mam i mes I io Vernieuwer onder de katholieken van Amerika KARDINAAL CUSHING het behoud van uw haar STILBÉPAN Het nieuwe huis he? ilijst op De droom Kersen in de winter WEER NAAR SCHOOL h V De Kleine Stem sa st' DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1964 Conservatieven zijn Bezorgdheid Nog veel verder U kunt niét meer (en niet minder) doen voor uw haar dan het dagelijks verzorgen met Stilbépan. Het tonicum dat haaruitval effec tief stopt. De haarcream die beslist geen kalkroos veroorzaakt. De shampoo (4 soor ten!) voor elk haartype. Stilbépan èn uw goede zorgen zijn het behoud van uw haar. BESTE JONGENS EN MEISJES Kruiswoordpuzzel Spoken op het kasteel EEN RIJMPJE MET DE BUS NAAR ANTWERPEN Een zusje bij EI £31 ES hfTrl a [23 lfk^~ k"; Hierlangs uitknlpp, ouis, Europe I, Droit- Hilversum I en II, ssel I en II) laco, Vaticaan, Tanger) versum 1 en II en t.z.t. idse programma) iia s laten en/of magnetische 140 4)441 (Van een onzer verslaggevers) Ook door de Katholieke Kerk in de Verenigde Staten slaat een golf van vernieuwing. Hij wordt gedragen door bisschoppen, priesters, seminaristen en religieuzen. Zijn drijfkracht is een kleine groep van academisch gevormde leken, die wel de essentie van het geloof aan vaarden, maar een vraagteken zetten bij heel veel gedragsregels, die moraaltheologen uit dit geloof hebben afgeleid. Voor hen is de Kerk niet een juridische instelling, maar „het volk van God". Zij komen heftig in verzet tegen bepaalde vormen van ontrouw aan het christen dom zoals rassendiscriminatie en politiek opportunisme, ook al worden deze door priesters en bisschoppen door de vingers gezien. Aldus het weekblad Time in een artikel dat vooral gewijd is aan de persoon van Richard James Cardinal Cushing, wiens portret op de voorpagina prijkt. En die wordt geïntroduceerd als „de onwaarschijnlijke kardi naal". Natuurlijk zijn er in het Amerikaanse katholicisme ook conservatieve krach ten aan het werk. In hun kringen hoort men nog al eens het verwijt, dat de Kerk nard op weg is protestant te wor den. Volgens Time behoren de meeste Amerikaanse bisschoppen tot deze rich ting, met dien verstande dat de situa tie van diocees tot diocees nogal ver schilt Kardinaal Mclntyre van Los An geles' is openlijk voorstander van de status quo. Spellman van New York voelt niets voor „verandering om de verandering" en in zijn ogen zijn de meeste veranderingen niet meer dan dat. Kardinaal Meyer van Chicago wordt aldus nog steeds Time beschouwd als een gematigde figuur van het mid den. voorstander van vernieuwingen op liturgisch gebied. Ritter van St.-Louis heeft de naam uitgesproken progressief te zijn. Maar de grootste voorstander van een grondig aggiornamento is Cush ing van Boston. Hij is dat warempel niet altijd geweest. In 1048 sloeg hij nog alarm, omdat hij de Kerk bedreigd zag door 'n „samen zwering van geboortenbeperkers, vruchtafdrijvers en euthanasisten". Een jaar later karakteriseerde hij een be paalde protestantse groepering, die scheiding van Kerk en Staat wilde, maar liefst als een „meer verfijnde vorm van de Ku Klux Klan". En van de niet-confessionele universiteiten zei hij: Er zijn maar al te veel voorbeel den van katholieke studenten die aan deze instellingen hun geloof en hun Ame rikanisme verloren hebben." Wat Cushing uit deze verdedigende houding heeft bevrijd, is zijn pastorale bezorgdheid. En misschien ook wel het contact met een figuur als paus Jo hannes waarmee Cushing zich altijd verwant heeft gevoeld. Zoals bekend woonde hij de beide eerste zittingen van et Concilie meer zeer gedeeltelijk bij (hij keerde naa de States teug omdat hij geen latijn verstond"), maar de geest van het Concilie heeft hij als weinig anderen in zich opgenomen. Hij proefde als het ware. wat paus Johan nes wilde. Zelf zei hij: ,,Dat is de eni ge man geweest, die mij ooit begrepen heeft; en ik begrijp mezelf niet eens". Cushing heeft een hartgrondige afkeer van alles, wat naar juridisme en lega lisme ruikt. Hij stoot meteen door naar de kern van het geloof. En bovendien is hij een man van de praktijk. Voor stander van liturgievernieuwing en van een modern lekenapostolaat. Tot le ken, die hij aan het werk wil hebben, zegt hij op de man af: „U moet het doen. Als u het niet doet wie moet ik dan vragen? Kijk eens naar het brand hout dat ik in mijn clergé heb". Cushing is een groot voorstander van vrijheid in de KeTk. Hij heeft dr. John Rock stilletjes zijn gang laten gaan met zijn propaganda voor de pil. Hij liet Hans Kung naar Boston komen. Hij heeft zich openlijk tegen de Index ver klaard. En ook de belofte, die niet-ka- tholieken in geval van een gemengd huwelijk moeten doen zou hij maar lie ver laten vallen. Zijn oecumenische ge zindheid heeft hij onder andere getoond door geld in te zamelen voor niet-katho- lieke kerken en door een plan op te zetten voor oprichting van een oecu menische studiecentrum in Boston. Maar het meest is hij toch bekend om de hartveroverende, enigszins ruwe manier, waarop hij mensen van aller lei rang en stapd weet aan te spre ken vanaf de president der Verenigde Staten tot aan de vuilnisman, die aan de deur komt. Op een toernee door Peru hij moest een kerk inzegenen in een der achterbuurten van Lima sprak hij de aanwezigen als volgt toe: „Aan gezien jullie in een landbouwstreek woont weten jullie naar ik aanneem wat een ezel is. We lezen in het Nieuwe Testament, 'dat Onze-Lieve-Heer in tri omf Jeruzalem binnenreed op een ezel. Vandaag rijdt de Heer op een andere ezel. En dat ben ik". Bij zijn bezoek aan een weeshuis deelde hij hele ber gen ijsjes uit aan de kinderen en liet een paar meisjes giechelen door te zeg gen: „Als je ooit een miljonair mocht trouwen, stel hem dan aan mij voor". Cushing heeft namelijk altijd geld no dig. En hij weet eraan te komen. Men zegt maar wie zal het precies kunnen vertellen dat hij per dag zo'n 20.000 dollar door zijn handen laat gaan. Eens moet hij een delegatie van de Newyorkse politie, die bij hem op be zoek was. in vol ornaat een café heb ben binnèngeloodst en een rondje bier voor al zijn gasten hebben besteld. En toen hij te Gloucester de vissersvloot had gezegend, klom hij aan boord van een der schepen en vroeg de kapitein hem naar Boston te zeilen. Soms als hij met een groep zusters de kermis of het lunapark bezoekt, koopt hij voor alle maal een paar ,,candy-kisses" (een soort snoepgoed) en zegt er dan zonder enige schaamte bij: Het zijn de enige kussen, die je ooit zult krijgen". Kort om een ongelofelijke man. Een onwaar schijnlijke kardinaal. Die altijd weer iets nieuws weet te vinden. Toen hij voor een dame eens op een kaartje had ge schreven „Love, blessings and prayer ful mementos" was zijn commentaar achteraf: „Ik weet niet. of ik u mijn liefde wel kan geven. Hij is aardig af gedragen." Deze manier van doen spreekt de Amerikanen aan. Ze houden van deze benadering recht op en neer. Omdat ze weten dat de kardinaal het hart op de rechte plaats draagt. Zijn preken zijn verschrikkelijk lang en niet om aan te horen: boze tongen zeggen, dat sommi ge biechtvaders het luisteren naar een van die preken als penitentie aan hun biechtelingen opleggen. Maar zijn kor te gezegden treffen bijna altijd de roos. Zo vertelt hij graag wat hem is over komen toen hij geroepen werd bij een ongeluk op straat. Hij vroeg aan de man die gewond op het wegdek lag: ..Ge looft u in God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest?" Waarop de man antwoordde: „Eerwaarde, ik lig hier dood te gaan en u valt me lastig met raadsels". Cushing is ongetwijfeld een man, die de Kerk bij deze tijd wil aanpassen. Toch gaat hij volgens velen niet ver genoeg. Hij heeft de nieuwe geest te pakken", zei een geschiedenis-prof uit Pittsburg, „maar ik vraag me af, of hij zich realiseert dat het hele proces nog een stuk verder zal moeten gaan." En daarmee is dan volgens Time be doeld: aanvaarden van gehuwde dia kens, verkiezing van de bisschop door de leken, dragen van gewone burgerkle ding door alle geestelijken, afschaffing van het ring-kussen en andere feodale gebruiken, het recht van katholieken om een gemengd huwelijk te sluiten voor de dominee en het vinden van een op lossing voor het vraagstuk van de ge boorteregeling. Het artikel in Time besluit met een korte karakteristiek van Cushings be tekenis voor de Kerk van Amerika. „Hij verdient geen krediet en hij krijgt dat ook niet als oorspronkelijke denker, revolutionoir, theoloog, theoreticus of vernieuwer. Maar hij vertegenwoordigt de oudere groep die intuitief voelt, waar het op aan komt en die zich van harte achter de vernieuwing heeft ge steld enkel en alleen omdat dat juist leek." (Advertentie) KARDINAAL CUSHING SJEMEN UIER zijn we weer met een afleve- ring van jullie „Kleine Stem". Wat hebben jullie weer mooie teke ningen gemaakt en fijne verhaaltjes geschreven zeg. Prachtig. Ik zou ze graag allemaal in de krant plaatsen maar jullie begrijpen natuurlijk wel dat we niet zoveel ruimte hebben. Daarom moet ik er steeds een paar uitkiezen die in de krant mogen. Maar ook bij de tekeningen en ver haaltjes die niet in De Kleine Stem geplaatst worden waren deze keer hele mooie. Zo hebben we leuke teke ningen gekregen van Paul Nonneman uit Sluiskil, van R. Hermans uit Don gen (heb je die zelf gemaakt?) van An ja v.d. Logt uit Breda, van J os Stoop uit Breda, van Marian de Wijs uit Moe2*dijk en haar zusje Rina de Wijs, "hele leuke Beatles van Marie- Louise Kint uit Clinge, een fijne paddestoel van Annie Vissers uit Bre da en een schaapskooi en een molen van een jongetje van zes jaar. Japie Runhaar, dat helemaal in Bussum woont. Weten jullie waar dat ligt? Uit Bavel hebben we een leuk ver haal gehad met tekeningen over een schoolreis naar Antwerpen. Erg leuk hoor. Het is gemaakt door Lilly Blok dijk en Els van Bavel. Wat hebben jullie je best gedaan zeg! Tot ziens allemaal en ga maar gauw een tekening op eenverhaaltje ma ken. Misschien kan ik het de volgen de keer in De Kleine Stem plaatsen. Daaaaag..., JOSe De grote vakantie is weer voorbij, nu gaan we weer fijn naar school om negen uur begint hij en om twaalf uur is hij uit. Om kwart over een be gint hij weer en om half vier is hij uit. Dan kunnen we weer fijn spelen of eerst huiswerk maken en tafels leren en weer maar goed ons best doen voor ons rapport. We hebben ook weeral vertellen ge had en tekenen ook, naar natuurlijk ook rekenen en taal al vinden we dat niet zo leuk maar we doen er toch ons best op. Gymnastiek vinden we Dok heel prettig. Lezen vinden we ook heel fijn, want soms staan er van die mooie verhalen in ons boekje. Nu gaan we ons huiswerk maar gauw maken. Dag lieve José en de groeten van JOHAN EN MAGDA DE POORTER Sasput o 46 Schoondijke Marlies Burm Hulsterloostraat 84 Nieuw.-Namen (10 jaar) Elisabeth van Gestel Slingerweg 3 0 Breda - 1* <S i i i i 1. Bekende voetbalploeg in Nederland 2. Eetgerei 3. Daar zit je eten in 4. Watervogel 5. Einde van een gebed 6. Gebruikt een schilder 7. Receptenlijst bij een feest 8. Stilstaand beeld of portret. 9. Melige vrucht 10. Kledingstuk voor meisjes. OPLOSSING y[m£ "ot raad g oio,* 8 nuap\[ 'i '9 uauiy 'Q puaa PJOH "8 'Z xeCy T Zelf verzonnen en gemaakt door ANNIE DE WIJS Koning Haakonstraat 4 Moerdijk. Tj^RED en Ben waren beiden 11 jaar. Ze woonden buiten het (dorp. Het waren goede vrienden. Ze woon den buiten het dorp. Om bij de twee huizen te komen moest je over een landweggetje dat langs een oud onbe woond kasteel leidde. Ze reden over het landweggetje naar huis. Ze kwa men van het verjaarspartijtje van Bob Vriens vandaan. Vanuit de richting van het dorp kwamen tien slagen. „Tien uur", zei Fred. Zwijgend reden ze verder. Ze reden nu langs het kas teel. Plotseling slaakte Fred een gil. „Kijk" riep hij „bij die toren". Ben zag het nu ook. „Help, een spook!" riep Rij. „Stil zijn" zei Fred. Ze stapten van hun fietsen af. Daar stond een witte gedaante. Naast die ge daante rezen ineens twee zwarte spo ken op. Ben en Fred beefden van schrik en angst. Ben zei „Ik dacht dat er geen spoken bestonden" „dat dacht ik ook", zei Fred. Toen begon het witte spook te gillen. Het leek op het huilen van een wolf. Ineens gilde het spook niet meer. Alles was stil. Een gerinkel van glasscherven en alle drie de spoken waren weg. Vlie gensvlug reden Fred en Ben naar huis waar ze alles vertelden. TJe vader van Ben geloofde er niks van. De vader van Fred echter was nogal bijgelovig en geloofde het meteen net als de beide moeders. Op school, de volgende dag vertelden ze alles. Een dag erna wist heel het dorp wat de jongens hadden beleefd. Drie politieagenten gingen een onderzoek instellen. Ze klommen in de toren die Fred en Ben aanwezen. Tien slagen kwamen uit de richting van het dorp en even daarna gebeurde hetzelfde als bij Fred en Ben. De agenten spron gen uit hun schuilplaats en grepen de zogenaamde spoken. Het waren drie dieven die hun buit verstopten in het kasteel. Ze wilden niet dat er ie mand in die buurt van het kasteel kwam want die zou de buit ontdekken en daarom gingen ze spoken. Ze wer den naar het politiebureau gebracht waar ze alles uitvoerig moesten ver tellen. Vier weken later werden ze door de rechter tot vijf jaar gevange nisstraf veroordeeld* Hans v.d. Wiel (11 jaar) Dr. Arienspleinll Kaatsheuvel Elisabeth Badura Mastbosstraat 8b Breda (8 jaar) Boeren en boerinnetjes die lopen in de rij en de hobbelpaardjes staan hier zij aan zij. Bos en wij de elfjes dansen in de maat Fien loopt in de regen met Mientje over de straat. Laat de popjes maar dansen ik wens je veel plezier. LI A SNOEIJS Rozenlaaji 35 Breda Eindelijk was het woensdag 19 au gustus. We zouden die dag om half acht naar Antwerpen gaan. We gin gen met de bus. We waren met ze ventien van de familie (wij er bij ge teld natuurlijk). Eerst gingen wij nog naar een paar andere plaatsen om andere mensen die meegingen. We gingen langs Nieuw-Namen. Toen we aan de tunnel kwamen dat was om kwart over negen. We moes ten even wachten. De tunnel was 2 km lang en mooi verlicht. Als je door de tunnel bent, ben je in Ant werpen. Eerst hebben wij een tijdje gereden. Om half tien tot half elf zijn we naar de haven geweest. Om half elf gingen we naar de bus. De chauf feur bracht ons voor de dierentuin. Daar zag je van allerlei dieren. Om een uur of twaalf gingen we eten. Dan gingen we weer verder kijken, 's Avonds om kwart voor vijf gingen we weer naar huis. En zo was er weer een leuke dag van de vakantie voorbij. Marian de Bruyckere (10 jaar) Oostburgseweg 2 Aardenburg. Ik wil U wat vertellen, Wij zijn allen zo blij. Op vrijdag vier september Kregen wij er een zusje bij. Wij noemen haar Corina 't Is toch zo'n kleine pop De zevende in 't rijtje Ik hoop dat ze groeit voorspoedig op. NEL v. d. DRIES Burg. van Horsighstraat 18, 's Heerenhoek (Zld) Er was eens een vader en moeder die heel erg arm waren. Ze hadden maar een dochtertje. Het heette Roosje, ze was zeven jaar. Ze hadden maar een beetje geld om brood te kopen. Op een dag zei vader ik ga werk zoeken. Va der was nu weg. Nu was moeder maar alleen thuis met Roosje. Moeder dacht te hopen dat vader werk vind, dan verdient hij weer wat geld. Nu was vader al een paar dagen weg. Vader had een ongeluk gehad en zo ernstig, kwamen ze vertellen. De dok ter had het gehoord en ging naar me vrouw Oomen toe. En hij vertelde haar dat haai' man een ongeluk had gehad, en nu is hij dood. Oooooo, wat erg zei moeder, „nu hebben we geen vader meer." De dokter ging weer weg. De burgemeester dacht ik zal ook eens naar die mevrouw Oomen gaan. .Mevrouw 't is erg dat uw man dood is", zei de burgemeester. Daarom krijg je van mij voor niets een nieuw huis. „Oooo, wat fijn", zei moeder. En ik zal ook zorgen dat je dochtertje naar school mag en wij zorgen voor geld, dat u verder kunt leven. Ooooo dank u wel burgemeester, wat ben ik blij. „Nu ga ik gauw naar huis", zei de burgemeester. „Dag mevrouw." „Dag burgemeester." Toen de burge- Arnieke OIrie Zandstraat 93 Sas van Gent meester weg was, vertelde moeder alles aan Roosje. „Maar dat is fijn", zei Roosje. „In een nieuw huis." En toen ze in het nieuwe huis woonde en Roosje naar school ging leefden ze nog lang en gelukkig. ANNIE MAAS Koolpad 22 Bavel Het was 'n hete dag geweest: d® zon ging al onder Annelies speelde met haar vriendin nen „Haven Boven" Om acht uur moest Annelies naar bed Met dit weer was dit heus geen pret Ze bad haar avondgebed en kleedde zich uit Moeder gaf een zoen op d'r snuit „T'rusten'' zei ze zacht en ging op haar zij liggen Moeder was beneden; Annelies zat ineens recht en ging wat zingen „Er was eens, er was eens, heel lang geleden In een kabouterland, ver hier beneden" Nee dat vond ze te vermoeiend en probeerde te slapen Kon ze ook niet, daarom probeerde ze voor het raam te gapen. Het was negen uur toen ze eindelijk in slaap viel Ze droomde dat ze een kabouter zag die een kaars vasthield. „Kom mee" hoorde ze hem zeggen. „Ik zal het verklappen. Maar wat!?" Hij opende een deur en daar zag Annelies een kabouterstad. „Prachtig" zei ze verbaasd Niemand daar in het kabouterland had haast. Een kabouter spatte met water in een vijver waar eendjes zwommen Een andere stond spek te beblommen Er was een poortje net als een box voor kleintjes De zon scheen er fijntjes De wolken waren blauw en kwamen boven de groene bomen uit. Er stond een paddestoelehuisje met een deurtje en een echte ruit! Een beekje met een brugje erover en een mooi gazon En kanariegeel graan, oh zo mooi Annelies keek haar ogen uit „Wat prachtig", zei ze met een snoezige snuit Plotseling liep haar wekkertje af en ze opende haar ogen heel vroom Toen ze het merkte zei ze: „Wat jam mer, het was een droom". Elisabeth van Gestel (15 jaar) Slingerweg 30 Breda. Wie leest er niet de Kleine Stem Zelfs ook t.v.-R.E.M. Het is een genoegen voor de kinderen Ze tekenen zelfs mooie vlinderen. 's Woensdags pak ik gauw de krant En kom ik terecht in dromenland In dromenland van Kleine Stem Soms zit ik dan met m'n ogen klem. Wie wilt er nou niet lezen Wat wij allemaal aan Kleine Stem hebben geprezen. De een een versje de ander 'n gedicht De derde misschien 'n Beatle gezicht. Het is te hopen dat Kleine Stem nog lang zo verder mag gaan. Wij zijn blij dat José het heeft voort laten gaan. Vroeger was 't oom Jan en tante Thea Sn nu is het JOSE MARIJKE SIJNESABL No Een 20 Hoofdplaat. Rikie v.d. Berg St.-Jozef straat 2 Teteringen (9 jaar) Pieter: „Waar ga je naar toe, Jos?" Jos: „Ik ga kersen plukken in dt boomgaard van boer Buitelmans". Pieter: „Maar jongen, het is winter" Jos: „Wat geeft dat, ik heb toch een warme trui aan-" Rene Bastiaansen Beeksestraat 15 Prinsenbeek.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 13