Onze generatie zal armoede en onrechtvaardigheid uitroeien Ik zal leiden zogoed als ik maar kan Trek naar opvallend gestegen Gezag lijdt onder BB-blad Paladijn Zij deden mijn was waar ik bij PRESIDENT JOHNSON IN INSTALLATIEREDE BOZE HBB ZEGT: Ondersoek naar moord op Hertogin in.... 1480 GEBRUIKT SOEKARNO TOCH ZIJN VERSTAND? Rond het Binnenhof Kernstop door Geen twist en haat Armoede onnodig Moordenaar van premier van Bocroendi gegrepen Russen geschonden Vrijmaking van blijft plicht mensen onze EMIGRATIE WEER GROTER Australië nog trekpleister B. en W. UTRECHT Amsterdam en Rotterdam pleiten voor eigen straatje Sunil Nd Slecht weer voor expeditie Zuidpool Minister bepraat Ambtenarenzaken VOORSTEL KABO: Bemiddeling voor betere „omgang met ARKA Half miljoenste verzetsboekje voor de jeugd De Jongeren V.S. INFORMEERT DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 21 JANUARI 1903 WASHINGTON Met het afleggen van de eed: „Ik zweer plechtig het ambt van president der Verenigde Staten nauwgezet te zullen be kleden en naar beste vermogen de grondwet van de Verenigde Staten te zullen naleven, beschermen en verdedigen", heeft Lyndon B. John son gisteren in Washington zijn eerste volledige ambtstermijn van vier jaar als president aanvaard. Kerkklokken begonnen te luiden toen de nieuwe president, de linkerhand op de bijbel en de rechter hoog opgeheven, het uitspreken van de eedsformule had beëindigd. De bijbel was dezelfde als die, waarop de nieuwe president vier jaar geleden de eed bjj zijn installatie als vice-president aflegde. zondering aan de kant blijven staan. Ge varen en moeilijkheden, die w|j eens „buitenlands" hebben genoemd, bestaar. thans ook onder ons. Als Amerikaanse levens een einde moeten nemen, en Ame rikaanse rijkdommen moeten worden verspild in landen, die w|j nauwelijks kennen, dan is dat de prijs, die de veran dering van onze overtuiging heeft ge- eist." De president vroeg zijn toehoorders zich voor te stellen, dat zij op de wereld neerzien zoals deze er uit ziet vanaf de „Mariner 4", het ruimtevoertuig dat thans op weg is naar Mars. Met een beroep tot eenheid onder alle Amerikanen bij de aanvang van zijn nieuwe bewind, verklaarde president Johnson: „Laat ons iedereen, die tracht oude wonden weer open te rijten en oude haatgevoelens aan te wakkeren, uitstoten. De tijd is gekomen te streven naar voor uitgang zonder twist en verandering zon der haat: niet zonder verschillen van op vatting, doch zonder de diepe en blijven de verdeeldheid, die ons land generaties lang heeft getekend." Alvorens president Johnson de eed af legde, was eerste senator Hubert Hum phrey tot vice-president beëdigd. Dit ge schiedde door John McCormack, de voor zitter van het Huis van Afgevaardigden, die gedurende de afgelopen veertien maanden, toen de Verenigde Staten geen vice-president hadden, het eerst in aan- king kwam voor opvolging van president Johnson. Door de installatie van vice- president Humphrey komt hij nu op de derde plaats. Zowel president Johnson als vice-presi dent Humphrey braken met de traditie van het dragen van geklede jas en hoge hoed. In plaats daarvan waren zij ge kleed in wandelkostuum. Tijdens de eedsaflegging en het uit spreken van zijn rede, stond de president achter een kogelvrij glazen scherm. De eed werd afgenomen door Earl Warren, de hoogste rechter in de Ver enigde Staten. Onmiddellijk na het einde van de plechtigheid brak een applaus los van de aanwezige leden van het congres, hoge ambtenaren en diplomaten. De plechtigheid werd besloten met het uitspreken door president Johnson van een korte installatierede. Daarin verklaarde hij, dat onrechtvaar digheid en armoede zullen zijn overwon nen „voordat deze generatie van Ameri kanen voorbij is". De president paarde deze verklaring aan een beroep op de mensen op te houden elkaar te haten en te trachten elkaar te vernietigen. „De wereld is groot genoeg dat ieder een zijn geluk op eigen manier kan na streven." Onze eigen koers is duidelijk, zo ver volgde de president. „Wij streven naar niets dat anderen toebehoort. Wij streven niet naar overheersing over onze mede mens, doch overheersing door de mens van tirannie en ellende". Verder sprak de president over zijn ideaal van het tot stand komen van een grote gemeenschap, die armoede, discriminatie en andere maatschappelijke kwalen zal bestrijden, „Ik zal leiden zo goed als ik kan", zo beloofde president Johnson. „Doch kijkt in uw eigen harten naar de oude belof ten en de oude droom. Zij zullen u het best van alles leiden." President Johnson wekte vervolgens alle Amerikanen op tot volledige naleving van de opvatting van rechtvaardigheid, zoals die door de stichters der natie was vastgelegd. „In een land vol rijkdom moeten ge zinnen niet in hopeloze armoede moeten leven", zo betoogde hij. „In een land, r|jk aan oogsten, moeten kinderen niet honge rig door het leven gaan. In een land van genezende wonderen mogen naburen niet lijden en onverzorgd sterven. In een land vol kennis moet jonge mensen lezen en schrijven worden geleerd." In het kort sprekend over de wereld in het algemeen, herinnerde president Johnson de Amerikanen aan het Ameri kaanse covenant, dat de Verenigde Sta ten de plicht oplegt de weg tot vrijma king van de mens te helpen wijzen. „Dat is nog steeds ons doel". Doch de veranderende tijden hebben een nieuwe betekenis aan deze oude missie gegeven. Nimmer meer kunnen w|j trots in af- LYNDON JOHNSON .TJio hart zal u het beste leiden". BOEJOEMBOERA - De moordenaar van premier Ngendandoemwe van Boe- roendi, die op 15 januari in Boejoem- boera werd doodgeschoten, is aange houden, zo is van welingelichte zijde in Boejoemboera vernomen. Het zou gaan om een employé van de Ameri kaanse ambassade van Roeandese na tionaliteit. Het aantal mensen dat in verband met de moord is aangehouden, is ge stegen tot omstreeks twintig. Bij on derzoekingen zijn wapendepots ontdekt. DEN HAAG De cijfers van de emi gratie uit Nederland naar landen oyer- zee wijzen uit, dat het naoorlogse diep tepunt in de animo hiervoor - dat in 1963 werd bereikt met minder dan 6800 emigranten - thans voorbij is, zo hebben zegslieden van de Nederlandse emi- gratiedienst verklaard. Er emigreerden ruim 8100 Nederlan ders in 1964, ofwel 1400 meer dan in 1963: in percentage uitgedrukt dus een stijging van ongeveer 20 procent ver geleken. met 1963. De belangstelling voor Brazilië is vorig jaar gedaald. Ongeveer 150 Nederlanders trokken naar dit land, tegen 230 het jaar daarvoor. Voor alle andere immigratielanden was de be langstelling echter groter dan in 1963. Een kleine 2500 Nederlanders emigreer den naar Australië, tegen ruim 1900 in 1963: een stijging van ruim 25 procent. Naar Canada emigreerden ruim 1900 Nederlanders tegen bijna 1700 in 1963. naar Nieuw-Zeeland ruim 660 tegen 600 in 1963, naar Zuid-Afrika ruim 900 tegen ruim 600 in 1963, naar de Verenig de Staten ruim 1800 tegen bijna 1600 in 1963 en naar de overige overzeese immigratielanden ongeveer 200, enkele tientallen meer dan het jaar daarvoor. De toegenomen belangstelling voor Aus tralië - voor Nederland nog steeds de grote trekpleister verklaart men bij de emigratiedienst door de enorme ruim te in dit land, die de dicht opeen wonen de Nederlaners aantrekt. Procentsgewijs is de belangstelling voor Zuid-Afrika vorig jaar het sterkst toegenomen, met een kleine 30 procent, volgens een zegsman van de emigra tiedienst komt dit hoofdzakelijk, omdat de economie van dat land op de Neder landers een gezonde indruk maakt. „De verdiensten tellen voor Nederlanders meestal boven andere overwegingen", zo verklaarde deze woordvoerder. De be richtgeving uit Zuid-Afrika over de apartheidspolitiek aldaar maakt kenne lijk weinig indruk op deze emigranten. Met 8100 emigranten is Nederland nog ver af van het naoorlogse emigratiere cord van bijna 49.000 in 1952. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Werken sommige artike len in „De Paladijn", maandblad voor de Bescherming Bevolking, gezagson dermijnend op de noodwachtplichti- gen? De hoofdredacteur, de heer J. J. van Bommel gelooft van niet, het hoofd Bescherming Bevolking kring Amsterdam, de oud-kapitein ter zee der koninklijke marine B. C. Mahieu, meent van wel. Deze verbood daarom de verspreiding van „De Paladijn" onder de drieduizend Amsterdamse noodwachtplichtigen. Op 25 januari komt het bestuur van de stichting „De Paladijn" speciaal voor deze kwes tie bijeen en dan zal blijken wie van de twee gelijk krijgt. Mr. G. van Hall, burgemeester van Am sterdam, wiens ondergeschikte de heer Mahieu is, noch minister Toxopeus van Binnenlandse Zaken, de financier van „De Paladijn" hebben er in dit stadium behoefte aan zich in de kwes tie te mengen. Minister Toxopeus wacht op de uitspraak van het bestuur der stichting. Daarin hebben vijf bur gemeesters zitting: Van Tilburg(die tevens voorzitter is), Van Emmen, Vel- sen, Haskerland en Wieringermeer. Verder de oud-perschef van Rotter dam, de heer J. G. J. Nieuwenhuis en mr. H. M. A. Kamerlingh Onnes, directeur chef hoofdafdeling organisa tie B.B. van het departement van bin nenlandse zaken. Het stichtingsbestuur en de hoofdredac teur worden bijgestaan door een re dactie advies commissie, waarin even eens belangrijke figuren zitting hebben J. G. J. Nieuwenhuis, voorzitter, mej. M. M. W. Abbink Spaink, plv. hoofd bescherming bevolking Utrecht, mr. F. van Dompselaar, provinciaal comman dant B.B. Zuidholland, P. Dijkstra, hoofd B.B. Gelderland, drs. D. C. Hil larius, chef afdeling organisatie van de hoofdafdeling B.B. departement Bin nenlandse zaken en mr. G. A. Stoppe laar, adviseur bedrijfsbescherming K. L. M. De hoofdredacteur, die ,,De Paladijn" verzorgt voor ruim 60.000 noodwacht plichtigen en de bijna 61.000 vrijwilli gers van de B.B., wordt voor het eerst sinds de 12 jaren van „De Pa ladijn" geconfronteerd met de klacht over gezagsondermijnende artikelen. In de loop der jaren heeft hij heel wat kritiek gehad op de inhoud van het blad. Soms was het te krijgshaf tig, soms bezong het de oorlog en de fall-out te fraai en te lyrisch enz. enz. Dat de heer Mahieu, H. B. B. te Am sterdam, op de valreep van zijn stu diereis naar Amerika „De Paladijn" voor zijn drieduizend Amsterdamse noodwachtplichtigen verbood, is een nieuwe ontwikkeling in de nogal be wogen geschiedenis van het maand blad en van de bescherming bevol king zelf. Zij sluit wonderwel aan bij verschillende gebeurtenissen, die zich ook binnen de krijgsmacht hebben voorgedaan. Commandanten verboden op eigen gezag (waartoe ze volgens de reglementen overigens het recht hebben) versprei ding van onder meer Vrij Nederland, het christelijk weekblad De Spiegel, het katholieke weekblad G 3, ook al omdat deze geschriften gezagsondermij nende artikelen zouden bevatten. Re geringsautoriteiten hadden daar ech ter een andere kijk op en herriepen de individuele beslissingen. De heer Mahieu is nog niet terug van zijn Amerikaanse reis en kan dus geen nadere uitleg van zijn beslissing ge ven. Een uitleg, die hij bij zijn ver bod overigens alleen maar in de alge mene term „gezagsondermijnend" sa menvatte. (Van onze correspondent) UTRECHT „Wij hebben er als college geen enkel behoefte aan om mee te doen met de burgemeesters van de grote gemeenten, die in hun nieuwjaarsrede zo fel tegen de inves teringsbeperking geprotesteerd heb ben. Amsterdam en Rotterdam doen wel alsof zij het belang van alle ge meenten op het oog hebben, in feite pleiten ze voor hun eigen standje". Aldus gistermiddag wethouder dr. J. de Nooij, in antwoord op de kri tiek, die bij de algemene beschou wingen rond de Utrechtse gemeente begroting met name van links tegen de „tamme houding" van b. en w. in zake deze aangelegenheid was aan genomen. Volgens de wethouder hoorde Den Haag eigenlijk net zo min thuis in het gezelschap van de beide havensteden als Utrecht. Dat die twee de residen tie desondanks hadden meegekregen in hun protest zou intussen wel bij dragen aan de versterking van de schijn, dat ze slechts het algemeen belang wilden dienen, aldus dr. De Nooij, die zei meer heil te verwach ten van een behandeling van deze materie in de vereniging voor Neder landse gemeenten dan van felle nieuwjaarsredes en moties van ge meenteraden. (Advertentie) Onlangs deed een Sunil was-team de was voor mevrouw M. Vroegh, Taanderstraat 104c. Rotterdam. "Ik sta paf.de Suitilwas is witter". zei mevrouw Vroegh. "Nu begrijp ik wat ze bedoelen als ze zeggen fj Swiil geeft het hoogste wit". LONDEN In de laboratoria van het London Museum zijn geleerden met behulp van alle hun ten dienste staande twintigste eeuwse middelen bezig aan de oplossing van wat een 484 jaar oude moord zou kunnen blij ken te zijn. De geleerden hebben onder de loep de verrotte beenderen en het dichte, verwarde haar van Anne Mowbray, hertogin van York en vrouw van Ri chard, hertog van York., zoon van koning Eduard de vierde van Enge land. Anne en Richard waren beiden vijf jaar toen ze aan elkaar werden uit gehuwelijkt met bijzondere dispensa tie van de Paus van Rome. Vier jaar later stierf de hertogin en Richard, haar gemaal, werd naar alle waar schijnlijkheid vermoord met zijn vriend, de dertienjarige koning Edu ard, terwijl ze sliepen in hun cellen in de Tower. Anne was bijgezet in de geschiede nis tot zes weken geleden, toen men op een bouwterrein in oost-Londen op haar kist stootte. De geleerden, die officieel hebben vastgesteld, dat het hier om de her togin van York gaat, zijn naar de om standigheden van haar dood een uit gebreid onderzoek begonnen dat een maand of zes zal duren. Ze zullen elk stukje aarde, vingernagels, haar en been in de kist analyseren en probe ren vast te stellen tot welke bloed groep Anne hoorde, ten gerieve van op stambomen gestelde Britten die menen dat ze van Anne van York nazaten zijn. De geleerden nemen voorlopig aan dat Anne is gestorven aan een kin derziekte, die vermoedelijk met te genwoordige geneesmiddelen had kunnen worden overwonnen. Maar de mogelijkheid dat ze werd vermoord sluiten ze niet uit. Als Anne werd vermoord dan is vergif waarschijnlijk de oorzaak ge weest. Maar omdat de kist een door mensen gemaakt gat had, moeten de meeste sporen van vergif in de 484 jaar dat ze in de aarde heeft gerust wel zijn uitgewist. De ontdekking van een giftige substantie is volgens dr. D. B. Harden directeur van het museum, vrijwel uitgesloten. Hij zei dat men zich in eerste instantie zou bepalen tot het zoeken naar Annes trouwring. Onder de beenderen heeft men nog niet ge keken en men hoopt hem daar te vin den. Pathologen hopen Annes gezicht te reconstrueren, om er een idee van te krijgen hoe ze er uit zag. Dit was ook gedaan met het slachtoffer van een blitzkriegaanval op zuid-Londen vele jaren geleden, zei een hunner. Anne werd aanvankelijk bijgezet in DEN HAAG De tweede Belgisch- Nederlandse zuidpoolexpeditie, die op 13 januari, na een record-overtocht van slechts twaalf dagen vanaf Kaapstad, aan boord van de Deense ijsbreker „Ma gadan", in de Koning Leopoldbaai aan de zuidpool is aangekomen, kampt met slecht weer en kan daardoor de basis vooralsnog niet bereiken. Op 14 januari is begonnen met het lossen van de „Magadan", waarbij de helikopter die men had meegenomen naar de Koning Boudewijn-basis ver trok, om de leden van de eerste expe ditie te begroeten. Op 15 januari heeft men het Cessna- vliegtuig, dat eveneens aan boord was, gemonteerd. En verder zijn voorberei dingen getroffen om het eerste zware binnenlandse zaken, mr E. H. Toxopeus, konvooi van sneeuwtractoren naar de gesproken worden over de zogenaamd; basis te laten vertrekken. trendnota. DEN HAAG De centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtena renzaken komt op dinsdag 26 en vrijdag 29 januari in vergadering bijeen. Blijkens een mededeling van de voor zitter van de Katholieke Bond van Over heidspersoneel (KABO), de heer A. C. M. Weijters, zal dan met de minister van Twee maanden ge leden heeft de mi nister van buiten landse zaken van communistisch Chi na, Tsjen Tsji, een bezoek gebracht aan Djakarta. Het re sultaat van dit Chi nees-Indonesisch overleg was een le ning van vijftig miljoen dollar aan Indonesië, die volgens Soekarno zul len worden gebruikt voor de verdere economische ontwikkeling van zijn land. Bij die gelegenheid bood de hoge Chinese gast Soekarno even gaan in hoeverre Peking bereid is Indonesië te helpen als het in ver band met het conflict met Maleisië door Engeland zal worden aangeval len. De Indonesische angst hiervoor lijkt inderdaad gerechtvaardigd nu de Britten een (in verhouding tot de grote afstand) indrukwekkende strijdmacht in Maleisië hebben sa mengetrokken, zowel aan zee- als aan luchtstrijdkrachten. Na het bekend worden van het uittreden van Indonesië uit de Ver enigde Naties is de aanvoer van hulptroepen ten behoeve van de ver- dende verklaringen van Soebandrio, wel de geestesprodukten van deze bezinning. Gezien de wisselvalligheid waar van Soekarno steeds blijk geeft, is het uiterst moeilijk een prognose van zijn verdere politieke spel te geven. Want terwijl hij vrede preekt laat hij zijn leger in groten getale naar Noord-Borneo trekken. Daarom moet aan het verrassende bezoek van Soe bandrio aan Peking wel degelijk meer dan normale betekenis worden gehecht. Er is in sommige kringen in dit verband gedacht aan een grote militaire alliantie tussen Indonesië en Alle vredelievende verklaringen van Soekarno ten spijt is de span ning rond Maleisië zeker nog niet afgenomen. Eerder zou men geneigd zijn te denken aan een stilte voor de storm, maar ook dat is slechts een veronderstelling. Wanneer men de politiek van Soekarno ontleedt, komt men telkens tot de conclusie dat binnenlandse moeilijkheden hem tot bepaalde stappen dwingen. En is het geschil met Maleisië niet een unieke gelegenheid om de economi sche rampspoed in eigen land te verdoezelen door een onuitputtelijk revolutionair elan levend te houden? eens militaire steun aan, een aanbod dat Soekarno niet accepteerde. Sedert het bezoek van de Chinese minister aan Djakarta is er in het politieke pokerspel van Soekarno wel het een en ander veranderd. Zo werd de spanning rond de „kwestie- Maleisië" aanzienlijk opgevoerd door grote Indonesische troepenconcen traties in Noord-Borneo en de Indo nesische breuk met de Verenigde Naties. Gisteren is de Indonesische minis ter van buitenlandse zaken. Soeban drio. naar Peking gereisd. In Dja karta heeft men van officiële zijde verklaard dat dit bezoek enerzijds moet gezien worden als een beleefd heidsbezoek (ter beantwoording van dat van Tsjen Tsji) en anderzijds als een informatief bezoek, nl. om na te dediging van Maleisië pas goed op gang gekomen. De Indonesische stap heeft dus als het ware een boeme rang-effect veroorzaakt. Achter de diplomatieke schermen schijnt men Soekarno nu levens aan het verstand te hebben gebracht dat een groot scheepse aanval op Maleisië een even groot boemerang-effect teweeg zal brengen in de vorm van vergel dingsacties tegen Indonesische basis sen en wellicht ook op Indonesische steden. De weinig geestdriftige hou ding in de Aziatisch-Afrikaanse we reld over de breuk van Indonesië met de Verenigde Naties, schijnt Soe karno tot nadenken te hebben gezet. Wellicht waren zijn verzekeringen, dat Indonesië nooit een oorlog zal beginnen tegen Maleisië, tenzij het zelf werd aangevallen, en gelijklui- communistisch-China. Alleen al om het feit dat beide landen duidelijk naar militaire hegemonie in Zuid oost-Azië streven, lijkt een dergelijke alliantie onmogelijk te verwezenlij ken. Natuurlijk zal Soebandrio niet met lege handen uit Peking terug keren. Dat zouden ook de Chinezen niet graag zien. De verwachting lijkt ons dan ook gerechtvaardigd dat er een nogal ophefmakende verklaring zal worden uitgegeven over militai re steunverlening van communis- tisch-China aan Indonesië voor de strijd tegen het imperialisme en neo kolonialisme in Zuidoost-Azië. Een dergelijke verklaring alleen al zou van groot psychologisch voordeel i?n j11 z^n' a^een al omdat Maleisië zich dan van twee kanten bedreigd zal voelen. Het antwoord moet voor de gewone Indonesische burger wel bevestigend zijn, wanneer zelfs de economische adviseurs van Soekarno beweren: „Indonesië kan zich niet ten volle aan de economische opbouw wijden zolang het politiek en militair niet beveiligd is". De „grote oorlog" kan Soekarno evenmin aantrekken als welk ander land ook. Zover zal Soekarno naar alle waarschijnlijkheid dan ook niet willen gaan. Maar het wakker hou den van de revolutionaire geest on der zijn nog steeds zeer grote aan hang, is een van de voorwaarden voor het in stand houden van zijn populairiteit. In dit verband is het bezoek van Soebandrio aan commu- nistisch-China dan ook een persoon lijk belang voor de Indonesische pre sident. Westminster Abbey, waarin ze ook werd getrouwd, maar in 1502 werd haar stoffelijk overschot om onbeken de redenen naar het East End van Londen overgebracht. De archivaris van de Abbey, Lawrence Tanner, verwacht dat Anne na het weten schappelijk onderzoek in de abdij zal worden herbegraven. 55 (Van onze parlementaire redactie) ARNHEM Het hoofdbestuur van de KABO heeft in een brief aan de gees telijke adviseurs van de KABO en de ARKA de suggestie gedaan, dat bij voorbeeld door het episcopaat een commissie wordt ingesteld voor het ver richten van een diepgaand onderzoek naar de oorzaken van de telkens terug kerende conflicten tussen beide organi saties en het terzake door deze orga nisaties gevoerde beleid. Dit onderzoek zou dan gevolgd kunnen worden door „advies" aan beide organisaties. Dit blijkt uit de verklaring over het vraagstuk ARKA - KABO - N.K.V., die het hoofdbestuur van de KABO gisteren heeft uitgegeven op de bondsvergade ring in Arnhem. In deze verklai-ing staat voorts, dat de beide geestelijke adviseurs eerder hebben voorgesteld om in de na het Groningse congres van de ARKA ontsta ne impasse te laten bemiddelen door „enkele wijze mannen". Het hoofdbe stuur van de KABO zegt in zijn ver klaring deze suggestie diepgaand te hebben overwogen, maar tot de conclu sie gekomen zijn die weg niet op te moeten gaan, omdat de voorliggende problematiek zich minder leent voor een „bemiddeling." Ook blijkt uit de verklaring dat tus sen de voorzitters van beide organisa ties in aanwezigheid van de geestelijke adviseurs een gesprek heeft plaatsge had. Op verzoek van de ARKA heeft de KABO-voorzitter in dit gesprek een nadere precisering gegeven van zijn eis tot rectificatie van de uitlatingen op het ARKA-congres in Groningen. In de verklaring wordt voorts gecon stateerd, dat na het Groningse congres aansluiting van de ARKA bij het N.K.V. voor het moment uitgesloten is. Daar door is ons de basis voor een gesprek om tot fusie met de ARKA te komen ontvallen en behoort een fusie tot de onmogelijkheden. De verklaring stelt voorts, dat de KABO naast een moge lijke fusie een federatie voor ogen heeft gestaan en dat daarover zelfs bespre kingen zijn gevoerd. Ook hierbij stelt de KABO evenwel als voorwaarde een federatie van twee bij het N.K.V. aan gesloten organisaties. Bij de discussie over de verklaring van het hoofdbestuur is gistermorgen uiteindelijk door de bondsvergadering beslotendat de geestelijk adviseurs van KABO en ARKA zelf moeten we ten, wat ze met de aan hun gedane suggestie tot instelling van een com missie van onderzoek, moeten doen. De samenstelling van deze commissie ivordt volledig aan de geestelijk ad viseurs overgelaten. Deze kunnen daarvoor, indien zij dat wensen, de medewerking van het episcopaat in roepen, maar zijn daartoe niet ver plicht. DEN HAAG De staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. J. H. Grosheide, ontvangt donderdag middag 21 januari a.s. het 500.000c exem plaar van het boekje „Volk in verdruk king en verzet", geschreven door J. \V. Rengeiink en I. Mug. De voorzitter van het nationaal 5-mei comité, mr. H. A. M. T. Rotschoten, zal de staatssecretaris het boekje aanbieden op diens ministerie. In vele gemeenten is de afgelopen vijf jaar het boekje aan de leerlingen van de hoogste klassen van de lagere scholen ten geschenke gegeven. Dat gebeurde meest al op de 4e mei. Alleen al in Amsterdam zijn 125.000 boekjes uitgereikt. Dit jaar zullen ook jongelui in opleiding in het bedrijfsleven het boekje krijgen, onder meer de PTT-jeugd en de leerlingen in de confectie-industrie. „Volk in verdrukking en verzet" geeft in kort bestek de geschiedenis van Ne derland in de vijf oorlogsjaren. Het biedt bij grote oplagen ook de mogelijkheid om iets van de lokale verzetsgeschiedenis op te nemen. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG Wanneer men zich verdiept in de vraag of er enige be langstelling voor de politiek bestaat bij de jongeren, dan blijkt, dat een antwoord in ontkennende, noch in bevestigende zin gegeven kan wor den. Er zijn jongeren, die zich aan heel het vaak ingrijpende politieke gebeuren niets gelegen laten liggen, er zijn er ook al is het helaas de minderheid die zich er bewust mee bezighouden. Dezer dagen zijn 150 jongens en meisjes, die de 21- jarige leeftijd hebben bereikt en dus thans kiesgerechtigd zijn, in 's lands vergaderzaal bijeen geweest om over de democratie en de vormen van die democratie te spreken. Daarbij zijn harde woorden gevallen. „Democra tie is een typische regeringsvorm voor volivassen volkeren, maar wat ons Nederlanders past behoeven wij nog niet op te dringen aan de ont wikkelingslanden", zei een jonge man uit Middelburg. Hij was een goed democraat, want hij legde ook een van de zwakheden bloot, waar mee wij, als volwassen volk, te kam pen hebben. „De democratie is een zaak van specialisten geworden. Dat is fout. De democratie moet leven bij de jeugd, in de ondernemingen, op de scholen en natuurlijk ook in het parlement". Daar kunnen wij het voorlopig mee doen. Het vervelende en tege lijk prettige is, dat de jongeman ge lijk heeft. Vervelend, omdat daar mee weer eens de vinger wordt ge legd op een bijzonder pijnlijke plek in onze maatschappij: de abso luut onvoldoende staatsburgerlijke opvoeding, vooral bij het middelbaar onderwijs. Prettig, omdat uit deze feitelijke constatering blijkt, dat het in 1965 althans voor ons Neder landers niet nodig is stil te staan bij de democratische rechten, die wij hebben gekregen. De grondrechten, de grondwettelijke vrijheden, zijn hier gewaarborgd, omdat de rege ring democratisch is. Dat was an ders in de jaren tussen 1940 en 1945. Toen snakten we naar democratie, omdat democratie en vrijheid één en ondeelbaar zijn. Maar toen beseften we ook, dat we bij die democratie pas stil blijven staan, wanneer we haar niet meer hebben. De les, die hieruit toen is getrok ken, is gedeeltelijk alweer vergeten. Ons onderwijs, maar ook onze poli tieke partijen dienen te bedenken, dat zij hier een bijna braakliggend terrein, dat luidkeels roept om te worden ontgonnen, ter beschikking hebben. WASHINGTON De Amerikaanse regering heeft zich tot de Russische lei ders gewend met een verzoek om inlich tingen over een vorige week vrijdag gehouden ondergrondse kernproef, waar bij bovengronds enige radioactiviteit is geconstateerd. Het verzoek geschiedde op grond van het gedeeltelijk kernstopakkoord, dat kernexplosies bovengronds, onder water en in de atmosfeer verbiedt. Amerikaanse deskundigen zeiden, dat de radioactieve neerslag was waargeno men boven de Stille Oceaan nabij Japan en dat de Sovjet-Unie ten minste een technische schending van het kernstop- akkoord had gepleegd. De Amerikaanse minister van buiten landse zaken, Rusk, ontbood de Russische ambassadeur en vroeg om een volledige uiteenzetting. Het beperkt kernstopakkoord verbiedt geen ondergrondse proeven mits er geen radioactieve neerslag ontstaat die buiten het grondgebied van het proefnemend land terecht komt. De Amerikaanse regering beschikt over geen enkele aanwijzing, die erop duidt dat de Sovjet-Unie het akkoord van Moskou tracht te schenden. In maart 1964 deed zich een dergelijk geval in de Verenigde Staten voor. B|j een ondergrondse proefneming werd de atmosfeer „besmet". Twee dagen later werd dit feit gepubliceerd. De Sovjet-Unie liet nooit enig protest horen al werd het gebeurde wel door „Tass" gepubliceerd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 3