Feestneuzen en huisbakken mannen
psychologisch gezien
OVER TESTRAPPORT
HumorJllPEhot^ieGEEN
VERSCHILLEN TUSSEN
DOE-, EN DENKWERELD
Aan mijn ziel geen polonaise
MET MIJN ZIEL HEBBEN ZE NIEIS TE
Ambtenaar
Vertegenwoordiger
Mondelinge
toelichting
na zakelijke
rapportering
Voor de psycholoog
is elke werknemer
een troef, mits deze
op 't juiste moment
wordt uitgespeeld
Liturgische kalender
Ook de bedrijfspsychologie kent zijn eigen humor. Een directeur zoekt een
secretaresse en laat een half dozijn meisjes nauwgezet testen. Als de psycho
loog eindelijk gereed is met zijn vermoeiende selectie, zegt de directeur zonder
de rapporten ook maar één blik waardig te keuren: Geef mij dat lieve blondje
maar.
Leest u dit rapport eens: „De heer X beschikt over een iets betere intel
ligentie dan men wellicht zou denken, al bestaat de kans, dat hij zich bij
moeilijke problemen wel eens zal vergissen. Opvallend daarbij is, dat hij de
dingen, die hem interesseren, beter onthoudt dan dingen, die hem niet
boeien, al kunnen emotionele factoren het rustig en geconcentreerd denken
wel eens in de weg staan. Karakterologisch is hij niet in alle opzichten een
even gemakkelijk te beoordelen persoon. Men zou hem bijzonder zelfstandig
kunnen noemen, ware het niet, dat hij in wezen onzéker is. Een zekere be
hoefte aan gezelschap is ongetwijfeld aanwezig en opvallend is, dat hij zich
het best op zijn gemak voelt in een hem vertrouwde omgeving. Bij deze man
kunnen psychologische conflicten optreden, maar tot ernstige moeilijkhden
behoeft dit geen aanleiding te geven".
De humo.r van dit rapport is, dat het algemeen geldend is, dat het op
iedereen slaat.
En tenslotte bestaat er geen hooggeplaatst persoon met bijzondere
capaciteiten, of van hem gaat het verhaal, dat hij ooit na een test
als advies heeft gekregen: word maar banketbakkersleerling. Om dit
soort humor lachen psychologen echter niet gemakkelijk.
(Van een onzer redacteuren)
Bij oppervlakkige lezing van bovenstaande be
drijfspsychologische rapporten, die aan de werke
lijkheid zijn ontleend, zal men geneigd zijn te den
ken: die ambtenaar komt er niet te best af, maar
die vertegenwoordiger heeft zijn kostje gekocht.
Bij nadere bestudering evenwel zou men tot een
geheel andere conclusie kunnen komen. Als men
van de vertegenwoordiger leest, dat hij zo onge
dwongen met vreemden omgaat, dat hij soms te
weinig op zijn hoede is, dat hij levendig op andere
mensen reageert en ervan houdt om met mensen
om te gaan, dan ziet men in gedachten een feest
neus verschijnen, een man, die makkelijk zijn mond
voorbij praat, eigen optreden hoger waardeert dan
het belang van het bedrijf dat hij vertegenwoor
digt en weinig kritisch staat tegenover eigen te
kortkomingen. Naast dit beeld rijst dan de ambte
naar op, die misschien een tikje huisbakken is,
maar op wiens werk men staat kan maken, ook al
manifesteert de man zich niet als een hemelbe
stormer.
Wij hebben bovenstaande rapporten
voorgelegd aan bedrijfspsychologen, fa
brieksdirecteuren en psychologisch ge
teste werknemers. Alle oordelen liepen
sterk uiteen; zelfs waren er geen twee
werkgevers te vinden, die het met el
kaar over de inhoud eens waren. Dit
was geen ontdekking, maar een bevesti
ging van de stelling in het proefschrift,
dat over deze materie werd samenge
steld door dr. P. J. van Strien, weten
schappelijk ambtenaar voor de psycho
logie aan de rijksuniversiteit te Gronin
gen en waarop hij in september j.l.
promoveerde.
Hij stelde daarin, dat de huidige rap
portering nog verre van ideaal is. Men
blijkt het in vakkringen niet eens te.
(Van een onzer redacteuren)
De bezwaren van tekort aan contact
tussen opdrachtgever en psycholoog gel
den het minst voor ondernemingen, die
over een eigen bedrijfspsychologische
dienst beschikken. Bij de psycholoog in
vaste dienst bestaat er een steeds groei
ende kennis van het bedrijf, terwtfl hü
bovendien op de hoogte blijft van de
persoonlijke en bedrijfseconomische
ontwikkelingen. Hij kent de eisen van
de verschillende functies en kan derhal
ve volstaan met zeer beknopte rappor
ten, die mondeling net zo kort of uit
voerig als wenselijk is doorgenomen
kunnen worden met de opdrachtgevers,
in de meeste gevallen afdelingschefs. In
goed werkende bedrijfspsychologische
diensten wordt ongeveer een situatie be
reikt, waarvoor dr. van Strien in zijn
proefschrift een lans breekt.
Beter dan de psycholoog, die verbon
den is aan 'n zelfstandig werkend testbu
reau is de bedrijfspsycholoog in staat de
ethische regel toe te passen, dat het rap
port een middel moet zijn om man, be
drijf en situatie te helpen. Het zwaarte
punt bij beoordeling van de geteste komt
minder te liggen op diens strikt persoon
lijke problematiek dan op diens geschikt
heid voor de vacante functie. Krijgt hij de
indruk, dat de opvang moeilijkheden kan
geven op grond van duidelijk menselijke
tekorten bij de geteste dan wel bij
de opdrachtgevende chef dan pas zal
hij besluiten in het rapport en in het per
soonlijk gesprek met de afdelingschef
het karakter van de geteste nader te ana
lyseren en dit in zodanige woordkeus en
typering, dat hij de opdrachtgever kan
bereiken.
Voor drs. J. Scheurer, chef van de
bedrijfspsychologische dienst van Van
der Heem N.V. is er geen reden om te
verzwijgen, dat hem is gebleken, dat de
psycholoog in een eigen denkwereld leeft.
De opdrachtgever blijkt echter vaak te
leven in een andere doe-wereld. Hun
spreken karakterologiscche beschouwin
gen veelal niet aan. Hij wil weten of hij
met een goede of slechte werknemer te
doen heeft. Hij verwacht zwart-wit-rap
porten in mannentaal, ook als het be
dachtzame grijs geboden is bij het af
wegen van positieve en negatieve eigen
schappen.
De bedrijfspsycholoog kent deze wen
sen en weet ook, dat een vaag rapport
bij de niet-deskundige lezer tal van sub
jectieve interpretaties oproept. Een va-*
derlijke chef heeft soms een onuitgespro
ken voorkeur voor typen, die steun zoe
ken, ook al vergt het bedrijfsbelang een
zelfstandige figuur. Een sollicitatiege-
ZONDAG 13 december. Derde zondag
van de Advent. Paars of Rose. Mis
Gaudete. Geen Gloria. Credo. Prefatie
van de H. Drievuldigheid.
MAANDAG 14 december. Mis van de
derde zondag van de Advent: Gaudete
Paars.
DINSDAG 15 december. Mis van de
derde zondag van de Advent: Gaude
te. Paars.
WOENSDAG 16 december. Quatertem
perwoensdag in de Advent. Paars.
Tweede gebed H. Eusebius. Of Gulden
Mis: Votiefmis van de H. Maagd Maria
Rorate. Wit. Tweede gebed Quater
temperwoensdag. Prefatie van de H.
Maagd Maria.
DONDERDAG 17 december. Mis van de
derde zondag van de Advent: Gaudete.
Paars.
VRIJDAG 18 december. Quatertemper
vrijdag in de Advent. Paars.
ZATERDAG 19 december. Quatertem
perzaterdag in de Advent. Paars.
sprek kan ongunstig uitvallen omdat een
sollicitant in zijn onwetendheid tegen en
kele stokpaardjes van de chef trapt. Komt
echter uit de test naar voren, dat deze
sollicitant de gezochte man is, dan zal
de psycholoog hem moeten introduceren
in de gevoelssfeer van de chef. De in
stituutpsycholoog komt daar veel moei
lijker toe.
Drs. Schreurer test de kandidaten niet
alleen aan de hand van de functieclassifi
catie, maar ook tegen de achtergrond van
zijn algemene bedrijfskennis, die onder
meer steunt op voortdurend speciaal on
derzoek naar bepaalde verschijnselen zo
als personeelsverloop, ziektecijfers en per
soonlijke of sociale spanningen. Maar
voorop staat de bedrijfskennis omtrent
dynamiek, sfeer en ontwikkeling, zowel
van het bedrijf als geheel als van de af
zonderlijke afdelingen. Het getal van ne
gentig procent rake adviezen kan men
slechts op dat peil houden door bij mis
tasten de zaak te onderzoeken. Want spe
ciaal in energieke ondernemingen is de
bedrijfssituatie geen statisch gegeven.
In niet alle bedrijven met een be
drijfspsychologische dienst wil men er
aan om ook het hogere personeel door
de eigen dienst te laten onderzoeken. Er
kunnen redenen voor zijn, die de indruk
vestigen gegrond te zijn, maar dit heeft
ook nadelen. Eén daarvan is, dat de
bedrijfspsycholoog ook met deze mensen
in zee zal moeten, wanneer dezen onder
geschikten aantrekken. Het is dan van
belang, dat de bedrijfspsycholoog be
kend is met de habitus van de hogere
functionaris. Bij Van der Heem N.V.
heeft men met deze werkwijze prettige
ervaringen.
Er verdwijnt namelijk ook wel eens
personeel, dat gunstig is geadviseerd
door de bedrijfspsycholoog. De oorzaak
kan dan liggen bij een chef met wiens
zwakheden de psycholoog niet of te laat
bekend is geworden.
zijn over de onderzoekmethoden, de in
deling van het rapport, het taalgebruik
en de vraag hoever men mag gaan
tegenover de onderzochte. Maar ook al
zou de psycholoog erin slagen een rap
port te schrijven, dat vanuit zijn stand
punt volmaakt is, dan blijkt het nog de
vraag, of de lezer er datgene uithaalt,
wat de psycholoog bedoelt. Aan de hand
van experimenten is dr. van Strien tot
de conclusie gekomen, dat het beeld
van de kandidaat, dat zich uiteindelijk
vormt bij de opdrachtgever, sterker
wordt bepaald door de eigenindruk,
opgedaan tijdens het sollicitatiegesprek,
dan door het rapport van de psycho
loog. Nochtans wordt meestal het ad
vies van de psycholoog gevolgd. Dit zoil
erop kunnen wijzen, dat men nog te veel
blind vaart op de deskundige en het
rapport te weinig kritisch verwerkt.
d^^ychoTogen^zy^bevredigf niet. V<De GGStUGHS Of hllisbakkCIl lïiail
psychologen zelf hebben er geen vrede ^V^uUlv/UO VXX 11 UluJJU1Y1W11 XXXCIXX
mee, dat hun werk in steeds bredere
kring waardering vindt, terwijl tegelij
kertijd het begrip voor hun werkstuk- van intensiever communicatie tussen op-
ken op hetzelfde minimale peil blijft, drachtgever en psycholoog ingezien. Zij
Opdrachtgever en psycholoog blijken stellen daarbij echter als voorwaarde,
het meestal wel eens te zijn over de dat dit contact zeer diepgaand moet
algemene eigenschappen van een ge
teste werknemer. Waar het echter gaat
om de specifieke geschiktheid voor een
bepaalde functie lopen de meningen uit
een. Dit kan verschillende oorzaken
hebben, maar de twee meest voor de
hand liggende zijn: of de psycholoog
schiet tekort in inzicht in wat de func
tie eigenlijk vraagt dan wel hij heeft
een onvoldoende juist beeld van het
bedrijf; of de opdrachtgever ziet geen
kans het rapport op de jiliste wijze te
lezen dan wel te interpreteren.
Dr. van Strien ziet twee mogelijkhe
den om aan deze bezwaren tegemoet
te komen. Ten eerste staat hij de toe
gespitste diagnostiek voor, dat wil zeg-
een een korte, zakelijke rapportering,
waaruit intimiteiten en niet ter zake
doende uitweidingen worden geweerd,
en de beschrijving van de persoon wordt
toegespitst op dtens specifieke eigen
schappen voor een bepaalde functie.
Ten tweede wil hy nauwer contact tus
sen de opdrachtgever en de psycho
loog. Vóór de test zal bij dit contact de
opdrachtgever over het algemeen het
woord krijgen om de psycholoog ver
trouwd te maken met de situatie in het
bedrijf en op de betrokken afdeling;
na de test voert de psycholoog het
woord om zyn bevindingen toe te lich
ten. Het rapport dient daarbij als uit
gangspunt van wat de psycholoog te
berde heeft te brengen. Hiermee wordt
ook bereikt, dat een rapport maar een
maal te gebruiken is en misbruik voor
komen wordt. Elk rapport is telkens een
momentopname tegen de achtergrond
van een bepaalde situatie.
zijn. Volgens verschillende psychologen
bestaat de mogelijkheid hiertoe niet al
tijd, want dit contact is zeer tijdrovend
en dus kostbaar. Ook een testbureau
moet economisch werken en de kosten
voor een rapport moeten redelijk blij
ven. Bovendien kent ook het testbureau
personeelsverloop en zal het gedwongen
zijn telkens met andere psychologen te
werken, die pas weer na verloop van
tijd op de hoogte raken met de situatie
in de bedrijven, waarvoor het bureau
werkt. Om aan al deze moeilijkheden
te ontkomen staan deze psychologen za
kelijke, objectieve rapportering voor,
waaruit de opdrachtgever zijn eigen
conclusies zal dienen te trekken.
Door alle psychologen wordt het nut deze op gezonde, normale wijze af te
^„4.reageren. Hij heeft ermee leren leven
en baas, noch ondergeschikte noch naas
ten ondervinden er enig nadeel van.
Het heeft dus geen enkele zin om deze
afwijking in het rapport te omschrij
ven, althans als een negatieve eigen
schap.
Het is een gunstig verschijnsel, dat
de psychologen zelf inzien en ook niet
verhelen, dat aan hun wijze van werken
en rapportering bezwaren kleven. De
tyd van geheimzinnigdoenerij en het
uitleveren van intimiteiten van weer
loze sollicitanten hebben we nu wel ach
ter de rug. Daarmee onderstreept de
bedrijfspsychologische rapportering haar
verdere groei naar volwassenheid.
Maar zolang de ene psycholoog het
rapport van de ambtenaar onvoldoende
vindt, omdat er geen duidelijk persoon
lijkheidsbeeld uit naar voren komt, hoe
wel het zeer gedetailleerd genoemd mag
worden, en de andere spreekt van een
zeer juiste typering; zolang het rap
port over de vertegenwoordiger te al
gemeen wordt omschreven als: het geeft
houvast, zolang zal het beroep gerecht
vaardigd zijn, dat dr. van Strien in
zijn proefschrift doet op bedrijfspsycho
loog en opdrachtgever.
Problemen van de bedrijfspsycho
logische rapportering - dr. P. J. van
Strien - Uitg. Van Gorcum, Assen.
Objectief
Een dergelijk objectief rapport zal
een puntgaaf werkstukje moeten wor
den, want onvermijdelijk komen in elk
rapport woorden voor, waaraan een
psycholoog een andere betekenis hecht
dan een leek; woorden ook, die bij meer
lezers evenzovele associaties wekken en
dan vaak onbewust geïnterpreteerd wor
den aan de hand van persoonlijke erva
ring en instelling. Agressief kan bete
nen lastig en ondernemend, idealistisch
zowel warhoofdig als bezield, evenwich
tig zowel star als rustig, simpel zowel
goed als onbenullig, en iemand met fan
tasie kan net zo goed een dagdromer
zijn als een creatief persoon. Er is wel
eens over gedacht om deze reeksen
woorden onder te brengen in een woor
denlijst, waarin de betekenissen duide
lijk worden omschreven. Maar dit is
moeilijk, omdat men wel op tien ver
schillende manieren agressief kan zijn,
zonder ooit iemand kwaad te berokke
nen. Elk mens heeft wel een paar dui
delijke of verscholen afwijkingen. Hij kent
die en is in de loop der levensjaren ver
trouwd geraakt met een manier om
(Advertentie)
(Van een onzer redacteuren)
De reacties van psychologisch
getesten zijn zeer verschillend.
De een ondergaat het als een
weldaad, de ander als 'n „mis"-
daad. De een zegt: het is wel
eens prettig om in je binnenste
rond te neuzen; de ander zegt:
mijn handen zitten goed aan
mijn lijf en met mijn ziel heb
ben ze niets te maken. Ofschoon
de psychologen het gevoel heb
ben, dat het grote publiek door
boeken en anderszins vertrouwd
raakt met psychologische ver
schijnselen, blijven de interpre
taties van de bevindingen voor
velen toch nog hokus-pokus.
Die vertrouwdheid stellen de
psychologen op prijs, omdat hel
een stuk vrees voor het onbe
kende wegneemt, alsmede de
weerzin opheft tegen wat de te
testen persoon ondergaat als
zeur vragen: durf je in een ver
gadering iets te zeggen, voel je
je terughoudend tegenover meis
jes, heb je vrees om een plein
over te steken? Eindeloos wil
len psychologen weten, hoe je
je tegenover anderen gedraagt.
En dan weer vragen ze bijna
niets, maar laten ze je eindeloos
praten, zonder dat ze zelf rich
ting aan het gesprek geven.
De ene geteste stelt de span
ning op prijs, die gelegen is in
het beantwoorden van zoveel
mogelijk vragen in zo kort mo
gelijke tijd. De ander weer voelt
niets voor deze competitie tegen
zichzelf. Het blijkt overigens
dat mensen, die een goede baan
hebben, niets hebben te verlie
zen en het alleen maar eens er
gens anders proberen, met aan
genamer gevoelens een derge
lijke test ondergaan, dan zij
voor wie het verwerven van een
baan een stuk welzijn vertegen
woordigt. Bezwaar tegen het
psychologisch testen wordt voor
al gevonden bij hen, die al vele
jaren in een bedrijf werkzaam
zijn en dan een kans krijgen op
promotie, mits ze zich aan een
test willen onderwerpen. Een
werkgever, die na zoveel jaar
een werknemer nog niet kan
beoordelen, zou zichzelf nodig
eens moeten laten testen.
Misgrepen
Zoals in de meeste gevallen
hoort men ook op het terrein
van de bedrijfspsychologie lui
der praten over misgrepen dan
over geslaagde adviezen. Men
hoort dan van een werkgever
die een evenwichtig persoon
zocht en via een psychologisch
rapport zo'n evenwichtige man
kreeg, dat-ie vrijwel niet meer
uit zijn stoel overeind kwam en
daardoor vooral in het verlenen
van service tekort schoot. In
weer een ander geval nam een
geteste een psychologische se
lectie niet voldoende serieus en
stapte hij halverwege een proef
de deur uit met de mededeling
dat hij gewend was op dat tijd
stip een pilsje te pakken, dat hij
daarvan ook vandaag niet wilde
afwijken en dat hij binnen een
half uur terug zou zijn. De man
werd aangenomen, omdat de
werkgever toevallig geen „stil-
zittertje" zocht, maar iemand
met durf.
Weer een andere man schrok
toen hij later vernam, dat hij in
het rapport beschreven was als
agressief en impulsief, volgens
hem op geen andere grond dan
dat hij op een desbetreffende
vraag had gezegd, dat ze aan
hem kwamen als ze aan zijn
kinderen zouden komen. Zelf
dacht-ie, dat deze opmerking in
het rapport omschreven zou
worden als „de man is spontaan
en eerlijk". Een minder pret
tige ervaring deden ook die ge-
testen op, die goedbedoelde
maar wat ongelukkig uitgeval
len opmerkingen letterlijk weer
gegeven terugvonden op het
rapport.
Meer en meer gaan de psy
chologen ertoe over om achter
af de inhoud van het rapport te
bespreken met de geteste, om
dat men daar in ruil voor zijn
openhartigheid recht op heeft
Men krygt het rapport echter
niet mee, tenzij tegen betaling
om te voorkomen, dat men er
mee naar een andere werkge
ver loopt. Er zyn test-kandida
ten, die alleen maar solliciteren
om zo'n rapport in de wacht te
slepen. Anderzijds wordt ervoor
gewaakt, dat werkgevers mis
bruik maken van rapporten. Zij
mogen ze niet doorverkopen
wat wel eens gebeurt aan
toekomstige werkgevers van de
geteste. Een goed rapport WQrdt
geschreven tegen de achter
grond van het betrokken bedrijf
alleen daarom al is doorverkoop
onmogelijk. Misbruik kan men
melden bij de raad van toezicht
van het Ned. instituut van prak
tiserende psychologen.
Nog een geruststelling voor te
testen personen: Freud krimpt
langzamerhand in tot redelijke
proporties. Psychologen zijn het
er nu wel over eens, dat sex en
erotiek hoogstens in zeer verwij
derd verband iets met werk
prestaties hebben uit te staan. In
die roerselen wensen zij dan
ook niet meer te roeren, omdat
ze van geen enkel belang zijn.
Deze kandidaat is een figuur met duide
lijk naar voren tredende, kenmerkende
persoonlijkheid, zodat men in zekere zin
wel van een eigen stijl kan spreken. Deze
is echter meer eigenaardig dan groots.
Hij is een echt huisbakken mens, die wat
zijn wil en daadkracht betreft in een klein wereldje leeft. Het avontuur ligt hem
verre en als tegenprestatie voor zijn werken verlangt hij een verzorgd leven. Hij
is wel een goedige man, maar ook iemand die zich eigenlijk alleen maar op zijn
plaats voelt tussen allemaal goedige mensen. Zijn ze dit niet, dan voelt hij zich
gauw aangevallen en gekwetst. De sociale aanpassing is typisch astenisch,
vriendelijk om geen weerstand te wekken. In zijn verdediging is hij koppig en
hij zal gauw een gevoel van verongelijktheid met zich meedragen, zonder echter
krachtig voor zijn gelijk op te komen. Leidinggevende capaciteiten heeft onder
zochte niet, ondanks het feit, dat hij thans op zijn bedrijf chef van de corres
pondentie-afdeling is. Iemand, die wat ruiger uitgevallen is, zal hij zo nu en
dan waarschijnlijk irriteren. Wij menen, dat onderzochte beter op zijn plaats is
in bepaalde ambtelijke overheidsfuncties dan in het vrije bedrijfsleven.
De heer X is in uiter
lijk en voorkomen
eenvoudig verzorgd,
voldoende represen
tatief. Hij presenteert
zich met een leven
dige, natuurlijke opgewektheid. Met een opmerkelijke opgewektheid en
spontaneïteit gaat hij contact met vreemden aan. Zo ongedwongen
zelfs, dat hij soms te weinig op zijn hoede is of met een iets
te weinig bezonnen openhartigheid allerlei vertelt. Hij wekt met zijn optreden
snel vertrouwen in wat hij te bieden heeft. Hij reageert levendig op andere
mensen. Hij houdt ervan met mensen om te gaan. In zijn werk demonstreert
hij een opgewekt vertrouwen in eigen mogelijkheden. Hij moet nog tot een
iets „mannelijker" zakelijkheid uitgroeien. Voor zijn chef zal hij een gewillig en
actief ondergeschikte zijn, die goed te leiden is. Met collega's en anderen zal
binnen korte tijd een prettige verstandhouding kunnen ontstaan. Hij praat zelden
onzin en reageert beweeglijk en slagvaardig. De argumenten, die hij voor iets
heeft, weet hij goed geformuleerd te brengen en ze te variëren. Ondanks zijn
jeugdige en soms overspontane manier van doen weet hij zijn zaken met zekere
overtuigingskracht te brengen. Hij houdt ervan service te verlenen en na te
komen wat hij beloofd heeft. Hij heeft de mogelijkheden om als vertegenwoor
diger goed werk te doen.
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 12 DECEMBER 1964