ERGONOMIE IS EEN VAN DE NIEUWE TAK WETENSCHAP Met een navrant ritme Jeugdcriminaliteit neemt in angstwekkende mate toe f~ FRANSE PUBERS BEZORGEN POLITIE VEEL WERK AardgasL W.-Braba Z.-Vlaan< Van onder af Oorzaken Ergonomie Klein beginnen De ouders Te weinig politie Ergonomie - ergonomie - ergonomie - ergonomie - ergonomie - ergonomie - ergonomie ergonomie - ergonomie - ergonomie - ergonomie BOEKENPLANK TijgervierLirig DAGBLAD DE STEM VAN JANUARI 1965 De Horstink-Iessen over het huwelijk Openbaring en theologie De boom der kennis Als mens onder de mensen Open kaart over morele herbewapening Concilietoespraken Veldtocht in Noord-Afrika Sovjet-Uni VN-schul( dele afk Buiig «li Foto rechts: de geautomatiseerde ma chine doet alles zelf en stelt de man buitenspel. Deze situatie kan gevaar oproepen. met gereedschap Foto links: spelen blijft gevaarlijk. Foto boven: Het navrante ritme van de ongevallenzuil, verbijstert velen. DEN HAAG Met eentonige tik worden de arbeidsongevallen ge registreerd. Op de elektronische zuil in de expositiehal van het Veilig heidsinstituut te Amsterdam flitst elke twee seconden een groen lampje aan. Elke flits noteert een arbeidsongeval, waarbij letsel wordt opgelopen. Elke 29 seconden schiet er licht in een geel lampje ten teken, dat er minstens drie maar meestal meer dagen verzuimd moe ten worden. En dan staat er op die zuil ook nog een reeks rode lampjes. Hiervan licht er elke vier uur en 17 seconden een op. Telkens een dode, telkens een trieste slag in een Nederlands gezin, 600 per jaar. Met een navrant ritme tikken de lampjes aan. Met een verbasterende regelmaat wordt leed over mensen uit gestort. Leed, dat voorkomen had kun nen worden, want tachtig procent van de bedrijfsongevallen zijn een gevolg van menselyke tekortkomingen en had den voorkomen kunnen worden. „Vei ligheid is het bewust vermijden van on aanvaardbare risico's," zegt een slag zin van het veiligheidsinstituut. En er worden nog teveel onaanvaardbare risi co's genomen: door superieuren, die ter- wille van de zuinigheid het met de vei ligheid op een akkoordje gooien, en door ondergeschikten, die al te stoer over risico's heenstappen, of en dit vooral bij het werken op tarief zich alleen maar bekommeren om de pro- duktie. Ter bevordering van de veiligheid in de bedrijven wordt al bijna honderd jaar een niet aflatende activiteit ont wikkeld. Het gevolg is dat de onge- vallencijfers een dalende lijn vertonen, .althans relatief, want in werkelijkheid blijven ze op hetzelfde peil, omdat de werkgelegenheid toeneemt en nieuwe produktiemethoden verrassen met nieu we gevaren. De mechanisatie en het in gewikkelder worden van machines en gereedschap scheppen situaties, waarop He mens nog niet ingespeeld is. In deze gevallen is er iets mis in de verhouding tussen mens en machine. Veiligheid is een mentale kwestie, maar aan de geestesgesteldheid van de mens wordt getornd door het onvermogen te voldoen aan de eisen, die de machine of appa ratuur stelt. Vroeger voelde een man zich geluk kig in een ketelhuis. Op de ketel prijk ten drie meters, die hij in de gaten moest houden, en verder stond hij ver antwoordelijk voor de juiste stand van een reeks handles en wieltjes, waarmee hij de apparatuur zijn wil kon opleggen. Daar groeide zo'n man in. Daar leefde hij voor. Sinds kort is de werking van de ketel geautomatiseerd, afwijkende standen worden automatisch gecorrigeerd. De ketel doet alles zelf en zet de man buiten spel. Zijn enige taak bestaat nog uit de controle van een batterij wijzertjes, die niet langer ge hoorzamen aan zijn inzicht, maar aan de dwang van een elektronisch brein. Voor de man is de dynamiek eraf, 'Zijn werk boeit hem niet meer. Hij valt erbij in slaap en er gebeuren ongeluk ken. De klassieken zeiden al, dat een gezonde geest slechts kan huizen ii een gezond lichaam. Daarom dient be halve de machine ook het arbeidskli maat aangepast te worden aan het acceptatievermogen van de mens. Extreme temperaturen, lawaai en trillingen maken prikkelbaar, grote snelheden en wisselende versnellingen belangen de concentratie krijsende kleuren en te fel licht schijnen via de ogen het gemoed te prikkelen. Tot het arbeidsklimaat behoort ook de sfeer, die door het persoonlyk ele ment wordt bepaald. .Ergos" betekent arbeidskracht). In de ergonomie richt men zich op het zo danig ontwerpen $n inrichten van ar beidsomstandigheden, dat de spannin gen, die het werk de arbeider oplegt, zijn vermogen om deze te verwerken niet overschrijden. De ergonomie zoekt het juiste midden tussen overbelasting van de werker en de onderbelasting van het produktie-apparaat. Intussen hebben zich al twee groepen van ergonomen gevormd, n.l. zij die het zwaartepunt leggen bij de machine en zij die de mens als uitgangspunt nemen. De argonomen, die de mens in het cen trum van hun gedachten plaatsen lopen het gevaar, dat zij de menselijke mo gelijkheden onderschatten met als gevolg te lage eisen aan de werker en arbeids- onvrede. Bovendien staan zij mogelijk met enige geringschatting tegenover het rendement van de machines, die soms miljoenen aan investeringen ver gen. De andere groep ergonomen over schat licht het menselijke arbeidsver mogen. Nochtans zijn beide groepen op zoek naar het juiste evenwicht tus sen menselijke belasting en machinaal vermogen. Er moet niet alleen van de machine, maar ook van de mens op alle aanwezige capaciteiten een beroep worden gedaan, zowel in het belang van de gezondheid en de waardigheid van de mens als in het belang van de produktiviteit. Het werk van de ergonomen kan pas tot zijn recht komen als men in de be drijven bereid is tot overleg. Elke ma chine elk produktieproces plaatst de mens' onder een zekere druk. Uit onder zoek en proeven kan men de zwaarte van die druk leren kennen. Op grond van deze kennis kunnen de eisen be paald worden, die voor de bediening van -een. bepaalde machine aan een be paalde arbeider worden gesteld. Aan de hand van medische en psychologische keuringen kunnen de geschikte mensen geselecteerd worden, al vormt de krap pe arbeidsmarkt hiervoor momenteel een barrière. Staat de verkeerde man aan de verkeerde machine, dan ont staan achtereenvolgens onbehagen, stoornissen en tot slot ziekte, ongeval of dood. Bij dat overleg dienen niet alleen de bedrijfsdirecteuren betrokken te worden, maar ook de werkbazen. Onderzoek heeft uitgewezen, dat er bij deze ba zen over het algemeen meer inzicht be staat over eisen en gevaren van ma chines dan bij directeuren en chefs, Daarom moeten in elk bedrijf voor waarden geschapen worden voor de door stroming van gedachten tussen hoog en laag. Ondergeschikten hebben de nei ging zich af te wenden van hun supe rieuren wanneer deze er geen blijk van hebben gegeven een open oor te be zitten. Bij overtreding van de veilig heidsvoorschriften is de directie straf rechtelijk aansprakelijk. De directie kan deze verantwoordelijkheid over dragen aan toezichthoudend personeel, maar alleen als de nodige maatrege len getroffen en de nodige middelen verstrekt zijn. Initiatieven tot veiligheid dienen uit te gaan van de directie. De voorlichting omtrent de onveiligheid moet van onderaf komen. Nog gedurig heeft er onderzoek plaats naar de dispositie tot ongeval len. Zijn sommige mensen meer dan anderen in het bezit van de neiging gevaar aan te trekken en ongevallen te veroorzaken? M.e>n is het hierover niet eens. Wel is vast komen te staan, dat er bij sommige mensen soms spra ke is van 'n plotseling verdwijnen van ieder begrip voor veiligheid. Op zulk een moment toont deze mens meer belangstelling voor het werk dan voor een mogelijk ongeval, men ziet het gevaar niet meer. Door technische voorzieningen kan men deze poten tiële gevaren weren. Oorzaak van ongevallen is ook de vermindering van het vermogen zich aan het werk aan te passen op een leef tijd van 40 en 50 jaar. Er ontstaat dan een predispositie tot ongevallen. Deze bestaat ook bij iemand, die beneden zijn kunnen werkt doordat zijn promotiekan sen zijn tegengehouden. Het boven zijn kunnen werken is echter even funest. deze gevallen kan in overleg met een bedrijfsarts of psycholoog gezocht worden naar ander werk. Bij het veilig werken spelen voorts ean rol: intelligentie, emotionaliteit en incasseringsvermogen naast de zeer voor de hand liggende oorzaken als af geleid worden, stoeien, werken aan of op bewegende outillage, wankele plaats of houding, en persoonlijke moeilijkhe den. In diverse produktiebedrijven kent men de veiligheidsfunctionaris, die voor al een preventieve taak heeft en zowel met directeuren als bazen op vertrou welijke voet staat. Daarnaast blijft het aanbevelenswaardig om veiligheidsdes kundigen van buiten het eigen bedrijf te raadplegen dit om bedrijfsblindheid tevoorkomen. Het veiligheidsniveau in een bedrijf wordt bij een centrale aan pak bepaald door directie en personeel tezamen. Tussen 1958 en 1960 organiseerde het landelijk Centrum voor Katholieke Actie aanvankelijk in de eigen zetel De Hor- stink te Amersfoort, later op meerdere plaatsen in het land, kader-cursussen over het huwelijk. Aan de hand van een zeer uitvoerige vragenlijst werden de mo derne vraagstukken rond het huwelijk belicht vanuit antropologisch, sociolo gisch, bijbels, dogmatisch, psychologisch psycho-hygiënisch, moraaltheologisch, kerkrechtelijk en pastoraal gezichtspunt Inleidingen werden daartoe gehouden door mr. L. C. Baas, prof. dr. A. Ey- sink, drs. J. v. Hessen, dr. P. Schoonen- berg s.j., prof. dr. J. Snijders, dr. C. Trimbos, prof. drs. J. Vermeulen, prof. drs. J. Weterman en prof. dr. H. Ruy- wers, die tevens de redactie voerde van deze bundel, waarin de hoofdzaken van deze kadercursussen werden samenge vat voor verder gebruik. Een groot aantal actuele kwesties komt op deze wijze aan de orde. Ze worden in breder verband geplaatst, zo dat ook als een exact antwoord ont breekt, de lezer toch tot vruchtbaar den ken in staat wordt gesteld. Enkele ge dachten, zoals „de pil" en schema 13, zijn in deze cyclus niet in beschouwing gekomen. Doch als geheel ligt hier voor leiding- en adviesgevenden alsook voor ontwikkelde gehuwden een rijkdom aan informatie, die op velerlei wijzen benut zal kunnen worden. Een voortreffelijke, zeer waardevolle uitgave. (Uitgave Pas torale Cahiers nr. 10 Paul Brand Hil- versum-Antwerpen.) A. G. Dit boek is het eerste deel van de bundeling van de door prof. E. Schille- beeckx gepubliceerde artikelen. De uit gave zal onder de titel „theologische peilingen" zeven of acht boekdelen om vatten van diverse publikaties, die zich uitstrekken over een tijdsverloop van ongeveer twintig jaren. Zij worden niet in chronologische volgorde uitgegeven maar naar een bepaald thema. Zo is dit eerste deel verschenen onder boven vermelde titel en kan beschouwd wor den als een inleiding tot de theologie, „al zijn niet alle kwesties behandeld, die in zulk een inleiding aan bod dienen te komen". Voor gevormde belangstel lenden in theologische vraagstukken zijn deze publikaties met vreugde te begroe ten, geschreven als ze zijn door een groot theoloog, die onmiskenbaar een belangrijk aandeel heeft gehad in de vernieuwing van do theologie. Het boek verscheen bij Nelissen te Bilthoven. J. H. Een opmerkelijk carrièreverhaal is dat van de tegenwoordige topfotograaf van het beroemde Amerikaanse weekblad Time. Gordon Parks, zoals deze aristo craat onder de fotojournalisten heet, is een neger. In zijn autobiografie, „De boom der kennis" vertelt hij over zijn jeugdjaren in één der zuidelijke Ameri kaanse staten. Zijn groot talent en zijn filosofische kijk op de mensen stelden hem in staat om zich een weg door de wereld te banen. Zijn autobiografie, uitgegeven bij „De Toorts" in Haarlem is geïllustreerd met zestien foto's van Gordon Parks. Over het leven van paus Joannes de Drieëntwintigste is langzamerhand een groot aantal boeken verschenen. Esther Hagers is (voorlopig) de laatste in de rij met haar sympathieke boekje „Als mens onder de mensen", het levens verhaal van paus Joannes, speciaal voor kinderen verteld. De volwassen lezer doet het verhaal wat erg naief aan, wat eenzijdig ook, maar de vermelde feiten zijn juist. Het boekje werd uit gegeven bij L. C. G. Malmberg in 's Her togenbosch. Het is de laatste tijd weer rustig ge, worden rond de morele herbewapening, Er was echter een periode dat dez* beweging verdacht werd van fascistische neigingen. Centraal in het rumoer (0f de hetze, zo men wil) stond indertijd een publikatie van de Engelsman Tom Driberg. Deze auteur bad alle bezwa- ren die men tegen de Oxfordgroep en Morele Herbewapening hoorde uiten, als het ware samengevat. Een vooraanstand lid van de MRA, J. P. Thornton-Dues. bery M. A., rector van het Sint Peters, college te Oxford, heeft in een lijvig, rijk gedocumenteerd boek, de heer Dri. berg van repliek gediend. Onder de ti tel „Open kaart over morele herbewa. pening". De teneur van het boek is; Er is niets geheimzinnigs in de MRa. De machtige fondsen bestaan inderdaad, maar zij worden gevormd door menset) die in de goede zaak geloven. MRA i« christelijk van origine. Natuurlijk zijn ei slechte MRA-leden, maar waar vindi men géén slechte mensen? "Waar moge- lijk geeft de schrijver feiten, cijfers en1 documenten. „De MRA is een voorhoede. Zij dringt door daar waar de hoofdmacht van de kerk niet altijd kan komen." Na en naast de publikaties van dr.! Frank Buchman, de stichter van de be weging, is dit boek een belangrijke bron van kennis en inzicht betreffende een beweging die evenals Noë probeert om aan de openbare weg een mogelijk red- dende ark te timmeren. Uitg. A. W. Sijthoff, Leiden. Het zou jaren vergen als men alle toespraken die op de drie eerste zit- tingen van het concilie zijn gehouden, zou willen doorlezen. En toch zou dit nodig zijn, om haarfijn te begrijpen hoe 't concilie zich tot dusverre heeft vol trokken. Men kan het echter ook een- voudiger doen, en wel door een aantal; markante toespraken aandachtig door te 3 nemen. Toespraken die in de concilie-i aula een soort schok van ontroering te-' weegbrachten, omdat zij plotseling1 nieuwe vergezichten openden. Geïnspi- reerde toespraken, waarvan men in het dagelijkse concilienieuws van de kran ten alleen de hoofdzaken terugvond. Niet minder dan 52 van zulke kenmer kende toespraken zijn nu gebundeld. Het is van enorm groot belang dat de keuze werd bepaald door drie theologen die j als het ware het gehele concilie hebben kunnen overzien en voldoende in dei! realiteit van de wereld staan. De the ologen zijn: Yves Congar, Hans Küng en Daniël O'Hanlon. Het resultaat van hun arbeid heeft grote documentaire waaroe De 52 toespraken werden ge houden door 37 concilievaders, van 21 nationaliteiten. Kan men zich een bon tere groep voorstellen? Even bont is de veelheid der themata die aan de orde komen. Merkwaardig is, dat van mgr. Alfrink geen toespraak is opgenomen. De bundel is onder de directe titel „Con cilietoespraken" uitgekomen bij Paul Brand n.v. Hilversum. Eén van de zwaarste veldtochten in de tweede wereldoorlog was de Noord- afrikaanse. Voor alle betrokken partij en was het een hel. De woestijn is in vredestijd al een oord vol dreiging en verschrikking. Als zich daarbij de mo derne oorlogvoering voegt dan bereikt men de grens van wat mensen kunnen verdragen. Een bewogen relaas over T oorlog in Noord-Afrika is geschreven door Neill McCallum die als jong officier de strijd meemaakte. De oorlog joeg hem^ van El Alamein door Lybië en Tune-T* sië naar Malta en Sicilië. Met fotogra fische scherpte heeft McCallum het hele verhaal nog eens gedaan. De tactische kant van de strijd heeft hem nauwe lijks beroerd, maar des te meer werd hij beroerd door het menselijk leed van soldaten en burgers. Een hard, doch rea listisch boek. Het verscheen onder de titel „Veldtocht in Noord-Afrika" als Prisma-pocket nr. 1028. Mevr. Oosting, echtgenote van de directeur van het Noor der dier en- park, toont vol trots een tijger vierling, die in de diergaarde is geboren. Deskundigen op het gebied van werk tuigkunde, arbeidswetenschap, psycho logie en geneeskunde hebben nog niet zo heel lang geleden de koppen bij elk aar gestoken om dit complex van pro blemen te bestuderen. Hieruit heeft zich ëen nieuwe, toegepaste wetenschap ont wikkeld, de ergonomie (het Griekse (Van onze medewerker H. Wouters) PARIJS Er gaat bijna geen dag voorbij of wij lezen in de kran ten verslagen over misdaden, bedreven door jeugdige personen: jon gens en ook vaak meisjes van 15 tot 22 jaar Heel dikwijls echter worden door de politie ouders ter verantwoording geroepen wegens werkelijke misdaden van hun kinderen, voor wie het knikkerspel of de pop nog een groot vermaak moest zijn! Nemen wij slechts een paar feiten om ons heen. Te Ver dun-sur-Garonne pleeg de een bende van 10 12-jarigen ver schillende inbraken in een bioscoop op een manier, waarvan de meest gerou tineerde inbreker nog kon leren. Te Montauban werd een hele troep lagere- schooljongens betrapt, die elke dag na school de grote warenhuizen afstroop ten. 's Avonds ontving de handigste gap per, die het grootste aantal voorwerpen gestolen had, tijdens de avondvergade ring in een houten keet, een eervolle vermelding van het bendehoofd en de bewondering van zijn medegappers. In Belbeze ledigde een 12-jarige de kerk- offerblokken, terwijl zijn vader buiten op de uitkijk stond. In Saint-Etienne werd een jongen van 15 in een drukke straat aangevallen en vermoord door vier nozems zonder dat ook maar één van de voorbijgangers tussen beide kwam. Zo zouden wij kunnen blijven door gaan, blad na blad. Erg is, dat de mis daad steeds hoger en krachtiger door Frankrijk spoelt. Magazijnen, warenhui zen en particuliere woningen worden ge plunderd, auto's verdwijnen, er wordt met revolvers geschoten en met messen gestoken. In Parijs worden zekere stra ten onveilig zo gauw het donker is. De politie speurt, ondervraagt en onder zoekt, heel dikwijls zonder succes. De koppen in de kranten worden steeds alarmerender. De politie is pessi mistisch. De justitie vraagt zich dikwijls af hoe zij in bepaalde gevallen moet handelen: hard toeslaan of heropvoeding proberen. De administratie van de ver beteringshuizen is overbelast, de ge vangenissen zitten eivol. Men vraagt zich af of het criminaliteitsvirus niet een gunstiger bodem in de volle ge vangenissen vindt dan in de donkere straten, waar de slenterende of gegroe peerde jeugd zich verveelt. De jeugd. Het is aan de jeugd dat men de huidige criminaliteitsuitbreiding toeschrijft. In 1952 noteerde de Franse politie 63.000 delicten of misdaden. In 1962 977.000 d.i. een toename van meer dan 30 pet. Deze getallen betreffen alle soorten strafbare feiten: aanslagen op personen en goederen, zedendelicten, kinderverwaarlozing, enz. De conclusie van de specialisten is formeel: de curve van de bedreven misdrijven is onge veer steeds dezelfde gebleven, maar het getal en de aard van de jeugdmisdrij- ven breiden zich constant uit. Zeker, in de cijfers van de jeugdcri- slechts in staat lapmiddelen te gebrui ken. Bijna overal komt zij krachten tekort en in het algemeen vindt zij niet de nodige medewerking. Voor dit laat ste zou het publiek een meer werkelijk beeld moeten hebben van de sociale rol van de politie. De politie moet doop de ouders van door haar gearresteerde, verdachte of vermaande jongeren niet beschouwd worden als een „vijand". In de politie moet, zij integendeel een goedbedoelende medewerker bij de heropvoeding zien. We hebben aan een politiecommissaris gevraagd, wat hij van de jeugdcrimina liteit denkt. „De gemiddelde leeftijd van de J. V. (jeunes voyons jonge deugnie ten) is zestien jaar", vertelde hij ons. „Veel jeugdige boeven zouden niet zover het slechte pad zijn opgewandeld, als de ouders in het begin met de politie minaliteit zijn gerekend tal van delic- hadden samengewerkt. Aan heel wat ten waarover men zich niet redeloos on-jeugdcriminaliteitsgevallen zijn én de gerust moet maken: het gappen van zwakheid van de ouders én het wan- een paar liters benzine voor de scooter, het „proberen" van andermans brom mer, zelfs het „lenen" van een gepar keerde auto om even een bal bij te wo nen in een buurtplaats, het afknappen van een jong boompje, enz. Maar er zijn daden, waarop ieder weldenkend mens het stempel „vandalisme" moet druk ken. Men mag niet alles excuseren met een: „de jeugd moet jong zijn" of door deze delicten gewoonweg toe te schrij ven aan lef. De kleine, „onschuldige diefstallen" voldoen al gauw niet meer aan de ben den, welke zich organiseren en waar van de ruwsten, de „hardsten" zich rond een chef scharen. De bende be geeft zich dan op het pad van de agressie, welke heel vaak naar de be roving leidt, eerst in een kleine winkel of bij bejaarde mensen, daarna in een benzinestation of een bank. Deze jon geren, die soms schrikken van hun eigen roekeloosheid, maar die trots zijn op hun revolver, zijn gevaarlijk: zij halen makkelijk de trekker over. Dikwijls schieten zij uit angst of uit zenuwachtigheid, maar ook vaak om dat zij geen eerbied meer hebben voor andermans leven. De politie geeft zelf toe dat zij bijna machteloos is jegens die zich steeds uit breidende jeugdcriminaliteit. Haar tra ditionele apparaat past zich niet of zeer moeilijk bij het jeugdmilieu aan. Zij is gedrag van de jongeren schuldig. Wil len wij serieus de strijd aanbinden te gen de misdadige jeugd, dan moeten wij op de eerste plaats de ouders trach ten op te voeden. De ouders moeten ervan overtuigd worden, dat de politie niet alleen tot taak heeft te verbaliseren. Vaders en moeders zouden dan niet, als hun kind door de politie vermaand of gestraft wordt vanwege een „onbe zonnen" streek (of erger), de politie commissaris naar het hoofd slingeren „dat de politie toch wel iets anders te doen heeft dan kinderen lastig te vallen die zich amuseren, of, dat de verbaliserende agent zelf zeker nooit jong is geweest" „Het betreft hier", zo besloot de commissaris, „vooral kleinere misdrijven, welke echter op de duur tot zeer funeste gevolgen kun nen leiden". Buiten deze onbewustheid of karakter loosheid van vele ouders heeft de politie nog met andere moeilijkheden te kam pen in haar strijd tegen de jeugdmisda digheid. De Franse politie is niet talrijk ge noeg. De rekrutering is een delicaat probleem. Veel kandidaten moeten af gewezen worden omdat men het „ni veau van de politieman, van de rijks- en de gemeentepolitie, op een eerlijke hoogte wil houden. De politie kan na tuurlijk niet overal aanwezig zijn, het geen natuurlijk jammer is omdat, ook de aanwezigheid van de begin van de wijsheid voor de jeugd, gendarme het is!" Verder is het een feit, dat de politie weinig vat heeft op de jeugd, wier we reld voor de politie gesloten blijft. Zo gauw de politie zich bij een groep voegt, stuift deze uit elkaar. Volgens de door ons ondervraagde commissaris zou de politie misschien enige kans hebben om bij de jeugd binnen te dringen, als men veel meer over jonge politiemannen be schikte. Gepubliceerde rapporten geven ons een tamelijk duidelijk beeld van de Fran- f se jeugdcriminaliteit. Volgens de stu-1 dies van specialisten ligt de leeftijd I van de jongens om de zestien, die van' de meisjes iets hoger. Het verzamel punt van de meesten is het café. Dit laatste constateren wij elke dag. Zij be- geven zich niet naar het café om te „drinken". Velen drinken er helemaal niets en zij die iets willen drinken, be stellen coca-cola of vruchtesap. Zij gaan vooral naar het café om de tijd te doden. Er zijn er bij die naar bet café gaan omdat zij het thuis niet kun nen vinden, en er zijn er bij, die er naar toe gaan uit (soms onbewuste) emanci; patiezucht. „Zolang zij in mijn cafe zitten", zei een café-houder, terwijl bij met zijn hoofd naar een vijftiental jon* gens en meisjes voor een lege tafel wees, „doen zij geen kwaad..." Maar het is vaak in het café, rond een tafel, dat besloten wordt tot een „sale coup". Eenderde van de Franse, misdadi ge jeugd, studeert, eenderde leert een vak en het resterende eenderde gedeel te arbeidt in een atelier of in een briek. Volgens de gepubliceerde rapporti zijn de meestvoorkomende jeugdmisda* den de volgende: stelen en vernielen' De aanslagen zijn meer op geld en goederen (radio's, fototoestellen, enz.) ffe* richt dan op personen. De laatste W* zijn diefstallen met geweldpleging ech ter talrijker geworden. In hun milieu zijn zedendelicten iets alledaags, ie.ts» dat zij zelfs niet meer als een delict beschouwen. Toch is het niet alleen een misdadige jeugd, verre van daar! Sommige bja* den wijden hele kolommen aan misda den, bedreven door jeugdige personen en soms maar een paar regels of hele maal geen regel aan goede, soms held haftige daden verricht door jongeren. Zij verwaarlozen een ideaal strijdmiddel tegen de jeugdcriminaliteit. Zij laten im mers een gelegenheid voorbijgaan om de jeugd de fundamentele principes og" der ogen te brengen van humanisme, eerlijkheid, oprechtheid en zedelijke pr°* perheid! 105e JAARGANG Uitgave N.V. Uitj DirecteurDrs. W. Hoofdredacteur: L. Redactieraad J. M. C. J. v. Hootegem, Mes, mr. H. M. L. dl Vercauteren, J. v] Bureau Breda tel. 22341 (5 lijnen).] Bureau voor de Zé R M DEN HAAG De het hogedruk-voedingl aardgas, die dit jaar zj voerd, omvat o.a. een a bestaande hoofdleidingl Tilburg, die tot halvel Vlaanderen reikt. Ditf km lang en heelt een cm. Bij de Belgische ding onder de Schei Door middel van deze Brabant en Zeeuwsch-| aardgas worden voorziet Bouwopdrachten zijn| strekt. NEW YORK Rus] gisteravond bereid ver] willige bijdrage" in de len storten ter oplossin; ciële crisis in de vol] Deze bijdrage zou in di van medebetaling aan di in Kongo en het Midd< geen de Sovjet-Unie weigeren. Rusland is zelfs bereid lijke bijdrage" te leverei wel gewenst is, omdat i 60 miljoen dollar bij de V staat. Aan de Russisc. wordt echter de voorw den d£tf zulks pas zal ki den zodra de „normale i toepassing van het stemi ere zal zijn hersteld. Vol reglement moet Rusland miljoen dollar betalen recht te herkrijgen. Amerika gaat niet akk regeling, omdat hiermee van het stemrecht van Ie aan hun financiële verp doen, als strafmaatregel ken. Het Russische besluit w generaal Oe Thant gistei deeld enkele uren voor hi mene vergadering zou 'n klemmend beroep op di een bijdrage in de V.N. omdat Oe Thant zich i zaakt zou zien gelden té salarissen te kunnen uitbe Deze betalingswijze, di gezicht niet doet verliez steld door enkele Afro-j den, die voorts adviseren Iers hun stemrecht niet t< g3ï$ GASTON NAESSENS, bioloog, die vorig jaar r rum ontdekt te hebben t is namens een Canadese digd van zwendel. Tege eis van 100.000 dollar ing IN DE BUURT van de I Wernsbach zijn twee p: frontaal met elkaar in men. Eenentwintig per: licht gewond. MINSTENS VIJFDUIZEN dakloos geworden als gev stromingen op Zuid-Cele Java. DE POLITIEMANNEN stonden in de rij om hun ken te laten nemen. Men lijk een autodief en er z gen dat hij tot de politie bi TSJOMBE ZOU, na de rei hebben uitgesteld, woensd sel vertrekken voor besp minister Spaak. Weersverwachting, medeg het K.N.M.I., geldig tot Toenemende wind tot vrij Krachtig uit richtingen t en noordwest. Buien selyk liagel of sneeuw. I teren ^aSere temperatur indaag: zon onder 17.05 op 19.38 uur. Morgen; 20n op g5? 10.40 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 8