Geknipt voor de lezer De Trappisten brouwen beroemd biermaar..... DE OBLATEN LEVEN VAN PEELKUIKENS" ERS BOEKENPLANK Bedelen Antoon Coolen Keuromnibus Neem en lees (964 Slachten Twaalf maanden bouwheer Stiefbeen en Zoon Als ziende de onzienlijke Dpese contl- merken, o.a. all Export, ing Verkoop- icies Noord- woonachtig n zij sen moderne geling tiebrieven en Amsterdam-C. IS-17 alsbezetting van en in staat is jf met een zeer tot het concern ematiek van het door verdere aiiseerd gieterij- essante functie. velijk behandeld te richten aan DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 NOVEMBER 1964 m BIJ DE FOTO'S: TRAPPISTEN en bier brouwen: het zijn twee begrippen, dieI welhaast onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden. Het mes ten, slachten en verkopen van kuikens leek ons echter tot voor kort een bezigheid, die zo op het eerste gezicht moeilijker te combineren is met een kloosterorde. Toch hebben de missionaris sen Oblaten van Maria te Sevenum-Evertsoord, in vakkringen en bijvoorbeeld ook in Duitsland, op dat punt reeds hun naam geves tigd. Zij vonden een ruime belangstelling voor het smakelijke produkt dat zij panklaar de wereld in sturen onder de merknaam „Peelkuiken". Het mesten, slachten en verzenden van kuikens behoort daar in Evertsoord nu tot de gebeurtenissen van alledag. En bepaald niet op kleine schaal. In doorsnee genieten er, in diverse leef tijdsgroepen, zo'n 30.000 kuikens de meest liefdevolle zorg, van de eerste dag totdat zij omtrent acht weken oud zijn. Dan zijn ze gedoemd met duizend per dag hun jonge leven te laten in de eigen slachterij. Ze worden voor korte of langere tijd opgeborgen ■n de diepvriescel (capaciteit 16 ton!) om tenslotte hun aardse bestaan helemaal te beëindigen in de maag van een of andere smulpaap, in Nederland of daarbuiten die het malse, sappige vlees van het „Peelkuiken" oprecht weet te waarderen. burgemeester Everts werd het gebied tenslotte Evertsoord genaamd. Het ziet er nu allemaal keurig uit. Maar als men van de boeren al mocht verwachten, dat zij hun aandeel zouden dragen in de kosten van het rectoraats werk: wie moest al dat andere bekos tigen? "yerantwoordelijk" voor deze massale Tnecfu chtPa5tij is pater econoom Ten Tusscher. Pater Ten Tusscher is afkom- m U1t een arbeidersgezin in Twente. „Neen zegt hij, „ik houd helemaal niet van koeien of varkens en óók niet boereninslTg'.' H'j heeft bepaald ge6n mesten en slachten van kuikens I-,,» na en^ele mislukkingen op ander gebied, voor pater Ten Tusscher e^onomische mogelijkheid gebleken om de gemeenschap der Oblaten van Maria in Evertsoord in stand te hou den. Die gemeenschap omvat momenteel o paters, 10 broeders. 16 novicen. 32 jongens voor de opleiding tot broeder en 8 „man" personeel. Pater Ten Tusscher kwam 13 jaar geleden voor het eerst als overste naar de Sevenumse Peel. die pas ontgonnen was. Behalve één boerderijtje was er niets dan een schier eindeloze verlaten vlakte, wachtend om in cultuur te wor den gebracht. Mgr. Lemmens z.g. had de Oblaten 'verzocht erheen te gaan. Daar, waar nog geen huis, geen kerk, geen school was, zouden dan misschien ook de boeren zich willen vestigen. Nu wonen er een zestigtal boerenge zinnen. De Oblaten bedienen de inmid. dels gebouwde rectoraatskerk. Het eigen klooster werd uitgebreid met een vleugel voor novicen plus een vleugel en een werkplaats voor de opleiding van broeders voor de missie. Naar oud- pATER Ten Tusscher vertelt van vele jaren bedelen en nog eens bedelen. Hij vertrok van Evertsoord. Hij kwam er later terug als pater econoom met de rotsvaste verzekering: nu moet het UIT zijn met bedelen! Wij moeten iets zien te vinden waardoor de gemeenschap van de Oblaten in Evertsoord zichzelf kan bedruipen. Verschillende eerder ondernomen po gingen: fruitteelt, het houden van koei en en varkens waren op even zovele mislukkingen uitgelopen. Op een gege ven moment had men 500 varkens. Het mond. en klauwzeer maakte er finaal een einde aan. De prijs van de biggen was te hoog om opnieuw te beginnen. TiOEN realiseerde men zich de aan wezigheid van een broeder, voor wie de pluimveehouderij geen „Latijn" was. Men begon met het mesten van 7.000 kuikens in de voormalige varkens stallen. Het bleek moeilijk ze onge- slacht tegen een redelijke prijs kwijt te raken. In 1955 verscheen een Antoon Coolen Omnibus, die zeen veel lezers trok. Dit heeft er de N.V. De Arbeiderspers te Amsterdam toe gebracht opnieuw enke le werken van deze populaire schrijver in een goedkope Keuromnibus samen te brengen. In het lijvige boek, dat meer dan 500 pagina's beslaat zijn op genomen De goede moordenaar, Hun grond verwaait, De man met het Jan Klaassenspel en De vrouw met de zes slapers. De romantische novelle met het Jan Klaassenspel behoort tot de eerste, maar ook tot de beste geschrif ten van Coolen. De twee eerstgenoemde romans zijn nog ouder, maar zo bekend, dat zij geen verdere aanbeveling nodig hebben. ,,De vrouw met de zes slapers" is van 1953 en werd bekroond met de Branat-Van Gent-prijs. Het ziet er naar uit, dat ook deze herdruk van vier waar devolle werken zijn weg wel zal vinden. De Federatie van Katholieke Onder nemersvakbonden voor Lectuurvoorzie ning ,,Sint Jan" geeft ten behoeve van de aangesloten boekhandelaren en boeke verkopers wederom de catalogus ,,Neem en lees" uit. Het is dit jaar voor de vijfde maal, dat dit naslagwerkje over katholieke boeken verschijnt. In de uitga ve van 1964 zijn boeken opgenomen van af 1962; eenderde van de 700 opgenomen titels kwam ook in de uitgave van 1963 voor. Dit jaar zijn er wederom een aan tal voor katholieken belangrijke werken van niet-katholieke auteurs in opgeno men. De rubriek over het Concilie geeft de nieuwste publicaties van dit gebeuren van katholieke, zowel als van protes tantse zijde. De uitgave bevat de volgen de rubrieken: Naslagwerken - Bijbeltek sten en boeken over de Bijbel - Geloofs leer - Over Jezus Christus en zijn Moe der - Van en over Heiligen - grote katholieken - Christelijk zedelijk leven - Meditatie en gebed - Over de kerk en haar instellingen - Huwelijk, opvoeding, voorlichting - Andere Godsdiensten en een nieuwe rubriek: Romans en lees boeken. In de uitgave zijn ten gerieve van de gebruikers de boeken alfabetisch op de auteursnamen gerangschikt en niet meer op titel. anderszins met huizen te maken heeft. Gerhard Werkman, redacteur van Bouw en Bouwmarkt, en ir. J. C. van Teij- lingen, oud-directeur van Bouw- en Wo ningtoezicht te Amsterdam, beschrijven (Advertentie) Dan gaan we ze zelf slachten, was de volgende stap. De boeren uit de streek helpen, waar nodig, een handje. De af zet van het panklare produkt bleek geen probleem. In het Duitsland van het Wirtschaftswunder vond men een wil lige markt; in Nederland vooral bij grote instellingen. De 7.000 kuikens zagen zich verme nigvuldigd tot 30.000. Binnen afzienba re tijd denkt men er 50.000 te houden. Uiteraard moesten de nodige inves teringen worden gedaan. O.a. voor een gasverwarming van de afdelingen waar- In de Elementenreeks van het Bouw centrum is onder deze titel een belang wekkend in elk geval voor iedereen die wekkendi n elk geval voor iedereen die een huis koopt, een huis laat bouwen of in de kuikens tot onder de hanebalken toe, soms met 7.000 bijeen hokken. Er kwam een automatische voerband, de slachterij werd gemechaniseerd, leken- personeel aangetrokken. De zaak draait niet alleen; ze rem deert ook. Pater Ten Tusscher hoeft niet meer al bedelend stad en land af te reizen. Dank zij die vele, vele dui zenden „Peelkuikens". H. MATHEY Bij Bigot en Van Rossum n.v. te Bla- ricum is de geschiedenis van Stiefbeen en zoon in boekvorm verschenen. Jaap van der Merwe schreef de tekst en hij deed dat zonder ook maar een haar te krenken van Nederlands meest geliefde t.v.-duo. Piet Römer en Rien van Nunen vindt men in de pagina's in levende lijve terug, dat is een van de verdiensten van de schrijver, die deze figuren niet naar eigen inzicht vervormde. Men leest de verhalen (verlucht met foto's van de t.v.- opvoeringen) vlot door en de tragiek van deze twee mensen, die weliswaar op elkaar gesteld zijn, maar toch niet buiten ruzie kunnen, komt zuiver door. mende dromen, visioenen, wonderen, het spreken in vreemde talen en „tongen" op Pinksteren en later, het herhaalde op treden van engelen. Deze wonderbare dingen waren in die dagen zo frequent, dat men kan zeggen: ze waren gewóón, ze kwamen als het ware dagelijks voor. Het wonder was er thuis, de bovennatuur drong onophoudelijk binnen in de na tuurlijke gang van zaken. De mens er voer in deze gebeurtenissen Gods aanwe zigheid, hij zag er de Onzienlijke in, naar een woord van Paulus aan de Hebreeën: Ziende de Onzienlijke. De moderne mens stelt hier een aan tal vragen: wat is er precies gebeurd, hoé hebben ze dat ervaren, waarin verschilt hun ervaring van de onze? De bewustzijnsstructuur die deze won dere dingen mogelijk en wérkelijk achtte, is bij de moderne wetenschapsmens niet meer aanwezig. Er heeft blijkbaar een verschuiving in het bewustzijn der mens heid plaats gehad. Doel en opzet van prof. Fortmanns boek is de bestudering van deze bewust zijnsverandering. In het eerste deel doet hij dit in de vorm van een referaat over de theorieën van Freud, Marx, Jung en enkele Nederlanders in dit opzicht. De kritiek op deze systemen wordt pas in het tweede deel behandeld. Prof. Fortmann, die sinds 1957 hoogle raar is in de algemene en vergelijkende psychologie van de godsdienst en de cul tuur, heeft een wel zeer actueel onder werp bestudeerd. Wat voor ons nog be langrijker is: hij heeft zijn studie ge schreven in een taal die ook voor niel- vakmensen verstaanbaar is. Wij hadden trouwens niet anders verwacht. Uit de vele vroegere publicaties van de schrijver weten we dat hij een gevoelig taalvermo gen bezit, dat hij moeilijke dingen dui delijk weet te zeggen, met gebruikma king van zo weinig mogelijk vaktermen. Ik meen dat Fortmann verdient door vele intellectuelen bestudeerd te worden, niet in het minst omdat men omtrent „religieuze waarneming en protectie" wel eens min of meer bedenkelijke Op vattingen hoort J.H. in dit boekje (91 blz. plus een grote tekening als bijlage) de technische kant van de totstandkoming van een huis. Het is helder geschreven, al moet men hier en daar wat vakjargon voor lief nemen. De gebr. Das en R. M. Wormer hebben het werk rijk geïllustreerd. Niet alleen uit een oogpunt van voor lichting, maar ook uit dat van de public relations van het bouwvak een uitgave van betekenis. Een cultuurpsychologische studie over de religieuze waarneming en de zoge naamde religieuze projectie is de onder titel van een werk van prof. dr. Han M. Fortmann, waarvan thans het eerste deel verschenen is. In zijn voorwoord geeft de schrijvers aan waarover het in deze studie zal gaan: het valt iedere onbevan gen lezer van het Nieuwe Testament op dat er in die dagen vreemde dingen ge beurden. Vreemd althans voor ons mo dernen. Men denke aan de veel voorko- Geheel boven links: Water halen in Malagasy, het vroe- gere Madagaskar, is niet zo een voudig als bij ons. Een kraan is er niet, in de dorpen. Maar twee han dige jongens vinden er wel wat op. Bovenaan rechts: „Alstublieft, agent", zegt het jonge tje, met toch wel een beetje spijt op het gezicht. Want een erwten pistool lijkt zulk mooi speelgoed. De politie vindt het echter erg gevaar lijk en ze heeft de jeugd gevraagd de „wapens" in te leveren. Hiernaast geheel links: Een Duitse uitvinder ontwierp een op luchtdruk werkend metalen schot, dat bedreigde bankbedienden in werking kunnen stellen. Mis schien helpt het weer wat. Hiernaast links: Zanduoort krijgt een hotel van 19 verdiepingen. Het is thans op zijn hoogste punt gekomen. 69 meter. „Mooi uitzicht op zee" zal beslist geen frase zijn. Hiernaast rechts: Onder het uitgebrande pand van C. en A. in Amsterdam heeft men geschiedkundig interessante zaken gevonden. Op het onderste deel van de foto ziet men enkele „poeren", stukken hout waarmee men in de middeleeuwen scheef gezakte hui zen stutte. Beneden rechts: Winkelen tegen de komende feest dagen kan erg gezellig zijn. Vele steden hebben zich er fraai voor uitgedost. Hier een beeld van hoe Amsterdam er nu 's avonds uitziet.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 19