ERS)
De
geroepenen
in het hemd gezet
Openhartig hoek van Duitse socioloog H. Glaser
STENT-
JNTANT
TACHTIG IS
PIEPJONG
Höss en de
kinderen
Na 7 dagen mistral
is moord vergefelijk
lendiensf
IOUDER
10NTEURS
INM0NTEURS
BOEKENPLANK
Geen probleem
Wensdroom
Knikkeren
Sprokkelen
Drukte
20
21
LIFTEN
Veranderend
gezinsontwerp
Spelevaren
met Annie Schmidt
DAGBtAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964
srkzaamheden
Isingsmogelijk-
Lekens, Markt 25,
E Dieleman, Noord»
rant „Scheldezicht",
9.00 uur.
Int „Du Commerce",
ot 9.00 uur.
lip", J. Martens, Ker-
l)e Bruyn, Achter de
00 uur.
kizende Man", J. de
8.00 tot 9.00 uur.
^ur", Eenhoornplant-
Groosman- Schee-
Iche, Noordstraat 5,
Lu Porte d'Or", P.
00 tot 9.00 uur.
onze Afdeling
Ipoedige indiensttreding:
ploma (liefst M.B.A.) en
rvaring.
;egevens onder no. 11424-0
il Bureau voor
n financiële
ir Vereniging
indse Gemeenten
standplaats
omgeving
aankomend
ontwikkeling op niveau
«.O., Praktijkdiploma Boek-
derde studie voor S.P.D.
jaar.
;rkkring op het gebied van
ontrole bij gemeenten, ge
en instellingen,
waamheid.
chiktheid goede
erdere studie.
brieven te richten aan de
ireau,
ag.
95-2441
tussen 18.00 uur en 19.30 te
leuzen in Hotel Rotterdam
20.00 uur en 21.30 te Bres-
't Wapen van Bres kens
tussen 18.00 uur en 19.30 te
*en in Hotel „Goes" Smalle
Kade.
Het hierbij afgedrukte artikel over het Zuidfranse plaatsje Mirabeau is geschreven door een oud-inwoonster
van Breda.
Berthe Marie Bosch verliet Nederland in 1953. Zij bracht telkens een jaar in Frankrijk en Engeland door
voor zij in dienst kwam als secretaresse van prof. Brugmans aan het Europa College te Brugge. Na drie jaar
bij prof. Brugmans gewerkt te hebben, trouwde zij. Het echtpaar Reichardt-Bosch woonde een tijd in Brussel
en daarna vier jaar in Engeland. Sedert januari van dit jaar verblijven de heer en mevrouw Reichardt in Zuid-
Frankrijk: eerst in Mirabeau, nu in Les Vignes.
PROVENCE
PRIMITIEF
EN PRIL
Boven: aan de voet van de
heuvel waarop het kasteel
ligt, zijn nieuwe huizen ge
bouwd.
Hieronder: een charmant
straatje in Mirabeau. De
kinderen staan er in hoog
aanzien.
Gezicht op het dorp
Mirabeau, met het kas
teel als belangrijkste
merkteken in het heu
velachtige landschap.
In de befaamde reeks „Pastorele Ca
hiers" van de uitgeverij Paul Brand N.V.
te Hilversum verscheen onder boven
staande titel een „bijdrage tot het ge
sprek over geboorteregeling".
Een aantal openhartige gesprekken
met katholieke en niet-katholieke echt
paren werd als uitgangspunt genomen
voor een serie sociologische en theolo
gische beschouwingen door: mr. drs. C.
Straver, drs. J. v. Hessen, drs A. v. d.
Heiden en prof. dr. A. Hulsbosch o.s.a.
Het frappante in deze bundel is wel Ie
consequentie van alle auteurs in hun be
nadering van het onderwerp: geen van
hen gebruikt het enquêtemateriaal als
springplank naar eigen theoretisch ge
schrijf; allen nemen de ervaringen en
commentaren van de gehuwden als ba
sis en toetssteen voor hun bezinning.
Hoe natuurlijk deze werkwijze ook lijken
mag, zij is met name in deze materie
helaas nog al te zeldzaam.
Bevrijdend zal dan ook voor menige
lezer in dit Cahier zijn, dat hier de pro
blematiek in volle menselijke realiteit
wordt geformuleerd en geanaliseerd.
Dat het geschrift niet tot volledige op
lossingen komt, is geen bezwaar. De
grote verdienste is juist, dat de vraag
stukken vanuit de mens scherp en zui
ver worden verwoord. In alle weten
schap is dit de enig juiste weg om tot
oplossingen te kunnen komen. A.G.
Mevrouw Annie Schmidt heeft met de
ogen van een twaalfjarige in boekenkas
ten rondgekeken Het resultaat van deze
speurtocht is de bekende Ark, 'n bloem
lezing van verhalen en gedichten over
mensen, dieren en dingen, Die eerste
Ark in 1955 te water gelaten. Het was
een succes. De uitgever Querido te
Amsterdam heeft er nu een kleinere
versie van op de boekenmarkt gebracht,
een bloemlezing uit de bloemlezing.
Het is weer een verrukkelijk boekje
geworden, ook mede door de illustraties
van Jenny Dalenoord, een groot talent
onder onze tekenaars Jong en oud zal
ervaren, dat het ook met deze ark goed
varen is.
1 M.4NNEER men vanuit
Nederland naar de
W F Provence trekt, is de
Rivièra bijna altijd
het doel. Een doel dat men in
de meeste gevallen zo snel
mogelijk wil bereiken. Er zul
len dan ook tveinig toeristen
zijn die werkelijk iels zien
van de eigenlijke Provence.
Het is pas door er tijdje te
wonen en de bewoners te le
ren kennen dat je dit merk
waardige afgesloten en vaak
nog zeer primitieve land gaal
begrijpen.
Met ons gezin woonden wij vier
maanden in Mirabeau, waar nog steeds
het kanteel van de. Riquetti's, Mar
kiezen van Mirabeau. staat. Wij ont
dekten dit dorpje de eerste dag dat
wij op huizenjacht waren en vonden
het zo aantrekkelijk dat wij eerst pro
beerden er een huis te kopen. Maar
hoewel de Franse boer in deze gebie
den nog in grote primitiviteit leeft en
weinig contact heeft met de buiten
wereld, had hij toch al gauw begre
pen. dat met een nieuw atoomcentrum
in de buurt, je direct een paar mil
joen (oude) Franken op je oorspron
kelijke prijs moest leggen. Schaaps
kooien en ruines waren dan ook voor
ongehoorde prijzen op de markt. Toen
het dus niet mogelijk bleek om tegen
redelijke prijs een huis te kopen, huur
den we er een, omdat wij toch aan
Mirabeau ons hart verloren hadden.
Het is een dorpje zoals er in de
Provence zoveel zijn. Gebouwd tegen
een heuvel om een kasteel. Zeer so-
liede zwaar gebouwde huizen met wei
nig en kleine ramen, platte rose-rode
daken, nauwe straatjes, buiten veel
bloemen in potten, tonnen en oude blik
ken; veel was en overal fonteintjes.
Een grote fontein midden op het dorps
plein, onder de platanen en dan in
elk ,,quartier" want zelfs zo'n dorpje
van 265 zielen heeft zijn buurten
een kleine fontein met bronwater.
De straatjes lopen vaak trapsgewijs
omhoog, beJh-ating is er nauwlijks en
alles is er verweven met een geur
van tijm, knoflook en schapen. Want
Mirabeau is twee ,,troupeaux" rijk, die
iedere dag onder leiding van een
schaapherder en zijn twee honden het
land intrekken. De graas-perceeltjes
zijn echter zo klein, dat de herder
voortdurend op zijn hoede moet zijn
dat er geen gras uit een belendend
perceel genuttigd wordt door zijn
schapen.
De bevolking uit Mirabeau bestaa
voor het allergrootste deel uit wat wij
in Nederland bejaarden plegen te noe
men. Hier zijn ze echter in geen en
kel >pzicht een probleem", maar een
bijzonder opgewekte bevolkingsgroep
Doordat de vrouwen meestal jong trou
wen (16, 17 jaar is geen uitzonde
ring de wet zegt 15 jaar en 3 maan
den) en over het algemeen stokoud
worden (80, 85 en dan nog lang niet
aftands) zijn er generaties kinderen
klein en achterkleinkinderen, waarover
zij kunnen regeren en bazen. De twee
hereboeren die wij in Mirabeau leer
den kennen, hadden allebei twee nog
bijzondere actieve „Mémères" in hun
huis met wier mening wel degelijk
rekening werd gehouden...
Wij hadden in Mirabeau een grote
vriendin, die ons oorspronkelijk haar
huis voor vier miljoen O.F. verko
pen wilde, maar die toen wij op dit
aanbod niet ingingen, toch bijzonder
vriendelijk bleef en vooral mij, in de
Mirabelese society introduceerde. De
ze Madame B., met haar 78 jaar nog
volkomen goed ter been en van een
grote opgewektheid voorzien, was de
spil van een bijzonder babbelzuchtige
vriendinnen-kring. Er was in Mirabeau
dan ook heel wat te babbelen.
Allereerst de gemeenteraad, waar
iedereen wel een neef of ander fami
lie-lid in had zitten. Van de dorpsklok
die altijd achterliep werd gezegd: ,,Zi.j
loopt zoals de zaken in de raad: lang
zaam, heel langzaam!". Dan was er
het zwarte schaap van het dorp, de
daar sinds vier jaar wonende familie
D., in het bezit van 13 kinderen. De
oudste daarvan had verliefd durven
worden op de achter-kleindochter van
Madame B. Deze had daar al vele
..palpitations" en crises de coeur"
door gekregen.
Hét onderwerp van gesprek geduren
de de maanden dat wij er woonden
was, de „tout-a-l'égout", het riolerings-
systeeem: een
project dat al jaren in de pen was.
De gemeenteraad maakte er aanzien
lijk minder haast mee dan de echtge
noten wel zouden willen. Natuurlijke
mest is immers nog altijd beter dan
alle kunstmesten bij elkaar en aan
zienlijk goedkoper en één publieke W.C.
a la Clochemerle in het dorp is rnim
voldoende, meende de geachte gemeen
teraad.
De credieten die er waren, bleken
dan ook te zijn gebruikt voor de uit
watering van het laagliggende kerk
hof, de asfaltering van enige buiten
wegen en de verbreding met een bull
dozer van een voetpad naar het sta
tion. Toen waren de duiten op.
Tot nu toe blijft de „tout-a-l'égout'
dan ook een wensdroom. Hetgeen niet
wegneemt dat iedereen toch bezig is
in zijn huis hiervoor een plaats uit
te kiezen. Aangezien je met water nu
eenmaal zuinig moet omgaan in deze
streken (70 N.F. per half jaar voor
500 1. per dag per gezin), hadden Ma
dame B. en vriendinnen al bedacht
dat de beste oplossing een pedaal W.C.
moest zijn a double usage, n.l. met de
douche er boven gemonteerd!!!
De gemeenteraad met een bijzonder
aardige, maar weinig actieve burge
meester aan het hoofd, had nog wel
enige eigenaardigheden, maar maakte
het toch niet zo bont als de burge
meester in een naburig dorp, tegen
wie een juridische enquete aanhangig
werd gemaakt was, omdat hij syste
matisch iedere immigratie in zijn dorp
weerde en aan alle kanten bouwver-
oude vertrouwde kiezerskring in zijn
gunningen stagneerde. Dit alles om de
gehucht niet te vergroten met moder
nistische nieuwelingen die hem wel
licht niet zouden herkiezen...
Het beroemde woord van Wilhelm 11: „Völ-
ker Europas, wahret Eure heiligsten Gü-
ter" (tegen het gele gevaar).
Portret van Hitier op de tentoonstelling
in München 1937 (destijds genoemd: Hitier
als kruising tussen Jeanne d'Arc en Char
lie Chaplin).
(Van onze medewerker dr. K. J. Hahn)
Het kenmerkt nu eenmaal onze gehele eigentijdse cultuurkritiek: we wroeten in ons verleden en in ons gewe
ten, we willen onze eigen ontwikkeling, die van onze maatschappij en die van ons volk, na de bloedige censuur
van de tweede wereldoorlog nu met andere, meer objectieve ogen bekijken en koel beoordelen. Biografieën,
geschiedenisboeken, brieven en herinneringen en vooral documentaties zijn de literatuur waarin zich dit stre
ven uitleeft.
Dit onverzadigbare „historisme" van onze tyd werkt begrypelykerwijs bijzonder
sterk in Duitsland, waar men sinds 1945 onafgebroken bezig is met hetgeen men
daar de „Bewaltigung der Vergangenhcit" noemt, d.w.z. met de exacte vaststel
ling en verklaring van de ontzettende dingen die in bet Duitsland van vóór 194:
zijn gebeurd en hierin onderscheidt zich Duitsland weinig van Rusland waa-
het volk een ongewone drang voelt nu eens alles te weten over de gruwelen va;
de Stalinistische terreur.
juist verschenen boek „Spiesser-Idec
logie von der Zerstörung des deul
Schen Geist:s im 19. und 20. Jahrhun
der" (Verlag Rombach, Freiburg i
Br.) een scherpe analyse van de Duit
se Spiesser" ondernomen - het woorr
betekent oorspronkelijk ..paaldorpbe
woner" en daarbij letterlijk en fi
guurlijk len boekje geopend over d
bedenkelijke geestelijke sfeer waarii
de Duitse kleinburger reeds meer dai
een eeuw opgroeide.
Het s een lezenswaardige, verras
,-ende, zeer vaak lachwekkende, amu
santé, niet minder vaak echter adem
benemende literatuur, zoiets als ee;
anthologie ,,Uit het rijke Duitse leven
of „Parade van de Germaanse broc
ders", zeker eenzijdig, wreed, overdrij
vend, soms van kleinburgerlijke bekrom
penheid te vlug overschakelend op de
monische wereldhistorische krachten
Aan deze belangstelling voor het vei
leden heeft men het nu te danken dai
ook de Duitse kleinburger, ieze karak
teristieke figuur van een nog niet a]
te 'e*- Duits verleden, die ook heden
nog niet helemaal opgelost is in de
industriële massa-maatschappij, eens
wetenschappelijk onderzocht en in een
bepaald Duits cultuur-historisch per
spectief geplaatst is. De Duitse socio
loog Hermann Glaser heeft in het zo-
die in het jongste Duitse verleden wer
den ontketend, soms minder een objec
tieve analyse dan een met koude harts
'ocht gevoerd proces tegen een bepaal
le Duitse „geest" en een bepaald
Duitse „maatschappij".
De documentatie is er echter, de ci
aten liegen niet, evenmin de zij he
>ok weinige, maar daarom niet minde'
overtuigende illustraties. Er is in d<
Duitse kleinburger in de loop van d<
negentiende eeuw een geestesgesteld
heid gegroeid die de hoge wijsgerige
religieuze en culturele vlucht van he
Duitse denken terug geprojecteerd heel
in een bekrompen, sentimenteel, rc
nantisch gemoed waar de ideeën vei
/alst, verzoet en met een merkwaai
lige „Germaanse" machtswellust gi
•ombineerd werden. Het resultaat kei-
oen we, de ontwikkeling, de groei va
lit kleinburgerdom dat in Hitler we
eldgeschiedenis maakte, verdiende ze
;er een nieuwe studie. Hermann Glasei
leeft ze aangepakt en ook als men toe
noet geven dat hij zijn these met een
nanische hardnekkigheid verdedigt, hi.i
leeft een historisch gegeven in handen
lat zich niet laat negeren.
Glaser brengt voor zijn taak een ui
termate scherpe filosofische en histo
rische geest, een uitgebreide kennis en
2en levendige en rijke stijl mee. De
lectuur is dus allesbehalve vervelend-
locerend, het boek heeft de voordelen
m de grenzen van een pleidooi. Glasei
naakte het zich daarom ook niei
gemakkelijk hij zoekt de kleinburgei
laar waar men hem niet vermoedt:
oij de grote denkers, wijsgeren en ge
eerden. Hij ontmaskert het zeker nie
onbekende, maar steeds weer verras
ende nationalisme van Fichte, dat van
laag spookachtig bekrompen aandoe!
lij laat de diepe xenofobie van de ro
nantische publicist Arndt zien, deze
chrijver die in generaties van Duits'
•holieren het nationale denken heef
ovormd gebaseerd op een bijna am
alische haat tegen de Fransen.
Wy volgen Glaser in de ontleding
/an een proces Rat in Wagner tol
een verheerlijking en popularisering
van de Germaanse cultuur leidde en
tenslotte door Nietzsche en Oswald
Spengler onder de kleinburgers het
gevoel verspreidde de geroepenen
van een machtig wereldryk, dn ionen
van een goddeiyk ras, de heren van
de geschiedenis te zijn een typisch
kleinburgerlijke wensdroom die in fi
guren als Wilhelm II een groteske
climax bereikte. Wie naleest met
velk belachelijk pathos de laatsh
Duitse keizer de Germaanse cultuv
wilde doen herleven en het „avond
and" tegen het gele gevaar wild
beschermen, krygt geleidelijk een in
druk van de dimensies die een der
gelijke mening aan kleinburgerlijk
mufheid en het besef van historfscl'
zending kon nemen.
Uit deze menging wordt een rare le
ensstijl geboren, de liefde voor de idyl
le, voor de „Gartenlaube". het zoete
en sentimentele interieur, verbonden
met ideële voorstellingen van de held-
achtige blonde Germaan, de brave
nuisvrouw. Dit alles is gedompeld in
een mythische duisternis van gevoelens
van dromen, van archaïsche eenvoud;
logica, intelligentie, wetenschappelijke
exactheid gelden als een cultuuruiting
van bedorven rassen uit bet Zuiden,
Wij vonden in de heel grote huis
kamer van ons huis een metersbrede
Provencaalse haard waarin de huis
baas ter onzer ere een halve boom
stam had aangestoken. In de keuken
stond een ,,cuisinière"f een onmoge
lijk instrument met twee ovens, een
warmwater reservoir, bouillotte gehe
ten, en een piepklein hokje waar piep
kleine houtjes netjes op maat gekapt
in gestookt werden en bovenop twee
kookringen.
Hoewel ik met de open haard al
vrij snel leerde omgaan en met be
hulp van vele scheuten spiritus, 's mor
gens min of meer snel de tempera
tuur van 9 tot 11 graden omhoog kreeg
's avonds met moeite tot 15 graden
heb ik nooit iets van de cuisinièire
terecht gebracht. Het ellendige ding
rookte meestal tot hij heet was, brand
de dan goed voor enkele uren en stik
te vervolgens in een kolendamperige
atmosfeer. Ik heb mij dan ook altijd
verbaasd hoe mijn Franse collega
huisvrouwen hun toch even koude ka
mers gloeiend heet wisten te maken
met hun cuisinières en dat met de
helft van het hout dat ik gebruikte.
ons wat vreemd lijken, het is zeker
geen liefde en aandacht, die deze klei
ne, donkere, mooie en bijzonder leven
dige kinderen tekortkomen.
Hét grote probleem, waarmee wij,
omdat wij begin januari in Mirabeau
aankwamen, te maken kregen, was
verwarming. Het klimaat in de Pro
vence is ruw de strenge winters,
hete zomers en niet te vergeten de
gure, in de zomer alles verdrogende
Mistral, die na groepen van drie waait:
of drie dagen, of zes of negen. In het
Oud Provenqaalse Recht komt een ar
tikel voor, waarin staat dat het voor
een man geen misdaad is om na zeven
dagen Mistral zijn vrouw te vermoor
den!
Het is niet voor niets dat de ramen
in de Provengaalse huizen zo weinig
talrijk en klein zijn: zo min moge
lijk wind, koude en zon moeten er
door naar binnen komen.
Houtsprokkelen was trouwens een
van de geliefkoosde dorpsbezigheden:
voor de vrouwen dan. Ik heb er
in al die tijd nooit een man met een
loodzware takkebos zien rondlopen.
Bij het kasteel hoorde het Bois de
St. Jan, vol grote pijnbomen. In de
strenge winter van 1956 was een groot
deel hiervan bevroren en een ander
deel werd enige jaren later doör een
ziekte aangetast. De tegenwoordige
kasteelheer bekommert zich weinig om
zijn halfdode bos en iedereen uit het
dorp kan er net zoveel sprokkelen als
hij wil.
Iedere middag frok dezelfde
stoet oude dames „het bos in, ver
zamelde een „fagot" en op de te
rugweg gingen er meestal enkele
bij Madame B. langs om daar,
al Belotte (een kaartspel) spelend,
de middag te eindigen. Onvermij
delijk kwam dan ook ,,le petit ver
re" te voorschijn met het bijbe
horend zelf gemaakte, vaak zeer
sterke aperitief. Wanneer ik er met
mijn driejarige dochter was, werd
haar ook altijd een glaasje aange
boden. Ik had dan al mijn tact
nodig myn oude vriendin niet te
beledigen door te zeggen dat de
„foie" van mijn dochtertje niet
goed tegen alcohol kon.
Wat mij in die maanden dat wij in
Mirabeau waren zo opviel was de
vriendelijkheid en hartelijkheid van de
bewoners en hun grote liefde voor kin
deren. Bijna generaliserend kun je zeg
gen dat deze, de hele Provence door,
een ereplaats in het gezin innemen.
De opvoedingsmethoden mogen dan
niet geheel volgens Dr Spock zijn en
De mannelijke bevolking van Mira
beau houdt zich voornamelijk bezig met
de wijngaarden, alle terrasgewijs tegen
de heuvels aangelegd, de enkele laven
del-velden (voor parfum), de schapen
en de bebouwing van enige akkers.
De twee hereboeren uit de omgeving
hebben ieder denkbaar landbouwinstru-
ment tot hun beschikking, maar de
zoveel armere dorpsboer is nog heel
tevreden met zijn muilezels en oude
ploeg.. Zogauw de winterzon wat war
mer begint te worden, komen „les jeux
boules" te voorschijn. Zelfs het kleinste
dorp heeft zijn „boulodröme" waar
deze nationale sport een soort ge
ëvolueerd en even ingewikkeld als on
begrijpelijk knikkeren met veel ver
ve en onder de grootste opwinding be
oefend wordt.
Mirabeau heeft twee gezelligheids
centra. „Chez Baby" vootr de heren.
Er hangt een indrukwekkende stafkaart
van de buurt aan de muur, uit de
tijd van de Maquis en de meest ge
schonken drank is pastiche. Dit is dé
drank van de Midi, gemaakt uit anijs
en heel dicht komend bij de nu ver
boden absinth. Het Bureau de Tabac,
meer voor de dames, waarbij Madame
S, die als een autoritaire oude vogel
achter haar grote tafel zit, alle dorps
roddel begint en eindigt. Zowel „Chez
Baby" als in de Tabac. wordt door de
autochtonen uitsluitend Provencaals
gesproken. Frans is slechts voor de
vreemdelingen.
De grote drukte in Mirabeau komt
tijdens de schoolvakanties en het jacht
seizoen. Heel wat mensen uit Marseille
kochten er enkele jaren geleden een
huis (toen nog betaalbaar) lieten dit
opknappen en komen daar nu met hun
kroost de vakanties doorbrengen. Het
dorp komt dan ineens tot leven. Over
al 'gaan de luiken open, hangen er bed
den te luchten, staan er meer auto's
en het krioelt plotseling van de kin
deren.
Tijdens het jachtseizoen knalt ieder
een er op los en aangezien er niet
overdadig veel te knallen valt en de
jagers talrijk zijn en kennelijk niet
veel Natuurlijke Historie op school
leerden, vinden de dorpelingen het
maar beter in die tijd al hun pluim
vee op te sluiten..
Zo leeft Mirabeau voortzoals het
dat al sinds eeuwen gedaan heeft
in 1920 schreef Maurice Barrès,
toen de eigenaar van het kasteel,
dat er sinds de Franse revolutie
niets veranderd kon zijn. Met een
beetje geluk blijft Mirabeau nog
heel lang zoals het nu is!
B. M. REICHARDT-BOSCH
/Oral natuurlijk van de Joden. De
■feer van het vulgaire antisemitisme
s dit kleinburgerdom, waarin afkeer
»n minderwaardigheidscomplexen te
genover het heldere verstand en de
grotere geestelijke beweeglijkheid weel-
Ierig tieren. Glaser ontdekt ook de ver
borgen en slechts half geuite voorliefde
/oor de erotische prikkel, die in deze
:ultuur evenmin ontbreekt, niet als
openhartige vreugde aan het vrouwe
lijke schoon, maar als stiekeme en
erwrongen belangstelling.
Nazisme
Tenslotte breekt in deze sfeer ook de
wreedheid door en daarmee zijn we
bij het laatste, apocalytische stadi
um van de „Spiesser" aangekomen,
het nazisme. De documentatie die Gla
ser daaruit biedt, zal velen bekend zijn
en ze zal toch verrassen, aangrijpen,
in geheel haar ontstellende duidelijk
heid. Een enkel afgrijselijk voorbeeld,
uit het dagboek van de kampcomman
dant van Auschwitz, Höss. Hij schrijft
over zijn villa buiten het kamp: „Mijn
vrouw had een bloemenparadijs. Altijd
hadden de kinderen ook in de tuin
merkwaardige beestjes, die de gevan
genen kwamen aanbrengen of zü speel
den in het zwembadje in de tuin....
Hun grootste vreugde was het echter,
als Pappie mee kwam baden. Die had
echter slechts weinig tijd voor al dit
plezier van de kinderen. Mijn vrouw-
had mij vaak en vaak vermaand: denk
niet altijd aan de dienst, denk ook aan
je gezin!" Hier slaat de kleinburger
een satanische salto mortale - en blijft
toch zichzelf. Het is misschien de
grootste verdienste van het boek van
Glaser deze mysterieuze band tussen
het belachelijke en het demonische in
de „Spiesser" aangetoond te hebben.