Een herdersjongen
trok met de drie
koningen mee
Engelse
houdt
bisschop
u warm
KLEURPLAAT VOOR DE JEUGD
Varia - varia - varia
KERSTBIJLAGE 1964 DAGBLAD DE STEM
'J'oen de herders bij nacht in het veld buiten Betlehem lagen en hun
kudden bewaakten, hoorden zij opeens een wondermooi gezang. Zij
keken naar de donkerblauwe hemel en zagen een engel in stralend licht.
Dat maakte de herders angstig. Maar de jongste van allemaal, een herders
jongen, die voor het eerst van zijn leven in het veld mocht overnachten,
voelde niet de minste vrees. Hij stond op en terwijl hij de prachtige ver
schijning tegemoet liep, kwamen er stoeten engelen uit de hemel. De her
dersjongen kwam zo dicht bij dat hij de boodschap van de engel het best
verstond en het gezang van de hemelse schare het eerst begreep. En omdat
hij geen vrees kende, holde hij vooruit naar de stal van Betlehem.
Ofrim was het eerst bij de stal ge
komen en hij bleef er het langst.
Omdat hij de jongste van alle herders
was, ontfermden de anderen zich over
zijn kudde en zij begrepen zijn onacht
zaamheid Ofrim hielp Jozef met het
op orde houden van de stal, en Maria
met het bereiden van het maal. Nu en
dan ging hij gauw even naar huis om
zijn ouders te vertellen over zijn won
derlijke belevenissen. Dan keerde hij
weer vlug terug met kleine geschenken
van zijn moeder.
Deze kleine herdersjongen was de
eerste die de ster uit het oosten
boven de stal zag schitteren. Hij ver
wachtte dat er opnieuw engelen uit de
hemel zouden dalen. Maar daar in de
verte naderde geen hemelse schare,
maar een lange lange karavaan.
Ofrim, die nooit meer van de wereld
had gezien dan zijn dorpje de nabije
velden en de stal van Betlehem, kon
zijn ogen niet geloven. Op een kleine
afstand van de stal hield de stoet stil
en drie koningen, gekroond met de
schitterendste kronen en gekleed
glanzende gewaden kwamen alleen na
derbij. Zij traden de stal binnen, kniel
den voor het Kind en boden het goud,
wierook en mirre aan
Ofrim was een jongen die geen angst
en verlegenheid kende. Hij hielp Ma
ria vo] eerbied en ijver met het ont
vangen van deze hoge gasten. En toen
de koningen 'B avonds naar de kara
vaan terug wilden keren om de nacht
in hun tenten door te brengen, zei Ma
ria: „Vergezel de koningen naar hun
verblijf, Ofrim".
70 kwam de kleine herdersjongen bij
het gevolg van de drie koningen
aan. De karavaan had zieh intussen
ontbonden. Vlugge dienaren hadden
kleurige tenten opgezet voor hun vorsten.
Kleinere tenten voor het gevolg verre
zen in een kring erom heen. Lasten
werden van kamelen en ezels afgela
den. Donkergetinte dragers droegen kof
fers en zakken Kampvuren vlamden op,
in potten kookten vreemde gerechten,
onverstaanbare klanken en onbekende
geuren vervulden de lucht. Kamelen
waren bijeengebracht binnen een snel
opgezette omheining. Ezels stonden aan
palen gebonden uit te rusten van de
reis.
Ofrim begeleidde de koningen tot aan
de ingang van hun tenten. Toen slen
terde hij geboeid tussen al die vreemde
mensen uit een verre wereld Het leek
een stad die opeens was ontstaan op
het veld waar zijn eigen kudden graas
den.
Die nacht bleef Ofrim in het kamp
van de koningen. Hij zat bij de vuren
en luisterde naar de gezangen van dra
gers en kameeldrijvers, van dienaren
en werklieden uit het gevolg van de
koningen. Hij at en dronk van de vreem
de spijzen en dranken En hij volgde
de oudste verzorger van de kamelen
binnen de omheining. Een kudde kame
len! Dat was nog eens iets anders dan
een kudde schapen! Ofrim had nog
nooit kamelen gezien. Maar hij was een
jongen die geen vrees kende en daarom
stond hij al dadelijk op goede voet met
de grote dieren.
De nacht vloog om en toen de mor
gen bleek aan de hemel kwam zei
Ofrim tegen de oude verzorger: „Nu
moet ik weer gaan. Want ik wil Maria
gaan helpen in de stal."
lYJaar die dag had Ofriir zijn hoofd
niet goed meer bij de dagelijkse be
zigheden. Natuurlijk was hij moe en
slaperig. Maar zijn belevenissen in het
legerkamp van de koningen lieten hem
niet met rust.
Diezelfde middag brachten de ko
ningen opnieuw een bezoek aan de stal.
En toen zij naar hun tenten wilden te
rugkeren, zei Maria weer; „Vergezel
de koningen naar hun verbliji Ofrim."
Lachte ze daarbij de kleine herders
jongen even toe?
Zo ging het dagen achtereen, 's Mor
gens was Ofrim druk bezig in de stal.
's Middags bediende hij de koningen
en 's avonds ging hij naar het kamp
waar hij tot diep in de nacht met ogen
en oren het vreemde leven verslond.
Na een korte slaap in de gloed van
het kampvuur, keerde hij in de vroegte
naar het stalletje terug
Tenslotte brak de laatste dag aan
van het verblijf van de koningen. Ter
wijl zij het laatste bezoek aan de stal
brachten en ernstig met Jozef spraken
over de weg die zij terug zouden kun
nen nemen, werden in het kamp alle
maatregelen getroffen om de volgende
morgen vroeg te vertrekken.
De lastdieren werden bepakt en ge
zadeld, de kamelen met zakken en krui
ken behangen Alle tenten werden neer
gehaald behalve die van de koningen.
En toen de drie koningen voor de
laatste maal neergeknield hadden bij
het Kind en diep bogen voor zij zieh
omkeerden, vroeg Maria: „Wil je de
koningen weer naar hun tenten begelei
den, Ofrim?" Nu lachte zij de herders
jongen werkelijk toe, maar het was een
verdrietige lach.
Ofrim begeleide de koningen tot
aan het voorhang van huntent.
Toen zocht hij het gezelschap op van
de dragers en kameeldrijvers, van de
dienaren en werklieden bij het vuur.
„Waarom trek je niet met ons mee?"
«telde hem de oude kamelenver-
zorger voor. „Je bent een goede her
der. Je kunt goed met dieren omgaan.
Je weet dat er twee jonge kamelen
geboren zijn waar we een verzorger
voor moeten hebben. Is dat niet iets
voor jou? Is het bij ons geen ander
leven dan altijd in dit stille veld te
blijven?" Ofrim kende geen angst.
Wel had hij nu pas goed begrepen hoe
groot de wereld was. Dat er steden
waren met paleizen van koningen en
meer mensen dan je kunt tellen. Dat
er zeeën bestonden waar schepen op
voeren die tienmaal hoger waren dan
een kameel en tien maal ruimer dan
de ruimste stal. Maar hij was niet
bang en aarzelde niet langer dan één
secosde.
,Ik ga mee", zei hy tegen de oude
man. Het kamp werd opgebroken en
de karavaan vertrok Nu eens reed O-
frim op een kameel, dan weer liep hij
er naast en soms zat hy op de rug van
een ezel. Maar hjj alleen zorgde voor
de jonge kamelen en hy deed het goed.
Het waren spannende dagen. Overdag
reisde het avontuur met Ofrim mee en
als het donker werd zat hij bij de man
nen om het vuur.
aar hoe langer Ofrim onderweg
was, des te minder luisterde hij
's avonds naar de gezangen en de ge
sprekken. Misschien kreeg hii te vroeg
slaap want het reizen en trekken was
hij niet gewend Hij zat dan maar in
de vlammen te kijken en zag er de
wonderlijkste beelden in.
Was dat de treurige glimlach van Ma
ria in die rode gloed? Nee. het was het
gezicht vas zijn moeder. Speelde het
Christuskind in de lichtkring van de
vlammen? Nee. het was een schim die
leek op zijn kleine broertje. Stond Jo
zef daar op de staf geleund in de scha
duw achter het vuur? Nee, het was een
timmerman van de koning.
Ofrim deed zijn werk nog steeds
goed Maar hij lachte niet meer en het
leek of het avontuur zijn glans verloor.
,Hoe staat het er mee, Ofrim?" vroeg
de wijze kamelenverzorger. „Ik weet
het niet", antwoordde de herdersjongen,
„er is iets veranderd en toch is er
niets veranderd". ,»Ik denk dat je zelf
veranderd bent" zei de oude man „Ver
lang je nog altijd naar de steden ei
paleizen, naar de zeeën en de schepen?'
„Daar verlang ik nog altijd wel naar,
maar ik kan er niet meer de hele dag
aan denken" zei Ofrim. „Verlang je er
meer naar het Christuskind nog eens
te zien? En zou je niet liever terug
keren naar je dorp waar vader en moe
der naar je uitkijken?" vroeg de oude
man weer. ,,Ja" zei Ofrim opgelucht,
„dat is het. Ik wist het nog niet maar
u hebt gelijk. Dat is het: ik ver
lang terug naar huis". „Dan zou ik
maar gaan", zei de kamelenverzorger
vriendelijk, „naar huis verlangen is zo
slecht nog niet".
Toen liet hij een grote, sterke ezel za
delen en bepakken met alles wat Ofrim
voor zijn reis nodig zou kunnen
hebben. „Deze ezel krijg je als belo
ning voor het werk", zei hij. „En in
een van de zakken zul je geschenken
vinden voor je familie." Ofrim be
dankte hem en begon aan de lange reis
terug.
Een terugweg kan niet korter zijn dan
een heenweg. En toch leek de weg
nu niet half zo lang. Van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat stapte de ezel
voor', en werd niet moe. Toen Ofrim
de velden begon te herkennen, klopte
zijn hart van vreugde. Daar lag z'n dorp,
daar zijn hut daar stond moeder met
het kleine broertje op de arm naar
hem uit te kijken.
„Waar ben je zo lang gebleven?",
vroeg zijn moeder. „Had je het zo druk
in de stal?"
Ofrim vertelde hoe het avontuur hem
had meegelokt. Eerst kreeg de moeder
tranen in de ogen toen lachte zij en
tenslotte streek zij haar jongen door de
haren
De ezel werd afgeladen en uit de zak
ken kwam een met goud geborduurde
doek voor de moeder, gevlochten san-
daler voor de vader een uit hout
gesneden kameel voor het broertje
Toen nam Ofrim de ezel bij de teugel
en voerde hem naar de stal van Bet
lehem. Maria keek op toen Ofrim aan
kwam! „Ik wist dat je met de ko
ningen mee zou trekken" zei ze. „Maar
ik wist ook dat je terug zou keren.
Gelukkig is dat nu gebeurd". En zij
glimlachte voluit. „Ik ben blij dat ik u
weer mag terugzien", zei Ofrim en
ik heb een geschenk voor u meege
bracht". Met die woorden gaf hij de
teugels van de ezel in handen van Jo
sef.
Dit was een byzonder waardevol ge
schenk. Maar hoe waardevol het wel
was. heeft Ofrim pas een tijdje later
begrepen. Want het is deze grote, ster-
en het kind op hun vlucht naar Egypte
heeft gedragen.
A. Mac Gillavry - Verlinden.
55
Voor het geval, dat u nog met het gaat serveren.
probleem worstelt welke dranken u ge
durende de aanstaande feestdagen uw
gasten zult aanbieden, volgen hier eni
ge tips voor het maken van warme
wijnen.
Want al weten wjj op het ogenblik
nog niet wat de weergoden voor ons
in petto hebben, we kunnen er vry-
wel zeker van zyn dat er ook tydens
de kerst en oud en nieuw dagen zul
len zijn, waarop uw gasten een glas
warme wijn zullen waarderen.
Wist u overigens, dat u warme wij
nen zelf kunt bereiden en dat dit niet"
veel tijd in beslag neemt?
Vooral dit laatste kan voor menige
huisvrouw, die het in de maand decem
ber toch al druk genoeg heeft, een punt
van overweging zijn.
Ter afwisseling van de bekende bis
schop, gemaakt van rode wijn, een si
naasappel met kruidnagels en suiker
(de receptuur hiervoor kunt u in elk
goed kookboek vinden), kozen wij voor
u de volgende Engelse recepten voor
warme wijnen.
Weliswaar wijken de Engelse recepten
af van de receptuur voor de Nederland
se „bisschop", doch u kunt ze wellicht
gebruiken om eens wat variatie te
brengen in de dranken, die u uw gasten
INGKEDIëNTEN
1 fles rode wijn, 1 eetlepel suiker,
wat geraspte nootmuskaat, een half
(sherry) glas Oranje Curacao en een
ei.
BEREIDING:
In een pan doet u achtereenvolgens
de rode wijn, de Oranje Curagao, de sui
ker, alsmede de geraspte nootmuskaat.
Dit mengsel wordt gedurende 5 min-
nuten verhit (let u erop, dat het niet
gaat koken), waarna u het van het
vuur neemt. Intussen heeft u het ei
geklutst, u voegt dit bij het mengsel,
even roeren, en uw wijn is gereed voor
consumptie.
INGREDIëNTEN:
1 fles rode wijn, 2 citroenen, 1 kopje
suiker, 4 kruidnagels, 2 kopjes water,
een hoeveelheid gemalen kaneel gelijk
aan 4 stokjes.
BEREIDING:
Kook het water met de suiker, ka
neel en kruidnagels gedurende 5 minu
ten.
Snijd intussen de citroenen in dunne
schijfjes en voeg deze toe aan het meng
sel, nadat u dit eerst van het vuur
hebt genomen. Laat het gedurende 10
minuten staan. Voeg daarna de wijn
eraan toe en verhit langzaam het meng
sel dat echter niet mag koken.
Tenslotte nog de laatste tip. Bisschop
wijnen dienen zo warm mogelijk te wor
den geserveerd.
Glinsterende stoffen blijven hoogst
modieus, ook ai is de met Iurex door
weven textiel bepaald geen nieuwtje.
Omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar
is een japon van goudbrokaat hèt
feestgewaad van de uitgaande Franse
vrouw. Goud maakt jong. Dus staat
zowel de jonge vrouw als de oude
vrouw, zegt het modecommuniqué
diepzinnig.
Gouden stoffen zijn over het alge
meen vrij kostbaar, maar wie zieh
geen brokaat kan veroorloven, zou
de japon van verleden jaar met een
gouden schijn kunnen opsieren. Daar
voor zyn er knopen, tressen, biezen,
lint in goudkleur te koop.
Men kan het ook in de accessoires
zoeken: gouden tassen, schoentjes,
handschoenen, ceintuurs.
En tenslotte is er het oude ver
trouwde en onvergankelijke echte
goud dat als sieraad jong en oud mag
tooien.
Ais het kerststalletje te voor
schijn is gehaald en de verschil
lende figuren hun vaste plaatsje
krijgen, wordt daarmee een traditie
voortgezet die meer dan 700 jaar
oud is en haar oorsprong vindt bij
Franciscus van Assisië.
Om de geboorte van het Godde
lijk Kind zo innig mogelijk te kun
nen vieren koos deze heilige een
schamele stal uit, legde stro op de
vloer en bracht er figuren in die
Maria, Joseph en het Kind voor
stelden. Een werkelijke os en ezel
maakten het tafereel levendig in
een decor dat met kaarsen en lam
pen werd verlicht.
Het gerucht over deze kerstviering
verspreidde zich en talloze kloos
terlingen stroomden toe om bij
de stal te bidden, terwijl boeren
uit de omgeving luister bijzetten
met hun muziek.
Elk jaar opnieuw vierden volge
lingen van Sint Franciscus het
kerstfeest met zulk een stal. Maar
pas in de 14e eeuw werden de
eerste kerstkribben vanuit Italië
geïmporteerd in Avignon. Van-
daaruit verspreidden ze zich over
Frankrijk en over de naburige
landen.
Als wij vroeger op de kerstdagen
„stalletjes gingen kijken" in de ver
schillende kerken van onze stad,
troffen wy telkens een andere heilige
Familie aan. Maar steeds waren de
figuren gemakkelijk te herkennen:
het enige kindje lag in de kribbe,
de enige moeder, jong en blond, kon
niemand anders zijn dan Maria. Hoe
veel herders het kribje ook omstuw
den. toch stak de heilige Joseph bij
hen af. want hij was de enige grijs
aard die bedachtzaam, wijs en moe
op zijn staf leunde.
Sinds enkele jaren ondergaat de
voedstervader een verjongingskuur.
Men wil steeds minder een grijsaard
in hem zien, maar prefereert hem als
een jonge, krachtige, waakzame man
met zwart haar en dikwijls met een
zwarte baard.
Vroeger zouden wy hem aangezien
hebben voor een natuurgetrouwe
herder.
De stroom van cadeaus die in
het begin van deze maand ons land
heeft overspoeld, is tot bedaren ge
komen. Maar in het buitenland
breekt die stroom nu pas goed los.
De gewoonte elkaar met Kerst
mis geschenken te geven is van nog
ouder, eerbiedwaardiger oor
sprong dan onze Sint Nieolaas-
viering, want die oorsprong ligt
bij de geschenken goud, wierook
en mirre van de drie koningen.
Goud is nog steeds een zeer ge
liefd geschenk.maar goud wordt
ook neergeteld voor voorwerpen
van weinig edel materiaal. In
Parijs heeft men momenteel heel
wat over voor geschenkjes die niet
bijzonder waardevol zijn, maar de
handtekening dragen van de be
kende haute coiituriers. Het is ver
wonderlijk dat deze hoogverheven
modeontwerpers zoals Cardin, Dior,
Castillo van hun voetstuk afdalen
om hun signatuur te geven aan
zulke heel gewone snuisterijen.
Om bij het „goud" te blijven: van
Carvin een postzegeldoosje van
verguld blik, van Patou een vaasje
van verguld glas, van Griffe een
vergulde schoenlepel, van Simonet-
ta en Fabiani een verguld uiltje,
van Griffe een zakcentimeter met
een verguld medaillon.
ZORG bij uw vooorbereidingen
als u de kerstboom opricht
dat gereedschap en gevaar
lijke stoffen niet in handen
van kleine kinderen kunnen
komen.
BIJ het versieren van de kerst
boom moeten we om veilig
klim-materiaal denken.
ZET de kerstboom stevig vast
(liefst in een bak met nat
zand) en als u echte kaars
jes gebruikt zorg er voor dat
er een emmer met water en
een dweil bijstaan. Denkt u ook
om de opstelling? Niet te dicht
bij de gordijnen!
LAAT de kerstboomversiering
niet rondslingeren. Kleine kin
deren steken die prachtig ge
kleurde balletjes maar wat
graag in de mond, waarna het
breekt.
ZORG dat bij het plaatsen van
extra-schemerlampjes of de
elektrische kerstboomverlich
ting) de verlengsnoeren veilig
zijn en niet zo op de grond
mogen liggen dat jonge kinde
ren erbij kunnen.
ALS de kinderen met vuur
werk mogen spelen, denk er
om dat dit STEEDS onder toe
zicht gebeurt. En bent u er
echt zeker van, dat ze het niet
stiekum zullen doen?
HETE dranken zet u nooit zo
op tafel, dat deze er af kunnen
worden getrokken, of gestoten
nietwaar?
V past bij het bakken en bra
den op dat de vlam niet in de
pan kan slaan? Snel de deksel
er op zetten als het toch ge
beurt! Dus: passend deksel bij
de hand!
Feest van de vrede, feest
van de eenheid: Kerstmis.
Een feest voor alle men
sen, ongeacht ras of kleur.
Die eenheid is in beeld ge
bracht in deze tekening,
waarop alle rassen bijeen
staan.
De verscheidenheid kan
nog duidelijker worden
uitgebeeld als de plaat
wordt gekleurd. Dat is een
leuke taak voor de kerst
vakantie.
Je ziet het: er is een In
diaanse jongen getekend,
een Japanse jongen, een
Chinees meisje, een kind
uit Lapland en een uit
Arabië; alle windstreken
zijn vertegenwoordigd.
Maak er een kleurig ge
heel van, maar let wel op
dat je de juiste huidskleur
gebruikt.