DE HUISARTS IS OVERBELAST DE PATIËNT KOMT NIETS TEKORT, MAAR DE DOKTER WEL T errein- rolschaats DE PATIENT VERWEND HUISARTS: SPECIALIST Wi DOKTERSVROUW: „T OCH GEWELDIG VAK" Meisje onder Charles Programi Lawaai makers op hei spoor DAGBLAD DE STEM Vijftigste Filj bij Ensem Radio Maandag 4 januari De wachtkamers zitten meer dan vol: de huisarts houdt maar heel weinig ti]d over voor zichzelf N zijn boek „Mensen en din gen die aan mij voorbijgin gen" vertelt de oude Maas- bode-redacteur pater Hya cinth Hermans over „de man die er altijd was", een sigaren winkelier die op alle uren van de dag in zijn winkel stond (dat was voor de winkelsluitings wet), Alleen voor de zondags mis maakte hij een uitzonde ring. Zo was het vroeger ook met de huisarts. Hij was de man die zijn patiënten geen dag en geen uur in de steek liet. Aldus het verhaal van een medicus, die zijn eerste erva ringen opdeed in 'n flink dorp, daarna overschakelde op de Er zijn huisartsen met een zeer grote praktijk die, als zij op nieuw moesten beginnenweer huisarts zouden worden. Er zijn huisartsen met een kleine praktijk die, als ze opnieuw voor de keus werden gesteld, nooit meer dit beroep zouden kiezen. Niet alle huisartsen zijn ontevreden of overbelast. Evenmin zijn alle patiënten lastige en veeleisende lieden die de huisartsen voor allerlei futiliteiten uit bed bellen. Het probleem ligt genuan ceerder, maar een probleem is het. Dat heeft staatsscretaris Bartels van Sociale Zaken bewogen een regeringscommissie in te stellen die de oorzaken gaat bestuderen van het groeiend on behagen dat bij de huisartsen leeft. Een onbehagen dat in zijn diepste grond hierin bestaat dat de centrale plaats van de huis arts tegenwoordig niet meer als vanzelfsprekend wordt gezien. Dit begint al bij de opleiding, waar de specialisten geneigd zijn de specialisatie als ideaal voor te stellen. En begonnen met een prachtige wetenschappelijke studie, maar met een gebrekkige voorbereiding op de praktijk, voelt menige huisarts zijn taak verschraald, zijn functie door lastigè patiënten uitgebuit, zijn geloof onvoldoende gehonoreerd. Om te voorkomen dat de klachten van een arts een te dominerende aandacht zouden krijgen, geven we hier behalve een huisarts ook een specialist een gewezen arts, en natuurlijk ook de doktersvrouw het woord Niet om tezamen de oplossing uit de weergegeven situatie te bieden; alleen om te illustreren hoe complex de problematiek rond de huisarts is% stad, er een grote praktijk op bouwde, maar er later toch de voorkeur aan gaf „arts in dienstverband" te worden. Toen ik mijn eerste praktijk overnam, volgde ik een dorps dokter op die in 53 jaar geen enkele dag vakantie had geno ten. Hij was geen uitzondering. De oudere generatie artsen nam het letterlijk wat ze on der ambtseed beloofd had: de gezondheid van de patiënt doorlopend (dat wil zeggen 24 uur per dag) te behartigen. Persoonlijk ben ik van mening dat een dergelijke, strikte op vatting onder de ingrijpend ge wijzigde maatschappelijke ver houdingen niet vol te houder is. Vergis u niet er zijn nog altijd artsen die hun praktijk geen dag en geen uur in de steek laten, maar groter is de groep patiënten die bij de oude situatie zweert. Ze aanvaar den in principe wel dat de artsen onderling regelingen treffen, maar doen hun best ze te saboteren als hun eigen gezondheid in het geding is. Dan moeten en zullen ze hun eigen huisdokter hebben, toch is de ze groep lastige patiënten relatief klein. Twee generaties terug (toen er nog vrijwel geen specialisten waren) was de verhouding arts-patiënt al dus te karakteriseren: patiënt en dokter in een geluiddichte kamer: dubbele deur en dubbel slot erop. Dat strenge individualisme valt bij moderne medische ontwikkelingen niet vol te houden. Zelfs het be roepsgeheim is niet integraal te hand haven. Men kan rustig zeggen, dat het zich op de helling bevindt. Vooral na de tweede wereldoor log zijn er sociale elementen gaan meespreken in de geneeskunde. Een Huisarts die een patiënt verwijst naar een specialist doet zijn werk ten voordele van de „verwezene" het best door het beroepsgeheim niet te absoluut te nemen. Hoe uitvoeri ger hij de confrater informeert over diagnose, karakter, huwelijk en sociale condities, des te beteT doet hij zijn werk. Gewenst in de moderne, sociaal gerichte geneeskunde is het formeren van home-teams. Een klein college bestaande uit geestelijke, sociaal werkster, wijkverpleegster en huis arts, zou zich collectief de gehe le geestelijke en lichamelijke ge zondheid van een gezin moeten aan trekken. Men verwacht hiervan o.a. goede resultaten voor de pj-even- tie. •siiiPi Wat zal er echter van deze ho me-teams terecht komen als de arts blijft staan op zijn traditionele vrij heden? Team-work is alleen uit voerbaar als de arts bereid is ratio neler grenzen te stellen aan zijn praktijk. Dat kan niet zonder beper king van vrije keus en vrije vesti ging. De huisartsen zijn overbelast. Daar is geen twijfel aan. De pa tiënt komt evenwel niets tekort. De dokter wel. Voor een groot deel is dat zijn eigen schuld. Er zijn er met 4000 patiënten, die klagen, maar ze ver geten dat goede artsen soms slech te organisatoren zijn. Met een prak tijk van 2000 patiënten zouden ze nog klagen. Het is een oude kwaal van de geneesheer te veel zelf te willen doen De verloskunde is bepaald een olok aan zijn been. Als men eens zorgde voor een kundige, goed georganiseerde vroedvrouwen- stand en alleen de klinische partus voor de medicus reserveerde zou den er al een hoop zorgen minder zijn. Nog één enkele opmerking. In speculaties op de toekomst wil men de huisdokter bij voorkeur zien als gezinsarts. Waar kan de huidige me dische student voor deze opleiding terecht? DE huisarts is in een moeilij ke situatie gedrongen, enerzijds door de grote technische vooruitgang, anderzijds door de groei van de geneesmiddelenindustrie. Voor het vaststellen van ziek ten is in vele gevallen de hulp nodig van de techniek met röntgendoorlichting en foto's, elektrocardiogram, elektro-en- cefalografie en nog vele ande re onderzoekingsmethoden die door de huisarts zelf niet kun nen worden verricht. Hierdoor ontstaat bij de huisarts vaak de neiging zich zelf te zien als een „politie-agent", wiens voor- naamste taak het is de patiënt door te sturen naar de juiste specialist. Aanvaardt de huis arts echter de noodzakelijke taakverdeling tussen hem en de specialist, dan komen de verhoudingen direct veel gun stiger te liggen. Tenminste als de huisarts het niet bij half werk laat, zich niet beperkt tot „verwijzing" en niet ver zuimt de specialist volledige en noodzakelijke inlichtingen om trent de patiënt te verstrekken. JAN,,. +)0>2iN6V- met een simpele keelaandoening wist ik nauwelijks raad De patiënt is erbij gebaat dat het onderzoek door de specia list „gericht" kan worden in gesteld. Ook op het gebied van de ge neesmiddelen is de taak van de huisarts aan het veranderen. Door dat de marge tussen weldadige en schadelijke werking van vele mo derne geneesmiddelen zeer klein is, kan de behandeling vaak alleen plaatsvinden onder controle van bloedproeven, waarvoor fter be oordeling) weer te hulp van de spe cialist nodig is. Vele huisartsen la ten dan ook de behandeling liever geheel aan de specialist over. Dit kan echter bij sommige huis artsen weer tot een gevoel van on behagen leiden. Begrijpelijk. Want in iedere arts sluimert het verlan gen: patiënten beter te maken. Daarvoor werd hij immers arts. De huisarts voelt zich ergens juist de ze primaire functie van zijn beroep ontglippen. Daartegenover staat echter, dat juist op het gebied van de geneesmiddelentoediening een belangrijke taak is weggelegd voor de huisarts. En wel, het nauwkeu rig letten op mogelijke schadelijke bijwerkingen van die geneesmidde len die door de specialisten wer den voorgeschrtven. Voor een verbetering van de po sitie van de huisarts is noodzake lijk dat aan de universiteiten een speciale huisartsenopleiding wordt gecreëerd, een opleiding waarin niet alleen specifieke huisartsen- taken worden gedoceerd, maar waarbij tevens door praktijkstages een beter selectie mogelijk wordt. Door assistentie in een huisartsen praktijk zal dan kunnen blijken oi de „assistent" inderdaad een goedt keuze heeft gedaan. Indien tijdens dit assistentschap blijkt dat dit niet het geval is, dan wordt veel narigheid voorkomen. Voor velen immers, die na het af leggen van het artsexamen direct „in de praktijk" duiken, is dit vaak een sprong in het duister. Zij „wor den" geconfronteerd met proble men waarvan zij het bestaan niet gekend, hoogstens vermoed hebben, maar waarvan zij tijdens de huidi ge opleiding nauwelijks iets hoor den. Tot nu toe is de situatie vaak zo, dat alleen nadat een afgestu deerd arts huisarts is geworden, eerst in de loop der jaren gaat blij ken of hij een goede of een slechte keuze heeft gedaan, of hij wel ge- Als een Michael tussen arts en patiënt schikt is voor het „vak" of hij wel het geestelijke en lichamelijke incasseringsvermogen bezit wat je in een huisartsenpraktijk niet ont beren kunt. Blijkt dan dat er een verkeerde keus is gedaan, dan is er vaak voor de man in kwestie geen weg terug. Voor hij zich vestigde heef) hij soms grote sommen geld moe ten lenen (om zich te kunnen in stalleren). Vaak ook is hij intusser getrouwd en heeft hij een gezin De geschiktheid tot huisarts za niet meer uit de eigen praktijk mo gen blijken, maar tijdens het assis- tenschap bij een ervaren huisarts. De toekomstige huisarts zal niet voldoende hebben aan deze conven tionele geneeskunde aan alleen maar leren diagnosticeren, aan al leen maar leren voorschrijven van geneesmiddelen en het spreken van een troostend woord. Hij zal meer moeten weten over het sociale as pect van ziekten, hun preventie en de economische, gezins- en psycho logische repercussies. Hij zal meer moeten leren van sociale wetten, Van ziekte- en inva liditeitswetten, van ziekteverzeke ringen, van kruisverenigingen, van instellingen die hun zorg uitstrek ken over minder validen, gehandi capten, debielen, achterlijke kinde ren, bejaarden enz. Ook al zouden de universiteiten erin slagen een ideale huisartenop- leiding, te creëren, toch moet men rekening houden met de mogelijk heid dat sommige artsen als „ge neesheer" zullen mislukken. Trous seau, de grote Franse clinicus uil de negentiende eeuw, heeft eens ge zegd: „Ook al zou u alle weten schappelijke feiten kennen, hoed u ervoor te denken dat u hierdoor medicus bent; het is niet iedereen beschoren „artiest" te worden. vroegen een jonge dok ter (met een zeer grote praktijk) naar zijn erva ringen en naar zijn me ning over de recente publica ties. „De klachten klinken naai mijn smaak wat gechargeerd", zegt hij, „er overheerst te zeer een teleurgestelde toon. Maar er zit een harde kern van waar heid in. De huisartsen zijn in derdaad overbelast". De jonge dokter legt zijn handen op de cartotheek en noemt het ge tal van zijn patiënten (ziekenfonds en privé). Een indrukwekkend to taal met op de achtergrond een bij na verbijsterende verantwoordelijk heid. ..Als ik dit moet volhouden ben ik voor mijn 45ste afgeknapt. „Zelf weet ik niet beter. Ik kom uit een doktersgezin. We kregen va der nauwelijks te zien. Zelfs niet bij de maaltijden. Maar voor mijn gezin betekent mijn drukke prak tijk een enorme belasting. Deze week was het elke nacht raak. Van nacht twee bevallingen gehad en een juffrouw met buikpijn. Zelf kan ik daar nog tegen. Ik slaap rap in. Maar voor mijn vrouw wördt het een ramp, ze wordt telkens in haar slaap gestoord en raakt gede primeerd. De meeste huisartsen zijn over belast. Ze hebben het minder ge makkelijk dan voorgaande genera tie huisartsen. Het aureooltje is ver dwenen, de magische verhaaltjes die de patiënten doorvertelden zijn ver stomd. Vroeger waren er maar wei nig geneesmiddelen, thans moet men een keus doen uit een overvloed. De taak is ook veranderd. Ik kan me voorstellen, dat menig huisarts, die zich na zijn dagtaak afvraagt: „Wat heb ik nu vandaag eigenlijk gedaan", zichzelf het te leurstellende antwoord geeft: Niets, niets anders dan een serie pa tiënten nakijken". Daarom wil onze huisarts het „vak" weer meer inhoud geven. In het samenspel tussen huisarts, spe cialist en vertegenwoordiger van de paramedische beroepen moet het aandeel van de huisarts meer basis waarde krijgen bij een sociaal ge richte medische behandeling. „Zijn de patiënten lastig", willen we weten. „De patiënt is niet zo zeer lastig als wel verwend", krij gen we ten antwoord. „De lastige patiënten zijn die welke zich door ziekenfondsblaadjes en andere pu blicaties laten opwarmen om onge limiteerd op htm recht te staan". Kritiek heeft de dokter op de tv- babbels van dokter Van Swol. „Op de spreekuren merk je waar hij het nu weer over heeft gehad". „Om de medische studenten in te wijden in de praktijk van het huis artsenvak overweegt men invoering van een stageperiode. Zou u be reid zijn een stagist te gidsen?" Het antwoord is openhartig: „Neen nu nog niet, maar over tien jaar graag". „Tijd voor nobby?" „Ja toch. Mijn praktijk is zo georganiseerd dat ik meestal wel 's avonds om acht uur klaar ben. Dan kan ik me inderdaad een paar hobby's ver oorloven Rupsvoertuigen voor de voeten heeft een zakenman uit het Zuidduitse stadje Geislingen aan de Steige onlangs uit gevonden en er patent op aangevraagd. De „Rollka", zo noemt de constructeur Josef Kaiser zijn terreinrolschaats, kan in bos en veld, op zandige, steenachtige en zelfs op drassige bodem gebruikt worden. VOOR komende generaties medische studenten zit het erin dat ze in stages zullen moeten bewijzen opgewassen te zijn tegen de bijzondere eisen die het „vak" stelt. Een soortgelijk noviciaat' zou misschien ook zin hebben voor degenen die voornemens zijn in de toekomst lief en leed met een huisarts te delen. En nog wel levenslang. Waar leer je de levenskunst 'n goede dok. tersvrouw te zijn. Is dat 'n ge nade die zo maar aanwaait In recente publikaties in de lan delijke pers is een zeer gevarieerd klaehtenregister losgetrokken door huisartsen die zich aldus bekla gen: „Ik kan het niet meer aan" en „Wij huisartsen behoren tot de laatste slaven van de geschiedenis". Die klachren fladderen maar niet zo in een luchtledig, ze zijn duide lijk geadresseerd aan de patiënten, een tirannieke horde van ongedisci- plineerden, zelfzuchtigen onwilli gere Tussen zichzelf en die horde creëert de jerimiërende arts dan een soort beschermende Michaelfi- guur (met of zonder vlammend zwaard) en deze figuur lijkt dan sprekend op haar die zijn zorgen deelt. De spraakmakende parochie heeft daarop subiet het antwoord klaar en verbreidt met animo de ,,dragonder"-legende. Waarop dan da gedupeerde arts weer dagwerk krijgt om zijn falende „Michaël" te troosten. Hoe denkt de doktersvrouw nu werkelijk over het werk van haar man. We vroegen het een jonge vrouw, moeder van 'n flink, bloeiend gezin, die buiten haar huishoudelij ke besognes nog wel tijd en belang stelling overhoudt voor maatschap pelijke activiteiten, een vrouw met een kritische instelling die niet naar een paraat antwoord hoeft te zoe ken. „Hebt u het gevoel dat uw man het sloofje van de patiënt is?" vroe gen we. „Helemaal niet". Het ant woord was er meteen en er klonk iets in door van „fijn dat ik dat nu eens hardop en duidelijk kan zeggen". „Wat dunkt u van het vak van uw man?" Spontaan en weer heel direct: Een geweldig vak. Interes sant en elke dag opnieuw boeiend". Met een tikje ironie spreekt ze over haar functie als wrijfpaal tus sen dokter en patiënten. Ze gaal kennelijk niet onder die rol gebukt. In het drukke doktershuis hebben de deurbel en de telefoon een rus teloos bestaan. Als de dokter niet thuis is probeert zijn vrouw de moeilijkheden op te vangen. Zij heeft leren luisteren naar klachten van verontruste patiënten en met haar ervaring weet zij dikwijls goe de raad te geven. „Zijn de patiënten over het al gemeen lastig?" vragen we. Het antwoord is weer gedecideerd. ,Nee, maar er zijn lastige uitzon deringen op die regel. Er zijn lieden die je de indruk geven van mening te zijn dat een huisarts geen recht heeft op vrije tijd. Lieden die van mening zijn dat de dokter onder al le omstandigheden klaar moet staan, die het mijn man kwalijk nemen, dat hij (wanneer hij zondagsdienst heeft) naar de kerk gaat. Dat geefl geen pas menen ze. De dokter hoort thuis te zijn, wachtend op alar merende telefoontjes. „Blijft er nog tijd over voor een privéleven?" vragen we. „Amper" zegt de doktersvrouw. „Een volle avond in de week is voor ons. De dinsdagavond. Alle andere avonden begint ons privéleven niet voor tien uur. De moderne maatschappij legt de arts tal van nevenverplich tingen op: onderwijs, sportkeuring, sociaal-charitatief cetrum, bejaar denzorg. EHBO- voorlichting, enz. Dat is allemaal werk dat op de art sen neerkomt, werk dat moet ge beuren. Ik vind het juist dat mijn man zijn aandeel daarin neemt. Voor hobby's ia er dus geen tijd. Mijn man leest graag; maar cat moet gebeuren in de verloren mi nuutjes". „Desondanks toch een geweldig vak" informeren we. „Ja", beaamt de doktersvrouw. En ze vindt in haar waardering nog 'n typische wou^iJij^e uitdiukfang; „leuk". FRANKFURT/MAIN Technici weten, dat liet optreden van onge lukken tijdens een mechanische be weging altijd een teken van onvol maaktheid is. Maar wij, moderne mensen zijn in onze nog lang niet volmaakte wereld gewend geraakt aan een bepaalde hoeveelheid ge luid. Alleen mag het lawaai niet tot een onverdraaglijke belasting van ons oor leiden. En dat gebeurt juist zo dikwijls door het vliegbedrijf. Op de grote Duitse luchthaven in Frankfurt/Main werd onlangs de eerste installatie ter controle van het vlieglawaai in bedrijf gesteld. In zes woonwijken, die dicht bij het vliegveld liggen, werden masten met speciale microfoons opgesteld. HAMBURG Zotte en macabere zaken in woord en beeld vinden In West-Duitsland meer en meer ingang. Zij veroveren als kunst of als grap de boekenmarkt, het toneel en de film, verschijnen in de vorm van foto's en tekeningen in kranten en geïllustreerde tijdschriften. Zo veroorzaakte dan ook de in Hamburg georganiseerde tentoonstelling „Zotte fotografie" met foto's van de 28-jarige fotograaf Fldris Michael Neusüss uit Muenchen groot enthousiasme bij de aanhangers van deze fijnzinnige variëteit van duistere humor. Het meisje onder de hamer van de zwaardsmedende stenen gigant, de man, die oD,er zijn eigen lijk gaat, het vrouwengezicht van een wenende berk dat alles heeft tocli ook de ernstige trekken van een surrealistische droomwereld. Neusüss, die grafiek, toegepaste schilderkunst en fotografie studeerde, behoort thans tot de bekendste Westduitse fotografen van de jonge generatie. Op dit moment ziet men zijn werken naast foto's van negen andere Duitse fotografen op de International Photography-Fair van de New- Yorhse Wereldtentoonstelling. Tevens exposeert hij op het ogenblik in Hamburg en Innsbruck. l Charles Laughton Cl.) en I zyn de hoofdrolspelers in cl die maandagavond om halfl het eerste scherm wordt afij film heeft De baas in huil maakt naar een toneelstuk Brighouse. Zij kan door i| zien worden Op donderdag 7 januari a l toneel- en televisiegezelschJL ble in het Apeldoornse TivolifJ vijftigste voorstelling marchais' komedie „De bruill garo", waarmee op 2oktobc nieuwe Eindhovense Stadssf werd ingewijd. Ton van Duinhoven speelt I in deze door Karl Guttmanl seerde voorstelling. Ina van zal in Apeldoorn voor de twinf Figaro's bruid Suzanne zijn; I heeft Pleunie Touw deze in dJ zette rol tot nu toe vertolkt. 'Andere belangrijke rollen in loft van Figaro" zijn in hl Sigrid Koetse, Jan Retèl, A| mend aal, Guus Verstra ete, aards, Cor van Rijn, Huib John Leddy en Chris Baayl HILVERSUM 1 402 1)1 VARA: 12.00 Licht instrumeil 12.22 Voor het platteland. 12.271 lmgen t.b.v. land- en tuinbol Stereofonische uitzending: Ml kest. 12.55 Actualiteiten. 13.01 13.15 Voor de middenstand, le2l Elektronisch orgelspel. 13.45 wj wegen, lezing. 14.00 Grepen uT ziegeschiedenis, muzikale lezj Dit is uw leven (herh. v. 9 deceT 15.30 Pianoduo: moderne muz![ 16.00 Nieuws. 16.02 Zestig min boven de zestig. 17.00 Oudel 17.15 Weense amusementsmuzl 17.30 Tiggelwark, programma ninger steenfabrieken. 17.50 f commentaar. 18.00 Nieuws. 18) aliteiten. 18.25 Stereofonische Theater-orkest, vocaal ensell zangsolisten. 19.00 Onder def licht programma, 19.30 Pari overzicht 19.45 Overheidsvoorft Den Haag aan de lijn. 20.00|| 20.05 Licht ensemble met zan 20.30 Etherforum. 21.00 Klein cabaretprogramma. 21.40 Het de muur en het tikt. 21.40 Si sche uitzending: Radiophilha! orkest en solist: klassieke en I muziek. (In de pauze: 22.30-22.4lJ 23.30 Lichte grammofoonmuziq 24.00 Nieuws. HILVERSUM 298 m NCRV: 12.00 Licht orkest soliste 12.22 Voor boer en tuin| Mededelingen t.b.v.* land- en 12.30 Nieuws. 12.40 Lichte m| reportages. 13.30 Stereofonischl ding: Promenade Orkest en solil ra-fragmenten. 14.15 Discuriosaï leden en heden van de zwartf 14.50 Klassieke kamermuziek 15.15 Klassieke grammofoonmuzi Bijbeloverdenking. 16.30 Vocaal kwartet: geestelijke liederen. 1' de kleuters. 17.15 Voor de jeuj Lichte grammofoonmuziek voor agers. 17.45 Overheidsvoorlichtir jaarstoespraken van de wnd. gev tigde minister van Suriname, dr. Einaar en de gevolmachtigde van de Nederlandse Antillen V Lampe. 18.00 Militair orkest. 1# zending van de Partij van de voor de microfoon gebracht do Eerdmans en Jaap Brand. Teks gie: Gabri de Wagt. 18.30 Amus muziek (gr.) 19.00 Nieuws enj Praatje. 19.10 Radiokrant, 19.30; bole-orkest. 19.55 Op de man af je. 20.00 Lichte grammofoon 20.30 Evocatie van een stad: Ro in de ogen van schrijvers en c 21.00 Klassieke grammofoonm 21.30 Oude muziek (gr.) 21.50 panorama. 22.00 Licht ensemble: volksliedjes. 22.20 Boekbesprekiw Nieuws. 22.40 Avondoverdenkin/ Aan de bronnen van de muziek kale lezing. 23.20 Stereofonische ding: Lichte grammofoonmuzielj Het Evangelie in Esperanto 23 Nieuws. BRUSSEL VLAAMS 324 IV 12.00 Nieuws. 12.03 Grammoi ziek. 12.05 Landbouwkroniek. 12.1 te muziek. (12.25 Weerberichten dedelingen voor de schippers! Beursberichten en programmaov 13.00 Nieuws. 13.20 Kamermuzië Nieuws. 14.03 Lichte muziek. 14 mermuziek (Om 15.00 Nieuws) Enkele mooie bladzijden. 16.00

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1965 | | pagina 6