MENSEN IN PLAGGENHUTTEN ituur Turfsteker toont met museum het trieste leven van MOHIKAAN BOELENS medici Jamie ïn revoluties GELD BEHEER TE LAAT BIZAR WAARHEID Liturgische kalender DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 DECEMBER 1964 honderden generaties sdroora wa$ tot werke- nkelijke waarheid weet k door Johan Winkler uitgegeven bij Broek- is N.V. te Amsterdam. Florence heeft ook een :hiedenis gekend in de het geslacht der Medici Ferdinand Schevill zet ze in deze paperback van is een kleurrijk verhaal >bloei der kunsten, van i verraad, met glorieuze trekken. Heel de West- iedenis van de Renais- >ij betrokken. Nog zit er k in de namen Cosimo, Ook zien we de pausen en Clemens de Zevende taak bleven in dit tijds- chrijver heeft kennelijk )bjectiviteit, al is er na- ats voor andere aandui- en en daden. Voor lief- eschiedenis een interes vertaalster heeft geen iet het begrip consecra- heeft over het bedienen hostie. erhaal boeit, mede door menselijke kanten van de zo treffend naar voren r goed deel van de Fon- kaan Jack Bennet heeft de doodgewone jongen zijn ouders op een farm >vincie woont met gevoel benaderd en zijn opwin- ;n met de kleine Kaffer- >eiend verteld als het wel boerderij. Een fris boek, ne-reeks van de Spaarne- :udium Generale van de ;iteit zijn in het begin van il bekende en belangrijke de wereldgeschiedenis in voordrachten behandeld, lezingen zijn thans opge- paperback van de uitge- 2 Bussy. Daaraan is toe verhandeling over de A- wolutie van de hand van Tordholt, terwijl prof. dr. de Nederlandse revolutie de Engelse revolutie van eedde. Een algemene slot ver het revolutieverschijn- zijn hand. Professor Geyl >ordrachten de Franse ré- :ijn rekening, dr. Dittrich revolutie, prof. Logemann ie revolutie en prof. Zuer- ?se revolutie. Het zijn be> uwingen die niet ten doel ng van deze revoluties te i die ze slechs wil type- ïteressante stof, zeker ge- nsporing om zich verder vaardig historieverschijn- cn. Daartoe zijn de lijstjes teratuur over de behandel- 2n zeer nuttig. t geboren, een allerliefste i wart krulhaar evenals v hoopte Godefrieda dat l nu helemaal goed zou het begin leek het daar j was stapelgek op het iel heel anders uit. Het naar aan huis, met de e brik was het voorlopig at speet haar wel, maar berusten; met de mooie vas ze tevreden. Jan Gri- :h er veel moeilijker in het eerste levensjaar van het nog redelijk goed, ook toen al vaker weg ar geboorte. Daarna liep 1 mis. Voor Godefrieda ellendig verdrietige tijd. chuwelijk te moeten sa lt een man die haar ver- ui die haar nu verwaar- t hij niets van zijn vrij- jsgeven. Ze leefde voort- ïgst en onrust, altijd had •el dat er op een keer rikkelijks zou gebeuren. Ie ramp kwam en ver sloeg gebeurde dat heel ze ooit had verwacht. Ie avond in augustus, een ?n na de dei'de verjaar- ieda, kwam de pastoor itig waarschuwen, dat ze ar Breda moest gaan riniau in het ziekenhuis gevecht in een dorp in t was hij zwaar gewond. I niet bij kennis en ze maar even zien. „Uw jeroerd aan toe", zei de moet er rekening mee het lang zal duren eer is". Later hoorde ze dat i woedende jonge boer in gestoken en dat het merg t. Op de Dommelhoeve laar verdriet uit. Hij kon ;n naar de kermissen te dronk hij veel en toen het vechten geraakt. In it zijn de mensen vals en Godefriedus antwoordde t. inmiddel dat Jan Gri- ïvochten met een jonge die hem en zijn knappe eterdaad had betrapt in I zei er niets over. ,,Hoe u verder gaan?" vroeg weet het niet", snikte „Kom met het kind naar oeve", zei Marjan en Go- ikte instemmend. vol jaar werd Jan Gri- •pleegd in het zieken- Breda. Toen was hij lemaal genezen; hij zou Ie oude worden. Het bre de bietenboer had het rnstig gekwetst en daar- iftiging gekomen die hem id van het leven bracht, zijn oersterk gestel was en, dat hij er doorheen hij zovér was dat hij lis kon verlaten, was hij m schaduw van de vroe- levenslustige man; hilf 1 ruggestreng was krom- hij was krachteloos. door JAN VAN DE VEN jyjidden in het Drentse landschap ligt een strook grond, waarop het verleden in stand wordt gehouden. Plaggenhutten en bewoning van nog miserabeler aard staan er netjes op gerangschikt. De strook ligt even buiten het plaatsje Schoonoord ten oosten van de lijn Assen- Beilen. Hij kreeg de naam mee van openluchtmuseum „De Zeven Mar ken". Het museum, dit jaar voor het tiende achtereenvolgende seizoen open, is opgericht bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Schoonoord door de nu 82-jarige oud-turfsteker J. Boelens. Hij heeft tien jaar lang zijn best gedaan om de moderne mens in woord en beeld te doordringen van de toestanden, die heersten rond het begin van deze eeuw. 5? Op een met plaggen omwald gedeel te van het museum, hiermee is een brink uitgebeeld waarop turfstekers elkaar in de vrije tijd ontmoetten, vertelt de stichter van „De Zeven Marken" over zijn leven en over dat van generaties turfstekers. „Ik ben een rooie", begint Boelens. Er steekt echter geen rood haar onder zijn pet vandaan. Maar hij blijkt opge groeid in een socialistisch milieu. De internationale en het vaandel staan hem als het ware in het hart gegrift. Na deze onthulling volgt een enigszins verward verhaal, omdat verteller van de hak op de tak springt. Bovendien verhaalt hij zijn leven in Drents dia lect. „Ik ben geboren en getogen in een plaggenhut. Als baby ging ik al mee naar de veenderij. Dat moest wel, want mijn ouders waren evenals alle anderen zo arm, dat mijn moe der mee uit werken ging. Als er een baby in huis was, werd deze in een kruiwagen gelegd, met als enige be scherming tegen regen en zon een huifje. Met de kruiwagen trokken de volwassenen 's morgens vroeg naar het werk. En denk er om dat de vrou wen net zo hard moesten werken als de mannen. Deze hele streek, je had hier vier grote veenderijen, is met de hand afgestoken. Je denkt toch zeker niet dat er toen al machines waren. Idyllisch. Jammerlijk voor hen die beter leven voor ogen hadden. Van het werk in het veld werd je natuurlijk zwart. Niemand kon zich echter verschonen. Iedereen had maar één stel kleren. Aan 't lijf. Je kunt je voorstellen, dat we altijd stonken. Al leen wanneer op een zondag het zon netje scheen, moesten we van moeder alles uittrekken. Zij ging dan achter de tobbe staan om onze kleren eens fijn te schrobben. Nadat de laatste sokken uit het water waren, konden we ons weer aankleden. Als we over het natte goed klaagden, raadde moe der ons aan in de zon te gaan spelen, dan waren we zo droog. In die tijd bestond nog de regeling, jij zult er niets van weten, dat armen, die niet in staat waren belasting te betalen, een soldaat gedurende enkele weken in huis moesten nemen. Wij jongens hadden een grote hekel aan zo'n soldaat, want hij sliep in ons bed. Wij sliepen dan zolang onder 'in de alkoof van vader en moeder. Moeder legde ons 's avonds in een doos en ze schoof de hele zaak onder bed. Welte rusten. De andere morgen wachtten we gelaten, totdat moeder de doos weer onder bed vandaan trok. We konden ons nauwelijks verroeren, laat staan uit de doos kruipen." Met enig leedvermaak vertelt Boe lens, dat de soldaat, na enige weken in hutten te hebben geleefd, niet met verlof mocht gaan. Hij moest zich eerst in de kazerne laten ontluizen. „Schoolgeld kon mijn vader bijna niet opbrengen. Ik ben dan ook niet langer dan anderhalf jaar naar school geweest. Leerplicht bestond niet. In mijn schooltijd heb ik trouwens niet veel geleerd. De meester was meestal dronken. Ik herinner me nog dat hij in deliriumtoestand met een fles on der de arm het kanaal is ingestapt. Behuizing van vee. De mens woon de niet beter. Hij zou verzopen zijn als mijn broer en ik hem niet aan de haren uit het water hadden getrokken. Als meester zijn roes lag uit te sla pen, kwam een luitenant van het leger ons zoethouden. We leerden dan sol datenliedjes." De luitenant moet zich hebben uit gesloofd, want het verhaal stokt en openhartige, soldateske liedjes klinken over de brink. Met zijn pijp slaat Boe lens de maat. „Er was wel een betere school, maar daar gingen de kinderen van ouders met geld naar toe", vertelt hij verder. Toen had je nog echt, en nu heb je het nog in mindere mate, dat geld bij elkaar moest blijven. Wilden een jon gen en een meisje trouwen, dan kwa men de ouders bij elkaar om te zien hoeveel geld ieder wel had. Kort voor zo'n bezoek ging het ka binet in de mooie kamer open en de daarin opgeborgen gouden tientjes kregen een goede poetsbeurt. Bleek nu dat de ene partij een paar tientjes meer had dan de andere, dan ging het huwelijk niet door. De jongen of het meisje kregen het raadzame bevel om naar een betere partner om te zien. Niet altijd schikten de jongelui zich in de wil van hun ouders. Nog geen veertig jaar geleden bonden twee ge liefden, die niet met elkaar mochten trouwen, zich aan elkaar vast en sprongen het kanaal in. Zij verdron ken. Heden ten dage zwijgen de boeren nog als het graf als je over dit onder werp meer wilt weten. Zij willen, nu de arbeider zich omhoog gevochten heeft, niet erkennen dat de verhou dingen vroeger zo rot waren. De turfstekers hadden hun eigen maatschappij. Wilden twee jonge men sen trouwen, dan hielpen buren en vrienden met het bouwen van een huis. Geld voor een ruitje in het ven ster kon er echter niet af. Maar de veenbaas wilde niet achterblijven om het tweetal te laten beginnen. Als te genprestatie voor het ruitje moest het echtpaar dan maar een dag gratis werken. Je kunt wel nagaan, dat er ook geen geld voor een trouwerij was. Het liefst trouwden turfstekers over de puthaak. De omstandigheden hebben ons niet meegezeten. Tegen de tijd dat van overheidswege werd ingegrepen, was 't te laat. De overheid vond het blijk baar toch te erg, dat wij in hutten moesten blijven leven. De gemeenten, natuurlijk geleid door mensen met geld, kregen de verplichting ons in stenen huizen onder te brengen. De gemeentebesturen maakten zich hier van af door te zeggen, dat het veen bijna was afgegraven, zodat het zonde was om nog huizen te laten zetten. Volgens mij zeiden zij dit alleen maar om de turfstekers de streek uit te drij ven. Als er geen huizen kwamen, trok het gros immers vanzelf weg. Geld bij geld; geen geld? dan inruk ken." De hut van een turfsteker was verre van ruim. De bouwsels van Boelens zijn tot op nog geen meter van de grond van plaggehei. Dit muurtje dient als basis voor de houten voor- en achterkant en ook voor het dak, dat vanaf het muurtje spits toeloopt. Het dak is gemaakt van bijgewerkte takken, waar overheen weer plaggen zijn gelegd. Op één der foto's staat een hutje half in de grond gebouwd. De bouwer wilde daarmee 's winters zijn huis warm houden. Het interieur van de hutten is vrijwel gelijk. Een tafel, enkele stoelen, soms nog een kastje en voor de verlichting een snotneus. Slapen deden de bewoners in een primitieve bedstee, zelf getim merd van ruwhouten planken. De vloer is van aangestampte leem. In zo'n hut woonde meestal een kinderrijk gezin. Bovendien stalde men er voor de melkvoorziening een of twee geiten. De hele gemeenschap leefde op een oppervlakte, welke naar tegenwoordige begrippen de omvang heeft van een flinke woonkamer. „Nu moet je niet denken, dat wij zomaar hutten konden bouwen. Aan plaggen viel wel te komen, maar voor de bouw was ook hout nodig. Dit sta len we. Hoe brutaler iemand was des Nu vraag je je waarschijnlijk af, waarom ik deze hutten heb gebouwd. Wel, tijdens de feestelijkheden rond het 100-jarig bestaan van Schoonoord, vroeg de burgemeester mij om oud- Schoonoord voor het nageslacht weer op te bouwen. Da's best burgemeester heb ik toen gezegd, want het was een goed idee. Niemand beseft meer onder wat voor bizarre omstandigheden wij geleefd hebben. En ik ben een van de laatsten, die zich die tijd nog kan her inneren, maar vooral ook een der wei nigen, die weet hoe een hut er van binnen en van buiten uitzag. Daar komt nog bij dat de boeren uit deze streek zeker niet meewerken aan de instandhouding van het verleden. De vier door de camera ge ziene hoekjes van het museum geven een aardig beeld van De Zeven Marken. Het openlucht museum heeft net als andere musea een sfeer uit het ver leden, die romantisch aandoet. De mensen zijn gewoon om dan te praten over „die goeie ouwe tijd". Hoe goed die ouwe tijd wel was vertelde een 82-jarige turfsteker, die geen historische prenten nodig had om bouwer te worden van het museum. De 82-jarige vertelde ook, dat hij „zijn" museum nog verder wil uitbouwen. Hij is er name lijk van overtuigd, dat de toe rist op De Zeven Marken nog meer moet kunnen zien om een gedegen indruk van het ver leden te krijgen. De bejaarde heeft plannen voor volgend jaar en voor het jaar daarop De uitwerking van die"plannen heeft hij in grote lijnen zelf in handen. Met het groter worden van het museum moest hij echter hulp inroepen van ande ren. Deze hulp heeft hij ge kregen van de gemeente, die graag werklieden afstond om het verleden van de streek in verstilde glorie te laten her rijzen. Een stukje Drents landschap van weleer. Getransformeerd om de mens van vandaag te gerieven. leder dorp had z'n eigen kudde schapen. Deze (Drentse) schapen zijn van Duits ras. As s. vergadering. Gelukkig heb ik hele maal geen behoefte aan vergaderin gen. Ik erger me dood. Neem nou bij voorbeeld het openluchttheater, dat achter in het museum moest komen. Handenvol geld heeft dat ding gekost. De eerste opvoeringen trokken aardig wat publiek. De kosten kwamen er al uit. Wat doet het bestuur? Feestvie ren. Resultaat? Geld tekort. Om het gesprek op de brink, welke is voorzien van uiterst primitieve banken, aan de gezellige kant te hou den grijpen we terug op het verle den. Hoe wij ons in de vrije tijd ver maakten? Wel, we gingen bij elkaar zitten en de oudste begon te vertel len. Toen had je immers geen teevee of radio. Je moest elkaar wel bezig houden. We zaten met z'n allen om tafel. Wij jongeren, onze vader en de vader van onze vader. Zo hoorden we als jongens gebeurtenissen, welke zich ver voor onze tijd afspeelden. Ik kan tot in de bizonderheden over mijn eigen tachtig jaar vertellen, maar ook nog eens minstens over tachtig jaar daarvoor. Als bewijs daarvan spuit Boelens een serie verhalen, welke uit de tijd van Napoleon moeten zijn ge licht. Met moeite kunnen we ons onttrekt ken aan de op dreef gekomen Boelens. Aan zijn spraakwaterval te horen heeft hij nog stof voor dagen. Tot slot zegt hij nog: „Het is jammer dat ik niet kan schrijven, nou ja alleen mijn eigen naam dan, anders schreef ik be slist een boek". Na zo'n uiteenzetting heeft een tocht door het afgegraven veen, dat nu ge cultiveerde landbouwgrond is en waarop kapitale boerderijen zijn ge bouwd, veel meer diepte. Bouwvor men vertellen nu hun geschiedenis. In de omgeving van het museum staan nog wel degelijk representanten van het verleden. De plaggen zijn echter vervangen door stenen. De kleine woningen zijn deels ver* laten door de laatste bewoners. Wach tend op de toerist, die er een roman tisch zomerhuisje in ziet. Of wachtend tot het klimaat een eind maakt aan hun bestaan. te beter kon hij zijn huis maken. Niet iedereen was brutaal. De mensen die in zo'n huis woonden, hij wijst hierbij op een varkenskot dat in de catalogus van het museum als geitenstal staat aangegeven, durfden niets. Zij behiel pen zich met wat de anderen als afval weggooiden. In dat hokje leefden man, vrouw en twee kinderen. De kinderen zijn dooi de overheid weggehaald. Zij "teerden gewoon weg aan allerlei ziekten. De man en de vrouw volgden later. Bei den waren zwaar ziek. Een boer heeft zich over hen ontfermd. Om het verhaal even te onderbre ken vragen wij hem, ter gelegenheid waarvan hij een onderscheiding heeft gekregen. Op zijn versleten colbertje hangt namelijk een draagmedaille. Trots als een pauw vertelt hij, dat de koningin hem voor het werk aan het museum heeft onderscheiden. De bouwer van De Zeven Marken: ex-turfsteker J. Boelens (82). Ik vroeg de burgemeester toen om wat geld. Om te beginnen kreeg ik driehonderd gulden. De houtvester van hierachter, hij prikt een duim over de schouder in de richting van het bos achter het museum, wilde mij wel wat afvalhout geven. Daarmee kon ik de eerste hutten bouwen. De eerste pret was echter spoedig ver dwenen. Enkelen uit het dorp meen den zich met „mijn" museum te moe ten bemoeien. Zij kregen hun zin. Er kwam een bestuur, dat zich met het beheer van het museum moest belas ten. Met tegenzin wachtte ik op de eer ste activiteiten van dat bestuur. Mijn voorgevoel bleek niet ongegrond, want al spoedig bemoeiden de leden zich met de bouw van de hutten. Een plnggenmuurtje moest plaats maken voir een stenen: zo'n dak van plaggen past toch eigenlijk niet in het verle den van de streek, nee, je moet er maar pannen opleggen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar zo krijgen hun zin zomaar niet. Met kleine ver anderingen kan ik nog wel meegaan. Je moet tenslotte niet altijd mensen tegen je in het harnas jagen. Zodra ik vind dat er te gekke dingen gebeuren, drijf ik mijn zin door. r*t bestuur heeft een hekel aan mij, omdat ik de waarheid nastreef. Het nodigt mij niet eens meer uit voor een TWEE IN EEN-PUZZEL Twee in één, ofwel tweelingpuzzels, dat is de puzzel die we deze keer aan onze puzzelliefhebbers voorzetten. Voor hen die nog nooit een dergelijke puzzel oplosten, geven we hierbij enkele aan wijzingen. De tweelingpuzzel bestaat uit een in twee volkomen gelijke delen verdeeld diagram, waarvan elk deel weer op zich een geheel aparte puzzel vormt. De moeilijkheid zit in de manier van omschrijven, want onder bijvoorbeeld 2 horizontaal vindt u: belegering, hoofd deksel. Dat zijn twee omschrijvingen en nu is het maar de vraag of het een links en het ander rechts, dan wel het ander links en het een rechts behoort! Datzelfde treft men bij alle opgaven, zowel horizontaal als verticaal. Op die manier wordt het een hele uitzoekerij. Veel succes ermee! Omschrijving Horizontaal: 2 belegering, hoofddek sel; 7 gewicht, godsdienst; 9 meisjes naam, toespraak; 10 bid (Lat.), hou ding; 12 knoeien, familielid; 14 elektrisch geladen deeltje; aanzien: 16 persbureau; zijriver van de Donau;17 water in Bra bant, Engels voorzetsel; 19 nobele kaartenverzameling; 20 verlaagde toon, stofmaat; 22 bestaat, pers. voornaam woord; 23 verlichtingsartikel, deelteken; 25 maanstand, vogelprodukt; 26 bewijs- briefje, boom; 27 sociaal-economische raad, dwaas; 29 edelman, vaartuig; 32 tijdperk, meisjesnaam; 33 niet lang, steen afval; 36 beval, pers. voornaam woord: 37 leerling (Fr.), bloem. Verticaal: 1 soort hagedis, deel v.e. geweer; 3 bijwoord, reeds; 4 oorzaak, weermacht; 5 jongensnaam, voegwoord; 6 dwaas, soort kraan; 8 rivier (Spaans) omroepvereniging; 11 strijdperk schone; 13 dag van de week. maand; '15 werp- stnk, handvat; 17 klein plantje liefko zing; 18 zout water, jongensnaam; 21 het heilige Roomse rijk, vernis; 24 slag ader, Russische jongensnaam; 27 geen enkele maal, glazen uitbouw; 28 kruis boog in de bouwkunde, gewas; 30 bar, boom; 31 familielid, in orde; 34 Eng. pers. voornaamwoord, geogr. aandui ding: 35 televisie, deel v.e. Franse ont kenning. Oplossing Horizontaal 1 slip, 4 pa, 6 karin, 10 gok 11 reiger, 14 aden 16 ro 17 dom, 18 at, 19 aa, 20 ko, 21 isar, 23 ie. 25 aga- me 28 doorlopen, 30 vos, 32 es, 34 om, 35 zaad, 37 compenseren, 42 eg, 44 aha, 45 le 46 ut, 47 ate, 48 !o 49 sollicitant, 53 olie, 55 er, 56 el, 58 vla, 59 galste nen 63 steel, 65 or 66 naad, 68 rd, 70 on, 71 is, 73 opa, 75 te, 76 koen 78 egoist, 80 man, 81 regel, 82 pa, 83 tulp. Verticaal: 1 soos 2 lk, 3 pro, 4 pi, 5 aga, 6 kr, 7 raam. 8 id, 9 nek, 10 grime, 12 emir, 13 etappe, 15 nors 17 droom. 19 aanzetten. 22 ad, 24 elan 26 ge, 27 eva, 29 omploegen 31 odette.' 33 school, 36 an, 38 o a. 39 cel. 40 sri. 41 rui 43 ge, 44 al, 47 an 49 si. 50 lollig 51 cito, 52 arena, 54 las 57 lijden, 58 vork, 60 ae 61 eros, 62 na 64 tong, 67 atap 69 dor, 72 sop, 74 ptt 77 ee 78 el, 79' ia, 80 ml ZONDAG 20 december Vierde zondag van de Advent. Paars. Mis: Rorate. Geen Gloria. Credo. Prefatie van de H, Drievuldigheid, MAANDAG 2i december. H. Thomas. Rood. Tweede gebed Excita uit de Mis van zondag. Credo. Prefatie van de Apostelen. DINSDAG 22 december. Mis van de vierde zondag van de Advent: Rorate. Paars vierde zondag van de Advent: Rorate. WOENSDAG 23 december. Mis van de Paars. DONDERDAG 24 december. Vigilie van Kerstmis. Paars. VRIJDAG 25 december. Hoogfeest van Kerstmis. Wit- Nachtmis: Dominus. Dageraadsmis: Lux. Tweede gebed H. Anastasia. Dagmis: Puer, zonder laat ste evangelie. Credo Prefatie en com- municantes van Kerstmis. ZATERDAG 26 december. H. Stephanuf eerste martelaar. Rood. Mis: Sederunt Tweede gebed octaaf Kerstmis (uit de dagmis). Credo. Prefatie enz. Kerstmis. van

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 9