TWINTIG JAAR GELEDEN: Hitiers laatste stunt Ardennen-offensief. een berekend risico of n totale misgreep ELSEVIER WAT IS LEVEN? Indro Montanelli, journalist uit hartstocht Meester van het portret HET KERSTNUMMER VAN ELSEVIERS WEEKBLAD HEEFT DIT JAAR ALS THEMA TOSCAANSE GEEST DOORDRENKT ZIJN WERK 17 Zwak verdedigd Defaitisten Uitnodiging De aanval Misrekening Montgomery EEKBLAD Zeven geleerden leverden hun bijdrage tot een kleurrijk geïllustreerd en diepgaand overzicht van de huidige natuurwetenschappelijke en geestelijke zekerheden omtrent dit eeuwige probleem. VERKRIJGBAAR BIJ IEDERE BOEKHANDEL OF KIOSK. PRIJS: f 1.- XVIII DOOR Walter Breedveld ROLEX heetman^ 17 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 17 DECEMBER 1964 (Van een bijzondere medewerker) In de nacht van vijftien op zestien december 1944 heerste een beangstigende stilte aan het koude Ardennen-front tussen Monschau in Duitsland en Echternach in Luxemburg. De 75.000 Amerikanen, die de 100 km lange frontlijn bezetten, wisten niet dat aan de andere zijde van hun linies een kwart miljoen Duitsers met duizend tanks en tweeduizend kanonnen klaar stonden voor een verrassende aanval. Van het vreselijke geweld, dat tegen hen zou losbarsten nog voor het licht van de nieuwe dag zou aanbreken, waren de Amerikanen onkundig. Om half zes in de morgen van de zestiende december braakten de Duitse kanonnen een vernietigend vuur uit. En toen het scherm van gloeiend staal eindelijk optrok, doemden in de ochtend mist vele bataljons Duitse infanterie op, onder dekking van schrik aanjagende Tijger- en Panter-tanks. De slag in de Ardennen was begonnen Het verhaal van het Ardennen-offen sief is reeds vele malen verteld g /or den. Overbekend is de dappere verdedi ging van het legendarische stadje Bastogne. Twintig jaar zijn sindsdien verstreken en misschien kan dit histori sche feit niet beter herdacht worden dan met het oplichten van een tip van de sluier die de achtergronden van het gebeuren nog altijd ten dele aan de waar neming onttrekt. Van alle romantiek en heldendom ont daan, ontdekt men dan achter de scher men van het Ardennen-verhaal een ontstellend gebrek aan inzicht en wer kelijkheidszin; het welbewust aanvaar den van enorme risico's en een schro melijke onderschatting van de tegenstan der. En dit komt dan allemaal neer op het hoofd van de verantwoordelijke le gerleiders. Frappant is het, dat bij zo veel tekortkomingen naderhand door hen de eigen gebreken werden geïnter preteerd als hoekstenen van de over winning, iets, dat tot het voorrecht van de overwinnaars schijnt te behoren. Zo b.v. ook generaal Eisenhower toen hij de balans van de slag opmaakte. ..Onze verliezen waren hoog", schrijft Eisen hower, ,,naar schatting 77-000 man, waarvan 8.000 doden". Niettemin laat hij deze verliezen opwegen tegen het feit, dat de Duitsers na de slag veel minder tegenstand boden. In die geest schrijft ook John Toland (De slag in de Ar dennen) en hij gaat nog een stap ver der door te beweren, dat deze slag een grote overwinning voor de geallieerden was. De Duitsers waagden zich uit hun sterke Siegfriedlinie en boden de geal lieerden daarmee de kans hen in open gevechten te vernietigen. Dat was ook het standpunt van generaal Bradley en er valt veel voor te zeggen. Niettemin was de Ardennen-slag één van de kri tieke episoden uit de oorlog en een le lijk „dubbeltje op zijn kant". Het risi co, dat de Amerikanen daar bewust aanvaardden en dat culmineerde in een jammerlijke misrekening had ramp zalige gevolgen kunnen hebben en bete kende nu alleen al voor duizenden bur gers een ware hel. En veldmaarschalk Montgomery zag het kort en bondig zo: „Wij iepen in de Ardennen een flinke bloedneus op en de oorlog werd met minstens zes weken verlengd." De 7e december 1944 was generaal Eisenhower op weg naar Maastricht waar hij Montgomery zou ontmoeten. Hij was in gezelschap van luitenant- generaal Omar Bradley, commanant van de Xlle Legergroep. Op hun rit door de Ardennen ontging het Eisenhower niet dat er nauwelijks iets merkbaar was van Amerikaanse troepen in dit ge bied. Hij wees Bradley daarop en dat was niet de eerste keer dat beide gene raals het thema van de Ardennen aan sneden. Eisenhower legde nog eens ex tra de nadruk op de dunne bezetting en er was een ondertoon van ongerustheid in zijn betoog. En niet ten onrechte, want dit frontgedeelte van ruim honderd kilometer werd bezet door het VUIe Le- Haveloos kwamen de Duitse soldaten uit hun stellingen toen het offensief eenmaal was vast gelopen. aanval. Bradley, de man van het bere kende risico, weigerde aan te nemen, dat de gerapporteerde penetraties on derdeel vormden van een grootscheeps Duits offensief. Speelde Bradley op dat ogenblik komedie? Vele hooggeplaatste officieren bij het geallieerde opperbevel, onder an deren Eisenhowers stafchef, Bedel Smith, waren ervan op de hoogte, dat Bradley niets liever wilde dan een Duits offensief. Maar hy had zelfs geen plan klaar om de Duitse aan val te beantwoorden. Het was Eisen hower die de eerste maatrege len nam en nu was het wel mogelijk wat 'n week daarvóór niet had gekund: divisies onttrekken aan de andere frontsectoren. Overigens was het ook Eisenhower die onmlddellyk de ernst van de situatie begreep. Vooral in het Amerikaanse kamp had men de ontwikkeling aan het Ar dennenoffensief of met opzet gene geerd, of volkomen verkeerd beoordeeld Waarom was het Bradley ontgaan, dat al in november kersverse Volksgrena- dierdivisies aan het front tegenover hem waren aangekomen? En waarom wist niemand waar het Zesde SS Pant- (Advertentie) gerkorps van generaal Middleton. Hier toe behoorden drie infanteriedivisies: de 4e en 28e, die zware verliezen hadden geleden in het Huertgenwald; en dan nog de 9e pantserdivisie, ook zonder gevechtservaring. Bradley wees Eisen hower er andermaal op, dat indien de „overall" strategie van de geallieerdne moest worden volgehouden voortdu rend in de aanval blijven dus het noodzakelijk was ten noorden en ten zuiden van de Ardennen alle beschikba re troepen in te zetten. Met andere woorden, aan een afdoende verdediging met voldoende troepen van dit gebied viel niet te denken. Bovendien, zo ver zekerde hij Eisenhower, mochten de Duitsers het wagen in de Ardennen een tegenoffensief in te zetten, dan kon hij op elk ogenblik vanuit het noorden zo wel als uit het zuiden de Duitse flanken aanvallen. In zijn boek „Het verhaal van een soldaat", houdt Bradley vol, dat het risico om de Ardennen zo zwak te bezetten berekend was en dat de troepen, die daardoor vrij werden ge houden, aan andere fronten een offen sieve taak kregen. f 995,- AlC-Cl TURN A WASAUTOMAAT Deze AEG TURNA trommel-wasautomaat werkt volwaardig en vergt weinig plaats (oppervlak 55x50 cm). Dat betekent volledig wascomfort ook voor kleinbehuisden en ,,het sprookje van iedere dag"voor de huisvrouw die thuis (tot liefst 5 kg) "laat" wassen, geheel automatisch. Wie AEG kiest krijgt 't beste: een klasseapart! AMSTERDAM met de producten AEG TELEFUNKEN OSRAM wereldvermaard sinds mensenheugenis Bradley's visie was een regelrech te uitnodiging aan de Duitsers om voor de vierde maal in de historie in 1870, 1914, 1940 en nu dan in 1944 - de geopen de deur van de Ardennen uit de hengsels te lichten en massaal naar de Maas te draven. Desondanks steunde Eisenhower Bradley door dik en dun en nam zelfs alle verantwoordelijkheid op zich voor de misrekening. Het vermoeden rijst ech ter, dat het generaal Bradley te doen was om een Duitse aanval uit te lokken. In een vroeger gesprek met Eisenho wer over de Ardennen zegt hij: „Wij hebben getracht al de Duitsers, die ons deze herfst het leven zo zuur maken, gevangen te nemen vóór zij zich achter hun Siegfriedlinie terugtrekken. Het kan alleen maar een voordeel voor ons zijn als zij zich nu naar buiten wagen om in open terrein te vechten". Welnu, de enige mogelijkheid om zulk een situa tie te forceren was, de Duitsers ergens de gelegenheid te geven om uit te bre ken. Zij kozen dan ook prompt de zwak bezette Ardennen Was het inderdaad zo, dat alle beschikbare troepen nodig waren voor offensieve acties aan de Roer en het Saarfront? Deze vraag kan met „neen" beantwoord worden, want op de dag dat de Duitsers hun offen sief lanceerden, bevonden zich vier di visies van het le Leger aan het front bij Aken in reserve- Eisenhower zegt zelf, dat op de zestiende december het le Leger de aanval op de Roerdam- men inzette met betrekkelijk weinig di visies, volgens sommige bronnen maar met één divisie. Het IXe Leger van gene raal Simpson had de 3e december de oevers van de Roer tegenover Linnich bereikt en boette daardoor in aan offen sieve kracht. Behalve dus de aanval op de Roerdammen lagen vijftien di visies van het le en IXe Leger aan een zo goed als statisch front. Zou het wer kelijk niet mogelijk geweest zijn hier uit enkele divisies te lichten voor het zwakke front in de Ardennen? Een divisie was reeds voldoende ge weest om de klassieke invalspoort, de Losheimer Graben een breed dal waarin weinig natuurlijke hindernis sen voor aan aanval uit het oos ten a.f te grendelen. Uitgerekend dit dal lag vrijwel onbeschermd en vorm de de grens tussen twee legerkorpsen, de denkbaarst zwakke plek in een frontlijn. Bovendien zou de aanval op de Roer niet eerder beginnen dan half januari 1945. Aan het Saarfront lag de zaak iets anders, want daar zou het offensief de 19e december al beginnen. Maar ook hier kon geen di visie worden gemist. Bradley noch Eisenhower roerden het onderwerp van Ardennen aan in het bijzijn van Montgomery op de bespre king in Maastricht. Het leek op een sa menzwering van de beide generaals. Ook het feit, dat Bradley b.v. geen be langrijke voorraden had laten opslaan in het gebied dat door hem als uiter ste penetratie werd aangeduid bij een Duitse aanval, spreekt voor zichzelf. Dat de Amerikaanse legerleiders zich veroorloofden te spelen met de gedach te van „kwamen de Duitsers maar eens uit hun schuilplaats", is volkomen in tegenspraak met de werkelijke positie van hun troepen en de bevoorrading daar van. Op het laatst van november en begin december bezorgde de benarde positie van onze troepen ons \eel hoofd brekens, vooral in Bradley's sector, al dus Eisenhower. En op de 16e december, terwijl de Duitsers snel de Amerikaanse linies in de Ardennen doorbraken, confereerden tegen het vallen van de avond in Pa rijs Eisenhower met zijn staf en Brad ley over het aanvullen van de nijpen de tekorten aan infanterie.De daarop volgende weken zouden nog grotere aan tallen en vooral kwalitatief goede infan terie vragen om de Duitse doorbraak te stoppen. Gedurende die conferentie kwam het bericht van de Duitse tegen- serleger einde november verbleef en nog minder welke operationele bedoelingen de Duitsers met dit Leger hadden? In die periode komen de meest ernstige berichten binnen bij de geallieerde in lichtingendiensten over het samenbren gen van troepen tegenover het zwakke Ardennenfront. Bradley houdt vast aan zijn offensieve taak aan de Roer en de Saar, terwijl Eisenhower hem ruggesteunt. Het door Bradley be geerde Duitse offensief zal er komen en iedereen bij de hogere staven die met een somber gebaar naar de Ardennen wijst nog de avond ervóór wordt als een soort defaitist beschouwd. Maar de Duitsers zijn hun opmars al begonnen en voorlopig kan niets hen meer stuiten. Met de inspanning van alle krachten probeerden de Amerikanen aan de Duit se stormloop het hoofd te bieden. Dank zij de moed en vastberadenheid van de gewone soldaten wisten omsingelde of met afsnijding bedreigde eenheden de Duitsers zoveel op te houden, dat het achterland de gelegenheid kreeg meer en betere weerstand te organiseren. Niet slechts Bastogne, maar ook de na men van andere Belgische en Luxem burgse stadjes en dorpen zoals Cler- vaux, St.-Vith en Wiltz vormen mo numenten voor de Amerikaanse soldaat, die bij koude en gebrek, zonder ge vechtservaring meestal, de vijand op prachtige wijze antwoord gaf. Helaas waren er ook veel hogere officieren die duidelijk in paniek raakten en de indruk gaven het berekende risico van Brad ley maar matig te appreciëren. Gelukkig brak de Duitse aanval als gevolg van een gezamenlijke geallieer de inspanning. Eind december 1944 had den de Duitsers hun grote waagstuk in een debacle zien veranderen, mede doordat zij verzuimd hadden, indien de grote aanval die hun Antwerpen moest opleveren niet zou slagen, de kleinere op tijd uit te voeren. Natuurlijk zou hen dat niet van de nederlaag gered heb ben. Maar voor de Amerikanen zou de uitvoering van het kleinere plan een zware klap zijn geweest. Het kleinere plan behelsde: een Duit se doorbraak op het Ardennenfront uit te voeren en een krachtige rechtervleu gel in het noorden, een doorstoot naar Luik te laten maken. Op hetzelfde ogen blik zou dan vanuit het Roerbrugge- hoofd bij Susteren een aanval worden gelanceerd in de richting van Luik via Maastricht. De rechtervleugel van die aanval werd daarbij gedekt door de Maas. de linker door sterke blokkerings eenheden. De uit deze operaties ont stane dubbele omsingeling zou het ge hele IXe Amerikaanse leger, twee le gerkorpsen van het Ie Leger en de 7e Britse tankdivisie hebben ingesloten. Dit plan werd niet uitgevoerd ofschoon de Duitsers in het Roerbruggehoofd sterke infanterie en pantsereenheden hadden geconcentreerd. In elk geval zou deze operatie een uitvloeisel zijn geweest van Bradley's berekend risico Zonder Mongomery als een profeet te willen beschouwen, kan hij toch ge zien worden als de enige die de hele affaire van de Ardennen, zowel tevoren, tijdens en er na, juist heeft beoordeeld- Montgomery was namelijk van mening, dat het niet verstandig was om gelijk tijdig aan de Saar en de Roer offensie ven te ontketenen terwijl mensen en ma teriaal (aan geallieerde zijde) zo schaars waren. Het om die reden ver zwakken van een zo grote frontsector als de Ardennen, was evenmin verstan dig. De daardoor uitgelokte tegenaanval moest beantwoord worden en vroeg nog meer mensen en nog meer materiaal. Montgomery had zijn maatregelen ge nomen; hij was de enige legerleider die een reserve achter de hand had. Of zou het een coïncidentie zijn dat het XXXe korps van het He Britse leger uit het Roerbruggehoofd was weggehaald? Of ficieel heette het dat de drie divisies van dit korps voor de komende strijd in het Rijnland waren gehergroepeerd. Maar deze strijd was in december nog veraf. Als dekking van het tot elf ki lometer ingekorte Britse front in het Roerbruggehoofd de rest werd door het IXe Amerikaanse leger overgeno men bleef de 7e Britse pantserdivi sie achter. In geval van nood kan im mers altijd beter een pantserdivisie trachten uit te breken dan een infante riedivisie. Precies een maand na de Duitse door braak was de oude frontlijn hersteld. De geallieerde troepen die erbij be trokken waren hadden een kritieke pe riode doorgemaakt. Evenzo de burgers in de door de Duitsers opnieuw bezette gebieden. In de hoogste legerleiding wa ren ernstige spanningen ontstaan en met name de verhouding Bradley - Montgo mery werd bepaald vijandig. De gevol gen bleken niet onherstelbaar. Maar Bradley's verlangen naar een Duits of fensief en de uitnodiging die hij hun deed toekomen deed miljoenen mensen de adem stokken. En al degenen die aan Bradley's tactiek werden geofferd, heb ben zelfs nooit geweten dat hij niet eens een antwoord klaar had op een militai re actie waarvan hij naderhand ver klaarde, haar te hebben aanvaard als een berekend risico. (Advertentie) (Door onze medewerker dr. K. J. Hahn) ROME Vierhoog boven de Piazza Navona op het mooiste plein van Rome (sommigen zeggen: van de wereld) vindt men een welver zorgde flat, iets ouderwets, maar stijlvol ingericht met overal zeer smaakvol antiek en een schitteren de daktuin, helemaal onder het groen, vanwaar men de Kerk Sant' Agnese, de obelisk van Bernini en de onvolprezen fontein van de Piazza Navona van dichtbij en van boven kan zien als speelgoed voor uitverkorenen. Hier woont één van de meest begaafde schrijvers, ze ker de beste journalist van Italië, Indro Montanelli, op wiens naam enkele historische boeken, verza melingen van journalistieke schet sen, wat toneelstukken en een on eindig aantal artikelen staan. Som mige van zijn boeken zijn al in an dere talen vertaald. Van één is een film gemaakt, andere boeken zijn op komst. Toen ze verder reden zag ze dat sommige mensen hen met verbaas de blik opnamen en nakeken: in hun oogopslag was geen blij herkennen. Dat vond ze niet prettig, ze werd er onrustig van. Maar ze zei er niets over. In een stille doodlopende straat liet hij haar uitstappen. Hij pakte haar bij de hand en ze liepen het stadje rond over de half afgegraven wallen. Hij wees haar waar vroeger de stadspoorten hadden gestaan en naar de resten van de grachten. Dan nam hij haar mee naar de Maas de brede rivier die in de winter zo on stuimig woest kon zijn. Het was een machtig gezicht voor Godefrieda. Ze begreep nu beter dat het stadje, ach ter muren en hoge wallen geborgen in het open polderland, vroeger een kleine vesting was geweest voor het volk uit deze streek. Ze begreep ook dat de mensen, die in zo'n besloten gemeenschap zijn geboren en opge groeid een andere aard hebben dan de boeren van het platteland. Over de Maasdijk reden ze naar Ravenstein, een soortgelijk stadje als Megen; het was iets groter en had wat meer allure. In de grachten zeil den zwanen majesteitelijk over het rimpelloze water. Op een rustig pleintje in het hart van de stad reed Griniau de binnenplaats op van een uitspanning; een rijk geschilderd uit hangbord met sierlijk gesmede dra gers vermeldde dat ze waren aange komen in een hertogelijk hotel Hij stelde het paard onder de hoe de van een stalknecht en zei dan dat ze hier een stukje zouden eten. Go defrieda keek haar ogen uit toen ze de gelagkamer een ontvangzaal binnenkwam. Jachttaferelen uit een hoofse riddertijd langs de hoge wan den, het plafond was overdadig be zaaid met gepolychromeerde stuc-cupi- dootjes, vogels en druiventrossen. In het midden stond een lange tafel, daaromheen leerbeklede zetels. Er hing een twaalfarmige koperen bal- kroon groot genoeg voor een kleine kerk. Een oude dame met spierwit haar, gekleed in een lange zwarte japon met zilveren broche op het crème kanten voorstuk, kwam hen tegemoet. Met een oogopslag zag Godefrieda dat ook zij Jan Griniau kende. Ze be groette hen met wat terughoudende beleefdheid maar er was nu geen sprake van verbaasde laatdunkend heid wat haar in Megen had gehin derd. Toen Jan zei dat zijn vrouw en hij graag een warme maaltijd wilden gebruiken zag ze even een glimp van verrassing in de ogen van de oude dame. Even bleef haar blik op Godefrieda rusten en dan knikt* ze haar toe met 'n vriendelijke glim lach. „Ik zal voor u laten dekken in de kleine kamer," zei ze zachtjes. „Wilt u voor het eten nog iets drin ken?" „Graag een glas licht mousserende wijn, mevrouw. We zijn dorstig van de lange rit." Even later zaten ze aan tafel. Het tafellinnen had het ingeweven wapen van de hertog, in het porselein was het ingebrand, in het kristal was het geëtst. Godefrieda keek haar ogen uit. De oude dame vulde de glazen en ging toen weg. „Deze wijn is heer lijk fris, maar hij prikkelt een beet je," zei Jan. „Neem een kleine slok, dat je je niet verslikt." Hij hief zijn glas op: „Op jouw gezondheid, lief vrouwtje." Haar ogen glinsterden van vreugde en van angst. Ze nam een heel klein slokje. „Lekker." Dan boog ze zcih naar hem toe. „Waar heb je me toch terecht gebracht?" fluisterde ze. Hij glimlachte. „We hadden ook kunnen gaan eten in het posthuis of in een boerenherberg. Ik wou je dit eens laten meemaken." „Waar zijn al die vorken en mes sen voor?" „Kijk maar hoe ik het doe", glim lachte hij. De maaltijd was verrukkelijk, Gode frieda verbaasde zich aldoor. „Is het hier even mooi als bij Jagerslust?" fluisterde ze. Daar had hij haar wel eens iets over verteld. „Het is hier even mooi, maar an ders. Bij Jagerslust komen alleen rij ke jagers eten, hier komen alle soor ten mensen." Nadat we jarenlang de scherpe, knap geschreven artikelen van Montanelli in de „Corriere della Sera" hadden gele zen, gingen we hem eens opzoeken in zijn kasteel onder en op het dak. Het is een indrukwekkende man, slank als eer aristocratische cavalerieofficier met vakantie, in een eenvoudig, onopvallend kostuum gestoken dat geheel past bij de nonchalance, die later veel nauw keuriger afgepast blijkt dan het schijnt, een lang, mager gezicht met scherpe lijnen en scherpe sprekende ogen. In zijn empire-omgeving lijkt Monta nelli op het eerste gezicht een mondaine figuur die zich inkapselt in een gezocht onmodern, stijlvol milieu. Hij begint te spreken en men merkt hoezeer deze verborgen „publicist" deze tegenstel ling is voor hem kenmerkend mid den in de werkelijkheid staat. Zeker, naar zijn afkomst en naar zijn ideeën behoort hij tot de patriarchale groot- burgerlijke liberalen die in de regentien- de eeuw de eenheid van Italië tot stand brachten onder uitschakeling, later, van de Garibaldi-lijn. De grootvader van Montanelli speelde een grote rol in het risorgimento in Toscane, zijn vader was rector van een gymnasium en bezield van liberale, moderne en modernistische ideeën. Omdat men in Toscane nu een maal altijd levendig van geest, onge remd in de polemiek en rijk in de for mulering is duurde het dan ook niet lang of in de volgende generatie, in de figuur van Montanelli. verbond zich de liberale, grootburgerlijke-feodale tradi tie met een republikeinse geest en met een beroep dat als het ware uit kritiek en polemiek bestaat, de journalistiek. Montanelli werd, in het kleine plaatsje Fuccechio in Toscane in 1909 geboren. Na zijn letterkundige doctoraat bestem de de vader hem weliswaar voor de diplomatie maar de zoon bleek weer barstig- Hij diende als officier in Eri trea en begon daar zijn uiterst bewogen, spannend en rijk leven. Hij werd ver slaggever in de Spaanse burgeroorlog, docent aan de universiteit van Tallin in Estland, correspondent in Finland, verliefd op de dochter van generaal Mannerheim, zat aan de Duits-Poolse grens in een sloot langs de weg op de schrijfmachine te typen toen in septem ber 1939 de Duitse troepen Polen bin nenrukten liet zich in het voorjaar 1940 Italië was toen nog neutraal met de Engelse troepen in Noorwegen aan wal brengen, en schreef hierover, werd aan het eind van de oorlog door de fascisten gegrepen en ter dood veroor deeld, en kon net op tijd naar Zwitser land vluchten, en hij schrijft sindsdien weer, onafgebroken. Uit zijn woorden blijkt de afstand en de scepsis tegenover de dingen en de mensen. Hij is kritisch tegenover zijn landgenoten. Als oude en overtuigde liberaal bevalt hem het spel van de midden-links-regering niet. Wat hem ech ter interesseert zijn de mensen, hun pas sies, hun gebreken, hun prestaties en zwakheden, hun gehele rijke en inge wikkelde fysionomie Montanelli is de meester van het portret, van de rake schets. Hij zegt dat hij ieder ogenblik van de dag of van de nacht bereid zou zijn om naar het eind van de wereld te trekken om een nieuw en pakkend feit of gezicht te tekenen. In zijn ver zameling „Incontri" (Ontmoetingen, uit gegeven door Rizzoli, Milaan, waar al zijn boeken zijn verschenen) heeft hij een boeiende, amusante galerie van de ze portretten gepubliceerd: van de Gas- peri via Salvador Dali tot de Marquis de Cuevas, nauwkeurige, kostelijke, ironische, soms dodelijk kritische be schrijvingen, die de Toscaanse gave van de snedige formulering prachtig illustre ren. Er is echter meer: in het oorlogsver haal „II generale della Rovere" heeft hij een echte Italiaanse figuur beschre ven die hij zelf in de gevangenis heeft ontmoet, een scharrelaar die met de Duitsers en de fascisten heulde, door toeval in het uniform van de verzets held, generaal della Rovere terecht komt, en deze rol in de gevangenis tot de bij vergissing bevolen executie ruiterlijk, imposant, groots vervulde; 'n kort, spannend, droevig, tragisch ver haal, vol van een diepe humoer. Er is de grote biografie van Garibaldi, kritisch ironisch. Hier is niets van ro mantisering te vinden, het grote gezien in het scherpe licht van de Toscaanse twijfelaar en criticus, pakkend en ac tueel geschreven. Een historische re portage op niveau, met stijl en oorspron kelijke zin voor het verraderlijke, „sig- nificatieve" detail. Er zijn tenslotte de historische boeken over de geschiedenis van Griekenland, van Rome en binnen kort komt een boek over het leven van Dante uit, ter inleiding tot het Dante- jaar. Deze historische belangstelling niet van een geleerde, maar van een jour nalist en een mensenkenner, is geboren uit de liefde voor het pakkende, steeds weer nieuwe en tevens uit de onuitput telijke drang om te vertellen, over de veelvuldigheid van het menselijke. Mon tanelli, dit merkwaardige conglomeraat van tegenstellingen, die elkaar niet uit sluiten, laat door dit alles een licht, nauwelijks herkenbaar pessimisme vloei en, een melancholie als de achterkant van de ironie, van de kritiek, van de humor. Verklaart dit de sfeer van dit kasteel, van deze burcht boven de Piaz za Navona, waarin hij zich verbergt en beschermt om gemakkelijker de werke lijkheid overal op de voet te kunnen volgen? Inderdaad, bij het afscheid zegt Mon tanelli dat hij veel en vele mensen ziet maar veel alleen is veel zelf kookt (altijd met olie, boter behoort voor hem bij mensen met een andere we reldbeschouwing! en vroeg naar bed gaat. Vermoedelijk verleent juist deze innerlijke spanning aan zijn hoogst ac tuele, sprankelende verhalen en leven dige portretten de bijzondere charme. Iets van Voltaire, van de Franse sa lons van de negentiende eeuw, van Jean Cocteau werkt door in deze Europese Italiaan die midden in de realiteit staat, als eenvoudige reporter ogenschijnlijk, maa. met een lange traditie en onge wone, zeker niet gemakkelijke, maar steeds wakkere geest. (Advertentie) 'f kameleon -18 kt goud modieuze nouveauté: chic, bijpassend bandje bij elke japon edelsteenkundige f.g.a. diamantexpertg.ua. LIJNBAAN 92 filiaal: oostzeedijk 155-157,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 11