Kabinet Marijnen heeft bewogen jaar achter de rug Regering verspeelde een stuk prestigemaar kan ook bogen op belangrijke winstpunten VOOR LIEFHEBBERS Lagere belasting; meer huizen AFRIKANEN ONEENS OVERKONGO Plaats rust Records KVP vasthoudend Sociale successen Bemoedigend 15 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 31 DECEMBER 1964 Omroep nu het zwaarste probleem VAN EEN KLEINE EXQUISE DRONK Veiligheidsraad Hindoes vereren moordenaars van Gandhi .KERNKABINET UIT DE KAMER NAM HET INITIATIEF OVER (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het kabinet-Marijnen heeft een bewogen jaar achter de rug. Vele be langrijke beslissingen moesten door rege ring en volksvertegenwoordiging worden genomen, vaak onder zware politieke druk. De basis, waarop het kabinet anderhalf jaar geleden zijn werk begon, het akkoord van Wassenaar, bleek niet in staat te werken als een medicijn voor alle kwalen. Want, met uitzondering van de nog onopgeloste pro blemen rond het omroepbestel, hadden de zwaarste besluiten, waarvoor de regering in 1964 kwam te staan, betrekking op za ken, waarvan de formateur van het nieuwe kabinet in de zomer van 1963 zelfs niet kon dromen: de kwestie-lrene, de loonexplosie en de gevolgen daarvan voor onze gehele economie en op de onverkwikkelijke REM- affaire. Wie op deze laatste dag van 1964 een samenvattend beeld van het parlemen taire gebeuren wil hebben, constateert, dat het zwaartepunt in de loop van het jaar, ge leidelijk, maar onmiskenbaar, van het kabi net naar de Tweede Kamer is verschoven. De bewijzen voor die stelling zijn in vol doende mate beschikbaar. Het is uiteraard niet passend om op dit ogenblik staatsrechtelijke beschouwin gen te gaan houden over de vraag of de volksvertegenwoordiging al dan niet juist handelt, wanneer zij gaat meeregeren. Immers, wij zeggen in Nederland: regering regeer. Als de regering regeert zal het parlement wel uitmaken of dat goed gebeurdt. Men kan natuurlijk ook zeggen, dat in een democratie het volk op beslissende wijze invloed moet uitoefenen op de wijze waarop het geregeerd wordt. Het volk doet dat bij de verkiezingen. Dan immers kiest het, in zijn plaats, vertegenwoordigers, die tot de volgende verkiezingen de democratische rechten van het volk vervullen. Maar daarop gaan wij thans niet dieper in. Wij constateren slechts, dat in de eerste helft van het jaar 1964 de regering het initiatief ten opzichte van de volksvertegenwoordiging vrij stevig in handen had. Er werd hier en daar wat gemopperd, er werden wat wensen kenbaar gemaakt, maar over het algemeen waren Eerste en vooral Tweede Kamer geneigd tot gro te volgzaamheid. Dat was niet alleen een gevolg van het feit, dat men geen moeilijkheden wenste, die tot politieke consequenties zouden kunnen leiden, het kwam ook voort uit de omstan digheid, dat men een jong kabinet de kans dient te geven een eigen beleid te ontwikkelen. Maar ziet: daar was eind januari de mededeling van de overgang van prinses Irene tot de Ka tholieke Kerk. Een overgang, die we kenlang gevolgd werd door vreemde en wilde geruchten, door een niet-af- latende stroom van elkaar tegenspre kende berichten, tot verklaringen van koningin Juliana en premier Marijnen voor radio en televisie, verklaringen, die gedeeltelijk later weer ingetrokken moesten worden. Een bijzonder pijn- De REM-affaire is geen zaak die het kabinet met trots aan zijn wapenfei ten kan toevoegen lijke zaak, voor het koninklijk gezin, dat met een prinses werd verminderd en voor de koninklijke familie, die met een prins werd uitgebreid. In deze pe riode maakte Nederland kennis met het begrip „kernkabinet", een begrip dat zich. personifieerde in de excel lenties Garijnen, Biesheuvel, Scholten en Toxopeus. Dit kernkabinet onder vaste en strakke leiding van premier Marijnen heeft in die moeilijke weken voortreffelijk werk gedaan in dienst van het land en van zijn vorstin. De eenheid binnen de kroon is steeds ge handhaafd gebleven, kon mr. Marijnen dan ook later in de Kamer verklaren. Voor het beleid, dat het kabinet in de ze zaak heeft ontwikkeld, kreeg het terecht grote lof in de volksvertegen woordiging. Ook al bleek de kritiek op de voorlichting rond het koninklijk huis verre van mild te zijn. Het tweede grote beleidspunt, meer materieel van aard, dat niet in het Wassenaarse akkoord was geregeld, maar toch alles zou overschaduwen, was de loonexplosie, waartoe de re gering eind 1963 moest besluiten on der de niet aflatende druk van een overspannen arbeidsmarkt. Tien pro cent mochten de lonen omhoog, waar van 5 procent in de prijzen zou wor den opgevangen, een economische ope ratie, waarmee een bedrag van vijf miljard gulden gemoeid zou zijn. Maar het is niet bij tien procent gebleven. Toen na afloop van deze grootste ope ratie der na-oorlogse jaren de balans kon worden opgemaakt, bleek, dat na- tionaal-economisch gezien de lonen met 14,2 procent waren gestegen, ter wijl het prijsniveau rond zes procent was opgetrokken. De inflatie die zich in het Europa der zes manifesteerde zodat elk beroep op onwetendheid bij voorbaat moest falen. Het kabinet- Marijnen heeft, hoewel het volgens sommige deskundigen ook zonder Ne derlandse wet had kunnen optreden, tenslotte met instemming van de over grote meerderheid der volksvertegen woordiging de REM onmogelijk ge maakt. VELDKAMP opmerkelijke successen was aan Nederland niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het doel van de ope ratie was veelsoortig: aanpassing van het loonniveau aan het Europese, ver mindering van de spanning op de ar beidsmarkt, opheffing van het euvel der zwarte lonen, terughalen van Ne derlandse bouwvakkers uit Duitsland, voorkoming van een tweede revalu atie. Het optreden van het kabinet over eenkomstig het Wassenaarse akkoord had in hoofdzaak betrekking op twee belangrijke zaken: de bestrijding van de woningnood en de vermindering der steeds verder stijgende belastingdruk. Op de achtergrond stond de verhoging van de a.o.w. en a.w.w tot een so ciaal minimum en de hulp aan min- der-ontwikkelde gebieden. Minister Bo- gaers, die voor de woningbouw de eer ste verantwoordelijkheid te dragen heeft, kon enkele malen met vrij spec taculaire mededelingen komen. Zo werd reeds in de eerste helft van het jaar de grens van 90.000 woningen in een periode van twaalf maanden bereikt, terwijl later bleek, dat een nieuw Ne derlands record werd gevestigd, om dat ook in het jaar 1964 dit magische getal zou worden overschreden. In no vember kwam minister Bogaers ten slotte met een datum-prognose voor het einde van de woningellende: 1970. Voorwaarde daarvoor is echter, dat ongeveer 125.000 huizen jaarlijks ge bouwd zullen worden en dat voldoende kapitaal beschikbaar blijft, zowel voor de bouw zelf als voor de bevordering van het geïndustrialiseerde bouwen. De tweede grote prioriteit uit Was senaar was de verlaging der loon- en inkomstenbelasting. Ook hier werd met een record gewerkt: een verlaging van 1050 miljoen gulden was immers nooit eerder vertoond. Hoewel het in wer kelijkheid gaat om 850 miljoen ver mindering, omdat de tijdelijke verzwa ringen op sigaretten en benzine per manent zijn geworden. Rond deze belastingverlaging heb ben steeds twee samenhangende vragen gespeeld: wanneer kan het gebeuren en hoe staat het met de conjunctuur? Welnu7 uit de uitspraken van minis ter Witteveen van financiën bleek ge durende het gehele jaar 1964, dat de conjuncturele situatie in ons land een spoedige verlaging van de belasting druk niet tolereerde. Behalve de dui delijke opmerkingen hierover in de Troonrede, stond ook in de miljoenen nota dat de belastingen een functie vervullen in het herstel van het eco nomisch evenwicht. Niet door verzwa ring, zei de schatkistkanselier, maar eenvoudig door handhaving van de be staande te hoge druk. De kran ten konden na Prinsjesdag dan ook aan het gehele volk mededelen, dat de verlaging in 1965 aan onze neus voorbij zou gaan. IRENE EN CARLOS moeilijke taak voor kernkabinet Maar met de verruiming van de be stedingen, moest ook een afroming plaatsvinden, wilde het effect, dat op de arbeidsmarkt bereikt moest wor den, niet op voorhand teniet worden gedaan Dus kondigde de regering een aantal maatregelen af, die rijk, pro vincies en gemeenten in hun investe ringen beperkten, werden nieuwe (tij delijke) belastingen ingevoerd en ging een huurverhoging de huurders niet voorbij. Met de „welvaartsoperatie" deed dus ook de „aanpassing" zijn in trede, want de economisten in het ka binet als Andriessen, Witteveen en Veldkamp berekenden reeds bij voor baat dat de Nederlandse betalings balans eind 1964 een tekort van een miljard gulden, in plaats van een over schot van 500 miljoen te zien zou ge ven. De Troonrede van 1964 ademde dan ook geheel de geest van de aanpassing, van „op-de-plaats-rust". En eigen lijk meer dan dat, want de regering kondigde nieuwe lastenverzwaringen aan: heffing van weggeld, invoering van tolheffingen, verhoging collegegeld en kleuterschooig.eld, benevens vele an dere tarieven, die gecamoufleerd wer den onder de naam „retributies'*. In tussen waren de P.T.T.-tarieven, met inbegrip van de draadomroep, reeds per 1 juli niet onaanzienlijk verhoogd. Op de derde plaats kwam de niet in het Wassenaarse akkoord voorziene REM-affaire. De zaak is nog te vers om reeds beschouwend beoordeeld te worden. Vast staat, dat de regering reeds in het allerprilste begin van 1964 haar beleid tegen mogelijke wilde zen ders had uitgestippeld: zij zou niet toestaan, dat aan Nederland toegeken de golflengten eenvoudig omwille van het maken van grote winsten, zouden worden ingepikt door niet-gemachtig- den. Nog vóór er een zender gebouwd was deed minister Scholten van de regeringsplannen mededeling aan de Eerste Kamer. Hij herhaalde de waar schuwing ook in de Tweede Kamer en heeft er nimmer twijfel over laten bestaan, dat de regering handelend op zou treden tegen ieder, die zich tegen de Nederlandse rechtsorde zou keren. Toen de „money-makers" hun plannen doorzetten lag het wetsontwerp reeds drie maanden bij de Tweede Kemer» We hebben hiervoor een scheiding gemaakt tussen de vraagstukken, voortvloeiend uit de bij de formatie gemaakte afspraken en de overige pro blemen, waarmee regering en volks vertegenwoordiging te maken hebben gekregen. Maar we hebben ook een andere lijn getrokken: waarvóór en waarna de regering dan wel in de Tweede Kamer domineerde. Welnu, bij de hiervoor geschetste ontwikkeling rond de conjuncturele positie en de daarmee samenhangende belastingver laging zien we eigenlijk het keerpunt, Tot aan Prinsjesdag is de Kamer ta melijk volgzaam geweest, na Prinsjes dag neemt fractieleider Schmelzer van de K.V.P. het heft meer in handen en hij legt de regering enkele wensen voor, waarvan de goede verstaander reeds toen begreep, dat de K.V.P daarop beslist geen afwijzend ant woord zou accepteren. Zo kon het ge beuren, dat de eerste helft van de be lastingverlaging reeds op 1 juli 1965 zal ingaan, dat er van kleuter- schoolgeldverhoging en collegegeldver hoging niets zal komen en dat ook het weggeld in de vorm, zoals door de re gering gedacht, niet gerealiseerd werd. Voor dit laatste werd een andere en betere vorm gevonden. Ook het loonbeleid speelde in de laatste maanden van 1964 weer een hoofdrol, hoewel de eerste verantwoor delijkheid daarvoor bij het bedrijfsle ven ligt. Maar de verantwoordelijkheid van de regering was er ditmaal niet minder om, gezien het totale economi sche beeld, dat ons land te zien gaf. Ook op dit stuk is er herhaald over leg geweest met de leiders der poli tieke groeperingen uit de Kamer. Men zou bijna kunnen zeggen, dat het kernkabinet ,dat in februari in de Irene-kwestie optrad, Marijnen (KVP) Toxopeus (VVD), Biesheuvel (AR) en Scholten (CHU), in de afgelopen we ken vervangen werd door Schmelzer (KVP), Geertsema (VVD), Smallen- broek (AR) en Beernink (CHU). Maar duidelijk werd, dat de invloed van de Kamer steeg, vooral veroorzaakt door een vasthoudende KVP-fractie. Dit gold ook voor de hulp aan ont wikkelingslanden, een hulp die het ka binet nauwelijks eigener beweging wenste te verhogen. Een nieuwe ka mermotie, ditmaal van de heer Smal- lenbroek (AR), was nodig om enige beweging in het beleid te krijgen. Uit eindelijk resulteerde dit in een ver hoging van de hulp met zegge en schrij ve elf miljoen, waarvan een deel be stemd was als proefneming voor steun aan missie en zending, voor zover de ze ontwikkelingsprojecten onderhanden nemen. Een duidelijk oonflict tusften kabinel en kamermeerderheid ontstond op nieuw rond de Bijlmermeerpolder, die Amsterdam wilde hebben maar mi nister Toxopeus niet wilde geven. De Kamer wijzigde het wetsontwerp toch en de beraadslagingen werden (ten tweeden male) geschorst. De minister koos echter eieren voor zijn geld en kondigde na korte tijd aan een nieuw wetsontwerp te zullen indienen, waar in de Bijlmer voor tien jaar naar Amsterdam zou gaan. Een compromis, dat door de KVP'er Albering al in 1962 was voorgesteld, doch toen door minister Toxopeus als onjuist van de hand gewezen. Tenslotte dan het meest actuele pro bleem: radio en televisie. Over dit vraagstuk heeft de Kamer juist in de laatste decemberweken druk verga derd. Ook hier kwam het initiatief bij de Kamer en wel bij de KVP-fractie te liggen, die mr. Baeten met een motie de arena instuurde waarin voor 1 maart om openbreking van het bestel en invoering van reclame werd ge vraagd. Althans: de Kamer zou vóór die datum moeten weten hoe de re gering deze zaken zou willen verwe zenlijken. Opnieuw ontstond deining, want de WD ging van alle daken ver kondigen dat zoiets in strijd zou zijn met de Wassenaarse afspraken. Weer togen de fractieleiders naar het Cats- huis om met premier Marijnen en mi nister Bot, maar ook enkele andere bewindslieden, zoals de liberaal Toxo peus en de heren Scholten (CHU) en Biesheuvel (AR) het kernkabinet, dat we in dit jaar meer hebben ont moet te confereren. Weer werd een compromis geboren: de liberalen wil ligden de verlangens van de Kamer meerderheid in en de regering schreef een brief aan de volksvertegenwoordi ging, waarin werd beloofd vóór 1 maart 1965 met voorstellen te komen. Tussen de bedrijven door boekte mi nister Veldkamp enkele spectaculai re successen. De a.o.w. en a.w.w. werden, met een forse bijdrage uit de schatkist, tot een sociaal minimum ver hoogd. De werkloosheidswet werd ge wijzigd, zodat vanaf 1 januari alle loon- trekkenden er onder vallen, de kinder bijslag voor kleine zelfstandigen werd (met behulp van de KVP-fractie) niet onbelangrijk uitgebreid, een nieuwe drank- en horecawet kwam tot stand en de ziekenfondswet haalde de eind streep. De minister van sociale zaken heeft werkelijk geen reden om onte vreden te zyn. Andere grote wetsontwerpen, die de Kamer(s) passeerden waren de stich ting van de derde technische (Cam pus) hogeschool in Enschede het Schel- de-Rijnverdrag, de instelling van de Rijnmondraad en de technische belas tingherziening, waarmee een bedrag van rond 200 miljoen gulden gemoeid is. Herinneren we er voorts nog aan, dat de Kamer wat de M.L.F. betreft vrijwel overstag is dat minister De Jong (defensie) belangrijke beloften deed voor het belonen van dienstplich tigen op basis van een wedde en dat hij vrijwel toezegde de derde zoon uit een gezin van dienstplicht te zullen vrijstellen. De reizen van minister Luns naar Indonesië, met welk land de betrekkingen aanzienlijk verbeterden en naar Moskou vóór de val van Kroestjev waren spectaculaire onder nemingen, evenals de Nederlandse po ging, fors gesteund door de Tweede Kamer, om het Europees parlement nu eindelijk budgetrecht toe te kennen. Intussen studeerde de pacificatie commissie verder en werden en wor den loononderhandelingen gevoerd op basis van vrij stringente richtlijnen. Een nieuw kalenderjaar gaa£ begin nen. De politieke mogelijkheden zijn even talrijk als de waarschijnlijkhe den. Het kabinet-Marijnen staat niet losser of steviger op zijn akkoord dan een jaar geleden. Het heeft aan pres tige gewonnen (Irene-kwestie) het heeft ook aan gezag ingeboet (Bijlmermeer en omroepbeleid). Binnen de volksver tegenwoordiging is een verwijdering tussen liberalen enerzijds en KVP en AR anderzijds niet uitgebleven. De C. H.U. zit, zoals ook bij de formatie, op de wip teneinde zo lang als in rede lijkheid mogelijk is, een kabinet met de V.V.D. als partner te behouden. Of dat iets te maken heeft met het „sociaal-links-zijn" van de A.R. dan wel met de onophoudelijk verkondigde stelling van de C.H.U., dat de tijd voor samengaan tussen deze twee christe lijke partijen nog niet rijp is, is nim mer uitgesproken. Vast staat echter wel, dat de KVP een duidelijk stempel op liet beleid in 1964 heeft gedrukt, waarvoor zij vrijwel steeds de A.R. aan haar zijde wist. een bemoedigend teken voor het nieu we jaar. (Advertentie) SPECIAAL U proeft het meteen: Hero Speciaal is 'n klasse apart. Fruitzuiver - puur genieten. Inderdaad 'het van het' voor de fijnproevers. Kies uw smaak: Jus d'Orange, Jus d'Ananas, Jus de Grape fruit, Zwarte bessen, Rode bessen, Frambozen en Meikersen, Appelsap (Jus de Pommes), Tomatensap (Jus de Tomates) cocktail en naturel. Jus d'Orange, Appelsap en Tomaten sap ook in voordelige gezinsflessen (party-bottles). 60 JAAR TOPKWALITEIT 1914-1964 NEW YORK De Afrikaanse VN- leden hebben in het Kongo-debat in de Veiligheidsraad van de Verenigde Na ties met de mogelijkheid van een Rus- sich veto geschermd, om de raad tot krasser uitspraken te dwingen dan waar toe hij op dat ogenblik bereid schijnt. Het Afrikaanse blok is overigens ver deeld over de vraag wat inzake Kongo gedaan moet worden. De Guinese vertegenwoordiger Achkar Marof woordvoerder van de achttien extremisten, heeft achttien amende menten aangekondigd. Ze zullen voor stellen dat de organisatie van Afrikaan se eenheid, en niet de Verenigde Naties het paeifieatiewerk in Kongo zal coör dineren. De resolutie die in behandeling is, is ingediend onder auspiciën van Marokko en Ivoorkust. Er wordt in aangedrongen op beëindiging van aUe buitenlandse in menging in Kongo zonder specifice ring vanwaar die inmenging komt en terugtrekking van alle buitenland se huursoldaten. De Sovjet-Unie heeft zich aan de kant van de extremisten geschaard, en ge zegd met een veto elke resolutie weg te stemmen die aan de achttien Afri- landen niet welgevallig zou zijn. De achttien zouden deze bedreiging gis teravond hanteren bij het pousseren van hun amendementen. Voor het westen is de resolutie van Ivoorkust en Marokko aanvaardbaar. Het heeft gisteren vergeefs geprobeerd Achkar tot intrekking van zijn amen dement te bewegen. NIEUW DELHI De regering in In dia heeft een nieuw onderzoek gelast naar de moord op Gandhi. Aanleiding daartoe is de verering onder de Hin does van Gandhi's moordenaar en de verklaring van een journalist, dat hij de overheid destijds van het bestaan van een komplot tegen Gandhi op de hoogte heeft gesteld. Gandhi's secreta ris heeft gezegd dat er ten tijde van de aanslag zoveel Hindoe-fanatici bij de overheidsdiensten waren, dat de autori teiten de moord eenvoudig niet konden voorkomen. Twee medeplichtigen aan de moord, die na vijftien jaar te hebben uitgeze ten in vrijheid waren gesteld, alsmede de genoemde journalist, zijn inmiddels aangehouden op grond van de wet tot bescherming van de staat. De mede plichtigen is indertijd na hun vrijlating een uitbundige ontvangst van de kant van de extremistische Hindoes ten deel gevallen. Veie fanatieke Hindoes zijn nog steeds niet verzoend met de split sing van Voor-Indië in India en het Is lamitische Pakistan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 9