ERS) De geroepenen in het hemd gezet Openhartig hoek van Duitse socioloog H. Glaser STENT- JNTANT TACHTIG IS PIEPJONG Höss en de kinderen Na 7 dagen mistral is moord vergefelijk lendiensf IOUDER 10NTEURS INM0NTEURS BOEKENPLANK Geen probleem Wensdroom Knikkeren Sprokkelen Drukte 20 21 LIFTEN Veranderend gezinsontwerp Spelevaren met Annie Schmidt DAGBtAD DE STEM VAN ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964 srkzaamheden Isingsmogelijk- Lekens, Markt 25, E Dieleman, Noord» rant „Scheldezicht", 9.00 uur. Int „Du Commerce", ot 9.00 uur. lip", J. Martens, Ker- l)e Bruyn, Achter de 00 uur. kizende Man", J. de 8.00 tot 9.00 uur. ^ur", Eenhoornplant- Groosman- Schee- Iche, Noordstraat 5, Lu Porte d'Or", P. 00 tot 9.00 uur. onze Afdeling Ipoedige indiensttreding: ploma (liefst M.B.A.) en rvaring. ;egevens onder no. 11424-0 il Bureau voor n financiële ir Vereniging indse Gemeenten standplaats omgeving aankomend ontwikkeling op niveau «.O., Praktijkdiploma Boek- derde studie voor S.P.D. jaar. ;rkkring op het gebied van ontrole bij gemeenten, ge en instellingen, waamheid. chiktheid goede erdere studie. brieven te richten aan de ireau, ag. 95-2441 tussen 18.00 uur en 19.30 te leuzen in Hotel Rotterdam 20.00 uur en 21.30 te Bres- 't Wapen van Bres kens tussen 18.00 uur en 19.30 te *en in Hotel „Goes" Smalle Kade. Het hierbij afgedrukte artikel over het Zuidfranse plaatsje Mirabeau is geschreven door een oud-inwoonster van Breda. Berthe Marie Bosch verliet Nederland in 1953. Zij bracht telkens een jaar in Frankrijk en Engeland door voor zij in dienst kwam als secretaresse van prof. Brugmans aan het Europa College te Brugge. Na drie jaar bij prof. Brugmans gewerkt te hebben, trouwde zij. Het echtpaar Reichardt-Bosch woonde een tijd in Brussel en daarna vier jaar in Engeland. Sedert januari van dit jaar verblijven de heer en mevrouw Reichardt in Zuid- Frankrijk: eerst in Mirabeau, nu in Les Vignes. PROVENCE PRIMITIEF EN PRIL Boven: aan de voet van de heuvel waarop het kasteel ligt, zijn nieuwe huizen ge bouwd. Hieronder: een charmant straatje in Mirabeau. De kinderen staan er in hoog aanzien. Gezicht op het dorp Mirabeau, met het kas teel als belangrijkste merkteken in het heu velachtige landschap. In de befaamde reeks „Pastorele Ca hiers" van de uitgeverij Paul Brand N.V. te Hilversum verscheen onder boven staande titel een „bijdrage tot het ge sprek over geboorteregeling". Een aantal openhartige gesprekken met katholieke en niet-katholieke echt paren werd als uitgangspunt genomen voor een serie sociologische en theolo gische beschouwingen door: mr. drs. C. Straver, drs. J. v. Hessen, drs A. v. d. Heiden en prof. dr. A. Hulsbosch o.s.a. Het frappante in deze bundel is wel Ie consequentie van alle auteurs in hun be nadering van het onderwerp: geen van hen gebruikt het enquêtemateriaal als springplank naar eigen theoretisch ge schrijf; allen nemen de ervaringen en commentaren van de gehuwden als ba sis en toetssteen voor hun bezinning. Hoe natuurlijk deze werkwijze ook lijken mag, zij is met name in deze materie helaas nog al te zeldzaam. Bevrijdend zal dan ook voor menige lezer in dit Cahier zijn, dat hier de pro blematiek in volle menselijke realiteit wordt geformuleerd en geanaliseerd. Dat het geschrift niet tot volledige op lossingen komt, is geen bezwaar. De grote verdienste is juist, dat de vraag stukken vanuit de mens scherp en zui ver worden verwoord. In alle weten schap is dit de enig juiste weg om tot oplossingen te kunnen komen. A.G. Mevrouw Annie Schmidt heeft met de ogen van een twaalfjarige in boekenkas ten rondgekeken Het resultaat van deze speurtocht is de bekende Ark, 'n bloem lezing van verhalen en gedichten over mensen, dieren en dingen, Die eerste Ark in 1955 te water gelaten. Het was een succes. De uitgever Querido te Amsterdam heeft er nu een kleinere versie van op de boekenmarkt gebracht, een bloemlezing uit de bloemlezing. Het is weer een verrukkelijk boekje geworden, ook mede door de illustraties van Jenny Dalenoord, een groot talent onder onze tekenaars Jong en oud zal ervaren, dat het ook met deze ark goed varen is. 1 M.4NNEER men vanuit Nederland naar de W F Provence trekt, is de Rivièra bijna altijd het doel. Een doel dat men in de meeste gevallen zo snel mogelijk wil bereiken. Er zul len dan ook tveinig toeristen zijn die werkelijk iels zien van de eigenlijke Provence. Het is pas door er tijdje te wonen en de bewoners te le ren kennen dat je dit merk waardige afgesloten en vaak nog zeer primitieve land gaal begrijpen. Met ons gezin woonden wij vier maanden in Mirabeau, waar nog steeds het kanteel van de. Riquetti's, Mar kiezen van Mirabeau. staat. Wij ont dekten dit dorpje de eerste dag dat wij op huizenjacht waren en vonden het zo aantrekkelijk dat wij eerst pro beerden er een huis te kopen. Maar hoewel de Franse boer in deze gebie den nog in grote primitiviteit leeft en weinig contact heeft met de buiten wereld, had hij toch al gauw begre pen. dat met een nieuw atoomcentrum in de buurt, je direct een paar mil joen (oude) Franken op je oorspron kelijke prijs moest leggen. Schaaps kooien en ruines waren dan ook voor ongehoorde prijzen op de markt. Toen het dus niet mogelijk bleek om tegen redelijke prijs een huis te kopen, huur den we er een, omdat wij toch aan Mirabeau ons hart verloren hadden. Het is een dorpje zoals er in de Provence zoveel zijn. Gebouwd tegen een heuvel om een kasteel. Zeer so- liede zwaar gebouwde huizen met wei nig en kleine ramen, platte rose-rode daken, nauwe straatjes, buiten veel bloemen in potten, tonnen en oude blik ken; veel was en overal fonteintjes. Een grote fontein midden op het dorps plein, onder de platanen en dan in elk ,,quartier" want zelfs zo'n dorpje van 265 zielen heeft zijn buurten een kleine fontein met bronwater. De straatjes lopen vaak trapsgewijs omhoog, beJh-ating is er nauwlijks en alles is er verweven met een geur van tijm, knoflook en schapen. Want Mirabeau is twee ,,troupeaux" rijk, die iedere dag onder leiding van een schaapherder en zijn twee honden het land intrekken. De graas-perceeltjes zijn echter zo klein, dat de herder voortdurend op zijn hoede moet zijn dat er geen gras uit een belendend perceel genuttigd wordt door zijn schapen. De bevolking uit Mirabeau bestaa voor het allergrootste deel uit wat wij in Nederland bejaarden plegen te noe men. Hier zijn ze echter in geen en kel >pzicht een probleem", maar een bijzonder opgewekte bevolkingsgroep Doordat de vrouwen meestal jong trou wen (16, 17 jaar is geen uitzonde ring de wet zegt 15 jaar en 3 maan den) en over het algemeen stokoud worden (80, 85 en dan nog lang niet aftands) zijn er generaties kinderen klein en achterkleinkinderen, waarover zij kunnen regeren en bazen. De twee hereboeren die wij in Mirabeau leer den kennen, hadden allebei twee nog bijzondere actieve „Mémères" in hun huis met wier mening wel degelijk rekening werd gehouden... Wij hadden in Mirabeau een grote vriendin, die ons oorspronkelijk haar huis voor vier miljoen O.F. verko pen wilde, maar die toen wij op dit aanbod niet ingingen, toch bijzonder vriendelijk bleef en vooral mij, in de Mirabelese society introduceerde. De ze Madame B., met haar 78 jaar nog volkomen goed ter been en van een grote opgewektheid voorzien, was de spil van een bijzonder babbelzuchtige vriendinnen-kring. Er was in Mirabeau dan ook heel wat te babbelen. Allereerst de gemeenteraad, waar iedereen wel een neef of ander fami lie-lid in had zitten. Van de dorpsklok die altijd achterliep werd gezegd: ,,Zi.j loopt zoals de zaken in de raad: lang zaam, heel langzaam!". Dan was er het zwarte schaap van het dorp, de daar sinds vier jaar wonende familie D., in het bezit van 13 kinderen. De oudste daarvan had verliefd durven worden op de achter-kleindochter van Madame B. Deze had daar al vele ..palpitations" en crises de coeur" door gekregen. Hét onderwerp van gesprek geduren de de maanden dat wij er woonden was, de „tout-a-l'égout", het riolerings- systeeem: een project dat al jaren in de pen was. De gemeenteraad maakte er aanzien lijk minder haast mee dan de echtge noten wel zouden willen. Natuurlijke mest is immers nog altijd beter dan alle kunstmesten bij elkaar en aan zienlijk goedkoper en één publieke W.C. a la Clochemerle in het dorp is rnim voldoende, meende de geachte gemeen teraad. De credieten die er waren, bleken dan ook te zijn gebruikt voor de uit watering van het laagliggende kerk hof, de asfaltering van enige buiten wegen en de verbreding met een bull dozer van een voetpad naar het sta tion. Toen waren de duiten op. Tot nu toe blijft de „tout-a-l'égout' dan ook een wensdroom. Hetgeen niet wegneemt dat iedereen toch bezig is in zijn huis hiervoor een plaats uit te kiezen. Aangezien je met water nu eenmaal zuinig moet omgaan in deze streken (70 N.F. per half jaar voor 500 1. per dag per gezin), hadden Ma dame B. en vriendinnen al bedacht dat de beste oplossing een pedaal W.C. moest zijn a double usage, n.l. met de douche er boven gemonteerd!!! De gemeenteraad met een bijzonder aardige, maar weinig actieve burge meester aan het hoofd, had nog wel enige eigenaardigheden, maar maakte het toch niet zo bont als de burge meester in een naburig dorp, tegen wie een juridische enquete aanhangig werd gemaakt was, omdat hij syste matisch iedere immigratie in zijn dorp weerde en aan alle kanten bouwver- oude vertrouwde kiezerskring in zijn gunningen stagneerde. Dit alles om de gehucht niet te vergroten met moder nistische nieuwelingen die hem wel licht niet zouden herkiezen... Het beroemde woord van Wilhelm 11: „Völ- ker Europas, wahret Eure heiligsten Gü- ter" (tegen het gele gevaar). Portret van Hitier op de tentoonstelling in München 1937 (destijds genoemd: Hitier als kruising tussen Jeanne d'Arc en Char lie Chaplin). (Van onze medewerker dr. K. J. Hahn) Het kenmerkt nu eenmaal onze gehele eigentijdse cultuurkritiek: we wroeten in ons verleden en in ons gewe ten, we willen onze eigen ontwikkeling, die van onze maatschappij en die van ons volk, na de bloedige censuur van de tweede wereldoorlog nu met andere, meer objectieve ogen bekijken en koel beoordelen. Biografieën, geschiedenisboeken, brieven en herinneringen en vooral documentaties zijn de literatuur waarin zich dit stre ven uitleeft. Dit onverzadigbare „historisme" van onze tyd werkt begrypelykerwijs bijzonder sterk in Duitsland, waar men sinds 1945 onafgebroken bezig is met hetgeen men daar de „Bewaltigung der Vergangenhcit" noemt, d.w.z. met de exacte vaststel ling en verklaring van de ontzettende dingen die in bet Duitsland van vóór 194: zijn gebeurd en hierin onderscheidt zich Duitsland weinig van Rusland waa- het volk een ongewone drang voelt nu eens alles te weten over de gruwelen va; de Stalinistische terreur. juist verschenen boek „Spiesser-Idec logie von der Zerstörung des deul Schen Geist:s im 19. und 20. Jahrhun der" (Verlag Rombach, Freiburg i Br.) een scherpe analyse van de Duit se Spiesser" ondernomen - het woorr betekent oorspronkelijk ..paaldorpbe woner" en daarbij letterlijk en fi guurlijk len boekje geopend over d bedenkelijke geestelijke sfeer waarii de Duitse kleinburger reeds meer dai een eeuw opgroeide. Het s een lezenswaardige, verras ,-ende, zeer vaak lachwekkende, amu santé, niet minder vaak echter adem benemende literatuur, zoiets als ee; anthologie ,,Uit het rijke Duitse leven of „Parade van de Germaanse broc ders", zeker eenzijdig, wreed, overdrij vend, soms van kleinburgerlijke bekrom penheid te vlug overschakelend op de monische wereldhistorische krachten Aan deze belangstelling voor het vei leden heeft men het nu te danken dai ook de Duitse kleinburger, ieze karak teristieke figuur van een nog niet a] te 'e*- Duits verleden, die ook heden nog niet helemaal opgelost is in de industriële massa-maatschappij, eens wetenschappelijk onderzocht en in een bepaald Duits cultuur-historisch per spectief geplaatst is. De Duitse socio loog Hermann Glaser heeft in het zo- die in het jongste Duitse verleden wer den ontketend, soms minder een objec tieve analyse dan een met koude harts 'ocht gevoerd proces tegen een bepaal le Duitse „geest" en een bepaald Duitse „maatschappij". De documentatie is er echter, de ci aten liegen niet, evenmin de zij he >ok weinige, maar daarom niet minde' overtuigende illustraties. Er is in d< Duitse kleinburger in de loop van d< negentiende eeuw een geestesgesteld heid gegroeid die de hoge wijsgerige religieuze en culturele vlucht van he Duitse denken terug geprojecteerd heel in een bekrompen, sentimenteel, rc nantisch gemoed waar de ideeën vei /alst, verzoet en met een merkwaai lige „Germaanse" machtswellust gi •ombineerd werden. Het resultaat kei- oen we, de ontwikkeling, de groei va lit kleinburgerdom dat in Hitler we eldgeschiedenis maakte, verdiende ze ;er een nieuwe studie. Hermann Glasei leeft ze aangepakt en ook als men toe noet geven dat hij zijn these met een nanische hardnekkigheid verdedigt, hi.i leeft een historisch gegeven in handen lat zich niet laat negeren. Glaser brengt voor zijn taak een ui termate scherpe filosofische en histo rische geest, een uitgebreide kennis en 2en levendige en rijke stijl mee. De lectuur is dus allesbehalve vervelend- locerend, het boek heeft de voordelen m de grenzen van een pleidooi. Glasei naakte het zich daarom ook niei gemakkelijk hij zoekt de kleinburgei laar waar men hem niet vermoedt: oij de grote denkers, wijsgeren en ge eerden. Hij ontmaskert het zeker nie onbekende, maar steeds weer verras ende nationalisme van Fichte, dat van laag spookachtig bekrompen aandoe! lij laat de diepe xenofobie van de ro nantische publicist Arndt zien, deze chrijver die in generaties van Duits' •holieren het nationale denken heef ovormd gebaseerd op een bijna am alische haat tegen de Fransen. Wy volgen Glaser in de ontleding /an een proces Rat in Wagner tol een verheerlijking en popularisering van de Germaanse cultuur leidde en tenslotte door Nietzsche en Oswald Spengler onder de kleinburgers het gevoel verspreidde de geroepenen van een machtig wereldryk, dn ionen van een goddeiyk ras, de heren van de geschiedenis te zijn een typisch kleinburgerlijke wensdroom die in fi guren als Wilhelm II een groteske climax bereikte. Wie naleest met velk belachelijk pathos de laatsh Duitse keizer de Germaanse cultuv wilde doen herleven en het „avond and" tegen het gele gevaar wild beschermen, krygt geleidelijk een in druk van de dimensies die een der gelijke mening aan kleinburgerlijk mufheid en het besef van historfscl' zending kon nemen. Uit deze menging wordt een rare le ensstijl geboren, de liefde voor de idyl le, voor de „Gartenlaube". het zoete en sentimentele interieur, verbonden met ideële voorstellingen van de held- achtige blonde Germaan, de brave nuisvrouw. Dit alles is gedompeld in een mythische duisternis van gevoelens van dromen, van archaïsche eenvoud; logica, intelligentie, wetenschappelijke exactheid gelden als een cultuuruiting van bedorven rassen uit bet Zuiden, Wij vonden in de heel grote huis kamer van ons huis een metersbrede Provencaalse haard waarin de huis baas ter onzer ere een halve boom stam had aangestoken. In de keuken stond een ,,cuisinière"f een onmoge lijk instrument met twee ovens, een warmwater reservoir, bouillotte gehe ten, en een piepklein hokje waar piep kleine houtjes netjes op maat gekapt in gestookt werden en bovenop twee kookringen. Hoewel ik met de open haard al vrij snel leerde omgaan en met be hulp van vele scheuten spiritus, 's mor gens min of meer snel de tempera tuur van 9 tot 11 graden omhoog kreeg 's avonds met moeite tot 15 graden heb ik nooit iets van de cuisinièire terecht gebracht. Het ellendige ding rookte meestal tot hij heet was, brand de dan goed voor enkele uren en stik te vervolgens in een kolendamperige atmosfeer. Ik heb mij dan ook altijd verbaasd hoe mijn Franse collega huisvrouwen hun toch even koude ka mers gloeiend heet wisten te maken met hun cuisinières en dat met de helft van het hout dat ik gebruikte. ons wat vreemd lijken, het is zeker geen liefde en aandacht, die deze klei ne, donkere, mooie en bijzonder leven dige kinderen tekortkomen. Hét grote probleem, waarmee wij, omdat wij begin januari in Mirabeau aankwamen, te maken kregen, was verwarming. Het klimaat in de Pro vence is ruw de strenge winters, hete zomers en niet te vergeten de gure, in de zomer alles verdrogende Mistral, die na groepen van drie waait: of drie dagen, of zes of negen. In het Oud Provenqaalse Recht komt een ar tikel voor, waarin staat dat het voor een man geen misdaad is om na zeven dagen Mistral zijn vrouw te vermoor den! Het is niet voor niets dat de ramen in de Provengaalse huizen zo weinig talrijk en klein zijn: zo min moge lijk wind, koude en zon moeten er door naar binnen komen. Houtsprokkelen was trouwens een van de geliefkoosde dorpsbezigheden: voor de vrouwen dan. Ik heb er in al die tijd nooit een man met een loodzware takkebos zien rondlopen. Bij het kasteel hoorde het Bois de St. Jan, vol grote pijnbomen. In de strenge winter van 1956 was een groot deel hiervan bevroren en een ander deel werd enige jaren later doör een ziekte aangetast. De tegenwoordige kasteelheer bekommert zich weinig om zijn halfdode bos en iedereen uit het dorp kan er net zoveel sprokkelen als hij wil. Iedere middag frok dezelfde stoet oude dames „het bos in, ver zamelde een „fagot" en op de te rugweg gingen er meestal enkele bij Madame B. langs om daar, al Belotte (een kaartspel) spelend, de middag te eindigen. Onvermij delijk kwam dan ook ,,le petit ver re" te voorschijn met het bijbe horend zelf gemaakte, vaak zeer sterke aperitief. Wanneer ik er met mijn driejarige dochter was, werd haar ook altijd een glaasje aange boden. Ik had dan al mijn tact nodig myn oude vriendin niet te beledigen door te zeggen dat de „foie" van mijn dochtertje niet goed tegen alcohol kon. Wat mij in die maanden dat wij in Mirabeau waren zo opviel was de vriendelijkheid en hartelijkheid van de bewoners en hun grote liefde voor kin deren. Bijna generaliserend kun je zeg gen dat deze, de hele Provence door, een ereplaats in het gezin innemen. De opvoedingsmethoden mogen dan niet geheel volgens Dr Spock zijn en De mannelijke bevolking van Mira beau houdt zich voornamelijk bezig met de wijngaarden, alle terrasgewijs tegen de heuvels aangelegd, de enkele laven del-velden (voor parfum), de schapen en de bebouwing van enige akkers. De twee hereboeren uit de omgeving hebben ieder denkbaar landbouwinstru- ment tot hun beschikking, maar de zoveel armere dorpsboer is nog heel tevreden met zijn muilezels en oude ploeg.. Zogauw de winterzon wat war mer begint te worden, komen „les jeux boules" te voorschijn. Zelfs het kleinste dorp heeft zijn „boulodröme" waar deze nationale sport een soort ge ëvolueerd en even ingewikkeld als on begrijpelijk knikkeren met veel ver ve en onder de grootste opwinding be oefend wordt. Mirabeau heeft twee gezelligheids centra. „Chez Baby" vootr de heren. Er hangt een indrukwekkende stafkaart van de buurt aan de muur, uit de tijd van de Maquis en de meest ge schonken drank is pastiche. Dit is dé drank van de Midi, gemaakt uit anijs en heel dicht komend bij de nu ver boden absinth. Het Bureau de Tabac, meer voor de dames, waarbij Madame S, die als een autoritaire oude vogel achter haar grote tafel zit, alle dorps roddel begint en eindigt. Zowel „Chez Baby" als in de Tabac. wordt door de autochtonen uitsluitend Provencaals gesproken. Frans is slechts voor de vreemdelingen. De grote drukte in Mirabeau komt tijdens de schoolvakanties en het jacht seizoen. Heel wat mensen uit Marseille kochten er enkele jaren geleden een huis (toen nog betaalbaar) lieten dit opknappen en komen daar nu met hun kroost de vakanties doorbrengen. Het dorp komt dan ineens tot leven. Over al 'gaan de luiken open, hangen er bed den te luchten, staan er meer auto's en het krioelt plotseling van de kin deren. Tijdens het jachtseizoen knalt ieder een er op los en aangezien er niet overdadig veel te knallen valt en de jagers talrijk zijn en kennelijk niet veel Natuurlijke Historie op school leerden, vinden de dorpelingen het maar beter in die tijd al hun pluim vee op te sluiten.. Zo leeft Mirabeau voortzoals het dat al sinds eeuwen gedaan heeft in 1920 schreef Maurice Barrès, toen de eigenaar van het kasteel, dat er sinds de Franse revolutie niets veranderd kon zijn. Met een beetje geluk blijft Mirabeau nog heel lang zoals het nu is! B. M. REICHARDT-BOSCH /Oral natuurlijk van de Joden. De ■feer van het vulgaire antisemitisme s dit kleinburgerdom, waarin afkeer »n minderwaardigheidscomplexen te genover het heldere verstand en de grotere geestelijke beweeglijkheid weel- Ierig tieren. Glaser ontdekt ook de ver borgen en slechts half geuite voorliefde /oor de erotische prikkel, die in deze :ultuur evenmin ontbreekt, niet als openhartige vreugde aan het vrouwe lijke schoon, maar als stiekeme en erwrongen belangstelling. Nazisme Tenslotte breekt in deze sfeer ook de wreedheid door en daarmee zijn we bij het laatste, apocalytische stadi um van de „Spiesser" aangekomen, het nazisme. De documentatie die Gla ser daaruit biedt, zal velen bekend zijn en ze zal toch verrassen, aangrijpen, in geheel haar ontstellende duidelijk heid. Een enkel afgrijselijk voorbeeld, uit het dagboek van de kampcomman dant van Auschwitz, Höss. Hij schrijft over zijn villa buiten het kamp: „Mijn vrouw had een bloemenparadijs. Altijd hadden de kinderen ook in de tuin merkwaardige beestjes, die de gevan genen kwamen aanbrengen of zü speel den in het zwembadje in de tuin.... Hun grootste vreugde was het echter, als Pappie mee kwam baden. Die had echter slechts weinig tijd voor al dit plezier van de kinderen. Mijn vrouw- had mij vaak en vaak vermaand: denk niet altijd aan de dienst, denk ook aan je gezin!" Hier slaat de kleinburger een satanische salto mortale - en blijft toch zichzelf. Het is misschien de grootste verdienste van het boek van Glaser deze mysterieuze band tussen het belachelijke en het demonische in de „Spiesser" aangetoond te hebben.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 15