BOUW VAN COENTUNNEL IN 1965 VOLTOOID Bijzondere verlichting en natuurlijke ventilatie noviteiten van Nederlands derde onderwatertunnel i verkocht bi] eciaalzaken, iad terzijde staa# borduurkaarten bij Neveda wof. door MONIQUE FLOOR Vooruitgang Zinkelementen Nauwkeurigheid Haak-en-oog Beertje en robben Stormvogels Elk wat wils Vakantie-oord ste. Neem een Dinaat met het iparte motoren solide roestvrij Rotterdam. >om osendaal, tel. 3987 elefaon 01620-3806 OAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 10 OKTOBER 1964 Op het gebied van grote waterbouwkundige werken heeft Nederland op internationaal niveau altijd een rol van betekenis gespeeld. Op de lijst van de belangrijkste dertien onderwatertunnels ter wereld komen reeds twee Nederlandse voor (Maas- en Velsertunnel). Bin nenkort zal het aantal grote Nederlandse onderwatertunnels ver dubbeld zijn als IJ- en Coentunnel gereedkomen. Bovendien wordt er reeds hard gewerkt aan de Beneluxtunnel te Vlaardingen en de Metro-tunnel te Rotterdam, terwijl nog enkele andere tunnels in studie zijn. Als eerste van de in aanbouw zijnde tunnels zal eind 1965 de Coentunnel, die aan de zuidzijde in het westelijke havengebied van Amsterdam begint en met zijn noordelijke tunnelmond aan sluit op nieuwe autowegen naar de Klaprozenweg in Amsterdam-Noord en naar Rijksweg 9 via de Zaanstreek, gereedkomen. De werkzaamheden in het bouwdok, waar het onderwater gedeelte wordt geconstrueerd, zijn reeds vrijwel voltooid en de voorbe reidingen voor de zinkmanoeuvre zijn in volle gang. Aan de noordkant van het Noordzeekanaal, waar nu de bouw put ligt, is in augustus 1961 zonder enig feestelijk vertoon met de voorbereidin gen voor het gigantische werk gestart. De totale kosten van de Coentunnel zullen ca. 45 miljoen belopen. De 4-strooks-autotunnel (met een capaciteit van 55.000 auto's per dag en een rijweg in elk van de twee buizen van 7.25 m breedte), die onder het Noordzeekanaal is gepland als belang rijke westelijke schakel in een rondweg om de hoofdstad (de brug bij Schelling- woude is daarin de oostelijke tegen hanger) en die de daarmee bijzonder ingenomen Zaanstreek „ontsluit", res sorteert onder de directie Sluizen en Stuwen, één van de diverse Rijkswater- staatsdirecties. Deze directie legde voor de ruim tien inschrijvende aan nemers een compleet ontwerp op tafel. Na een normale openbare aanbesteding werd de bouw gegund aan de n.v. Hillen en Roosen; het zinken van de elementen gebeurt door Christiani en Nielsen, welke onderneming daartoe over patenten beschikt en o.a. ook de Maastunnel en onlangs een tunnel te Vancouver heeft gezonken. Vóórdat de 55.000 auto's per dag door de tunnel rijden zullen 2.600.000 m3 bagger werk en 800.000 m3 grond- ontgraving zijn uitgevoerd, zal 95.000 m3 betonspecie zijn verwerkt en zul len 8.500 ton wapeningsstaal en 70.000 m2 waterdichte bekleding zijn aangebracht. Straks als de tunnel klaar is zal hij als bijzonderheid een akoestisch pla fond bezitten. Vooral in het gesloten gedeelte van de tunnel, die ca. 15,5 m onder water ligt (het wegoppervlak komt 22 m diep), vormt de lawaai- factor een groot probleem. Wie de Maastunnel met open ramen binnen rijdt schrikt van de enorme kakofonie. Zijn in Velsen al verbeteringen bereikt, de Coentunnel in totaal 1283 m lang, waarvan slechts 587 m overdekt zal opvallend minder lawaaiig wor den dan de bestaande tunnels door schuin-achterover hellende wanden en een geluidsgolvenabsorberende pla fondbekleding. Revolutionair mag het ventilatie systeem worden genoemd. In Rotter dam en nog meer in Velsen is gebleken dat in een gesloten buis een natuurlijke ventilatie wordt opgewekt door een constante verkeersstroom. In Velsen heeft het aangebrachte ventila tiesysteem bij normaal tunnelverkeer zelfs nog nooit behoeven te werken- De auto's zuigen frisse lucht mee de tunnel in en duwen vuile lucht eruit. Kunstmatige ventilatie blijkt naast deze natuurlijke niet nodig zodat alle ventilatiekanalen die in de Velser tunnel nog wél werden aangebracht in de Coentunnel achterwege zullen blij ven. Dank zij dit moderne systeem zal het bouwlichaam van de Coentunnel 9,5 m smaller worden dan de Velser tunnel en de praktische rijruimte toch 12.5 m breder. Er zal worden volstaan met een nood- ventilatie, waarbij wordt gebruikge maakt van een centraal (voor kabel leidingen en personeel benodigd) ka naal. De aan elke afrit en excentrisch geplaatste ventilatiegebouwen zullen alleen verse lucht moeten blazen (in de rijrichting) tijdens bijzondere omstan digheden. We voelen ons nietig aan de rand van de 9,5 m diepe en, op de bodem ge meten, 300 m lange en 65 m brede bouwput, waarin de zinkelementen thans vrijwel gereed zijn. Deze zink elementen omvatten zes tunnelmoten van elk 90 m lengte Elke moot is in vijf gedeelten van 18 m gereedgemaakt, die in een later stadium tot één geheel zijn verenigd. Daarna zijn de elementen voorzien van een waterdichte bekle ding: drie lagen asfalt op elkaar. Na het asfalt is op het dak nog een vijf tien cm dikke beschermende beton- laag aangebracht. Door het afgeschuin de tunneldak en de dikke betonlaag zullen een zinken^ schip of een langs- schurend anker geen kwaad kunnen doen. „We hadden natuurlijk verscheidene universele werktuigen, zoals de toren kraan die in het midden van het dok rijdt", vertelt ons de bedrijfsleider, „maar de brugkranen in het bouwdok en de torenkranen die in de afrit staan met verkorte toren en een hijsver mogen van 90 ton/meter hebben we voor dit werk gekocht. Bij elk volgend werk kunnen we bij aanneemsom en werkwijze telkens rekening houden met de ons ter beschikking staande en eventueel voor dat werk te verbouwen werktuigen. Het is niet zó vreemd dat bij aanbestedingen de hoogste en laag ste inschrijver soms ver uiteen liggen. De aanneemsom is immers niet alleen afhankelijk van de mate van interesse, maar ook van het beschikbare mate rieel". Vóórdat met het eigenlijke werk kon worden begonnen moest eerst een zanddepot worden aangebracht (ter plaatse was namelijk het baggerdepot van Amsterdam ondergebracht), 3,5 km hulpwegen worden aangelegd, behalve kantoren, keten en loodsen een com plete betonmortelcentrale en een hoog spanningsgebouw worden neergezet en tenslotte een eigen hoofdwaterleidmg worden gelegd. Geen wonder dat de bedrijfsleider zegt: „Je bent één dag blij: de dag dat je de laagste inschrij ver bent; wordt het werk je gegund dan beginnen de volgende dag de zorgen!" Er zijn verschillende systemen voor de bouw van een onderwatertunnel, zoals de (oudste) schildmethode (Schel- detunnel te Antwerpen), de zinkme- thode (Maastunnel) en de openbouw- putmethode (De Velsertunnel). Voor de Coentunnel is een gecombineerde bouwwijze gekozen: de beide afritten tot en met de ventilatiegebouwen in den droge (in op beide kanaaloevers gegraven bouwputten), het gedeelte dat het kanaal kruist volgens de zinkme- thode. Na het baggeren van de sleuf waarin het zinkgedeelte wordt geplaatst worden de in het bouwdok gereedge maakte elementen één voor één drij vend aangevoerd, afgezonken en onder water aan elkaar bevestigd. Op de plaats waar de Coentunnel is uitge stippeld is men bezig twee afritten te maken, waarop die zes elementen aan sluiten. Wanneer de tijdelijk met waterdichte kopschotten afgesloten elementen in de enorme bouwput geheel voltooid zijn, dan wordt de dam die het bouwdok van het Noordzeekanaal scheidt door- gebakkerd nadat elk element van vier met water gevulde ballas+tanks is voor zien. Door deze balast blijven de elk 15.000 ton wegende elementen in het dok rustig op hun plaats liggen. Zijn de elementen, die na het leeg pompen van de ballasttanks gaan drij ven en dan ca. 15 cm boven water uit steken, na kundig gemanoeuvreer ter plaatse gearriveerd, dan wordt op het eerste element de zinkapparatuur ge plaatst, bestaande uit 2 richttorens en de nodige drijfelementen om het ge vaarte in evenwibht te houden. In de zinksleuf wordt het element dan op vier door een duiker gestorte grindbergjes afgevierd. Tegen het einde van het op zijn plaats gebrachte element wordt dan met een trekkracht van 150 ton het volgende element met zijn rubber eind tegen zijn voorganger aangeduwd en met een in genieus bedachte „haak-en-oog"-sluiting daaraan bevestigd. Doordat de tijdelijke dichtingen van de elementen niet hele maal aan het eind zijn aangebracht ont staat er bij aaneensluiting van twee elementen een kamertje, dat via toe gangsluiken kan worden betreden zo dra het water eruit en de lucht erin is gestroomd. Daarna wordt met een waterdruk van 1500 tot 3000 ton (af hankelijk van de diepteligging) tegen het vrije eind van het element het rubberprofiel nog wel een cm inge drukt. Vanaf dat moment is er een veilige dichting, waarna het personeel in het kamertje rondom die dichting rubberplaten aanbrengt, waardoor tus sen de tunneldelen een veilige flexibele dichting bestendigd wordt. De Coen tunnel is de eerste tunnel met een vol ledige rubberdichting en reparatie mogelijkheden. Een verrijdbare spoelinrichting zorgt ervoor dat de vrije ruimte onder het element wordt opgevuld met zand. Daar door ontstaat een z.g. „fundering op staal". Er is geen fundatie nodig: de tunnel staat zómaar op de zandplaat. Het gewicht van het element en de druk welke dit op de ondergrond uit oefent heeft men in de hand. Het ele ment zou uit zichzelf drijven, maar wordt door een nauwkeurg berekende ballast (eerst water, later beton) op zijn plaats gehouden. De druk zal zó groot worden gekozen dat de tunnel geen neiging krijgt te verschuiven of te ver zakken. De zinksleuf wordt tenslotte met onderlossers „vol-geklapt", zodat de tunnel volledig en veilig onder zand komt te liggen. HAMBURG Iedere Hamburger, zo luidt het verhaa', zou in staat zijn schepen in flessen te vervaardigen. Maar dat klopt niet. De kunst, schepen kompleet met masten, zeilen en andere delen van de opbouw in de buik van een fles te laten „varen", beheersen nog slechts enkele oude varensgezellen en kustbewoners. Voor een tentoon stelling in de Noordwestduitse havenstad Hamburg werden onlangs nog eens meer dan 200 van de mooiste bijeengebracht, om deze populaire hobby van de zeelie den de hem toekomende eer te bewijzen. In de vele dikbuikige, ronde en smalle, langwerpige flessen, zelfs in gloei lampen en heel kleine ampullen de kleinste is twee en een halve centimeter lang en binnenin bevindt zich een volledig opgetuigd zeilschip weerspiegelt zich het romantische tijdperk van de zeevaart voor altijd. In de meeste gevallen namelijk zijn het zeilschepen die door de nauwe flessehals gebalanceerd werden. De bouwers van deze „flesseschepen" vervaardigen vikingboten en hanzekoggen, maar ook luxueuze passagiersschepen en wat de details en afmetingen betreft klopt alles zeer nauwkeurig. Daarbij moeten zeilen, masten, opbouw en takelwerk omgeklapt vlak langs de scheepsromp liggen. Als het schip dan de nauwe flessehals gepasseerd is, kunnen de vlak liggende delen door een bijna onzichtbaar aangebrachte draad in hun volle grootte en op de voorgeschreven plaats in de buik van de fles overeind getrokken worden. Natuurlijk moet men bij zo'n werkje veel geduld hebben. De oude zeebonken, die deze hobby bedreven, hebben bijna allemaal nog op een zeilschip gevaren. In ,,hun" tijd duurde een reis van Hamburg naar Zuid-Amerika of naar Indië nog zo lang, dat er voldoende tijd over was, om van een losse dekplank een kopie van het zeilschip te snijden, waarop men voer en daarna dit houtsnijwerk in een jeneverfles te laveren, die ondertussen leeg geworden was. Door wie en wanneer het eerste „flesseschip" gebouwd werd, is niet bekend. De kunst, flessen met zeevaartromantiek te vullen en de daarbij behorende trucs en kneepjes werden telkens door oude varensgezellen overgenomen en Parade der pinguins veerboot vasthielden en weigerden, haar aan land te zetten, alvorens zij voor hen had gezongen „Out on the Rocks when the Tide was Low"! Maggie Stirling (zo heette de kunstenares) weigerde eerst, maar toen zij zag, dat de veerlieden van geen wijken wilden weten, zong zij uitgedost in een japon in Victoriaanse trant dat schone lied. De veerlieden schaterden van het lachen om hun ge slaagde grap en de legende wil, dat ook de buidelbeertjes en de pinguins lachten, toen ze het lied hoorden en even later Maggie Stirling aan land zagen stappen, Tien tegen een, dat u kort na uw aan komst op het Betoverde Eiland 'n kwart je offert om door een verrekijker te tu ren naar de Robben-Rotsen, waar duizen den van die glibberige dieren vertoeven en waar u in de paartijd, de wilde ge vechten der mannetjes kunt gadeslaan. En als u dan uitgekeken bent en de hoofdstraat van Cowes instapt, moet u telkens uitwijken voor een buidel beer tje! Deze schalkse dieren hebben het gewoonweg vertikt om zich terug te trekken in de wildernis (hun eigenlijke domein), toen de mens op het Betover de Eiland kwam. Nu leven die Koala's heel gezellig met de mensen samen. U vindt ze in de winkelstraten, in de tuinen, ja, overal, waar de spruitjes van de man- na-gomboom jong en sappig zijn en waar de mens die komieke dier tjes trakteert op allerlei lekkernijen De mensen verdringen zich om de koalas te zien en de koalas profiteren van die belangstelling Mens en buidel- beertjes zijn op het Betoverde Eiland geworden tot goede buren en goede vrienden. De grootste attractie van het Beto verde Eiland is echter de parade der pinguins. Avond na avond gedurende vijf maanden per jaar scharen de vakan tiegasten en andere belangstellenden zich langs een pad van het strand naar de toppen der klippen om daar een al lerzonderlingst en uniek schouwspel te zien. 's Avonds houden de pinguins op met vissen. Zij stellen zich op aan het strand in een vrij ordelijk gelid en dan marcheert-waggelt de schare der zonder linge vogels naar boven naar de broed plaatsen. Zij hebben zich volgepropt met vis, die voorgekauwd en half verteerd moet dienen als voedsel voor hun geeuwhongerig kroost. Boven de kolon- ne schitteren hoog de sprankelende sterren. Flitslichten der fotograferende toeschouwers noch zaklantaarns bren gen de pinguins uit hun koers. Elk de zer dieren is zo vervuld van zijn ouder lijke plichten en verantwoordelijkheid, dat zo'n vogel, als hij tegen mensen benen opbotst, alleen maai even achter- uitdeinst, blaft als een hondje en dan i weer onverstoorbaar verder waggelt! J Groot zijn de pinguins op het Betover- J de Eiland niet. Zij behoren tot de kleine f soort der „Fairy Pinguins". Hun jasje is f blauwgrijs van kleur. Hun gang is wag gelend, maar hun koers is vast. De men sen leggen voor hen een grote belang stelling aan de dag. Zij echter hebben niet de minste belangstelling voor de mensen. Zij doen hun naam eer aan en gedragen zich, zoals het Fairy Pinguins betaamt, dus als sprookjesachtige vogels. Ja, die parade der pinguins! Vele avon den heb ik er naar gekeken en steeds weer trof en boeide mij die opmars. Niet slechts menselijke toeristen, ook vogel-toeristen komen naar het Beto verde Eiland. Trouwens, ook op andere (goeddeels onbewoonde) eilanden in Straat Bass komen die vogels. Jaarlijks trekken namelijk ongeveer honderd miljoen stormvogels uit de wateren bij Siberië en Alaska naar de Australische regionen om er te broeden. Dit vindt plaats in september. Meer dan één ei leg gen die dappere, sterke reizigers niet. Merkwaardig is het, dat ongeveer twee weken vóór de jongen kunnen uitvliegen de ouders hen verlaten. De kleuters zijn dan echter tevoren volgepropt met re- serve-voedsel, zodat zij half zo zwaar wegen als een volwassen vogel en veer tien dagen op hun reserves kunnen teren. Het Betoverde Eiland biedt ook ande re attracties. Er zijn een renbaan voor lichte auto's, bioscopen, danszalen, ten nisbanen en muziekuitvoeringen. Wie van vissen houdt, is er altijd zeker van een goede vangst. En dan zijn er stranden. Zij zijn nog mooier dan het vermaarde Waikiki van Honoloeloe. Blank liggen zij tegen een prachtige achtergrond. Pelikanen en zwanen houden er de dromende, dommelende mens bezig. Hier en daar is het strand geflankeerd door reusachtige basaltmuren, oeroud en indrukwekkend. De golven der Stille Zuidzee dringen door in de holten en grotten dier steenformaties. Peinzend kan men een dag lang de eeuwige strijd tussen land en water gadeslaan, peinzend en rustend. Bijzonder mooi is het Orgel der Reuzen, een grillig complex van rood basalt. Het Betoverde Eiland biedt elk wat wils. Er zijn hotels en pensions. Er zijn ook aardige „Stap-binnen-vreemdeling"- huizen. Neem ons zoals we zijn, lijken de eilandbewoners tegen iedere gast te zeggen. Ons Betoverde Eiland is niet gecommercialiseerd. Wij zijn eenvoudig, ongecompliceerd, gewoon. ook weer aan de volgende generatie doorgegeven. Nu echter, nu de zeevaart haar romantiek verloren heeft, sterft deze kunst langzaam uit, hoewel het aantal belangstellenden voor „flesseschepen" steeds meer groeit. (Bijzondere medewerking) Be dagelijkse opmars der pin guins op Philip Eiland is enig op aarde. Wie hem gezien heeft, is op dat Betoverde Eiland een on- Goed vakantie-oord vergetelijke ervaring rijker ge worden. De mensen zijn er volmaakt natuurlijk en geheel zichzelf gebleven. Zij sloven zich voor niemand uit en de klant is er Er was een tijd, dat het Betoverde Eiland ongerept was. Daaraan kwam na 1880 een einde. Thans is het eiland en vooral het plaatsje Cowes een gezocht vakantie-oord. Lieftalligheid, avontuur en vrede kenmerken het geestelijk kli maat. Zij worden ook uw deel, als u er heen gaat. Zij maakten, dat reeds in de jaren tachtig der vorige eeuw ieder Mel bourne's gezin, dat zichzelf respecteerde, eens per jaar zijn koffers op een reis wagen laadde, struikrovers en andere on gemakken ten spijt naar San Remo reed en dan verder per boot naar Phillip Eiland ging. Het gevaar en het ongerief waren verre van denkbeeldig, maar het Betoverde Eiland was beide dubbel en dwars waard. Later kwamen de stoom boot en de auto. De struikrovers verdwe nen en nu is het Betoverde Eiland een vakantie-paradijsje, dat jaarlijks dui zenden mensen opneemt. In 1940 werd de band met het vasteland van Australië zeer hecht, want toen werden er een brug gebouwd en een autoweg van Mel bourne naar San Remo aangelegd. Brug en weg bezorgen het Betoverde Eiland jaarlijks een inkomen van ruim ander half miljoen gulden! De tijd van de veerdienst was roman tischer. Nog vertellen de vissers op het eiland, hoe hun grootvaders eens een vermaarde Londense zangeres op hun beslist geen koning, doch alleen maar een medemens, van wie de eilandbewo ners een prettige, voorkomende houding verwachten. De gehele atmosfeer op dat Betoverde Eiland is zó natuurlijk, zó on gecompliceerd, dat de geschiedenis er eigenlijk nooit tot verleden wordt. Het aan romantiek zo rijke „vroeger" van dit eiland is nog steeds een deel van het levende heden en verleent er een diepe, warme, natuurlijke tint aan het leven van alledag. Nergens anders dan op Phillip Eiland durft een deftige mevrouw tijdens een officiële ontvangst ter gelegenheid van een bezoek van de gouverneur-generaal (dus de onderkoning) van Australië zon der blikken of blozen vertellen: Alles wat ik vandaag draag, is van mij; alleen de hoed en de handschoenen heb ik voor de gelegenheid geleend. Zulke dingen „gaan" op het Betoverde Eiland! Waar om? Niemand weet het. Het is nu een maal zo. En ondanks die ongedwongen heid, ondanks het feit, dat het zielen tal der „vaste" bewoners de duizend nauwelijks te boven gaat, zijn er in de laatste jaren een half dozijn van die onderkoninklijke bedoeken geweest Dit kan aleen verklaard worden door aan te nemen, dat ook de gouverneurs-generaal in de ban van de betovering zijn geko men. Tevens zijn die bezoeken een erken ning van de belangwekkendheid en de schoonheid van het eiland.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 21