ieken
EUR
N
;ers
MOOI ZOMERTJE HIELD
ER DE ANIMO IN
tl EK
De verkeerde veldslag
F
E
F
E
E
r
i
i
s
Wild zwijn
Spanning
De flanken
Slecht voorteken
De Waalbrug
De oversteek
Isolement
Onversaagd
18
E
F
E
E
19
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964
19
Hei dèbacle
van Arnhem
En uw eigen
verhaal
Op reis
fng
F
E
E
E
i
I
r
i
i
i
i
i
fc
i
E
r
r
i
I
I
I
I
1
F
i
E
i
F
IB
WORKS)
bediening van
lee- of drie-
kr tegemoetko-
f-eiskosten voor
yonen
l;k, Maisbaai 6,
Irende kantoor-
=a
waarden
T i. Historisch feuilleton neer Ht
Ur<^ „The eighty-five days" van
R. W. THOMPSON
111
Vanaf het moment van de bevrijding van Brussel werd bjj alle onderdelen,
die in opmars waren, een zekere geestdrift bespeurd, en het gevoel dat voort
gemaakt moest worden. De overwinning leek in de lucht te hangen en de
drietonners denderden over de steeds slechteh wordende klinkerwegen in het
spoor van de Guards Pantser Divisies. Op schaduwrijke plekken van de beukc-
bossen bh Tervuren werden snel munitie, en benzinedepots opgericht. In elk
bosje en langs de wegen van Leuven naar Hasselt en van Geel naar Beringen
werden aanvoerplaatsen opgericht.
De 50e Infanterie Divisie, die uit de
as was herrezen sedert haar ondergang
in 1940, beschoot de sterke Duitse ver
dedigingslinie aan het Schelde-Maas-
kanaal bij Geel. De Guards rukten met
een geweldig elan op, trokken over het
Albert-kanaal bij Beringen en bogen
af naar het noorden, naar het Schelde-
Maas-kanaal, om te proberen brugge-
hoofden te vestigen tussen Groote en
Neerpelt en vaste voet te verkrijgen
over de Nederlandse grens. Men maak
te zich vooraan geen illusies over de
steeds sterker wordende vijandelijke
tegenstand.
Langs dit hele kanaal van Antwer
pen tot de uiterste linkerflank was het
duidelijk geworden, dat de Duitsers er
op de een of andere manier in ge
slaagd waren, zich van hun ineenstor
ting te herstellen. De dagen, dat men
ongehinderd door de vijand heen kon
snijden, waren voorbij en generaal
Dempsey, commandant van het 2e Le
ger, was zich daarvan ten volle bewust.
Er kwamen rapporten binnen over
Duitse troepenverplaatsingen en ver
sterkingen langs de gehele linie, en
speciaal in het gebied rondom Arn
hem. Mocht twijfel over de goede af
loop misschien in de harten van de
officieren van het hoofdkwartier van
het 2e Leger rijzen, op de commandant
van de 21e Legergroep maakte dit alles
geen indruk. Zijn plannen waren
klaar en de hoofdstukken over de toe
stand bij de vijand mochten niet weer
opnieuw geschreven worden. Deze
omstandigheden beïnvloedden de troe
pen echter niet, noch konden zij het
gevoel van geestdrift en spanning on
dermijnen, waarvan het hoofdkwartier
van het 30e Korps en de onderdelen
in die dagen doortrokken was. De
troepen die weinig of niets wisten van
hetgeen voor hen lag, waren geprik
keld door hot vreemde vooruitzicht,
dat het einde wel eens in zicht kon
zijn. De Duitsers werden snel uit de
posities ten zuiden van het kanaal
verdreven en terwijl de Belgische Bri
gade om zijn oude kazerne en oefen
terrein rond Bourg-Leopold vocht,
trok het 30e Korps op naar Hechtel.
Op het moment dat de Canadezen
Brugge binnentrokken, was het 2e Le
ger klaar om aan het verzoek van
Montgomery gehoor te geven en een
poging te wagen, de overwinning te
bevechten. Achter deze poging stond
de nieuwe stuwkracht van het 30e
Korps in de persoon van luitenant-
generaal Horrocks. Zwaar gewond in
de woestijn op een leeftijd waarop een
dergelijke verwonding het einde van
een troepencommando pleegt te bete
kenen, had Horrocks, sombere rappor
ten en vermaningen van de doktoren
ten spijt, hoofdzakelijk door zijn on-
uitblusbare geest, zijn kracht herwon
nen.
Na de oproep van Montgomery in
augustus was hij van zijn bed opge
staan en had hij bijna direct daarop
de uitdrukking „esprit de corps" de
juiste betekenis gegeven. Hij bezielde
door zijn komst de troepen en wat
gisteren nog onmogelijk was, werd het
doel van morgen. In Brussel op 3 sep
tember maakte hij het duidelijk, dat
de Belgische hoofdstad een eindpunt
noch een halte was en met zijn stuw
kracht achter zich rukte het 30e Korps
zonder respijt verder op.
Horrocks was een merkwaardige fi
guur; lang, voorkomend en precies een
schoolmeester Hij wist echter geest
drift en vertrouwen op te wekken. Hij
was bovendien een generaal van de
„voorste lijn" en de mannen in hun
wapenopsteltingen zagen hem vaak
daar staan op ogenblikken waarop zij
het zelf raadzaam achtten, in dekking
te blijven. Hij bezat vele kwaliteiten,
die de mannen graag bij hun batal
jons-commandanten zien en daarnaast
droeg hij de onmiskenbare „mantel"
van een generaal.
„Voorraden, voorraden, voorraden"
was zijn onveranderlijke lied. „Alles
hangt af van voorraden".
man als Honocks zou Montgomery
wellicht het onmogelijke van zijn
droombeelden hebben ingezien en zich
met al zijn krachten voor Antwerpen
hebben ingezet. Nu werden door de
opmars van zijn speerpunten over een
smal front naar het noorden en het
vormen van bruggehoofden over de
Maas, de Waal, de Nederrijn en een
aantal kleinere binnenwateren, zijn
dromen bijna werkelijkheid.
Een opmerkelijk feit was, dat in
deze dagen zo weinigen de naakte
waarheid bleken te beseffen, dat de
prijs voor de Arnhem-gok, of men nu
zou winnen of verliezen, Antwerpen
was. Het betekende ook, dat de prijs
van Arnhem, waar men de overwin
ning niet bereikte en westelijk Neder
land isoleerde, een overwinning in
1944 onmogelijk maakte.
Het is waar, dat De Guingand,
Montgomery's chef-staf, dit duidelijk
inzag, maar hij was ziek en op be
langrijke momenten niet aan het front
en daardoor vrij van de „infectie" die
alle aanwezigen in haar greep hield.
Maar het besluit w&s genomen. On
begrijpelijk voor een zo omzichtig
man, een meester op het gebied van
het weloverwogen gevecht, dat hij alle
voorzichtigheid overboord gooide, en
Pattons voorbeeld ging volgen. Des te
opmerkelijker is het, dat Montgomery
dit idee al in het hoofd had voordat
Patton zijn kunsten vertoond had. Het
plan kwam volledig uit zijn eigen ko
ker. Gedurende de tweede en derde
week van september, terwijl de linker
flank volkomen in het vergeetboek
was geraakt, was dit voor alle betrok
kenen het enige wat nog restte in het
streven naar succes. Gedurende de
gehele tweede week van september
groeide de spanning en iedereen ging
's nachts slapen in het besef, dat de
volgende ochtend het evenement van
zijn leven zou kunnen brengen.
Zij die aan de top stonden, wisten
dat de grote juchtlanding van dag tot
dag werd uitgesteld, maar hielden hun
twijfel en vrees angstvallig verborgen
voor hun troepen. Het le Amerikaanse
Leger, dat pas naar het oosten was af
gezwenkt, opende hiermede een ge
vaarlijk gat op de rechterflank van
de Britten en de 11e Pantser Divisie
was nog steeds in gevechten om rivier
overgangen ten oosten van Antwerpen
gewikkeld. Op 13 september had de
15e Schotse Divisie van het 12e Korps
het bruggehoofd bij Geel overgenomen
van de 50e Divisie en een nieuw klein
bruggehoofd gevormd bij Retie. Er
moest hard om gevochten worden en
de vijandelijke druk was zwaar. Het
vlakke doorsneden waterland en de
levensgevaarlijke kaarsrechte wegen
waren een voorbode van wat hen in
Holland te wachten stond en alleen al
de gedachte aan het water bezorgde
de mannen koude rillingen.
Midden september had het 12e Korps
zijn positie op de linkerflank van het
30e Korps ingenomen en kwam het
Britse le Korps zo snel mogelijk de
plaats innemen van de Canadese rech
terflank. Voor degenen die gespan
nen klaar lagen in de omgeving noord
van Hechtel en een bruggehoofd ge-
vromd hadden aan de Nederlandse
grens, scheen dit alles ondraaglijk
langzaam in zijn werk te gaan. In
werkelijkheid was de uitvoering van
deze plannen op uitnemende wijze ge
schied en de Canadezen ontvingen
minder dank dan hen toekwam. Ein
delijk, toen de 11e Pantser Divisie
naar het oosten oprukte door Heren
tals naar de sombere omgeving van
Bree, werden drie divisies van het le
Geallieerde Luchtlandings Leger in
gezet in de meest stoutmoedige opera
tie van de gevechten in Europa en
braken de Guards uit hun brugge
hoofd en overschreden de Nederland
se grens, dertig kilometer van Eind
hoven met honderdtwintig kilometer
voor de boeg. Dat gebeurde op 17
september 's morgens.
Als het aan hem had gelegen, zou
Antwerpen niet vergeten zijn. Het was
zijn zaak een wapen te smeden van het
materiaal vn het 30e Korps, dat het
in staat zou stellen de moeilijkheden
te boven te komen en waarmee het
zou kunnen doorstoten naar het hart
van de vijand. Zelfs begin september,
toen verondersteld kon worden dat
niemand buiten zijn hoofdkwartier en
de hoofdkwartieren van de onder zijn
bevel staande divisies nog ooit van
hem gehoord had, waren zijn aanwe
zigheid en geestdrift voelbaar van de
voorste lijn bij Hechtel tot de voor-
raaddepots ten zuiden van de Seine.
Chauffeurs, die voorraden aanvoerden,
werden zich bewust van de belang
rijke rol die zij speelden en degenen
iie het mouwonderscheidingsteken van
het 30e Korps droegen, waren er trots
op.
Het „Wilde Zwijn" van het 30e Korps
werd snel beroemd. Volg dit teken,
zeiden de mannen, en je bent op de
goede weg. Het duidde de weg naar de
overwinning aan.
Het was geen louter toeval, dat Hor
rocks en Patton alle aanwezige voor
raden voor zich opeisten en beide aan-
valsspitsen commandeerden. Deze
twee mannen, hoe verschillend in ge
drag en uiterlijk, bezaten de gave om
hun mannen te bezielen; de eén ver
tegenwoordigde de beste oude Engel
se karaktertrekken en de ander de
kleurrijke van het nieuwe Amerika.
De persoonlijkheid van luitenant-
generaal Horrocks is van het grootste
belang voor deze hele periode en wan
neer gezegd wordt, dat Patton en
Horrocks hun stempel op de oorlog
in noordwest Europa hebben gedrukt,
dan is men niet ver mis. Zonder een
Er zou geen tijd zijn voor de nor
male militaire voorzorgsmaatregelen.
Er was alleen tijd om over één enkele
smalle weg snel op te rukken, zich niet
bekommerend om de aanwezigheid
van de vijand, door Eindhoven, Son,
Veghel, Grave, Nijmegen en op weg
naar Arnhem.
Er zouden meer dan twintig rivieren
en kanalen en de grote bruggen bij
Grave, Nijmegen en Arnhem over
schreden moeten worden. De flanken
zouden volkomen openliggen en de
aanvoerlijn zou lang en kwetsbaar zijn.
Op de linkerflank zou het 12e Korps
zo snel als maar enigszins mogelijk
was moeten oprukken, maar hóé snel
dat ook zou gaan, het zou nooit snel
genoeg zijn. Met oponthoud werd geen
rekening gehouden, maar in het aller
eerste stadium waren er al oponthou
den. Het was in feite een plan geba
seerd op een vijand, waarvan men aan
nam, dat hg zelfs geen brug kon op
blazen.
17 september was de vroegst moge
lijke datum waarop het 30e Korps
voorwaarts zou kunnen gaan en dat
was al minstens een week te laat. Op
17 september waren Duitse eenheden,
die zich in het gebied tussen Apel
doorn en Arnhem hadden gehergroe
peerd, op een perfecte wijze voor te
genaanvallen opgesteld met een sterke
strijdmacht van „Tiger"-tanks ter be
schikking.1")
Ondanks dit twijfelde men van ge
allieerde zijde niet aan het succes van
de operatie. Iedereen wist, dat de le
Britse Luchtlandings Divisie zou wor
den ingezet bij Arnhem en dat de 82e
en 101e Amerikaanse Luchtlandings
Divisie de bruggen bij Nijmegen en
Grave in bezit zouden nemen en de
opmarsweg vanaf Eindhoven veilig
zouden stellen. De verbinding met
deze troepen moest langs de gehele op
marsweg gemaakt worden.
Gedurende de laatste achtenveertig
uur was er geen spoor van twijfel bij
luitenant-generaal Horrocks te beken
nen en in de avond van de 16e sep
tember was de toestand rondom Hech
tel en het bruggehoofd zo gespannen,
dat zij als het ware in de duisternis
voelbaar was.
In het begin stoorde gemechaniseer
de vijandelijke artillerie, die de goed
ingegraven vijandelijke troepen op de
flanken steunde, de opmars van de
Guards, die georuik maakten van één
verharde weg door het vlakke heide
land en geen ruimte hadden om te
manoeuvreren om zich aan beide zij
den van de weg te ontplooien. De eer
ste sprong bracht hen tot het dorp
Valkenswaard, ongeveer 10 km van
het beginpunt. Vóór hen, dat wisten
zij, vochten de para's op de weg van
Eindhoven naar Grave. Behalve dat
wisten zij eigenlijk niets. De volgen
de dag, de 13e, was september op z'n
best. Terwijl de Irish Guards, met in
fanterie op hun tanks oprukten om
de 101e Luchtlandings Divisie in Eind
hoven te ontzetten, hield de Pantser-
colonne achter hen te vaak stil aan
de kant van de weg.
De jonge mannen van de Guards
klommen uit hun tanks, schoren zich
en maakten gebruik van het opont
houd om hun uitrusting in orde te
maken, waarvoor zijn beroemd waren.
Maar dit was een onheilspellend te
ken. Het vlakke land tussen Eindho
ven en Grave was bedekt met afge
dankte parachutes; nieuwe zweefvlieg
tuigen arriveerden en de transport
vliegtuigen gingen door met het af
werpen van hun lading mensen en
voorraden, die zachtjes ter aarde daal
den. De 18e 's middags kwamen de
Guards in Eindhoven om de para's te
ontzetten en de tanks drongen door
de nauwe straten, omringd door een
juichende menigte. Meer dan vieren
twintig uur had de stad midden in
de vuurlinie gelegen. De inwoners
hadden de laatste Duitsers, boos en
dreigend en „behangen met granaten"
in hun vrachtwagens zien vertrekken
en enkele uren was er een vacuüm
geweest.
In de nacht van de 18e september,
terwijl de Duitsers tegenaanvallen lan
ceerden op de 101e Lunchtlandings Di
visie langs de weg Son, St.-Oedenrode,
Veghel, liepen jong en oud in de par
ken van Eindhoven en verwonderden
zich over het gedrag van de jonge
soldaten, die daar hun bivak hadden
opgeslagen. Die jonge mannen, wier
taak het was op de tanks mee te rijden
en er af te springen om de vijand die
de weg bedreigde, aan te vallen, ge
droegen zich buitengewoon voorko
mend tegenover de rustige inwoners
van deze Nederlandse stad. Iets der
gelijks werd slechts zelden zo gezien.
Zij zullen nooit worden vergeten. Het
was pas op de 20e, dat allen van Nij
megen via Eindhov®n tot de grens ge
confronteerd zouden worden met de
mislukking. Er waren wonderen ge
beurd. Op de 19e waren de Guards het
Wilhelminakanaal overgetrokken en
snelden voort over de grote Maasbrug
bij Grave. Dit was de eerste grote hin
dernis, die intact werd veroverd door
het elan en de moed van een handvol
soldaten van de 82e Luchtlandings
Divisie. Vijf man waren vurende op
de ingegraven Duitsers afgestormd en
bestookten hierna de vijandelijke loop
graaf met handgranaten. Direct hierop
viel een eenzame Duitser op een fiets,
die de slagpijpjes voor de brugladin-
gen vervoerde, de Amerikanen in han
den. De brug was in onze handen.
Dank zij het bezit van deze brug kon
den de Guards op de 19e veertig km
in drie uur afleggen en 's middags
vocht de 8e Britse Pantser Brigade
schouder aan schouder met de Ameri
kaanse para's om de toegangen tot de
Waalbrug in Nijmegen. Op dat ogen
blik werd er langs de gehele opmars
een terreur-luchtaanval op Eindhoven
weg tot bij Son hevig gevochten en
ontnuchterde de inwoners en bracht
het eerste werkelijke gevoel van een
mogelijke mislukking in de harten van
de mannen van het 30e Korps, die
zich inspanden de pantsercolonnes bij
te houden. De schakels van de dunne
ketting werden echter regelmatig ver
broken, gerepareerd en opnieuw ver
broken en de staart van het 30e Korps
kon zelfs met de aansporingen van
Horrocks het tempo niet bijhouden.
Op de 19e hielden de gedachten zich
alleen nog maar bezig met Arnhem.
Het weer was steeds slechter gewor
den. Mist in Engeland hield de tran
sportvliegtuigen aan de grond, voor
raden en versterkingen konden niet
afgeworpen worden. Landingsplaatsen
zuidelijk van Nijmegen tot noordelijk
van Arnhem lagen onder vuur en wa
ren soms in vijandelijke handen. De
rechterflank van de 82e Amerikaanse
Luchtlandings Divisie had zware te
genaanvallen te verduren vanuit de
omgeving van het „Reischswald" en
de divisie die dringend om versterkin
gen verlegen was, moest hevige ge
vechten leveren om de landende
zweefvliegtuigen niet in vijandelijke
handen te laten vallen.
De 19e 's avnds was het moeilijk
om het gevoel van komend onheil te
onderdrukken, want het leek onmo
gelijk om de brug bij Nijmegen in han
den te krijgen. Betonnen kazematten
en gemechaniseerde artillerie, die door
een sterke vijandelijke krijgsmacht
met een hoog moreel werden bemand,
verdedigden de toegangen tot de ver-
keers- en spoorbrug over de Waal en
SS-ers vochten vastberaden in de stad.
De vaste voet van de tanks en de pa
ra's, onwetend over hetgeen zich ach
ter hun rug afspeelde, leek subtiel. Ge
durende de hele nacht van de 19e
en het grootste deel van de volgende
dag verwachtten de in Nijmegen vech
tenden de brug de lucht te zien in
gaan. In de avond van de 19e werd een
gedurfd plan ontwikkeld, want dit
was een van die zeldzame momenten
in de oorlog, dat het normale niet kon
worden toegepast en dat meer gepres
teerd moest werden dan redelijkerwij
ze van een mens kan worden ver
langd of kan worden gehoopt. Met
een onweerstaanbare verbetenheid
was het de Guards gelukt de stad te
zuiveren en de toegangen tot de rivier
ongeveer anderhalve kilometer ten
westen van de brug in handen te krij
gen en in de voormiddag van de 20e
ging het 504e Amerikaanse Parachu
tisten Regiment bij vol daglicht en
in het gezicht van de vijand in Britse
stormboten, waarmede de mannen nog
nooit hadden gewerkt.
Onverschrokken en met een ontstel
lende koelbloedigheid voeren deze
mannen onder geconcentreerd vlande
lijk vuur de 400 meter brede Waal
over. Vn die eerste golf sneuvelden
er velen en velen moesten zwemmen.
Wonderbaarlijk genoeg gelukte het
hun 'vaste voet aan de andere oever te
verkrijgen en zg rukten op naar de
brug. Al die tijd hingen de Duitsers
als klitten aan de bovenbouw van de
brug en nam ende para's onder vuur
met geweren en automatische wapens,
terwijl ze vochten als bezetenen. De
situatie was zo hopeloos, dat de aan
wezigheid van deze mannen geen ze
kerheid verschafte, dat de brug en
daarmede de verdedigers, niet zou
worden opgeblazen.
In de vroege avonduren en tegen
alle mogelijkheden in, hees het 504e
Amerikaanse Regiment de „Stars and
Stripes" aan de noordelijke brugoever
en op dat sein begon het leidende pe
loton van de Guards zijn opmars. Er
was maar één weg, een smalle weg,
maar de tanks kon op dié avond niet
worden verhinderd de Waalbrug over
te rijden. Raketwerpers vanaf de brug
afgevuurd, stelde de eerste tank bui
ten gevecht en ook de volgende, maar
de derde wist erdoor te breken. Grote
kraters waren in het brugdek gesla
gen en de overspanningen waren ge
heel in rook en vlammen gehuld, toen
een korporaal van de Grenadiers
Guards zijn tank over het gevaarlijke
bouwwerk reed. Maar de brug
was veroverd! Het was de laatste grote
hinderpaal, maar zo er hernieuwde
hoop was op deze avond van de 20e,
het zou slechts voor korte duur zijn.
Vijftien kilometer verder lag Arn
hem. De weg ernaar toe was niet
meer dan een straatweg tussen de met
dijken doorweven weilanden en het
gedeeltelijk geïnundeerde land voorbij
het dorpje Eist. Het was voor de tanks
onmogelijk uit te waaieren en Eist
was het einde van de weg. Daar riep
een sterke formatie vijandelijke tanks
de aanvallers een halt toe en de aan
wezigheid van de vijand op dit punt
was het onmiskenbare bewijs van de
toestand waarin de Britse parachutis
ten, die stand hielden achter de vij
and, zich bevonden. Luitenant-gene
raal Horrocks bevond zich die dag in
de voorste lijn en hij keek door de hei
igheid in de richting van Eist, staande
op de weg temidden van zijn troepen,
zonder zijn brigadecommandanten,
maar bij zijn gewone soldaten. Zelfs
toen was er in zijn houding nóch op
zijn gezicht een spoor te bekennen van
zijn innnerlijke droefheid. Zijn troe
pen hadden aan het IJsselmeer moe
ten staan, maar dat had door de on
mogelijkheid van de plannen eigen
lijk nooit binnen het bereik gelegen.
Terugblikkend kon hij zelfs de ver
overing van de negen overspanningen
tellende brug over de Maas bij Grave
al als een buitengewone prestatie be
schouwen. Alles wat nu voor hem lag
was de redding, maar zelfs daarop kon
hij langs de smalle weg door Eist niet
hopen.
Alles wat restte was consolidatie en
proberen te behouden wat was ver
overd op een vijand, die aanhoudend
werd versterkt en verre van verslagen
was. In de rug, dat wist luitenant-
generaal Horrocks net zo goed als zijn
mannen, was het gevaar niet minder
en van uur tot uur moest met de mo
gelijkheid rekening gehouden worden,
dat de aanvoerlijnen volledig afge
sneden konden worden, zodat z'n troe
pen in de voorste lijn in de lucht zou
den komen te hangen. Dit was al eens
gebeurd en het zou nog eens plaats
vinden. Hijzelf had aan de kop van
een colonne ondersteunde eenheden
gestaan, aan de rand van een boscom-
plex, zich niet bekommerend om dek- a
king en had uitgekeken over een stuk J
open weg van een kilometer lengte
in de richting van Son. Hij had ge- J
dat zij uiteengeslagen werden, voordat
zij lastig konden worden, maar in het
ingewikkelde terrein van dijken en
zijwegen vocht de vijand met een wan
hopige vasthoudendheid. Niettemin
slaagde een bataljon van de „Dorsets"
er in verbinding te krijgen met de
..Duke of Cornwall's Light Infantry"
in de ochtend van de 23e om het laat
ste hoofdstuk van dit gevecht te schrij
ven. Het was om half twee 's nachts,
toen 250 man van de „Dorsets" te wa
ter gingen in een bijeengeraapt stel
boten, die zij naar de waterkant had
den gesleept. Het was hun taak het
bruggehoofd uit te breiden en in han
den te houden, een bruggehoofd. dat
eigenlijk niet meer bestond. Ze kwa
men dadelijk onder mortiervuur te
liggen en verloren in het begin al twee
boten. De overige vaartuigen hadden
veel te stellen met de sterke stro
ming en waren blootgesteld aan vij
andelijk vuur toen het licht van de
vlammen van een brandend gebouw
aan de noordelijke oever hun positie
verraadde. Zij die de andere oever be
reikten, slechts gewapend met gewe
ren en granaten, klauterden tegen de
steile kant op en liepen recht in het
vuur van de in de bosrand verborgen
vijand. Het was een hopeloze taak,
maar juist omdat zij deden wat zij
konden, in kleine groepjes vechten in
de bossen en afbreuk deden aan de
vijand, die anders deze rivierovergang
zou hebben beheerst, gelukte het aan
kleine groepjes overlevenden van de
le Luchtlandings Divisie zich in vei
ligheid te brengen.
Vanaf die dag vonden Britse para's
verscheidene wegen, die leidden naar
het 30e Korps. Allen wie het gelukte,
waren nat en eigenaardig genoeg op
gewekt en vol goede moed. Velen wa
ren geholpen en gevoed door de Ne
derlanders.
Intussen had Horrocks besloten te
behouden wat was gewonnen. Zijn
hoofdkwartier werd snel, byna boven
op de vijand, ingericht in de bossen
ten zuidoosten van Nijmegen, waar ex
plosies gevaarlyjc krakend in de bossen
erboven plaatsvonden. Toch was dit
juist gezien. Hierdoor werd het moreel
van zijn troepen hoog gehouden en het
was onmogelijk de frontlyn te verla
ten, want het was in feite „front" van
Nijmegen tot Eindhoven.
Uiteindelijk was er door de opmars
zoveel bereikt, dat velen hebben ge
probeerd van de nederlaag een over
winning te maken. Ik ben er zeker van.
dat dit een verkeerd inzicht is. De
operatie Arnhem móést gelukken,
maar ze mislukte. Vele dagen was de
rechterflank van het Britse 2e Leger
gevaarlijk uitgerekt geweest en de
vijand was i:x staat geweest om ge
reorganiseerde strijdkrachten te con
centreren in het gehele gebied van
Een beeld van het zwaar geteister
de Vlissingen, na de bange 85 dagen
Nijmegen tot Venlo en grote stukken
land tussen de rivieren onder water
te zetten. Dat was een „kloppende
zweer" op de rechterflank van de
Britse corridor en het was een pijn
lijke operatie, deze eruit te snijden.
Zes maanden later zou het 30e Korps
met bijna alle hulpmiddelen van het
2e Leger ter beschikking, in de bittere
gevechten om het „Reichswald", ge
wikkeld zijn. Bijna zeven maanden na
Arnhem, medio april 1945, zouden de
Canadezen de brug veroveren net zo
onbezongen als in deze ongelukkige
septembermaand van 1944 en geduldig
de rol spelen, die hun onontkoombaar
lot scheen te zijn. Langzaam, welhaast
onwillig, begon de aandacht zich op
de linkerflank te vestigen. Het Britse
2e Leger had zijn kruit verschoten en
er konden geen verdere avonturen van
verwacht worden.
Bekend oij de Britse Inlichtingen
dienst.
(wordt vervolgd)
DINSDAG A.S.:
Rust op de linker flank
Herkent u in één of meer van de
hiernaast beschreven episoden
een stukje authentiek, eigen ver
leden? Stel uw herinneringen
daaraan dan op schrift en zend
ze toe aan onze feuilletonredactie.
Zij worden zo spoedig mogelijk,
als apart onderdeel van dit oor
logsfeuilleton geplaatst. Hebt u
foto's of andere tastbare herinne
ringen, brieven e.d., aan de slag
om de Schelde? Ook daarvoor
hebben wij grote belangstelling.
U kunt uw bijdragen adresseren
aan: Dagblad De Stem, Reiger
straat 16 Breda. Op de enveloppe
vermelden „Slag om de Wester-
schelde". Bijdragen kunnen ook
via onze rayonkantoren worden
ingestuurd.
Eén van onze lezers, die inde maanden september en oktober 1944 in Sluis
(Zeeuwsch-Vlaanderen) verbleef, beeft over hetgeen er in die gemeente ge
beurde, een dagboek bijgehouden. WU publiceren hieronder een uitreksel
uit dit bewogen journaal.
Dinsdag 19 September 1944. Was gisterenmorgen het Roode Kruis vertrokken,
sinds vannacht is ook de Generale staf verdwenen. Wat is het nu stil in Sluis.'
Vanmorgen was ik bijna alle straten al doorgekomen en ik kreeg al zin om
de vlag op de toren van het stadhuis te probeeren, toen ik de eerste Duit-
scher zag en ik moest voor de zoveelste maal inzien, dat we nog steeds
niet vrij waren. Hoelang nog zullen ze ons geduld op de proef stellen. Het
wachten begint toch wel eens te vervelen.
Woensdag 20 September 1944. Het is stil geweest vandaag. Op de secretarie
is weinig te doen en zoodoende ben ik in de voormalige legerplaatsen op
bezoek geweest, 's Avonds had ik een gevoel, alsof er vannacht iets bijzonders
zou gaan gebeuren.
Donderdag 21 September. Er zijn volgens .deskundigen" teekenen dat bin
nen 2 x 24 uur de Tommies er zullen zijn. Enfin je kunt natuurlijk niet
weten. Wel zijn de Engelschen deze week in Terneuzen aangekomen en 4
mannen partisanen genoemd, zijn er gefusileerd; omdat ze trachtten te ver
hinderen dat een der sluizen buiten werking werd gesteld,
Vrijdag 22 September 1944. Zooals het altijd is uitgekomen, is het nu weer.
Noch in Knocke, noch te Middelburg in België is er iets te doen. Het zijn
dus allemaal geruchten.
Op bevel van den Standortkommandant moeten er 160 man aangewezen
worden, die verdedigingsstellingen moeten maken aan het front. Er schijnt
toch weinig liefhebberij voor te zijn en er komt dan practisch niets van
terecht.
In IJzendijke is het personeel met het bevolkingsregister er vandoor gegaan.
Ook heeft Oostburg het plan om onder water te gaan als het zoover mocht
komen als in-IJzendijke.
Men zegt, dat Hoek en Philippine gevallen zouden zijn. Zooals altijd weer:
men zegt, want het is een land van geruchten, ofschoon de meesten het
steeds weten van menschen die het gezien zouden hebben. Ja_ je wordt hier
van lichtgelovig bijgelovig.
"."6 -"'J "1W 6C'
zien, hoe drietonner na drietonner ge
probeerd had het scherm van vuur
van langzaam omhoog vliegende rode
lichtspoor en salvo's uit 88 mm ge
schut, te doorbreken en waargenomen
hoe wagen na wagen in brand werd
geschoten, totdat de smalle weg be
dekt was met zwarte rook en wrakken
van brandende voertuigen. Die dag
konden de vijandelijke gemechani
seerde vuurmonden tegen de achter
grond van de bossen duidelijk worden
gezien en een peloton tanks van de
Guards moest terugkeren, alvorens dit
korte stukje weg kon worden veilig
gesteld. Op de linkerflank gingen de
Canadezen slechts langzaam voor
waarts, want zij werden tegengehou
den door één van de divisies, die Von
Zangen had weten te redden uit het
gebied van Calais.
Op de rechterflank werd de vijan
delijke tegenstand feller. Zij hadden
het vaderland achter zich. Dit alles
stond Horrocks glashelder voor de
geest toen hij de weg aftuurde bij
Eist op de echtend van de 21e, ter
wijl Duitst kikvorsmannen 's nachts
en overdag vertwijfelde pogingen on
dernamen, de pijlers van de brug op
te blazen. Zijn gedachten hielden zich
hoofdzakelijk bezig met de redding
van de hopeloos vechtende Britten en
Amerikanen. Verkenningswagens, snel
rijdend door de ochtendnevel, hadden
de linker Rijnoever tegenover Ooster
beek bereikt, maar het was de taak
van de 43e Divisie, zich al vechtende
een weg te banen door drassige ge
bieden naar de rivier en een ontsnap
pingsweg te openen voor de overle
venden.
Op de 22e 's avonds loodste een tank
peloton van de „Dragoon Guards" een
bataljon van de „Duke of Cornwall's
Light Infantry" naar de zuidelijke
oever van de Rijn, praktisch tegenover
Oosterbeek. De tanks en infanteristen
hadden, om dit te bereiken, alle voor
zichtigheid uit net oog verloren en wa
ren zonder op mijnen of de vijand
acht te slaan, eenvoudigweg doorge
stoten. Vijandelijke tanks die gepro
beerd hadden hen in de rug aan te
Het prachtige weeer van de laatste
dagen, trouwens van heel de zomer
1964, heeft de animo er by de duiveti-
sjarels ingehouden tot het bittere einde.
Zo werden er niet minder dan zes-en-
twintig-honderd jonge mannen ingezet
op Angouieme en daarmee de bevesti
ging geleverd dat Kempermans gedach-
tengang toen hij met de organisatie er
van begon, juist is geweest. Voor die
organisatie en de berekening van de
uitslag mogen wij hem ondertussen een
extra bos veren op de hoed steken,
want alles verloopt glad en gepolitoerd,
nergens is er een hoekje de punt af.
Het concours heeft in Steenbergen zelf,
het hol van de leeuw, op een afstand van
726 km. niet langer open gestaan dan tot
zondagmiddag 13.00 uur.
De eerste prijs in Groep Zuid waar
190o duiven vlogen, zal vermoedelijk
gaan naar de Limburger J. Odekerken te
Valkenburg, gepakt te 16.45. Vlakt
echter ook de watervlugge Dirk Diele-
man te Axel niet uit 16.32.
Dat de Limburgers zich om dooie dood
niet onbetuigd hebben gelaten kunt u zelf
nagaan uit onderstaande vroegste mel
dingen: Bollen te Maastricht 16.51 Du-
mouhn te Kerkrade 16.56, Krauth te
Meerssen 17.07, Kengen te Meerssen
Roosendaal 17.07, Keng'en te Meerssen
17.19 Ruyters te Geleen 17.20. Lempers
te Heerlen 17.26, Pleyte te Geieen 17 30
fea^r?!?oS-te Zegge 17 30 Va" de Loo' te
fvol de Weerd te Steenbergen
tt v. *7-53 en 18.06 niet van de poes
Van Peer te st WHIebrord 17.35. Janssen
ïfy Elsloo 17.35, Becu te Groeöe 17.37, De
Witte-Balvers 17.39, De Poorter te Hoofd-
Pl3at,. }7,40, Goossen te Westdorpe 17.42
Kysdijk te Oud Gastel 17.45. 17.54 en
18.00, zeer sterk gespeeld, Janssen te
Bergen °p Zoom 17.45, Van Loon te Goir-
,17-45- Rademakers te Sas van Gent
ïï'lo 8'50l NJjsseri te Steenbergen
17.49. Kuipers te Echt 17.50, Stoffelen te
Steenbergen 17.52. Van Loon te Bergen
0p ,n«^m«17,55' Gesmet te Sluiskil 17 47
en 18.21 Bessem te Borgharen 18.00, Jans-
l?n 2MS1 18 02' Palings te Roosen
daal 18.06, Mouwen te Heijningen 18.05.
Jennekens te Valkenburg 18.10, Kouwe-
Made 18.10, Nieuwenbuyzen te
St. Philipsland 18.15, enz. enz
De eerste prijs in Noord zal vermoede
lijk gaan naar Stam en Ko te Rotterdam,
gepakt te 18.12
oeera naaaen nen in ae rug aan tef Theo Kemperman zelf, dat wil ik niet
grijpen, werden zo hevig aangevallen, t onvermeld laten, smaakte het genoegen
Jte draaien te 19.10, hetgeen er op verre
niet los onder door is. Integendeel
Vervolgens kom ik aan de officiële
uitslag van het nationaal attractiecon
cours van Harwich-Parkeston Quay uit,
vanouds gegeven door de Bredase Bond.
De zilvervloot is dit jaar beland in Put
op de Belze grens. Ik zal beginnen met de
lijst, waarna nog enkele wetenswaardig
heden zullen volgen, die concoursleider
Jacobs, toekomstig voorzitter van de
Z.N.B., schrijft in zijn „Ten Geleide".
1, 4 en 23 A. Voorbraak te Putte, 2 H.
Musters te Ossendrecht, 3 Camiel Mat-
theeuwssens te Ossendrecht, 5 C. Karre-
mans te Halsteren, 6 A. Reijntjens te
Alphen, 7 C. Konings te Ossendrecht, 8
M. Caberg te Maastricht, 9 en 11 C. Hoen
dervangers te Put, 10 en 12 P, J, van
der Linden te Put, 13 J. Snoeren te Rijen
14 J. van Oorschot te Put, 15 J. Langen-
berg te Put, 16 P. van Althuis te Breda,
17 J. van Beeck te Put, 18 Gebr. Stabel
te Alphen, 19 W. Vermetten te Alphen.
20 P, J. van Thillo te Ossendrecht 21 F
van der Linden te Put, 22 C W. Molle te
Meerveldhoven, 24 C, Nooyen te Breda.
25 J. de Rooij te Baarle-Nassau, 26
Roeken-Taps te Put, 27 Piet Koek te
Gilze, 28 G. Adams te Bergen op Zoom
29 B. de Nooyer te Put. 30 Verbrake-
Theuns te Hoogerheidee enz.
En nu wat Jacobs schrijft: De specia
listen van onze overwatervlucht hebben
zich ook ditmaal verre van onbetuigd
gelaten. Zo heeft ene A. Voorbraak te
Put. die er trouwens altijd met zijn
tractement tussen zit het gespresteerd
om 1, 4 en 23 te winnen tegen 4143 dui
ven. terwijl zijn dorpsgenoot C. Hoender-
vangers geen kiekens gepakt heeft toen
hij 9 en 11 in de klok draaide. Nog twee
andere Puttenaren, P. J. van der Linden
en zoon, waren er ook als de kippen bij
en zijn 10 en 12 weg. Er zitten liefst
negen Put-mannen in de zeventien eerste
Wie doet ze na?
Omdat Voorbraak en Mattheeuwssens
de coureur hun eerstaankomende
kleppers niet op serie I-A hadden staan,
Is C. Karremans te Halsteren met een
wascombinatie van 995 aan de haal,
voor Voorbraak die verleden jaar met 'n
volle van 331.50 de 9e prijs plus keuken
garnituur van 348.50 had gewonnen, zat
er echter met 1 en 4 wat anders in het
vet dat niet minder best zal smaken:
wascombinatie van 695, keukengarni
tuur van f 348.50. twee constateurs van
f 270 elk, wascombinatie van 1095, was
combinatie van 695, rijwiel van idem
zoveel dooie ik bedoel roole rug van
Z.N.B. en N.P.O.-prijs plus de nodige
voile poulen in de „gewone" kolommen
van de poulebrief.
Verdere krachttoeren op dit gebied
worden uitgehaald door zijn watervlug
ge dorpsgenoten Van der Linden en
Hoendervangers. Vooral laatstgenoemde
zat er op als de kippen.
U ziet dat zelfs het zuinige Bredase
serie-systeem het verhaaltje van „den-
duvel-en-den-groten 'oop" niet kan doen
vergeten als er sjarels zijn die kopdui-
ven draaien aan de lopende band.
Aangezien ik uitnodigingen heb ontvan
gen voor studie van duiven in Acapulco
(Mexico) en Honolulu (Hawaii) ben ik
zinnens mij daarheen te begeven op
maandag 5 oktober aanstaande. Op thuis
reis zou ik kunnen afstappen in Winni
peg-Manitoba (Canada) ik heb de boeren-
duiven aldaar nog nooit gezien en voel
dat wel eens als een gemis.
Wie ik wel gezien heb is de gevrees
de Schift van Pietje Lambregts te
Breda 58-686881 een der grootste kam
pioenen die de wereld ooit gekend
heeft. In zijn zesde jaar is hij eens te
meer kampioen van de C.C. met niet
minder dan zeventien prijzen, hier zijn
ze: 240 Duffel, 368 Vilvoorde, 357 St.
Ghislain, 173 Vilvoorde deze vier vluch
ten tegen een moyenne van vier dui
zend duiven, 65 Noyon, 17 Noyon, 113
Creil, 1 St. Denis, 55 Orleans. 110
Noyon, 8 Chateauroux drie dubbel vol
voor heel de stad Brussel. 82 St. Denis
29 Noyon, 31 Duffel, 414 Vilvoorde, 17
Vlissingen.
Hij zal te zien en te bewonderen zijn
op de Bredase kampioenendagen die al
weer in aantocht zijn.
Hier nog enkele kampioenschappen der
CC, zoals u allen weet is Jaak Kouwen-
berg voor de tweede keer achtereen
volgens kampioen-generaal over alle
vluchten en traetementen.
Jonge duiven: 1 Kees van Nunen, 2
Ries Lambregts, 3 H. de Visser, 4 W.
*Jfs:„a Yan ^er H°rst. 6 C. Gerritsma,
7 C. Poppelaars, 8 P. Stekkermans, 9 A.
J. Rovers, 10 M. Pellenaars.
Algemeen kampioenschap per duif (in-
dividueel): j P. Lambregts voornoemd
6091 p., 2 Th. van Bakel 5009 p., 3 Gerrit
Oomens 4658 p.. 4 C. Beusenberg. 5 M.
de Vree, 6 Jan Tijs, 7 M. de Vree 2, 8 en
9 P van de Muren, 10 A. P, Leemans, 11
C Jacobs, 12 A. Derks enz.
Van Kees van Nunen aangaande kan Ik
u nog berichten dat het oudbestuurslid
Adje van Nunen, de schilder, die in stijl
min of meer tussen Vincent van Gogh en
Ppei in s'aat' 6°ch hü werkt het
fijner af. Kees heeft slechts zes jonge
duiven gespeeld er in totaal 23 verzonden
en daarvan 17 prijzen behaald. Zijn ge
kweekt van de Blauwe St. Vincent met
de Sproet. Niet aan te kluiven. Allemaal
goele- DEN BRUINEN.