ieken EUR N ;ers MOOI ZOMERTJE HIELD ER DE ANIMO IN tl EK De verkeerde veldslag F E F E E r i i s Wild zwijn Spanning De flanken Slecht voorteken De Waalbrug De oversteek Isolement Onversaagd 18 E F E E 19 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964 19 Hei dèbacle van Arnhem En uw eigen verhaal Op reis fng F E E E i I r i i i i i fc i E r r i I I I I 1 F i E i F IB WORKS) bediening van lee- of drie- kr tegemoetko- f-eiskosten voor yonen l;k, Maisbaai 6, Irende kantoor- =a waarden T i. Historisch feuilleton neer Ht Ur<^ „The eighty-five days" van R. W. THOMPSON 111 Vanaf het moment van de bevrijding van Brussel werd bjj alle onderdelen, die in opmars waren, een zekere geestdrift bespeurd, en het gevoel dat voort gemaakt moest worden. De overwinning leek in de lucht te hangen en de drietonners denderden over de steeds slechteh wordende klinkerwegen in het spoor van de Guards Pantser Divisies. Op schaduwrijke plekken van de beukc- bossen bh Tervuren werden snel munitie, en benzinedepots opgericht. In elk bosje en langs de wegen van Leuven naar Hasselt en van Geel naar Beringen werden aanvoerplaatsen opgericht. De 50e Infanterie Divisie, die uit de as was herrezen sedert haar ondergang in 1940, beschoot de sterke Duitse ver dedigingslinie aan het Schelde-Maas- kanaal bij Geel. De Guards rukten met een geweldig elan op, trokken over het Albert-kanaal bij Beringen en bogen af naar het noorden, naar het Schelde- Maas-kanaal, om te proberen brugge- hoofden te vestigen tussen Groote en Neerpelt en vaste voet te verkrijgen over de Nederlandse grens. Men maak te zich vooraan geen illusies over de steeds sterker wordende vijandelijke tegenstand. Langs dit hele kanaal van Antwer pen tot de uiterste linkerflank was het duidelijk geworden, dat de Duitsers er op de een of andere manier in ge slaagd waren, zich van hun ineenstor ting te herstellen. De dagen, dat men ongehinderd door de vijand heen kon snijden, waren voorbij en generaal Dempsey, commandant van het 2e Le ger, was zich daarvan ten volle bewust. Er kwamen rapporten binnen over Duitse troepenverplaatsingen en ver sterkingen langs de gehele linie, en speciaal in het gebied rondom Arn hem. Mocht twijfel over de goede af loop misschien in de harten van de officieren van het hoofdkwartier van het 2e Leger rijzen, op de commandant van de 21e Legergroep maakte dit alles geen indruk. Zijn plannen waren klaar en de hoofdstukken over de toe stand bij de vijand mochten niet weer opnieuw geschreven worden. Deze omstandigheden beïnvloedden de troe pen echter niet, noch konden zij het gevoel van geestdrift en spanning on dermijnen, waarvan het hoofdkwartier van het 30e Korps en de onderdelen in die dagen doortrokken was. De troepen die weinig of niets wisten van hetgeen voor hen lag, waren geprik keld door hot vreemde vooruitzicht, dat het einde wel eens in zicht kon zijn. De Duitsers werden snel uit de posities ten zuiden van het kanaal verdreven en terwijl de Belgische Bri gade om zijn oude kazerne en oefen terrein rond Bourg-Leopold vocht, trok het 30e Korps op naar Hechtel. Op het moment dat de Canadezen Brugge binnentrokken, was het 2e Le ger klaar om aan het verzoek van Montgomery gehoor te geven en een poging te wagen, de overwinning te bevechten. Achter deze poging stond de nieuwe stuwkracht van het 30e Korps in de persoon van luitenant- generaal Horrocks. Zwaar gewond in de woestijn op een leeftijd waarop een dergelijke verwonding het einde van een troepencommando pleegt te bete kenen, had Horrocks, sombere rappor ten en vermaningen van de doktoren ten spijt, hoofdzakelijk door zijn on- uitblusbare geest, zijn kracht herwon nen. Na de oproep van Montgomery in augustus was hij van zijn bed opge staan en had hij bijna direct daarop de uitdrukking „esprit de corps" de juiste betekenis gegeven. Hij bezielde door zijn komst de troepen en wat gisteren nog onmogelijk was, werd het doel van morgen. In Brussel op 3 sep tember maakte hij het duidelijk, dat de Belgische hoofdstad een eindpunt noch een halte was en met zijn stuw kracht achter zich rukte het 30e Korps zonder respijt verder op. Horrocks was een merkwaardige fi guur; lang, voorkomend en precies een schoolmeester Hij wist echter geest drift en vertrouwen op te wekken. Hij was bovendien een generaal van de „voorste lijn" en de mannen in hun wapenopsteltingen zagen hem vaak daar staan op ogenblikken waarop zij het zelf raadzaam achtten, in dekking te blijven. Hij bezat vele kwaliteiten, die de mannen graag bij hun batal jons-commandanten zien en daarnaast droeg hij de onmiskenbare „mantel" van een generaal. „Voorraden, voorraden, voorraden" was zijn onveranderlijke lied. „Alles hangt af van voorraden". man als Honocks zou Montgomery wellicht het onmogelijke van zijn droombeelden hebben ingezien en zich met al zijn krachten voor Antwerpen hebben ingezet. Nu werden door de opmars van zijn speerpunten over een smal front naar het noorden en het vormen van bruggehoofden over de Maas, de Waal, de Nederrijn en een aantal kleinere binnenwateren, zijn dromen bijna werkelijkheid. Een opmerkelijk feit was, dat in deze dagen zo weinigen de naakte waarheid bleken te beseffen, dat de prijs voor de Arnhem-gok, of men nu zou winnen of verliezen, Antwerpen was. Het betekende ook, dat de prijs van Arnhem, waar men de overwin ning niet bereikte en westelijk Neder land isoleerde, een overwinning in 1944 onmogelijk maakte. Het is waar, dat De Guingand, Montgomery's chef-staf, dit duidelijk inzag, maar hij was ziek en op be langrijke momenten niet aan het front en daardoor vrij van de „infectie" die alle aanwezigen in haar greep hield. Maar het besluit w&s genomen. On begrijpelijk voor een zo omzichtig man, een meester op het gebied van het weloverwogen gevecht, dat hij alle voorzichtigheid overboord gooide, en Pattons voorbeeld ging volgen. Des te opmerkelijker is het, dat Montgomery dit idee al in het hoofd had voordat Patton zijn kunsten vertoond had. Het plan kwam volledig uit zijn eigen ko ker. Gedurende de tweede en derde week van september, terwijl de linker flank volkomen in het vergeetboek was geraakt, was dit voor alle betrok kenen het enige wat nog restte in het streven naar succes. Gedurende de gehele tweede week van september groeide de spanning en iedereen ging 's nachts slapen in het besef, dat de volgende ochtend het evenement van zijn leven zou kunnen brengen. Zij die aan de top stonden, wisten dat de grote juchtlanding van dag tot dag werd uitgesteld, maar hielden hun twijfel en vrees angstvallig verborgen voor hun troepen. Het le Amerikaanse Leger, dat pas naar het oosten was af gezwenkt, opende hiermede een ge vaarlijk gat op de rechterflank van de Britten en de 11e Pantser Divisie was nog steeds in gevechten om rivier overgangen ten oosten van Antwerpen gewikkeld. Op 13 september had de 15e Schotse Divisie van het 12e Korps het bruggehoofd bij Geel overgenomen van de 50e Divisie en een nieuw klein bruggehoofd gevormd bij Retie. Er moest hard om gevochten worden en de vijandelijke druk was zwaar. Het vlakke doorsneden waterland en de levensgevaarlijke kaarsrechte wegen waren een voorbode van wat hen in Holland te wachten stond en alleen al de gedachte aan het water bezorgde de mannen koude rillingen. Midden september had het 12e Korps zijn positie op de linkerflank van het 30e Korps ingenomen en kwam het Britse le Korps zo snel mogelijk de plaats innemen van de Canadese rech terflank. Voor degenen die gespan nen klaar lagen in de omgeving noord van Hechtel en een bruggehoofd ge- vromd hadden aan de Nederlandse grens, scheen dit alles ondraaglijk langzaam in zijn werk te gaan. In werkelijkheid was de uitvoering van deze plannen op uitnemende wijze ge schied en de Canadezen ontvingen minder dank dan hen toekwam. Ein delijk, toen de 11e Pantser Divisie naar het oosten oprukte door Heren tals naar de sombere omgeving van Bree, werden drie divisies van het le Geallieerde Luchtlandings Leger in gezet in de meest stoutmoedige opera tie van de gevechten in Europa en braken de Guards uit hun brugge hoofd en overschreden de Nederland se grens, dertig kilometer van Eind hoven met honderdtwintig kilometer voor de boeg. Dat gebeurde op 17 september 's morgens. Als het aan hem had gelegen, zou Antwerpen niet vergeten zijn. Het was zijn zaak een wapen te smeden van het materiaal vn het 30e Korps, dat het in staat zou stellen de moeilijkheden te boven te komen en waarmee het zou kunnen doorstoten naar het hart van de vijand. Zelfs begin september, toen verondersteld kon worden dat niemand buiten zijn hoofdkwartier en de hoofdkwartieren van de onder zijn bevel staande divisies nog ooit van hem gehoord had, waren zijn aanwe zigheid en geestdrift voelbaar van de voorste lijn bij Hechtel tot de voor- raaddepots ten zuiden van de Seine. Chauffeurs, die voorraden aanvoerden, werden zich bewust van de belang rijke rol die zij speelden en degenen iie het mouwonderscheidingsteken van het 30e Korps droegen, waren er trots op. Het „Wilde Zwijn" van het 30e Korps werd snel beroemd. Volg dit teken, zeiden de mannen, en je bent op de goede weg. Het duidde de weg naar de overwinning aan. Het was geen louter toeval, dat Hor rocks en Patton alle aanwezige voor raden voor zich opeisten en beide aan- valsspitsen commandeerden. Deze twee mannen, hoe verschillend in ge drag en uiterlijk, bezaten de gave om hun mannen te bezielen; de eén ver tegenwoordigde de beste oude Engel se karaktertrekken en de ander de kleurrijke van het nieuwe Amerika. De persoonlijkheid van luitenant- generaal Horrocks is van het grootste belang voor deze hele periode en wan neer gezegd wordt, dat Patton en Horrocks hun stempel op de oorlog in noordwest Europa hebben gedrukt, dan is men niet ver mis. Zonder een Er zou geen tijd zijn voor de nor male militaire voorzorgsmaatregelen. Er was alleen tijd om over één enkele smalle weg snel op te rukken, zich niet bekommerend om de aanwezigheid van de vijand, door Eindhoven, Son, Veghel, Grave, Nijmegen en op weg naar Arnhem. Er zouden meer dan twintig rivieren en kanalen en de grote bruggen bij Grave, Nijmegen en Arnhem over schreden moeten worden. De flanken zouden volkomen openliggen en de aanvoerlijn zou lang en kwetsbaar zijn. Op de linkerflank zou het 12e Korps zo snel als maar enigszins mogelijk was moeten oprukken, maar hóé snel dat ook zou gaan, het zou nooit snel genoeg zijn. Met oponthoud werd geen rekening gehouden, maar in het aller eerste stadium waren er al oponthou den. Het was in feite een plan geba seerd op een vijand, waarvan men aan nam, dat hg zelfs geen brug kon op blazen. 17 september was de vroegst moge lijke datum waarop het 30e Korps voorwaarts zou kunnen gaan en dat was al minstens een week te laat. Op 17 september waren Duitse eenheden, die zich in het gebied tussen Apel doorn en Arnhem hadden gehergroe peerd, op een perfecte wijze voor te genaanvallen opgesteld met een sterke strijdmacht van „Tiger"-tanks ter be schikking.1") Ondanks dit twijfelde men van ge allieerde zijde niet aan het succes van de operatie. Iedereen wist, dat de le Britse Luchtlandings Divisie zou wor den ingezet bij Arnhem en dat de 82e en 101e Amerikaanse Luchtlandings Divisie de bruggen bij Nijmegen en Grave in bezit zouden nemen en de opmarsweg vanaf Eindhoven veilig zouden stellen. De verbinding met deze troepen moest langs de gehele op marsweg gemaakt worden. Gedurende de laatste achtenveertig uur was er geen spoor van twijfel bij luitenant-generaal Horrocks te beken nen en in de avond van de 16e sep tember was de toestand rondom Hech tel en het bruggehoofd zo gespannen, dat zij als het ware in de duisternis voelbaar was. In het begin stoorde gemechaniseer de vijandelijke artillerie, die de goed ingegraven vijandelijke troepen op de flanken steunde, de opmars van de Guards, die georuik maakten van één verharde weg door het vlakke heide land en geen ruimte hadden om te manoeuvreren om zich aan beide zij den van de weg te ontplooien. De eer ste sprong bracht hen tot het dorp Valkenswaard, ongeveer 10 km van het beginpunt. Vóór hen, dat wisten zij, vochten de para's op de weg van Eindhoven naar Grave. Behalve dat wisten zij eigenlijk niets. De volgen de dag, de 13e, was september op z'n best. Terwijl de Irish Guards, met in fanterie op hun tanks oprukten om de 101e Luchtlandings Divisie in Eind hoven te ontzetten, hield de Pantser- colonne achter hen te vaak stil aan de kant van de weg. De jonge mannen van de Guards klommen uit hun tanks, schoren zich en maakten gebruik van het opont houd om hun uitrusting in orde te maken, waarvoor zijn beroemd waren. Maar dit was een onheilspellend te ken. Het vlakke land tussen Eindho ven en Grave was bedekt met afge dankte parachutes; nieuwe zweefvlieg tuigen arriveerden en de transport vliegtuigen gingen door met het af werpen van hun lading mensen en voorraden, die zachtjes ter aarde daal den. De 18e 's middags kwamen de Guards in Eindhoven om de para's te ontzetten en de tanks drongen door de nauwe straten, omringd door een juichende menigte. Meer dan vieren twintig uur had de stad midden in de vuurlinie gelegen. De inwoners hadden de laatste Duitsers, boos en dreigend en „behangen met granaten" in hun vrachtwagens zien vertrekken en enkele uren was er een vacuüm geweest. In de nacht van de 18e september, terwijl de Duitsers tegenaanvallen lan ceerden op de 101e Lunchtlandings Di visie langs de weg Son, St.-Oedenrode, Veghel, liepen jong en oud in de par ken van Eindhoven en verwonderden zich over het gedrag van de jonge soldaten, die daar hun bivak hadden opgeslagen. Die jonge mannen, wier taak het was op de tanks mee te rijden en er af te springen om de vijand die de weg bedreigde, aan te vallen, ge droegen zich buitengewoon voorko mend tegenover de rustige inwoners van deze Nederlandse stad. Iets der gelijks werd slechts zelden zo gezien. Zij zullen nooit worden vergeten. Het was pas op de 20e, dat allen van Nij megen via Eindhov®n tot de grens ge confronteerd zouden worden met de mislukking. Er waren wonderen ge beurd. Op de 19e waren de Guards het Wilhelminakanaal overgetrokken en snelden voort over de grote Maasbrug bij Grave. Dit was de eerste grote hin dernis, die intact werd veroverd door het elan en de moed van een handvol soldaten van de 82e Luchtlandings Divisie. Vijf man waren vurende op de ingegraven Duitsers afgestormd en bestookten hierna de vijandelijke loop graaf met handgranaten. Direct hierop viel een eenzame Duitser op een fiets, die de slagpijpjes voor de brugladin- gen vervoerde, de Amerikanen in han den. De brug was in onze handen. Dank zij het bezit van deze brug kon den de Guards op de 19e veertig km in drie uur afleggen en 's middags vocht de 8e Britse Pantser Brigade schouder aan schouder met de Ameri kaanse para's om de toegangen tot de Waalbrug in Nijmegen. Op dat ogen blik werd er langs de gehele opmars een terreur-luchtaanval op Eindhoven weg tot bij Son hevig gevochten en ontnuchterde de inwoners en bracht het eerste werkelijke gevoel van een mogelijke mislukking in de harten van de mannen van het 30e Korps, die zich inspanden de pantsercolonnes bij te houden. De schakels van de dunne ketting werden echter regelmatig ver broken, gerepareerd en opnieuw ver broken en de staart van het 30e Korps kon zelfs met de aansporingen van Horrocks het tempo niet bijhouden. Op de 19e hielden de gedachten zich alleen nog maar bezig met Arnhem. Het weer was steeds slechter gewor den. Mist in Engeland hield de tran sportvliegtuigen aan de grond, voor raden en versterkingen konden niet afgeworpen worden. Landingsplaatsen zuidelijk van Nijmegen tot noordelijk van Arnhem lagen onder vuur en wa ren soms in vijandelijke handen. De rechterflank van de 82e Amerikaanse Luchtlandings Divisie had zware te genaanvallen te verduren vanuit de omgeving van het „Reischswald" en de divisie die dringend om versterkin gen verlegen was, moest hevige ge vechten leveren om de landende zweefvliegtuigen niet in vijandelijke handen te laten vallen. De 19e 's avnds was het moeilijk om het gevoel van komend onheil te onderdrukken, want het leek onmo gelijk om de brug bij Nijmegen in han den te krijgen. Betonnen kazematten en gemechaniseerde artillerie, die door een sterke vijandelijke krijgsmacht met een hoog moreel werden bemand, verdedigden de toegangen tot de ver- keers- en spoorbrug over de Waal en SS-ers vochten vastberaden in de stad. De vaste voet van de tanks en de pa ra's, onwetend over hetgeen zich ach ter hun rug afspeelde, leek subtiel. Ge durende de hele nacht van de 19e en het grootste deel van de volgende dag verwachtten de in Nijmegen vech tenden de brug de lucht te zien in gaan. In de avond van de 19e werd een gedurfd plan ontwikkeld, want dit was een van die zeldzame momenten in de oorlog, dat het normale niet kon worden toegepast en dat meer gepres teerd moest werden dan redelijkerwij ze van een mens kan worden ver langd of kan worden gehoopt. Met een onweerstaanbare verbetenheid was het de Guards gelukt de stad te zuiveren en de toegangen tot de rivier ongeveer anderhalve kilometer ten westen van de brug in handen te krij gen en in de voormiddag van de 20e ging het 504e Amerikaanse Parachu tisten Regiment bij vol daglicht en in het gezicht van de vijand in Britse stormboten, waarmede de mannen nog nooit hadden gewerkt. Onverschrokken en met een ontstel lende koelbloedigheid voeren deze mannen onder geconcentreerd vlande lijk vuur de 400 meter brede Waal over. Vn die eerste golf sneuvelden er velen en velen moesten zwemmen. Wonderbaarlijk genoeg gelukte het hun 'vaste voet aan de andere oever te verkrijgen en zg rukten op naar de brug. Al die tijd hingen de Duitsers als klitten aan de bovenbouw van de brug en nam ende para's onder vuur met geweren en automatische wapens, terwijl ze vochten als bezetenen. De situatie was zo hopeloos, dat de aan wezigheid van deze mannen geen ze kerheid verschafte, dat de brug en daarmede de verdedigers, niet zou worden opgeblazen. In de vroege avonduren en tegen alle mogelijkheden in, hees het 504e Amerikaanse Regiment de „Stars and Stripes" aan de noordelijke brugoever en op dat sein begon het leidende pe loton van de Guards zijn opmars. Er was maar één weg, een smalle weg, maar de tanks kon op dié avond niet worden verhinderd de Waalbrug over te rijden. Raketwerpers vanaf de brug afgevuurd, stelde de eerste tank bui ten gevecht en ook de volgende, maar de derde wist erdoor te breken. Grote kraters waren in het brugdek gesla gen en de overspanningen waren ge heel in rook en vlammen gehuld, toen een korporaal van de Grenadiers Guards zijn tank over het gevaarlijke bouwwerk reed. Maar de brug was veroverd! Het was de laatste grote hinderpaal, maar zo er hernieuwde hoop was op deze avond van de 20e, het zou slechts voor korte duur zijn. Vijftien kilometer verder lag Arn hem. De weg ernaar toe was niet meer dan een straatweg tussen de met dijken doorweven weilanden en het gedeeltelijk geïnundeerde land voorbij het dorpje Eist. Het was voor de tanks onmogelijk uit te waaieren en Eist was het einde van de weg. Daar riep een sterke formatie vijandelijke tanks de aanvallers een halt toe en de aan wezigheid van de vijand op dit punt was het onmiskenbare bewijs van de toestand waarin de Britse parachutis ten, die stand hielden achter de vij and, zich bevonden. Luitenant-gene raal Horrocks bevond zich die dag in de voorste lijn en hij keek door de hei igheid in de richting van Eist, staande op de weg temidden van zijn troepen, zonder zijn brigadecommandanten, maar bij zijn gewone soldaten. Zelfs toen was er in zijn houding nóch op zijn gezicht een spoor te bekennen van zijn innnerlijke droefheid. Zijn troe pen hadden aan het IJsselmeer moe ten staan, maar dat had door de on mogelijkheid van de plannen eigen lijk nooit binnen het bereik gelegen. Terugblikkend kon hij zelfs de ver overing van de negen overspanningen tellende brug over de Maas bij Grave al als een buitengewone prestatie be schouwen. Alles wat nu voor hem lag was de redding, maar zelfs daarop kon hij langs de smalle weg door Eist niet hopen. Alles wat restte was consolidatie en proberen te behouden wat was ver overd op een vijand, die aanhoudend werd versterkt en verre van verslagen was. In de rug, dat wist luitenant- generaal Horrocks net zo goed als zijn mannen, was het gevaar niet minder en van uur tot uur moest met de mo gelijkheid rekening gehouden worden, dat de aanvoerlijnen volledig afge sneden konden worden, zodat z'n troe pen in de voorste lijn in de lucht zou den komen te hangen. Dit was al eens gebeurd en het zou nog eens plaats vinden. Hijzelf had aan de kop van een colonne ondersteunde eenheden gestaan, aan de rand van een boscom- plex, zich niet bekommerend om dek- a king en had uitgekeken over een stuk J open weg van een kilometer lengte in de richting van Son. Hij had ge- J dat zij uiteengeslagen werden, voordat zij lastig konden worden, maar in het ingewikkelde terrein van dijken en zijwegen vocht de vijand met een wan hopige vasthoudendheid. Niettemin slaagde een bataljon van de „Dorsets" er in verbinding te krijgen met de ..Duke of Cornwall's Light Infantry" in de ochtend van de 23e om het laat ste hoofdstuk van dit gevecht te schrij ven. Het was om half twee 's nachts, toen 250 man van de „Dorsets" te wa ter gingen in een bijeengeraapt stel boten, die zij naar de waterkant had den gesleept. Het was hun taak het bruggehoofd uit te breiden en in han den te houden, een bruggehoofd. dat eigenlijk niet meer bestond. Ze kwa men dadelijk onder mortiervuur te liggen en verloren in het begin al twee boten. De overige vaartuigen hadden veel te stellen met de sterke stro ming en waren blootgesteld aan vij andelijk vuur toen het licht van de vlammen van een brandend gebouw aan de noordelijke oever hun positie verraadde. Zij die de andere oever be reikten, slechts gewapend met gewe ren en granaten, klauterden tegen de steile kant op en liepen recht in het vuur van de in de bosrand verborgen vijand. Het was een hopeloze taak, maar juist omdat zij deden wat zij konden, in kleine groepjes vechten in de bossen en afbreuk deden aan de vijand, die anders deze rivierovergang zou hebben beheerst, gelukte het aan kleine groepjes overlevenden van de le Luchtlandings Divisie zich in vei ligheid te brengen. Vanaf die dag vonden Britse para's verscheidene wegen, die leidden naar het 30e Korps. Allen wie het gelukte, waren nat en eigenaardig genoeg op gewekt en vol goede moed. Velen wa ren geholpen en gevoed door de Ne derlanders. Intussen had Horrocks besloten te behouden wat was gewonnen. Zijn hoofdkwartier werd snel, byna boven op de vijand, ingericht in de bossen ten zuidoosten van Nijmegen, waar ex plosies gevaarlyjc krakend in de bossen erboven plaatsvonden. Toch was dit juist gezien. Hierdoor werd het moreel van zijn troepen hoog gehouden en het was onmogelijk de frontlyn te verla ten, want het was in feite „front" van Nijmegen tot Eindhoven. Uiteindelijk was er door de opmars zoveel bereikt, dat velen hebben ge probeerd van de nederlaag een over winning te maken. Ik ben er zeker van. dat dit een verkeerd inzicht is. De operatie Arnhem móést gelukken, maar ze mislukte. Vele dagen was de rechterflank van het Britse 2e Leger gevaarlijk uitgerekt geweest en de vijand was i:x staat geweest om ge reorganiseerde strijdkrachten te con centreren in het gehele gebied van Een beeld van het zwaar geteister de Vlissingen, na de bange 85 dagen Nijmegen tot Venlo en grote stukken land tussen de rivieren onder water te zetten. Dat was een „kloppende zweer" op de rechterflank van de Britse corridor en het was een pijn lijke operatie, deze eruit te snijden. Zes maanden later zou het 30e Korps met bijna alle hulpmiddelen van het 2e Leger ter beschikking, in de bittere gevechten om het „Reichswald", ge wikkeld zijn. Bijna zeven maanden na Arnhem, medio april 1945, zouden de Canadezen de brug veroveren net zo onbezongen als in deze ongelukkige septembermaand van 1944 en geduldig de rol spelen, die hun onontkoombaar lot scheen te zijn. Langzaam, welhaast onwillig, begon de aandacht zich op de linkerflank te vestigen. Het Britse 2e Leger had zijn kruit verschoten en er konden geen verdere avonturen van verwacht worden. Bekend oij de Britse Inlichtingen dienst. (wordt vervolgd) DINSDAG A.S.: Rust op de linker flank Herkent u in één of meer van de hiernaast beschreven episoden een stukje authentiek, eigen ver leden? Stel uw herinneringen daaraan dan op schrift en zend ze toe aan onze feuilletonredactie. Zij worden zo spoedig mogelijk, als apart onderdeel van dit oor logsfeuilleton geplaatst. Hebt u foto's of andere tastbare herinne ringen, brieven e.d., aan de slag om de Schelde? Ook daarvoor hebben wij grote belangstelling. U kunt uw bijdragen adresseren aan: Dagblad De Stem, Reiger straat 16 Breda. Op de enveloppe vermelden „Slag om de Wester- schelde". Bijdragen kunnen ook via onze rayonkantoren worden ingestuurd. Eén van onze lezers, die inde maanden september en oktober 1944 in Sluis (Zeeuwsch-Vlaanderen) verbleef, beeft over hetgeen er in die gemeente ge beurde, een dagboek bijgehouden. WU publiceren hieronder een uitreksel uit dit bewogen journaal. Dinsdag 19 September 1944. Was gisterenmorgen het Roode Kruis vertrokken, sinds vannacht is ook de Generale staf verdwenen. Wat is het nu stil in Sluis.' Vanmorgen was ik bijna alle straten al doorgekomen en ik kreeg al zin om de vlag op de toren van het stadhuis te probeeren, toen ik de eerste Duit- scher zag en ik moest voor de zoveelste maal inzien, dat we nog steeds niet vrij waren. Hoelang nog zullen ze ons geduld op de proef stellen. Het wachten begint toch wel eens te vervelen. Woensdag 20 September 1944. Het is stil geweest vandaag. Op de secretarie is weinig te doen en zoodoende ben ik in de voormalige legerplaatsen op bezoek geweest, 's Avonds had ik een gevoel, alsof er vannacht iets bijzonders zou gaan gebeuren. Donderdag 21 September. Er zijn volgens .deskundigen" teekenen dat bin nen 2 x 24 uur de Tommies er zullen zijn. Enfin je kunt natuurlijk niet weten. Wel zijn de Engelschen deze week in Terneuzen aangekomen en 4 mannen partisanen genoemd, zijn er gefusileerd; omdat ze trachtten te ver hinderen dat een der sluizen buiten werking werd gesteld, Vrijdag 22 September 1944. Zooals het altijd is uitgekomen, is het nu weer. Noch in Knocke, noch te Middelburg in België is er iets te doen. Het zijn dus allemaal geruchten. Op bevel van den Standortkommandant moeten er 160 man aangewezen worden, die verdedigingsstellingen moeten maken aan het front. Er schijnt toch weinig liefhebberij voor te zijn en er komt dan practisch niets van terecht. In IJzendijke is het personeel met het bevolkingsregister er vandoor gegaan. Ook heeft Oostburg het plan om onder water te gaan als het zoover mocht komen als in-IJzendijke. Men zegt, dat Hoek en Philippine gevallen zouden zijn. Zooals altijd weer: men zegt, want het is een land van geruchten, ofschoon de meesten het steeds weten van menschen die het gezien zouden hebben. Ja_ je wordt hier van lichtgelovig bijgelovig. "."6 -"'J "1W 6C' zien, hoe drietonner na drietonner ge probeerd had het scherm van vuur van langzaam omhoog vliegende rode lichtspoor en salvo's uit 88 mm ge schut, te doorbreken en waargenomen hoe wagen na wagen in brand werd geschoten, totdat de smalle weg be dekt was met zwarte rook en wrakken van brandende voertuigen. Die dag konden de vijandelijke gemechani seerde vuurmonden tegen de achter grond van de bossen duidelijk worden gezien en een peloton tanks van de Guards moest terugkeren, alvorens dit korte stukje weg kon worden veilig gesteld. Op de linkerflank gingen de Canadezen slechts langzaam voor waarts, want zij werden tegengehou den door één van de divisies, die Von Zangen had weten te redden uit het gebied van Calais. Op de rechterflank werd de vijan delijke tegenstand feller. Zij hadden het vaderland achter zich. Dit alles stond Horrocks glashelder voor de geest toen hij de weg aftuurde bij Eist op de echtend van de 21e, ter wijl Duitst kikvorsmannen 's nachts en overdag vertwijfelde pogingen on dernamen, de pijlers van de brug op te blazen. Zijn gedachten hielden zich hoofdzakelijk bezig met de redding van de hopeloos vechtende Britten en Amerikanen. Verkenningswagens, snel rijdend door de ochtendnevel, hadden de linker Rijnoever tegenover Ooster beek bereikt, maar het was de taak van de 43e Divisie, zich al vechtende een weg te banen door drassige ge bieden naar de rivier en een ontsnap pingsweg te openen voor de overle venden. Op de 22e 's avonds loodste een tank peloton van de „Dragoon Guards" een bataljon van de „Duke of Cornwall's Light Infantry" naar de zuidelijke oever van de Rijn, praktisch tegenover Oosterbeek. De tanks en infanteristen hadden, om dit te bereiken, alle voor zichtigheid uit net oog verloren en wa ren zonder op mijnen of de vijand acht te slaan, eenvoudigweg doorge stoten. Vijandelijke tanks die gepro beerd hadden hen in de rug aan te Het prachtige weeer van de laatste dagen, trouwens van heel de zomer 1964, heeft de animo er by de duiveti- sjarels ingehouden tot het bittere einde. Zo werden er niet minder dan zes-en- twintig-honderd jonge mannen ingezet op Angouieme en daarmee de bevesti ging geleverd dat Kempermans gedach- tengang toen hij met de organisatie er van begon, juist is geweest. Voor die organisatie en de berekening van de uitslag mogen wij hem ondertussen een extra bos veren op de hoed steken, want alles verloopt glad en gepolitoerd, nergens is er een hoekje de punt af. Het concours heeft in Steenbergen zelf, het hol van de leeuw, op een afstand van 726 km. niet langer open gestaan dan tot zondagmiddag 13.00 uur. De eerste prijs in Groep Zuid waar 190o duiven vlogen, zal vermoedelijk gaan naar de Limburger J. Odekerken te Valkenburg, gepakt te 16.45. Vlakt echter ook de watervlugge Dirk Diele- man te Axel niet uit 16.32. Dat de Limburgers zich om dooie dood niet onbetuigd hebben gelaten kunt u zelf nagaan uit onderstaande vroegste mel dingen: Bollen te Maastricht 16.51 Du- mouhn te Kerkrade 16.56, Krauth te Meerssen 17.07, Kengen te Meerssen Roosendaal 17.07, Keng'en te Meerssen 17.19 Ruyters te Geleen 17.20. Lempers te Heerlen 17.26, Pleyte te Geieen 17 30 fea^r?!?oS-te Zegge 17 30 Va" de Loo' te fvol de Weerd te Steenbergen tt v. *7-53 en 18.06 niet van de poes Van Peer te st WHIebrord 17.35. Janssen ïfy Elsloo 17.35, Becu te Groeöe 17.37, De Witte-Balvers 17.39, De Poorter te Hoofd- Pl3at,. }7,40, Goossen te Westdorpe 17.42 Kysdijk te Oud Gastel 17.45. 17.54 en 18.00, zeer sterk gespeeld, Janssen te Bergen °p Zoom 17.45, Van Loon te Goir- ,17-45- Rademakers te Sas van Gent ïï'lo 8'50l NJjsseri te Steenbergen 17.49. Kuipers te Echt 17.50, Stoffelen te Steenbergen 17.52. Van Loon te Bergen 0p ,n«^m«17,55' Gesmet te Sluiskil 17 47 en 18.21 Bessem te Borgharen 18.00, Jans- l?n 2MS1 18 02' Palings te Roosen daal 18.06, Mouwen te Heijningen 18.05. Jennekens te Valkenburg 18.10, Kouwe- Made 18.10, Nieuwenbuyzen te St. Philipsland 18.15, enz. enz De eerste prijs in Noord zal vermoede lijk gaan naar Stam en Ko te Rotterdam, gepakt te 18.12 oeera naaaen nen in ae rug aan tef Theo Kemperman zelf, dat wil ik niet grijpen, werden zo hevig aangevallen, t onvermeld laten, smaakte het genoegen Jte draaien te 19.10, hetgeen er op verre niet los onder door is. Integendeel Vervolgens kom ik aan de officiële uitslag van het nationaal attractiecon cours van Harwich-Parkeston Quay uit, vanouds gegeven door de Bredase Bond. De zilvervloot is dit jaar beland in Put op de Belze grens. Ik zal beginnen met de lijst, waarna nog enkele wetenswaardig heden zullen volgen, die concoursleider Jacobs, toekomstig voorzitter van de Z.N.B., schrijft in zijn „Ten Geleide". 1, 4 en 23 A. Voorbraak te Putte, 2 H. Musters te Ossendrecht, 3 Camiel Mat- theeuwssens te Ossendrecht, 5 C. Karre- mans te Halsteren, 6 A. Reijntjens te Alphen, 7 C. Konings te Ossendrecht, 8 M. Caberg te Maastricht, 9 en 11 C. Hoen dervangers te Put, 10 en 12 P, J, van der Linden te Put, 13 J. Snoeren te Rijen 14 J. van Oorschot te Put, 15 J. Langen- berg te Put, 16 P. van Althuis te Breda, 17 J. van Beeck te Put, 18 Gebr. Stabel te Alphen, 19 W. Vermetten te Alphen. 20 P, J. van Thillo te Ossendrecht 21 F van der Linden te Put, 22 C W. Molle te Meerveldhoven, 24 C, Nooyen te Breda. 25 J. de Rooij te Baarle-Nassau, 26 Roeken-Taps te Put, 27 Piet Koek te Gilze, 28 G. Adams te Bergen op Zoom 29 B. de Nooyer te Put. 30 Verbrake- Theuns te Hoogerheidee enz. En nu wat Jacobs schrijft: De specia listen van onze overwatervlucht hebben zich ook ditmaal verre van onbetuigd gelaten. Zo heeft ene A. Voorbraak te Put. die er trouwens altijd met zijn tractement tussen zit het gespresteerd om 1, 4 en 23 te winnen tegen 4143 dui ven. terwijl zijn dorpsgenoot C. Hoender- vangers geen kiekens gepakt heeft toen hij 9 en 11 in de klok draaide. Nog twee andere Puttenaren, P. J. van der Linden en zoon, waren er ook als de kippen bij en zijn 10 en 12 weg. Er zitten liefst negen Put-mannen in de zeventien eerste Wie doet ze na? Omdat Voorbraak en Mattheeuwssens de coureur hun eerstaankomende kleppers niet op serie I-A hadden staan, Is C. Karremans te Halsteren met een wascombinatie van 995 aan de haal, voor Voorbraak die verleden jaar met 'n volle van 331.50 de 9e prijs plus keuken garnituur van 348.50 had gewonnen, zat er echter met 1 en 4 wat anders in het vet dat niet minder best zal smaken: wascombinatie van 695, keukengarni tuur van f 348.50. twee constateurs van f 270 elk, wascombinatie van 1095, was combinatie van 695, rijwiel van idem zoveel dooie ik bedoel roole rug van Z.N.B. en N.P.O.-prijs plus de nodige voile poulen in de „gewone" kolommen van de poulebrief. Verdere krachttoeren op dit gebied worden uitgehaald door zijn watervlug ge dorpsgenoten Van der Linden en Hoendervangers. Vooral laatstgenoemde zat er op als de kippen. U ziet dat zelfs het zuinige Bredase serie-systeem het verhaaltje van „den- duvel-en-den-groten 'oop" niet kan doen vergeten als er sjarels zijn die kopdui- ven draaien aan de lopende band. Aangezien ik uitnodigingen heb ontvan gen voor studie van duiven in Acapulco (Mexico) en Honolulu (Hawaii) ben ik zinnens mij daarheen te begeven op maandag 5 oktober aanstaande. Op thuis reis zou ik kunnen afstappen in Winni peg-Manitoba (Canada) ik heb de boeren- duiven aldaar nog nooit gezien en voel dat wel eens als een gemis. Wie ik wel gezien heb is de gevrees de Schift van Pietje Lambregts te Breda 58-686881 een der grootste kam pioenen die de wereld ooit gekend heeft. In zijn zesde jaar is hij eens te meer kampioen van de C.C. met niet minder dan zeventien prijzen, hier zijn ze: 240 Duffel, 368 Vilvoorde, 357 St. Ghislain, 173 Vilvoorde deze vier vluch ten tegen een moyenne van vier dui zend duiven, 65 Noyon, 17 Noyon, 113 Creil, 1 St. Denis, 55 Orleans. 110 Noyon, 8 Chateauroux drie dubbel vol voor heel de stad Brussel. 82 St. Denis 29 Noyon, 31 Duffel, 414 Vilvoorde, 17 Vlissingen. Hij zal te zien en te bewonderen zijn op de Bredase kampioenendagen die al weer in aantocht zijn. Hier nog enkele kampioenschappen der CC, zoals u allen weet is Jaak Kouwen- berg voor de tweede keer achtereen volgens kampioen-generaal over alle vluchten en traetementen. Jonge duiven: 1 Kees van Nunen, 2 Ries Lambregts, 3 H. de Visser, 4 W. *Jfs:„a Yan ^er H°rst. 6 C. Gerritsma, 7 C. Poppelaars, 8 P. Stekkermans, 9 A. J. Rovers, 10 M. Pellenaars. Algemeen kampioenschap per duif (in- dividueel): j P. Lambregts voornoemd 6091 p., 2 Th. van Bakel 5009 p., 3 Gerrit Oomens 4658 p.. 4 C. Beusenberg. 5 M. de Vree, 6 Jan Tijs, 7 M. de Vree 2, 8 en 9 P van de Muren, 10 A. P, Leemans, 11 C Jacobs, 12 A. Derks enz. Van Kees van Nunen aangaande kan Ik u nog berichten dat het oudbestuurslid Adje van Nunen, de schilder, die in stijl min of meer tussen Vincent van Gogh en Ppei in s'aat' 6°ch hü werkt het fijner af. Kees heeft slechts zes jonge duiven gespeeld er in totaal 23 verzonden en daarvan 17 prijzen behaald. Zijn ge kweekt van de Blauwe St. Vincent met de Sproet. Niet aan te kluiven. Allemaal goele- DEN BRUINEN.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 13