Bloed van oud-artiesten stroomt nog krachtig Sigarenfabriek aan de (klap?)kauwgom Autotreinen een succes in de Bondsrepubliek BOEKENPLANK Ome Daan zorgde voor klapstuk I Geen capitulatie Plakken leverworst Geen vakvereniging Luxe reizen doen opgeld 17 17 MERKWAARDIGE SOCIËTEIT IN DEN HAAG ja! ik heb ze altijd bij me in m'n tasje Cen traal-Kongo Stammenoorlog eist 100 doden Dr. Luther King gehuldigd om Nobelprijs Reactor-Centrum Petten nadelig voor toerisme? &tS,tPIaatsen Petten en st- DOOR Walter Breedveld Vertegenwoordiger blijft kleven De nacht voor de langste dag Vogelzang Scholastiek Prins IJzerhart DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 29 JANUARI 1965 (Advertentie) (vandaag even nieuwe wybertjes heden bij de apotheker of de drogist (Van een onzer redacteuren) Ome Daan zorgde onbetwist voor het klapstuk in de lustrumviering van de Haagse sociëteit van oud-artiesten. „Nog vele jaren". Waar deze 88-jarige de onge hoorde ademstond vandaan haalde, wist niemand, maar hjj flikte het toch maar. Tegen negenen dribbelde hij als een be- genadigd pingelaar tussen de tafeltjes door en gritste hij zijn vuurrode klarinet van het biljart. Tegen de man achter het elektronisch orgeltje riep hy nog: „Is het niet te lang?", maar deze schudde het hoofd en zei: „Als je het niet meer bij kan sloffen, dan geef je maar een seintje We kunnen kappen, waar we willen. Ome Daan glimlachte vergevingsgezind. Hij. Dan Louis, The Musical Wonder, lijn rechte afstammeling van de grote Bouw meester en mimiker bij de gratie Gods zou opeens geen adem genoeg meer heb ben voor zo'n eenvoudig werkje als de serenade van Tosti? Alleen het idee maak te hem al driftig. Hij dreef het instrument tussen de lippen, spande de kaken en stampte op de vloer. Een seconde latei- barstte hij los: feestelijk, triomfantelijk en keihard. Na een halve minuut stond zijn rond strijdvaardig hoofd reeds als een purperen lampion tussen zijn schou ders, maar hij dacht er niet over om het volume te temperen. Integendeel, bij het fortissimo gaf hij hem nog eens extra van Jet en caramboleerde hij de muzieknoten zo krachtig tegen de doorrookte zoldering dat het leek, alsof hem opdracht was ge- feven de reveille te blazen in een militair ampement. Aan de ronde stamtafel in café Kam- meijer werd slechts met een half oor naar zijr. krachttoer geluisterd, want de leden zaten zelf op de stoelen te rijen in af wachting van hun eigen beurt. De sou brettes van eergisteren, de zangers van het vergeelde levenslied, de goochelaars en cascadeurs keken begerig naar het bil jart, want ook zij wilden wel eens een vergeten herfstblad wegblazen. Eensge zind hadden ze in het begin hun lijflied „Van je hoempa, hoempa hoempa AOW" ingezet maar deze ode aan de appel voor de laatste dorst was waarachtig nog geen onvoorwaardelijke capitulatie maar een bewijs dat hun sterren nog steeds glan zend stralen. Wat zou meneer bijvoorbeeld denken van de 75-jarige Marga Verwey die zich zoeven heeft verwijderd voor haar trans- i formatieschets over de Volendamse meis- K jes. Met authentieke hulk, doorpekelde japon en bloedkoralen springt ze straks vanuit de damestoiletten het café binnen BIJ ELK DOOSJE NU EEN GRATIS WYBERT-SPELDJE LEOPOLDSTAD Bijna 100 krijgers van de Bambala-stam zijn om het le ven gekomen bij een treffen tussen de Bambala en de Bashilele in Centraal- Kongo, ongeveer 400 kilometer ten oos ten van Leopoldstad. Wanneer de slag tussen beide stammen heeft plaatsge vonden is n°g niet bekend. De Bambala- stam zou 40 kinderen, negen vrouwen en drie onderwijzers hebben ontvoerd. ATLANTA, Georgia, De Amerikaan se negerleider dominee Martin Luther King is in een hotel in Atlanta, Geor gia, door 1500 blanken en zwarte stad genoten gevierd vanwege zijn Nobelprijs voor de vrede. De dominee deed een beroep op „mil joenen mensen van goede wil" in het blanke zuiden van de VS om hun stem te verheffen in de rassenkwestie. King zei voortzetting van zijn strijd toe, en waarschuwde aat nog een „lan ge. lange weg" moest worden afgelegd vooraleer aan de Amerikaanse neger recht was geschied. Daarbij moest de blanke man niet onder komen te liggen of worden vernederd, zei hij, „maar moeten zijn vriendschap en begrip ge wonnen worden. Wij moeten niet de ene dwingelandij vervangen door de andere. Een doctrine van zwarte overheer sing is even gevaarlijk als een van blanke". De toegangsbewijzen tot de viering kostten 6,50 dollar. Vijfhonderd mensen konden er geen meer krijgen. Zo'n hul diging heeft een neger in Atlanta nog nooit gehad. Kings vrouw en kinderen, die hun man en vader zelden buiten de kerk waarin hij onderpastoor van zijn vader is aan de gang zien, deelden in de hul diging. King kreeg ^en punch bowl waarin de inscriptie was gegraveerd: „Doctor Martin Luther King jr, citizen of At lanta, recipient of the 1964 Nobel peace prize. With respect and admiration". Buiten het hotel werd een protestdemon stratie gehouden. De klok wordt fors teruggedraaid als een van de leden, Edo van Veen, zingend de oude bon-vivant weer ten tonele voert, de man met witte sjaal en hoge hoed, die na een avond plezier moeite heeft om in bed te komen. (Van een onzer verslaggevers) PETTEN Publicaties over gevaren van het Reactor-Centrum Nederland in de duinen bij Petten zou in Noordhol landse kustplaatsen het vreemdelingen verkeer nadelig kunnen beinvloeden. Tot deze conclusie kwam het actieco mité Petten, dat dezer dagen werd op gericht, nadat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hun goedkeuring aan het uitbreidingsplan voor dit dorp hadden onthouden. In het plan was een groot aantal woningen voor RCN-employés ge pland. De gevaren die het reactorce- trum met zich brengt zou een motief voor de afwijzing van het uitbreidings plan zijn. Bij het comité rijst echter de vraag of het R.C.N. inderdaad gevaar voor omgeving oplevert, aangezien de commissaris van de Koningin en Ged. otaten eerst wel in principe bereid wa- „n11 ueï E?an* waarvan ook de directie an het R.C.N. op de hoogte was, goed iu.fr Urej' Afgezien van de teleurstel- G a.fwtizing op zichzelf, maakt „a ü!11' uvlch .zor8en over de invloed hü?n?lpu !ies °P het toerisme, in om het verhaal te vertellen van Arie, die naar de wilde vaart is gegaan. Het is een stukje zeemansellende, dat er zijn mag en het smeuiige refrein waarin Arie drin gend wordt aangraden naar huis terug te keren wordt door alle leden meegezongen. Spontaan haakt men in en arm in arm doen de oud-artiesten een collectieve aan val op Arie. Marga Verwey zit overigens niet voor één havengat gevangen en heeft voor de feestvierenden ook nog het lied in petto over het meisje met haar intrigerende krullen. Zeven ijzersterke coupletten die ze play-back met haar eigen, ijle gram mofoonplaat mimeert. Er hangt een sfeer van grote tevreden heid in het zaaltje. De glazen worden regelmatig bijgevuld en voor de liefheb bers zijn er plakken leverworst, croquet- ten en zuur. En als de leden een sigaartje willen, ze staan er voor. De leden knik ken en één van hen roept schor: „Ik wil geen zuur. ik heb het zelf al dagen". Het kleine handjevol gelach incasseert hij met voldoening. „Een witz", zegt hij te gen z'n buurman, „ik had hem toch beter voor het laatst kunnen bewaren want de echte stemming moet nog komen". „Heeft iedereen een croquet gehad?" vraagt de ober peilend, want hij heeft er nog vier over. Die waren bestemd voor de leden, die zich ziek hebben gemeld. „Ziek te en dood zijn onvermijdelijk in een club als de onze", heeft secretaris-penning- meester Van Noord gezegd. ..maar van avond is het feest vanavond is er geen plaats voor wanklank". Toch heeft er even een onweerswolk boven de stamtafel gehangen want de voorzitter heeft in zijn openingswoord verzuimd om de secretaris in zijn hulde te betrekken. In de tweede speech heeft een ander lid dat weer goedgemaakt, maar de mokkende secretaris wil toch wel even kwijt, dat hij het niet fijntjes heeft gevonden van de geachte voorzitter. „Ik ben eerlijk in die dingen", roept hij kor zelig uit „ik houd zulke dingen niet voor me". Hij kijkt de kring rond. Alle leden laten het kopje hangen. Ze hebben er nooit aan getwijfeld, dat de secretaris eerlijk is in die dingen. Eerlijk is eerlijk Na het requisitoir heft de voorzitter zijn glas en nipt voorzichtig. Hij doet net of hij niets gehoord heeft. In feite is dat ook zo. Eén van de soubrettes is opgestaan en zegt, dat ze niet alleen de secretaris wil bedanken, maar alle leden, zonder uitzon dering. Haar galante list lukt. De mannen knikken en roepen: „Sans rancune". En de caféhouder geeft een wenk aan de ac cordeonisten. Muziek. De minuten verstrijken. Los zand tus sen de vingers door. Aan de caféruit lik- kebaart de regen. Ome Daan is tevreden onderuit gezakt en kijkt naar zijn jongste zoon. Een flinke jongen. Hij heeft er re kening mee gehouden dat het vanavond een latertje wordt en daarom heeft hij vast warm eten voor morgen gemaakt. Goelasj met macaroni. Lekker vet, want dat smeert de spieren. „Ik doe alles zelf", zegt hij. „koken, mijn wasje, mijn eten. Soms treed ik in een bejaardentehuis op en als ik dan al die ouwetjes zie, dan denk ik: Daan weg wezen. Dan ga ik langs de kortste weg naar Kammeijer en neem ik er één op de vrijheid. De vrijheid is een groot goed en zolang deze twee kleine beentjes stevig op de aarde staan, denk ik er niet aan om me ergens in te kopen. Ik speel nog wat op de klarinet en als ik 's middags hier kom, dan waaien de consumpties vanzelf naar me toe. Dat is het voordeel van de ouderdom. De mensen worden ontzettend vriendelijk voor je. Vragen doe ik nooit, maar als ik 4. e, en, hoef ik nooit meer dan een klein tje koffie te betalen". „Dames en heren de lotery Ome Daan zorgt voor het hoogte punt van de feestavond: twee maal komt hij voor het biljart om op zijn Hongaarse klarinet een klinkende solo te blazen, die ruim toereikend is voor een Jaarbeurs hal. vereniging. Wij komen alleen bij elkaar om wat te praten en te drinken. We heb ben allemaal voor het voetlicht gestaan en de schmink geroken. Ik vormde zelf een zangduo met mijn vrouw. In de beste huizen stonden we, maar in dit vak komt het afscheid altijd gauw. Je gaat een ge- bitje dragen, je krijgt een brilletje en voordat je het weet ben je te oud voor een tweestemmig liedje of een komische schets. Daarom is het zo'n zegen, dat wc er hier op ons dooie gemak over na kunnen praten". (Van onze correspondent) KEULEN De „autotreinen", waar mee Westduitse vakantiegangers met hun auto-en-al naar het zuiden zijn getrok ken, z(jn het afgelopen jaar een gewel dig succes geweest, zegt de „Deutsche Bundesbahn" in haar jaarverslag. De alleen in het binnenland rijdende autotrein" van Düsseldorf naar Karls ruhe 's morgens om 7 uur weg, 's mor gens om 11 uur in Karlsruhe werd zoveel gebruikt, dat de Westduitse staats spoorwegen dit jaar een tweede verbin ding in het leven zullen roepen, die Wattenscheid (in 't Roergebied) als uit gangspunt heeft. Door met de auto per trein naar Karlsruhe te reizen, wordt de automobilist het passeren van de zo druk bereden Autobahn Keulen - Frank furt en de ,,doods-etappe" Frankfurt Mannheim bespaard. Dit jaar wil de „Deutsche Bundesbahn' nog een ander experiment wagen. Het wil ook de eigenaars van aanhangwa gens in de gelegenheid stellen van de „autotreinen" gebruik te maken. Tot dus verre waren die alleen voor auto's, niet' voor woonwagens. Dit jaar kunnen ook aanhangwagens worden verladen. In een verre toekomst wordt er zelfs aan gedacht om autobussen op de trein te zetten, ook autocars die uit het bui teland komen, b-v. op de route Enge land Zuid-Europa. Over het algemeen is de „trend" on der de treinreizigers dat zij comfortabel willen reizen. In het „Hauptbahnhof" Kelen werden in het afgelopen jaar 6 procent meer eerste-klasse-kaartjes verkocht dan in 1963. De beste zaken maakt de „Bundesbahn" met de TEE treinen en de „Fernreise"-treinen. Op de gewone treinen heeft de „Bundes bahn" in 1964 rond 900 miljoen mark verloren. Het zgn „beroepsverkeer" ver minderde in het areaal van de „Bundes- bahndirektion" in Keulen met ongeveer 10 procent in 1964. Deze 10 procent vroe gere „forensen" gaat nu met de auto naar en van de stad. Advertentie) Elke OLVEH polis is winstdelend. even aandacht voor roept de secretaris, „alleen de vaste leden mogen meedoen en wie een prijsje heeft, valt af". Er wordt een getal opgeschreven en de monden doen mom pelend een gooi naar de buit. Een worst, een fles vermout, een boek met zeer kleine lettertjes. Er is voor elk lid een prijs en iedereen krijgt een kalender. De worst gaat er als laatste uit. Hij wordt door twintig ogen intens begeerd maar de secretaris raadt het nummer. In die dingen is hij niet alleen eerlijk, maar ook nog gelukkig. „Onze club", heeft hij eerder op de avond gezegd, „is geen vak- Daar ontwikkelde zich een zeer ge animeerd gesprek over alle mogelij ke onderwerpen, waar Harrie veel aan deel nam. Hij wist wel een en ander en dat wilde hij graag etaleren. Maar hij wilde ook wel luisteren. Handig bracht hij het gesprek op de ritten met de brik en toen hoefde hij een half uur niets te zeggen De jongens waren er vol van, het was de mooi ste herinnering uit hun jeugd. Har rie ontdekte vlug dat ieder had ge keken op zijn eigen manier, maar bij allen was de liefde voor Brabant sterk aanwezig. Ze wisten er iets van en konden er over meepraten. Dat was dus het werk van grootmoeder Godefrieda. Wat zou het voor hun later leven betekenen? Godefriedus gromde: „Wat heb je er aan als je veel van Brabant af weet als de provincie er toch aan gaat. Ik hoor pater Gerlachus nog roepen in de kerk: Brabant moet agrarisch blijven! Daar komt niets van terecht". „Dat zal wel lang ge leden zijn", zei Harrie. „Ik geloof niet, dat men dit thans nog van de kansel zal roepen. Nu marcheren de priesters vooraan bij de arbeidersor ganisaties en de boerenbonden. Het heeft niets geholpen dat de clerus de industriële ontwikkeling van Bra bant zo lang mogelijk heeft tegenge houden, en dat is maar goed ook. Wat wilt u, meneer Van Stapelen? Brabant is niet een echt agrarisch land. Cultuurgrond van hoge vrucht- waarde heeft Brabant weinig. Wel is er een groot potentieel aan mensen. Waar moesten ze daarmee blijven? Armoede lijden of het alternatief- weggaan. Het is goed dat verstandige lieden hebben ingezien dat hier in dustrie moest komen. In Midden-Bra bant en ook elders zijn grote bedrij- ven verrezen en we staan nog pas aan het begin. Dat is een zegen voor de provincie. Als er geen industrie was gekomen, was Brabant armer geworden dan in de generaliteitspe- «7 erë was". „We hebben nog niet veel in de pap i te brokken', zei Mari. „Wat wil ie Man? Brabant is eeuwenlang ge- knecht en vernederd; dat veroor- zaakt aftakeling in ieder opzicht, de 4 ??fIVSen kl?Jgen dan °p den duur een i £lS?KSe natu.ur Toen we de vrijheid hebben herkregen is men terstond i „!??nuner? ,met het herstel, maar dat l gaat heel langzaam als er bijna niets J 'T'OEN sprak hij over autolhtone en oen sprak hij over autochtone en i ie «22orlingen, en émigranten. „Het J is niet zo merkwaardig", zei hij „dat tenminste het stafpersoneel van gro te bedrijven niet wordt gerekruteerd uit autochtone Brabanders. Het zijn bijna allen vreemdelingen, uit ons land en uit het buitenland, en niet- katholiek. Onze eigen mensen kun nen het nog niet. We hebben gebrek aan leiders, aan wetenschappelijk ge vormde mensen. Waar zouden we ze vandaan hebben moeten halen? De magistratuur en de overheid zijn ook nog voor een groot deel niet-Brabants en niet-katholiek". Godefrieda voelde een schokje door haar nek gaan. Het was bijna veer tig jaar geleden dat Jan Griniau op zijn bittere toon had gezegd dat we de mensen, die Brabant tot aanzien moeten brengen, nog moeten oplei den. Er moesten scholen gebouwd worden. ..In Tilburg is nu een belangrijk instituut voor onderwijs gekomen", ging Harrie verder. „Zo gaan we door, maar het zal nog wel een hal ve eeuw duren eer we zijn waar we wezen moeten. De magistratuur, de overheid en de leiding van grote be drijven hoeft niet per se Brabants en katholiek te zijn, maar het hoeft ook niet helemaal anders te zijn. Een paar dingen hebben we ontdekt in de afgelopen kwarteeuw. De Bra bander is geschikt voor de industrie in groot verband gezien. Van nature is hij goedmoeds en trouw; een van de redenen waarom in Brabant zel den ernstige arbeidsonlusten zijn voor gekomen. En hij heeft een groot en soepel opnamevermogen; een van de redenen waarom allochtone Braban ders graag in Brabant wonen en wer ken". „Is dat een les van de kweek school?" vroeg Willem een beetje ironisch. „Het is een les van de kweekschool en van het leven, Wil lem. Als je je ogen en oren open houdt kun je veel zien en horen. Dat hebben jullie toch ook ondervonden toen je met je grootmoeder met de brik door Brabant reed. Maar jullie zijn anders opgevoed dan ik, je hebt een andere schoolopleiding gehad, je hebt in een ander milieu geleefd en je bent nog een paar jaar jonger", lachte hij. Het was al laat toen Harrie na een hartelijk afscheid vertrok. Hij bond zijn wandelstok weer aan de fietsstang, vouwde de witzijden hals doek onder zijn kin en liep met Fried- je door de beemd; ze bracht hem weg tot op de brug. „Hoe is je in druk?" vroeg ze. „Goed, het was leuk en gezellig, jullie zijn hartelijke mensen. Het is een mooi gezin en er is een goede verstandhouding. Dat mis je erg als je enige zoon bent. Mari is een interessante jongen. Of schoon ik hem uiteraard in die paar uur niet geheel heb leren kennen, heb ik toch de indruk dat hij een dimen sie meer heeft". „Wat bedoel je daar mee?" „Dat weet ik zelf niet precies. Mij dunkt dat er iets groots in die jongen steekt. Ik hoop dat ik me niet vergis en dat het er uit komt. Willem is op en top een sla ger Hij zal het er wel op aansturen, dat hij te zijner tijd zelf een slagerij begint. Toon is een niet boerachtige echte boer, laat ik liever zeggen land bouwer. Hij is wat teruggetrokken en toch een aardige vent. Misschien steekt er een groot boerenleider in hem. Van Jan en Karei kun je al leen nog maar zeggen, dat het kal me keurige jongens zijn". „Het is nogal", zei Friedje. „Je hebt er geen kijk op. Het zijn rabauwen". „Dat waren ze misschien voordat jij naar het pensionaat ging", plaagde hij. Nog even stonden ze bij elkaar op de brug. De maan, in het laatste kwar tier. was half versoholen achter ijle wolken, haar zilverige glans lag op die wattige vacht en sloeg neer op de traag stromende rivier. „Woon jij hier graag?" vroeg hij. „Ja, heel graag. Ik geloof dat mensen die op een dorp wonen en in de stad wer ken, iets voor hebben op anderen, die alleen het dorp of alleen de stad kennen". Een kille windvlaag ruiste vanuit de beemd naar hen toe, ze rilde ervan. „Jij moet naar huis", zei hij en sloeg zijn arm om haar heen. Dan kuste hij haar. „Lieveling, tot zondag bij ons thuis. Ik vrees dat het voor jou niet zo interessant zal zijn als het voor mij is geweest". Hij sprong op zijn hoge fiets en reed weg, ze bleef hem na staan kijken tot hij geheel door het donker was opgenomen. Thuis lag alles al in bed, behalve Mari, Toontje en Willem, die weer als pilaren in de woonkamer ston den. Op slag wérd ze woedend. „Zeg het maar!" snibde ze. „Onder elkaar hebben we er nog eens over gepraat", zei Mari. „We hebben besloten dat we hem voorlopig niet in de Dom mel zullen rmijten", voegde Willem eraan toe. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Een sigarenfabriek in het Brabantse Zeelst heeft dezer dagen te Parijs een contract getekend met een grote Franse firma voor de exclusieve import en verkoop in ons land van een be paald merk kauwgom. Dit merk verscheen van tijd tot tijd in kleine hoeveelheden op de Nederlandse markt om te voldoen aan de voor waarden van het merkenrecht, maar de fabriek gaat er nu zijn hele verkoopapparaat achter zetten. De sigarenfabriek heeft hiertoe be sloten uit verkooptechnische overwegin gen. De verkoop van grote sigaren loopt iets terug ten voordele van de senoritas. Voorts speelt mee de financiering van de overschakeling naar de mechanisatie, maar als voornaamste argument, voor de introductie van de kauwgom geldt, dat het vertegenwoordigerskorps beter benut kan worden. Vertegenwoordigers, die zich uitsluitend specialiseren op de sigaar, krijgen bij de winkeliers nogal eens neen te horen, omdat een concurrent hen al voor is ge weest. Door middel van de kauwgom kan dit vergeefse bezoek dan toch leiden tot een order. De vertegenwoordiger heeft namelijk meer te bieden dan alleen maar sigaren. Hij kan dank zij de kauw gom nog even blijven kleven en voor komt, dat het verkoopgesprek al om hals is gebracht nog vóór het ontstaan is. Aan dit besluit van de fabriek is een gedegen marktonderzoek voorafgegaan. Dit heeft uitgewezen, dat er voor dit ar tikel in ons land cen redelijk goede markt aa<nwezig is. Dit verschijnsel, waarop de fabriek thans heeft inge- haakt, biedt tevens soelaas aan de de- sigaretten en de stijgende verkoopkosten taillist, die de teruglopende omzet van opvangt door de verkoop van tijdschrif ten, snoepgoed, balpuntpennen etc., een ontwikkeling, die door de supermarkten is ingezet. De fabriek treedt door de verkoop van kauwgom niet toe tot de rijen van de zoetwarengrossiers, maar komt hiermee wel tegemoet aan de detaillisten, die hun assortiment al hebben uitgebreid, dan wel hiertoe wensen over te gaan. Wat de neiging tot kauwen betreft, die blijkens de bevindingen van het marktonderzoek intensiever wordt, de ze zou wel eens kunnen samenhangen met het verminderde verbruik van siga retten, alsmede met het meer en meer veramerikaniseren van onze samenleving. Ook inzoverre mikt de fabriek op het geaccepteerd worden in een ontwikke ling, waarvan het einde nog niet in zicht (Advertentie) De invasie in Normandië, op 6 juni 1944, slaagde niet alleen door het over wicht aan mensen en materieel van de geallieerden. Ook de verwarring en de falende organisatie aan de kant van de verdedigers vormden niet de hoofdoor zaak van het succes der landingen. Een heel complex van factoren, beurtelings voordelig en noodlottig leverden tenslot te het geschiedkundige feit van de ge slaagde landing op. Of ooit alle factoren verantwoord gerangschikt, bekend zullen worden moet worden betwijfeld. Maar er is een begin gemaakt met het ge detailleerd uitwerken van het altijd weer meeslepende invasie-verhaal, namelijk door de res. brigade-generaal S. L. A. Marshall, die als brigade-generaal de invasie meemaakte. Marshall heeft het bekende boek van Cornelius Ryan „De langste dag" als vertrekpunt gekozen voor een strate gisch uitgewerkt relaas over de nacht die aan deze langste dag voorafging. In deze nacht namelijk werden twee Amerikaanse divisies luchtlandingstroe pen boven Normandië neergelaten. Zij moesten de weg bereiden voor de troe pen die bij het ochtendkrieken zouden landen en tevens enkele strategische punten in het achterland bezetten. De twee divisies behoren tot de zwaarst getroffen onderdelen van alle die bij de invasie betrokken waren. Hun kaarten klopten niet en honderden pa ra's kwamen terecht in gevaarlijke moe rassen. Anderen vielen midden in de dorpen neer of werden door Duitse scherpschutters, toen de eerste verras sing voorbij was, hangend aan hun pa rachutes doodgeschoten. Onafhankelijk van elkaar opererend, zonder behoorlijke communicatie, moes ten zij op eigen initiatief te werk gaan. Pas onder zulke omstandigheden blijkt wat de soldaat als individu waard is. Het is de twee Amerikaanse divisies zó vergaan, dat vrijwel elk van de para chutisten een commando-opdracht had. Desondanks, of wellicht juist dank zij deze situatie, maakten zij het terrein rijp voor de grote landingen uit zee. Generaal Marshall heeft met zijn ken nis van zaken als veldheer puttend uit eigen ervaring en uit die van vele an deren, het verhaal van de nacht van 5 op 6 juni op schrift gesteld. Het kreeg de vanzelfsprekende titel „De nacht vóór de langste dag". Het boek is uitermate boeiend. Tal van kaarten en illustraties maken dui delijk hoe de tactische bewegingen van de para-divisies waren gepland en hoe zij uiteindelijk verliepen. Ook menselij ke trekjes zijn in het relaas verwerkt. Het boek is een waardevol stuk oor logshistorie. In Nederland is het ver schenen bij Van Holkema en Warendorf n.v. te Amsterdam. Het is een goed idee geweest van de kon. Verkade fabrieken n.v. om ter ge legenheid van de honderdste geboorte dag van dr. Jac. Thijsse het gedenkboek VOGELZANG uit te geven. De tekst is van wijlen dr. Thijsse zelf. Hij had het manuscript voor Vogelzang al in 1938 toegezonden voor een nieuwe uitgave in de bekende albumserie. Door de oor log en allerlei omstandigheden daarna is van publikaties niets gekomen. Vogel zang bleef opgeborgen in het archief. Het is er uitgehaald als een hommage aan de grote dierenvriend, wiens pu blikaties in het verleden zovelen heb ben geholpen dieper door te dringen in de schoonheid van de natuur. Dit zangvogelboek is in de bekende Thijsse-stijl geschreven, eenvoudig en helder, getuigend van een grote liefde om de natuur. De geschilderde plaatjes van destijds zijn vervangen door foto's, zwart-wit en kleuren. De kwaliteit ervan laat niet veel te wensen over. Toch mis sen we de charme van de vroeger in deze albums gebruikelijke illustraties Ook is het niet gelukt alle (kleine) zang vogels voor de lens te vangen. Maar dit is geen ernstig bezwaar. Vogelzang is cen uitgave die beantwoordt aan de doelstelling van dr. Thijsse, de mensen en vooral de kinderen te brengen naar de natuur. Men had zijn honderdste ge boortedag niet beter kunnen herdenken. Ruimte vragen voor de bespreking van een boek als het hier bedoelde van Jo sef Pieper lijkt voor de gemiddelde dag bladlezer wellicht verloren ruimte. De pas overleden dichter Eliot beantwoordt deze mening ongeveer als volgt: ik zou willen dat aan de mensen een filoso fische vorming kon worden gegeven, die iets meer is dan de voorbereiding op een functie of een middel om technisch kunnen en maatschappelijk succes te verwerven. „Ons aansluitend bij deze wellicht utopische wens, durven wij Piepers werk aan te bevelen aan iedere intellectueel-gevormde. Hij zal bij de le zing van dit ondanks de behandel de stof boeiend geschreven boek tot de bevinding komen, dat juist nu het „denken", het scholastieke denken, een van de weinige mogelijkheden is om te midden van een overstroming van door niemand meer te beheersen materiaal van-weten het fonds van wijsheid waar van de mens leeft, kenbaar en aanwe zig te maken. Pieper behandelt figuren en problemen van de middeleeuwse fi losofie uit de tijd tussen Boëthius en Willem van Ockam. Zeer interessant is het kennis te maken met de spanningen, die de overgang van het augustiniaans- platonisch geïnspireerde wereldbeeld naar het aristotelische oproept. Juist daarom zo interessant omdat in onze dagen het aristotelisch wereldbeeld met rasse schreden aan het verdwijnen is. Pieper besluit zijn historische beschou wingen met de vraag naar de actuali teit van het verleden voor de mens van heden. Eigentijdse problemen kunnen geen eigentijdse oplossing krijgen zon der kennis van het verleden. (Uitgave van De Spaarnestad te Haarlem). J. H. Ook zonder de ridderverhalen die de televisie brengt, zouden boeken waarin middeleeuwse helden dapper zwaaiend met een zwaard avontuur na avontuur beleven, gretig aftrek vinden. Maar Ivan- hoe (z.g.en Sir Lancelot stimuleren toch beslist de belangstelling, die de jeugd van nature al voor dit genre heeft. Zo zullen de twee boeken over Prins IJzerhart, die onlangs verschenen, on middellijk aanspreken omdat er veel be kend in voorkomt: Prins IJzerhart is een tijdgenoot van Sir Lancelot, en die grote t.v.-held komt ook in levenden lij ve voor in de verhalen die Harold Foster (schepper van de voor de oorlog zo ge liefde stripverhaal-prins Valiant) en Max Treil voor hun hoofdfiguur uitden ken. Koning Arthur en zijn beroemde Tafelronde, zijn tegenstanders, alle me despelenden" schijnen regelrecht weg gelopen uit het t.v.-feuilleton. De beide boeken (uitgegeven bij N V Uitgeversmij. Pax in Den Haag) vormen een synthese tussen het geïllustreerde verhaal en het stripverhaal: elke pagina bevat verscheidene tekeningen die stuk voor stuk boeien. „In de dagen van koning Arthur" en „De strijd tegen de Hunnen" bevatten samen een reeks van avonturen, die een uitgebreide leeftijdgroep lange tijd ge spannen aan het lezen zal houden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 11