MARI ANDRIESSEN KEES VERWEIJ Oudere tradities niet traditioneel (Jackie Coogan) Werkloze legende Het genadeschot DE VIJF PIANO-CONCERTEN VAN BEETHOVEN OP ÉÉN PLAAT JACKIE COOGAN, de man die eens als The Kid miljoenen ontroer de, kan op zijn vijftigste verjaardag alleen nog maar dromen van de roem en de miljoenen van weleer Voortreffelijk gecomponeerde roman van Simon Vestdijk Kort kunstnieuwi DOP atie Makelaars mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen e vrouw K [N HET Centraal Museum aan de Agnietenstraat te Utrecht expose ren tot 8 november de beeldhou wer Mari Andriessen en de schilder Kees Verwey. Beiden zijn rond 1900 geboren, beiden leven en werken in Haar lem. Beiden zijn „hardwerkende" kunstenaars, wier invloeden uitslui tend positief zijn. En hiermede houdt het gemeenschappelijke van deze twee niet op. In hun werken zijn overeenkomsten te ontdekken. Hun beider oeuvre laat zich niet in één der moderne stromingen in passen en toch, hoewel zij oudere tradities handhaven, zijn hun wer ken niet traditioneel. Integendeel, hun werk is van deze tijd en naar mijn overtuiging van alle tijden. ees Verwey is voortgekomen uit het milieu waarin schilders als Breitner, Willem Witsen en Floris Verster en dichter Albert Verwey een belangrijke rol speelden. Het impressionisme be leeft zijn hoogtepunt. Deze mentaliteit en „zienswijze" (dit laatste in de meest letterlijke zin van het woord) heeft Verwey nooit losgelaten. Hij is geen „verlate" tachtiger, hij weet aan de ideeën van deze voorgangers een volledig nieuwe inhoud te geven. Kees Verwey bewaart in de meest zintuigelijke zin van het woord het geziene", hetwelk voor een groot deel bepalend is voor het oeuvre der tach tigers. Hij vervaardigt portretten, stil levens en 1 .ndschappelijke verbeeldin gen, waarin het coloriet, de sfeer en de toonwaarden scherp observerend zijn vastgelegd en vooral later vaak hevige waarde bereiken. In feite zichzelf steeds weer volledig vernieuwend zijn de nimmer aflatende experimenten om dit naturalisme voortdurend te verhevigen. Binnen de grenzen van dit experiment is dit meer dan veertig jaren omvattende oeuvre toch van een volkomen eenheid. Deze expositie is volledig represen tatief voor de werkwijze van Kees Verwey uit elke periode van zijn veel bewogen kunstenaarsleven. Wij zien, dat hij vóór 1948 sterk impressionistisch georiënteerd was, terwijl juist daarna zijn naturalistische werkwijze meer en meer persoonlijk wordt. Het coloriet wordt heviger, de vorm benadert sterk het expressieve. De zuiver uiterlijke gelijkenis van zijn portretten maakt plaats voor zijn psychologische benadering van het in dividu. De veelzijdigheid van uiting en de tegenstrijdigheden, die zich soms in zijn werken manifesteren, komen voort uit een zeer eigentijdse houding. Het is voor hem een gewetenszaak de eer lijkheid te laten prevaleren boven alles. Verwey is als creatief kunstenaar non conformist tot in de toppen van zijn zo vaak met verf besmeurde vingers. Door deze eigenschap is er de boeiende relatie met het verleden, maar ook het welhaast tastbare contact met de meest progressieve vorm van moder nisme. Anders gezegd, Kees Verwey is als mens en als schilder een ge ïnspireerd avonturier op zoek naar de schoonheid, van zich zelf bewust, dat de absolute schoonheid voor de mens een onbereikbaar ideaal is, maar ver beten strijdend dit ideaal zo dicht mo gelijk te benaderen. HierbovenOok in de meest alledaagse dingen is de pure schoonheid te ontdekken. Hiervan getuigt dit aquarel van Kees Verwey. Het verbeeldt de studeerkamer van prof. Sjollema. Hieronder: Een ontroerend beeldje in brons Annun ciatiedat Mari Andriessen in 1930 vervaardigde. Het is eveneens geëxposeerd in het Centraal Museum. De menselijke figuur is bij beeld houwer Mari Andriessen het belang rijkste onderwerp voor zijn creatieve uitingen. En hiermede bedoel ik niet, dat het de schone vormen van de mens zijn,.die hem op de eerste plaats boeien. Het is vooral het volledig re gister van de menselijke emotionali teit, dat hem fascineert en bezighoudt. Zonder de uiterlijke vormen te ver waarlozen geeft hij hieraan gestalte, veelal slechts even aangeduid door de houding of een armgebaar, maar nim mer mis te verstaan. Vóór de oorlog vervaardigde hij veel religieuze" opdrachten voor sculp turale versieringen van kerken. Zijn grootste werken ontstonden echter na 1945 toen hij opdrachten kreeg om een aantal oorlogsmonumenten te vervaar digen. Monumentale groepen of soms een enkele figuur zijn geplaatst in de ste den Amsterdam, Enschede, Botter dam, Putten en Nijmegen. Grote foto's van deze monumenten, met de omgeving waarin zij geplaatst zijn, ge ven de bezoeker hiervan een duidelijk beeld. Deze oorlogsgedenktekens zijn meestal eenvoudige, uit zware vormen opgebouwde figuren, die afwisselend keiharde onverzettelijkheid verbeel den, dan weer getuigenis afleggen van een ingetogen berusting, verbijstering, of vertrouwen in de toekomst ondanks alles. Deze monumenten zijn ernstig en eenvoudig, maar vol van een geladen heid, die soms wonderlijk contrasteert met de uiterlijke verschijningsvorm. Elke vorm van onoprechtheid, effect zoekerij of manierisme is er aan vreemd. Hij deed de natuur nimmer geweld aan, maar toch zie ik in hem een voorganger op het pad, dat voert naar wat men ,,de moderne" kunst belieft te noemen. ,,Ik houd wel van moder ne muziek, maar als ik er naar luis ter, moet ik in het diepst van mijn hart erkennen, dat Mozart mij meer ontroert" zegt Andriessen. ,,Ook volg ik de moderne literatuur; maar toch vind ik uiteindelijk Tolstoi en Tsjechov grootser, gaver en in dringender, ik kan er niets aan doen, zo ben ik nu eenmaal." Zo is het ook met zijn beeldhouw werk. Hij neemt kennis van het oeuvre van welhaast alle hedendaagse beeld houwers, maar hij blijft zichzelf, zich voegend naar zijn dichterlijke geest, zijn expressiviteit soms tot grote hoog te opstuwend, zonder nochtans zich zelf voorbij te lopen. De grote kracht van Andriessen ligt niet bij de uiterlijke verschijningsvorm, maar in de fijnzinnige geest, zijn .esprit, die elk onderwerp met een nieuwe b deling benadert, zijn gevoe ligheid zijn natuurlijk gevoel voor ruimtelijkheid compositie en vorm, maar boven alles bij zijn nimmer af latend gevoel voor verantwoordelijk heid tegenover zijn medemens? J. A. JACK COOGAN, de man, die jaren geleden als The Kid miljoenen «mensen heeft ontroerd, wordt de zesentwintigste van deze maand vijftig jaar. De filmwereld ziet in deze verjaardag weinig reden tot feesten, want The Kid, die op zijn vierde jaar wereldberoemd was is nu een vergeten derderangs acteur. De roem, die hem door zijn verschij ning in Chaplinfilms in de schoot werd geworpen is al lang verbleekt. Zijn dollars zijn op en zijn naam spreekt een jongere generatie niet eens meer aan. Voor de ouderen zal ze daarentegen onverbrekelijk ver bonden blijven aan de verschijning van dat jochie met die veel te grote pet en die haveloze kleren. Jack (ie) Coogan heeft een wisselvallig leven achter de rug, waarin de ui tersten elkaar schijnen te benaderen. Op 26 oktober 1914 in Los Angeles ge boren, maakte hij zijn filmdebuut, toen hij zejge en schrijve zestien maanden oud was. Enkele jaren later, in 1920, was hij wereldberoemd. De rol van het haveloze zwervertje maakte hem tot de bekendste en derhalve best betaalde kinderacteurs van zyn tijd. Op een leeftijd, dat een ander gaat uitzien naar een baantje, had Coo gan al bijna vijf miljoen dollar verdiend met filmspelen. Daarbij kwamen dan nog een paar lieve miljoentjes, die hij incasseerde voor het gebruik van zijn naam in advertenties e.d. Op 21-jarige leeftijd was hij meervoudig miljonair. De rijkdom heeft hem overigens wei nig geluk gebracht. Het geld is letter lijk zijn ondergang geworden. Zijn le vensverhaal is vol dramatische diepte punten. Op het ogenblik is The Kid een onbetekenend man geworden, die ver slaafd is aan drank. Samen met anderen is hij bovendien al verschil lende malen gearresteerd, omdat hij verdovende middelen in zijn bezit had. Een poging om in zaken geld te ver dienen is mislukt. Zijn vroegere mil joenen zijn opgesoupeerd door zijn ou ders. Toen de dollars binnen rinkelden stichtten zijn ouders n.l. de „Jackie THE KID Coogan maatschappij", waarvan ze zelf de enige directieleden waren. Jac kie had het materieel beter dan wie ook, maar toen zijn vader stierf was zijn erfenis niettemin gereduceerd tot duizend dollar. Zijn moeder hertrouwde en zette de „zaak" voort. Jackie pro beerde door middel van een proces zijn geld te krijgen, maar het enige dat hij heeft kunnen bereiken was een regeling, waarbij hem 200.000 dollar werd toege wezen Na aftrek van de proceskosten restten hem nog 30.000 dollar van de miljoenen die hij als The Kid had ver diend. Na zijn proces werd er in de staat Californië wel een wet aangeno men, waarbij kinderacteurs werden be schermd tegen eventuele financiële ma nipulaties van hun ouders. Maar voor Jackie kwam deze wet te laat. Toen hij probeerde als volwassen acteur voet aan de grond te krijgen kreeg hij de ene teleurstelling na de andere te verwerken. Hij zou er nooit meer in slagen de roem, die hij als kind zo ge makkelijk had verkregen, als volwas sene met hard werken te herwinnen. Zijn loopbaan bewoog zich dan ook in omgekeerde richting, nu en dan onder broken door enkele filmsuccessen. Toen hij na de tweede wereldoorlog, waarin hij zich in Birma onderscheiden had, opnieuw naar de filmstudio's trok wer den hem alleen nog tweederangs rol len aangeboden. Hij beproefde zijn ge luk bij de televisie, maar ook daar bleef succes uit. „Lonely hearts" is de laatste film, waarin hij te zien is ge weest Merkwaardig genoeg hebben al die moeilijkheden Jackie Coogan niet diep geraakt. Hij is een rustig man gebleven, die de zaken neemt zoals ze komen. ,,Ik ben een werkloze legende" schijnt hij zelf eens gezegd te hebben. ,,Ik heb altijd in Hollywood gewoond, maar ik heb er nooit iemand van kunnen over tuigen, dat ik kan acteren". BERT VAN OOSTERHOUT The Kid, het haveloze jongetje, dat in deze creatie naast Chaplin mil joenen heeft verdiend, maar die thans een werkloze acteur is. WE WETEN niet het hoeveel ste boek van Simon Vest dijk „Het genadeschot" is, dat dezer dagen bij de uit geverij Nijgh en Van Ditmar te 's-Gravenhage-Rotterdam is verschenen. Eerlijk gezegd zijn we de tel kwijt geraakt, maar het aantal moet tussen de veertig en vijftig liggen. Afgezien dan nog van de talrijke dichtbundels en es says. Alles bij elkaar een machtig oeuvre, dat langza merhand de Nobelprijs wel verdient. "JVTa het niet zo enthousiast ontvangen Ti „Bericht uit het hiernamaals" is „Het genadeschot" een duidelijke re vanche. Het verhaal speelt in Oosten rijk, waar Vestdijk vaak zijn vakan tie pleegt door te brengen en waar hij vermoedelijk de nodige couleur locale heeft opgedaan. Ook is hij tot in de kleinste bijzonderheden bekend met de werk zaamheden van een Oostenrijkse bus chauffeur, zoals uit zijn beschrijving van de ik-figuur, Ignaz Vorbrot, blijkt. Deze was in de tweede wereldoorlog chauffeur van de Gruppenführer Ba- lavater, in welke persoon Vestdijk al het demonische van het nazi-regime heeft samengebracht. Vorbrot was behalve een goed chauffeur ook een goed schutter, welke eigenschap hem noodlottig zou worden. Als hij in het eerste hoofdstuk vertelt, dat hij op het traject Bund-Schittach een stel dwergen in zijn bus krijgt, die tijdens de voorstellingen in hun cir cus de scène van Wilhelm Teil spelen, noemt hij het pief paf poef „een klank uit zijn verleden, een soort verre echo". Vorbrot heeft namelijk in dienst van Balavater en onder diens dwang aan een veemmoord deelgenomen. Deze doctor Albin Balavater, gewezen lector in de geschiedenis, aan het front gewond, een beetje gek, is met al zijn sadisme en duivelse praktijken meesterlijk geschilderd. Hij heeft zijn chauffeur volkomen in zijn macht en bedreigt hem voortdurend met depor tatie naar het front. Vorbrot weet echter zijn mannetje te staan en geeft goed partij. Men kan zich zelfs afvra gen of Vestdijk niet al te veel van zijn eigen intelligentie op deze eenvoudige, ongeletterde chauffeur heeft overge dragen. De antwoorden, die de man geeft, en de gesprekken, die hij voert, getuigen in elk geval van een gezond verstand en zeldzaam raffinement. Met dat al kan hij zich toch niet ont trekken aan genoemd veemgericht. Balavater is van mening, dat er, om het moreel te verbeteren, een zuive ring moet plaatshebben onder „de lafaards, de potentiële overgevers. de smartlappen, de stinkbroeken, de sluwe verraders". Hij wijst op een lange lijst van „uitverkorenen" het echtpaar Johann en Stefanie Faschau- ner aan. Balavater schiet zelf Johann neer; Vorbrot raakt Stefanie in het bekken om haar te sparen. Later ont moet hij de vrouw, die geheel ver lamd is. in haar schuilplaats. In zijn sympathie voor het slachtoffer helpt hij haar zo goed hij kan, maar wordt verraden. Balavater geeft hem op dracht de vroüw te likwideren. Pas op het eind van de roman, als Vorbrot aan een zoon van Stefanie alles op biecht, blijkt hoe hij tegen zijn zin en door de omstandigheden gedwongen en om erger te voorkomen aan dit be vel heeft voldaan. We hebben hier slechts zeer summier de inhoud van dit rijke boek kun nen weergeven. Men leze het in zijn geheel om er volledig van te kunnen genieten. Daarbij zal de bijzonder knappe compositie onmiddellijk in het oog springen. Vestdijk heeft het ver haal namelijk zo ingedeeld, dat de on even hoofdstukken in het heden gesi tueerd zijn, de even hoofdstukken in de oorlogsjaren. Geleidelijk aan ziet men de gebeurtenissen naar elkaar toevloeien tot zij opgaan in een gran dioze synthese. Ondanks dit voortdu rend springen van heden naar verle den. laat het boek zich vlot en gemak kelijk lezen. Vestdijk is wel ooit de duistere denker van Doorn genoemd, maar in dit boek is hij zo helder als glas. Ofschoon er veel geschoten ei gemoord wordt, is er geen sprake vai drakerigheid of melo-dramatiek. Bo vendien heeft Vestdijk bewezen, da het in onze dagen nog mogelijk is een spannende hoogstaande roman te schrijven zonder de erotiek voortdu rend op de voorgrond te stellen. Dit boek is voltooid in oktober 1963. Inmiddels heeft de auteur niet stilge zeten. In het maandblad Maatstaf zijn al enkele fragmenten uit zijn nieuwe roman „Juffrouw Lof' opgenomen, die in het voorjaar verschijnt, waarna een jeugdroman „Zo de ouden zongen" in het najaar van 1965 zal uitkomen. Ergens merkt Vestdijk in „Het gena deschot" op, dat over Balavater in de Riedlhof een boek zou zijn te schrij ven. Wellicht doelt hij hier al op een vervolgroman. Het staat wel vast, dal we van deze 66-jarige literator nog veel te verwachten hebben. WILLEiM v. d. VELDEN EERSEL Rien van den Brinl- exposeert van 17 oktober tot 2 novem ber in de zalen van het gemeentehuis, te Eersel. Burgemeester Stevens open de tentoonstelling, die tot 2 novembei duurt. EINDHOVEN Hans van Zummc ren exposeert in De Krabbedans 1 Eindhoven vanaf 17 oktober schilderij en, gouaches en tekeningen. BEETHOVEN T~\E 5 pianoconcerten van Beethoven vormen een afzonderlijk, afgerond hoofdstuk in zijn oeuvre. Geen ervan heeft die wat mysterieuze faam die vele andere andere werken van Beethoven bezitten: in vele van zijn symfonieën, in sonates en kwartetten weerspiegelt zich de tragiek van een stormachtig bewo gen kunstenaarsleven. pEEN van de pianoconcerten heeft ech ter een „historie". Hun grote popula riteit is echter onmiskenbaar. Ze dan ken die aan de onvoorstelbaar grote mu zikale uitdrukkingskracht die Beetho ven, schijnbaar moeiteloos, in deze con certen wist te leggen. Beethoven was in de eerste plaats een pianist. Hij werd later een univer seel musicus, ook al was zijn kracht in de vocale sector beslist niet groot. Maar hij is naar het meesterschap in de compositie geklommen via het klavier. Beethovens pianoconcerten zijn sinds de uitvinding van de grammofoonplaat onophoudelijk in de groef vastgelegd. Zelden echter worden ze alle vijf tege lijk in serie uitgebracht. Onder de twee labels die zich daartoe thans hebben gezet is Columbia, dat de befaamde uit Chili afkomstige pianist Claudio Arrau heeft gecontracteerd. Op vijf afzonderlijke platen, niet in album dus ook los verkrijgbaar, speelt hij de concerten met het Philharmonia Orkest o.l.v. Alceo Galliera. Arrau, hoe wel een veelzijdig pianist, is voor Beet hoven bijzonder gedisponeerd, misschien wel omdat iets in het karakter van deze grote kunstenaar correspondeert met dat van de geweldenaar Beethoven. Hij geeft een grandioze vertolking van de vijf, waarbij het orkest in artistieke grootheid wel wat achterblijft bij de solist, helaas. FNE REEKS pianoconcerten geeft, zij het summier, ook een goed beeld van Beethovens ontwikkeling: in het eerste en het tweede (zoals men weet eigen lijk verkeerd genummerd) onderkent men naast de onmiskenbare belofte van een nieuw en volstrekt uniek talent, nog de banden waarmee de jonge com ponist vast zit aan de traditie, aan de rococo en aan Mozart. In het derde heeft hij zich daarvan bevrijd en in het vierde bereikt hij, naar veler mening, het hoogtepunt Het is een briljant con cert, dat evenwel in populariteit nog achterblijft bij het vijfde, het enige met een bijnaam: het Keizerconcert. Het is dan ook volmaakt represen tatief voor de gehele reeks van vijf. In geen ander is de overgang van nau welijks bedwingbare krachten naar het bruisend losbreken zo feestelijk, geen van de vijf finales is zo spiritueel als het na een mysterieus-beloftevolle mo dulatie losbarstende rondo van het Kei zerconcert. A RRAU is in de uitvoering van elk der concerten onbetwist meester. De kosmopoliet uit Chili (hij woont in de V.S. en trad in vele plaatsen ter wereld op) is een van de meest begaafde pia nisten die onze tijd kent. Hij is de enige kunstenaar die over een diplomatiek paspoort beschikt: in eerlijke bewonde ring voor zijn grote zoon heeft Chili hem dat verstrekt, als een praktisch bewijs voor de overigens zo cliché matige stelling dat de kunst geen gren zen kent. Hij maakt de vijf Columbia-platen tot een waardevol bezit voor elke disco theek. Het bewust achterwege laten van een kostbare uitvoering maakte ze ook voor iedere platenkoper zonder enig bezwaar betaalbaar. (Columbia 33 GHX 501 t.m. 505). ARRAU diplomaat van de kunst jfsruimte voor vele doel- ile grondoppervlakte ca. iwd ca. 600 m2, vraagprijs 115.000,— k.k. /enwoning in modern op- winkelcentrum 106.000,— k.k. venwoningen in het stads- 115.000,— k.k. rnte herenhuizen met ga- olie C.V. open haard en :a. 725 m2 gedeeltelijk be- ichtige omgeving, ca. 8 km 25 km van Breda, vanaf 48.700,— k.k. gs van 14.0016.00 uur, visvijvers (waarin diverse s, bungalows, chalets of een park met gazon en vanaf 22.500,k.k. x nabij het centrum met ten, totale oppervlakte ca. f 700.000,— k.k. en, tel. 04000 - 22219 D VIESKANTOOR BAGBLAB DE STEM VAN ZATERDAG 17 OKTOBER 1964 zachtheid van de tse Hooglanden... it er bij Drambuie

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 7