Bloed van oud-artiesten
stroomt nog krachtig
Sigarenfabriek aan
de (klap?)kauwgom
Autotreinen een succes
in de Bondsrepubliek
BOEKENPLANK
Ome Daan
zorgde voor
klapstuk
I Geen capitulatie
Plakken leverworst
Geen vakvereniging
Luxe reizen
doen opgeld
17
17
MERKWAARDIGE SOCIËTEIT IN DEN HAAG
ja! ik heb ze
altijd bij me
in m'n tasje
Cen traal-Kongo
Stammenoorlog
eist 100 doden
Dr. Luther King
gehuldigd om
Nobelprijs
Reactor-Centrum
Petten nadelig
voor toerisme?
&tS,tPIaatsen Petten en st-
DOOR
Walter Breedveld
Vertegenwoordiger blijft kleven
De nacht voor de
langste dag
Vogelzang
Scholastiek
Prins IJzerhart
DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 29 JANUARI 1965
(Advertentie)
(vandaag even nieuwe wybertjes
heden bij de apotheker of de drogist
(Van een onzer redacteuren)
Ome Daan zorgde onbetwist voor het
klapstuk in de lustrumviering van de
Haagse sociëteit van oud-artiesten. „Nog
vele jaren". Waar deze 88-jarige de onge
hoorde ademstond vandaan haalde, wist
niemand, maar hjj flikte het toch maar.
Tegen negenen dribbelde hij als een be-
genadigd pingelaar tussen de tafeltjes
door en gritste hij zijn vuurrode klarinet
van het biljart. Tegen de man achter het
elektronisch orgeltje riep hy nog: „Is het
niet te lang?", maar deze schudde het
hoofd en zei: „Als je het niet meer bij
kan sloffen, dan geef je maar een seintje
We kunnen kappen, waar we willen.
Ome Daan glimlachte vergevingsgezind.
Hij. Dan Louis, The Musical Wonder, lijn
rechte afstammeling van de grote Bouw
meester en mimiker bij de gratie Gods
zou opeens geen adem genoeg meer heb
ben voor zo'n eenvoudig werkje als de
serenade van Tosti? Alleen het idee maak
te hem al driftig. Hij dreef het instrument
tussen de lippen, spande de kaken en
stampte op de vloer. Een seconde latei-
barstte hij los: feestelijk, triomfantelijk
en keihard. Na een halve minuut stond
zijn rond strijdvaardig hoofd reeds als
een purperen lampion tussen zijn schou
ders, maar hij dacht er niet over om het
volume te temperen. Integendeel, bij het
fortissimo gaf hij hem nog eens extra van
Jet en caramboleerde hij de muzieknoten
zo krachtig tegen de doorrookte zoldering
dat het leek, alsof hem opdracht was ge-
feven de reveille te blazen in een militair
ampement.
Aan de ronde stamtafel in café Kam-
meijer werd slechts met een half oor naar
zijr. krachttoer geluisterd, want de leden
zaten zelf op de stoelen te rijen in af
wachting van hun eigen beurt. De sou
brettes van eergisteren, de zangers van
het vergeelde levenslied, de goochelaars
en cascadeurs keken begerig naar het bil
jart, want ook zij wilden wel eens een
vergeten herfstblad wegblazen. Eensge
zind hadden ze in het begin hun lijflied
„Van je hoempa, hoempa hoempa AOW"
ingezet maar deze ode aan de appel voor
de laatste dorst was waarachtig nog geen
onvoorwaardelijke capitulatie maar een
bewijs dat hun sterren nog steeds glan
zend stralen.
Wat zou meneer bijvoorbeeld denken
van de 75-jarige Marga Verwey die zich
zoeven heeft verwijderd voor haar trans-
i formatieschets over de Volendamse meis-
K jes. Met authentieke hulk, doorpekelde
japon en bloedkoralen springt ze straks
vanuit de damestoiletten het café binnen
BIJ ELK DOOSJE NU EEN GRATIS WYBERT-SPELDJE
LEOPOLDSTAD Bijna 100 krijgers
van de Bambala-stam zijn om het le
ven gekomen bij een treffen tussen de
Bambala en de Bashilele in Centraal-
Kongo, ongeveer 400 kilometer ten oos
ten van Leopoldstad. Wanneer de slag
tussen beide stammen heeft plaatsge
vonden is n°g niet bekend. De Bambala-
stam zou 40 kinderen, negen vrouwen
en drie onderwijzers hebben ontvoerd.
ATLANTA, Georgia, De Amerikaan
se negerleider dominee Martin Luther
King is in een hotel in Atlanta, Geor
gia, door 1500 blanken en zwarte stad
genoten gevierd vanwege zijn Nobelprijs
voor de vrede.
De dominee deed een beroep op „mil
joenen mensen van goede wil" in het
blanke zuiden van de VS om hun stem
te verheffen in de rassenkwestie.
King zei voortzetting van zijn strijd
toe, en waarschuwde aat nog een „lan
ge. lange weg" moest worden afgelegd
vooraleer aan de Amerikaanse neger
recht was geschied. Daarbij moest de
blanke man niet onder komen te liggen
of worden vernederd, zei hij, „maar
moeten zijn vriendschap en begrip ge
wonnen worden. Wij moeten niet de ene
dwingelandij vervangen door de andere.
Een doctrine van zwarte overheer
sing is even gevaarlijk als een van
blanke".
De toegangsbewijzen tot de viering
kostten 6,50 dollar. Vijfhonderd mensen
konden er geen meer krijgen. Zo'n hul
diging heeft een neger in Atlanta nog
nooit gehad.
Kings vrouw en kinderen, die hun
man en vader zelden buiten de kerk
waarin hij onderpastoor van zijn vader
is aan de gang zien, deelden in de hul
diging.
King kreeg ^en punch bowl waarin
de inscriptie was gegraveerd: „Doctor
Martin Luther King jr, citizen of At
lanta, recipient of the 1964 Nobel peace
prize. With respect and admiration".
Buiten het hotel werd een protestdemon
stratie gehouden.
De klok wordt fors teruggedraaid
als een van de leden, Edo van
Veen, zingend de oude bon-vivant
weer ten tonele voert, de man met
witte sjaal en hoge hoed, die na
een avond plezier moeite heeft
om in bed te komen.
(Van een onzer verslaggevers)
PETTEN Publicaties over gevaren
van het Reactor-Centrum Nederland in
de duinen bij Petten zou in Noordhol
landse kustplaatsen het vreemdelingen
verkeer nadelig kunnen beinvloeden.
Tot deze conclusie kwam het actieco
mité Petten, dat dezer dagen werd op
gericht, nadat Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland hun goedkeuring aan het
uitbreidingsplan voor dit dorp hadden
onthouden. In het plan was een groot
aantal woningen voor RCN-employés ge
pland. De gevaren die het reactorce-
trum met zich brengt zou een motief
voor de afwijzing van het uitbreidings
plan zijn. Bij het comité rijst echter
de vraag of het R.C.N. inderdaad gevaar
voor omgeving oplevert, aangezien de
commissaris van de Koningin en Ged.
otaten eerst wel in principe bereid wa-
„n11 ueï E?an* waarvan ook de directie
an het R.C.N. op de hoogte was, goed
iu.fr Urej' Afgezien van de teleurstel-
G a.fwtizing op zichzelf, maakt
„a ü!11' uvlch .zor8en over de invloed
hü?n?lpu !ies °P het toerisme, in
om het verhaal te vertellen van Arie, die
naar de wilde vaart is gegaan. Het is een
stukje zeemansellende, dat er zijn mag en
het smeuiige refrein waarin Arie drin
gend wordt aangraden naar huis terug te
keren wordt door alle leden meegezongen.
Spontaan haakt men in en arm in arm
doen de oud-artiesten een collectieve aan
val op Arie.
Marga Verwey zit overigens niet voor
één havengat gevangen en heeft voor de
feestvierenden ook nog het lied in petto
over het meisje met haar intrigerende
krullen. Zeven ijzersterke coupletten die
ze play-back met haar eigen, ijle gram
mofoonplaat mimeert.
Er hangt een sfeer van grote tevreden
heid in het zaaltje. De glazen worden
regelmatig bijgevuld en voor de liefheb
bers zijn er plakken leverworst, croquet-
ten en zuur. En als de leden een sigaartje
willen, ze staan er voor. De leden knik
ken en één van hen roept schor: „Ik wil
geen zuur. ik heb het zelf al dagen". Het
kleine handjevol gelach incasseert hij
met voldoening. „Een witz", zegt hij te
gen z'n buurman, „ik had hem toch beter
voor het laatst kunnen bewaren want de
echte stemming moet nog komen".
„Heeft iedereen een croquet gehad?"
vraagt de ober peilend, want hij heeft er
nog vier over. Die waren bestemd voor de
leden, die zich ziek hebben gemeld. „Ziek
te en dood zijn onvermijdelijk in een club
als de onze", heeft secretaris-penning-
meester Van Noord gezegd. ..maar van
avond is het feest vanavond is er geen
plaats voor wanklank".
Toch heeft er even een onweerswolk
boven de stamtafel gehangen want de
voorzitter heeft in zijn openingswoord
verzuimd om de secretaris in zijn hulde
te betrekken. In de tweede speech heeft
een ander lid dat weer goedgemaakt,
maar de mokkende secretaris wil toch wel
even kwijt, dat hij het niet fijntjes heeft
gevonden van de geachte voorzitter. „Ik
ben eerlijk in die dingen", roept hij kor
zelig uit „ik houd zulke dingen niet voor
me". Hij kijkt de kring rond. Alle leden
laten het kopje hangen. Ze hebben er
nooit aan getwijfeld, dat de secretaris
eerlijk is in die dingen. Eerlijk is eerlijk
Na het requisitoir heft de voorzitter zijn
glas en nipt voorzichtig. Hij doet net of
hij niets gehoord heeft. In feite is dat ook
zo. Eén van de soubrettes is opgestaan en
zegt, dat ze niet alleen de secretaris wil
bedanken, maar alle leden, zonder uitzon
dering. Haar galante list lukt. De mannen
knikken en roepen: „Sans rancune". En
de caféhouder geeft een wenk aan de ac
cordeonisten. Muziek.
De minuten verstrijken. Los zand tus
sen de vingers door. Aan de caféruit lik-
kebaart de regen. Ome Daan is tevreden
onderuit gezakt en kijkt naar zijn jongste
zoon. Een flinke jongen. Hij heeft er re
kening mee gehouden dat het vanavond
een latertje wordt en daarom heeft hij
vast warm eten voor morgen gemaakt.
Goelasj met macaroni. Lekker vet, want
dat smeert de spieren. „Ik doe alles zelf",
zegt hij. „koken, mijn wasje, mijn eten.
Soms treed ik in een bejaardentehuis op
en als ik dan al die ouwetjes zie, dan
denk ik: Daan weg wezen. Dan ga ik
langs de kortste weg naar Kammeijer en
neem ik er één op de vrijheid. De vrijheid
is een groot goed en zolang deze twee
kleine beentjes stevig op de aarde staan,
denk ik er niet aan om me ergens in te
kopen. Ik speel nog wat op de klarinet en
als ik 's middags hier kom, dan waaien
de consumpties vanzelf naar me toe. Dat
is het voordeel van de ouderdom. De
mensen worden ontzettend vriendelijk
voor je. Vragen doe ik nooit, maar als ik
4. e, en, hoef ik nooit meer dan een klein
tje koffie te betalen".
„Dames en heren
de lotery
Ome Daan zorgt voor het hoogte
punt van de feestavond: twee
maal komt hij voor het biljart om
op zijn Hongaarse klarinet een
klinkende solo te blazen, die ruim
toereikend is voor een Jaarbeurs
hal.
vereniging. Wij komen alleen bij elkaar
om wat te praten en te drinken. We heb
ben allemaal voor het voetlicht gestaan
en de schmink geroken. Ik vormde zelf
een zangduo met mijn vrouw. In de beste
huizen stonden we, maar in dit vak komt
het afscheid altijd gauw. Je gaat een ge-
bitje dragen, je krijgt een brilletje en
voordat je het weet ben je te oud voor
een tweestemmig liedje of een komische
schets.
Daarom is het zo'n zegen, dat wc er
hier op ons dooie gemak over na kunnen
praten".
(Van onze correspondent)
KEULEN De „autotreinen", waar
mee Westduitse vakantiegangers met hun
auto-en-al naar het zuiden zijn getrok
ken, z(jn het afgelopen jaar een gewel
dig succes geweest, zegt de „Deutsche
Bundesbahn" in haar jaarverslag.
De alleen in het binnenland rijdende
autotrein" van Düsseldorf naar Karls
ruhe 's morgens om 7 uur weg, 's mor
gens om 11 uur in Karlsruhe werd
zoveel gebruikt, dat de Westduitse staats
spoorwegen dit jaar een tweede verbin
ding in het leven zullen roepen, die
Wattenscheid (in 't Roergebied) als uit
gangspunt heeft. Door met de auto per
trein naar Karlsruhe te reizen, wordt
de automobilist het passeren van de zo
druk bereden Autobahn Keulen - Frank
furt en de ,,doods-etappe" Frankfurt
Mannheim bespaard.
Dit jaar wil de „Deutsche Bundesbahn'
nog een ander experiment wagen. Het
wil ook de eigenaars van aanhangwa
gens in de gelegenheid stellen van de
„autotreinen" gebruik te maken. Tot dus
verre waren die alleen voor auto's,
niet' voor woonwagens. Dit jaar kunnen
ook aanhangwagens worden verladen.
In een verre toekomst wordt er zelfs
aan gedacht om autobussen op de trein
te zetten, ook autocars die uit het bui
teland komen, b-v. op de route Enge
land Zuid-Europa.
Over het algemeen is de „trend" on
der de treinreizigers dat zij comfortabel
willen reizen. In het „Hauptbahnhof"
Kelen werden in het afgelopen jaar
6 procent meer eerste-klasse-kaartjes
verkocht dan in 1963. De beste zaken
maakt de „Bundesbahn" met de TEE
treinen en de „Fernreise"-treinen. Op
de gewone treinen heeft de „Bundes
bahn" in 1964 rond 900 miljoen mark
verloren. Het zgn „beroepsverkeer" ver
minderde in het areaal van de „Bundes-
bahndirektion" in Keulen met ongeveer
10 procent in 1964. Deze 10 procent vroe
gere „forensen" gaat nu met de auto
naar en van de stad.
Advertentie)
Elke OLVEH polis is winstdelend.
even aandacht voor
roept de secretaris, „alleen de
vaste leden mogen meedoen en wie een
prijsje heeft, valt af". Er wordt een getal
opgeschreven en de monden doen mom
pelend een gooi naar de buit. Een worst,
een fles vermout, een boek met zeer
kleine lettertjes. Er is voor elk lid een
prijs en iedereen krijgt een kalender.
De worst gaat er als laatste uit. Hij
wordt door twintig ogen intens begeerd
maar de secretaris raadt het nummer. In
die dingen is hij niet alleen eerlijk, maar
ook nog gelukkig. „Onze club", heeft hij
eerder op de avond gezegd, „is geen vak-
Daar ontwikkelde zich een zeer ge
animeerd gesprek over alle mogelij
ke onderwerpen, waar Harrie veel aan
deel nam. Hij wist wel een en ander
en dat wilde hij graag etaleren. Maar
hij wilde ook wel luisteren. Handig
bracht hij het gesprek op de ritten
met de brik en toen hoefde hij een
half uur niets te zeggen De jongens
waren er vol van, het was de mooi
ste herinnering uit hun jeugd. Har
rie ontdekte vlug dat ieder had ge
keken op zijn eigen manier, maar bij
allen was de liefde voor Brabant
sterk aanwezig. Ze wisten er iets van
en konden er over meepraten. Dat
was dus het werk van grootmoeder
Godefrieda. Wat zou het voor hun
later leven betekenen?
Godefriedus gromde: „Wat heb je
er aan als je veel van Brabant af
weet als de provincie er toch aan
gaat. Ik hoor pater Gerlachus nog
roepen in de kerk: Brabant moet
agrarisch blijven! Daar komt niets
van terecht". „Dat zal wel lang ge
leden zijn", zei Harrie. „Ik geloof
niet, dat men dit thans nog van de
kansel zal roepen. Nu marcheren de
priesters vooraan bij de arbeidersor
ganisaties en de boerenbonden. Het
heeft niets geholpen dat de clerus
de industriële ontwikkeling van Bra
bant zo lang mogelijk heeft tegenge
houden, en dat is maar goed ook.
Wat wilt u, meneer Van Stapelen?
Brabant is niet een echt agrarisch
land. Cultuurgrond van hoge vrucht-
waarde heeft Brabant weinig. Wel is
er een groot potentieel aan mensen.
Waar moesten ze daarmee blijven?
Armoede lijden of het alternatief-
weggaan. Het is goed dat verstandige
lieden hebben ingezien dat hier in
dustrie moest komen. In Midden-Bra
bant en ook elders zijn grote bedrij-
ven verrezen en we staan nog pas
aan het begin. Dat is een zegen voor
de provincie. Als er geen industrie
was gekomen, was Brabant armer
geworden dan in de generaliteitspe-
«7 erë was".
„We hebben nog niet veel in de pap
i te brokken', zei Mari. „Wat wil ie
Man? Brabant is eeuwenlang ge-
knecht en vernederd; dat veroor-
zaakt aftakeling in ieder opzicht, de
4 ??fIVSen kl?Jgen dan °p den duur een
i £lS?KSe natu.ur Toen we de vrijheid
hebben herkregen is men terstond
i „!??nuner? ,met het herstel, maar dat
l gaat heel langzaam als er bijna niets
J 'T'OEN sprak hij over autolhtone en
oen sprak hij over autochtone en
i ie «22orlingen, en émigranten. „Het
J is niet zo merkwaardig", zei hij „dat
tenminste het stafpersoneel van gro
te bedrijven niet wordt gerekruteerd
uit autochtone Brabanders. Het zijn
bijna allen vreemdelingen, uit ons
land en uit het buitenland, en niet-
katholiek. Onze eigen mensen kun
nen het nog niet. We hebben gebrek
aan leiders, aan wetenschappelijk ge
vormde mensen. Waar zouden we ze
vandaan hebben moeten halen? De
magistratuur en de overheid zijn ook
nog voor een groot deel niet-Brabants
en niet-katholiek".
Godefrieda voelde een schokje door
haar nek gaan. Het was bijna veer
tig jaar geleden dat Jan Griniau op
zijn bittere toon had gezegd dat we
de mensen, die Brabant tot aanzien
moeten brengen, nog moeten oplei
den. Er moesten scholen gebouwd
worden.
..In Tilburg is nu een belangrijk
instituut voor onderwijs gekomen",
ging Harrie verder. „Zo gaan we
door, maar het zal nog wel een hal
ve eeuw duren eer we zijn waar we
wezen moeten. De magistratuur, de
overheid en de leiding van grote be
drijven hoeft niet per se Brabants
en katholiek te zijn, maar het hoeft
ook niet helemaal anders te zijn.
Een paar dingen hebben we ontdekt
in de afgelopen kwarteeuw. De Bra
bander is geschikt voor de industrie
in groot verband gezien. Van nature
is hij goedmoeds en trouw; een van
de redenen waarom in Brabant zel
den ernstige arbeidsonlusten zijn voor
gekomen. En hij heeft een groot en
soepel opnamevermogen; een van de
redenen waarom allochtone Braban
ders graag in Brabant wonen en wer
ken". „Is dat een les van de kweek
school?" vroeg Willem een beetje
ironisch. „Het is een les van de
kweekschool en van het leven, Wil
lem. Als je je ogen en oren open
houdt kun je veel zien en horen. Dat
hebben jullie toch ook ondervonden
toen je met je grootmoeder met de
brik door Brabant reed. Maar jullie
zijn anders opgevoed dan ik, je hebt
een andere schoolopleiding gehad, je
hebt in een ander milieu geleefd en
je bent nog een paar jaar jonger",
lachte hij.
Het was al laat toen Harrie na
een hartelijk afscheid vertrok. Hij
bond zijn wandelstok weer aan de
fietsstang, vouwde de witzijden hals
doek onder zijn kin en liep met Fried-
je door de beemd; ze bracht hem
weg tot op de brug. „Hoe is je in
druk?" vroeg ze. „Goed, het was
leuk en gezellig, jullie zijn hartelijke
mensen. Het is een mooi gezin en
er is een goede verstandhouding. Dat
mis je erg als je enige zoon bent.
Mari is een interessante jongen. Of
schoon ik hem uiteraard in die paar
uur niet geheel heb leren kennen, heb
ik toch de indruk dat hij een dimen
sie meer heeft". „Wat bedoel je
daar mee?" „Dat weet ik zelf niet
precies. Mij dunkt dat er iets groots
in die jongen steekt. Ik hoop dat ik
me niet vergis en dat het er uit
komt. Willem is op en top een sla
ger Hij zal het er wel op aansturen,
dat hij te zijner tijd zelf een slagerij
begint. Toon is een niet boerachtige
echte boer, laat ik liever zeggen land
bouwer. Hij is wat teruggetrokken en
toch een aardige vent. Misschien
steekt er een groot boerenleider in
hem. Van Jan en Karei kun je al
leen nog maar zeggen, dat het kal
me keurige jongens zijn". „Het is
nogal", zei Friedje. „Je hebt er geen
kijk op. Het zijn rabauwen". „Dat
waren ze misschien voordat jij naar
het pensionaat ging", plaagde hij.
Nog even stonden ze bij elkaar op de
brug. De maan, in het laatste kwar
tier. was half versoholen achter ijle
wolken, haar zilverige glans lag op
die wattige vacht en sloeg neer op
de traag stromende rivier. „Woon jij
hier graag?" vroeg hij. „Ja, heel
graag. Ik geloof dat mensen die op
een dorp wonen en in de stad wer
ken, iets voor hebben op anderen,
die alleen het dorp of alleen de stad
kennen". Een kille windvlaag ruiste
vanuit de beemd naar hen toe, ze
rilde ervan. „Jij moet naar huis",
zei hij en sloeg zijn arm om haar
heen. Dan kuste hij haar. „Lieveling,
tot zondag bij ons thuis. Ik vrees
dat het voor jou niet zo interessant
zal zijn als het voor mij is geweest".
Hij sprong op zijn hoge fiets en reed
weg, ze bleef hem na staan kijken
tot hij geheel door het donker was
opgenomen.
Thuis lag alles al in bed, behalve
Mari, Toontje en Willem, die weer
als pilaren in de woonkamer ston
den. Op slag wérd ze woedend. „Zeg
het maar!" snibde ze. „Onder elkaar
hebben we er nog eens over gepraat",
zei Mari. „We hebben besloten dat
we hem voorlopig niet in de Dom
mel zullen rmijten", voegde Willem
eraan toe.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Een sigarenfabriek in het Brabantse Zeelst heeft
dezer dagen te Parijs een contract getekend met een grote Franse
firma voor de exclusieve import en verkoop in ons land van een be
paald merk kauwgom. Dit merk verscheen van tijd tot tijd in kleine
hoeveelheden op de Nederlandse markt om te voldoen aan de voor
waarden van het merkenrecht, maar de fabriek gaat er nu zijn hele
verkoopapparaat achter zetten.
De sigarenfabriek heeft hiertoe be
sloten uit verkooptechnische overwegin
gen. De verkoop van grote sigaren loopt
iets terug ten voordele van de senoritas.
Voorts speelt mee de financiering van de
overschakeling naar de mechanisatie,
maar als voornaamste argument, voor
de introductie van de kauwgom geldt,
dat het vertegenwoordigerskorps beter
benut kan worden.
Vertegenwoordigers, die zich uitsluitend
specialiseren op de sigaar, krijgen bij de
winkeliers nogal eens neen te horen,
omdat een concurrent hen al voor is ge
weest. Door middel van de kauwgom kan
dit vergeefse bezoek dan toch leiden
tot een order. De vertegenwoordiger
heeft namelijk meer te bieden dan alleen
maar sigaren. Hij kan dank zij de kauw
gom nog even blijven kleven en voor
komt, dat het verkoopgesprek al om
hals is gebracht nog vóór het ontstaan is.
Aan dit besluit van de fabriek is een
gedegen marktonderzoek voorafgegaan.
Dit heeft uitgewezen, dat er voor dit ar
tikel in ons land cen redelijk goede
markt aa<nwezig is. Dit verschijnsel,
waarop de fabriek thans heeft inge-
haakt, biedt tevens soelaas aan de de- sigaretten en de stijgende verkoopkosten
taillist, die de teruglopende omzet van
opvangt door de verkoop van tijdschrif
ten, snoepgoed, balpuntpennen etc., een
ontwikkeling, die door de supermarkten
is ingezet.
De fabriek treedt door de verkoop van
kauwgom niet toe tot de rijen van de
zoetwarengrossiers, maar komt hiermee
wel tegemoet aan de detaillisten, die hun
assortiment al hebben uitgebreid, dan
wel hiertoe wensen over te gaan.
Wat de neiging tot kauwen betreft,
die blijkens de bevindingen van het
marktonderzoek intensiever wordt, de
ze zou wel eens kunnen samenhangen
met het verminderde verbruik van siga
retten, alsmede met het meer en meer
veramerikaniseren van onze samenleving.
Ook inzoverre mikt de fabriek op het
geaccepteerd worden in een ontwikke
ling, waarvan het einde nog niet in zicht
(Advertentie)
De invasie in Normandië, op 6 juni
1944, slaagde niet alleen door het over
wicht aan mensen en materieel van de
geallieerden. Ook de verwarring en de
falende organisatie aan de kant van de
verdedigers vormden niet de hoofdoor
zaak van het succes der landingen. Een
heel complex van factoren, beurtelings
voordelig en noodlottig leverden tenslot
te het geschiedkundige feit van de ge
slaagde landing op. Of ooit alle factoren
verantwoord gerangschikt, bekend zullen
worden moet worden betwijfeld. Maar
er is een begin gemaakt met het ge
detailleerd uitwerken van het altijd weer
meeslepende invasie-verhaal, namelijk
door de res. brigade-generaal S. L. A.
Marshall, die als brigade-generaal de
invasie meemaakte.
Marshall heeft het bekende boek van
Cornelius Ryan „De langste dag" als
vertrekpunt gekozen voor een strate
gisch uitgewerkt relaas over de nacht
die aan deze langste dag voorafging.
In deze nacht namelijk werden twee
Amerikaanse divisies luchtlandingstroe
pen boven Normandië neergelaten. Zij
moesten de weg bereiden voor de troe
pen die bij het ochtendkrieken zouden
landen en tevens enkele strategische
punten in het achterland bezetten.
De twee divisies behoren tot de
zwaarst getroffen onderdelen van alle
die bij de invasie betrokken waren. Hun
kaarten klopten niet en honderden pa
ra's kwamen terecht in gevaarlijke moe
rassen. Anderen vielen midden in de
dorpen neer of werden door Duitse
scherpschutters, toen de eerste verras
sing voorbij was, hangend aan hun pa
rachutes doodgeschoten.
Onafhankelijk van elkaar opererend,
zonder behoorlijke communicatie, moes
ten zij op eigen initiatief te werk gaan.
Pas onder zulke omstandigheden blijkt
wat de soldaat als individu waard is.
Het is de twee Amerikaanse divisies zó
vergaan, dat vrijwel elk van de para
chutisten een commando-opdracht had.
Desondanks, of wellicht juist dank zij
deze situatie, maakten zij het terrein
rijp voor de grote landingen uit zee.
Generaal Marshall heeft met zijn ken
nis van zaken als veldheer puttend uit
eigen ervaring en uit die van vele an
deren, het verhaal van de nacht van 5
op 6 juni op schrift gesteld. Het kreeg
de vanzelfsprekende titel „De nacht vóór
de langste dag".
Het boek is uitermate boeiend. Tal
van kaarten en illustraties maken dui
delijk hoe de tactische bewegingen van
de para-divisies waren gepland en hoe
zij uiteindelijk verliepen. Ook menselij
ke trekjes zijn in het relaas verwerkt.
Het boek is een waardevol stuk oor
logshistorie. In Nederland is het ver
schenen bij Van Holkema en Warendorf
n.v. te Amsterdam.
Het is een goed idee geweest van de
kon. Verkade fabrieken n.v. om ter ge
legenheid van de honderdste geboorte
dag van dr. Jac. Thijsse het gedenkboek
VOGELZANG uit te geven. De tekst is
van wijlen dr. Thijsse zelf. Hij had het
manuscript voor Vogelzang al in 1938
toegezonden voor een nieuwe uitgave
in de bekende albumserie. Door de oor
log en allerlei omstandigheden daarna
is van publikaties niets gekomen. Vogel
zang bleef opgeborgen in het archief.
Het is er uitgehaald als een hommage
aan de grote dierenvriend, wiens pu
blikaties in het verleden zovelen heb
ben geholpen dieper door te dringen in
de schoonheid van de natuur.
Dit zangvogelboek is in de bekende
Thijsse-stijl geschreven, eenvoudig en
helder, getuigend van een grote liefde
om de natuur. De geschilderde plaatjes
van destijds zijn vervangen door foto's,
zwart-wit en kleuren. De kwaliteit ervan
laat niet veel te wensen over. Toch mis
sen we de charme van de vroeger in
deze albums gebruikelijke illustraties
Ook is het niet gelukt alle (kleine) zang
vogels voor de lens te vangen. Maar
dit is geen ernstig bezwaar. Vogelzang
is cen uitgave die beantwoordt aan de
doelstelling van dr. Thijsse, de mensen
en vooral de kinderen te brengen naar
de natuur. Men had zijn honderdste ge
boortedag niet beter kunnen herdenken.
Ruimte vragen voor de bespreking van
een boek als het hier bedoelde van Jo
sef Pieper lijkt voor de gemiddelde dag
bladlezer wellicht verloren ruimte. De
pas overleden dichter Eliot beantwoordt
deze mening ongeveer als volgt: ik zou
willen dat aan de mensen een filoso
fische vorming kon worden gegeven, die
iets meer is dan de voorbereiding op
een functie of een middel om technisch
kunnen en maatschappelijk succes te
verwerven. „Ons aansluitend bij deze
wellicht utopische wens, durven wij
Piepers werk aan te bevelen aan iedere
intellectueel-gevormde. Hij zal bij de le
zing van dit ondanks de behandel
de stof boeiend geschreven boek tot
de bevinding komen, dat juist nu het
„denken", het scholastieke denken, een
van de weinige mogelijkheden is om te
midden van een overstroming van door
niemand meer te beheersen materiaal
van-weten het fonds van wijsheid waar
van de mens leeft, kenbaar en aanwe
zig te maken. Pieper behandelt figuren
en problemen van de middeleeuwse fi
losofie uit de tijd tussen Boëthius en
Willem van Ockam. Zeer interessant is
het kennis te maken met de spanningen,
die de overgang van het augustiniaans-
platonisch geïnspireerde wereldbeeld
naar het aristotelische oproept. Juist
daarom zo interessant omdat in onze
dagen het aristotelisch wereldbeeld met
rasse schreden aan het verdwijnen is.
Pieper besluit zijn historische beschou
wingen met de vraag naar de actuali
teit van het verleden voor de mens van
heden. Eigentijdse problemen kunnen
geen eigentijdse oplossing krijgen zon
der kennis van het verleden. (Uitgave
van De Spaarnestad te Haarlem).
J. H.
Ook zonder de ridderverhalen die de
televisie brengt, zouden boeken waarin
middeleeuwse helden dapper zwaaiend
met een zwaard avontuur na avontuur
beleven, gretig aftrek vinden. Maar Ivan-
hoe (z.g.en Sir Lancelot stimuleren
toch beslist de belangstelling, die de
jeugd van nature al voor dit genre heeft.
Zo zullen de twee boeken over Prins
IJzerhart, die onlangs verschenen, on
middellijk aanspreken omdat er veel be
kend in voorkomt: Prins IJzerhart is
een tijdgenoot van Sir Lancelot, en die
grote t.v.-held komt ook in levenden lij
ve voor in de verhalen die Harold Foster
(schepper van de voor de oorlog zo ge
liefde stripverhaal-prins Valiant) en
Max Treil voor hun hoofdfiguur uitden
ken. Koning Arthur en zijn beroemde
Tafelronde, zijn tegenstanders, alle me
despelenden" schijnen regelrecht weg
gelopen uit het t.v.-feuilleton.
De beide boeken (uitgegeven bij N V
Uitgeversmij. Pax in Den Haag) vormen
een synthese tussen het geïllustreerde
verhaal en het stripverhaal: elke pagina
bevat verscheidene tekeningen die stuk
voor stuk boeien.
„In de dagen van koning Arthur" en
„De strijd tegen de Hunnen" bevatten
samen een reeks van avonturen, die een
uitgebreide leeftijdgroep lange tijd ge
spannen aan het lezen zal houden.