Zelfbouwers konden huis niet voltooien Noord-Rhodesië wordt een vluchtelingen-wij kplaat s De vorming van steenkool JONGENS PANTALON Bij de dageraad van de Olympische Spelen KREYMB0RG KREYMB0RG SLAMAT DJALAN Tegenslag aan de Franse Rivièra Trailer met afbraakhout dreigde op hol te slaan Onze rusteloze aarde NWEER Improvisatie Weg als moordenaar L evensgevaarl ijk BOEKENPLANK De bisschop die God onttroont De Verzamelaar EELT, LIKDOORNS ENZ. 7 jaar nü I iït PI DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 22 SEPTEMBER 1964 (Advertentie) HOOFDSCHOTEL? VLEES! (Van één onzer medewerkers) DIT VOORJAAR trekken twee avontuurlijke Amsterdamse echtparen naar de hossen bij het schilderachtige dorpje Aspremont (met een bijna bijbelse sfeer) 15 km vanaf Nice aan de Franse Rivièra om daar in een „woesijn van schoonheid" een eigen huis te bouwen. Voor dit doel nam men maar eventjes 20 ton afbraakhout uit de hoofdstad mee, omdat bouwmaterialen ginds in het bijzonder hout verre van goedkoop zijn. De feitelijke hoofdrolspelers waren de Nederlandse (in Rotterdam geboren) surrealis tische kunstschilder Frans Johfra wiens z.g. „zielelandschappen" in Amerika bekender zijn dan bij ons en diens vriend, de vagebondzanger-bohémien (van huisuit ook kunst- I J T Bouen: Zo was het begin. De be- tonfundering (met keien verste vigd) voor de benedenverdieping het toekomstige atelier is ge legd. V.l.n.r.: de echtparen De Jong en Johfra. schilder) Sjoerd de Jong. Beneden: In het basiskamp Rechts in de stoel (gedeeltelijk zichtbaar) onze medewerker in ge sprek met Els en Frans Johfra. Laatstgenoemde werd een aantal jaren geleden na zijn optreden als zanger in het befaamde Moulin Rouge te Parijs onverwachts een ster, die regelmatig voor de Fran se t.v. optrad en wiens grammofoonplaten ginds hoge omzetcijfers haalden. Moe van het succes hing hij echter zijn gitaar aan de wil gen en zocht de stilte van Aspremont, waar hij zich ont wikkelde tot aannemer-architect-grondspeculant-tuinman. Hij bood zijn vriend Johfra, die op een bovenhuis in de 2e Helmerstraat te Amsterdam woonde, naast op de grond in Aspremont ook zijn bouwtalenten aan en deze was (evenals zijn vrouw Els) dadelijk enthousiast. Sjoerd, die in de toekomst met zijn vrouw Hennie in het huis van Johfra in Amsterdam zal gaan wonen, arran geerde inleidend in de hoofdstad het hele vervoer hout en huisraad werden ondergebracht in een zware vracht wagen met aanhanger waarna beide vrienden met hun echtgenotes de reis van 1500 km begonnen. (Bijzondere correspondentie) LOESAKA Noord-Rhodesië, dat bin nenkort het onafhankelijke Zambia wordt, regelt reeds nu het toezicht op de te verwachten stroom vrijheidsstrij ders die de nieuwe republiek dan als domicilie zullen kiezen. Loesaka neemt naar algemene verwachting, de plaats in van Tanganjika's hoofdstad Dar es Sa laam, als Afrika's „vryheidshoofdstad". Het onafhankelijke Zambia zal grenzen aan door blanken bestuurde gebieden: Angola in het westen, Mozambique in het oosten en Zuidwest-Afrika, Zuid- Rhodesië en Beetsjoeanaland in het zui den een ideale ligging dus voor po litieke vluchtelingen uit deze landen. De regering van wat nu nog Noord- Rhodesië is, heeft gesticht „De inter nationale vluchtelingenraad van Zambia", voorgezeten door minister van binnen landse zaken Simon Kapwepwe. Zijn taak is het de activiteiten te coördine ren van de internationale organisaties verantwoordelijk voor het welzijn der vluchtelingen in Zambia. Toen Kapwepwe tot voorzitter van de raad werd benoemd, liet hij er geen twij fel aan bestaan dat geen vluchtelingen organisatie buiten de raad om zou mo gen optreden. Groepen als „Amnesty In ternational", „Christian Action'' en de verscheiden Britse, Amerikaanse en Scandinavische organisaties, zullen in de raad zijn vertegenwoordigd. Kapwepwe zei dat er een adviesorgaan zal zijn met verantwoording aan hem, voor het uitwerken van de te volgen gedragslijn en aanpak van het vluch telingenvraagstuk. vluchtelingen van Dar es Salaam naar De regering van wat Zambia wordt, is opmerkelijk voorzichtig te werk gegaan wat het vluchtelingenprobleem betreft. Gevraagd naar de verhuizing van de Loesaka, zei premier Kenneth Kaoenda dat zijn land geen haast had om met andere landen te concurreren op het stuk van het pan-Afrikanisme. „Als hier vluchtelingen komen, dat het dan een natuurlijke zaak zij. We willen ze niet onder druk naar hier halen. We willen een oprechte, humane bijdrage leveren aan wat in wezen een humaan vraagstuk is", zei hij. Kaoenda liet uitkomen dat het niet zo gemakkelijk zou zijn om naar Zambia te komen en politiek asiel te verkrij gen. Alleen „oprechte vluchtelingen" zou den er kans op maken. De voorwaarden voor toelating kunnen volgens Kaoenda niet vergemakkelijkt worden, als de aan wezigheid van aantallen vluchtelingen een averechtse weerslag zou hebben op de werkgelegenheid of tot concurrentie zou leiden tussen jonge mensen die met spoed opleidingskansen moeten hebben. Alvorens asiel zal worden verleend zal een vluchteling moeten kunnen aan tonen dat hy het land niet ten laste zal zijn. Voorts zal van hem worden gevraagd dat hy metterdaad toont en bijdrage aan 's lands ontwikkeling te kunnen geven, zij het door bekwaam heid, beroep of kapitaal, aldus vulde Kapwepwe de premier aan. Twee Afrikanen één Zuidrhodesiër en een Zuidafrikaan zijn in Noord- Rhodesië tot ongewenste emigranten ver klaard en onlangs gedeporteerd. Ze wa ren illegaal binnengekomen. De Zuidrho desiër was Stanley Parirewa. lid van i de afgescheiden „Zimbabwe" Afrikaanse! nationale unie van ds. Ndabaningi Sitho- le, die oppositie voert tegen Joshua Nko- mo's „People's Caretaker Council". Ka oenda staat achter Nkomo. De Zuidafrikaan was David Matsheke, een acteur die vergeefs heeft geprobeerd te ontkomen aan een uitwijzingsbevel uit Noord-Rhodesië. Een woordvoerder van het ministerie van binnenlandse zaken in Loesaka heeft gezegd dat het risico van overstroming van Noord-Rhodesië met personen, dis voorgeven vluchteling te zijn, te groot is, dan dat onbeperkt en ongecontroleerd grensverkeer van mensen toegelaten kan worden. In mei deelde de regering mee dat emigranten die geen tijdelijke werkver gunning of verblijfsvergunning hadden, in de toekomst niet zouden worden bin nengelaten. Noord-Rhodesiës hoofdstad heeft laat stelijk al de opening meegemaakt van twee kantoren van nationalistische orga nisaties van vluchtelingen. Zij omvatten vluchtelingen uit Zuid-Afrika, Zuidwest- Afrika, Zuid-Rhodesië,' Mozambique en Angola. Men verwacht dat nog meer om toestemming zullen vragen. De Zimbabwe Afrikaanse volksbond, uit Zuid-Rhodesië verbannen, vestigt zich in Loesaka. Tot nu toe werkte hij vanuit Dar es Salaam. Zijn voorzitter, James Chikerema, heeft gezegd dat zijn bond een regering-in-ballingschap voor Zuid- Rhodesië zal proclameren zodra het blanke bewind van premier Ian Smith zich eenzijdig onafhankelijk zou verkla ren om de suprematie te kunnen behou den. Chikerema zei niet waar die regering zou zetelen, maar het lijdt weinig twij fel dat het Loesaka zou zijn. Men heeft verleden jaar in Dar es Salaam op het punt gestaan een ballingenregering te vormen. Hoe is het hen nu ginds vergaan We hebben hen in Aspremont eens be zocht en hierover nader in bijgaand ar tikel. „Het heeft ons aan sensatie en tegenslag niet ontbroken", aldus Frans Johfra, een hand losjes geleund tegen de stam van een zwarte olijveboom. We zijn in het Bois Donaréo Asuremont. Onderwijl staat vriend Sjoerd de Jong bij het vrolijk tuf fende betonmolentje. Er is een voldane trek op zijn gezicht, want hij gaat binnen kort met zijn vrouw Hennie weer terug naar Amsterdam. (Samen met haar heeft hij hoofdzakelijk dc bouw gedaan, terwijl Johfra tekende en diens vrouw Els het „kampement" verzorgde). Het geplande huis zal dan na een snik hete zomer en na schier onvoorstelbare moeilijkheden voor de helft voltooid zijn. Dit betekent, dat de tent in het bos afgebroken kan worden en er ruimte is om te „overwinteren". Johfra heeft zelfs een pietepeuterig atelier (de eigenlijke entreehal), waar hij schilderijen kan ma ken om het geld te verdienen, dat voor de voltooiing van de bouw (wanneer het echtpaar De Jong voor dit doel weer terugkeert) nodig zal zijn. In de geschiedenis van de „eigenbouw" zal wel zelden een huis op een dergelyke merkwaardige wyze op de vleugelen der improvisatie ontslaan zijn. Het is een gevecht geworden met de weerbarstig heid van een brok ongerepte natuur, waarbij „bouwmeester" Sjoerd het geheel heeft „laten groeien", d.w.z. beschikbare materialen en omstandigheden steeds de vorm heeft laten bepalen. Niemand weet derhalve, hoe het eind resultaat er uit zal zien, dat in afwijking van de oorspronkelijke opzet geen hou ten, maar een stenen bungalow gaat wor den. Dankbaar werd gebruik gemaakt van een open plek in het bos (met een fraai uitzicht op de alpenketting en het woes te stroomdal van de rivier de Var), waar een naburige boer voor landbouwdoelein den reeds een hap grond uit de berghel ling gegraven had; te vergelijken met een grote traptrede. Op de twee boven elkaar gelegen ho rizontale vlakken werd eerst een beton ijzerconstructie voor de fundamenten ge legd. Thans staat boven dus reeds het woongedeelte (aangesloten op een plastic- noodwaterleiding uit het dorp; overigens voorzien van een tussenmeter, want wa ter is hier erg kostbaar), terwijl het on derstuk, dat aan het atelier gewijd is. nog ontstaan moet. Het geheel wordt volgens Johfra „woest fantastisch" en dit is reeds te zien. Sjoerd verduidelijkte: „Op de mestvaalt hebben we oude marmeren platen gevon den. die ik voor de keukenvloer ga ge bruiken. Ook de prachtige grenen deur, die uit een vergeten klooster gekomen is, zal het goed doen En in de hal heb ik stukken kristal in de muur gemetseld. Het wordt een heel raar huis, maar je weet niet, hoeveel plezier we bij dit bou wen hebben; ondanks alle ellende". Wanneer u een laagje har a gesteente ziet van enkele centimeters of decimeters dikte, of een afwisseling van zulke dunne laagjes, dan moet u niet denken dat zulk een laag gedurende zijn hele bestaan zo dun is geweest. Dit geldt in het bijzonder ook voor de steenkoollagen. We zouden ze kunnen ver gelijken met een kletsnatte spons. Zetten we een gewicht op een spons, dan wordt hij veel dunner en wel omdat een groot deel van het wa ter wordt uitgedreven ter wijl tevens de deeltjes waar uit de spons zelf is opge bouwd dichter bij elkaar ko men te liggen. In de natuur kunnen voor al de grote veenmoerassen zoals we die in sommige ge bieden op aarde ook tegen woordig nog wel kennen, met de genoemde spons ver geleken worden. Grote hoe veelheden planten groeien daar in een vochtrijke om geving. Gedurende 't Steen kooltijdperk waren dat voor al eenvoudige vormen van wolfsklauwen, paardestaar- ten, en varens, maar met naar verhouding vaak reus achtige afmetingen Lepido- dendron (de „schubboom") de vorm van een dikviezige naald. Bij de zegelboom stonden de bladeren niet op zulke kussens, maar direct op de stam zelf, als door een lakstempel erop gedrukt De varens uit het Steenkool tijdperk waren merkwaardig niet alleen omdat zich onder hen zeer grote exemplaren en Sigillaria (de „zegel boom") waren wolfsklau wen die tot enkele tientallen meters hoog konden worden De naam schubboom be rust op de vorm van de op pervlakte van de stam, met zijn ruitvormige vlakken, Ha UI die de indruk van schubben ge ven. Binnen iedere ruit stond op een kussenvormige verhevenheid een blad, in bevonden, maar eveneens omdat er soorten waren, die zich door middel van zaden voortplantten en niet met be hulp van sporen, zoals een echte varen betaamt. Veranderingen in de hoog te van de waterspiegel had den tot gevolg dat tijden van echte veengroei afwis selden met tijden waarin ter plaatse kalk klei of zand werd afgezet. Zo raakten de planten geconserveerd. In de loop van miljoenen jaren kwamen er steeds meer ge- steentelagen bovenop te lig gen. Het veen werd in el kaar gedrukt, het water grotendeels er uit geperst. Gebergtevormende krachten kunnen daarbij ook nog mee geholpen hebben. Zo werd het veen geleidelijk tot bruinkool en later door een steeds verder gaande relatieve toename in kool stofgehalte tot steenkool of zelfs antraciet. Maar af drukken van planten in de kool en vooral in de schalie- lagen daartussen tonen nog aan wat het oorsprongma teriaal van de kool was en onder de microscoop kan men zelfs de cellen, waar uit het plantenweefsel was opgebouwd, soms nog her kennen. men zie de derde afbeelding. Deze laatste opmerking slaat op de sterk hellende weg van 300 m, die met een bulldozer vooraf door de rimboe gescha pen moest worden. Hij is met stenen en kuilen bezaaid, zodat meerdere materiaal auto's bij de terugreis omhoog bleven ste ken of de geest gaven. Dit werd een bron van eindeloze ruzies met allerlei op drachtgevers, alsmede getouwtrek over schadevergoedingen en wat dies meer zij. Als stille getuige van de oorlog met een moordende weg zagen we Sjoerds eigen auto (tussen haakjes een overjarig beest je) als een onheistelbaar wrak tussen de olijfbomen staan. Maar het allerergste gebeurde op de heenreis. Toen het zware transport langs citrusbomen en nalmen over serpetine- achtige wegen omhoog geklommen was het kerktorentje van Aspremont. staan de op een hoogte van 800 m, was bij wij ze van spreken al voor het grijpen slipten de zware wielen in de berm, die het zacht glooiende begin vormde van een diep rotsig ravijn. Met de traagheid van de grote wijzer van een klok maar met een onaf wendbaar schijnende zekerheid be gon het enorme dubbele gevaarte met afbraakhout en al naar beneden te glijden. Dit waren afgrijselijke ogenblikken, waarin snel gehandeld moest worden. („Nog nooit heb in in m'n leven zoi hard gewerkt", aldus Johfra, „daar heb ik ook helemaal geen handen voor Er werden dadelijk kriks en kabels in de strijd geworpen. De twee chauffeurs koppelden de motorwagen los om ten minste te redden, wat er te redden viel en wisten deze met grote moeite weer op de weg te brengen. Met vereende krach ten en grote lichamelijke 'inspanningen werd tenslotte na uren ook de aanhanger van de wisse ondergang gered. In een oude boerderij dicht- bij de bouwplaats werd het hout afgeladen en het huisraad opgestapeld. Vanaf dit punt had de buldozer inmiddels reeds de opdracht was vooraf gegeven de genoemde weg gemaakt. Deze werd het eerst bewandeld door de meegekomen Amsterdamse poes, die al spoedig ontdekte, dat hier nieuwe attrac ties verbonden waren aan grote gevaren. Er waren b.v. hagedissen en andere sma kelijke hapjes, maar tevens adelaars en vossen. Els begon dadelijk met Hennie nabij de bouwgrond de eerste bloemen- en groen tezaden uit te zetten en jubelde, dat ze in dit heerlijke klimaat wel spoedig over Brussels lof, kropsla, tomaten en gouds bloemen zou kunnen beschikken Het pionieren, experimenteren en im proviseren begon. I „We hebben dus verschillende mensen aangetrokken voor het materiaalvervoer", aldus Sjoerd. „tetwijl we ook een kabel baan besteld hebben, maar de maker liet op zich wachten. Eerst hebben we het ge probeerd met een gehuurde tractor, maar dat bleek levensgevaarlijk, want dat zwa re ding ging glijden. Toen kregen we een handige vrachtrijder met een sterke klei ne auto. Dat ging heel aardig. Maar de man werd door intriges tegen ons opge zet, zodat hij ons in de steek liet. Daarna kochten we voor 175,- een autootje uit 1938 met een prima motor om het trans portprobleem in eigen hand te nemen. Dat is ook fout gegaan. Maar het huis is toch tegen de verdrukking in gegroeid". Van het afbraakhout is inmiddels slechts een klein gedeelte gebruikt, maar dat komt misschien rog wel van pas. Als kern van het huis was oorspronke lijk een rechte steunmuur gepland: 4 m hoog en 9 m lang. „Maar aangezien de steile aarden wand in de hellling schuin loopt, heb ik deze muur trapsgewijs gebouwd. Er zijn nu mooie grillige nissen en kasten ontstaan, die de achterwand van het atelier bene den gaan vormen". „Denk niet, dat we maar wat aan knoeien", aldus Johfra, „want Sjoerd verstaat zijn vak. Maar het is heerlijk, dat je hier met met allerlei bouwvoorschrif ten te maken hebt. Er is echter aan alles gedacht. We krijgen ook een heuse douche en in onze keuken komt een koelkast, die op butagas of petroleum werkt. Elektra en telefoon kunnen we niet krijgen, maar dat vinden we met zo belangrijk. Ik heb nu al gemerkt, dat ik hier be ter kan werken dnn in Amsterdam. Van hieruit is via de kunsthandel Mokum reeds materiaal gegaan voor de twee grote exposities, die dit najaar van mijn werk in New York gehouden worden. Ko mend voorjaar komt er ook een tentoon stelling bij Fuchs in Wenen Tot slot zei Sjoerd: „Het kost me moeite, het werk half voltooid achter te laten. Dat bouwen is een feest. Gelukkig kan ik in Amsterdam dadelijk weer aan de gang. want daar ga ik deze winter het interieur van het voor Hennie en mij bestemde huis verbouwen, dat Frans verlaten heeft JAAP STIGTER Zevenentwintig eeuwen zien toe, als in Tokio 7.000 atleten uit alle delen van de wereld zich verzamelen voor de XVIIIe Olympische Spelen van het moderne tijdperk. Hoe jong de idealen van de heden daagse sportbeoefening ook mogen schijnen, de meeste ervan dateren uit oeroude tijden en ivachtten slechts op de geniale vorsersnatuur van Baron Pierre de Coubertin om rond de eeuwwisseling heront dekt te worden. Meer dan duizend jaar beheerste de gestage cadans van de vier jaarlijkse Spelen van Olympia de tijdrekening rond het oostelijke bekken van de Middellandse Zee. De oorsprong van de sportieve ge dachte verliest zich in het duister der tijden. De Grieken kenden de Spelen een goddelijke oorsprong toe. Maar in de Helleense geest was het natuurlijke en bovennatuurlijke op zulk een nauwe wijze verweven, dat men het goddelijk ingrijpen meer als een verklaring achteraf moet zien. Met andere woorden de Spelen van Olympia maakten reeds een intrigrerend deel uit van het dagelijkse leven, toen men zich begon af te vragen, hoe ze waren ontstaan. De klassieke datum voor de stichting is 776 voor Christus. Het jaar waarin Corebus van Elis werd bekroond met de eerste Olympische lauweren. Tweehonderd tweeënnegentig maal sedertdien, zijn elke vier jaar bij de eerste volle maan na de zonnewende de Spelen ge houden, totdat keizer Theodosius ze in 393 na Christus op verzoek van de christelijke kerkvader Ambrosius verbood. De traditie vermeldt, dat de Spelen van 776 v. Chr. werden gehou den ter gelegenheid van de geheiligde wapenstilstand tussen koning Iphytus van Elis en Lycurgus, de legendarische god-koning van Sparta, Eeuwen voordien echter bevolkten in de Helleense gedach- tensfeer reeds generaties van goden de vallei van de Alpheus. Het voorhistorische altaar van Chronos, op de hellingen van de naar hem genoemde berg, was in de loop der tijden vervangen door een tempel ter ere van zijn zoon Zeus. Het was Chronos' kleinzoon Heracles (Hercules in de Romeinse terminologieaan wie de legendarische stichting van de Spelen werd toegeschreven. De wonderbaarlijke synthese van religie en lichaams cultuur, zoals deze bij de Hellenen voorkwam, werd de oorsprong van wat wij later zouden leren kennen als de Olympische geest in de sport. De godsdienstige facetten sleten daarbij in de loop der eeuwen af, maar hun grondbetekenis bleef bestaan, omgevormd in morele en filosofische begrippen. Elk vierde jaar, als in de vroege lente een weelde van bloemen de steenachtige grond van de Peloponnesus tot een kleurig tapijt omtoverde, trokken drie herauten uit Olympia door het land om in elke stad de godsvrede af te kondigen. In de ,,Hierominia"de heilige maand van de Spelen, verstomde het wapengekletter. Atleet en toe schouwer waren verzekerd van een veilige tocht. Sport en politiek mogen volgens moderne opvattingen niets met elkaar te maken heb ben. In de oudheid was het anders daar domineerde de sport. Olympia moet op de vermoeide reiziger een onuitwisbare indruk gemaakt hebben. Een nationaal heiligdom, toegankelijk voor elke vrijgeboren Griek. Op de flank van de berg Kronos, aan de rand van een dennenbos en omzoomd door olijvengaarden lag Olympia als een verzameling tempels, galerijen en logementen. Dat alles over heerst door het stadion. Zoals alle Griekse stadions in de vorm van een hoefijzer van 211 meter bij 32 meter met een hardloopbaan van 192,27 meter, dat is 600 maal de lengte van de voeten van Heracles. Boven alles uit torende de tempel van Zeus. De 18 meter lange zuilen waren nauwelijks hoog gnoeg om het enorme beeld van de godheid te overwelven. De zittende Zeus, één van de zeven klas sieke wereldwonderen. Het is een wrede speling van het noodlot, dat veel hetgeen reeds eeuwen onder het stof lag bedolven, iverd opge graven tijdens de tweede Duitse onderzoekingsperiode, door Adolf Hitler bij de opening van de Spelen in Berlijn bevolen. De klassieke spelen namen vijf dagen in beslag. Daarvan waren de openings- en sluitingsdag gewijd aan religieuze ceremoniën en riten. Elk van de deelnemers meestal reeds maanden tevoren in gymnasia getraind legde tegenover de godheid de gelofte af, dat hij zich nederig zou gedragen en eerlijk strijd zou leveren. (Advertentie) In het Tijdschrift voor Theologie van dit jaar no. 2 begint prof. Schillebeeckx zijn artikel over Robinson met vast te stellen dat men niet een ontleding van alléén „Erlijk voor God" feitelijk alle kanten uit kan. In alle mildheid inter preteert hij Robinson zover mogelijk in l orthodoxe zin en stelt in zijn besluit uit drukkelijk: „Indien R. bij zijn beoorde ling fouten heeft gemaakt, stammen deze uit zijn kenleer, niet uit zijn gemis aan geloof of oprechte wil tot orthodoxie". En even tevoren: „Robinson aanvaardt de volheid van de katholieke traditie zoals deze leeft in de Angliekaanse kerk. Slechts één schaduw ligt over dit boek: Robinsons aarzelende opvattingen in ver band met het metafysisch denken". Met opzet citeer ik dit artikel van Schillebeeckx bij dit door Louis Knuvel- der geschreven boek, om van den begin ne af duidelijk te stellen dat het niet erg „eerlijk voor God" lijkt een boekje uit te geven waarin in zeer felle bewoordin gen betoogd wordt, dat R. Hem zonder meer van de troon haalt. Degenen die enigszins op de hoogte zijn van de kri tiek rond R. (Wending, Verbum, Tijdschr. v. Theol., The honest to God debate) zijn toch wel overtuigd dat ondanks de dub belzinnigheden en vaagheden in R.'s betoog („men kan er alle kanten mee uit") het gestelde probleem belangrijk I genoeg is om er niet aan voorbij te gaan. Knuvelder heeft voor R. niet veel goede woorden over, hij acht het niet moeilijk een dik boek te schrijven waarin wordt aangetoond dat „hier in volste werke lijkheid een geloofsvernietiging. een ge- loofsprijsgave wordt voorgesteld" (blz. 44). Zou dit boek ooit verschijnen? Het radicale standpunt van Knuvelder acht ik niet in staat ons te overtuigen van 's bisschops totale ongelijk. Dit is jammer, want deze betoogtrant leidt er toe ook de vele goede opmerkingen van Knuvelder met een korreltje zout te nemen. Pax gaf het boek uit. J. H. (Advertentie) VERWIJDERT SPOORLOOS EN PIJNLOOS Deze roman van de Engelsman John Fowles doet aan Hitchcock denken. Het is een griezelverhaal van een uiterlijk kleurloze stadhuisklerk, die als hobby alleen maar het verzamelen van vlinders schijnt te hebben. Als hij echter de hoofdprijs in één voetbalpool wint, zet zijn verzamellust zich vast op een meisje, dat hij vanuit de verte altijd zeer be wonderd heeft. Hij koopt een oud land huis en richt de kelderverdieping in voor het onderbrengen van het meisje, dat hij dan op geraffineerde wijze schaakt en op zijn manier ook goed en eerbiedig ver zorgt. Een deel van het boek vertelt de jonge man zelf, een ander deel vormt het dag boek van het meisje. Zo ziet men van twee kanten een wonderlijke verhouding groeien, in een spanning van haat en onhandige tederheid. Het einde is drama tisch. Het meisje sterft in haar kerker aan longontsteking zonder dat een dokter erbij komt. En ze wordt in het geheim begraven. De jongeman ziet alweer uit naar een ander meisje, dat hij aan zijn verzameling kan toevoegen. Het is een hallicunerend en beklemmend boek, knap van opzet en ook knap verteld. De ver taling verscheen bij Van Holkema en Warendorf. Sterke Terlenka 55/45 In moderne tinten Alleen geldig 23 september Kleine stijging per maat Karrestraat 2 - Breda ,?re,Delft 60-62 - Middelburg Walstraat 84 - Vlissingen te Hush Puppies i voor Benelux end vervaardigd door UR - Waalwijk en D - Dongen ljppl!!ll ||,jljirir'ijj,. I r' .-1: .L. -'.J_ Ékl ele Hush Puppies kkelijk licht I en bezitten ijke pasvorm. om heel lang - jaargetijde - gemak en plezier bben. rijk te worden. Maar werken, mijn hersens spannen, dat wilde ik speculeerde en verloor 'aders erfdeel en mijn >en ben ik goudzoeker en. Ik had geluk en leel veel goud, maar ik tide het weer even faatste trekje, stamgast isteekt. 16 ct per stuk. KARAKTER HISTORIA 20 CT MIGNON 17 CT PONNY 11 CT

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 9