DE HUISARTS
IS OVERBELAST
DE PATIËNT KOMT NIETS
TEKORT, MAAR DE DOKTER WEL
T errein-
rolschaats
DE PATIENT VERWEND
HUISARTS: SPECIALIST
Wi
DOKTERSVROUW: „T OCH GEWELDIG VAK"
Meisje onder
Charles
Programi
Lawaai
makers
op hei
spoor
DAGBLAD DE STEM
Vijftigste Filj
bij Ensem
Radio
Maandag 4 januari
De wachtkamers zitten meer dan vol: de huisarts houdt maar heel
weinig ti]d over voor zichzelf
N zijn boek „Mensen en din
gen die aan mij voorbijgin
gen" vertelt de oude Maas-
bode-redacteur pater Hya
cinth Hermans over „de man
die er altijd was", een sigaren
winkelier die op alle uren van
de dag in zijn winkel stond (dat
was voor de winkelsluitings
wet), Alleen voor de zondags
mis maakte hij een uitzonde
ring. Zo was het vroeger ook
met de huisarts. Hij was de
man die zijn patiënten geen
dag en geen uur in de steek
liet. Aldus het verhaal van een
medicus, die zijn eerste erva
ringen opdeed in 'n flink dorp,
daarna overschakelde op de
Er zijn huisartsen met een zeer grote praktijk die, als zij op
nieuw moesten beginnenweer huisarts zouden worden. Er zijn
huisartsen met een kleine praktijk die, als ze opnieuw voor de
keus werden gesteld, nooit meer dit beroep zouden kiezen. Niet
alle huisartsen zijn ontevreden of overbelast. Evenmin zijn alle
patiënten lastige en veeleisende lieden die de huisartsen voor
allerlei futiliteiten uit bed bellen. Het probleem ligt genuan
ceerder, maar een probleem is het. Dat heeft staatsscretaris
Bartels van Sociale Zaken bewogen een regeringscommissie in
te stellen die de oorzaken gaat bestuderen van het groeiend on
behagen dat bij de huisartsen leeft. Een onbehagen dat in zijn
diepste grond hierin bestaat dat de centrale plaats van de huis
arts tegenwoordig niet meer als vanzelfsprekend wordt gezien.
Dit begint al bij de opleiding, waar de specialisten geneigd zijn
de specialisatie als ideaal voor te stellen. En begonnen met een
prachtige wetenschappelijke studie, maar met een gebrekkige
voorbereiding op de praktijk, voelt menige huisarts zijn taak
verschraald, zijn functie door lastigè patiënten uitgebuit, zijn
geloof onvoldoende gehonoreerd. Om te voorkomen dat de
klachten van een arts een te dominerende aandacht zouden
krijgen, geven we hier behalve een huisarts ook een specialist
een gewezen arts, en natuurlijk ook de doktersvrouw het woord
Niet om tezamen de oplossing uit de weergegeven situatie te
bieden; alleen om te illustreren hoe complex de problematiek
rond de huisarts is%
stad, er een grote praktijk op
bouwde, maar er later toch de
voorkeur aan gaf „arts in
dienstverband" te worden.
Toen ik mijn eerste praktijk
overnam, volgde ik een dorps
dokter op die in 53 jaar geen
enkele dag vakantie had geno
ten. Hij was geen uitzondering.
De oudere generatie artsen
nam het letterlijk wat ze on
der ambtseed beloofd had: de
gezondheid van de patiënt
doorlopend (dat wil zeggen 24
uur per dag) te behartigen.
Persoonlijk ben ik van mening
dat een dergelijke, strikte op
vatting onder de ingrijpend ge
wijzigde maatschappelijke ver
houdingen niet vol te houder
is.
Vergis u niet er zijn nog altijd
artsen die hun praktijk geen dag
en geen uur in de steek laten, maar
groter is de groep patiënten die bij
de oude situatie zweert. Ze aanvaar
den in principe wel dat de artsen
onderling regelingen treffen, maar
doen hun best ze te saboteren als
hun eigen gezondheid in het geding
is. Dan moeten en zullen ze hun
eigen huisdokter hebben, toch is de
ze groep lastige patiënten relatief
klein.
Twee generaties terug (toen er nog
vrijwel geen specialisten waren)
was de verhouding arts-patiënt al
dus te karakteriseren: patiënt en
dokter in een geluiddichte kamer:
dubbele deur en dubbel slot erop.
Dat strenge individualisme valt bij
moderne medische ontwikkelingen
niet vol te houden. Zelfs het be
roepsgeheim is niet integraal te hand
haven. Men kan rustig zeggen, dat
het zich op de helling bevindt.
Vooral na de tweede wereldoor
log zijn er sociale elementen gaan
meespreken in de geneeskunde. Een
Huisarts die een patiënt verwijst
naar een specialist doet zijn werk
ten voordele van de „verwezene"
het best door het beroepsgeheim niet
te absoluut te nemen. Hoe uitvoeri
ger hij de confrater informeert
over diagnose, karakter, huwelijk
en sociale condities, des te beteT
doet hij zijn werk.
Gewenst in de moderne, sociaal
gerichte geneeskunde is het formeren
van home-teams. Een klein college
bestaande uit geestelijke, sociaal
werkster, wijkverpleegster en huis
arts, zou zich collectief de gehe
le geestelijke en lichamelijke ge
zondheid van een gezin moeten aan
trekken. Men verwacht hiervan o.a.
goede resultaten voor de pj-even-
tie.
•siiiPi
Wat zal er echter van deze ho
me-teams terecht komen als de arts
blijft staan op zijn traditionele vrij
heden? Team-work is alleen uit
voerbaar als de arts bereid is ratio
neler grenzen te stellen aan zijn
praktijk. Dat kan niet zonder beper
king van vrije keus en vrije vesti
ging.
De huisartsen zijn overbelast.
Daar is geen twijfel aan. De pa
tiënt komt evenwel niets tekort. De
dokter wel.
Voor een groot deel is dat zijn
eigen schuld. Er zijn er met 4000
patiënten, die klagen, maar ze ver
geten dat goede artsen soms slech
te organisatoren zijn. Met een prak
tijk van 2000 patiënten zouden
ze nog klagen. Het is een oude kwaal
van de geneesheer te veel zelf te
willen doen
De verloskunde is bepaald een
olok aan zijn been. Als men eens
zorgde voor een kundige, goed
georganiseerde vroedvrouwen-
stand en alleen de klinische partus
voor de medicus reserveerde zou
den er al een hoop zorgen minder
zijn.
Nog één enkele opmerking. In
speculaties op de toekomst wil men
de huisdokter bij voorkeur zien als
gezinsarts. Waar kan de huidige me
dische student voor deze opleiding
terecht?
DE huisarts is in een moeilij
ke situatie gedrongen,
enerzijds door de grote
technische vooruitgang,
anderzijds door de groei van
de geneesmiddelenindustrie.
Voor het vaststellen van ziek
ten is in vele gevallen de hulp
nodig van de techniek met
röntgendoorlichting en foto's,
elektrocardiogram, elektro-en-
cefalografie en nog vele ande
re onderzoekingsmethoden die
door de huisarts zelf niet kun
nen worden verricht. Hierdoor
ontstaat bij de huisarts vaak de
neiging zich zelf te zien als een
„politie-agent", wiens voor-
naamste taak het is de patiënt
door te sturen naar de juiste
specialist. Aanvaardt de huis
arts echter de noodzakelijke
taakverdeling tussen hem en
de specialist, dan komen de
verhoudingen direct veel gun
stiger te liggen. Tenminste als
de huisarts het niet bij half
werk laat, zich niet beperkt
tot „verwijzing" en niet ver
zuimt de specialist volledige en
noodzakelijke inlichtingen om
trent de patiënt te verstrekken.
JAN,,.
+)0>2iN6V-
met een simpele keelaandoening wist ik nauwelijks raad
De patiënt is erbij gebaat dat
het onderzoek door de specia
list „gericht" kan worden in
gesteld.
Ook op het gebied van de ge
neesmiddelen is de taak van de
huisarts aan het veranderen. Door
dat de marge tussen weldadige en
schadelijke werking van vele mo
derne geneesmiddelen zeer klein is,
kan de behandeling vaak alleen
plaatsvinden onder controle van
bloedproeven, waarvoor fter be
oordeling) weer te hulp van de spe
cialist nodig is. Vele huisartsen la
ten dan ook de behandeling liever
geheel aan de specialist over.
Dit kan echter bij sommige huis
artsen weer tot een gevoel van on
behagen leiden. Begrijpelijk. Want
in iedere arts sluimert het verlan
gen: patiënten beter te maken.
Daarvoor werd hij immers arts. De
huisarts voelt zich ergens juist de
ze primaire functie van zijn beroep
ontglippen. Daartegenover staat
echter, dat juist op het gebied van
de geneesmiddelentoediening een
belangrijke taak is weggelegd voor
de huisarts. En wel, het nauwkeu
rig letten op mogelijke schadelijke
bijwerkingen van die geneesmidde
len die door de specialisten wer
den voorgeschrtven.
Voor een verbetering van de po
sitie van de huisarts is noodzake
lijk dat aan de universiteiten een
speciale huisartsenopleiding wordt
gecreëerd, een opleiding waarin
niet alleen specifieke huisartsen-
taken worden gedoceerd, maar
waarbij tevens door praktijkstages
een beter selectie mogelijk wordt.
Door assistentie in een huisartsen
praktijk zal dan kunnen blijken oi
de „assistent" inderdaad een goedt
keuze heeft gedaan.
Indien tijdens dit assistentschap
blijkt dat dit niet het geval is, dan
wordt veel narigheid voorkomen.
Voor velen immers, die na het af
leggen van het artsexamen direct
„in de praktijk" duiken, is dit vaak
een sprong in het duister. Zij „wor
den" geconfronteerd met proble
men waarvan zij het bestaan niet
gekend, hoogstens vermoed hebben,
maar waarvan zij tijdens de huidi
ge opleiding nauwelijks iets hoor
den. Tot nu toe is de situatie vaak
zo, dat alleen nadat een afgestu
deerd arts huisarts is geworden,
eerst in de loop der jaren gaat blij
ken of hij een goede of een slechte
keuze heeft gedaan, of hij wel ge-
Als een Michael tussen arts en patiënt
schikt is voor het „vak" of hij
wel het geestelijke en lichamelijke
incasseringsvermogen bezit wat je
in een huisartsenpraktijk niet ont
beren kunt.
Blijkt dan dat er een verkeerde
keus is gedaan, dan is er vaak
voor de man in kwestie geen weg
terug. Voor hij zich vestigde heef)
hij soms grote sommen geld moe
ten lenen (om zich te kunnen in
stalleren). Vaak ook is hij intusser
getrouwd en heeft hij een gezin
De geschiktheid tot huisarts za
niet meer uit de eigen praktijk mo
gen blijken, maar tijdens het assis-
tenschap bij een ervaren huisarts.
De toekomstige huisarts zal niet
voldoende hebben aan deze conven
tionele geneeskunde aan alleen
maar leren diagnosticeren, aan al
leen maar leren voorschrijven van
geneesmiddelen en het spreken van
een troostend woord. Hij zal meer
moeten weten over het sociale as
pect van ziekten, hun preventie en
de economische, gezins- en psycho
logische repercussies.
Hij zal meer moeten leren van
sociale wetten, Van ziekte- en inva
liditeitswetten, van ziekteverzeke
ringen, van kruisverenigingen, van
instellingen die hun zorg uitstrek
ken over minder validen, gehandi
capten, debielen, achterlijke kinde
ren, bejaarden enz.
Ook al zouden de universiteiten
erin slagen een ideale huisartenop-
leiding, te creëren, toch moet men
rekening houden met de mogelijk
heid dat sommige artsen als „ge
neesheer" zullen mislukken. Trous
seau, de grote Franse clinicus uil
de negentiende eeuw, heeft eens ge
zegd: „Ook al zou u alle weten
schappelijke feiten kennen, hoed u
ervoor te denken dat u hierdoor
medicus bent; het is niet iedereen
beschoren „artiest" te worden.
vroegen een jonge dok
ter (met een zeer grote
praktijk) naar zijn erva
ringen en naar zijn me
ning over de recente publica
ties. „De klachten klinken naai
mijn smaak wat gechargeerd",
zegt hij, „er overheerst te zeer
een teleurgestelde toon. Maar
er zit een harde kern van waar
heid in. De huisartsen zijn in
derdaad overbelast".
De jonge dokter legt zijn handen
op de cartotheek en noemt het ge
tal van zijn patiënten (ziekenfonds
en privé). Een indrukwekkend to
taal met op de achtergrond een bij
na verbijsterende verantwoordelijk
heid.
..Als ik dit moet volhouden ben
ik voor mijn 45ste afgeknapt.
„Zelf weet ik niet beter. Ik kom
uit een doktersgezin. We kregen va
der nauwelijks te zien. Zelfs niet
bij de maaltijden. Maar voor mijn
gezin betekent mijn drukke prak
tijk een enorme belasting. Deze
week was het elke nacht raak. Van
nacht twee bevallingen gehad en
een juffrouw met buikpijn. Zelf kan
ik daar nog tegen. Ik slaap rap
in. Maar voor mijn vrouw wördt
het een ramp, ze wordt telkens in
haar slaap gestoord en raakt gede
primeerd.
De meeste huisartsen zijn over
belast. Ze hebben het minder ge
makkelijk dan voorgaande genera
tie huisartsen. Het aureooltje is ver
dwenen, de magische verhaaltjes die
de patiënten doorvertelden zijn ver
stomd. Vroeger waren er maar wei
nig geneesmiddelen, thans moet men
een keus doen uit een overvloed.
De taak is ook veranderd.
Ik kan me voorstellen, dat menig
huisarts, die zich na zijn dagtaak
afvraagt: „Wat heb ik nu vandaag
eigenlijk gedaan", zichzelf het te
leurstellende antwoord geeft: Niets,
niets anders dan een serie pa
tiënten nakijken".
Daarom wil onze huisarts het
„vak" weer meer inhoud geven. In
het samenspel tussen huisarts, spe
cialist en vertegenwoordiger van de
paramedische beroepen moet het
aandeel van de huisarts meer basis
waarde krijgen bij een sociaal ge
richte medische behandeling.
„Zijn de patiënten lastig", willen
we weten. „De patiënt is niet zo
zeer lastig als wel verwend", krij
gen we ten antwoord. „De lastige
patiënten zijn die welke zich door
ziekenfondsblaadjes en andere pu
blicaties laten opwarmen om onge
limiteerd op htm recht te staan".
Kritiek heeft de dokter op de tv-
babbels van dokter Van Swol. „Op
de spreekuren merk je waar hij
het nu weer over heeft gehad".
„Om de medische studenten in te
wijden in de praktijk van het huis
artsenvak overweegt men invoering
van een stageperiode. Zou u be
reid zijn een stagist te gidsen?"
Het antwoord is openhartig: „Neen
nu nog niet, maar over tien jaar
graag".
„Tijd voor nobby?" „Ja toch.
Mijn praktijk is zo georganiseerd
dat ik meestal wel 's avonds om
acht uur klaar ben. Dan kan ik me
inderdaad een paar hobby's ver
oorloven
Rupsvoertuigen voor de voeten heeft
een zakenman uit het Zuidduitse stadje
Geislingen aan de Steige onlangs uit
gevonden en er patent op aangevraagd.
De „Rollka", zo noemt de constructeur
Josef Kaiser zijn terreinrolschaats, kan
in bos en veld, op zandige, steenachtige
en zelfs op drassige bodem gebruikt
worden.
VOOR komende generaties
medische studenten zit
het erin dat ze in stages
zullen moeten bewijzen
opgewassen te zijn tegen de
bijzondere eisen die het „vak"
stelt. Een soortgelijk noviciaat'
zou misschien ook zin hebben
voor degenen die voornemens
zijn in de toekomst lief en leed
met een huisarts te delen. En
nog wel levenslang. Waar leer
je de levenskunst 'n goede dok.
tersvrouw te zijn. Is dat 'n ge
nade die zo maar aanwaait
In recente publikaties in de lan
delijke pers is een zeer gevarieerd
klaehtenregister losgetrokken door
huisartsen die zich aldus bekla
gen: „Ik kan het niet meer aan"
en „Wij huisartsen behoren tot de
laatste slaven van de geschiedenis".
Die klachren fladderen maar niet
zo in een luchtledig, ze zijn duide
lijk geadresseerd aan de patiënten,
een tirannieke horde van ongedisci-
plineerden, zelfzuchtigen onwilli
gere
Tussen zichzelf en die horde
creëert de jerimiërende arts dan
een soort beschermende Michaelfi-
guur (met of zonder vlammend
zwaard) en deze figuur lijkt dan
sprekend op haar die zijn zorgen
deelt. De spraakmakende parochie
heeft daarop subiet het antwoord
klaar en verbreidt met animo de
,,dragonder"-legende. Waarop dan
da gedupeerde arts weer dagwerk
krijgt om zijn falende „Michaël"
te troosten.
Hoe denkt de doktersvrouw nu
werkelijk over het werk van haar
man. We vroegen het een jonge
vrouw, moeder van 'n flink, bloeiend
gezin, die buiten haar huishoudelij
ke besognes nog wel tijd en belang
stelling overhoudt voor maatschap
pelijke activiteiten, een vrouw met
een kritische instelling die niet naar
een paraat antwoord hoeft te zoe
ken.
„Hebt u het gevoel dat uw man
het sloofje van de patiënt is?" vroe
gen we. „Helemaal niet". Het ant
woord was er meteen en er klonk
iets in door van „fijn dat ik dat
nu eens hardop en duidelijk kan
zeggen".
„Wat dunkt u van het vak van
uw man?" Spontaan en weer heel
direct: Een geweldig vak. Interes
sant en elke dag opnieuw boeiend".
Met een tikje ironie spreekt ze
over haar functie als wrijfpaal tus
sen dokter en patiënten. Ze gaal
kennelijk niet onder die rol gebukt.
In het drukke doktershuis hebben
de deurbel en de telefoon een rus
teloos bestaan. Als de dokter niet
thuis is probeert zijn vrouw de
moeilijkheden op te vangen. Zij
heeft leren luisteren naar klachten
van verontruste patiënten en met
haar ervaring weet zij dikwijls goe
de raad te geven.
„Zijn de patiënten over het al
gemeen lastig?" vragen we.
Het antwoord is weer gedecideerd.
,Nee, maar er zijn lastige uitzon
deringen op die regel. Er zijn lieden
die je de indruk geven van mening
te zijn dat een huisarts geen recht
heeft op vrije tijd. Lieden die van
mening zijn dat de dokter onder al
le omstandigheden klaar moet staan,
die het mijn man kwalijk nemen,
dat hij (wanneer hij zondagsdienst
heeft) naar de kerk gaat. Dat geefl
geen pas menen ze. De dokter hoort
thuis te zijn, wachtend op alar
merende telefoontjes.
„Blijft er nog tijd over voor een
privéleven?" vragen we. „Amper"
zegt de doktersvrouw. „Een volle
avond in de week is voor ons. De
dinsdagavond. Alle andere avonden
begint ons privéleven niet voor tien
uur. De moderne maatschappij
legt de arts tal van nevenverplich
tingen op: onderwijs, sportkeuring,
sociaal-charitatief cetrum, bejaar
denzorg. EHBO- voorlichting, enz.
Dat is allemaal werk dat op de art
sen neerkomt, werk dat moet ge
beuren. Ik vind het juist dat mijn
man zijn aandeel daarin neemt.
Voor hobby's ia er dus geen tijd.
Mijn man leest graag; maar cat
moet gebeuren in de verloren mi
nuutjes".
„Desondanks toch een geweldig
vak" informeren we. „Ja", beaamt
de doktersvrouw. En ze vindt in
haar waardering nog 'n typische
wou^iJij^e uitdiukfang; „leuk".
FRANKFURT/MAIN Technici
weten, dat liet optreden van onge
lukken tijdens een mechanische be
weging altijd een teken van onvol
maaktheid is. Maar wij, moderne
mensen zijn in onze nog lang niet
volmaakte wereld gewend geraakt
aan een bepaalde hoeveelheid ge
luid. Alleen mag het lawaai niet tot
een onverdraaglijke belasting van
ons oor leiden. En dat gebeurt juist
zo dikwijls door het vliegbedrijf. Op
de grote Duitse luchthaven in
Frankfurt/Main werd onlangs de
eerste installatie ter controle van
het vlieglawaai in bedrijf gesteld.
In zes woonwijken, die dicht bij het
vliegveld liggen, werden masten
met speciale microfoons opgesteld.
HAMBURG Zotte en macabere zaken in woord en beeld vinden
In West-Duitsland meer en meer ingang. Zij veroveren als kunst of
als grap de boekenmarkt, het toneel en de film, verschijnen in de
vorm van foto's en tekeningen in kranten en geïllustreerde tijdschriften.
Zo veroorzaakte dan ook de in Hamburg georganiseerde tentoonstelling
„Zotte fotografie" met foto's van de 28-jarige fotograaf Fldris Michael
Neusüss uit Muenchen groot enthousiasme bij de aanhangers van deze
fijnzinnige variëteit van duistere humor. Het meisje onder de hamer
van de zwaardsmedende stenen gigant, de man, die oD,er zijn eigen lijk
gaat, het vrouwengezicht van een wenende berk dat alles heeft tocli
ook de ernstige trekken van een surrealistische droomwereld. Neusüss,
die grafiek, toegepaste schilderkunst en fotografie studeerde, behoort
thans tot de bekendste Westduitse fotografen van de jonge generatie.
Op dit moment ziet men zijn werken naast foto's van negen andere
Duitse fotografen op de International Photography-Fair van de New-
Yorhse Wereldtentoonstelling. Tevens exposeert hij op het ogenblik
in Hamburg en Innsbruck.
l
Charles Laughton Cl.) en I
zyn de hoofdrolspelers in cl
die maandagavond om halfl
het eerste scherm wordt afij
film heeft De baas in huil
maakt naar een toneelstuk
Brighouse. Zij kan door i|
zien worden
Op donderdag 7 januari a l
toneel- en televisiegezelschJL
ble in het Apeldoornse TivolifJ
vijftigste voorstelling
marchais' komedie „De bruill
garo", waarmee op 2oktobc
nieuwe Eindhovense Stadssf
werd ingewijd.
Ton van Duinhoven speelt I
in deze door Karl Guttmanl
seerde voorstelling. Ina van
zal in Apeldoorn voor de twinf
Figaro's bruid Suzanne zijn; I
heeft Pleunie Touw deze in dJ
zette rol tot nu toe vertolkt.
'Andere belangrijke rollen in
loft van Figaro" zijn in hl
Sigrid Koetse, Jan Retèl, A|
mend aal, Guus Verstra ete,
aards, Cor van Rijn, Huib
John Leddy en Chris Baayl
HILVERSUM 1 402 1)1
VARA: 12.00 Licht instrumeil
12.22 Voor het platteland. 12.271
lmgen t.b.v. land- en tuinbol
Stereofonische uitzending: Ml
kest. 12.55 Actualiteiten. 13.01
13.15 Voor de middenstand, le2l
Elektronisch orgelspel. 13.45 wj
wegen, lezing. 14.00 Grepen uT
ziegeschiedenis, muzikale lezj
Dit is uw leven (herh. v. 9 deceT
15.30 Pianoduo: moderne muz![
16.00 Nieuws. 16.02 Zestig min
boven de zestig. 17.00 Oudel
17.15 Weense amusementsmuzl
17.30 Tiggelwark, programma
ninger steenfabrieken. 17.50 f
commentaar. 18.00 Nieuws. 18)
aliteiten. 18.25 Stereofonische
Theater-orkest, vocaal ensell
zangsolisten. 19.00 Onder def
licht programma, 19.30 Pari
overzicht 19.45 Overheidsvoorft
Den Haag aan de lijn. 20.00||
20.05 Licht ensemble met zan
20.30 Etherforum. 21.00 Klein
cabaretprogramma. 21.40 Het
de muur en het tikt. 21.40 Si
sche uitzending: Radiophilha!
orkest en solist: klassieke en I
muziek. (In de pauze: 22.30-22.4lJ
23.30 Lichte grammofoonmuziq
24.00 Nieuws.
HILVERSUM 298 m
NCRV: 12.00 Licht orkest
soliste 12.22 Voor boer en tuin|
Mededelingen t.b.v.* land- en
12.30 Nieuws. 12.40 Lichte m|
reportages. 13.30 Stereofonischl
ding: Promenade Orkest en solil
ra-fragmenten. 14.15 Discuriosaï
leden en heden van de zwartf
14.50 Klassieke kamermuziek
15.15 Klassieke grammofoonmuzi
Bijbeloverdenking. 16.30 Vocaal
kwartet: geestelijke liederen. 1'
de kleuters. 17.15 Voor de jeuj
Lichte grammofoonmuziek voor
agers. 17.45 Overheidsvoorlichtir
jaarstoespraken van de wnd. gev
tigde minister van Suriname, dr.
Einaar en de gevolmachtigde
van de Nederlandse Antillen V
Lampe. 18.00 Militair orkest. 1#
zending van de Partij van de
voor de microfoon gebracht do
Eerdmans en Jaap Brand. Teks
gie: Gabri de Wagt. 18.30 Amus
muziek (gr.) 19.00 Nieuws enj
Praatje. 19.10 Radiokrant, 19.30;
bole-orkest. 19.55 Op de man af
je. 20.00 Lichte grammofoon
20.30 Evocatie van een stad: Ro
in de ogen van schrijvers en c
21.00 Klassieke grammofoonm
21.30 Oude muziek (gr.) 21.50
panorama. 22.00 Licht ensemble:
volksliedjes. 22.20 Boekbesprekiw
Nieuws. 22.40 Avondoverdenkin/
Aan de bronnen van de muziek
kale lezing. 23.20 Stereofonische
ding: Lichte grammofoonmuzielj
Het Evangelie in Esperanto 23
Nieuws.
BRUSSEL VLAAMS 324 IV
12.00 Nieuws. 12.03 Grammoi
ziek. 12.05 Landbouwkroniek. 12.1
te muziek. (12.25 Weerberichten
dedelingen voor de schippers!
Beursberichten en programmaov
13.00 Nieuws. 13.20 Kamermuzië
Nieuws. 14.03 Lichte muziek. 14
mermuziek (Om 15.00 Nieuws)
Enkele mooie bladzijden. 16.00