Kalverstraat ontnamen
eene dame het zyden zakdoekje en
snoten daarin hunne neuzen, waar-
na zij het doekje doodkalm weer op
de plaats staken..."
Maar soms was het tè gortig. Met
weerzin vermeldde het blad, hoe het
toeging bij de executies te Parijs, waar
bij van de guillotine gebruik werd ge
maakt. Het blad had niets tegen de
executies, maar wel tegen het feit dat
de omstanders met bloed werden be
spat. Kwestie van stijl, nietwaar.
Waarzeggers, kwakzalvers en flesse-
trekkers vonden al spoedig de weg naar
de advertentiekolommen van het sen
sationele blad. Tandartsen adverteer
den met „gebitten, die over de wor
tels van het vervallen gebit heen wor
den geplaats". en haarkunstenaars bo
den vlechten van „echt menschenhaar"
te koop aan. Erg veel steun van de
redactie kregen de adverteerders niet,
want het „Geïllustreerd Politienieuws"
meldde, dat er een levendige handel
gaande was in tanden van gedode sol
daten van het slagveld in Polen en
dat er vlechtensnijders in de hoofd
stad opereerden...,
De goede oude tijd was, zo blijkt
bij lezing van „het Geïllustreerd Poli
tienieuws" naar onze begrippen:
„Vréésselijk". Maar wij mogen het de
mensen van „Anno Dazumal" niet ver
wijten, dat zij geen afstand konden
nemen van de heersende moraal. Dit
verschijnsel is nu eenmaal eigen aan
elke tijd. De geschiedenis gaat haar
gang, onaangedaan en beslist. Het sig
naleren van de toestanden, met waar
schijnlijk andere bedoelingen dan de
lezers de ogen voor hun eigen lot te
openen, had tenslotte toch het posi
tieve gevolg, dat de redactie zélve met
dichtgestopte oren ging luisteren naar
wat Domela Nieuwenhuis te vertellen
had... Aan een objectief verslag van
zijn getuigenis was men nog niet toe,
maar hij werd tenminste niet geheel
doodgezwegen.
Zonder het geheel te beseffen,
werkte het „Geïllustreerd Po
litienieuws" mee aan de vor
ming van een nieuwe sociale
moraal waarin het blad in die
vorm niet meer paste. Wel
licht was de redactie intus
sen ouder en wijzer geworden
verbijsterd bij het aanschou
wen van de aanbrekende da
geraad, die zij zelf mede tot
stand had helpen brengen.
Misschien zag zij het aan
komen- Wie zal het zeggen?
Ons lijkt het een zekere be
moediging voor allen die zich
op het terrein van de publici
teit en opinievorming bewegen,
dat elk tijdssignalement tot
herkenning en... actie leidt.
TOM KOOPMAN
CONFUCIUS
(Bijzondere correspondentie)
TAIWAN - Voor meer dan een half miljard mensen is
K'ung Fu-tse of (zoals hij in het Westen wordt genoemd)
Confucius de Leraar en Meester, die nog heden geldt als
de grote voorganger, als de man die eens en voor alle
tijden de juiste regels voor gedrag en moraal vaststelde
Let wel, Confucius was niet de brenger van een nieuwe
godsdienst, een nieuwe moraal of een nieuwe levens
beschouwing. Misschien is het zelfs gewaagd, hem een
wijsgeer te noemen. Hij was de verzamelaar van het beste
en waardevolste, dat in de eeuwen voorafgaande aan zijn
geboorte in China had bestaan. Zelf heeft hij gezegd en
geschreven, dat hij niets nieuws bedacht, had, maar dat
hij in het verleden geloofde, er vertrouwen in stelde en
het liefhad. Een wijs man, placht hij tegen zijn volgelin
gen te zeggen, is deugdzaam en een deugdzaam man
is wijs. Dit is een der eenvoudige levenswaarheden, die
Meester K'ung de mensheid duidelijk heeft willen maken.
CHINA'S geschiedenis is heel oud. Meer
dan vijfentwintig eeuwen hadden er
reeds een Chinese cultuur en een Chinese
gemeenschap bestaan, toen Meester K'ung
in 551 v.Ch. als zoon van een hoogge
plaatst keizerlijk ambtenaar het levens
licht aanschouwde. Als jongeman werd
K'ung Fu-tse zelf ook ambtenaar. Hij
kreeg een betrekking als wat wij nu
zouden noemen onderwijzer. Na de
dood van zijn moeder besloot hij reizen
te gaan maken. Hij had toen al, hoewel
hij nauwelijks 25 jaar oud was, een ze
kere vermaardheid verworven. Tal van
„leerlingen" of volgelingen luisterden
naar zijn wijze lessen met grote belang
stelling. Zó gunstig luidde het oordeel
van velen over hem. dat een der invloed
rijkste leenmannen van de keizer hem
ontbood en hem belangrijke regerings
functies gaf.
Meester K'ung probeerde toen de ze
den en de wetten des lands te hervor
men naar aloud Chinees patroon. Dit
wekte in brede kring verzet. Na enige
tyd besloot de Meester ontdaan over
de corruptie, afgunst en zucht naar
weelde in de hofkringen het ambte-
iyk leven vaarwel te zeggen en zich
ten volle te wyden aan zyn taak als
leraar en hervormer.
want K'ung herhaalde slechts wat vol
gens hem typisch Chinees was. Hij zou
zelf beslist hebben geprotesteerd tegen
de verbinding van zijn naam met iets
wat niet van hem, maar (volgens hem)
van geheel China was. Intussen, de men
sen zijn nu eenmaal vaak oneerbiedig en
slaan te weinig acht op de wensen van
hen, die zij bewonderen.
K'UNG FU-TSE was door en door men
selijk. Naastenliefde, harmonie en men
selijkheid predikte en beoefende hij on
ophoudelijk. De grootste deugd is be
toogde hij steeds weer de kinderplicht,
die op kinderliefde moet berusten. Deze
deugd is het fundament der (Chinese)
samenleving voor alle tijden. De kinde
ren behoren eerbiedig, zorgzaam en lief
devol jegens hun ouders te zijn Hiao
noemen de Chinezen deze deugd. Eigen-
deerde Meester K'ung) zou China ten
onder gaan.
Naastenliefde, harmonie en men
selijkheid predikte Confucius
steeds vjeer. De allerbeste over
heid is die - leerde hij - welke
het volk deugdzaamheid en goede
zeden doet betrachten. Hij boog
het hoofd voor het Verhevene en
probeerde niet om door te dringen
in het onkenbare.
Meester K'ung trok toen door het land
Een aantal discipelen trok met hem mee.
Waar hij kwam, vond hij aandacht en
belangstelling. Hij leefde heel sober en
streefde er naar, zijn volk en zijn leer
lingen in alles een voorbeeld te zijn. Wie
de donkere hoeken van het menselijk
hart kent, begrijpt, dat hij door zijn hou
ding en toespraken tegenstanders kreeg.
Maar Meester K'ung leraarde verder, on
beducht en onbekommerd. Fel gispte hij
de ondeugden. FeJ trok hij van leer tegen
de zedeloosheid en de verkeerde toe
standen in het China van zijn tijd.
Toen hij na zijn omzwervingen einde
lijk was teruggekeerd in zijn geboorte
stad, besloot hij zijn levensbeschouwing,
alsmede zijn kennis van de oude Chinese
beschaving, geschiedenis en zeden op
schrift te stellen. Pas eeuwen na zijn dood
hebben zijn aanhangers en bewonderaars
uit K'ung's boeken en uit de geschriften
zijner tijdgenoten de leringen van de
Meester systematisch geordend en in
boekvorm laten verschijnen. Wat in die
(latere) boeken te vinden is, vat men in
het Westen wel samen onder de naam
^Confucianisme". Eigenlijk is dit onjuist,
lijk is het Nederlandse begrip „kinder
liefde" iets te eng gedacht, want de re
gels van hiao gelden niet slechts voor de
betrekkingen tussen kinderen en ouders,
maar ook voor die tussen onderdanen en
vorsten, tussen ambtenaren en overheden
tussen leerlingen en leraren.
Zoals de kinderen jegens de ouders,
behoren de jongeren zich jegens de
ouderen, de ambtenaren en leenman
nen zich jegens regering en keizer te
gedragen. Voorts schrijven de wetten
der moraal voor. dat men opofferings
gezind en eenvoudig moet zyn. Een
ieder is zedelyk verplicht deugdzaam
heid in het Chinees li te beoefe
nen, de goede vormen te handhaven,
godsdienstige gebruiken In ere te hou
den en hoffelijk en voorkomend te zyn.
Zouden II en hiao verloren gaan, dan
MUZIEK (aldus de uitspraak van een
klassiek Chinees schrijver) is als de
bloemen der deugdzaamheid. Meester
K'ung achtte dit juist. Hij zag in de mu
ziek een waardevol middel om de bur
gers op te voeden en hen te vermanen,
steeds deugdzaam te zijn. Muziek en blij
de tevredenheid" drukt men in het Chi
nese schrift nog steeds met hetzelfde
ideogram uit. Confucius hield zelf veel
van muziek, die hij als een gave des He
mels beschouwde. Meester K'ung was
natuurlijk allesbehalve een goddeloos
man. Het Hogere, het Verhevene, de He
mel was voor hem het uitgangspunt en
het sluitstuk van alle aardse dingen in
kinderlijke eenvoud en bescheidenheid
boog hij het hoofd voor het Verhevene.
Hij poogde niet om door te dringen in
het onkenbare. Verbeter uzelf, zo ver
maande hij zijn leerlingen steeds weer,
dan handelt gij volgens de wil van het
Verhevene en de voorschriften der deugd
zaamheid. Een goede samenleving is al
leen dan bereikbaar, als alle leden, alle
mensen dus, hun plicht doen en eigen
ondeugden en begeerten aan banden leg
gen. Dit geldt voor iedereen, van de rijk
sten en hoogst geplaatsten tot de armsten
en nederigsten.
Een hemels voorschrift luidt, dat on
der het volk verdeeld moet worden
wat de aarde voortbrengt. China is
rustig, als de mensen leren inzien, wat
deugd is. Een regering is pas dan waar
dig en gaaf, als zy de fundamentele
deugden betracht en bevordert. De al
lerbeste overheid is die, welke het volk
deugdzaamheid en goede zeden doet be
trachten. Deze weinige voorbeelden van
uitspraken en leringen van Meester
K'ung geven een indruk van de oude
Chinese wysheid. Immers, deze was het,
die Meester K'ung verzamelde en aan
het nageslacht overleverde.
Nog steeds gelden Meester K'ungs lerin
gen als hoge wijsheid voor ruim een half
miljard mensen in Azië. Ook aan het
Westen heeft K'ung veel te zeggen. En
dit los van alles wat er in de loop der
eeuwen is gebeurd en thans bezig is te
gebeuren. Er zijn waarheden en wijshe
den, die niet aan tijd of plaats gebonden
zijn. Veel uitspraken, door Meester K'ung
overgeleverd of gedaan, behoren daartoe.
i