Henri Strassburger en José: nieuw bestaan On< za; Uit romantiek van circus naar tankstation Nieuw concordaat voor twee Duitse deelstaten? Zo moeder zo zoon Hoe het begon Wat nu.... DOOR omdat lucky 't heeft, omdat lucky de beste amerikaan is, omdat een andere sigaret nu niet meer hoeft, daarom liever lucky voor Engelse nemii Een op Amerikai laat t ro DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 12 JANUARI 1965 7 Besprekingen met nuntius PRAVDA V.N melkkoetje voor Amerika Rapport wijst uit Ramp Thresher veroorzaakt door mankementen DOOR Walter Breedveld High In twee jaw Sana Het zenuws tonicur (Van een onzer verslaggevers) HEERLEN OP een stralende lentedag van 1952 trad José Mullens in het huwelijk met Henri Strassburger Duizen den mensen waren in Maas tricht getuigen van een waar lijk vorstelijk huwelijk. Nu zijn ze al weer bijna 13 jaar getrouwd en waar zijn ze sindsdien gebleven? Laten we ze nu teruggevonden heb ben in de Hoensbroekse Nieuwstraat, waar ze hun prachtige salonwagen met al le comfort van een flatje tij delijk geplaatst hebben naast een nieuw tankstation, waar van Henri Strassburger de ex ploitant is. Van het circus naar het service-tankstation: dat is een hele sprong, die Henri Strassburger echter niet zon der degelijke voorbereiding gedaan heeft. Na hun huwelijk in 1952 zijn Henri Strassburger en José Strassburger-Mul lens beiden telgen van vermaarde cir cusgeslachten: zij dochter van Jos Mul lens, de Roermondse circusexploitant van formaat en hij een broer van de vroegere circusdirecteur Strassburger acht jaar lang met het nationale Neder landse circus Jos. Mullens blijven trek- ken door ons land en België. José vierde triomfen als par-force rijdster in de ma nege en Henri als regisseur en verant woordelijk man voor het gemechaniseer de wagenpark van het circus. Tijdens een optreden in Zutphen werd Josèph geboren, die nu twaalf jaar is en als enig kind vreugde uit maakt van vader en moeder Strass burger-Mullens. 's Avonds tevoren was moeder nog opgetreden en daags na de geboorte wilde ze alweer op het paard. Maar ze kreeg daarvoor natuurlijk niet de kans. Nu zei* ze ons: „Zo moeder zo zoon. Ik ben zelf tijdens een voorstelling in Gent geboren. Natuurlijk weet ik het van' ho ren zeggen: maar vader kwam ge schminkt zó uit de piste gelopen en blij dat-ie was". Je herkent in José nog altijd de slanke en elegante hogeschoolrijdster, al is ze dan nu huisvrouw in haar gemo toriseerde flatje. „Het gaat haar best af", zegt Henri Strassburger, „een vrouw uit duizenden". In 1960 zijn ze met hun zoon, die thans op de katholieke jongensschool is bij het Hoensbroekse gemeentehuis, maar als vijfjarige reeds „verduveld-aardig" pony kon rijden, maar Parijs getrokken, waar ze opgetreden zijn met het circus Mul- lens-Boglioni om daarna tot het einde van 1963 mee te trekken met het reizende cir cus Cirko Amerikan, waarmee ze Span je, Marokko, Portugal, Duitsland en Italië bezochten. Het was een heerlijke tijd, maar ze wilden zich ook wel eens „vast" zetelen, ook om der wille van de kleine Josèph. Binnen de vaderlandse grenzen e Salonwagen in Hoensbroek blok aan het been.... was intussen de klad gekomen in het circusleven door de televisie en de so ciale lasten. Henri Strassburger: clown, regisseur, jockey en technicus van huis uit was hij gediplomeerd automonteur bezon zich op een nieuwe toekomst: ze wilden in Maastricht een tankstation beginnen. „We hebben altijd zoveel voor Limburg gevoeld", zegt Henri Strassburger, „daar weten de mensen te leven." En José: „Wat Maastricht ons bereid heeft tijdens ons huwelijk is ons onver getelijk gebleven." Henri ging in oplei ding bij een grote Nederlandse benzine. (Van onze correspondent) BONN Dezer dagen zijn de onder handelingen hervat tussen de landsrege ring van de deelstaat Nedersaksen en de apostolische nuntius in de Bondsrepu bliek, mgr. Conrado Bafile, over een concordaat. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Muhlenfeldt die vroeger Westduits ambassadeur in Den Haag was is daartoe van Han nover naar Bad Godesberg gereisd. De besprekingen zijn december j.l. al in Düsseldorf ingeleid. Toen confereerden de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. Mikat en nunti us Bafile. In Noordrijnland-Westfalen schijnt men minder geneigd te zijn een concordaat met het Vatikaan te sluiten, omdat men zich op het standpunt stelt, dat het vroegere rijksconcordaat voor de deelstaat bindend is en strikt wordt nageleefd. Er is derhalve, zo meent men in Düsseldorf, eigenlijk geen reden een nieuwe regeling te treffen. Men is ech ter bereid de nuntius aan te horen. De situatie met de concordaten is e- nigszins ingewikkeld. Het rijksconcordaat dat in 1933 tussen de toenmalige Duitse regering en de apostolisch nuntius Pa- celli de latere paus Pius de Twaalfde) werd gesloten, kon na de oorlog voor het toen gegroeide Duitsland geen rechts kracht meer bezitten, doodeenvoudig, omdat het Duitse rijk niet meer be stond. Toen de Bondsrepubliek in 1949 was geconstitueerd, konden de deelsta ten dit ,,Reichskordat" voor zich al dan niet bindend verklaren, of streven naar een nieuwe eigen regeling met het Vatikaan. De bondsregering bezat n.l. op cultureel gebied geen enkele com petentie. Een concordaat moest dus van de deelstaat-regeringen uitgaan. O.a. heeft de regering van de deel- en vrij staat Beieren een eigen koncordaat met het Vatikaan gesloten. De deelstaat Ne dersaksen onderhandelt al zeer lange tijd met het Vatikaan, maar is nog steeds niet tot een bevredigende regeling ge komen. De andere deelstaten voelen blijkbaar geen behoefte om een sepa rate regeling min. of meer onder de paraplu van het „Reichskonkordat" te treffen. De problemen, waarom het m Neder saksen dat een protestants land is gaat, betreffen vooral de katholieke scho len en de opleiding van onderwijzers en leraren voor deze scholen. In kwestie hebben vooral de katholieke leken in Ne dersaksen een sterke invloed uitgeoefend op hun episcopaat. Dit heeft tot een be moeilijking van de onderhandelingen tus sen Hannover en Bad Godesberg ge leid. Een probleem was voorts het feit, dat delen van de in Nedersaksen gele gen bisdommen zich uitstrekken tot ver in de oostzone van Duitsland. Het Vati kaan heeft tot dusverre in de grenzen der bisdommen nog geen wijzigingen ge bracht. Het heeft dit ook niet gedaan tijdens de besprekingen over het con cordaat. Er bestond aanvankelijk in Han nover, waar de landsregering wordt ge vormd door socialisten en liberale vrije demokraten (de CDU is er in de oppo sitie) bijzonder weinig neiging om een separaat concordaat met het Vatikaan te sluiten. Het Vatikaan heeft hiermede rekening gehouden en zijn wensen niet al te hoog opgeschroefd. Wat niet weg neemt, dat de onderhandelingen bijzon der moeizaam zijn verlopen. Ook in Düsseldorf is het enthousiasme voor een separaat concordaat niet erg groot, ofschoon daar een CDU-regering aan het bewind is. Dit heeft echter ande re gronden. Zowel het Reichskonkor dat als het daaraan voorafgegane „Prui sische concordaat" gelden voor Noord rijnland-Westfalen als bindende verdra gen, die ook volledig worden nageleefd. Dit geschiedt ook van de zijde der re gering, zoalg o-a- de instelling van het bisdom Essen nog eens overtuigend heeft bewezen. Anderzijds begrijpt men in Düsseldorf dat het Vatikaan bepaalde incidentele kwesties zoals de betaling der priesters, de subsidies die de regering daarvoor betaalt en het verwerven van bouw grond, in een afzonderlijk verdrag wil regelen. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. Mikat, spreekt in dit verband van een soort „reflex situatie" die o.a. bij de Katho lieke Kerk daardoor is ontstaan, dat de landsregering van Nedersaksen op dit gebied een voorbeeldig verdrag met de Protestantse kerk heeft afgesloten. Zo iets wil de Katholieke Kerk in Noord rijnland-Westfalen nu ook, meent prof. Mikat. (Advertentie) maatschappij: hij haalde alle diploma's die hij nodig had, ook voor de modernste technische auto-service, en liep stage op een druk verkeersknooppunt in een tank station bij Amersfoort. Daarmee was een groot stuk van 1964 gemoeid. Toen opeens kreeg hij zijn kans. In Hoensbroek ging de benzine-maatschappij een tank-servi cestation bouwen en hij kreeg de exploi tatie opgedragen. Maastricht ging aan de kant: Hoensbroek kreeg de kans net ver maarde artiestenpaar in gans nieuwe vorm aan het werk te zien. „We hebben radicaal met het verleden gebroken", verklaart Henri Strassburger, „en krijgen een nieuwe naam op te houden". Hij is reeds met het tankstation en zijn service begonnen. Als negenjarige is José Strassbur ger-Mullens in vaders circus begon nen als contortioniste, als slange mens. Jaren achtereen bleef de acro batiek haar beste nummer. Toen ging ze leren met paarden op te treden: de voltige, de pas-de-deux en de par- force. En dat werd haar glorienum mer: de par-force, in het Nederlands vertaald: ballerina te paard. In 1948 deed Henri Strassburger zijn in trede in vaders circus. Hij werkte toen in een clowngroep „als luxe-clown" glimlacht hij „met 'n wit gezicht en met een mooi en glinsterend kostuum" Vanwege zijn technische knobbel kreeg hij de verantwoording voor het gemoto riseerde wagenpark. Het duurde niet lang of spoediggroeide in vaders circus een nieuwe romantiek temidden van fanfa res, blitzlicht, steigerende paarden en een uitgelaten publiek. José zag Henri en Henri zag José: uit vriendschap groeide liefde en uit liefde hun huwelijk, dat op 15 april 1962 met zoveel praal en pracht gesloten werd. Tot in de Amerikaanse bladen verschenen de foto's. José laat ze ons zien. „Onvergetelijk", zegt ze nog maals. Ze werden op de voet gevolgd HET ECHTPAAR STRASSBURGER van de piste naar de pomp door cowboys en Indianen en hun trouw- stoet bestond uit een grootse parade met orkesten, tientallen paarden, olifanten en andere dieren. Eenmaal getrouwd ging het circuèleven zwaar drukken: ze zagen Joseph toch nog lange tijd aan de trapeze werken of als luxe-clown, net als vader. Het is allemaal anders gelopen. Ze heb ben zich nu „gezeteld". Met het verleden zijn ze nog slechts verbonden door hun gemotoriseerde flatje. Hoe lang nog? De wagen is nl. een blok aan het been ge worden. Gemeentelijke voorschriften la ten immers niet toe, dat je zo maar een salon wagen aan de Nieuwstraat in Hoens broek plaatst. Ze trokken een paar meter verder, op een particulier terrein. Ook dat lieten de voorschriften niet toe. Ze kregen al een proces-verbaal, evenals de eigenaar van de grond, waarop ze het gemotoriseerde flatje hebben staan. Is de oplossing het kopen van een nieuwe woning? Of kan er dispensatie verkregen worden? Dat zijn de vragen, die Henri Strass burger en José Strassburger-Mullens nu bezig houden. Ze blijven vol goede moed: ofschoon ze nooit zó gevoeld hebben hoe je levensgeluk kan afhangen van een sa lonwagen MOSKOU. „Het wordt tijd een ein de te maken aan het sprookje dat de Verenigde Staten meer bijdragen aan de Verenigde Naties dan anderen". Het Rus sische partijblad Pravda dat deze opmer king maakte, schreef dat de Verenigde Staten voor veertig miljoen dollar profijt trekken uit de aanwezigheid van het VN- hoofdwartier in New York. Het blad, dat de Amerikaanse druk op de Sovjet-Unie om bij te dragen in de kosten van „pi raterij" als de VN-operaties in Kongo een vorm van chantage noemt, brengt onder de aandacht dat de Verenigde Staten van de volkerenorganisatie jaarlijks zevenen zestig miljoen dollar aan belastingen beu ren. Hierbij werd geen rekening gehou den met de uitgaven van de delegatie leden in New York. Aangezien de jaar lijkse Amerikaanse contributie aan de Verenigde Naties vierentwintig miljoen dollar bedraagt, verdienen de Verenigde Staten meer aan de volkerenorganisatie dan zij er aan bijdragen, zo berekende het Russische blad. Elke OLVEH polis is winstdelend. WASHINGTON. Een c. het Amerikaanse Congres, die een onder zoek heeft ingesteld naar de oorzaak van de ondergang van de Amerikaanse atoom onderzeeboot „Thresher", heeft verklaard dat èn de veiligheidsnormen èn het ont werp en de bouw van bepaalde, niet tot het kernreactorsysteem van de duikboot behorende onderdelen niet aan de eisen hebben beantwoord. De „Thresher" ging verloren bij een proefduik voor de noordoostkust van de V.S. op 10 april 1963. De 129 man aan boord kwamen allen om. De congrescom missie zegt in haar rapport, dat de di recte oorzaak van de ramp niet bekend is. De commissie heeft voorts geen kri tiek op het ontwerp, de bouw en de wer king van de kernreactor van de „Thresher". Maar de „conventionele onderdelen" van de duikboot en de daarvoor geldende veiligheidsnormen hadden niet beant woord aan de eisen, gesteld voor de gro tere snelheid, het vermogen tot dieper duiken en de daarmee gepaard gaande zwaardere belasting, mede ontstaan door de overschakeling op kernenergie. Admiraal Hyman Rickover had tegen de commissie gezegd, dat slecht laswerk en andere tekorten aan vakmanschap vaak ontdekt worden bij de bouw van duikboten. Hij was van mening dat er in de laatste wereldoorlog Amerikaanse duikboten ten onder zijn gegaan, omdat zij bij het duiken de waterbelasting niet hadden kunnen verdragen als gevolg van slecht laswerk. (Advertentie) nu „Brabant moet agrarisch blijven!" De zware stem van pater Gerlachus dreunde jaren later nog in z'n oren. Nog even zat hij naar de ruitjes van het wasdoek tafelkleed te kijken en zei dan: „Het is goed, doen jullie maar wat je wilt Toon en ik zullen een stuk op de hei afpalen. In de buurt waar Dien Baks gewoond heeft zul je weinig hoeven branden." ZO gebeurde het en toen later aan het voorbereidende werk be gonnen werd, vroegen sommige boeren zich af wat Godefriedus van Stapelen zich op zijn oude dag nog op de hals gehaald had. Was die man dan nog niet tevreden? Zo kwamen en gingen de seizoenen. Op de Dem- melhoeVe werd gewerkt zoals men het altijd had gedaan en een groot stuk van de hei lag vlak en schoon om er lupinen op te zetten, die zuurstof in de aarde zouden brengen. Ieder jaar kwam er een kindje bij, telkens een jongen. De laatste bracht een wereld van ellende mee, veel disorde in huis en moeder .Frieda aan de rand van het graf. Ook dat ging voorbij al duurde het meer dan een jaar eer alles weer normaal was. De vrucht boom was echter machteloos gewor den; hij stond er nog wel tierig groen, maar hij zou nooit meer vruchten voortbrengen. Toon vond het best; hij had Frieda mogen behouden, en vijf koters en een grietje was hem ge noeg. Godefriedus vond dat geen taal voor een christenmens, maar als de Lieve Heer het zo had bedoeld, dan was het natuurlijk goed. In werkelijk heid vond ook hij het meer dan ge noeg; het lawaai overdag hield hem 's nachts soms wakker. De woeste kreten en 't oorverdovende gebler waren op de Dommelhoeve eigenlijk onbekend geweest en hij liep al naar de tachtig. Friedje was bijna zeven jaar toen haar jongste broertje werd geboren. Ze was een bijzonder aardig kind. Een gaaf gezichtje met zwarte krullen en lichtblauwe ogen, leven dig tot op het rebelse af, bazig, be moeiziek en zich er terdege van be wust dat ze de oudste was. Ze re geerde haar broertjes, ze speelde er mee en deelde ook meppen uit we gens ongehoorzaamheid, ,,Ze moet op passen", lachte Toon. „Zo gauw Ma- rinus en Toon ontdekken dat ze haar aan kunnen, timmeren ze er op los". Voorshands was daar nog weinig kans op Friedje, die al naar de grote school ging, had een enorm overwixht. Met haar schrijf- en rekenlessen, die werden toegelicht met een onbe schrijfelijk pathos, maakte ze zoveel indruk op haar broertjes, die zich nog kindjes voelden, dat haar haan voor lopig nog koning kon blijven kraaien. Godefrieda hield haar wel in het oog. Het kind riep herinneringen op aan haar eigen jeugd. Er was veel over eenkomst, en ook sterke verschillen. Zij droomde en fantaseerde graag, Friedje fantaseerde nooit; in dat op zicht leek ze op haar moeder, wier eenvoudig praktisch denkende geest zich ook niet bezighield met drome rijen. Zij was ook geen doetje ge weest, maar ze was wel altijd ge remd geworden door een gevoel van waardigheid en statigheid; bij Friedje was daar niets van op te merken. De achting en de liefde, die zij haar vader toedroeg, was altijd vergezeld ge weest van lichte vrees voor zijn zware stem en zijn grote harde handen. Friedje en haar broertjes hadden daar hoegenaamd geen last van. Als Godefriedus gromde als ze tijdens de middagmaaltijd te veel taterden naar zijn zin, keken ze hem verbaasd aan. Als ze dan even stil werden, zaten ze te smiespelen en te giechelen. Er ging geen kracht meer van hem uit: een beer zonder tanden, een leeuw zonder klauwen; een brommerige aartsvader met een baard. Soms schoot Toon wel eens uit z'n slof en dan vielen er klappen links en rechts. Met Frieda kreeg hij daar altijd woorden over. Ze kon het niet aanzien dat hij de kinderen sloeg; ze kon 't meelijwekkend geblèr niet aanhoren. „Het is goed voor ze dat ik ze nu en dan de oren veeg", zei Toon. „Daar weet jij niets van af Van je vader heb je nooit een klap gehad; groot vader zou alles eerder gedaan hebben dan zijn hartedief een peer geven, en je moeder aait liever. Daar schiet je niets mee op. Het worden deug nieten als ik ze niet onder de duim houd Bij ons in Bokhoven zijn de kinderen heel anders. Daar vind je niet zulke rabauwen". ,,In Bokhoven woont de Heilige Cornells", glimlach- 1 te Godefrieda. „Alle mensen daar zijn gezegend, dat zien we aan jou". Zulke opmerkingen, waar Toon geen weer- i woord voor had, maakten meestal een i einde pan een opvoedkundig gesprek. De kinderen vluchtten naar hun moe der als hun vader ze achter de vodden zat, en nog liever naar hun groot moeder. Zij was lief en goed; ze maakten er zoveel ruzie om wie 'i- nachts bij haar mocht slapen, dat Godefrieda een toerbeurt instelde. Of schoon ze nog maar heel klein waren, begrepen ze al dat hun grootmoe der heel anders was dan de oma's in het dorp. Oude, tandeloze verrim- pelde vrouwtjes met rokken tot op hun schoenen. Door de week droegen ze een wit mutsje op hun kortgeknip te haren, zondags een rijk versierde wijd uitstaande Brabantse muts met lange zijden linten. Dan liepen ze naar de kerk met grote trage passen, als een paard achter een ploeg, Gode frieda droeg geen oudevrouwen-muts je en met 'n Brabantse muts kon je je haar helemaal niet voorstellen. Als ze met de brik gingen rijden, liet ze het paard in een straffe draf loopen. Dat was heerlijk; de bomen schoten zo vlug langs je heen dat je ze niet kon tellen. Ofschoon vier geslachten op de Dommelhoeve samenwoonden, waren de verhoudingen goed. Godefrieda was onbetwist de belang rijkste persoon, zij regelde practisch alles. Dat deed ze zeer deskundig en schijnbaar moeiteloos; zij domineerde niet met de lust tot regeren, het ging allemaal heel eenvoudig. Dat was al tijd het geval geweest, maar het had na de dood van Marjan een meer uit- voorstellen, dat je graag zelf wil gaan boeren", zei ze, „maar het heeft zo weinig zin om dat nu te doen. Dat komt straks allemaal vanzelf wel. Ik zal je dan geen moeilijkbe den in de weg leggen." Toen Toon slechts knikte en niet inging op haar opmerking, begreep ze dat hij niet tevreden was gesteld. Dan moest hij maar openlijk zeggen wat hem hinderde. Er kon over ge praat worden; blijven mokken was vervelend, het verstoorde de goede geest in huis en er werd niets door veranderd. Op koele toon verzocht ze hem te zeggen, wat hij precies be doelde. Het argument dat de kinde ren te druk werden voor opa, sneed geen hout. gesproken karakter gekregen. Gode friedus kon zich daar makkelijk in schikken, misschien ging het uiteinde lijk wel van hem uit; Toon en Frieda hadden er zich bij neergelegd als bij iets vanzelfsprekends. Toch was er ongeveer drie jaar ria de dood van Marjan een moeilijke periode geweest. Op een avond toen ze na het bidden van het rozenhoedje nog even met hun vieren bij elkaar zaten, zei Toon onverwachts dat hij zich afvroeg of het wel goed was dat zij zo bleven samenwonen. De hoeve was van Go- defridus; Godefrieda had er recht op daar te wonen krachtens haar ge boorte en omdat ze zelf geen huis had Frieda en h(j woonden en werk ten er ook omdat in het begin iedereen het vanzelfsprekend had gevonden dat zij zouden introuwen. Was dat nog wel zo? De kinderen waren druk en ru moerig, dat zou eer erger dan min der worden. Zou Godefridus dat op den duur aan kunnen? Oude mensen willen de last en de drukte van kleine kinderen wei verdragen, maar kun nen ze het ook? ,,Ik heb er over na gedacht of 't niet beter is dat Frieda en ik voor ons zelf gaan boeren. Het hoeft niet in een vloek en een zucht te gebeuren". Het werd doodstil toen hij was uitgesproken. Godefrieda zag dat Frieda Toon aankeek met een blik vol verlegenheid en teleurstelling. Het was duidelijk dat zij daar samen over gesproken hadden en dat zij niets voor het plan voelde. Snel gle den haar ogen van Frieda naar Go defriedus. Ze zag zijn mond beven, in zijn ogen was een angstig ver baasde uitdrukking. Heel even slechts toen boog hij het hoofd en staarde naar zijn verwerkte handen. Gode frieda begreep hem wel, het zou hem onuitsprekelijk verdriet doen, maar hij zou zich niet verzetten al zou het zijn leven kosten Met doffe stem vroeg hij: „Ben ik jullie tot last?" „Dat zeg ik toch niet" stoof Toon op. „De kinderen zijn mij niet tot last, ik verdraag er alles van". „Kunt u 't blijven verdragen?" Even was het stil en dan zei Godefriedus op zachte bijna smekende stem: „Ik heb de Dommelhoeve helemaal op gebouwd. Straks is het met mij af gelopen dan is ze voor jullie, dat zal jullie moeder wel goedvinden. Kun je daar niet op wachten?" Ze konden wei wachten, graag zelfs. Het was veel eenvoudiger de Dommel hoeve te zijner tijd over te nemen, dan ergens anders zelf te beginnen met al de last en de risico's, die daaraan verbonden waren. Maar daar ging het niet over, zag Godefrieda, toen Toon haar met schu we blik aankeek. Ze voelde Jat ze iets moest zeggen, maar ze wist niet hoe ze het in moest kleden. Zou Toon menen wat hij zei? Als hij het echt meende en zijn plan ook zou door zetten, zag het er voor Godefriedus niet goed uit. Samen konden ze he! werk niet aan en hij zou er mets voor voelen op zijn oude dag een knecht te nemen. Alles viel dan in duigen waar hij zijn hele leven lang voor gewerkt had. Dat kon zijn dood betekenen. Sterker nog voelde ze dat ze een bevrijdend woord moest spreken en toen deed ze het ook. „Ik kan me n. lopen. Dat gunnen we hem van harte en we hopen het ook. Maar alles bij f elkaar is het hier toch een vreemde boel. De hoeve is van opa en later wordt ze van u. Moeten Frieda en ik dan altijd onze voeten onder een vreemde tafel blijven steken?" „Daar zeurt hij al maanden over", zei Frieda. „Maar ik wil hier niet weg. Wat gaat er hier niet goed?" „Wij zijn onszelf niet", zei Toon. „Hier hebben we het goed, Toon. Als we zelf gaan boeren weten we voor uit dat we jaren van armoede tege moet gaan. Daar moet ik niets van hebben." In de stilte die volgde op Frieda's woorden, gingen Godefrieda's ge dachten snel. Ze dacht nu te begrij pen waar het bij Toon om ging. De periode dat hij haar adoreerde en onmatig bewonderde was voorbij; de nieuwe vorm van verstandhouding die daarop gevolgd was scheen hem niet helemaal naar genoegen te zijn. Hij wilde nu in ieder opzicht een volwassen man worden, een huisva- der; hij wilde niet meer afhankelijk zijn van de grootvader van zijn vrouw en van zijn schoonmoeder. Dat a kon ze begrijpen en waarderen. Als hij er zo over dacht, was het inder- daad het beste dat hij met zijn ge- f zin wegtrok van de Dommelhoeve. Godefrieda stelde de kwestie scherp en zuiver toen ze zei: „Hoor eens, Toon, de hoeve is van grootvader, dat zul je wel niet betwisten." ,,Nee.." „Ik ben grootvaders enige dochter. Je zult mij toch niet het recht betwisten bij mijn vader in te wonen en hem te verzorgen als dat nodig mocht worden." „Dat zeg ik toch niet". „Nee, dat zeg je niet. Dat zou ook onredelijk zijn. Je wil hier weggaan omdat je jezelf wil zijn. Dat is niet onredelijk. Doe dat dus." Frieda begon te schreien. „Ik wil hier niet weg" snikte ze. „Dat is ook nergens voor nodig", zei Gode- frieda. „Als opa uit de tijd is, kun- i nen we wel weer zien. Van mij zul- a len jullie dan geen last hebben." „Het wordt ook tijd dat Frieda huis- vrouw wordt", zei Toon bits. „Frieda f is huisvrouw voor jullie gezin, Toon. f Ik ben huisvrouw van de Dommel- hoeve. Of vind jij dat ik weg moet gaan?" „Dat is onzin „Vind jij s dat ik hier te veel regeer? Zeg het i maar". Toon gaf geen antwoord. J Even was het stil en dan stak Gode- J friedus de hand op. Op gezaghebben- de toon. die herinnerde aan zijn beste f dagen, zei hij kort en stug: „Alles f blijft hier zoals het is. Als Toon daar geen vrede mee heeft, moet hij gaan." Toon mokte nog wel een paar dagen maar hij ging niet. Hij was niet zo a dom om de schepen achter zich te i verbranden; bovendien had hij er J geen fut genoeg voor. Hij kon niet op f tegen Godefriedus en nog minder f tegen Godefrieda. nroEN i- wa ijk un f DE kinderen Meerwijk wat ouder werden kwamen hun specifieke eigenschappen dui delijk naar voren. Friedje, die als enigste meisje speciale voorrechten meende te hebben, liet dit gelden in het nemen van initiatieven, die niet altijd even goed uitvielen. Slechts door snel ingrijpen kon haar vader voorko men dat de hoeve in as opging toen zij haar broertjes, die zich kletsnat had den gespeeld bij de Dommel, voor straf wilde behoeden en daarom dicht bij het houtschuurtje, waar allerlei rommel in lag opgeborgen, een vuur tje had gemaakt om hun natte kle ren te drogen. Het schuurtje ging er aan, het rieten dak van de hoeve brandde al toen Toon kwam aange stormd. De broertjes ontkwamen niet aan de tuchtiging en ook zijzelf kreeg er behoorlijk van langs, ofschoon zij brulde part noch schuld te hebben, want zij was die dag niet bij het wa ter geweest. Dat gebeurde overigens op andere dagen wel; twee keer in één maand werd ze uit de rivier ge haald toen ze er overmoedig te ver was ingegaan. AMSTERDAM - mentsparket te Ams rechter-commissaris lijk vooronderzoek tenlanders en één Nc lijk onderzoek te het hoe de situatie is in cember op spectacul!' R.E.M.-eiland, waarop zegeld. De eerste vordering Reclame Exploitatie kantoor aan de Hereng dam is gevestigd), in de gedelegeerd commis nootschap de Haagse J. Minderop. Het gaat de overigen) om overt kei 20 van de telegraa van 1904: het gebruikei ken en aanwezig hebb zenders en een radio- de vereiste machtiging van Verkeer en Wate: lokking of medeplichtig bare feit, gepleegd do< Television Ltd, geves door aan deze maatscl ter beschikking te stel De tweede vordering telijk vooronderzoek 1 Seas Television Ltd (d de zenders) in de perse stuurder de heer Eric Ook hier gaat het om het genoemde artikel, is gekwalificeerd. Er op van ten hoogste zes boete van vyf mille. Het derde vooronderzc gen de drie directeuren se maatschappij Exp! strucciones Mantismas die de eigenaar van 1 Primair de overtreding der telegraaf- en telel'c sidiair uitlokking of i daaraan door het beschik het platform met de zer vordering tenslotte heef de vijf Belgische techn eiland bij de „bezetting, getroffen, naast het bewi het bij hen subsidiair oi heid - het behulpzaam zij het gebruiken van de High Seas Television. Als een strafbaar door een n.v. wordt de ingesteld tegen de leden van de n.v. (de REM stuur). Wanneer en teg* tijd een strafvervolging gesteld, kan mr. Hartsuj WASHINGTON Een vj rikaanse volwassenen de sigaret afgezworen, rapport, dat maan dl Terry is ingediend bij se raad voor tabak (NICSH). Dr. Terry hec rapport van januari retten en longkanker NICSH is een niet-offi< vormd uit geneeshere woordigers van 16 A, stellingen. In zijn nieuwe rapport ze het tabaksverbruik do< eerst daalde, zij het ir tussen 1962 en 1964. H( bruik is nog steeds een verantwoordelijk voor minstens 125.000 Ameril 300.000) perd jaar, zo door een woordvoerder meegedeeld. Het nieuwe rapport van de volgende feiten op: Sinds 1962 roken ongel Amerikanen geen siga Van de ondervraagde schouwt 69 procent de der oorzaken van kanl Zeven van de tien menen dat de sigaret oplevert dat er maatre nomen moeten worde negen mensen is een toegedaan. Voor openbare voorl tabak sprak 90 proce vraagden zich uit, 80 p het gebruik van de na atleten of beroemdhe< tenad verten ties. Tachtig procent van den zou op elk pakje gehalte aan nicotine e willen zien. DJAKARTA Volgens h persbureau UPI heeft i een gouden miskelk gesi Indonesische militaire a> gelang op midden-Java. De kelk zal een plaats nieuwe katholieke kerk van de academie. He persbureau Antara he( dat de paus de miskelk heeft gegeven uit waar godsdienstvrijheid, die d sische regering daadw voorgestaan. (Advertentie Al zijn uw zen nu nog elastis Pas op dat de er niet uïtraal Van nu af aan Sanatogen

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 10