MENSEN IN PLAGGENHUTTEN
ituur
Turfsteker toont
met museum het
trieste leven van
MOHIKAAN
BOELENS
medici
Jamie
ïn revoluties
GELD
BEHEER
TE LAAT
BIZAR
WAARHEID
Liturgische kalender
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 DECEMBER 1964
honderden generaties
sdroora wa$ tot werke-
nkelijke waarheid weet
k door Johan Winkler
uitgegeven bij Broek-
is N.V. te Amsterdam.
Florence heeft ook een
:hiedenis gekend in de
het geslacht der Medici
Ferdinand Schevill zet ze
in deze paperback van
is een kleurrijk verhaal
>bloei der kunsten, van
i verraad, met glorieuze
trekken. Heel de West-
iedenis van de Renais-
>ij betrokken. Nog zit er
k in de namen Cosimo,
Ook zien we de pausen
en Clemens de Zevende
taak bleven in dit tijds-
chrijver heeft kennelijk
)bjectiviteit, al is er na-
ats voor andere aandui-
en en daden. Voor lief-
eschiedenis een interes
vertaalster heeft geen
iet het begrip consecra-
heeft over het bedienen
hostie.
erhaal boeit, mede door
menselijke kanten van de
zo treffend naar voren
r goed deel van de Fon-
kaan Jack Bennet heeft
de doodgewone jongen
zijn ouders op een farm
>vincie woont met gevoel
benaderd en zijn opwin-
;n met de kleine Kaffer-
>eiend verteld als het wel
boerderij. Een fris boek,
ne-reeks van de Spaarne-
:udium Generale van de
;iteit zijn in het begin van
il bekende en belangrijke
de wereldgeschiedenis in
voordrachten behandeld,
lezingen zijn thans opge-
paperback van de uitge-
2 Bussy. Daaraan is toe
verhandeling over de A-
wolutie van de hand van
Tordholt, terwijl prof. dr.
de Nederlandse revolutie
de Engelse revolutie van
eedde. Een algemene slot
ver het revolutieverschijn-
zijn hand. Professor Geyl
>ordrachten de Franse ré-
:ijn rekening, dr. Dittrich
revolutie, prof. Logemann
ie revolutie en prof. Zuer-
?se revolutie. Het zijn be>
uwingen die niet ten doel
ng van deze revoluties te
i die ze slechs wil type-
ïteressante stof, zeker ge-
nsporing om zich verder
vaardig historieverschijn-
cn. Daartoe zijn de lijstjes
teratuur over de behandel-
2n zeer nuttig.
t
geboren, een allerliefste i
wart krulhaar evenals v
hoopte Godefrieda dat
l nu helemaal goed zou
het begin leek het daar
j was stapelgek op het
iel heel anders uit. Het
naar aan huis, met de
e brik was het voorlopig
at speet haar wel, maar
berusten; met de mooie
vas ze tevreden. Jan Gri-
:h er veel moeilijker in
het eerste levensjaar van
het nog redelijk goed,
ook toen al vaker weg
ar geboorte. Daarna liep
1 mis. Voor Godefrieda
ellendig verdrietige tijd.
chuwelijk te moeten sa
lt een man die haar ver-
ui die haar nu verwaar-
t hij niets van zijn vrij-
jsgeven. Ze leefde voort-
ïgst en onrust, altijd had
•el dat er op een keer
rikkelijks zou gebeuren.
Ie ramp kwam en ver
sloeg gebeurde dat heel
ze ooit had verwacht.
Ie avond in augustus, een
?n na de dei'de verjaar-
ieda, kwam de pastoor
itig waarschuwen, dat ze
ar Breda moest gaan
riniau in het ziekenhuis
gevecht in een dorp in
t was hij zwaar gewond.
I niet bij kennis en ze
maar even zien. „Uw
jeroerd aan toe", zei de
moet er rekening mee
het lang zal duren eer
is". Later hoorde ze dat i
woedende jonge boer in
gestoken en dat het merg
t. Op de Dommelhoeve
laar verdriet uit. Hij kon
;n naar de kermissen te
dronk hij veel en toen
het vechten geraakt. In
it zijn de mensen vals en
Godefriedus antwoordde
t. inmiddel dat Jan Gri-
ïvochten met een jonge
die hem en zijn knappe
eterdaad had betrapt in
I zei er niets over. ,,Hoe
u verder gaan?" vroeg
weet het niet", snikte
„Kom met het kind naar
oeve", zei Marjan en Go-
ikte instemmend.
vol jaar werd Jan Gri-
•pleegd in het zieken-
Breda. Toen was hij
lemaal genezen; hij zou
Ie oude worden. Het bre
de bietenboer had het
rnstig gekwetst en daar-
iftiging gekomen die hem
id van het leven bracht,
zijn oersterk gestel was
en, dat hij er doorheen
hij zovér was dat hij
lis kon verlaten, was hij
m schaduw van de vroe-
levenslustige man; hilf
1 ruggestreng was krom-
hij was krachteloos.
door JAN VAN DE VEN
jyjidden in het Drentse landschap ligt een strook grond, waarop het
verleden in stand wordt gehouden. Plaggenhutten en bewoning
van nog miserabeler aard staan er netjes op gerangschikt. De strook
ligt even buiten het plaatsje Schoonoord ten oosten van de lijn Assen-
Beilen. Hij kreeg de naam mee van openluchtmuseum „De Zeven Mar
ken". Het museum, dit jaar voor het tiende achtereenvolgende seizoen
open, is opgericht bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van
Schoonoord door de nu 82-jarige oud-turfsteker J. Boelens. Hij heeft
tien jaar lang zijn best gedaan om de moderne mens in woord en beeld
te doordringen van de toestanden, die heersten rond het begin van deze
eeuw.
5?
Op een met plaggen omwald gedeel
te van het museum, hiermee is een
brink uitgebeeld waarop turfstekers
elkaar in de vrije tijd ontmoetten,
vertelt de stichter van „De Zeven
Marken" over zijn leven en over dat
van generaties turfstekers.
„Ik ben een rooie", begint Boelens.
Er steekt echter geen rood haar onder
zijn pet vandaan. Maar hij blijkt opge
groeid in een socialistisch milieu. De
internationale en het vaandel staan
hem als het ware in het hart gegrift.
Na deze onthulling volgt een enigszins
verward verhaal, omdat verteller van
de hak op de tak springt. Bovendien
verhaalt hij zijn leven in Drents dia
lect.
„Ik ben geboren en getogen in een
plaggenhut. Als baby ging ik al mee
naar de veenderij. Dat moest wel,
want mijn ouders waren evenals
alle anderen zo arm, dat mijn moe
der mee uit werken ging. Als er een
baby in huis was, werd deze in een
kruiwagen gelegd, met als enige be
scherming tegen regen en zon een
huifje. Met de kruiwagen trokken de
volwassenen 's morgens vroeg naar
het werk. En denk er om dat de vrou
wen net zo hard moesten werken als
de mannen. Deze hele streek, je had
hier vier grote veenderijen, is met de
hand afgestoken. Je denkt toch zeker
niet dat er toen al machines waren.
Idyllisch. Jammerlijk voor hen die
beter leven voor ogen hadden.
Van het werk in het veld werd je
natuurlijk zwart. Niemand kon zich
echter verschonen. Iedereen had maar
één stel kleren. Aan 't lijf. Je kunt je
voorstellen, dat we altijd stonken. Al
leen wanneer op een zondag het zon
netje scheen, moesten we van moeder
alles uittrekken. Zij ging dan achter
de tobbe staan om onze kleren eens
fijn te schrobben. Nadat de laatste
sokken uit het water waren, konden
we ons weer aankleden. Als we over
het natte goed klaagden, raadde moe
der ons aan in de zon te gaan spelen,
dan waren we zo droog.
In die tijd bestond nog de regeling,
jij zult er niets van weten, dat armen,
die niet in staat waren belasting te
betalen, een soldaat gedurende enkele
weken in huis moesten nemen. Wij
jongens hadden een grote hekel aan
zo'n soldaat, want hij sliep in ons bed.
Wij sliepen dan zolang onder 'in de
alkoof van vader en moeder. Moeder
legde ons 's avonds in een doos en ze
schoof de hele zaak onder bed. Welte
rusten. De andere morgen wachtten
we gelaten, totdat moeder de doos
weer onder bed vandaan trok. We
konden ons nauwelijks verroeren, laat
staan uit de doos kruipen."
Met enig leedvermaak vertelt Boe
lens, dat de soldaat, na enige weken
in hutten te hebben geleefd, niet met
verlof mocht gaan. Hij moest zich
eerst in de kazerne laten ontluizen.
„Schoolgeld kon mijn vader bijna
niet opbrengen. Ik ben dan ook niet
langer dan anderhalf jaar naar school
geweest. Leerplicht bestond niet. In
mijn schooltijd heb ik trouwens niet
veel geleerd. De meester was meestal
dronken. Ik herinner me nog dat hij
in deliriumtoestand met een fles on
der de arm het kanaal is ingestapt.
Behuizing van vee. De mens woon
de niet beter.
Hij zou verzopen zijn als mijn broer
en ik hem niet aan de haren uit het
water hadden getrokken.
Als meester zijn roes lag uit te sla
pen, kwam een luitenant van het leger
ons zoethouden. We leerden dan sol
datenliedjes."
De luitenant moet zich hebben uit
gesloofd, want het verhaal stokt en
openhartige, soldateske liedjes klinken
over de brink. Met zijn pijp slaat Boe
lens de maat.
„Er was wel een betere school, maar
daar gingen de kinderen van ouders
met geld naar toe", vertelt hij verder.
Toen had je nog echt, en nu heb je
het nog in mindere mate, dat geld bij
elkaar moest blijven. Wilden een jon
gen en een meisje trouwen, dan kwa
men de ouders bij elkaar om te zien
hoeveel geld ieder wel had.
Kort voor zo'n bezoek ging het ka
binet in de mooie kamer open en de
daarin opgeborgen gouden tientjes
kregen een goede poetsbeurt. Bleek
nu dat de ene partij een paar tientjes
meer had dan de andere, dan ging het
huwelijk niet door. De jongen of het
meisje kregen het raadzame bevel om
naar een betere partner om te zien.
Niet altijd schikten de jongelui zich
in de wil van hun ouders. Nog geen
veertig jaar geleden bonden twee ge
liefden, die niet met elkaar mochten
trouwen, zich aan elkaar vast en
sprongen het kanaal in. Zij verdron
ken.
Heden ten dage zwijgen de boeren
nog als het graf als je over dit onder
werp meer wilt weten. Zij willen, nu
de arbeider zich omhoog gevochten
heeft, niet erkennen dat de verhou
dingen vroeger zo rot waren.
De turfstekers hadden hun eigen
maatschappij. Wilden twee jonge men
sen trouwen, dan hielpen buren en
vrienden met het bouwen van een
huis. Geld voor een ruitje in het ven
ster kon er echter niet af. Maar de
veenbaas wilde niet achterblijven om
het tweetal te laten beginnen. Als te
genprestatie voor het ruitje moest het
echtpaar dan maar een dag gratis
werken. Je kunt wel nagaan, dat er
ook geen geld voor een trouwerij was.
Het liefst trouwden turfstekers over
de puthaak.
De omstandigheden hebben ons niet
meegezeten. Tegen de tijd dat van
overheidswege werd ingegrepen, was
't te laat. De overheid vond het blijk
baar toch te erg, dat wij in hutten
moesten blijven leven. De gemeenten,
natuurlijk geleid door mensen met
geld, kregen de verplichting ons in
stenen huizen onder te brengen. De
gemeentebesturen maakten zich hier
van af door te zeggen, dat het veen
bijna was afgegraven, zodat het zonde
was om nog huizen te laten zetten.
Volgens mij zeiden zij dit alleen maar
om de turfstekers de streek uit te drij
ven. Als er geen huizen kwamen, trok
het gros immers vanzelf weg.
Geld bij geld; geen geld? dan inruk
ken."
De hut van een turfsteker was verre
van ruim. De bouwsels van Boelens
zijn tot op nog geen meter van de
grond van plaggehei. Dit muurtje
dient als basis voor de houten voor-
en achterkant en ook voor het dak,
dat vanaf het muurtje spits toeloopt.
Het dak is gemaakt van bijgewerkte
takken, waar overheen weer plaggen
zijn gelegd. Op één der foto's staat
een hutje half in de grond gebouwd.
De bouwer wilde daarmee 's winters
zijn huis warm houden. Het interieur
van de hutten is vrijwel gelijk. Een
tafel, enkele stoelen, soms nog een
kastje en voor de verlichting een
snotneus. Slapen deden de bewoners
in een primitieve bedstee, zelf getim
merd van ruwhouten planken. De
vloer is van aangestampte leem.
In zo'n hut woonde meestal een
kinderrijk gezin. Bovendien stalde
men er voor de melkvoorziening een
of twee geiten. De hele gemeenschap
leefde op een oppervlakte, welke naar
tegenwoordige begrippen de omvang
heeft van een flinke woonkamer.
„Nu moet je niet denken, dat wij
zomaar hutten konden bouwen. Aan
plaggen viel wel te komen, maar voor
de bouw was ook hout nodig. Dit sta
len we. Hoe brutaler iemand was des
Nu vraag je je waarschijnlijk af,
waarom ik deze hutten heb gebouwd.
Wel, tijdens de feestelijkheden rond
het 100-jarig bestaan van Schoonoord,
vroeg de burgemeester mij om oud-
Schoonoord voor het nageslacht weer
op te bouwen. Da's best burgemeester
heb ik toen gezegd, want het was een
goed idee. Niemand beseft meer onder
wat voor bizarre omstandigheden wij
geleefd hebben. En ik ben een van de
laatsten, die zich die tijd nog kan her
inneren, maar vooral ook een der wei
nigen, die weet hoe een hut er van
binnen en van buiten uitzag. Daar
komt nog bij dat de boeren uit deze
streek zeker niet meewerken aan de
instandhouding van het verleden.
De vier door de camera ge
ziene hoekjes van het museum
geven een aardig beeld van De
Zeven Marken. Het openlucht
museum heeft net als andere
musea een sfeer uit het ver
leden, die romantisch aandoet.
De mensen zijn gewoon om dan
te praten over „die goeie ouwe
tijd". Hoe goed die ouwe tijd
wel was vertelde een 82-jarige
turfsteker, die geen historische
prenten nodig had om bouwer
te worden van het museum.
De 82-jarige vertelde ook, dat
hij „zijn" museum nog verder
wil uitbouwen. Hij is er name
lijk van overtuigd, dat de toe
rist op De Zeven Marken nog
meer moet kunnen zien om een
gedegen indruk van het ver
leden te krijgen. De bejaarde
heeft plannen voor volgend
jaar en voor het jaar daarop
De uitwerking van die"plannen
heeft hij in grote lijnen zelf in
handen. Met het groter worden
van het museum moest hij
echter hulp inroepen van ande
ren. Deze hulp heeft hij ge
kregen van de gemeente, die
graag werklieden afstond om
het verleden van de streek in
verstilde glorie te laten her
rijzen.
Een stukje Drents landschap van
weleer. Getransformeerd om de
mens van vandaag te gerieven.
leder dorp had z'n eigen kudde
schapen. Deze (Drentse) schapen
zijn van Duits ras.
As
s.
vergadering. Gelukkig heb ik hele
maal geen behoefte aan vergaderin
gen. Ik erger me dood. Neem nou bij
voorbeeld het openluchttheater, dat
achter in het museum moest komen.
Handenvol geld heeft dat ding gekost.
De eerste opvoeringen trokken aardig
wat publiek. De kosten kwamen er al
uit. Wat doet het bestuur? Feestvie
ren. Resultaat? Geld tekort.
Om het gesprek op de brink, welke
is voorzien van uiterst primitieve
banken, aan de gezellige kant te hou
den grijpen we terug op het verle
den.
Hoe wij ons in de vrije tijd ver
maakten? Wel, we gingen bij elkaar
zitten en de oudste begon te vertel
len. Toen had je immers geen teevee
of radio. Je moest elkaar wel bezig
houden. We zaten met z'n allen om
tafel. Wij jongeren, onze vader en de
vader van onze vader. Zo hoorden we
als jongens gebeurtenissen, welke zich
ver voor onze tijd afspeelden. Ik
kan tot in de bizonderheden over mijn
eigen tachtig jaar vertellen, maar ook
nog eens minstens over tachtig jaar
daarvoor. Als bewijs daarvan spuit
Boelens een serie verhalen, welke uit
de tijd van Napoleon moeten zijn ge
licht.
Met moeite kunnen we ons onttrekt
ken aan de op dreef gekomen Boelens.
Aan zijn spraakwaterval te horen
heeft hij nog stof voor dagen. Tot slot
zegt hij nog: „Het is jammer dat ik
niet kan schrijven, nou ja alleen mijn
eigen naam dan, anders schreef ik be
slist een boek".
Na zo'n uiteenzetting heeft een tocht
door het afgegraven veen, dat nu ge
cultiveerde landbouwgrond is en
waarop kapitale boerderijen zijn ge
bouwd, veel meer diepte. Bouwvor
men vertellen nu hun geschiedenis. In
de omgeving van het museum staan
nog wel degelijk representanten van
het verleden. De plaggen zijn echter
vervangen door stenen.
De kleine woningen zijn deels ver*
laten door de laatste bewoners. Wach
tend op de toerist, die er een roman
tisch zomerhuisje in ziet. Of wachtend
tot het klimaat een eind maakt aan
hun bestaan.
te beter kon hij zijn huis maken. Niet
iedereen was brutaal. De mensen die
in zo'n huis woonden, hij wijst hierbij
op een varkenskot dat in de catalogus
van het museum als geitenstal staat
aangegeven, durfden niets. Zij behiel
pen zich met wat de anderen als afval
weggooiden.
In dat hokje leefden man, vrouw en
twee kinderen. De kinderen zijn dooi
de overheid weggehaald. Zij "teerden
gewoon weg aan allerlei ziekten. De
man en de vrouw volgden later. Bei
den waren zwaar ziek. Een boer heeft
zich over hen ontfermd.
Om het verhaal even te onderbre
ken vragen wij hem, ter gelegenheid
waarvan hij een onderscheiding heeft
gekregen. Op zijn versleten colbertje
hangt namelijk een draagmedaille.
Trots als een pauw vertelt hij, dat
de koningin hem voor het werk aan
het museum heeft onderscheiden.
De bouwer van De Zeven Marken:
ex-turfsteker J. Boelens (82).
Ik vroeg de burgemeester toen om
wat geld. Om te beginnen kreeg ik
driehonderd gulden. De houtvester
van hierachter, hij prikt een duim
over de schouder in de richting van
het bos achter het museum, wilde mij
wel wat afvalhout geven. Daarmee
kon ik de eerste hutten bouwen. De
eerste pret was echter spoedig ver
dwenen. Enkelen uit het dorp meen
den zich met „mijn" museum te moe
ten bemoeien. Zij kregen hun zin. Er
kwam een bestuur, dat zich met het
beheer van het museum moest belas
ten.
Met tegenzin wachtte ik op de eer
ste activiteiten van dat bestuur. Mijn
voorgevoel bleek niet ongegrond,
want al spoedig bemoeiden de leden
zich met de bouw van de hutten. Een
plnggenmuurtje moest plaats maken
voir een stenen: zo'n dak van plaggen
past toch eigenlijk niet in het verle
den van de streek, nee, je moet er
maar pannen opleggen. Zo kan ik nog
wel even doorgaan. Maar zo krijgen
hun zin zomaar niet. Met kleine ver
anderingen kan ik nog wel meegaan.
Je moet tenslotte niet altijd mensen
tegen je in het harnas jagen. Zodra ik
vind dat er te gekke dingen gebeuren,
drijf ik mijn zin door.
r*t bestuur heeft een hekel aan mij,
omdat ik de waarheid nastreef. Het
nodigt mij niet eens meer uit voor een
TWEE IN EEN-PUZZEL
Twee in één, ofwel tweelingpuzzels,
dat is de puzzel die we deze keer aan
onze puzzelliefhebbers voorzetten. Voor
hen die nog nooit een dergelijke puzzel
oplosten, geven we hierbij enkele aan
wijzingen.
De tweelingpuzzel bestaat uit een in
twee volkomen gelijke delen verdeeld
diagram, waarvan elk deel weer op
zich een geheel aparte puzzel vormt.
De moeilijkheid zit in de manier van
omschrijven, want onder bijvoorbeeld
2 horizontaal vindt u: belegering, hoofd
deksel. Dat zijn twee omschrijvingen
en nu is het maar de vraag of het een
links en het ander rechts, dan wel het
ander links en het een rechts behoort!
Datzelfde treft men bij alle opgaven,
zowel horizontaal als verticaal. Op die
manier wordt het een hele uitzoekerij.
Veel succes ermee!
Omschrijving
Horizontaal: 2 belegering, hoofddek
sel; 7 gewicht, godsdienst; 9 meisjes
naam, toespraak; 10 bid (Lat.), hou
ding; 12 knoeien, familielid; 14 elektrisch
geladen deeltje; aanzien: 16 persbureau;
zijriver van de Donau;17 water in Bra
bant, Engels voorzetsel; 19 nobele
kaartenverzameling; 20 verlaagde toon,
stofmaat; 22 bestaat, pers. voornaam
woord; 23 verlichtingsartikel, deelteken;
25 maanstand, vogelprodukt; 26 bewijs-
briefje, boom; 27 sociaal-economische
raad, dwaas; 29 edelman, vaartuig; 32
tijdperk, meisjesnaam; 33 niet lang,
steen afval; 36 beval, pers. voornaam
woord: 37 leerling (Fr.), bloem.
Verticaal: 1 soort hagedis, deel v.e.
geweer; 3 bijwoord, reeds; 4 oorzaak,
weermacht; 5 jongensnaam, voegwoord;
6 dwaas, soort kraan; 8 rivier (Spaans)
omroepvereniging; 11 strijdperk schone;
13 dag van de week. maand; '15 werp-
stnk, handvat; 17 klein plantje liefko
zing; 18 zout water, jongensnaam; 21
het heilige Roomse rijk, vernis; 24 slag
ader, Russische jongensnaam; 27 geen
enkele maal, glazen uitbouw; 28 kruis
boog in de bouwkunde, gewas; 30 bar,
boom; 31 familielid, in orde; 34 Eng.
pers. voornaamwoord, geogr. aandui
ding: 35 televisie, deel v.e. Franse ont
kenning.
Oplossing
Horizontaal 1 slip, 4 pa, 6 karin, 10 gok
11 reiger, 14 aden 16 ro 17 dom, 18
at, 19 aa, 20 ko, 21 isar, 23 ie. 25 aga-
me 28 doorlopen, 30 vos, 32 es, 34 om, 35
zaad, 37 compenseren, 42 eg, 44 aha,
45 le 46 ut, 47 ate, 48 !o 49 sollicitant,
53 olie, 55 er, 56 el, 58 vla, 59 galste
nen 63 steel, 65 or 66 naad, 68 rd, 70 on,
71 is, 73 opa, 75 te, 76 koen 78 egoist,
80 man, 81 regel, 82 pa, 83 tulp.
Verticaal: 1 soos 2 lk, 3 pro, 4 pi, 5
aga, 6 kr, 7 raam. 8 id, 9 nek, 10 grime,
12 emir, 13 etappe, 15 nors 17 droom.
19 aanzetten. 22 ad, 24 elan 26 ge, 27
eva, 29 omploegen 31 odette.' 33 school,
36 an, 38 o a. 39 cel. 40 sri. 41 rui 43
ge, 44 al, 47 an 49 si. 50 lollig 51 cito,
52 arena, 54 las 57 lijden, 58 vork, 60
ae 61 eros, 62 na 64 tong, 67 atap 69
dor, 72 sop, 74 ptt 77 ee 78 el, 79' ia,
80 ml
ZONDAG 20 december Vierde zondag
van de Advent. Paars. Mis: Rorate.
Geen Gloria. Credo. Prefatie van de
H, Drievuldigheid,
MAANDAG 2i december. H. Thomas.
Rood. Tweede gebed Excita uit de Mis
van zondag. Credo. Prefatie van de
Apostelen.
DINSDAG 22 december. Mis van de
vierde zondag van de Advent: Rorate.
Paars
vierde zondag van de Advent: Rorate.
WOENSDAG 23 december. Mis van de
Paars.
DONDERDAG 24 december. Vigilie van
Kerstmis. Paars.
VRIJDAG 25 december. Hoogfeest van
Kerstmis. Wit- Nachtmis: Dominus.
Dageraadsmis: Lux. Tweede gebed H.
Anastasia. Dagmis: Puer, zonder laat
ste evangelie. Credo Prefatie en com-
municantes van Kerstmis.
ZATERDAG 26 december. H. Stephanuf
eerste martelaar. Rood. Mis: Sederunt
Tweede gebed octaaf Kerstmis (uit de
dagmis). Credo. Prefatie enz.
Kerstmis.
van