Kan de diensttijd
niet korter?
Een eeuw geleden werd de
schrijfmachine uitgevonden
Geboortengolf schept mogelijkheden
AEG
P. MITTENHOFER TECHNISCH GENIE
IS
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 22 DECEMBER 1964
'IS
Tijdens rijles
JONGEN OVERRIJDT
VADER EN ZUS
Geen overdreven
interesse voor
Defensie
Commisie
Goedgekeurd
In Canada
Moeder
van 13 kinderen
vermoord
On das biedt kansen
Zelfde beloning als mannen
Regering stelt
P.v.d.A.-vrouwen
teleur
Y.S. LANCEREN
„EXPLORER"
Tong afgesneden,
teruggevonden en
weer vastgehecht
Strijken kan nog
gemakkelijker
j-p stoom
A-CO strijkijzer
DOOR
Walter Breedveld
Ev
Aanbeveling
Schip vergaan
vier doden
(Advertentie)
HOOFDSCHOTEL? VLEES!
HIALEAH, Florida Een 7-jarig jon
getje heeft tijdens zijn eerste rijles in de
auto van zijn vader, zijn 32-jarige vader
Robert Brooks, en zijn zusje Debbie (8)
overreden.
De jongen had de instructies van zijn
vader blijkbaar verkeerd begrepen en
gaf gas toen zijn vader en zusje voor de
auto stonden. Brooks overleed ter plaat
se en het meisje bezweek l'a uur later
aan inwendige bloedingen.
(Advertentie)
(Van een medewerker)
Ziezo mensen, het zit er weer op. De Tweede Kamer heeft twee lange mid
dagen en een avond besteed aan het bespreken van de in juni verschenen Defen
sienota en de begroting van dit departement voor het komende jaar. Rustig
kabbelen de debatten voort, slechts een enkele keer laaiden de emoties iets
meer op, maar bijna nergens werd het de minister en zijn drie staatssecretaris
sen echt lastig gemaakt. De minister laveerde op z|jn bekende manier kwink
slagen lancerend en de zaken relativerend om enkele moeilijke klippen heen.
Staatssecretaris Haex deed het wat minder verfijnd. Voorstellen en vragen die
hem niet bijster te pas kwamen liet hij gewoon onbesproken en onbeantwoord.
greep" ongedaan zal zijn gemaakt, heeft
de minister de keus uit verschillende
mogelijkheden.
Een van de mogelijkheden is het ver
zwaren van de keuring. Onlangs heeft
dokter E. E. van Win zijn bevindingen
omtrent de lichamelijke conditie van
dienstplichtigen vastgelegd in een rap
port. Die bevindingen waren niet gun
stig. Door de keuring te verzwaren zou
de minister „de besten vangen". Dat
lijkt mooi, maar het zou niet billijk zijn
Jarenlang zijn bij de keuring namelijk
ongeveer dezelfde normen gehanteerd.
Jarenlang ook is in de „burgermaat
schappij" een aan jonge Nederlanders
die hun loopbaan begonnen, eerstgestel-
de vraag geweest: Ben je goedgekeurd
voor militaire dienst? Het zou niet bil
lijk zijn als in de toekomst meer jonge
mannen dan ooit op die vraag ontken
nend zouden moeten antwoorden en
daarmee wellicht de kans op een goede
loopbaan zouden verspelen.
Wat dan, als de minister besluit om
de huidige keuringsnormen te handha
ven en er dus een te groot potentieel aan
dienstplichtigen zou komen? In de eer
ste plaats zou hij het aantal vrijstellin
gen kunnen vergroten. Welke dienst
plichtigen krijgen er vandaag de dag
vrijstelling? Zij, die persoonlijk onmis
baar zijn, bouwvakkers, onderwijzers
ondergrondse arbeiders bij de mijnen en
nog enkele categorieën. Maar zal in de
nabije toekomst de behoefte aan al deze
categorieën in de maatschappij nog zc
groot zijn, dat ze vrijgesteld moeten wor
den van militaire dienst? Natuurlijk
iemand die persoonlijk onmisbaar is,
kan niet in dienst. En ook de bouwvak
kers zullen we, zeker tot 1970, nog niet
kunnen missen. Maar is vandaag de dag
(en hoe is dat in 1966) het tekort aan
onderwijzers werkelijk nog zo nijpend?
Natuurlijk, een aantal vrijstellingen
moet er blijven. Ook de uitstelregelin
gen (voor studie bijvoorbeeld) kunnen
wellicht wat versoepeld worden. En het
wordt ook wel tijd. dat de derde broer
niet meer in dienst hoeft. Maar dan nog
Dan nog zullen er dienstplichtigen te
veel zijn. Zo blijft de vraag: Wat gaat de
minister met dat teveel doen? Stuurt
hij dat naar huis of wendt hij het aan
om de diensttijd te verkorten?
Om te zeggen, dat heel veel Kamer
leden een diepgaande belangstelling
voor onze defensiezaken toonden, zou
ook overdreven zijn. Integendeel. Toen
donderdags tegen een uur of zeven ie
dereen zijn zegje gezegd had, bleek niet
eens het quorum aanwezig en zo moest
de stemming over de nota. de begroting
zelf en twee door de Partij van de Ar
beid ingediende moties worden uitge
steld. Op dinsdag 1 december dan heeft
de Kamer zich uitgesproken. Wat ieder
een verwachtte gebeurde. De begroting
werd aanvaard met de stemmen van de
P.S.P. en de C.P.N. tegen en beide mo
ties maakten geen kans, omdat alleen
de fracties van de P.v.d.A., de C.P.N. en
de P.S.P. voorstemden.
Wat die moties inhielden is bekend
De een beoogde de dienstplichtigen een
gelijke beloning te geven als het be-
roepspersoneel; in de tweede werd ge
vraagd om een korter diensttijd. Twee
toch wel interessante zaken, waarover
de laatste maanden in het algemeen en
zeer recentelijk in twee rapporten (van
de KVP en van de P.v.d.A.) nogal wat
te doen is geweest.
Voor wat betreft de betere beloning
is de minister de Kamer wat tegemoet
gekomen. Hij zegde toe, nog in deze
zittingsperiode van het kabinet, een eer
ste stap op de weg van een gunstigei
bezoldiging te willen doen. Daarvooi
heeft hij dan overigens nog tweeëneen
half jaar de tijd. Op het punt van de
diensttijdverkorting was de bewinds
man nog vager. In zijn defensienota
stelde hij, dat het niet mogelijk is. Nu
in de Kamer merkte hij op eerst te wil
len wachten op een rapport van een
commissie.
Is het nu redelijk, wat de ministei
zegt? Kan er werkelijk van die periode
van 21 maanden, die heel veel „specia
listen" in de strijdkrachten doorbrengen
geen enkel maandje af en moeten dc
„niet-specialisten" per se hun volle 1P
maanden uitdienen?
Bij het proberen om een antwoord op
die vraag te vinden, moeten we uitgaan
van enkele feiten en cijfers. Een feit u
dan dat er op het ogenblik nog steeds t€
weinig dienstplichtigen zijn om in de
behoefte te voorzien. Men heeft zelfs a1
geruime tijd „vooruit moeten grijpen"
om de behoefte te dekken. Maar een fei'
is ook, dat binnenkort die situatie dras
tisch verandert. In 1966 wordt namelijk
het mannelijk deel van de na-oorlogst
geboortegolf dienstplichtig en dat wi
zeggen, dat niet minder dan 147.000 jon
gemannen (in 1964 waren het er ruin
100.000) voor de dienstplicht zullen wor
den ingeschreven. Een commissie, dit
onder voorzitterschap staat van de
plaatsvervangend secretaris-generaa1
(Kon. Landmacht) van het ministerie
de heer G. H. J. M. Peijnenburg, zal de
minister adviseren, welk beleid hij he
best kan volgen. Maar nu al staan <>-
kele zaken vast.
Vaststaat, dat lang niet al die 147.00(
een plaats in de strijdkrachten zullen
kunnen krijgen. En als dus de „vooruit-
Helemaal alleen is het stoffige
landschap. Wachten op de „vijand''.
En dan snel even Annie's brief
lezen. Ze schrijft: Nog een paar
maanden en dan kom je er voor
goed uit.
vaardigheid. Hij zal dan immers meei
dan vroeger het geval was jongemannen
buitengewoon dienstplichtig moeten
maken. Nu gaat bijna iedereen in dienst;
over een aantal jaren zal dat geen regel
meer zijn. Wellicht worden de vrij- en
uitstellingsregelingen versoepeld en we
krijgen dan de situatie, dat de slimmen
erbuiten blijven en de „schlemielen" er
in draaien. Ook in die situatie zal er iets
moeten gebeuren. Het lijkt dan recht
vaardig, dat degenen, die in dienst moe
ten, een zeer redelijk salaris krijgen
Dat zal geld kosten; veel geld. Maar niei
zoveel als de minister nu voorrekent.
Want een deel ervan vloeit via de belas
tingen in de schatkist terug. En een an
der deel zou wellicht kunnen komen uil
de portemonnee van diegenen, die „slof
ten" en niet in dienst hoefden. In de
vorm bijvoorbeeld van een extra-belas
ting.
M.
WINDSOR De 41-jarige mevrouw
Juanita Mulder, moeder van dertien kin
deren, is in de Canadese provincie On
tario bij een moordaanslag op de boer
derij van haar gezin bij Harrow om het
leven gekomen.
Haar echtgenoot, de 51-jarige Howard
Mulder, werd in kritieke toestand naar
een ziekenhuis vervoerd. Hij had een ern
stige hoofdwond, die volgens de politie
door hemzelf werd veroorzaakt.
Een derde man, de 41-jarige Edwara
Williams, werd eveneens in een zieken
huis in Windsor opgenomen. Hij zal zijn
rechterarm moeten missen, die door een
geweerschot werd verbrijzeld.
De politie neemt aan, dat er sprake is
van een moordaanslag op mevrouw Mul
der en Edward Williams, gepleegd door
de heer Mulder.
Verkorten kan niet, zegt de minister.
Maar niet iedereen is dat met hem eens
Met name bij de landmacht zijn per
soneelsfunctionarissen van mening, dal
't nieuwe onderdeelsaanvullingssysteem
(Ondas) mogelijkheden biedt. Dit sy
steem is gebaseerd op 3 perioden van
elk zes maanden. Lang niet zeldzaam
zijn de mensen, die menen dat men er
met drie maal vijf maanden ook zou ko
men. Met was passen en meten mis
schien; wat „bezuinigen" op verlof en
bewegingsvrijheid en het geven van wal
lessen in de avonduren, maar ze komen
er.
Voor „specialisten" ligt de zaak an
ders. Hun „rendement" staat nu al in
geen gunstige verhouding tot hun op
leiding. Maar ligt daar wellicht een op
lossing in het aantrekken van vrijwil
lig dienenden? Ik krijg ze niet, die vrij
willig dienenden, klaagt de bewinds
man. Maar laat hij dan eens naar Duits
land kijken. De Bundeswehr krijgt ze
wel. Maar door worden ze dan ook uit
stekend betaald. En in de laatste drie
van de tien jaar. waarvoor ze zich ver
binden. krijgen ze een gedegen vakoplei
ding, waarmee ze zo de burgermaat
schappij in kunnen stappen en een goed
stuk brood verdienen.
Ziet de minister werkelijk geen kans
om met behulp van het teveel aan
dienstplichtigen de diensttijd te verkor
ten. dan komt er een ander probleem
om de hoek kijken, dat van de onrecht-
helpen direct
tegen brandend
maagzuur
WETENSCHAPPELIJK VERANTWOORD
AMSTERDAM De vrouwenbond van
de Partij van de Arbeid is teleurgesteld
over het standpunt van de regering, dat
de verdere doorvoering van het beginsel
van gelijke beloning bij gelijke arbeid
van mannen en vrouwen, zoals dat door
de regering in EEG-verband is onder
schreven, eventueel zou kunnen worden
opgeschort, als de Stichting van de Ar
beid zou menen, dat een verdere door
voering van de equal pay beperkt moest
worden. In een brief aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid zegt
het hoofdbestuur, dat de afwijzing van
de verwezenlijking van het gelijk-loon-
beginsel er opnieuw toe heeft geleid, dat
ook voor de minimumlonen de vrou
wen achterstaan bij de mannen.
Naar de mening van het hoofdbestuur
kan echter geen redelijke grond worden
aangegeven, waarom vrouwen niet even
zeer recht zouden hebben op het mini
mumloon van 110 als de mannen, nu
aan de mannen dit loon wordt toegekend
ongeacht hun burgerlijke staat. Het le
ven van de alleenstaande vrouw is niet
goedkoper dan dat van de alleenstaande
man.
Het hoofdbestuur verzoekt de minister
dringend de laatste fase van de doorvoe
ring van de gelijke beloning in EEG-
verband in ieder geval op 1 januari 1965
te doen ingaan en te bevorderen, dat ten
aanzien van het minimumloon de gelijk
heid van beloning voor alle vrouwen
tot stand komt.
KAAP KENNEDY, Florida De Ver
enigde Staten hebben een nieuwe kunst
satelliet van het type „Explorer" gelan
ceerd.
Doel van de satelliet is het vastleggen
van de stralingsgordels om de aarde, het
geen van groot belang is bij het vast
stellen van de vluchtplannen voor de
toekomstige Apollo maanschepen.
De satelliet werd gelanceerd met een
drietraps Delta-raket.
(Advertentie)
(Advertentie)
AUTOMATIC
TOASTER f69.50
Vicenza De 22-jarige Francesco Sos
ter in Vicenza heeft na een operatie van
drie uur zijn tong teruggekregen. De
jongeman was bij een auto-ongeluk ern
stig gewond. In het ziekenhuis werd ont
dekt dat zijn tong was afgesneden. In
allerijl begaven zich twee assistenten naai
de plaats van het ongeluk, waar de tong
werd teruggevonden. Na een speciale be
handeling werd deze een dag later weer
aangezet. Het zal een week duren voor
dat men weet of Francesco weer kan
spreken.
Hij was zich er van bewust, dat het
met zijn vrije leven was gedeaan; dat
was de prijs van de zonde van de
overmoed. Het was helemaal met hem
afgelopen. Zijn huis in Cromvoirt met
de inboedel was verkocht; van de op
brengst bleef niet veel over toen al
le rekeningen waren betaald. Hier had
hij zelf op aangedrongen toen Gode-
friedus hem een keer was komen op
zoeken. Godefriedus dacht dat het
beter was af te wachten hoe het ziek
teproces zich zou ontwikkelen, maar
Jan Griniau had doorgezet. „Ik maak
me geen enkele illusie over mijn toe
stand, Godefriedus. Als ik erdoor kom
blijf ik een halve man." „Je ziet het
te somber in", zei Godefriedus. „Ver
onderstel een moment dat ik hele
maal genees Godefriedus. Kan ik dan
opnieuw beginnen? Die kans mag ik
me zelf toch niet geven. Maar het is
dwaas zoiets te veronderstellen, ik
weet zelf het beste hoe ik er voor
sta. Verkoop het huis, dan kan ik
tenminste mijn schulden betalen".
Godefrieda ging hem regelmatig op
zoeken, meestal nam ze het kind mee.
De eerste maanden toen hij er heel
naar 'aan toe was, zat ze stil aan
zijn bed; later toen het stervensge
vaar geweken was en hij ook sterker
was geworden, praatte ze over luch
tige onderwerpen en vertelde guiten
streken van het kind. Een tijdlang
kon ze daarmee doorgaan maar toen
wilde hij praten over het gevecht in
West-Brabant. Ze legde hem de hand
op de mond: daar wist ze intussen
alles van. Het proces tegen de bie-
tenboer ad veel opschuddine-geegwt
tenboer had veel opschudding teweeg
gebracht, de man was zwaar gestraft.
Jan Griniau lag even stil voor zich
uit te kijken en zei dan: „Het is
beter dat we er wel over praten, Go
defrieda. Het is niet goed dat er iets
is tussen ons waar we altijd over
moeten zwijgen. Ik zal half invalide
verder moeten leven en hoe zal het
die man gaan als hij uit de gevange
nis komt. Zijn leven is ook kapot ik
vind het voor hem even erg als voor
mij. Waarom hebben ze hem opge
sloten? Als een dolle is hij te keer
gegaan met zijn bietenmes, maar had
hij het recht niet om zich te wreken?
Ik geloof dat ik in zijn geval gedood
zou hebben. Nu zit hij vast omdat
hij in blinde woede het recht in ei
gen hand heeft genomen. Zijn vrouw
is in de boerderij, eenzaam en door
iedereen verstoten. Straks komt hij
terug, maar wordt het nog ooit goed
tussen hen? Hun twee kinderen, die
nu nog zonder zorg spelen, zullen ooit
weten dat hun moeder zich misdragen
heeft en dat hun vader wegens man
slag in de gevangenis heeft gezeten.
Zo zal het oog met Frieda gaan".
Zijn woorden sneden Godefrieda door
de ziel het was afschuwelijk. Ook zij
had vaak gedacht aan die stroeve
bietenboer en zijn lichtzinnige vrouw.
Hoe was zij er toe gekomen om zich
te geven aan een ander? „De drank,,
zei ze zachtjes. ,,Ik heb je zo dik
wijls gewaarschuwd". ,,Het was niet
de drank alleen, Godefrieda. De
drank was bijkomstig. Andere man
nen dronken veel meer dan ik tij
dens de kermis Ze raakten er door
in opwinding, dan werden ze heel
vrolijk of ze gingen aan het vechten.
Als de roes was uitgeslapen schaam
den zij zich dood. Bij weinigen was
de lust diep ingekankerd zoals bij
mij". ,,Ik heb nooit begrepen wat
voor plezier je er in vond steeds op
nieuw naar de kermis te gaan", zei
Godefrieda. „In het voorjaar werd je
al onrustig".
Hij wachtte even eer hij ant
woordde: „Ik ben opgevoed als
een burger tussen mensen van
het land. Vanaf mijn vroege jeugd
heb ik geleefd in twee werelden dat
is altijd zo gebleven. Mijn opleiding
was gericht op een ambtelijke func
tie, gemeentesecretaris of iets derge
lijks; dat was bij ons thuis normaal.
Maar daar had ik geen zin in en ik
heb alles gedaan om daar onder uit
te komen. Mijn ouders hebben heel
wat met me te stellen gehad ik was
een nare jongen, die nooit in het ga
reel wilde lopen. Misschien komt dat
omdat ik ben opgegroeid ir een oude
grafelijke heerlijkheid, waar de drang
naar vrijheid groter is dan op het
platteland. Tot mijn twintigste jaar
ben ik in Megen gebleven ik heb
er van alles gedaan, maar nooit
iets geregelds. Toen was 't de hoogste
tijd dat ik vertrok, ik had me er on
mogelijk gemaakt. Het werkt nu nog
na, dat heb je zelf ondervonden toen
wij er zijn geweest met de brik. Ik
voelde me altijd sterk tot 't boeren
volk aangetrokken, vooral om hun ar
moede had ik met hen te doen. Mijn
hoofd zat vol plannen, waar niets
van terecht is gekomen. Ik ben gaan
zwerven door heel Brabant en nog
verder. In het begin voerde ik niet
veel uit en ik had dan ook maar
een schrale boterham Later heb ik
ingezien dat het zo niet door kon
gaan. toen heb ik wat meer orde in
mijn leven gebracht. Tien jaar ge
leden heb ik de hoeve in Cromvoirt
gekocht. Het was er ongelooflijk rus
tig; dat had ik nodig, een rustig huis
aan het eind van een rumoerige dag.
Ik leefde te midden van doodarme
zandboeren, ik kon er goed mee op
schieten, maar ik heb me er nooit
mee vereenzelvigd. Je zegt dat je
nooit hebt begrepen wat ik er aan
vond steeds weer naar de kermis te
gaan Dat heb ik zelf ook nooit be
grepen, want er is niet zoveel aan.
Druk grof plezier veel lawaai en ge
schetter, drank, en een vrijer verkeer
tussen mannen en vrouwen; dat
vooral zal me aangetrokken hebben.
De kermis is het enige plezier van
de mensen op het platteland. Altijd
werken het hele jaar door met geen
andere ontspanning dan zondags een
uurtje kaarten of boogschieten in de
herberg. Het is te begrijpen dat de
mensen verlangen naar de kermis,
de paar dagen ieder jaar dat ze uit
de band kunnen springen. Dat is in
jullie dorp toch ook zo Godefrieda.
Maar ik was niet gebonden aan een
bepaald dorp, dat zou ik niet gewild
hebben. Heel Brabant was mijn ker
misterrein, de steden en dorpen. Aan
vankelijk ging ik erheen uit verveling
en omdat ik vrij was om te gaan en
te staan waar ik wilde; ik deed het
ook uit nieuwsgierigheid en behaag
zucht. Tijdens de kermisdagen ruiken
3e boerenmeisjes niet naar hooi en
mest en dan slaan ze de sluier van
zedigheid een stukje terug. Dat was
een sterke prikkel". Hij wachtte even
en ging dan verder met zachte ver
drietige stem: „Dit is niet alles, Go
defrieda. Dat leven beviel me wel
en toch voelde ik dat het zo niet al
tijd kon blijven doorgaan. Het zou
niet gemakkelijk zijn daar verande
ring in aan te brengen, ik had me
nooit aan een meisje willen binden.
Met veel aardige meisjes had ik ge
danst. In een zwoele kermistent vol
klatergoud was dat wel aardig maar
het was een romantiek die onderweg
naar huis al vervluchtigde. Toch wist
ik wel wat ik wilde als het nog ooit
zover zou komen. Toen ik op die kou
de wintermorgen op de Bossche
markt wortelen en knollen bij je
kocht, was dat niet de eerste keer
dat ik je zag. Verscheidene keren
had ik daar al gestaan, ik had je
nooit durven aanspreken. Jij was een
ander type dan de meisjes, die na de
In het Technische Museum te Wenen,
is een dezer dagen een tentoonstelling
geopend, die gewijd is aan de uitvinder
van de schrijfmachine, de Zuidtiroler
Peter Mittenhofer uit Partschins. Hon
derd jaar geleden mechaniseerde hij als
eerste het schrijfproces.
Wie was die Peter Mittenhofer eigen
lijk? Een bekwaam timmerman en meu
belmaker. zoon van een ambachtsman.
Een man met een meer dan goed stel
hersens, met een enorm technisch in
zicht; met een verziende blik. zijn tijd
tientallen jaren vooruit, kortom een ge
nie.
Tijdens zijn hele leven heeft Mitten
hofer een voorkeur voor het buitenge
wone, maar geniale, gehad. Men noem
de hem soms en dit ene voorbeeld
kan voor vele anderen gelden „schouw
burgdirecteur" in het klein. Als impro
visator, dichter, zanger, buikspreker, gi
tarist. toneelspeler gaf hij soms hele
voorstellingen. De uitnodigingskaarten
hiervoor ontwierp en drukte hij zelf De
instrumenten knutselde hij zelf'in elkaar.
Alles deed hij alleen, nooit heeft hij de
hulp van anderen gevraagd of gebruikt-
Voor het kabinet van de Oostenrijkse
keizer verklaarde hij: „Ik kan zeggen,
dat de schrijfmachine een uitvinding van
mij, eenvoudige Tiroler, is en dat ik
nooit iets gezien heb, wat mijn uitvin
ding maar in de verste verte als voor
beeld zou hebben kunnen dienen".
Er is tientallen jaren naar geraden,
hoe en wanneer Mittenhofer op het idee
is gekomen om een schrijfmachine te
maken. Het idee om „machinaal" teivoerde model is, een welkome aanwinst
schrijven was 100 jaar geleden beslist voor een technische school, voor alle
niet zo origineel als men tegenwoordig leergierige scholieren en een opwindend
wel denkt. Met utopische ideeën, waren voorbeeld van wat de denkende en vlij-
ook de zestiger jaren van de vorige eeuwltige mens kan bereiken",
rijk gezegend. Maar hoeveel mensen ook
met het idee van een schrijfmachine ge
speeld hebben, slechts één heeft het,
maar dan ineens goed, gerealiseerd.
Dat moet ook keizer Franz Josef I
van Oostenrijk gevoeld hebben, toen hij
op de rand van een rapport over de
uitvinding van Mittenhofer schreef:
„f 200,- Franz Josef". In dit rapport had
een chef de bureau, ridder Adolf von
Braun, voorgesteld om deze uitvinder
..als blijk van erkentelijkheid voor zijn
moeizaam en onverdroten streven" een
beloning te geven.
Toen Mittenhofer in 1869 zijn laatste
model voor een schrijfmachine klaar had
waarin hij de systematiek van de mo
derne schrijfmachine tot in de kleinste
en fijnste details had uitgewerkt, en dit
model in Wenen te koop aanbood, be
krachtigde de keizer weer zelf de koop.
Nu schreef hij niets anders dan „Ja",
Mittenhofer kreeg er f150,- voor.
Wat deze uitvinder al voor zijn tijd
betekende, laat de slotzin van een amb
telijke brief van 3 januari 1870 zien:
in ieder geval is dat wat deze eenvou
dige en van alle vooropleidingen ge
speende Tiroler, door juiste combinatie
en een verbazingwekkend uithoudings
vermogen bereikt heeft, prijzenswaardig.
Het in al zijn details voorbeeldig uitge-
danstent wel een uurtje door het f
donker willen dwalen. En jij zag er
zo piepjong uit. Je was nog een kind
en wat moest ik daar mee beginnen?
Jij maakte wel grote indruk op me,
jij was het eerste meisje in mijn le-
ven waar ik, soms tegen wil en dank
voortdurend aan moest denken. Ik
raakte van jou bezeten er ik wilde
alles van je weten. Toen ik bij je
kwam wist ik alles van je af en toen
ik met je gepraat had, stond ik in
vuur en vlam. Het was een wonder
lijke beleving, nog nooit had ik echt
van een meisje gehouden. Ik zal al
tijd van je blijven houden, ook als
je me zult verstoten, wat ik je niet
kwalijk zou nemen. Ik heb geruime
tijd gewacht eer ik me weer heb la
ten zien die keer toen ik de Dom
mel ben overgegleden. Het was ei
genlijk een nare streek om je uit de
weitas een fazant aan te bieden, die
je niet mocht weigeren. Toen ik later
naar de Dommelhoeve ben gekomen
met het voorstel van de baron om de
hoeve te kopen, heeft je moeder me
toegefluisterd dat ik tegen je vader
niet over de fazant mocht, praten. Wat
is er mee gebeurd?" „Moeder was
bang dat vader er boos om zou wor
den. Ik heb de vogel bij de pastoor
gebracht".
^ven zag ze een flauwe glim
lach op zijn gezicht, dan ging
hij weer verder: „In die nacht
ben ik bij een ander meisje geweest
terwijl ik hunkerde naar jou. Het was
afschuwelijk, ik walgde van mezelf
toen ik op de brug in de stijgbeu
gels ging staan om het dak van de
Dommelhoeve beter te kunnen zien.
Wekenlang ben ik er door van streek
geweest en toen heb ik mezelf be
proefd. Die zomer ben ik maar een
keer naar de kermis gegaan in de
stad: ik heb me niet bedronken, ik
heb niet gedanst en ik heb niet naar
meisjes omgekeken. Heel typisch
was dat ik niets heb gemist. Was
het dan niets anders dan romantische
kermisspielerie geweest? Zelfbedrog?
Dat dacht ik en ik dacht ook dat ik
dan nergens meer bang voor hoefde
zijn. Toen ben ik teruggekomen en
we zijn getrouwd. Een heerlijke tijd
kwam er toen met het liefste wezen
dat er voor mij op aarde is. Waar
om ben ik daar niet tevreden mee
geweest? Waarom kon ik, evenals in
dat jaar van zelfbeproeving geen
weevstand bieden aan het gelok van
de kermis? Omdat de ondeugd in mij
is, al vanaf mijn vroegste jaren".
Weer wachtte hij even en zei dan
met trillende stem: „Dit alles moest
gezegd worden, Godefrieda. Ik heb
mijn leven vernield en het jouwe en
ook van die man en die vrouw in
West-Brabant. Ik heb niet meer het
gevoel, dat ik op dit bed zal sterven,
maar ik maak me ook geen illusies
voor de toekomst: ik heb begrepen
wat de dokter heeft bedoeld toen hij
zei dat ik met enig ongemak in mijn
verder leven rekening moet houden.
Godefriedus en Marjan zullen ook mij
wel onderdak geven in de Dommel
hoeve, ze zijn goed tot ir de grond.
Daar zal ik dan genadebrood eten,
zeker nog geruime tijd. Dat hoéft
niet, Godefrieda, genadebrood kan ik
overal krijgen en het smaakt overal
even bitter. Jij moet beslissen of je
met. mij nog verder kunt leven. Ik
zou het verschrikkelijk vinden als je
me zou verstoten, jij bent de enige
op de wereld aan wie ik me nog
vast kan klampen. Maar ik heb al
gezegd dat ik het je niet kwalijk zal
nemen als je het zou doen". Hij
hield op met praten en even was het
aangrijpend stil. Toen boog zij zich
naar hem toe, haar tranen drupten
op zijn gezicht toen ze hem kuste.
„Ik zal je niet verstoten", snikte ze
schor. „We moeten bidden. Jan. Ik
dank de Lieve Heer dat Hij jou het
leven heeft gelaten".
NEW YORK Het 7000 ton metende
Amerikaanse vrachtschip „Smith Voya
ger" is tijdens een vliegende storm in
de Atlantische Oceaan vergaan. Het
schip, dat geladen was met 10.200 ton
graan, maakte 40 tot 50 graden slagzij,
toen de bemanning in de reddingsboten
ging. Alleen de kapitein en een stuur
man bleven aan boord.
Vier opvarenden verdronken in de
woedende golven. Twee matrozen wor
den nog vermist.
De andere 34 bemanningsleden werden
opgepikt door een Duits vrachtschip.
Zo zag de eerste (houten I
schrijfmachine van Mitten
hofer er uit