OLIEMAATSCHAPPIJEN HELPEN ARCHEOLOGEN Bondsweer Geen elite-eenheden in de w "JVTiet alle geschiedenis werd opgetekend Li in boeken. De mens van de oudheid liet zijn bestaan achter in de aarde rondom zijn huis, in zijn graf en in muurschilderingen en symbolen. Geo logen en boormachines van oliemaat schappijen spelen een belangrijke rol bij het aan de oppervlakte brengen van deze sporen. Een oliemaatschappij begint zijn werk zaamheden dikwijls met een verken ning van het terrein vanuit de lucht. Het Amerikaanse „Museum of Natural History" dankt veel archeologische vondsten aan deze verkenningen. Een dergelijke ervaring heeft een team on derzoekers van een oliemaatschappij in Guatamala, in de streek Peten, het hart van een oude Maya-cultuur. Een ver kenning vanuit de lucht maakte twee kegelvormige openingen zichtbaar tus sen de bomen van het door regen ge teisterde woud. Een nader onderzoek leidde tot de ontdekking van een oude tempel, die was omgeven door vestigin gen en binnenplaatsen. De oliemaat schappij legde ook wegen aan en zorg de voor de watervoorziening voor een expeditie van het Museum van de Uni versiteit van Pennsylvania, die zich bezighield met de opgraving van de stad Tikal, waarvan men aanneemt dat hij 500 jaar voor Christus door de Maya's werd gesticht. Een andere recente ontdekking werd gedaan door een oliemaatschappij bij Colusa in Californië. Een team vond kralen van schelpen, een stenen pijp en geraamten. De boorwerkzaamheden werden uitgesteld om archeologen in staat te stellen een 1500 jaar oude In diaanse vestiging te bestuderen. Een maatsschappij, die bezig was een olie pijpleiding aan te leggen op de grenzen van Colorado, Utah, Arizona en Nieuw- Mexico, huurde archeologen om de In diaanse overblijfselen, die men vond te identificeren. Deze expeditie bracht de aanwezigheid aan het licht van een op hoog peil staande Navajo-cultuur in dat gebied in de 10e eeuw. De olie mensen kunnen archeologen verder ook helpen door de oudheid van de over blijfselen vast te stellen met Carbon- 14, een radio-actieve isotoop die de pre historie nog wat nader ontcijfert. BIJ DE FOTO'S Links van boven naar beneden: De grote vesting van Tikal. In de Maya- stad heeft men bewijzen gevonden van contact tussen de Maya's en de oude Mexicaanse beschaving. Een geoloog bekijkt het stenen altaar in Tikal, de Maya-stad, die zich diep in de jungle van Peten in Guatamala bevindt. Men neemt aan dat de stad in de 15e eeuw werd verlaten. Deze stenen leeuw, een werkstuk van de oude Hittieten, werd gevonden in Turkije. Links onder: Een 1500 jaar oud graf, dat bij Colusa in Californië werd gevonden. Boven: De archeoloog John S. Clemmer bekijkt de schedel van een Indiaan van de West kust, die in het graf in Californië werd gevonden. Onder: Op de trappen van een tempel in Tama- randito in Guatamala werden deze reliëfs van gevangenen gevonden. Deze reliëfs worden beschouwd als een prachtig voor beeld van de klassieke Maya-kunst. De tempel was een ontdekking van een team onderzoekers van een oliemaatschappij in Guatamala. HAMMELBURG In Hammelburg, gelegen in een zeer bosrijke streek nauwelijks dertig kilome ter afstand van de grens met de Sovjet-zone, is de gevechtsschool van de bondsweer gevestigd. Hier worden alle toekomstige officieren van het Westduitse leger, voorzover zij de beroepsloop baan hebben gekozen of zich als lang-verbanders hebben verplicht, in leergangen van twee weken op de hoogte gebracht van de grondbeginselen van de individuele gevechtsopleiding. De eisen, die tijdens zo'n cursus worden gesteld zjjn hoog. Een vrije dag of een rustige nacht is er nauwelijks btf. De jonge mannen meestal om en nabij de twin tig jaar doen zeventig tot tachtig uur dienst per week. Zjj krjjgen hun bivak of brits dan niet al te vaak te zien. Meestal zjjn zij in het veld; met weers omstandigheden e.d. wordt weinig rekening ge houden. „De bondsweer heeft geen commandotroepen en wil die ook niet hebben", verklaart de generaal, die met de leiding van deze school is belast. De opleiding in Hammelburg gaat uit van de door S. L. A. Marshall, de Amerikaanse legerpsycho- loog, in zijn boek geformuleerde conclusie „dat de opvoeding van de soldaat tot grotere persoon lijke moed, tot beter inzicht in een gegeven situ atie en meer eigen initiatief noodzakelijker is dan ooit". De instructeurs van de deelnemers aan deze leergangen krijgen eerst zelf een opleiding die acht weken duurt. Voor deelname aan deze opleiding kunnen officieren, onderofficieren, adspirant-on- derofficieren van het leger zich vrijwillig melden. Jaarlijks wordt de gevechtsschool in Hammel burg door 900 tot 1000 soldaten bezocht. Men leert zoveel theorie als nodig is en krijgt zoveel praktijk als maar mogelijk. Daarbij is ook een volledige cursus Eerste Hulp. De tot dusver opgedane erva ringen wettigen de stellige overtuiging, dat de ge stelde maatstaven verantwoord en zinvol zijn. De commandant van de gevechtsschool laat er geen twijfel aan bestaan, dat ook bij het geringste ver grijp jegens de menselijke waardigheid vrijwillige zowel als verplichte deelnemers zonder aanzien des persoons zullen worden bestraft. Hij kan er op wijzen tot dusver geen enkele klacht over de soms toch wel dagen durende gevechtsoefeningen, waar bij het uiterste aan uithoudingsvermogen wordt gevergd te hebben ontvangen. Enig ernstig onge luk is evenmin voorgekomen. Op een vrimitieve, maar slim uitgekiende ge- vechtsbaanwaarvan de 16 hindemissen door de deelnemers aan de eerste leergang werden gebouwdlaten de deelnemers zien wat zij kun nen. Het brood uit boomschorsdat de soldaten tijdens de oefening overlevenleren maken één derde meel en twee-derde schors uit hars- vrije bomen maakt echter weinig kans als lekkernij in de burger-bakkerijwinkels terecht te komen, ook al smaakt het helemaal niet slecht. Af en toe moeten de deelnemers in Ham melburg ook meel maken uit gedroogde bessen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 7