Een dwergveulen weegt een pond STANDBEELD BLIJFT „TOPLOOS" WILHELMS agbfad e Stem e grootste ant van abant Zeeland BOEKENPLANK Eerste hulp bij ongelukken Argentijnse veefokker verkoopt levende speelgoedpaardjes tussen politieke partijen „voortbestaan" ts bedrijf ïoet na ling weg Het bidden van Gods woord Irene Het dagelijks leven in het oude Griekenland Tristan en Isolde EEK De strijd tussen de rtijen gaat in feite alleen i het voortbestaan, niet om ing van de een of de ander, stelling welke de algemeen in het N.K.V., drs. Th. Cop- angspunt nam voor een be- steeds moeilijker wordt de liike problemen vanuit een isie te benaderen. Na jaren 'ek het niet mogelijk in de Raad van Overleg tot een katholiek program te ko- propageren, volgens de heer nieuw politiek programma ide zich te bezinnen op de van een eigen partijvor- roeg zich af waarom men iet een politieke studie- uonen vormen die tracht veel breder vlak de partij- or de toekomst te bezien een impasse bij allen te er werd gezegd tijdens een eientie van de Katholieke ischap in de Partij van de osterbeek. De heer P. W. Vis te sdag de uitbreiding en ver in de werkplaats van zyn indels- en installatiebedrijf als openingsgeschenk een thuis gekregen. Hij zal na- bedryf moeten ontruimen, zal worden afgebroken ortrekken van de provin- 15 (Den Haag-West—Rot- van de heer Vis kwam i 1960, toen de annexatie iren Schipluidens grondge- elft een feit werd, onder Delft te ressorteren. Het uur belegde in verband :atie een bijeenkomst voor lie zo plotseling Delftena- worden en bij die gelegen- de heer Vis zijn plannen ouder van openbare wer- .ontwikkeling, de heer P. De wethouder verzekerde r Vis, dat deze niets had zijn plannen kon uitvoe- sprak de heer Vis de zaak hoofd van de secretarie- ibare werken en de in- het bouw- en woningtoe- ij adviseerden hem zijn voeren, zo deelde de heer danks al deze geruststel- ringen, heeft de heer Vis, bouw is voltooid, bij deur- oot opdracht gekregen zijn trui men. e van een noodlottig debroeder -ETSCHERT de St.-Paulusabdij leleerdheid ijke dienst bjj de ihtmacht in het 15e jaar van 10e jaar van zijn H. m M. Mahler, Abt 984 :ne zullen op woens- 0.30 uur in de kerk Oosterhout worden ur de abbatiale Re- Iragen, gevolgd door terkerkhof. e in uw H. Misoffer ken. DAGBLAD DE STEM VAN SEPTEMBER i. De 582.758 deelnemers oto van deze week zorgden f van f 690.313. Voor de eer- f 125.292 beschikbaar, voor 8.341 en voor de eerste acht ellingen f 34.171. Zondag- ch één deelnemer met 13 de uitslagen gemeld. Voorts leidingen van 12 goede uit- van de „eerste acht" bin- Nadat de koop is gesloten neemt het ene paardje afscheid van het andere, leder paardje brengt de fokker ca. 2400 op. Geen moeilijkheden met het wekelijkse bad op zaterdag. Er blijft nog veel ruimte over in de badkuip. Al zegt de fokker ook dat het paardje sterk is voor zijn grootte, voor het trekken van dit ouderwetse rijtuig is toch wel een wat groter paard nodig. Sommige kleine paardjes worden gebruikt voor shows, o.m. uit de tijd van de kolonisten. Deze vier paardjes werden door de Argentijnse fokker naar Europa gezonden om voorstellingen te geven. Ze moesten o.a. een karretje trekken. De zilveren tuigen en de leren leidsels zijn geheel aangepast aan de afmetingen van de paardjes. De protestantse communiteit van Taizé heeft in de 25 jaren van haar bestaan een grote bekendheid verworven, ook bij de katholieken. Want deze vorm van mon nikenleven is zo oerchrislelijk jeugdig en fris, dat men door dit krachtige getui genis getroffen moet worden. Men legt cr zich o.a. toe op het koorgebed en op de meditatie van de H. Schrift De schrij ver van het gepresenteerde boekje is een monnik van Taizé en het werd vertaald door een monnik van de Cisterciënzer abdij te Achel. De beschouwingen gaan over het lezen, bidden en bemediteren van Gods Woord in de Bijbel. Zij zijn uiteraard gebaseerd op de protestantse visie op de H. Schrift, met name op die van Calvijn, maar ook worden de grote geestelijke schrijvers van voor de Her vorming ruimschoots geciteerd: Augus- tinus, Hieronymus, Teresia van Avila. Vanzelfsprekend ademen de ontwikkelde gedachten min of meer een protestante geest, maar dat mag de katholieken niet weerhouden er kennis van te nemen (de lectuur is niet zo gemakkelijk) in te gendeel. Want „de meditatie van de Schrift is een van de gebieden die niet onder het schisma van de zestiende eeuw geleden hebben". Het boekje is versche nen bij „Pax" in Den Haag J.H. In haar roman La fuente enterrade (in de Nederlandse vertaling van A. Mas tenbroek, onder de titel Irene uitgegeven door Gottmer Haarlem) heeft de Spaanse schrijfster Carmen de Icaza de zuiver heid getekend van de knappe jonge vrouw Irene. Deze Irene, grootgebracht binnen de ommuring van de Spaanse aristocratie, heeft een leven geleid, vol opoffering en leed. Zij meent veilig ge borgen te zijn in een gelukkig huwelijk met een beroemd auteur. Maar dan treedt er een bijna demonische figuur in beider leven, die niet slechts dat huwelijk in gevaar brengt, maar die Irene zelfs in haar geestvermogens raakt. Een toege wijde jonge arts weet Irene tenslotte terug te voeren tot het leven binnen haar eigen gezin en de society. Innerlijk voe len beiden grote en zuivere genegenheid voor elkaar, maar kunnen die niet uit spreken. De echtgenoot van Irene krijgt daar echter weet van en dan is. er de schrijfster, die deze roman niet zonder ontroering brengt tot een schone vol einding. o 'A 'V De Fransman Charles Picard heeft een studie geschreven over het oude Grie kenland. waarin hij afrekende met de sprookjes en fantaster ij en, die in de loop der eeuwen rondom zijn cultuur ont staan zijn en een hardnekkig leven heb ben. Deze studie is verschenen als Spec trum-pocket en waard een ruime ver spreiding te genieten. Picard, di blij kens de flap van de pocket, een man van groot wetenschappelijk gezag is, vertelt hierin zonder geleerd-doenerij en zijn „afrekening" zal voor velen misschien een desillusie betekenen. De schrijver heeft definitief willen breken met een te conventioneel-lyri- sche instelling ten opzichte van het oude Hellas. Hij doet zodoende een poging het leven der oude Grieken menselijker en eenvoudiger voor te stellen. Naast de goden en filosofen leefden even goed Attische geesten, die al te vaak ontsierd werden door gebreken als wreedheid en inhaligheid, aldus de auteur. En hij con stateert, dat dit oude cultuurland het zijn grote wijsgeren en patriotten altijd zeer moeilijk heeft gemaakt. Zodoende moet men zich hoeden voor een overdre ven optimisme in zijn enthousiasme voor de klassieken. Dit is een van de voornaamste con clusies, die het boekje geeft, nadat Pi card het maatschappelijk leven in deze periode in een groot aantal niet te lange hoofdstukken rustig heeft beschreven en aan een analyse onderworpen. Van de Franse ridderroman Tristan en Isolde bestaan twee versies, een van Thomas, de andere is van Öéroul. Die van Béroul is de oudste. Van dit ver haal is ongeveer het middelste gedeelte voor ons bewaard gebleven. De Frans man Joseph Bédier (gestorven in 1933) en behalve historicus ook dichter, heeft de ontzaglijke taak ondernomen om (zoals zijn vriend en leermeester Gaston Paris schrijft in een voorwoord) deze romp weer te voorzien van hoofd, armen en benen. Bédier heeft zich zodoende volkomen met de geest van de schrijver van het authentieke stuk moeten vereenzelvigen en daarna het verhaal van vor enaf aan gschreven, maar dan geheel in de na- ieve stijl en dito psychologie der mid deleeuwen. Dat is een hachelijke en wonderbaarlijke onderneming geweest, maar Bédier is erin geslaagd deze op gave tot een verantwoord einde te bren gen. Reeds vóór 1940 was de bewonde ring voor zijn prestatie algemeen. Dat ongeveer 25 jaar later een Neder landse uitgave verschijnt in de vertaling van Marie Loke, maakt dit middeleeuw se epos van Keltische droefgeestigheid en Franse gratie ook voor ons gemak kelijker benaderbaar. Die vertaling is met de uiterste zorg geschied en een maal aan het lezen wordt men geheel opgenomen in de eerlijke maar naieve sfeer van dit verhaal, dat boeit als een sprookje. Het werk is, behalve in pocket-editie, ook verschenen als luxe-uitgave van de Wereldbibliotheek. (Van onze correspondent J. Bouwer) BONN Met de „kop van Jut" zijn in West-Duitsland op ker missen en schutters- en wijnfeesten nog goede zaken te doen. Met de kop van (keizer) Wilhelm I daarentegen niet meer. Dit heb ben twee kooplieden in Koblenz moeten ondervinden, die vergeef se pogingen hadden gedaan om het beroemde ruitersstandbeeld van keizer Wilhelm I weer te laten opstellen, daar waar het vroeger zovele jaren heeft gestaan, n.l. aan de ook bij Rijntoeristen zo be kende „Deutsche Eek", waar de Moezel in de Rijn stroomt. De heropstelling van het ruiterstand beeld is door de lokale autoriteiten ge weigerd. Zij wilden de kop van Wilhelm, die in het begin van dit jaar werd te ruggevonden, niet kopen. Met deze kop hadden de twee kooplieden gehoopt een goed zaakje te kunnen maken. In een brief aan de vereniging van voorstanders van de weder-opstelling van het ruiterstandbeeld van keizer Wilhelm I heeft aldus de Keulse „Express" de Oberbiirgermeister van de stad Koblenz, Willi M. Macke de wei gering van b. Sc w. gemotiveerd: de stad Koblenz is van plan zich te hou den aan de wens, die in 1953 de toen malige president van West-Duitsland, de inmiddels overleden prof. Theod. Heuss had geuit, nl. dat het voetstuk van het Wilhelm-gedenkteken aan de „Deutsche Eek" als herinnering aan de verdeling van Duitsland en als waarschuwing aan toekomstige generaties zo zou blijven staan d.wz. als steenklomp, zonder standbeeld erop. Het voetstuk ls nL thans versierd met de wapens van de verloren gegane vroegere Duitse Oostgebiedem Pomme- ren, Silezië en Oost-Pruisen, die onder Pools beheer zijn geplaatst en die als niet alle voortekenen bedriegen wel voorgoed tot Polen zullen blijven behoren, wanneer er eenmaal een vre desverdrag met Duitsland zal zijn ge sloten. Waar vroeger het ruiterstand beeld van de keizer stond, staat thans een vlaggemast met de Westduitse vlag eraan. Bij de bezetting van Koblenz door de Fransen ging het standbeeld in gruzele menten. Het werd als schroot verkocht. Merkwaardigerwijs was de kop van Wilhelm op mysterieuze wijze verdwe nen. Het heette, dat de een of andere boer in de omgeving zich er meester van had gemaakt. In het afgelopen voorjaar dook de martiale snorrebaard- kop bij een antiquair op. die het aan de stad wilde verkopen voor 1335 mark (koopprijs, plus winst, plus restauratie kostent. Dat was nog een redelijk aan bod, waarop de stad misschien zou zijn ingegaan. Maar door allerlei bemidde laars steeg de prijs van de Wilhelm-kop tot 10.000 mark. En zoveel is de kop ook de stad Koblenz niet meer waard, zelfs wanneer het mogelijk zou zijn geweest om het 1.70 meter hoge torso in een museum onder te brengen. Misschien, dat de minister voor cul turele zaken in Mainz de landshoofd- stad van Rijnland-Pals nog interesse voor de keizerskop heeft. Indien dat niet het geval mocht zijn, heeft ook de kop van Wilhelm alleen nog schrootwaarde en bij de huidige prijzen bedraagt die vast en zeker geen 1.335 mark meer. t 1 "port, 'ii ïuw; Ruwe handen houden één van de wondermooie paardjes vast, zoals die op een grote ranch, even buiten Buenos Aires, worden gefokt. (Bijzondere correspondentie) In de wetenschap wordt veel ge sproken over het verschijnsel van het steeds kleiner worden van le vende wezens in de laatste tien jaar. Bijzonder grote interesse wordt daarbij o.m. aan de dag gelegd voor de prestaties van de bekende Argentijnse veefokker Julio Cesar Farabella. Deze Argen tijn is al tientallen jaren een spe cialist in het fokken van kleine soorten paarden. De resultaten van zijn experimenten zijn te zien op zijn landerijen, enige tientallen ki lometers buiten de hoofdstad Bue nos Aires. Het zijn bijzonder kleine maar prachtig volgroeide paarden. Tientallen jaren van onderzoek en fokken zijn nodig geweest voordat Farabella en zijn medewerkers hun doel konden bereiken. Ieder jaar wer den de paarden kleiner totdat ze nu nog maar 42,5 cm hoog zijn De miljonair-fokker zegt, dat de klei ne paardjes bij hun geboorte slechts een pond wegen en dat het vier jaar duurt voordat ze volwassen zijn. Hij beweert verder, dat de kleine paardjes in verhouding sterker en gezonder zijn dan de normale soorten. Ze leven ge middeld veertig jaar, wat tweemaal zo lang is als de gemiddelde levens duur van een gewoon paard. De lilliput-paardjes zijn ook zeer snel voor hun grootte. Sommige bereiken snelheden van wel 80 km per uur. Omdat de paardjes erg vriendelijk en speels van aard zijn, zijn ze vooral erg geliefd bij kinderen. Farabella verkoopt de paardjes In Ar gentinië tegen prijzen van ca. ƒ2400 per stuk. Onder de kopers bevond zich kortgeleden de echtgenote van de Amerikaanse minister van justitie, Robert Kennedy. Zij kocht drie van deze fraaie diertjes voor haar kin deren. Hoe ongelooflijk het ook moge lijken, deze paardjes zijn volwassen I Het kleine paard, dat ongeveer 40 cm hoog is, kan gemakkelijk onder een gewoon paard door lopen. Het lilliput-paardje is even groot als het paard uit de oertijd Hef komt nogal eens voor, dat men sen worden geconfronteerd met ge wonden op de weg. Veelal staat men dan hulpeloos te kijken naar de slacht offers. De behoefte om te helpen is er vaak wel maar de kennis ontbreekt. In vele gevaüen terecht, durft men geen hulp te Reden zonder enige ken nis van eerste hulp bij ongelukken te hebben. Toch kunnen leken wel een reddende hand bieden bij ongevallen waarbij slachtoffers zijn. In de eerste plaats moet u beschikken over een steriel snelverband, dat u gewik keld in een stukje plastic ter bescher ming bij u kunt dragen. Bloedende wonden kunnen daar alvast mee wor den gestelpt. Daarbij van het hoog ste belang dat u een wond nimmer met de handen aanraakt, want dat kan in fectie veroorzaken- Omdat u als leek niet kunt weten wat een gewonde mankeert hij kan ook inwendige verwondingen hebben mag tt hem nimmer overeind trekken. Laat een gewonde liggen tot er deskundige hulp komt. Als er een ongerechtigheid in de wond zit, blijf daar dan af. Door iets uit de wond te trekken kunt u de meest ernstige bloedingen en an dere complicaties veroorzaken. Als u merkt dat iemand aan stikken toe is maak dan de hals vrij van knellende kleding, open de mond en haal daar eventueel het kunstgebit uit. Ga nim mer sjorren aan gebroken of ont wrichte armen of benen en geef een verkeersslachtoffer alleen te drinken als hij de beker zelf kan vasthouden. Als u zich aan deze vuistregels houdt, dan kunt u wellicht het leven van een medemens redden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 7