CONCILIE ACCEPTEERT MODERNE WIJZE VAN BIJBELEX flatjeS Hoe de eik ingescheurde blaadjes heeft gekregen EEN TROUWE VRIEND VOOR LOES De boeven Kardinaal Ruffini houdt het hart vast Open voor vernieuwing dames- Amerikaanse actie tegen wanbetalers Ria wil corresponderen 10 DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 7 OKTOBER 1964 10 Kastanjes zoeker Oostenrijks Mijn grootste vriend Kamperen op de „Panneschuur" Die arme muisjes HectQr en yeu|en GOLD STAR 25 'n klasse apart 25 PITTIGE SIGARETTEN VOOR f 1,25 GOLD STAR King Size 20 KING SIZE SIGARETTEN SLECHTS f 1,15 Hallo meisjes en jongens.... Klok terug Formgeschichte in een soepele, doch zeer sterke kwa liteit. U kunt kiezen uit diverse leuke modellen, natuurlijk in de nieuwste mo« detinten. Maten 35-42. En jlAA 3 dagen lang, slechts VRGOM&DREESMANN Verenigde Naties Carientje van Wanrooy Blakenakkerstraat 56, Dongen (7 jaar) Rudie en Rob waren twee vriendjes. Ze speelden altijd met elkaar. Ze gin gen goed met elkaar om. Op een dag kwamen ze bij Rudie thuis. En z'n moeder zei: ..Rudie ga je vanmiddag kastanjes rapen langs de weg. Vraag aan Robs moeder of Rob het ook mag" Rob zei: „Ik mag het wel denk ik". Rob mocht het van moeder. Om twee uur kwam Rob om Rudie te halen. Ze gingen samen naar de Melkweg. Daar wilden ze kastanjes rapen. Er lag niks op de grond. Rudie probeerde of het met een stok ging. Maar dat ging niet. Toen zei Rudie: „Ik ga op jouw schou der staan, dan gaat't wel misschien". En ja hoor, Rudie kon de eerste tak al pak ken. Rob bleef gewoon staan en glim lachte. Ineens zat er een spin in Robs nek. Hij voelde iets kriebelen. Hij schrok zo dat hij Rudie los liet. Rudie schrok en gaf een gil. Rob haalde de spin uit zijn hemd en maakte de spin dood. Hij wou net terug lopen, maar kwam te laat. Krak, zei de tak en Rudie kwam met een smak op de grond terecht. Rob zag het, en voelde of hij nog geld had. Ja hoor hij belde gauw het ziekenhuis op. Onmiddellijk kwam de ziekenwagen. De mensen die het zagen keken naar de jongen. De twee dokters legden hem op de brancard. De sirene loeide. Rob ging bedroefd naar Rudies moeder. Ze schrok en ging gauw naar het ziekenhuis. Toen Rudie weer thuis kwam werden ze weer dikke vrienden. Ze beloofden dat ze nooit meer iets gevaarlijks zouden doen. Dat was een goed besluit. Marlies van Oosterhout (10 jaar) Abdijstraat 21, Breda, Doornbos. Joke Schalk (121/2 jaar) Verlorenhoek 8, Prinsenbeek Eens ging de duivel naar de goede God en zei: „De mensen zijn hele maal niet tevreden over uw rege ring. Ze willen allerlei dingen doen die U verbiedt. Maar als ik zou regeren, was dat wel anders. Ik zou het veel beter doen en de mensen zouden niets te klagen hebben". Nu vond God dat de duivel niet de geschikte leider voor de wereld was. En Hij zei tegen de duivel: „Ik kan je de regering niet toe staan". „Neem me één dag op proef, om te zien hoe het gaat", smeekte Sa tan. „Goed dan", zei Onze Lieve Heer. „Let op, als van alle bomen de bladeren af zijn, zul je één dag mogen regeren. Dan ver trouw ik je de wereld één keer toe". De duivel was blij. Hij lette goed op de bomen. De eerste dag dat er nergens meer een blad te beken nen zou zijn, werd zijn grootste dag! Dat dacht hij tenminste. In de herfst begonnen de bladeren te vallen. De bomen werden kaal. Nu brak de dag aan die de duivel niet ongemerkt voorbij zou laten gaan. Hij haastte zich naar God om van Hem de wereld over te ne men. Maar de goede God wees alleen maar naar de eikebomen. En de dui vel zag dat daar nog hier en daar wat blad aan zat. Dat was waar. Die laatste blaadjes verschrompel den en werden dor. Maar het duur de toch een hele tijd vóór ze alle maal op de grond waren gevallen. Maar toen de eiken eindelijk geen enkel blaadje meer aan hun tak ken hadden, spoedde Satan zich weer naar God. Nu wees de goede God naar de andere bomen. En de duivel zag dat die alweer in hun fris se lentetooi stonden. Hij begreep dat de eiken zijn plan in de war hadden gestuurd. Woedend dwaalde de duivel door de bossen. En toen kort daarna aan de takken van de eiken óók jonge blaadjes ontsproten, scheurde hij uit boosheid de eikeblaren met zijn klauwen kapot. En sinds die tijd hebben de eike bomen altijd ingescheurde bladeren gehouden. Robbie Vermeulen (9 jaar) Hooghout 7, Breda Stil en roerloos is de zee Uren kan ik er naar kijken Naar het spel van wind en golven het zachte ruisen van de branding steeds opnieuw boeit het me weer De zee.... mijn grootste vriend. Soms stormt het dan koken de golven lijkt de zee behekst te zijn en eist het water zijn prooi mensenlevens dan haat ik hem De zee.... mijn grootste vriend. In gedachten ben ik daar met jou Dromen we samen van het water En dragen de golven onze gedachten ver over zee. Stilzwijgend genieten we dan De zee... mijn grootste vriend. „MAY-JUNE" Op 17 augustus zijn we gaan kamperen voor een week op camping ,,De Panne- schuur". We gingen met z'n vijven nl. Willie Spinnewijn, Benny Scherbijn, "An ton Lucluze, Peter Backe en ik zelf. Maar om te kamperen is er geld nodig en dat hadden we niet. Toen hebben we iets bedacht, dat geld in het laatje bracht, nl. hentjes en hondjes te verko pen. Dat zijn schelpdieren. Ze zijn erg lekker. In België zegt men er mannekes tegen. Eerst moet men ze uit de slik halen, daarna goed wassen en ze dan koken en dan nog zeven. We vroegen 45 ct per soepkom. We zijn er drie keer om geweest. Toen hadden we een bedrag van ongeveer 50 gulden. Dus toen kon den we gaan kamperen We namen twee tenten mee, vijf luchtbedden en degens. We kookten zelf ons eten. De laatste dag hebben we pannekoeken gebakken. We maakte" ook kennissen, nl. een mevrouw uit Hulst, mevrouw Borghstijn en een Duits echtpaar en nog een Duitse vrouw alleen. We hebben zeer veel plezier gehad. En ik hoop dat mijn vrienden en ik dat volgend jaar weer mogen hebben. We zijn ook naar Cadzand geweest, we hebben haaietanden gevonden, die, naar men zegt, 2.000.000 jaar oud zijn. HANNIE BLAAKMAN (13 jaar) Dorpsstraat 8, Hoofdplaat Ria van de Lindeloof wil corresponderen Omdat ze 't schrijven goed wil leren. Ze woont aan de Bredaseweg Is dat nu niet lollig zeg. Ze houdt van zwemmen en van trommelen Daarvoor gaat ze naar de Leur Dat is haar woonplaats, 't is dus vast bij de deur. Ze is oud namelijk 13 iaar Iedere schrijfgrage jongen of meisje Is met mij dus zo maar niet klaar Dus wie met mij wil blijven schrijven mag schrijven naar: RIA v. d. LINDELOOF Bredaseweg 167, Leur Onder het dak van ons huis Had een aardige muis een lief nestje gebouwd voor twee jongen Och ze speelden daar blij ze stoeiden en zongen maar ach eens op een keer kwam de oude niet weer. Toen hadden de kindertjes geen eten meer De ondeugende kat had het muisje gevat. JEANNY LAMBRECHTS Tiendpad 12 Wernhout gem. Zundert (N.B.) Jeanne wil corresponderen met een meisje van 10-12 jaar. Hector is een hond met veel verstand. De baas van Hector heet Seriel Jansen. Hij woonde op een boerderij, waar ze twee paarden hebben. De pony was voor Seriel en het grote paard was voor vader. Maar ze hadden ook veel koeien. Dat is geen wonder ook, want ze woonden in Amerika. Op een keer kreeg de pony een veu len. Het was net zo groot als Hector. Hector dacht dat het een speelkame raadje was, maar als Hector er mee wilde spelen, dan kroop het jong achter de moeder. En Hector ging dan maar weg. Op een morgen, toen het veulen al wat groter was, ging Seriel weer naar de stal en deed de deur open. Maar wat schrok hij. Het veulen was weg. Vlug liep hij naar vader om het te vertellen. Hector liep achter hem aan. Toen vader hoorde wat Seriel zei, ging hij meteen mee kijken. Toen belde vader de politie op. De politie heeft het veulen niet kunnen opsporen. Maar Hector wel: die bracht het veulen thuis! Riehy Evers (9 jaar), Ooslerhoutseweg 51, Breda. GOLD STAR Het was avond en het was tijd om naar bed te gaan. Ook voor Loes. Loes keek eerst nog even door het raam voordat ze slapen ging. Toen zag ze plotseling een gestalte opdagen. Moe der zei, dat het maar een verbeelding was. Toen moeder weg was ging Loes zitten. Door het raam kon zij over heel het erf kijken. Ze ging voor het raam staan. En weer zag ze de ge stalte. Ze hoorde nog net hoe de torenklok half twaalf slo&g. Ze wachtte tot vader en moeder ook naar bed gingen. Daar kwamen ze net de trap op. Ze kroop gauw in bed. Toen de klok twaalf uur sloeg ging Loes uit bed en kleedde zich aan. Haar hart bonsde hevig toen ze de trap af ging. Toen ze de buitendeur open deed kwam de gestalte op haar af. Van schrik deinsde ze een eindje achter uit. Maar toen zag ze in het maan licht dat het een hond was. Hij hink te. Ze pakte het dier op en droeg het naar binnen. Zij riep vader en moeder erbij. Vader zei, dat het diet een zwerver moest zijn. „O, wat is hij vies", zei moeder. „Ik denk dat het dier zijn poot gebroken heeft", zei vader weerMorgen zullen we de dierenarts wel bellen, ga nou maar gauw slapen". 'b Morgens werd ze wakker doordat ze een auto op het erf hoorde komen. Ze sprong uit bed en keek door het raam. Ze zag dat het de auto van de dieren arts was. Ze kleedde zich aan en waste zich en ging naar beneden. Daar zat de dierenarts gebukt bij de hond, die onrustig rondkeek. Toen hij Loes zag begon hij met z'n staart te kwispelen. De veearts zei dat het een gebro ken poot was. Hij verbond de poot en ging weg nadat hij eerst een kopje koffie had gedronken. Loes vroeg toen aan moeder: „Mag ik hem houden?" Loes wist dat moeder niet veel van honden moest hebben. Moeder keek eens naar vader en deze trok een diepe rimpel in z'n gezicht. Moeder zei toen tegen Loes dat ze eerst nog na moest denken Na een week was de hond genezen. Loes noemde hem Bessie. Moeder zei: „Als de hond beter is moet hij naar het dierenasiel." Dit vond Loes heel verdrietig, maar wat kon ze eraan doen? Tegen moeder valt toch niet te praten als ze nee gezegd heeft. Loes en Bessie gingen wandelen in het bos. Dit de.ed Bessie graag. „Dit zal wel je laatste wande ling zijn, Bes", zei Loes. Bessie keek haar verdrietig aan. Toen ze een eindje gelopen hadden zei Loes: „Kom dan rusten we hier wat uit". Ze ging op een boomstam zitten. Toen Loes op wou staan rolde de andere boomstam op haar voet. Ze schreeuwde van pijn. Ze wrong en ze duwde maar het hielp niets. Toen kreeg ze een idee. Ze riep Bessie en pakte haar zakagenda. Ze scheurde er een blaadje uit en schreef er op. „Ga met Bessie mee, ik zit met m'n been gekneld, Loes". Ze knipte het briefje vast aan de halsband van Bessie. „Naar huis. Naar vader en moeder. Gauw naar huis. Bessie". Het dier keek haar even aan en liep toen hard weg. Toen Bessie thuis kwam keek moeder zeer verbaasd. Ze vroeg: „Waar is Loes Bessie?" Toen Bessie begon te janken zag moeder het briefje. Ze pakte het en begon haastig te lezen. Ze zei tegen Bessie waar is Loes. Hij rende weg en moeder ging hem na. Toen ze eindelijk bij Loes aan kwamen zag moeder dat Loes in twee bomen gekneld zat. Ze schoof de boom opzij. Toen droeg ze Loes naar huis. Toen Loes bij kwam lag ze in bed. Va der en moeder, de dokter en tante stonden bij haar bed. Het eerste wat ze zei was: „Waar is Bessie?" „Die ligt binnen," zei moeder. „Mag ik hem houden moeder?" „Ja hoor", zei moeder. „Want hij heeft je gered". Nauwelijks had moe der dit gezegd of Bessie kwam de ka mer binnen. Hij sprong op bed. „Mag ik hem echt houden?", vroeg Loes. „Ja hoor je mag hem zeker houden". Toer begon Bessie te blaffen en likte Loe; almaar in het gezicht. Zij waren de beste vrienden ter wereld en ze beleef den nog vele avonturen. Rini Zagers Ostaayensebaan 4a, Achtmaal Jolian Roovers Rooiakker 12, Ulvenhout Het begint nu buiten echt herfst te worden. Sommige dagen is het prachtig weer, en op andere dagen regent en stormt het. Hebben jullie ook zo'n zin om lange wandelingen te maken als de zon schijnt. Het is dan heel fijn buiten. Op de grond liggen massa's gele en bruine bladeren, die lekker ritselen als je er op loopt. De bomen zien er nu ook al heel anders uit dan in de zomer. Sommige zijn er veel mooier op gewor den, met een kruin die er uitziet of hij in een heleboel verschillende verfpot ten gestopt is: de prachtigste kleuren rood, oranje, bruin en geel. Sommige mensen vinden deze takken zelfs zo mooi, dat ze ze in een vaas zetten. Ik heb aan de verhaaltjes en teke ningen gezien, dat veel kinderen de herfst toch ook wel een fijne tijd vin den. Zo kreeg ik van Marita Martinet uit Heikant en Lia Hendrickx uit Rijs- bergen een herfsttekening met padde stoelen erop. In kan natuurlijk niet van ieder kind zeggen wat het getekend heeft, maar ik kan wel enkele namen noemen van de kinderen wier teke ning geen plaatsje in de Kleine Stem kon krijgen, maar die toch allemaal hun best hebben gedaan. Dat zijn o.a. Hen- kie (6) Weemaes uit Nieuw-Namen, Miriam Acte uit Clinge, Danny Wee maes uit Clinge, Anneke Obrie (7) uit Sas van Gent en Jo Rijk (12), Hoofd straat 23 te Ovezande (Jo wil corres ponderen met een meisje van dezelfde leeftijd). Een extra complimentje krijgt de vijfjarige Patricia Broeders uit Bre da, die een prachtige kleurentekening maakte. Henny Bastiaenen (10) uit Heerle (N.-Br.) tekende een stoere rid der met zwaard en schild. Claudia Broeders uit Breda (9) schreef een aardig verhaaltje over een haasje. De tekening van Franca Bastiaansen uit Den Hout was wel mooi gekleurd, maar Franca heeft onder de tekening eerlijk gezet: „Van mijn zakdoek afgekeken". Je weet Franca dat ik liever een teke ning krijg die je zelf verzonnen hebt. Probeer het maar eens, het zal best luk ken, en misschien dat ik je dan wel een plaatsje in De Kleine Stem kan geven. José Er waren eens drie boeven. Die roof den bij de burgemeester wel eens geld. Dat haalden ze uit de kast. Maar op een avond ging het zoontje van de bur gemeester onder een stoel zitten. Hij had een pistool in zijn hand. Om elf uur kwamen de drie boeven weer. Ze gingen naar de slaapkamer van de bur gemeester. Ze pakten de sleutels van het tafeltje. Toen gingen ze naar de kast waar het geld in zat. Ze pakten ieder 10 briefjes van duizend gulden. Maar het zoontje van de burgemeester pakte nu zijn pistool en kroop voorzich tig onder de stoel uit. De boeven wil den naar buiten rennen maar het zoon tje zei ineens: „Handen omhoog of ik schiet". De boeven deden van schrik de handen omhoog. Het zoontje riep: „Pappa, pappa, kom eens gauw". Daar kwam de burgemeester al aangerend. „Ha-ha", zei de burgemeester, „dit zijn nou de boeven die mijn geld stelen. Ik zal de politie eens opbellen". Binnen 5 minuten stond de politiewagen al op het erf. De boeven kregen alle drie de handboeien aan. Ze moesten mee naar het politiebureau. Daar werden ze tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld Einde. Jac. Matthijssen, Van Lanscliotstraat 21, Achtmaal keus uit twee (Van onze concilieredacteur dr. Alfred van de Weijer» ROME De debatten over de openbaring, waarmee het Concilie thans bezig is, hen i t hun oecumenische betekenis, ze zijn ook van het grootste belang voor de binnenkerkelijke vernieu wing. Hier wordt namelijk voor de toekomst uitgemaakt, welke richting de Kerk zal kiezen in haar uitleg van de bijbel. Zullen de exegeten gedwongen worden, met oogkleppen door hun vakgebied te gaan, of mogen ze hun werk doen met alle openheid, die daarvoor nodig is? Een indirect antwoord op deze vraag is te vinden in het laatste hoofdstuk van het schema waar de exegeten als het ware persoonlijk worden aangespro ken. In plaats van de gebruikelijke waarschuwing krijgen ze een woord van lof en van bemoediging te horen. De Kerk heeft hun rechtskundige bijstand nodig. Zij weet dat de exegeten zich over het algemeen trouwe zonen van de Kerk hebben getoond en zij is zich be wust, dat velen onder de spanning tus sen gehoorzaamheid aan het kerkelijk gezag enerzijds en wetenschappelijke on kreukbaarheid anderzijds geleden moe ten hebben. De tijd. waarin zo goed als uitsluitend tikken 'op de vingers wer den uitgedeeld, is voorbij. Nu is er plaats voor een woord van lof en voor een gebaar van bemoediging. Maar dat niet alleen. Ook in het ge ven van richtlijnen voor de praktijk ge tuigt de Kerk van een grote openheid en van een bereidheid tot een radicale vernieuwing. Zij keurt de moderne me thoden, welke gebaseerd zijn op de bijbelencycliek van paus Pius XII, nog eens uitdrukkelijk goed en aanvaardt zelfs het gebruik van de „formgeschicht- liche" methode. Zelfs tegen de uitdruk kelijke wens van enkele diehards in, die de klok liefst tot voor de tijd van paus Pius XII terug zouden willen draaien. Het schema stelt, dat iemand die de schrift wil gaan uitleggen voor zichzelf twee vragen moet beantwoorden: wat heeft de schrijver met zijn tekst wil len zeggen maar wat heeft God ons langs dit menselijk medium willen meedelen? Om een antwoord op de eer ste vraag precies te kunnen geven, moet de exegeet de literaire genres gaan be studeren, die de H. Schrift gebruikt. Er is namelijk een hemelsbreed verschil tussen de historische, profetische, dich terlijke lerende en apologetische manier van schrijven. Wie al deze genres over één kam scheert, doet de schrift een onduldbaar geweld aan. Bovendien zal de exegeet zich moeten verdiepen in de letterkundige gewoonten van de tijd, waarin de schrijver optrad, en van het cultuurmilieu, dat hij met zijn bood schap probeerde te bereiken. Geven we een heel eenvoudig voor beeld om te illustreren wat hier be doeld wordt. In de psalmen wordt er gens gezegd, dat de bergen huppelend opspringen als een troep kalveren. Wie dit letterlijk neemt, als dus die ber gen inderdaad opgesprongen zouden zijn, en dan verder gaat zoeken in de rich ting van een mogelijke aardverschuiving of van een vulkanische uitbarsting, is natuurlijk een dwaas. De schrijver wil alleen maar uiting geven aan het gevoel van triomf en van vreugde, dat hem vervulde bij de gedachte aan de uit komst. Hij is een dichter en doet het op een dichterlijke wijze. Wie hem be grijpen wil moet in zijn dichterlijke huid proberen te kruipen. Het Concilie keurt deze methode, waarvan het gebruik dikwijls tot heel wat minder argeloze conclusies leidt dan in het juist aangehaalde voorbeeld, uitdrukkelijk goed. Zulks tot ongenoe gen van een figuur als kardinaal Ruffi ni die vlak voor de eerste zitting van hét Concilie in de Osservatore Romano schreef, dat het absurd zou zijn „een definitieve uitleg van de bijbel uit te stel len tot het ogenblik, waarop men door de studie van de geschiedenis, oud heidkunde, de etnologie en andere we tenschappen een beter inzicht gekregen heeft in de manier van spreken en schrijven, haar houding, vooral van de oosterlingen". Dit was niet minder dan een persoonlijke aanval op paus Pius XII, die in zijn bijbelencycliek precies, nee woordelijk het tegenovergestelde had gezegd. Daar lezen we namelijk: „Het is absoluut noodzakelijk dat de ^xcgeet teruggaat naar de oosterse nanier van denken in ver verleden tijd. lij moet met behulp van de geschie denis, de oudheidkunde, de etnologie en de andere wetenschappen proberen te onderscheiden, welke literaire genres de schrijvers uit die tijd wensten te ge bruiken en in feite gebruikt hebben". Pius XII was hiermee, volgens Ruffini, te ver gegaan. En de klok moest door iet Concilie worden teruggedraaid tot voor deze gevaarlijke uitspraak. Aldus ^enminste zijn opinie in 1961. Hoe hij er op het ogenblik over denkt, weten wij niet. Maar het is minstens waar schijnlijk. dat hij tijdens de debatten, welke momenteel in het Concilie gevoerd worden, zijn hart bij herhaling vast houdt. Omdat het Concilie er niet over denkt, de klok tot voor Pius XII terug te draaien. Integendeel haar een flinke slag vooruit zet. Het laatste komt heel duidelijk tot uiting in de passage waar gesproken wordt over de formgeschichtliche methode. Hieronder is te verstaan een exegetische methode, welke de evange liën van Mattheus, Marcus en Lucas beschouwt als een neerslag van de pre diking der jonge Kerk en niet als een biografie in de moderne zin van het (Advertentie) woord. Na Pinksteren begonnen de apos telen Christus te preken op basis van datgene wat ze hadden beleefd en meegemaakt, maar nu vanuit het nieu we inzicht dat ze in het Christusgebeu- ren gekregen hadden: door de verrij zenis en door de uitstorting van de Geest. Daardoor werd hun getuigenis boven het zuiver historische plan uitge heven. Het werd Kerugma-verkondiging. En de evangeliën die van deze verkon diging de schriftelijke weerslag zijn, moeten dan ook als zodanig gelezen worden. Het spreekt vanzelf, dat deze metho de tot gevaarlijke afdwalingen kan lei den. Bijvoorbeeld wanneer men in aansluiting bij sommige vrijzinnige exe geten de conclusie trekt dat de evan geliën geen historische basis hebben, dat ze helemaal ontstaan zijn uit de scheppende fantasie der eerste christen gemeente, ja dat Christus geen histori sche persoon is geweest. Een dergelijke conclusie zou de basis van ons geloof ondermijnen. Maar zover gaat de katho lieke exegese ook niet. Zij aanvaardde alleen, dat de formgeschichtliche metho de in zich een juiste methode is. En dat de exegese bij een verstandig ge bruik ervan alleen maar kan winnen. De nieuwe tekst van het schema over de openbaring stelt hen volledig in het gelijk. .,De apostelen", aldus de tekst, ..legden een werkelijk getuigenis voor Jezus Christus af. De schrijvers van de evangeliën echter gaven de woorden en daden van Jezus Christus ten dele in een onmiddellijk getuigenis weer, ten dele in een bepaalde synthese, ten dele in verband met de actuele omstandig heden waarin hun kerken verkeerden, Echter altijd zo, dat hun verkondiging niet uit de scheppende kracht van de oergemeente voortkomt, maar werke lijk en waarachtig over Jezus vertelt. Dat immers was hun bedoeling: Zij wil den ons waarheid leren". BREDA*BERGEN OPZOOM-OOSTERHOUT NEW YORK Volgens welingelichte kringen in New York zullen de Verenig de Staten binnenkort onder alle leden van de VN een memorandum laten circule ren dat de Sowjet-Unie en andere wan betalers moeten worden beroofd van hun stemrecht in de algemene vergadering. Amerikaanse VN-diplomaten zijn er van overtuigd dat genoeg stemmen ver kregen zullen worden om artikel 19 van het handvest der VN van toepassing te laten worden. Dit artikel bepaalt dat leden die twee jkar in contributie ten achter zijn hun stemrecht in de Assem- blée verspelen. Berichten zijn ontkend dat de Verenig de Staten bereid waren de aanvangsda tum van de Algemene Vergadering der VN op 10 november met twee weken te verdagen, als de Sowjet-Unie bereidheid zou tonen om van haar schuld van 8 miljoen dollar zoveel te betalen dat uit sluiting van het stemrecht voorkomen zou worden. (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 6