TWINTIG JAAR GELEDEN:
Hitiers
laatste
stunt
Ardennen-offensief.
een berekend risico
of n totale misgreep
ELSEVIER
WAT IS LEVEN?
Indro Montanelli,
journalist uit hartstocht
Meester van
het portret
HET KERSTNUMMER VAN
ELSEVIERS WEEKBLAD
HEEFT DIT JAAR ALS THEMA
TOSCAANSE GEEST DOORDRENKT ZIJN WERK
17
Zwak verdedigd
Defaitisten
Uitnodiging
De aanval
Misrekening
Montgomery
EEKBLAD
Zeven geleerden leverden hun bijdrage tot een
kleurrijk geïllustreerd en diepgaand overzicht van
de huidige natuurwetenschappelijke en geestelijke
zekerheden omtrent dit eeuwige probleem.
VERKRIJGBAAR BIJ IEDERE BOEKHANDEL OF KIOSK. PRIJS: f 1.-
XVIII
DOOR
Walter Breedveld
ROLEX
heetman^
17
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 17 DECEMBER 1964
(Van een bijzondere medewerker)
In de nacht van vijftien op zestien december 1944 heerste een
beangstigende stilte aan het koude Ardennen-front tussen Monschau
in Duitsland en Echternach in Luxemburg. De 75.000 Amerikanen, die
de 100 km lange frontlijn bezetten, wisten niet dat aan de andere
zijde van hun linies een kwart miljoen Duitsers met duizend tanks en
tweeduizend kanonnen klaar stonden voor een verrassende aanval.
Van het vreselijke geweld, dat tegen hen zou losbarsten nog voor
het licht van de nieuwe dag zou aanbreken, waren de Amerikanen
onkundig. Om half zes in de morgen van de zestiende december
braakten de Duitse kanonnen een vernietigend vuur uit. En toen het
scherm van gloeiend staal eindelijk optrok, doemden in de ochtend
mist vele bataljons Duitse infanterie op, onder dekking van schrik
aanjagende Tijger- en Panter-tanks.
De slag in de Ardennen was begonnen
Het verhaal van het Ardennen-offen
sief is reeds vele malen verteld g /or
den. Overbekend is de dappere verdedi
ging van het legendarische stadje
Bastogne. Twintig jaar zijn sindsdien
verstreken en misschien kan dit histori
sche feit niet beter herdacht worden
dan met het oplichten van een tip van
de sluier die de achtergronden van het
gebeuren nog altijd ten dele aan de waar
neming onttrekt.
Van alle romantiek en heldendom ont
daan, ontdekt men dan achter de scher
men van het Ardennen-verhaal een
ontstellend gebrek aan inzicht en wer
kelijkheidszin; het welbewust aanvaar
den van enorme risico's en een schro
melijke onderschatting van de tegenstan
der. En dit komt dan allemaal neer op
het hoofd van de verantwoordelijke le
gerleiders. Frappant is het, dat bij zo
veel tekortkomingen naderhand door
hen de eigen gebreken werden geïnter
preteerd als hoekstenen van de over
winning, iets, dat tot het voorrecht van
de overwinnaars schijnt te behoren. Zo
b.v. ook generaal Eisenhower toen hij
de balans van de slag opmaakte. ..Onze
verliezen waren hoog", schrijft Eisen
hower, ,,naar schatting 77-000 man,
waarvan 8.000 doden". Niettemin laat hij
deze verliezen opwegen tegen het feit,
dat de Duitsers na de slag veel minder
tegenstand boden. In die geest schrijft
ook John Toland (De slag in de Ar
dennen) en hij gaat nog een stap ver
der door te beweren, dat deze slag een
grote overwinning voor de geallieerden
was. De Duitsers waagden zich uit hun
sterke Siegfriedlinie en boden de geal
lieerden daarmee de kans hen in open
gevechten te vernietigen. Dat was ook
het standpunt van generaal Bradley en
er valt veel voor te zeggen. Niettemin
was de Ardennen-slag één van de kri
tieke episoden uit de oorlog en een le
lijk „dubbeltje op zijn kant". Het risi
co, dat de Amerikanen daar bewust
aanvaardden en dat culmineerde in
een jammerlijke misrekening had ramp
zalige gevolgen kunnen hebben en bete
kende nu alleen al voor duizenden bur
gers een ware hel. En veldmaarschalk
Montgomery zag het kort en bondig
zo: „Wij iepen in de Ardennen een
flinke bloedneus op en de oorlog werd
met minstens zes weken verlengd."
De 7e december 1944 was generaal
Eisenhower op weg naar Maastricht
waar hij Montgomery zou ontmoeten.
Hij was in gezelschap van luitenant-
generaal Omar Bradley, commanant
van de Xlle Legergroep. Op hun rit door
de Ardennen ontging het Eisenhower
niet dat er nauwelijks iets merkbaar
was van Amerikaanse troepen in dit ge
bied. Hij wees Bradley daarop en dat
was niet de eerste keer dat beide gene
raals het thema van de Ardennen aan
sneden. Eisenhower legde nog eens ex
tra de nadruk op de dunne bezetting en
er was een ondertoon van ongerustheid
in zijn betoog. En niet ten onrechte,
want dit frontgedeelte van ruim honderd
kilometer werd bezet door het VUIe Le-
Haveloos kwamen de Duitse
soldaten uit hun stellingen toen
het offensief eenmaal was vast
gelopen.
aanval. Bradley, de man van het bere
kende risico, weigerde aan te nemen,
dat de gerapporteerde penetraties on
derdeel vormden van een grootscheeps
Duits offensief. Speelde Bradley op dat
ogenblik komedie?
Vele hooggeplaatste officieren bij
het geallieerde opperbevel, onder an
deren Eisenhowers stafchef, Bedel
Smith, waren ervan op de hoogte, dat
Bradley niets liever wilde dan een
Duits offensief. Maar hy had zelfs
geen plan klaar om de Duitse aan
val te beantwoorden. Het was Eisen
hower die de eerste maatrege
len nam en nu was het wel mogelijk
wat 'n week daarvóór niet had gekund:
divisies onttrekken aan de andere
frontsectoren. Overigens was het ook
Eisenhower die onmlddellyk de ernst
van de situatie begreep.
Vooral in het Amerikaanse kamp
had men de ontwikkeling aan het Ar
dennenoffensief of met opzet gene
geerd, of volkomen verkeerd beoordeeld
Waarom was het Bradley ontgaan, dat
al in november kersverse Volksgrena-
dierdivisies aan het front tegenover
hem waren aangekomen? En waarom
wist niemand waar het Zesde SS Pant-
(Advertentie)
gerkorps van generaal Middleton. Hier
toe behoorden drie infanteriedivisies: de
4e en 28e, die zware verliezen hadden
geleden in het Huertgenwald; en dan
nog de 9e pantserdivisie, ook zonder
gevechtservaring. Bradley wees Eisen
hower er andermaal op, dat indien de
„overall" strategie van de geallieerdne
moest worden volgehouden voortdu
rend in de aanval blijven dus het
noodzakelijk was ten noorden en ten
zuiden van de Ardennen alle beschikba
re troepen in te zetten. Met andere
woorden, aan een afdoende verdediging
met voldoende troepen van dit gebied
viel niet te denken. Bovendien, zo ver
zekerde hij Eisenhower, mochten de
Duitsers het wagen in de Ardennen een
tegenoffensief in te zetten, dan kon hij
op elk ogenblik vanuit het noorden zo
wel als uit het zuiden de Duitse flanken
aanvallen. In zijn boek „Het verhaal
van een soldaat", houdt Bradley vol,
dat het risico om de Ardennen zo zwak
te bezetten berekend was en dat de
troepen, die daardoor vrij werden ge
houden, aan andere fronten een offen
sieve taak kregen.
f 995,-
AlC-Cl TURN A
WASAUTOMAAT
Deze AEG TURNA
trommel-wasautomaat
werkt volwaardig en
vergt weinig plaats
(oppervlak 55x50 cm).
Dat betekent volledig
wascomfort ook voor
kleinbehuisden en ,,het
sprookje van iedere
dag"voor de huisvrouw
die thuis (tot liefst
5 kg) "laat" wassen,
geheel automatisch.
Wie AEG kiest krijgt 't
beste: een klasseapart!
AMSTERDAM
met de producten AEG
TELEFUNKEN OSRAM
wereldvermaard sinds
mensenheugenis
Bradley's visie was een regelrech
te uitnodiging aan de Duitsers om voor
de vierde maal in de historie in 1870,
1914, 1940 en nu dan in 1944 - de geopen
de deur van de Ardennen uit de hengsels
te lichten en massaal naar de Maas te
draven. Desondanks steunde Eisenhower
Bradley door dik en dun en nam zelfs
alle verantwoordelijkheid op zich voor
de misrekening. Het vermoeden rijst ech
ter, dat het generaal Bradley te doen
was om een Duitse aanval uit te lokken.
In een vroeger gesprek met Eisenho
wer over de Ardennen zegt hij: „Wij
hebben getracht al de Duitsers, die ons
deze herfst het leven zo zuur maken,
gevangen te nemen vóór zij zich achter
hun Siegfriedlinie terugtrekken. Het kan
alleen maar een voordeel voor ons zijn
als zij zich nu naar buiten wagen om
in open terrein te vechten". Welnu, de
enige mogelijkheid om zulk een situa
tie te forceren was, de Duitsers ergens
de gelegenheid te geven om uit te bre
ken. Zij kozen dan ook prompt de zwak
bezette Ardennen Was het inderdaad
zo, dat alle beschikbare troepen nodig
waren voor offensieve acties aan de
Roer en het Saarfront? Deze vraag kan
met „neen" beantwoord worden, want
op de dag dat de Duitsers hun offen
sief lanceerden, bevonden zich vier di
visies van het le Leger aan het front
bij Aken in reserve- Eisenhower zegt
zelf, dat op de zestiende december het
le Leger de aanval op de Roerdam-
men inzette met betrekkelijk weinig di
visies, volgens sommige bronnen maar
met één divisie. Het IXe Leger van gene
raal Simpson had de 3e december de
oevers van de Roer tegenover Linnich
bereikt en boette daardoor in aan offen
sieve kracht. Behalve dus de aanval
op de Roerdammen lagen vijftien di
visies van het le en IXe Leger aan een
zo goed als statisch front. Zou het wer
kelijk niet mogelijk geweest zijn hier
uit enkele divisies te lichten voor het
zwakke front in de Ardennen?
Een divisie was reeds voldoende ge
weest om de klassieke invalspoort, de
Losheimer Graben een breed dal
waarin weinig natuurlijke hindernis
sen voor aan aanval uit het oos
ten a.f te grendelen. Uitgerekend dit
dal lag vrijwel onbeschermd en vorm
de de grens tussen twee legerkorpsen,
de denkbaarst zwakke plek in een
frontlijn. Bovendien zou de aanval op
de Roer niet eerder beginnen dan
half januari 1945. Aan het Saarfront
lag de zaak iets anders, want daar
zou het offensief de 19e december al
beginnen. Maar ook hier kon geen di
visie worden gemist.
Bradley noch Eisenhower roerden het
onderwerp van Ardennen aan in het
bijzijn van Montgomery op de bespre
king in Maastricht. Het leek op een sa
menzwering van de beide generaals.
Ook het feit, dat Bradley b.v. geen be
langrijke voorraden had laten opslaan
in het gebied dat door hem als uiter
ste penetratie werd aangeduid bij een
Duitse aanval, spreekt voor zichzelf.
Dat de Amerikaanse legerleiders zich
veroorloofden te spelen met de gedach
te van „kwamen de Duitsers maar eens
uit hun schuilplaats", is volkomen in
tegenspraak met de werkelijke positie van
hun troepen en de bevoorrading daar
van. Op het laatst van november en
begin december bezorgde de benarde
positie van onze troepen ons \eel hoofd
brekens, vooral in Bradley's sector, al
dus Eisenhower.
En op de 16e december, terwijl de
Duitsers snel de Amerikaanse linies in
de Ardennen doorbraken, confereerden
tegen het vallen van de avond in Pa
rijs Eisenhower met zijn staf en Brad
ley over het aanvullen van de nijpen
de tekorten aan infanterie.De daarop
volgende weken zouden nog grotere aan
tallen en vooral kwalitatief goede infan
terie vragen om de Duitse doorbraak
te stoppen. Gedurende die conferentie
kwam het bericht van de Duitse tegen-
serleger einde november verbleef en nog
minder welke operationele bedoelingen
de Duitsers met dit Leger hadden? In
die periode komen de meest ernstige
berichten binnen bij de geallieerde in
lichtingendiensten over het samenbren
gen van troepen tegenover het
zwakke Ardennenfront. Bradley houdt
vast aan zijn offensieve taak aan de
Roer en de Saar, terwijl Eisenhower
hem ruggesteunt. Het door Bradley be
geerde Duitse offensief zal er komen en
iedereen bij de hogere staven die met
een somber gebaar naar de Ardennen
wijst nog de avond ervóór wordt
als een soort defaitist beschouwd.
Maar de Duitsers zijn hun opmars al
begonnen en voorlopig kan niets hen
meer stuiten.
Met de inspanning van alle krachten
probeerden de Amerikanen aan de Duit
se stormloop het hoofd te bieden. Dank
zij de moed en vastberadenheid van
de gewone soldaten wisten omsingelde
of met afsnijding bedreigde eenheden
de Duitsers zoveel op te houden, dat het
achterland de gelegenheid kreeg meer
en betere weerstand te organiseren.
Niet slechts Bastogne, maar ook de na
men van andere Belgische en Luxem
burgse stadjes en dorpen zoals Cler-
vaux, St.-Vith en Wiltz vormen mo
numenten voor de Amerikaanse soldaat,
die bij koude en gebrek, zonder ge
vechtservaring meestal, de vijand op
prachtige wijze antwoord gaf. Helaas
waren er ook veel hogere officieren die
duidelijk in paniek raakten en de indruk
gaven het berekende risico van Brad
ley maar matig te appreciëren.
Gelukkig brak de Duitse aanval als
gevolg van een gezamenlijke geallieer
de inspanning. Eind december 1944 had
den de Duitsers hun grote waagstuk in
een debacle zien veranderen, mede
doordat zij verzuimd hadden, indien de
grote aanval die hun Antwerpen moest
opleveren niet zou slagen, de kleinere
op tijd uit te voeren. Natuurlijk zou hen
dat niet van de nederlaag gered heb
ben. Maar voor de Amerikanen zou de
uitvoering van het kleinere plan een
zware klap zijn geweest.
Het kleinere plan behelsde: een Duit
se doorbraak op het Ardennenfront uit
te voeren en een krachtige rechtervleu
gel in het noorden, een doorstoot naar
Luik te laten maken. Op hetzelfde ogen
blik zou dan vanuit het Roerbrugge-
hoofd bij Susteren een aanval worden
gelanceerd in de richting van Luik via
Maastricht. De rechtervleugel van die
aanval werd daarbij gedekt door de
Maas. de linker door sterke blokkerings
eenheden. De uit deze operaties ont
stane dubbele omsingeling zou het ge
hele IXe Amerikaanse leger, twee le
gerkorpsen van het Ie Leger en de 7e
Britse tankdivisie hebben ingesloten. Dit
plan werd niet uitgevoerd ofschoon de
Duitsers in het Roerbruggehoofd sterke
infanterie en pantsereenheden hadden
geconcentreerd. In elk geval zou deze
operatie een uitvloeisel zijn geweest van
Bradley's berekend risico
Zonder Mongomery als een profeet
te willen beschouwen, kan hij toch ge
zien worden als de enige die de hele
affaire van de Ardennen, zowel tevoren,
tijdens en er na, juist heeft beoordeeld-
Montgomery was namelijk van mening,
dat het niet verstandig was om gelijk
tijdig aan de Saar en de Roer offensie
ven te ontketenen terwijl mensen en ma
teriaal (aan geallieerde zijde) zo
schaars waren. Het om die reden ver
zwakken van een zo grote frontsector
als de Ardennen, was evenmin verstan
dig. De daardoor uitgelokte tegenaanval
moest beantwoord worden en vroeg nog
meer mensen en nog meer materiaal.
Montgomery had zijn maatregelen ge
nomen; hij was de enige legerleider die
een reserve achter de hand had. Of zou
het een coïncidentie zijn dat het XXXe
korps van het He Britse leger uit het
Roerbruggehoofd was weggehaald? Of
ficieel heette het dat de drie divisies
van dit korps voor de komende strijd
in het Rijnland waren gehergroepeerd.
Maar deze strijd was in december nog
veraf. Als dekking van het tot elf ki
lometer ingekorte Britse front in het
Roerbruggehoofd de rest werd door
het IXe Amerikaanse leger overgeno
men bleef de 7e Britse pantserdivi
sie achter. In geval van nood kan im
mers altijd beter een pantserdivisie
trachten uit te breken dan een infante
riedivisie.
Precies een maand na de Duitse door
braak was de oude frontlijn hersteld.
De geallieerde troepen die erbij be
trokken waren hadden een kritieke pe
riode doorgemaakt. Evenzo de burgers
in de door de Duitsers opnieuw bezette
gebieden. In de hoogste legerleiding wa
ren ernstige spanningen ontstaan en met
name de verhouding Bradley - Montgo
mery werd bepaald vijandig. De gevol
gen bleken niet onherstelbaar. Maar
Bradley's verlangen naar een Duits of
fensief en de uitnodiging die hij hun
deed toekomen deed miljoenen mensen
de adem stokken. En al degenen die aan
Bradley's tactiek werden geofferd, heb
ben zelfs nooit geweten dat hij niet eens
een antwoord klaar had op een militai
re actie waarvan hij naderhand ver
klaarde, haar te hebben aanvaard als
een berekend risico.
(Advertentie)
(Door onze medewerker dr. K. J. Hahn)
ROME Vierhoog boven de
Piazza Navona op het mooiste plein
van Rome (sommigen zeggen: van
de wereld) vindt men een welver
zorgde flat, iets ouderwets, maar
stijlvol ingericht met overal zeer
smaakvol antiek en een schitteren
de daktuin, helemaal onder het
groen, vanwaar men de Kerk Sant'
Agnese, de obelisk van Bernini en
de onvolprezen fontein van de
Piazza Navona van dichtbij en van
boven kan zien als speelgoed voor
uitverkorenen. Hier woont één van
de meest begaafde schrijvers, ze
ker de beste journalist van Italië,
Indro Montanelli, op wiens naam
enkele historische boeken, verza
melingen van journalistieke schet
sen, wat toneelstukken en een on
eindig aantal artikelen staan. Som
mige van zijn boeken zijn al in an
dere talen vertaald. Van één is een
film gemaakt, andere boeken zijn
op komst.
Toen ze verder reden zag ze dat
sommige mensen hen met verbaas
de blik opnamen en nakeken: in hun
oogopslag was geen blij herkennen.
Dat vond ze niet prettig, ze werd er
onrustig van. Maar ze zei er niets
over. In een stille doodlopende straat
liet hij haar uitstappen. Hij pakte
haar bij de hand en ze liepen het
stadje rond over de half afgegraven
wallen. Hij wees haar waar vroeger
de stadspoorten hadden gestaan en
naar de resten van de grachten. Dan
nam hij haar mee naar de Maas de
brede rivier die in de winter zo on
stuimig woest kon zijn. Het was een
machtig gezicht voor Godefrieda. Ze
begreep nu beter dat het stadje, ach
ter muren en hoge wallen geborgen
in het open polderland, vroeger een
kleine vesting was geweest voor het
volk uit deze streek. Ze begreep ook
dat de mensen, die in zo'n besloten
gemeenschap zijn geboren en opge
groeid een andere aard hebben dan
de boeren van het platteland.
Over de Maasdijk reden ze naar
Ravenstein, een soortgelijk stadje als
Megen; het was iets groter en had
wat meer allure. In de grachten zeil
den zwanen majesteitelijk over het
rimpelloze water. Op een rustig
pleintje in het hart van de stad reed
Griniau de binnenplaats op van een
uitspanning; een rijk geschilderd uit
hangbord met sierlijk gesmede dra
gers vermeldde dat ze waren aange
komen in een hertogelijk hotel
Hij stelde het paard onder de hoe
de van een stalknecht en zei dan dat
ze hier een stukje zouden eten. Go
defrieda keek haar ogen uit toen ze
de gelagkamer een ontvangzaal
binnenkwam. Jachttaferelen uit een
hoofse riddertijd langs de hoge wan
den, het plafond was overdadig be
zaaid met gepolychromeerde stuc-cupi-
dootjes, vogels en druiventrossen. In
het midden stond een lange tafel,
daaromheen leerbeklede zetels. Er
hing een twaalfarmige koperen bal-
kroon groot genoeg voor een kleine
kerk.
Een oude dame met spierwit haar,
gekleed in een lange zwarte japon
met zilveren broche op het crème
kanten voorstuk, kwam hen tegemoet.
Met een oogopslag zag Godefrieda
dat ook zij Jan Griniau kende. Ze be
groette hen met wat terughoudende
beleefdheid maar er was nu geen
sprake van verbaasde laatdunkend
heid wat haar in Megen had gehin
derd. Toen Jan zei dat zijn vrouw
en hij graag een warme maaltijd
wilden gebruiken zag ze even een
glimp van verrassing in de ogen van
de oude dame. Even bleef haar blik
op Godefrieda rusten en dan knikt*
ze haar toe met 'n vriendelijke glim
lach.
„Ik zal voor u laten dekken in de
kleine kamer," zei ze zachtjes.
„Wilt u voor het eten nog iets drin
ken?"
„Graag een glas licht mousserende
wijn, mevrouw. We zijn dorstig van
de lange rit."
Even later zaten ze aan tafel. Het
tafellinnen had het ingeweven wapen
van de hertog, in het porselein was
het ingebrand, in het kristal was het
geëtst. Godefrieda keek haar ogen uit.
De oude dame vulde de glazen en
ging toen weg. „Deze wijn is heer
lijk fris, maar hij prikkelt een beet
je," zei Jan. „Neem een kleine slok,
dat je je niet verslikt." Hij hief zijn
glas op: „Op jouw gezondheid, lief
vrouwtje."
Haar ogen glinsterden van vreugde
en van angst. Ze nam een heel klein
slokje. „Lekker." Dan boog ze zcih
naar hem toe. „Waar heb je me
toch terecht gebracht?" fluisterde
ze. Hij glimlachte. „We hadden ook
kunnen gaan eten in het posthuis of
in een boerenherberg. Ik wou je dit
eens laten meemaken."
„Waar zijn al die vorken en mes
sen voor?"
„Kijk maar hoe ik het doe", glim
lachte hij.
De maaltijd was verrukkelijk, Gode
frieda verbaasde zich aldoor. „Is het
hier even mooi als bij Jagerslust?"
fluisterde ze.
Daar had hij haar wel eens iets
over verteld.
„Het is hier even mooi, maar an
ders. Bij Jagerslust komen alleen rij
ke jagers eten, hier komen alle soor
ten mensen."
Nadat we jarenlang de scherpe, knap
geschreven artikelen van Montanelli in
de „Corriere della Sera" hadden gele
zen, gingen we hem eens opzoeken in
zijn kasteel onder en op het dak. Het
is een indrukwekkende man, slank als
eer aristocratische cavalerieofficier met
vakantie, in een eenvoudig, onopvallend
kostuum gestoken dat geheel past bij
de nonchalance, die later veel nauw
keuriger afgepast blijkt dan het schijnt,
een lang, mager gezicht met scherpe
lijnen en scherpe sprekende ogen.
In zijn empire-omgeving lijkt Monta
nelli op het eerste gezicht een mondaine
figuur die zich inkapselt in een gezocht
onmodern, stijlvol milieu. Hij begint te
spreken en men merkt hoezeer deze
verborgen „publicist" deze tegenstel
ling is voor hem kenmerkend mid
den in de werkelijkheid staat. Zeker,
naar zijn afkomst en naar zijn ideeën
behoort hij tot de patriarchale groot-
burgerlijke liberalen die in de regentien-
de eeuw de eenheid van Italië tot stand
brachten onder uitschakeling, later,
van de Garibaldi-lijn. De grootvader van
Montanelli speelde een grote rol in het
risorgimento in Toscane, zijn vader was
rector van een gymnasium en bezield
van liberale, moderne en modernistische
ideeën. Omdat men in Toscane nu een
maal altijd levendig van geest, onge
remd in de polemiek en rijk in de for
mulering is duurde het dan ook niet
lang of in de volgende generatie, in de
figuur van Montanelli. verbond zich de
liberale, grootburgerlijke-feodale tradi
tie met een republikeinse geest en met
een beroep dat als het ware uit kritiek
en polemiek bestaat, de journalistiek.
Montanelli werd, in het kleine plaatsje
Fuccechio in Toscane in 1909 geboren.
Na zijn letterkundige doctoraat bestem
de de vader hem weliswaar voor de
diplomatie maar de zoon bleek weer
barstig- Hij diende als officier in Eri
trea en begon daar zijn uiterst bewogen,
spannend en rijk leven. Hij werd ver
slaggever in de Spaanse burgeroorlog,
docent aan de universiteit van Tallin
in Estland, correspondent in Finland,
verliefd op de dochter van generaal
Mannerheim, zat aan de Duits-Poolse
grens in een sloot langs de weg op de
schrijfmachine te typen toen in septem
ber 1939 de Duitse troepen Polen bin
nenrukten liet zich in het voorjaar 1940
Italië was toen nog neutraal met
de Engelse troepen in Noorwegen aan
wal brengen, en schreef hierover, werd
aan het eind van de oorlog door de
fascisten gegrepen en ter dood veroor
deeld, en kon net op tijd naar Zwitser
land vluchten, en hij schrijft sindsdien
weer, onafgebroken.
Uit zijn woorden blijkt de afstand en
de scepsis tegenover de dingen en de
mensen. Hij is kritisch tegenover zijn
landgenoten. Als oude en overtuigde
liberaal bevalt hem het spel van de
midden-links-regering niet. Wat hem ech
ter interesseert zijn de mensen, hun pas
sies, hun gebreken, hun prestaties en
zwakheden, hun gehele rijke en inge
wikkelde fysionomie Montanelli is de
meester van het portret, van de rake
schets. Hij zegt dat hij ieder ogenblik
van de dag of van de nacht bereid zou
zijn om naar het eind van de wereld
te trekken om een nieuw en pakkend
feit of gezicht te tekenen. In zijn ver
zameling „Incontri" (Ontmoetingen, uit
gegeven door Rizzoli, Milaan, waar al
zijn boeken zijn verschenen) heeft hij
een boeiende, amusante galerie van de
ze portretten gepubliceerd: van de Gas-
peri via Salvador Dali tot de Marquis
de Cuevas, nauwkeurige, kostelijke,
ironische, soms dodelijk kritische be
schrijvingen, die de Toscaanse gave van
de snedige formulering prachtig illustre
ren.
Er is echter meer: in het oorlogsver
haal „II generale della Rovere" heeft
hij een echte Italiaanse figuur beschre
ven die hij zelf in de gevangenis heeft
ontmoet, een scharrelaar die met de
Duitsers en de fascisten heulde, door
toeval in het uniform van de verzets
held, generaal della Rovere terecht
komt, en deze rol in de gevangenis
tot de bij vergissing bevolen executie
ruiterlijk, imposant, groots vervulde; 'n
kort, spannend, droevig, tragisch ver
haal, vol van een diepe humoer.
Er is de grote biografie van Garibaldi,
kritisch ironisch. Hier is niets van ro
mantisering te vinden, het grote gezien
in het scherpe licht van de Toscaanse
twijfelaar en criticus, pakkend en ac
tueel geschreven. Een historische re
portage op niveau, met stijl en oorspron
kelijke zin voor het verraderlijke, „sig-
nificatieve" detail. Er zijn tenslotte de
historische boeken over de geschiedenis
van Griekenland, van Rome en binnen
kort komt een boek over het leven van
Dante uit, ter inleiding tot het Dante-
jaar.
Deze historische belangstelling niet
van een geleerde, maar van een jour
nalist en een mensenkenner, is geboren
uit de liefde voor het pakkende, steeds
weer nieuwe en tevens uit de onuitput
telijke drang om te vertellen, over de
veelvuldigheid van het menselijke. Mon
tanelli, dit merkwaardige conglomeraat
van tegenstellingen, die elkaar niet uit
sluiten, laat door dit alles een licht,
nauwelijks herkenbaar pessimisme vloei
en, een melancholie als de achterkant
van de ironie, van de kritiek, van de
humor. Verklaart dit de sfeer van dit
kasteel, van deze burcht boven de Piaz
za Navona, waarin hij zich verbergt en
beschermt om gemakkelijker de werke
lijkheid overal op de voet te kunnen
volgen?
Inderdaad, bij het afscheid zegt Mon
tanelli dat hij veel en vele mensen ziet
maar veel alleen is veel zelf kookt
(altijd met olie, boter behoort voor
hem bij mensen met een andere we
reldbeschouwing! en vroeg naar bed
gaat. Vermoedelijk verleent juist deze
innerlijke spanning aan zijn hoogst ac
tuele, sprankelende verhalen en leven
dige portretten de bijzondere charme.
Iets van Voltaire, van de Franse sa
lons van de negentiende eeuw, van Jean
Cocteau werkt door in deze Europese
Italiaan die midden in de realiteit staat,
als eenvoudige reporter ogenschijnlijk,
maa. met een lange traditie en onge
wone, zeker niet gemakkelijke, maar
steeds wakkere geest.
(Advertentie)
'f
kameleon -18 kt goud
modieuze nouveauté:
chic, bijpassend
bandje bij elke japon
edelsteenkundige f.g.a.
diamantexpertg.ua.
LIJNBAAN 92
filiaal: oostzeedijk 155-157,