Kan de diensttijd niet korter? Een eeuw geleden werd de schrijfmachine uitgevonden Geboortengolf schept mogelijkheden AEG P. MITTENHOFER TECHNISCH GENIE IS DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 22 DECEMBER 1964 'IS Tijdens rijles JONGEN OVERRIJDT VADER EN ZUS Geen overdreven interesse voor Defensie Commisie Goedgekeurd In Canada Moeder van 13 kinderen vermoord On das biedt kansen Zelfde beloning als mannen Regering stelt P.v.d.A.-vrouwen teleur Y.S. LANCEREN „EXPLORER" Tong afgesneden, teruggevonden en weer vastgehecht Strijken kan nog gemakkelijker j-p stoom A-CO strijkijzer DOOR Walter Breedveld Ev Aanbeveling Schip vergaan vier doden (Advertentie) HOOFDSCHOTEL? VLEES! HIALEAH, Florida Een 7-jarig jon getje heeft tijdens zijn eerste rijles in de auto van zijn vader, zijn 32-jarige vader Robert Brooks, en zijn zusje Debbie (8) overreden. De jongen had de instructies van zijn vader blijkbaar verkeerd begrepen en gaf gas toen zijn vader en zusje voor de auto stonden. Brooks overleed ter plaat se en het meisje bezweek l'a uur later aan inwendige bloedingen. (Advertentie) (Van een medewerker) Ziezo mensen, het zit er weer op. De Tweede Kamer heeft twee lange mid dagen en een avond besteed aan het bespreken van de in juni verschenen Defen sienota en de begroting van dit departement voor het komende jaar. Rustig kabbelen de debatten voort, slechts een enkele keer laaiden de emoties iets meer op, maar bijna nergens werd het de minister en zijn drie staatssecretaris sen echt lastig gemaakt. De minister laveerde op z|jn bekende manier kwink slagen lancerend en de zaken relativerend om enkele moeilijke klippen heen. Staatssecretaris Haex deed het wat minder verfijnd. Voorstellen en vragen die hem niet bijster te pas kwamen liet hij gewoon onbesproken en onbeantwoord. greep" ongedaan zal zijn gemaakt, heeft de minister de keus uit verschillende mogelijkheden. Een van de mogelijkheden is het ver zwaren van de keuring. Onlangs heeft dokter E. E. van Win zijn bevindingen omtrent de lichamelijke conditie van dienstplichtigen vastgelegd in een rap port. Die bevindingen waren niet gun stig. Door de keuring te verzwaren zou de minister „de besten vangen". Dat lijkt mooi, maar het zou niet billijk zijn Jarenlang zijn bij de keuring namelijk ongeveer dezelfde normen gehanteerd. Jarenlang ook is in de „burgermaat schappij" een aan jonge Nederlanders die hun loopbaan begonnen, eerstgestel- de vraag geweest: Ben je goedgekeurd voor militaire dienst? Het zou niet bil lijk zijn als in de toekomst meer jonge mannen dan ooit op die vraag ontken nend zouden moeten antwoorden en daarmee wellicht de kans op een goede loopbaan zouden verspelen. Wat dan, als de minister besluit om de huidige keuringsnormen te handha ven en er dus een te groot potentieel aan dienstplichtigen zou komen? In de eer ste plaats zou hij het aantal vrijstellin gen kunnen vergroten. Welke dienst plichtigen krijgen er vandaag de dag vrijstelling? Zij, die persoonlijk onmis baar zijn, bouwvakkers, onderwijzers ondergrondse arbeiders bij de mijnen en nog enkele categorieën. Maar zal in de nabije toekomst de behoefte aan al deze categorieën in de maatschappij nog zc groot zijn, dat ze vrijgesteld moeten wor den van militaire dienst? Natuurlijk iemand die persoonlijk onmisbaar is, kan niet in dienst. En ook de bouwvak kers zullen we, zeker tot 1970, nog niet kunnen missen. Maar is vandaag de dag (en hoe is dat in 1966) het tekort aan onderwijzers werkelijk nog zo nijpend? Natuurlijk, een aantal vrijstellingen moet er blijven. Ook de uitstelregelin gen (voor studie bijvoorbeeld) kunnen wellicht wat versoepeld worden. En het wordt ook wel tijd. dat de derde broer niet meer in dienst hoeft. Maar dan nog Dan nog zullen er dienstplichtigen te veel zijn. Zo blijft de vraag: Wat gaat de minister met dat teveel doen? Stuurt hij dat naar huis of wendt hij het aan om de diensttijd te verkorten? Om te zeggen, dat heel veel Kamer leden een diepgaande belangstelling voor onze defensiezaken toonden, zou ook overdreven zijn. Integendeel. Toen donderdags tegen een uur of zeven ie dereen zijn zegje gezegd had, bleek niet eens het quorum aanwezig en zo moest de stemming over de nota. de begroting zelf en twee door de Partij van de Ar beid ingediende moties worden uitge steld. Op dinsdag 1 december dan heeft de Kamer zich uitgesproken. Wat ieder een verwachtte gebeurde. De begroting werd aanvaard met de stemmen van de P.S.P. en de C.P.N. tegen en beide mo ties maakten geen kans, omdat alleen de fracties van de P.v.d.A., de C.P.N. en de P.S.P. voorstemden. Wat die moties inhielden is bekend De een beoogde de dienstplichtigen een gelijke beloning te geven als het be- roepspersoneel; in de tweede werd ge vraagd om een korter diensttijd. Twee toch wel interessante zaken, waarover de laatste maanden in het algemeen en zeer recentelijk in twee rapporten (van de KVP en van de P.v.d.A.) nogal wat te doen is geweest. Voor wat betreft de betere beloning is de minister de Kamer wat tegemoet gekomen. Hij zegde toe, nog in deze zittingsperiode van het kabinet, een eer ste stap op de weg van een gunstigei bezoldiging te willen doen. Daarvooi heeft hij dan overigens nog tweeëneen half jaar de tijd. Op het punt van de diensttijdverkorting was de bewinds man nog vager. In zijn defensienota stelde hij, dat het niet mogelijk is. Nu in de Kamer merkte hij op eerst te wil len wachten op een rapport van een commissie. Is het nu redelijk, wat de ministei zegt? Kan er werkelijk van die periode van 21 maanden, die heel veel „specia listen" in de strijdkrachten doorbrengen geen enkel maandje af en moeten dc „niet-specialisten" per se hun volle 1P maanden uitdienen? Bij het proberen om een antwoord op die vraag te vinden, moeten we uitgaan van enkele feiten en cijfers. Een feit u dan dat er op het ogenblik nog steeds t€ weinig dienstplichtigen zijn om in de behoefte te voorzien. Men heeft zelfs a1 geruime tijd „vooruit moeten grijpen" om de behoefte te dekken. Maar een fei' is ook, dat binnenkort die situatie dras tisch verandert. In 1966 wordt namelijk het mannelijk deel van de na-oorlogst geboortegolf dienstplichtig en dat wi zeggen, dat niet minder dan 147.000 jon gemannen (in 1964 waren het er ruin 100.000) voor de dienstplicht zullen wor den ingeschreven. Een commissie, dit onder voorzitterschap staat van de plaatsvervangend secretaris-generaa1 (Kon. Landmacht) van het ministerie de heer G. H. J. M. Peijnenburg, zal de minister adviseren, welk beleid hij he best kan volgen. Maar nu al staan <>- kele zaken vast. Vaststaat, dat lang niet al die 147.00( een plaats in de strijdkrachten zullen kunnen krijgen. En als dus de „vooruit- Helemaal alleen is het stoffige landschap. Wachten op de „vijand''. En dan snel even Annie's brief lezen. Ze schrijft: Nog een paar maanden en dan kom je er voor goed uit. vaardigheid. Hij zal dan immers meei dan vroeger het geval was jongemannen buitengewoon dienstplichtig moeten maken. Nu gaat bijna iedereen in dienst; over een aantal jaren zal dat geen regel meer zijn. Wellicht worden de vrij- en uitstellingsregelingen versoepeld en we krijgen dan de situatie, dat de slimmen erbuiten blijven en de „schlemielen" er in draaien. Ook in die situatie zal er iets moeten gebeuren. Het lijkt dan recht vaardig, dat degenen, die in dienst moe ten, een zeer redelijk salaris krijgen Dat zal geld kosten; veel geld. Maar niei zoveel als de minister nu voorrekent. Want een deel ervan vloeit via de belas tingen in de schatkist terug. En een an der deel zou wellicht kunnen komen uil de portemonnee van diegenen, die „slof ten" en niet in dienst hoefden. In de vorm bijvoorbeeld van een extra-belas ting. M. WINDSOR De 41-jarige mevrouw Juanita Mulder, moeder van dertien kin deren, is in de Canadese provincie On tario bij een moordaanslag op de boer derij van haar gezin bij Harrow om het leven gekomen. Haar echtgenoot, de 51-jarige Howard Mulder, werd in kritieke toestand naar een ziekenhuis vervoerd. Hij had een ern stige hoofdwond, die volgens de politie door hemzelf werd veroorzaakt. Een derde man, de 41-jarige Edwara Williams, werd eveneens in een zieken huis in Windsor opgenomen. Hij zal zijn rechterarm moeten missen, die door een geweerschot werd verbrijzeld. De politie neemt aan, dat er sprake is van een moordaanslag op mevrouw Mul der en Edward Williams, gepleegd door de heer Mulder. Verkorten kan niet, zegt de minister. Maar niet iedereen is dat met hem eens Met name bij de landmacht zijn per soneelsfunctionarissen van mening, dal 't nieuwe onderdeelsaanvullingssysteem (Ondas) mogelijkheden biedt. Dit sy steem is gebaseerd op 3 perioden van elk zes maanden. Lang niet zeldzaam zijn de mensen, die menen dat men er met drie maal vijf maanden ook zou ko men. Met was passen en meten mis schien; wat „bezuinigen" op verlof en bewegingsvrijheid en het geven van wal lessen in de avonduren, maar ze komen er. Voor „specialisten" ligt de zaak an ders. Hun „rendement" staat nu al in geen gunstige verhouding tot hun op leiding. Maar ligt daar wellicht een op lossing in het aantrekken van vrijwil lig dienenden? Ik krijg ze niet, die vrij willig dienenden, klaagt de bewinds man. Maar laat hij dan eens naar Duits land kijken. De Bundeswehr krijgt ze wel. Maar door worden ze dan ook uit stekend betaald. En in de laatste drie van de tien jaar. waarvoor ze zich ver binden. krijgen ze een gedegen vakoplei ding, waarmee ze zo de burgermaat schappij in kunnen stappen en een goed stuk brood verdienen. Ziet de minister werkelijk geen kans om met behulp van het teveel aan dienstplichtigen de diensttijd te verkor ten. dan komt er een ander probleem om de hoek kijken, dat van de onrecht- helpen direct tegen brandend maagzuur WETENSCHAPPELIJK VERANTWOORD AMSTERDAM De vrouwenbond van de Partij van de Arbeid is teleurgesteld over het standpunt van de regering, dat de verdere doorvoering van het beginsel van gelijke beloning bij gelijke arbeid van mannen en vrouwen, zoals dat door de regering in EEG-verband is onder schreven, eventueel zou kunnen worden opgeschort, als de Stichting van de Ar beid zou menen, dat een verdere door voering van de equal pay beperkt moest worden. In een brief aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zegt het hoofdbestuur, dat de afwijzing van de verwezenlijking van het gelijk-loon- beginsel er opnieuw toe heeft geleid, dat ook voor de minimumlonen de vrou wen achterstaan bij de mannen. Naar de mening van het hoofdbestuur kan echter geen redelijke grond worden aangegeven, waarom vrouwen niet even zeer recht zouden hebben op het mini mumloon van 110 als de mannen, nu aan de mannen dit loon wordt toegekend ongeacht hun burgerlijke staat. Het le ven van de alleenstaande vrouw is niet goedkoper dan dat van de alleenstaande man. Het hoofdbestuur verzoekt de minister dringend de laatste fase van de doorvoe ring van de gelijke beloning in EEG- verband in ieder geval op 1 januari 1965 te doen ingaan en te bevorderen, dat ten aanzien van het minimumloon de gelijk heid van beloning voor alle vrouwen tot stand komt. KAAP KENNEDY, Florida De Ver enigde Staten hebben een nieuwe kunst satelliet van het type „Explorer" gelan ceerd. Doel van de satelliet is het vastleggen van de stralingsgordels om de aarde, het geen van groot belang is bij het vast stellen van de vluchtplannen voor de toekomstige Apollo maanschepen. De satelliet werd gelanceerd met een drietraps Delta-raket. (Advertentie) (Advertentie) AUTOMATIC TOASTER f69.50 Vicenza De 22-jarige Francesco Sos ter in Vicenza heeft na een operatie van drie uur zijn tong teruggekregen. De jongeman was bij een auto-ongeluk ern stig gewond. In het ziekenhuis werd ont dekt dat zijn tong was afgesneden. In allerijl begaven zich twee assistenten naai de plaats van het ongeluk, waar de tong werd teruggevonden. Na een speciale be handeling werd deze een dag later weer aangezet. Het zal een week duren voor dat men weet of Francesco weer kan spreken. Hij was zich er van bewust, dat het met zijn vrije leven was gedeaan; dat was de prijs van de zonde van de overmoed. Het was helemaal met hem afgelopen. Zijn huis in Cromvoirt met de inboedel was verkocht; van de op brengst bleef niet veel over toen al le rekeningen waren betaald. Hier had hij zelf op aangedrongen toen Gode- friedus hem een keer was komen op zoeken. Godefriedus dacht dat het beter was af te wachten hoe het ziek teproces zich zou ontwikkelen, maar Jan Griniau had doorgezet. „Ik maak me geen enkele illusie over mijn toe stand, Godefriedus. Als ik erdoor kom blijf ik een halve man." „Je ziet het te somber in", zei Godefriedus. „Ver onderstel een moment dat ik hele maal genees Godefriedus. Kan ik dan opnieuw beginnen? Die kans mag ik me zelf toch niet geven. Maar het is dwaas zoiets te veronderstellen, ik weet zelf het beste hoe ik er voor sta. Verkoop het huis, dan kan ik tenminste mijn schulden betalen". Godefrieda ging hem regelmatig op zoeken, meestal nam ze het kind mee. De eerste maanden toen hij er heel naar 'aan toe was, zat ze stil aan zijn bed; later toen het stervensge vaar geweken was en hij ook sterker was geworden, praatte ze over luch tige onderwerpen en vertelde guiten streken van het kind. Een tijdlang kon ze daarmee doorgaan maar toen wilde hij praten over het gevecht in West-Brabant. Ze legde hem de hand op de mond: daar wist ze intussen alles van. Het proces tegen de bie- tenboer ad veel opschuddine-geegwt tenboer had veel opschudding teweeg gebracht, de man was zwaar gestraft. Jan Griniau lag even stil voor zich uit te kijken en zei dan: „Het is beter dat we er wel over praten, Go defrieda. Het is niet goed dat er iets is tussen ons waar we altijd over moeten zwijgen. Ik zal half invalide verder moeten leven en hoe zal het die man gaan als hij uit de gevange nis komt. Zijn leven is ook kapot ik vind het voor hem even erg als voor mij. Waarom hebben ze hem opge sloten? Als een dolle is hij te keer gegaan met zijn bietenmes, maar had hij het recht niet om zich te wreken? Ik geloof dat ik in zijn geval gedood zou hebben. Nu zit hij vast omdat hij in blinde woede het recht in ei gen hand heeft genomen. Zijn vrouw is in de boerderij, eenzaam en door iedereen verstoten. Straks komt hij terug, maar wordt het nog ooit goed tussen hen? Hun twee kinderen, die nu nog zonder zorg spelen, zullen ooit weten dat hun moeder zich misdragen heeft en dat hun vader wegens man slag in de gevangenis heeft gezeten. Zo zal het oog met Frieda gaan". Zijn woorden sneden Godefrieda door de ziel het was afschuwelijk. Ook zij had vaak gedacht aan die stroeve bietenboer en zijn lichtzinnige vrouw. Hoe was zij er toe gekomen om zich te geven aan een ander? „De drank,, zei ze zachtjes. ,,Ik heb je zo dik wijls gewaarschuwd". ,,Het was niet de drank alleen, Godefrieda. De drank was bijkomstig. Andere man nen dronken veel meer dan ik tij dens de kermis Ze raakten er door in opwinding, dan werden ze heel vrolijk of ze gingen aan het vechten. Als de roes was uitgeslapen schaam den zij zich dood. Bij weinigen was de lust diep ingekankerd zoals bij mij". ,,Ik heb nooit begrepen wat voor plezier je er in vond steeds op nieuw naar de kermis te gaan", zei Godefrieda. „In het voorjaar werd je al onrustig". Hij wachtte even eer hij ant woordde: „Ik ben opgevoed als een burger tussen mensen van het land. Vanaf mijn vroege jeugd heb ik geleefd in twee werelden dat is altijd zo gebleven. Mijn opleiding was gericht op een ambtelijke func tie, gemeentesecretaris of iets derge lijks; dat was bij ons thuis normaal. Maar daar had ik geen zin in en ik heb alles gedaan om daar onder uit te komen. Mijn ouders hebben heel wat met me te stellen gehad ik was een nare jongen, die nooit in het ga reel wilde lopen. Misschien komt dat omdat ik ben opgegroeid ir een oude grafelijke heerlijkheid, waar de drang naar vrijheid groter is dan op het platteland. Tot mijn twintigste jaar ben ik in Megen gebleven ik heb er van alles gedaan, maar nooit iets geregelds. Toen was 't de hoogste tijd dat ik vertrok, ik had me er on mogelijk gemaakt. Het werkt nu nog na, dat heb je zelf ondervonden toen wij er zijn geweest met de brik. Ik voelde me altijd sterk tot 't boeren volk aangetrokken, vooral om hun ar moede had ik met hen te doen. Mijn hoofd zat vol plannen, waar niets van terecht is gekomen. Ik ben gaan zwerven door heel Brabant en nog verder. In het begin voerde ik niet veel uit en ik had dan ook maar een schrale boterham Later heb ik ingezien dat het zo niet door kon gaan. toen heb ik wat meer orde in mijn leven gebracht. Tien jaar ge leden heb ik de hoeve in Cromvoirt gekocht. Het was er ongelooflijk rus tig; dat had ik nodig, een rustig huis aan het eind van een rumoerige dag. Ik leefde te midden van doodarme zandboeren, ik kon er goed mee op schieten, maar ik heb me er nooit mee vereenzelvigd. Je zegt dat je nooit hebt begrepen wat ik er aan vond steeds weer naar de kermis te gaan Dat heb ik zelf ook nooit be grepen, want er is niet zoveel aan. Druk grof plezier veel lawaai en ge schetter, drank, en een vrijer verkeer tussen mannen en vrouwen; dat vooral zal me aangetrokken hebben. De kermis is het enige plezier van de mensen op het platteland. Altijd werken het hele jaar door met geen andere ontspanning dan zondags een uurtje kaarten of boogschieten in de herberg. Het is te begrijpen dat de mensen verlangen naar de kermis, de paar dagen ieder jaar dat ze uit de band kunnen springen. Dat is in jullie dorp toch ook zo Godefrieda. Maar ik was niet gebonden aan een bepaald dorp, dat zou ik niet gewild hebben. Heel Brabant was mijn ker misterrein, de steden en dorpen. Aan vankelijk ging ik erheen uit verveling en omdat ik vrij was om te gaan en te staan waar ik wilde; ik deed het ook uit nieuwsgierigheid en behaag zucht. Tijdens de kermisdagen ruiken 3e boerenmeisjes niet naar hooi en mest en dan slaan ze de sluier van zedigheid een stukje terug. Dat was een sterke prikkel". Hij wachtte even en ging dan verder met zachte ver drietige stem: „Dit is niet alles, Go defrieda. Dat leven beviel me wel en toch voelde ik dat het zo niet al tijd kon blijven doorgaan. Het zou niet gemakkelijk zijn daar verande ring in aan te brengen, ik had me nooit aan een meisje willen binden. Met veel aardige meisjes had ik ge danst. In een zwoele kermistent vol klatergoud was dat wel aardig maar het was een romantiek die onderweg naar huis al vervluchtigde. Toch wist ik wel wat ik wilde als het nog ooit zover zou komen. Toen ik op die kou de wintermorgen op de Bossche markt wortelen en knollen bij je kocht, was dat niet de eerste keer dat ik je zag. Verscheidene keren had ik daar al gestaan, ik had je nooit durven aanspreken. Jij was een ander type dan de meisjes, die na de In het Technische Museum te Wenen, is een dezer dagen een tentoonstelling geopend, die gewijd is aan de uitvinder van de schrijfmachine, de Zuidtiroler Peter Mittenhofer uit Partschins. Hon derd jaar geleden mechaniseerde hij als eerste het schrijfproces. Wie was die Peter Mittenhofer eigen lijk? Een bekwaam timmerman en meu belmaker. zoon van een ambachtsman. Een man met een meer dan goed stel hersens, met een enorm technisch in zicht; met een verziende blik. zijn tijd tientallen jaren vooruit, kortom een ge nie. Tijdens zijn hele leven heeft Mitten hofer een voorkeur voor het buitenge wone, maar geniale, gehad. Men noem de hem soms en dit ene voorbeeld kan voor vele anderen gelden „schouw burgdirecteur" in het klein. Als impro visator, dichter, zanger, buikspreker, gi tarist. toneelspeler gaf hij soms hele voorstellingen. De uitnodigingskaarten hiervoor ontwierp en drukte hij zelf De instrumenten knutselde hij zelf'in elkaar. Alles deed hij alleen, nooit heeft hij de hulp van anderen gevraagd of gebruikt- Voor het kabinet van de Oostenrijkse keizer verklaarde hij: „Ik kan zeggen, dat de schrijfmachine een uitvinding van mij, eenvoudige Tiroler, is en dat ik nooit iets gezien heb, wat mijn uitvin ding maar in de verste verte als voor beeld zou hebben kunnen dienen". Er is tientallen jaren naar geraden, hoe en wanneer Mittenhofer op het idee is gekomen om een schrijfmachine te maken. Het idee om „machinaal" teivoerde model is, een welkome aanwinst schrijven was 100 jaar geleden beslist voor een technische school, voor alle niet zo origineel als men tegenwoordig leergierige scholieren en een opwindend wel denkt. Met utopische ideeën, waren voorbeeld van wat de denkende en vlij- ook de zestiger jaren van de vorige eeuwltige mens kan bereiken", rijk gezegend. Maar hoeveel mensen ook met het idee van een schrijfmachine ge speeld hebben, slechts één heeft het, maar dan ineens goed, gerealiseerd. Dat moet ook keizer Franz Josef I van Oostenrijk gevoeld hebben, toen hij op de rand van een rapport over de uitvinding van Mittenhofer schreef: „f 200,- Franz Josef". In dit rapport had een chef de bureau, ridder Adolf von Braun, voorgesteld om deze uitvinder ..als blijk van erkentelijkheid voor zijn moeizaam en onverdroten streven" een beloning te geven. Toen Mittenhofer in 1869 zijn laatste model voor een schrijfmachine klaar had waarin hij de systematiek van de mo derne schrijfmachine tot in de kleinste en fijnste details had uitgewerkt, en dit model in Wenen te koop aanbood, be krachtigde de keizer weer zelf de koop. Nu schreef hij niets anders dan „Ja", Mittenhofer kreeg er f150,- voor. Wat deze uitvinder al voor zijn tijd betekende, laat de slotzin van een amb telijke brief van 3 januari 1870 zien: in ieder geval is dat wat deze eenvou dige en van alle vooropleidingen ge speende Tiroler, door juiste combinatie en een verbazingwekkend uithoudings vermogen bereikt heeft, prijzenswaardig. Het in al zijn details voorbeeldig uitge- danstent wel een uurtje door het f donker willen dwalen. En jij zag er zo piepjong uit. Je was nog een kind en wat moest ik daar mee beginnen? Jij maakte wel grote indruk op me, jij was het eerste meisje in mijn le- ven waar ik, soms tegen wil en dank voortdurend aan moest denken. Ik raakte van jou bezeten er ik wilde alles van je weten. Toen ik bij je kwam wist ik alles van je af en toen ik met je gepraat had, stond ik in vuur en vlam. Het was een wonder lijke beleving, nog nooit had ik echt van een meisje gehouden. Ik zal al tijd van je blijven houden, ook als je me zult verstoten, wat ik je niet kwalijk zou nemen. Ik heb geruime tijd gewacht eer ik me weer heb la ten zien die keer toen ik de Dom mel ben overgegleden. Het was ei genlijk een nare streek om je uit de weitas een fazant aan te bieden, die je niet mocht weigeren. Toen ik later naar de Dommelhoeve ben gekomen met het voorstel van de baron om de hoeve te kopen, heeft je moeder me toegefluisterd dat ik tegen je vader niet over de fazant mocht, praten. Wat is er mee gebeurd?" „Moeder was bang dat vader er boos om zou wor den. Ik heb de vogel bij de pastoor gebracht". ^ven zag ze een flauwe glim lach op zijn gezicht, dan ging hij weer verder: „In die nacht ben ik bij een ander meisje geweest terwijl ik hunkerde naar jou. Het was afschuwelijk, ik walgde van mezelf toen ik op de brug in de stijgbeu gels ging staan om het dak van de Dommelhoeve beter te kunnen zien. Wekenlang ben ik er door van streek geweest en toen heb ik mezelf be proefd. Die zomer ben ik maar een keer naar de kermis gegaan in de stad: ik heb me niet bedronken, ik heb niet gedanst en ik heb niet naar meisjes omgekeken. Heel typisch was dat ik niets heb gemist. Was het dan niets anders dan romantische kermisspielerie geweest? Zelfbedrog? Dat dacht ik en ik dacht ook dat ik dan nergens meer bang voor hoefde zijn. Toen ben ik teruggekomen en we zijn getrouwd. Een heerlijke tijd kwam er toen met het liefste wezen dat er voor mij op aarde is. Waar om ben ik daar niet tevreden mee geweest? Waarom kon ik, evenals in dat jaar van zelfbeproeving geen weevstand bieden aan het gelok van de kermis? Omdat de ondeugd in mij is, al vanaf mijn vroegste jaren". Weer wachtte hij even en zei dan met trillende stem: „Dit alles moest gezegd worden, Godefrieda. Ik heb mijn leven vernield en het jouwe en ook van die man en die vrouw in West-Brabant. Ik heb niet meer het gevoel, dat ik op dit bed zal sterven, maar ik maak me ook geen illusies voor de toekomst: ik heb begrepen wat de dokter heeft bedoeld toen hij zei dat ik met enig ongemak in mijn verder leven rekening moet houden. Godefriedus en Marjan zullen ook mij wel onderdak geven in de Dommel hoeve, ze zijn goed tot ir de grond. Daar zal ik dan genadebrood eten, zeker nog geruime tijd. Dat hoéft niet, Godefrieda, genadebrood kan ik overal krijgen en het smaakt overal even bitter. Jij moet beslissen of je met. mij nog verder kunt leven. Ik zou het verschrikkelijk vinden als je me zou verstoten, jij bent de enige op de wereld aan wie ik me nog vast kan klampen. Maar ik heb al gezegd dat ik het je niet kwalijk zal nemen als je het zou doen". Hij hield op met praten en even was het aangrijpend stil. Toen boog zij zich naar hem toe, haar tranen drupten op zijn gezicht toen ze hem kuste. „Ik zal je niet verstoten", snikte ze schor. „We moeten bidden. Jan. Ik dank de Lieve Heer dat Hij jou het leven heeft gelaten". NEW YORK Het 7000 ton metende Amerikaanse vrachtschip „Smith Voya ger" is tijdens een vliegende storm in de Atlantische Oceaan vergaan. Het schip, dat geladen was met 10.200 ton graan, maakte 40 tot 50 graden slagzij, toen de bemanning in de reddingsboten ging. Alleen de kapitein en een stuur man bleven aan boord. Vier opvarenden verdronken in de woedende golven. Twee matrozen wor den nog vermist. De andere 34 bemanningsleden werden opgepikt door een Duits vrachtschip. Zo zag de eerste (houten I schrijfmachine van Mitten hofer er uit

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 11