Onze generatie zal armoede en
onrechtvaardigheid uitroeien
Ik zal leiden zogoed
als ik maar kan
Trek naar
opvallend gestegen
Gezag lijdt onder
BB-blad Paladijn
Zij deden mijn was
waar ik bij
PRESIDENT JOHNSON IN INSTALLATIEREDE
BOZE HBB ZEGT:
Ondersoek naar moord
op Hertogin in.... 1480
GEBRUIKT SOEKARNO TOCH ZIJN VERSTAND?
Rond het
Binnenhof
Kernstop door
Geen twist en haat
Armoede onnodig
Moordenaar van premier
van Bocroendi gegrepen
Russen
geschonden
Vrijmaking van
blijft
plicht
mensen
onze
EMIGRATIE WEER GROTER
Australië nog
trekpleister
B. en W. UTRECHT
Amsterdam en
Rotterdam
pleiten voor
eigen straatje
Sunil
Nd
Slecht weer
voor expeditie
Zuidpool
Minister bepraat
Ambtenarenzaken
VOORSTEL KABO:
Bemiddeling voor
betere „omgang
met ARKA
Half miljoenste
verzetsboekje
voor de jeugd
De Jongeren
V.S. INFORMEERT
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 21 JANUARI 1903
WASHINGTON Met het afleggen van de eed: „Ik zweer plechtig
het ambt van president der Verenigde Staten nauwgezet te zullen be
kleden en naar beste vermogen de grondwet van de Verenigde Staten
te zullen naleven, beschermen en verdedigen", heeft Lyndon B. John
son gisteren in Washington zijn eerste volledige ambtstermijn van
vier jaar als president aanvaard. Kerkklokken begonnen te luiden toen
de nieuwe president, de linkerhand op de bijbel en de rechter hoog
opgeheven, het uitspreken van de eedsformule had beëindigd. De bijbel
was dezelfde als die, waarop de nieuwe president vier jaar geleden de
eed bjj zijn installatie als vice-president aflegde.
zondering aan de kant blijven staan. Ge
varen en moeilijkheden, die w|j eens
„buitenlands" hebben genoemd, bestaar.
thans ook onder ons. Als Amerikaanse
levens een einde moeten nemen, en Ame
rikaanse rijkdommen moeten worden
verspild in landen, die w|j nauwelijks
kennen, dan is dat de prijs, die de veran
dering van onze overtuiging heeft ge-
eist."
De president vroeg zijn toehoorders
zich voor te stellen, dat zij op de wereld
neerzien zoals deze er uit ziet vanaf de
„Mariner 4", het ruimtevoertuig dat thans
op weg is naar Mars.
Met een beroep tot eenheid onder alle
Amerikanen bij de aanvang van zijn
nieuwe bewind, verklaarde president
Johnson: „Laat ons iedereen, die tracht
oude wonden weer open te rijten en oude
haatgevoelens aan te wakkeren, uitstoten.
De tijd is gekomen te streven naar voor
uitgang zonder twist en verandering zon
der haat: niet zonder verschillen van op
vatting, doch zonder de diepe en blijven
de verdeeldheid, die ons land generaties
lang heeft getekend."
Alvorens president Johnson de eed af
legde, was eerste senator Hubert Hum
phrey tot vice-president beëdigd. Dit ge
schiedde door John McCormack, de voor
zitter van het Huis van Afgevaardigden,
die gedurende de afgelopen veertien
maanden, toen de Verenigde Staten geen
vice-president hadden, het eerst in aan-
king kwam voor opvolging van president
Johnson. Door de installatie van vice-
president Humphrey komt hij nu op de
derde plaats.
Zowel president Johnson als vice-presi
dent Humphrey braken met de traditie
van het dragen van geklede jas en hoge
hoed. In plaats daarvan waren zij ge
kleed in wandelkostuum.
Tijdens de eedsaflegging en het uit
spreken van zijn rede, stond de president
achter een kogelvrij glazen scherm.
De eed werd afgenomen door Earl
Warren, de hoogste rechter in de Ver
enigde Staten.
Onmiddellijk na het einde van de
plechtigheid brak een applaus los van de
aanwezige leden van het congres, hoge
ambtenaren en diplomaten.
De plechtigheid werd besloten met het
uitspreken door president Johnson van
een korte installatierede.
Daarin verklaarde hij, dat onrechtvaar
digheid en armoede zullen zijn overwon
nen „voordat deze generatie van Ameri
kanen voorbij is". De president paarde
deze verklaring aan een beroep op de
mensen op te houden elkaar te haten en
te trachten elkaar te vernietigen.
„De wereld is groot genoeg dat ieder
een zijn geluk op eigen manier kan na
streven."
Onze eigen koers is duidelijk, zo ver
volgde de president. „Wij streven naar
niets dat anderen toebehoort. Wij streven
niet naar overheersing over onze mede
mens, doch overheersing door de mens
van tirannie en ellende". Verder sprak de
president over zijn ideaal van het tot
stand komen van een grote gemeenschap,
die armoede, discriminatie en andere
maatschappelijke kwalen zal bestrijden,
„Ik zal leiden zo goed als ik kan", zo
beloofde president Johnson. „Doch kijkt
in uw eigen harten naar de oude belof
ten en de oude droom. Zij zullen u het
best van alles leiden."
President Johnson wekte vervolgens
alle Amerikanen op tot volledige naleving
van de opvatting van rechtvaardigheid,
zoals die door de stichters der natie was
vastgelegd.
„In een land vol rijkdom moeten ge
zinnen niet in hopeloze armoede moeten
leven", zo betoogde hij. „In een land, r|jk
aan oogsten, moeten kinderen niet honge
rig door het leven gaan. In een land van
genezende wonderen mogen naburen niet
lijden en onverzorgd sterven. In een land
vol kennis moet jonge mensen lezen en
schrijven worden geleerd."
In het kort sprekend over de wereld
in het algemeen, herinnerde president
Johnson de Amerikanen aan het Ameri
kaanse covenant, dat de Verenigde Sta
ten de plicht oplegt de weg tot vrijma
king van de mens te helpen wijzen.
„Dat is nog steeds ons doel". Doch de
veranderende tijden hebben een nieuwe
betekenis aan deze oude missie gegeven.
Nimmer meer kunnen w|j trots in af-
LYNDON JOHNSON
.TJio hart zal u het beste leiden".
BOEJOEMBOERA - De moordenaar
van premier Ngendandoemwe van Boe-
roendi, die op 15 januari in Boejoem-
boera werd doodgeschoten, is aange
houden, zo is van welingelichte zijde
in Boejoemboera vernomen. Het zou
gaan om een employé van de Ameri
kaanse ambassade van Roeandese na
tionaliteit.
Het aantal mensen dat in verband
met de moord is aangehouden, is ge
stegen tot omstreeks twintig. Bij on
derzoekingen zijn wapendepots ontdekt.
DEN HAAG De cijfers van de emi
gratie uit Nederland naar landen oyer-
zee wijzen uit, dat het naoorlogse diep
tepunt in de animo hiervoor - dat in
1963 werd bereikt met minder dan 6800
emigranten - thans voorbij is, zo hebben
zegslieden van de Nederlandse emi-
gratiedienst verklaard.
Er emigreerden ruim 8100 Nederlan
ders in 1964, ofwel 1400 meer dan in
1963: in percentage uitgedrukt dus een
stijging van ongeveer 20 procent ver
geleken. met 1963. De belangstelling voor
Brazilië is vorig jaar gedaald. Ongeveer
150 Nederlanders trokken naar dit land,
tegen 230 het jaar daarvoor. Voor alle
andere immigratielanden was de be
langstelling echter groter dan in 1963.
Een kleine 2500 Nederlanders emigreer
den naar Australië, tegen ruim 1900 in
1963: een stijging van ruim 25 procent.
Naar Canada emigreerden ruim 1900
Nederlanders tegen bijna 1700 in 1963.
naar Nieuw-Zeeland ruim 660 tegen
600 in 1963, naar Zuid-Afrika ruim 900
tegen ruim 600 in 1963, naar de Verenig
de Staten ruim 1800 tegen bijna 1600
in 1963 en naar de overige overzeese
immigratielanden ongeveer 200, enkele
tientallen meer dan het jaar daarvoor.
De toegenomen belangstelling voor Aus
tralië - voor Nederland nog steeds de
grote trekpleister verklaart men bij de
emigratiedienst door de enorme ruim
te in dit land, die de dicht opeen wonen
de Nederlaners aantrekt.
Procentsgewijs is de belangstelling
voor Zuid-Afrika vorig jaar het sterkst
toegenomen, met een kleine 30 procent,
volgens een zegsman van de emigra
tiedienst komt dit hoofdzakelijk, omdat
de economie van dat land op de Neder
landers een gezonde indruk maakt. „De
verdiensten tellen voor Nederlanders
meestal boven andere overwegingen",
zo verklaarde deze woordvoerder. De be
richtgeving uit Zuid-Afrika over de
apartheidspolitiek aldaar maakt kenne
lijk weinig indruk op deze emigranten.
Met 8100 emigranten is Nederland nog
ver af van het naoorlogse emigratiere
cord van bijna 49.000 in 1952.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Werken sommige artike
len in „De Paladijn", maandblad voor
de Bescherming Bevolking, gezagson
dermijnend op de noodwachtplichti-
gen? De hoofdredacteur, de heer J.
J. van Bommel gelooft van niet, het
hoofd Bescherming Bevolking kring
Amsterdam, de oud-kapitein ter zee
der koninklijke marine B. C. Mahieu,
meent van wel. Deze verbood daarom
de verspreiding van „De Paladijn"
onder de drieduizend Amsterdamse
noodwachtplichtigen. Op 25 januari
komt het bestuur van de stichting
„De Paladijn" speciaal voor deze kwes
tie bijeen en dan zal blijken wie van
de twee gelijk krijgt.
Mr. G. van Hall, burgemeester van Am
sterdam, wiens ondergeschikte de heer
Mahieu is, noch minister Toxopeus
van Binnenlandse Zaken, de financier
van „De Paladijn" hebben er in dit
stadium behoefte aan zich in de kwes
tie te mengen. Minister Toxopeus
wacht op de uitspraak van het bestuur
der stichting. Daarin hebben vijf bur
gemeesters zitting: Van Tilburg(die
tevens voorzitter is), Van Emmen, Vel-
sen, Haskerland en Wieringermeer.
Verder de oud-perschef van Rotter
dam, de heer J. G. J. Nieuwenhuis
en mr. H. M. A. Kamerlingh Onnes,
directeur chef hoofdafdeling organisa
tie B.B. van het departement van bin
nenlandse zaken.
Het stichtingsbestuur en de hoofdredac
teur worden bijgestaan door een re
dactie advies commissie, waarin even
eens belangrijke figuren zitting hebben
J. G. J. Nieuwenhuis, voorzitter, mej.
M. M. W. Abbink Spaink, plv. hoofd
bescherming bevolking Utrecht, mr. F.
van Dompselaar, provinciaal comman
dant B.B. Zuidholland, P. Dijkstra,
hoofd B.B. Gelderland, drs. D. C. Hil
larius, chef afdeling organisatie van
de hoofdafdeling B.B. departement Bin
nenlandse zaken en mr. G. A. Stoppe
laar, adviseur bedrijfsbescherming K.
L. M.
De hoofdredacteur, die ,,De Paladijn"
verzorgt voor ruim 60.000 noodwacht
plichtigen en de bijna 61.000 vrijwilli
gers van de B.B., wordt voor het
eerst sinds de 12 jaren van „De Pa
ladijn" geconfronteerd met de klacht
over gezagsondermijnende artikelen.
In de loop der jaren heeft hij heel
wat kritiek gehad op de inhoud van
het blad. Soms was het te krijgshaf
tig, soms bezong het de oorlog en de
fall-out te fraai en te lyrisch enz. enz.
Dat de heer Mahieu, H. B. B. te Am
sterdam, op de valreep van zijn stu
diereis naar Amerika „De Paladijn"
voor zijn drieduizend Amsterdamse
noodwachtplichtigen verbood, is een
nieuwe ontwikkeling in de nogal be
wogen geschiedenis van het maand
blad en van de bescherming bevol
king zelf. Zij sluit wonderwel aan bij
verschillende gebeurtenissen, die zich
ook binnen de krijgsmacht hebben
voorgedaan.
Commandanten verboden op eigen gezag
(waartoe ze volgens de reglementen
overigens het recht hebben) versprei
ding van onder meer Vrij Nederland,
het christelijk weekblad De Spiegel,
het katholieke weekblad G 3, ook al
omdat deze geschriften gezagsondermij
nende artikelen zouden bevatten. Re
geringsautoriteiten hadden daar ech
ter een andere kijk op en herriepen
de individuele beslissingen. De heer
Mahieu is nog niet terug van zijn
Amerikaanse reis en kan dus geen
nadere uitleg van zijn beslissing ge
ven. Een uitleg, die hij bij zijn ver
bod overigens alleen maar in de alge
mene term „gezagsondermijnend" sa
menvatte.
(Van onze correspondent)
UTRECHT „Wij hebben er als
college geen enkel behoefte aan om
mee te doen met de burgemeesters
van de grote gemeenten, die in hun
nieuwjaarsrede zo fel tegen de inves
teringsbeperking geprotesteerd heb
ben. Amsterdam en Rotterdam doen
wel alsof zij het belang van alle ge
meenten op het oog hebben, in feite
pleiten ze voor hun eigen standje".
Aldus gistermiddag wethouder dr.
J. de Nooij, in antwoord op de kri
tiek, die bij de algemene beschou
wingen rond de Utrechtse gemeente
begroting met name van links tegen
de „tamme houding" van b. en w. in
zake deze aangelegenheid was aan
genomen.
Volgens de wethouder hoorde Den
Haag eigenlijk net zo min thuis in het
gezelschap van de beide havensteden
als Utrecht. Dat die twee de residen
tie desondanks hadden meegekregen
in hun protest zou intussen wel bij
dragen aan de versterking van de
schijn, dat ze slechts het algemeen
belang wilden dienen, aldus dr. De
Nooij, die zei meer heil te verwach
ten van een behandeling van deze
materie in de vereniging voor Neder
landse gemeenten dan van felle
nieuwjaarsredes en moties van ge
meenteraden.
(Advertentie)
Onlangs deed een Sunil was-team de
was voor mevrouw M. Vroegh,
Taanderstraat 104c. Rotterdam.
"Ik sta paf.de Suitilwas is witter".
zei mevrouw Vroegh. "Nu begrijp
ik wat ze bedoelen als ze zeggen fj
Swiil geeft het hoogste wit".
LONDEN In de laboratoria van
het London Museum zijn geleerden
met behulp van alle hun ten dienste
staande twintigste eeuwse middelen
bezig aan de oplossing van wat een
484 jaar oude moord zou kunnen blij
ken te zijn.
De geleerden hebben onder de loep
de verrotte beenderen en het dichte,
verwarde haar van Anne Mowbray,
hertogin van York en vrouw van Ri
chard, hertog van York., zoon van
koning Eduard de vierde van Enge
land.
Anne en Richard waren beiden vijf
jaar toen ze aan elkaar werden uit
gehuwelijkt met bijzondere dispensa
tie van de Paus van Rome. Vier jaar
later stierf de hertogin en Richard,
haar gemaal, werd naar alle waar
schijnlijkheid vermoord met zijn
vriend, de dertienjarige koning Edu
ard, terwijl ze sliepen in hun cellen
in de Tower.
Anne was bijgezet in de geschiede
nis tot zes weken geleden, toen men
op een bouwterrein in oost-Londen
op haar kist stootte.
De geleerden, die officieel hebben
vastgesteld, dat het hier om de her
togin van York gaat, zijn naar de om
standigheden van haar dood een uit
gebreid onderzoek begonnen dat een
maand of zes zal duren. Ze zullen elk
stukje aarde, vingernagels, haar en
been in de kist analyseren en probe
ren vast te stellen tot welke bloed
groep Anne hoorde, ten gerieve van
op stambomen gestelde Britten die
menen dat ze van Anne van York
nazaten zijn.
De geleerden nemen voorlopig aan
dat Anne is gestorven aan een kin
derziekte, die vermoedelijk met te
genwoordige geneesmiddelen had
kunnen worden overwonnen. Maar de
mogelijkheid dat ze werd vermoord
sluiten ze niet uit.
Als Anne werd vermoord dan is
vergif waarschijnlijk de oorzaak ge
weest. Maar omdat de kist een door
mensen gemaakt gat had, moeten de
meeste sporen van vergif in de 484
jaar dat ze in de aarde heeft gerust
wel zijn uitgewist.
De ontdekking van een giftige
substantie is volgens dr. D. B. Harden
directeur van het museum, vrijwel
uitgesloten. Hij zei dat men zich in
eerste instantie zou bepalen tot het
zoeken naar Annes trouwring. Onder
de beenderen heeft men nog niet ge
keken en men hoopt hem daar te vin
den.
Pathologen hopen Annes gezicht te
reconstrueren, om er een idee van te
krijgen hoe ze er uit zag. Dit was
ook gedaan met het slachtoffer van
een blitzkriegaanval op zuid-Londen
vele jaren geleden, zei een hunner.
Anne werd aanvankelijk bijgezet in
DEN HAAG De tweede Belgisch-
Nederlandse zuidpoolexpeditie, die op
13 januari, na een record-overtocht van
slechts twaalf dagen vanaf Kaapstad,
aan boord van de Deense ijsbreker „Ma
gadan", in de Koning Leopoldbaai aan
de zuidpool is aangekomen, kampt met
slecht weer en kan daardoor de basis
vooralsnog niet bereiken.
Op 14 januari is begonnen met het
lossen van de „Magadan", waarbij de
helikopter die men had meegenomen
naar de Koning Boudewijn-basis ver
trok, om de leden van de eerste expe
ditie te begroeten.
Op 15 januari heeft men het Cessna-
vliegtuig, dat eveneens aan boord was,
gemonteerd. En verder zijn voorberei
dingen getroffen om het eerste zware binnenlandse zaken, mr E. H. Toxopeus,
konvooi van sneeuwtractoren naar de gesproken worden over de zogenaamd;
basis te laten vertrekken. trendnota.
DEN HAAG De centrale commissie
voor georganiseerd overleg in ambtena
renzaken komt op dinsdag 26 en vrijdag
29 januari in vergadering bijeen.
Blijkens een mededeling van de voor
zitter van de Katholieke Bond van Over
heidspersoneel (KABO), de heer A. C.
M. Weijters, zal dan met de minister van
Twee maanden ge
leden heeft de mi
nister van buiten
landse zaken van
communistisch Chi
na, Tsjen Tsji, een
bezoek gebracht aan
Djakarta. Het re
sultaat van dit Chi
nees-Indonesisch overleg was een le
ning van vijftig miljoen dollar aan
Indonesië, die volgens Soekarno zul
len worden gebruikt voor de verdere
economische ontwikkeling van zijn
land. Bij die gelegenheid bood de
hoge Chinese gast Soekarno even
gaan in hoeverre Peking bereid is
Indonesië te helpen als het in ver
band met het conflict met Maleisië
door Engeland zal worden aangeval
len.
De Indonesische angst hiervoor
lijkt inderdaad gerechtvaardigd nu
de Britten een (in verhouding tot
de grote afstand) indrukwekkende
strijdmacht in Maleisië hebben sa
mengetrokken, zowel aan zee- als
aan luchtstrijdkrachten.
Na het bekend worden van het
uittreden van Indonesië uit de Ver
enigde Naties is de aanvoer van
hulptroepen ten behoeve van de ver-
dende verklaringen van Soebandrio,
wel de geestesprodukten van deze
bezinning.
Gezien de wisselvalligheid waar
van Soekarno steeds blijk geeft, is
het uiterst moeilijk een prognose van
zijn verdere politieke spel te geven.
Want terwijl hij vrede preekt laat
hij zijn leger in groten getale naar
Noord-Borneo trekken. Daarom moet
aan het verrassende bezoek van Soe
bandrio aan Peking wel degelijk
meer dan normale betekenis worden
gehecht. Er is in sommige kringen in
dit verband gedacht aan een grote
militaire alliantie tussen Indonesië en
Alle vredelievende verklaringen
van Soekarno ten spijt is de span
ning rond Maleisië zeker nog niet
afgenomen. Eerder zou men geneigd
zijn te denken aan een stilte voor
de storm, maar ook dat is slechts
een veronderstelling. Wanneer men
de politiek van Soekarno ontleedt,
komt men telkens tot de conclusie
dat binnenlandse moeilijkheden hem
tot bepaalde stappen dwingen. En is
het geschil met Maleisië niet een
unieke gelegenheid om de economi
sche rampspoed in eigen land te
verdoezelen door een onuitputtelijk
revolutionair elan levend te houden?
eens militaire steun aan, een aanbod
dat Soekarno niet accepteerde.
Sedert het bezoek van de Chinese
minister aan Djakarta is er in het
politieke pokerspel van Soekarno wel
het een en ander veranderd. Zo
werd de spanning rond de „kwestie-
Maleisië" aanzienlijk opgevoerd door
grote Indonesische troepenconcen
traties in Noord-Borneo en de Indo
nesische breuk met de Verenigde
Naties.
Gisteren is de Indonesische minis
ter van buitenlandse zaken. Soeban
drio. naar Peking gereisd. In Dja
karta heeft men van officiële zijde
verklaard dat dit bezoek enerzijds
moet gezien worden als een beleefd
heidsbezoek (ter beantwoording van
dat van Tsjen Tsji) en anderzijds als
een informatief bezoek, nl. om na te
dediging van Maleisië pas goed op
gang gekomen. De Indonesische stap
heeft dus als het ware een boeme
rang-effect veroorzaakt. Achter de
diplomatieke schermen schijnt men
Soekarno nu levens aan het verstand
te hebben gebracht dat een groot
scheepse aanval op Maleisië een even
groot boemerang-effect teweeg zal
brengen in de vorm van vergel
dingsacties tegen Indonesische basis
sen en wellicht ook op Indonesische
steden. De weinig geestdriftige hou
ding in de Aziatisch-Afrikaanse we
reld over de breuk van Indonesië
met de Verenigde Naties, schijnt Soe
karno tot nadenken te hebben gezet.
Wellicht waren zijn verzekeringen,
dat Indonesië nooit een oorlog zal
beginnen tegen Maleisië, tenzij het
zelf werd aangevallen, en gelijklui-
communistisch-China. Alleen al om
het feit dat beide landen duidelijk
naar militaire hegemonie in Zuid
oost-Azië streven, lijkt een dergelijke
alliantie onmogelijk te verwezenlij
ken. Natuurlijk zal Soebandrio niet
met lege handen uit Peking terug
keren. Dat zouden ook de Chinezen
niet graag zien. De verwachting lijkt
ons dan ook gerechtvaardigd dat er
een nogal ophefmakende verklaring
zal worden uitgegeven over militai
re steunverlening van communis-
tisch-China aan Indonesië voor de
strijd tegen het imperialisme en neo
kolonialisme in Zuidoost-Azië. Een
dergelijke verklaring alleen al zou
van groot psychologisch voordeel
i?n j11 z^n' a^een al omdat Maleisië
zich dan van twee kanten bedreigd
zal voelen.
Het antwoord moet voor de gewone
Indonesische burger wel bevestigend
zijn, wanneer zelfs de economische
adviseurs van Soekarno beweren:
„Indonesië kan zich niet ten volle
aan de economische opbouw wijden
zolang het politiek en militair niet
beveiligd is".
De „grote oorlog" kan Soekarno
evenmin aantrekken als welk ander
land ook. Zover zal Soekarno naar
alle waarschijnlijkheid dan ook niet
willen gaan. Maar het wakker hou
den van de revolutionaire geest on
der zijn nog steeds zeer grote aan
hang, is een van de voorwaarden
voor het in stand houden van zijn
populairiteit. In dit verband is het
bezoek van Soebandrio aan commu-
nistisch-China dan ook een persoon
lijk belang voor de Indonesische pre
sident.
Westminster Abbey, waarin ze ook
werd getrouwd, maar in 1502 werd
haar stoffelijk overschot om onbeken
de redenen naar het East End van
Londen overgebracht. De archivaris
van de Abbey, Lawrence Tanner,
verwacht dat Anne na het weten
schappelijk onderzoek in de abdij zal
worden herbegraven.
55
(Van onze parlementaire redactie)
ARNHEM Het hoofdbestuur van de
KABO heeft in een brief aan de gees
telijke adviseurs van de KABO en de
ARKA de suggestie gedaan, dat bij
voorbeeld door het episcopaat een
commissie wordt ingesteld voor het ver
richten van een diepgaand onderzoek
naar de oorzaken van de telkens terug
kerende conflicten tussen beide organi
saties en het terzake door deze orga
nisaties gevoerde beleid. Dit onderzoek
zou dan gevolgd kunnen worden door
„advies" aan beide organisaties.
Dit blijkt uit de verklaring over het
vraagstuk ARKA - KABO - N.K.V., die
het hoofdbestuur van de KABO gisteren
heeft uitgegeven op de bondsvergade
ring in Arnhem.
In deze verklai-ing staat voorts, dat
de beide geestelijke adviseurs eerder
hebben voorgesteld om in de na het
Groningse congres van de ARKA ontsta
ne impasse te laten bemiddelen door
„enkele wijze mannen". Het hoofdbe
stuur van de KABO zegt in zijn ver
klaring deze suggestie diepgaand te
hebben overwogen, maar tot de conclu
sie gekomen zijn die weg niet op te
moeten gaan, omdat de voorliggende
problematiek zich minder leent voor
een „bemiddeling."
Ook blijkt uit de verklaring dat tus
sen de voorzitters van beide organisa
ties in aanwezigheid van de geestelijke
adviseurs een gesprek heeft plaatsge
had. Op verzoek van de ARKA heeft
de KABO-voorzitter in dit gesprek een
nadere precisering gegeven van zijn eis
tot rectificatie van de uitlatingen op het
ARKA-congres in Groningen.
In de verklaring wordt voorts gecon
stateerd, dat na het Groningse congres
aansluiting van de ARKA bij het N.K.V.
voor het moment uitgesloten is. Daar
door is ons de basis voor een gesprek
om tot fusie met de ARKA te komen
ontvallen en behoort een fusie tot de
onmogelijkheden. De verklaring stelt
voorts, dat de KABO naast een moge
lijke fusie een federatie voor ogen heeft
gestaan en dat daarover zelfs bespre
kingen zijn gevoerd. Ook hierbij stelt
de KABO evenwel als voorwaarde een
federatie van twee bij het N.K.V. aan
gesloten organisaties.
Bij de discussie over de verklaring
van het hoofdbestuur is gistermorgen
uiteindelijk door de bondsvergadering
beslotendat de geestelijk adviseurs
van KABO en ARKA zelf moeten we
ten, wat ze met de aan hun gedane
suggestie tot instelling van een com
missie van onderzoek, moeten doen.
De samenstelling van deze commissie
ivordt volledig aan de geestelijk ad
viseurs overgelaten. Deze kunnen
daarvoor, indien zij dat wensen, de
medewerking van het episcopaat in
roepen, maar zijn daartoe niet ver
plicht.
DEN HAAG De staatssecretaris van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr.
J. H. Grosheide, ontvangt donderdag
middag 21 januari a.s. het 500.000c exem
plaar van het boekje „Volk in verdruk
king en verzet", geschreven door J. \V.
Rengeiink en I. Mug. De voorzitter van
het nationaal 5-mei comité, mr. H. A. M.
T. Rotschoten, zal de staatssecretaris het
boekje aanbieden op diens ministerie.
In vele gemeenten is de afgelopen vijf
jaar het boekje aan de leerlingen van de
hoogste klassen van de lagere scholen ten
geschenke gegeven. Dat gebeurde meest
al op de 4e mei. Alleen al in Amsterdam
zijn 125.000 boekjes uitgereikt. Dit jaar
zullen ook jongelui in opleiding in het
bedrijfsleven het boekje krijgen, onder
meer de PTT-jeugd en de leerlingen in de
confectie-industrie.
„Volk in verdrukking en verzet" geeft
in kort bestek de geschiedenis van Ne
derland in de vijf oorlogsjaren. Het biedt
bij grote oplagen ook de mogelijkheid om
iets van de lokale verzetsgeschiedenis op
te nemen.
(Van onze parlementaire redacteur)
DEN HAAG Wanneer men zich
verdiept in de vraag of er enige be
langstelling voor de politiek bestaat
bij de jongeren, dan blijkt, dat een
antwoord in ontkennende, noch in
bevestigende zin gegeven kan wor
den. Er zijn jongeren, die zich aan
heel het vaak ingrijpende politieke
gebeuren niets gelegen laten liggen,
er zijn er ook al is het helaas de
minderheid die zich er bewust
mee bezighouden. Dezer dagen zijn
150 jongens en meisjes, die de 21-
jarige leeftijd hebben bereikt en dus
thans kiesgerechtigd zijn, in 's lands
vergaderzaal bijeen geweest om over
de democratie en de vormen van die
democratie te spreken. Daarbij zijn
harde woorden gevallen. „Democra
tie is een typische regeringsvorm
voor volivassen volkeren, maar wat
ons Nederlanders past behoeven wij
nog niet op te dringen aan de ont
wikkelingslanden", zei een jonge
man uit Middelburg. Hij was een
goed democraat, want hij legde ook
een van de zwakheden bloot, waar
mee wij, als volwassen volk, te kam
pen hebben. „De democratie is een
zaak van specialisten geworden. Dat
is fout. De democratie moet leven bij
de jeugd, in de ondernemingen, op
de scholen en natuurlijk ook in het
parlement".
Daar kunnen wij het voorlopig
mee doen. Het vervelende en tege
lijk prettige is, dat de jongeman ge
lijk heeft. Vervelend, omdat daar
mee weer eens de vinger wordt ge
legd op een bijzonder pijnlijke plek
in onze maatschappij: de abso
luut onvoldoende staatsburgerlijke
opvoeding, vooral bij het middelbaar
onderwijs. Prettig, omdat uit deze
feitelijke constatering blijkt, dat het
in 1965 althans voor ons Neder
landers niet nodig is stil te staan
bij de democratische rechten, die wij
hebben gekregen. De grondrechten,
de grondwettelijke vrijheden, zijn
hier gewaarborgd, omdat de rege
ring democratisch is. Dat was an
ders in de jaren tussen 1940 en 1945.
Toen snakten we naar democratie,
omdat democratie en vrijheid één en
ondeelbaar zijn. Maar toen beseften
we ook, dat we bij die democratie
pas stil blijven staan, wanneer we
haar niet meer hebben.
De les, die hieruit toen is getrok
ken, is gedeeltelijk alweer vergeten.
Ons onderwijs, maar ook onze poli
tieke partijen dienen te bedenken,
dat zij hier een bijna braakliggend
terrein, dat luidkeels roept om te
worden ontgonnen, ter beschikking
hebben.
WASHINGTON De Amerikaanse
regering heeft zich tot de Russische lei
ders gewend met een verzoek om inlich
tingen over een vorige week vrijdag
gehouden ondergrondse kernproef, waar
bij bovengronds enige radioactiviteit is
geconstateerd.
Het verzoek geschiedde op grond van
het gedeeltelijk kernstopakkoord, dat
kernexplosies bovengronds, onder water
en in de atmosfeer verbiedt.
Amerikaanse deskundigen zeiden, dat
de radioactieve neerslag was waargeno
men boven de Stille Oceaan nabij Japan
en dat de Sovjet-Unie ten minste een
technische schending van het kernstop-
akkoord had gepleegd.
De Amerikaanse minister van buiten
landse zaken, Rusk, ontbood de Russische
ambassadeur en vroeg om een volledige
uiteenzetting.
Het beperkt kernstopakkoord verbiedt
geen ondergrondse proeven mits er geen
radioactieve neerslag ontstaat die buiten
het grondgebied van het proefnemend
land terecht komt.
De Amerikaanse regering beschikt
over geen enkele aanwijzing, die erop
duidt dat de Sovjet-Unie het akkoord
van Moskou tracht te schenden.
In maart 1964 deed zich een dergelijk
geval in de Verenigde Staten voor. B|j
een ondergrondse proefneming werd de
atmosfeer „besmet". Twee dagen later
werd dit feit gepubliceerd. De Sovjet-Unie
liet nooit enig protest horen al werd het
gebeurde wel door „Tass" gepubliceerd.