HAAGSE COMEDIE OPENT
SEIZOEN MET BLIJSPEL:
magische stad
Nederlandse Haikoe-poëzie
Moeilijke jacht op stukken
mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen
Paula Comes
Max Croiset
DE HAIKOE is een Japanse vers
vorm, die de laatste tijd ook
in ons land beoefend wordt. Het
gedicht is een soort lyrisch epi
gram, dat uit slechts 17 letter
grepen bestaat, verdeeld over
drie regels van resp. 5, 7 «en 5
syllaben. Deze dichtsoort is tot
haar hoogste volkomenheid en
verfijning gebracht door de Ja
panse dichter Matsoeo Basjo. die
leefde van 1643 tot 1694. Een
klassiek voorbeeld is deze hai-
koe:
MET dat al lijdt het geen twijfel, dat
deze dichtvorm, die zijn grondslag
vindt in het Zen-Boeddhisme, voor het
Westen minder geëigend is. Onze op
vattingen van poëzie en onze techniek
zijn nu eenmaal anders. Toch heeft
Paula Gomes een poging gewaagd om
een bundel oorspronkelijke Neder
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1964
Clerambart
Directeur
Paul
Steenbergen
(Van een onzer redacteuren)
Haagse Comedie-directeur Paul Steen
bergen lacht eens fijntjes en zegt:
„Nee, ik geloof niet, dat we met de
voorstelling van Clerambart van Mar
cel Ayme, waarmee wij het seizoen
op 22 augustus openen, iemand van
de Haagse bevolking zullen kwetsen.
Dat zou misschien tien jaar geleden
het geval geweest zijn, maar nu is het
incasseringsvermogen van de mensen
wat groter en zijn de opvattingen over
wat wel en niet aanvaardbaar is, wat
ruimer geworden. Het beste bewijs
daarvoor is wel het stuk De Maxibulen
van dezelfde auteur, dat in het vorige
seizoen zo'n enorm succes is geworden.
Daarin kwamen toch ook wel een paar
gewaagde scènes voor. Clerambart is
een kostelijk blijspel, vervolgt hij, dat
handelt over een aan lager wal ge
raakte graaf, die zijn hele omgeving
tiranniseert, die de leden van zijn
familie truitjes laat breien, een bestiale
figuur, die alle mogelijke beesten
schiet om in leven te blijven totdat hij
een verschijning krijgt van de H. Fran-
ciscus. Dan slaat hij volkomen om,
wordt ontzettend vroom en probeert
iedereen tot vroomheid en liefde te
bewegen.
Frans van der Linger speelt de graaf
en de andere hoofdrollen worden ver
tolkt door Myra Ward, Georgette Ha-
gedoorn en Anne Marie Heyligers.
De regie is in handen van Bob de
Lange, die ook De Maxibulen regis
seerde.
DE HAAGSE COMEDIE opent het
seizoen dus met een blijspel. Als
op 22 augustus om kwart over acht
het doek openzwaait voor de eerste
akte, betekent dat voor de heer Steen
bergen concreet het einde van de jacht
naar stukken voor het nieuwe seizoen,
een jacht, die, zoals hijzelf zegt, steeds
moeilijker wordt, een jacht ook waarbij
je moet zorgen dat je je niet vergalop
peert
Bij de samenstelling van het repertoire
van een Haagse Comedie. zegt hij, moet
je er rekening mee houden, dai naast
het klassieke en moderne gedeelte, het
komediegedeelte er een wezenlijk en
heel belangrijk onderdeel van uitmaakt.
Wij worden wel eens als komediespe
lers gedoodverfd maar dat is historisch
gegroeid. Denk maar eens aan wat Ver
kade deel in het Odeontheater aan de
Herengracht, denk aan Cor van de Lugt
Melsert en Johan de Meester met het
Residentietoneel en denk aan Cees La-
seur, de meester van de komedie. Deze
traditie heeft bovendien een aparte stijl
van spelen met zich meegebracht.
OOK DE TWEEDE première op zater
dag 5 september is een komedie Dan
speelt de Haagse Comedie onder regie
van Joris Diels Celestina, een zoge
naamde tragikomedie uit 1499 van
Fernando de Rojas. Dat was een enorm
groot stuk, zegt de heer Steenbergen,
met 21 taferelen, en was als zodanig niet
te spelen.
Joris Diels las het in de vertaling van
Albert Helman cn met in zijn achter
hoofd het succi-s van Don Gil, was hij
van mening, dat het ook wel geschikt
zou zijn voor ons. Dolf Verspoor heeft
het via een bewerking speelbaar ge-
maakt. Het heette eerst comedia. ver
volgens tragicomedia de Calisto y Me-
libea en nu Celestina, naar de hoofdrol,
een koppelaarster, die zaJ gespeeld
worden door Ida Wasserman.
Deze dame neemt in het stuk geen blad
voor de mond. Dolf Verspoor zegt in
zijn inleiding dat het Spaans van de
Rojas onnavolgbaar pittig was. Wat dat
betreft wisten ze er toen ook al weg
mee. Harry Wick ontwerpt het decor
en de kostuums.
Representatief voor het toneel is
het stuk na de zondeval van Arthur
Miller, het stuk dat volgens insiders,
handelt over die periode van Millers
leven, waarin hij gehuwd was met de
zo tragisch gestorven Marilyn Monroe.
Met een fotokopie van een brief van
Miller aan de directies van de Euro
pese gezelschappen die zijn stuk gaan
spelen ir zijn hand zegt de heer Steen
bergen: „In de oorspronkelijke versie
heeft Miller bepaalde coupures aange
bracht; aanvankelijk stond hij er op,
dat de gewijzigde versie zou worden
gespeeld, maar in deze brief laat hij
de keuze over aan de gezelschappen.
De hoofdrollen m dit stuk, een advocaat
(Miller) en zijn tweede vrouw (Mon
roe) zullen worden gespeeld door Paul
Steenbergen en Myra Ward. De heer
Steenbergen, die het bovendien zal re
gisseren, is er voortdurend mee bezig.
„Ik probeer mé', zegt hij, „helemaal
vertrouwd te maken met de intenties
van de schrijver".
Men heeft Miller verweten, dat hij on
rechtvaardig is geweest, maar dat is
iets, dat zeker hier, moeilijk is aan te
tonen. Marilyn heeft in Amerika waar
schijnlijk meer fans dan hier. Miller
zelf beschouwt zijn stuk als een gewe
tensonderzoek.
Hij laat de hoofdfiguur praten tegen een
luisteraar; dat kan God zijn, het gewe
ten of een psychiater, dat doet er niet
toe en die gesprekken worden afgewis
seld met momenten uit de man z'n le
ven, niet chronologisch, maar door el
kaar heen. Het is moeilijk waar te ma
ken, hoewel het vol zit met aangrijpen
de momenten.
Al sprekend is de heer Steenbergen he
lemaal in zijn gedachten verdiept ge
raakt. Het decoi. zoals Miller zich dat
zelf gedacht heeft, is een vulkaanach
tige hersenkwab Hij pakt een Ameri
kaans tijdschrift, waarin Miller over
zijn stuk geschreven heeft, om een foto
te laten zien van het decor. Die her
senkwab is bij de eerste voorstelling,
geregisseerd door Elia Kazan, niet ge
bruikt. zegt Paul Steenbergen, die liet
een houten trappenstellage maken, maar
daar voel ik niet veel voor. Dat is te
nuchter, te koel. Er moet nog een toren
van een concentratiekamp bijkomen,
want die heeft een belangrijk aandeel
in dit fascinerende stuk. dat begin no
vember zal worden gespeeld.
Andere stukken, die nog in het eerste
gedeelte van het seizoen gebracht zul
len worden zijn: Kinderen van de zon,
van Maxim Gorki, onder regie van prof.
Scharoff. King Lear van Shakespeare
met in de titelrol Albert van Dalsum.
die deze rol reeds in 1948 vertolkte en
als nieuwjaarspremière The zeaux Stra
tagem van George Farquar onder re
gie van Paul Steenbergen.
OP DE vraag naar de rolbezetting van
al deze stukken, zegt Paul Steenber
gen, na eerst een tydje gezwegen te
hebben: de Haagse Comedie wordt wel
eens verweten, dat zij schaars is met
berichtgeving, maar daar zijn wel een
aantal redenen voor By het contracte
ren van een acteur of een actrice wordt
nooit iets beloofd Wtf zeggen nooit die
en die rol ga je spelen, hoewel een der
gelijke toezegging een engagement be
slist aantrekkelijker zou maken.
InKink Lear komen drie prachtige
vrouwenrollen voor. Stel je nu voor dat
ik nu al zou zeggen, die rollen worden
gespeeld door de actrices A, B en C.
Als later blijkt dat actrice C beter past
in een andere produktie, die ongeveer
tegelijkertijd uitkomt, dan is zij mis
schien diep teleurgesteld, en dat wil ik
voorkomen.
"yoor de tweede helft van het
seizoen zal een keuze worden
gemaakt -uit de volgende stuk
ken: Die Verfolgung und Ermör-
derung Jean Paul Marats, darge-
stellt durch die Schauspielgrup-
pe des Hospizes zu Charenton
unter Anleitung des Herrn de
Sade van Peter Weiss, een stuk,
dat bij de première enkele maan
den geleden in Berlijn een grote
verrassing werd genoemd. Het is
geschreven in een soort Brech-
tiaanse dichtvorm en is een to
neelstuk over een toneelstuk,
dat onder leiding van De Sade
in het gekkenhuis met een eigen
groepje werd gespeeld.
Op de keuzelijst prijken verder:
Frühlingerwachen van Frank
Wedekind „Les dames de chez
Maxim" van Georges Feydeau,
The thracian horses van Maurice
Valency, de komedie Sunday in
New-York van Norman Krasna,
Entertaining mr. Sloane van Joe
Orton, The life in my hands van
Peter Ustinov, Stephen d. van
Hugh Leonard en L'acheteuse
van Steve Passeur.
Er staan ook twee Nederlandse
stukken op deze lijst: Schrijven
alleen is niet genoeg, van Libber
van der Wal en het uitgestelde
Johan van Oldebarnevelt van
Hans Keuls. Het is een indruk
wekkende, rijk gevarieerde lijst,
waaruit het niet makkelijk is om
te kiezen.
HET IS een hels karwei, zegt de heer
Steenbergen, om artistiek leider van
een gezelschap te zijn. Aan de ene kant
staan de acteurs en actrices, die niet
alleen financieel gehonoreerd willen
worden, maar die er vooral prijs op
stellen, dat hun artistieke kwaliteiten
met rollen gehonoreerd worden en aan
de andere kant staat het publiek, gril
lig en veeleisend. Bij het ene stuk
neemt het lange tijd een afwachtende
houding aan en bij het andere onder
neemt het een run op de kassa.
De heer Steenbergen heeft een hoge
opvatting van zijn taak als directeur.
Dat blijkt onder meer uit zijn ant
woord op de vraag, waarom hij niet
enkele malen per jaar met zijn gezel
schap voor de televisie optreedt.
Hij antwoordt: „Het grootste percentage
bezoekers van onze voorstellingen be
staat uit een zogenaamd vrij publiek;
dat beschouw ik trouwens ook als de
meest gezonde basis voor het bestaan
van een gezelschap. Wij moeten het dus
voornamelijk hebben van spontaan be
zoek en dat schept qua repertoire zulke
hoge eisen aan het gezelschap, dat er
geen tijd overblijft voor televisie-optre
den. Ik zou ons schouwburgpubliek te
kort doen en dat wil ik niet. Boven
dien zijn de leden van mijn gezelschap
zeer druk bezet. De kortste tijd van
voorbereiding voor een nieuw stuk is
zes weken. Daar tussendoor moeten zij
ook nog spelen en reizen".
DAT DE HEER Steenbergen zijn pu
bliek met zoveel egards behandelt,
is wel begrijDelijk. Het publiek, zegt hij,
draagt veel tot liet wel of niet slagen
van een voorstelling bij; twee minuten
nadat het gordijn is opengegaan voel
je als acteur al aan. wat voor mensen
je in de zaai hebt. Die samenwerking
tussen publiek en spelers is erg be
langrijk.
Uit het jaarverslag over 1963 van de
Koninklijke Schouwburg blijkt, dat be
langrijke voorstellingen van niet-
Haagse gezelschappen, enkele uitzonde
ringen daargelaten, maar door heel wei
nig mensen werden bezocht. De voor
stellingen van de Haagse Comedie had
den stuk voor stuk een zeer hoog be
zoekersaantal. Lachend zegt de heer
Steenbergen: waarschijnlijk een kwestie
van vertrouwen.
Sprekend over iiet moderne repertoire
zegt de heer Steenbergen: „Er is een
tekort aan goede komedies en dat nood
zaakt ons steeds terug te grijpen op
stukken van onder meer Coward en
Maugham: Er wordt wel veel geschre
ven, maar daar staat tegenover, dat wij
in Nederland veelvraten zijn met al die
gezelschappen, die voortdurend wat
nieuws moeten brengen.
Een van de wensen van Paul Steenber
gen heeft betrekking op de jeugd: „Ik
zou zo graag wat meer aan de jeugd
willen doen; we doen mee aan het
ieugdpaspoort en dat loopt prima, het
is leuk publiek en bovendien is het
het publiek van de toekomst. Maar we
hebben vooralsnog te weinig tijd".
Y^at is magisch? Moeilijke vraag,
maar in ieder geval is het een
gevolg van tovenarij. Welnu,
Londen heeft inderdaad iets
met tovenarij te maken. Lon
den is een behekste stad. Haar
grootheid is haar grootsheid,
haar wijdheid is haar weids
heid, haar bevolking is heel een
volk.
Londen, magische stad. De eer
ste mens die men in Londen, na
aankomst op het Liverpool-Sta
tion tegenkomt, is een heer met
een bolhoed en een paraplu,
die niet de minste belangstelling
heeft, niet alleen voor U, ver
bijsterde vreemdeling, niet al
leen voor zijn medemens in het
algemeen, maar zelfs niet voor
zichzelf. De Londenaar bestaat
het om het eeuwig alternatief te
ontlopen: hij is noch altruïstisch,
noch egoïstisch van aard. Hij
bestaat kortweg. Zijn bestaan
heeft geen zin, maar is toch ook
weer niet zinloos. De Londenaar
is namelijk een wezen sui gene
ris, zoals de Romeinen, van wie
de Engelsen zo veel weg hebben,
het uitdrukken: hij is
„eigendommelijk" iemand, door
en door authentiek, even
authentiek als de munten uitge
geven door de Bank of England
of de couranten gedrukt in Fleet
Street.
LONDEN
echt solide en plezierig somber als men
begrijpt, wat ik bedoel. Londen is na
melijk de stad voor overspannen lieden,
die geen onrust, spanning of onbeheer
ste uitgelatenheid meer kunnen velen:
Welnu hier rusten ze in al hun over
gevoeligheid uit van de mallemolen des
levens en hier vinden ze tevens de
kracht om deze weer in te gaan en er
desnoods van te genieten. „Doe" Lon
den en ge zijt weer tot alles in staat.
Londen zien en dan leven.
een I OïïDEN, DE wereldstad, de meest
stadse onder de steden, is evenwel
ook een rustieke stad. Parken zijn er zo
liefelijk als landouwen en men slaapt
er op het gras, zonder dat een park
wachter u komt storen. Hoogstens
vraagt men u een halve crown voor uw
ligstoel en ge kunt hem desnoods
ook» nog ontlopen als zijn bezoek u
financieel minder gelegen komt.
ontredderd voelde. Later kon hij in he.
internationaal georienteerde Soho met
zijn al dan niet louche vermaakgelegen
heden zijn hart weer ophalen
In Londen gaat alles zonder veel om
slag in zijn werk. Ook het machtige
Britse Museum blijkt heel gastvrij met
zijn imposante tempelfries en weidse
zalen. Voor de boekenwurm is de
reading-room een ideaal oord ter ver
pozing. Is men bij het eerste bezoek
nog diep onder de indruk van deze
„heilige hallen", bij het tweede voelt
men zich er al volkomen thuis en loopt
men er gemakkelijk in en uit zonder
van formaliteiten last te hebben. Men
wrijft zich overigens de ogen uit als
men constateert dat in deze reusachtige
boekerij alle kranten ter wereld ter be
schikking staan, van de Times tot het
Dagblad De Stem toe.
«rr ■-
x LI EBT GE SOMS genoeg van de hui-
zenzee die Londen heet en kunnen u
zelfs de parken niet genoeg frisse lucht
verschaffen, vlieg dan uit, dank zij de
geregelde bootverbinding met de aan
de Theems gelegen plaatsen, waaronder
het romantisch gelegen Chelsey, het
lieflijke Richmond, de landelijke Kew-
Gardens en, heerlijkheid der heerlijk
heden: het vorstelijke Hampton Court.
Hampton Court! Kasteel of Paleis,
hoe moet men het noemen, dit grootse
monument dat temidden van verrukke
lijke landbouwen ligt te zonnen in de
zomerzon ondanks pessimistische be
richten over het weer in Engeland, in
deze late juli-dagen? Omstreeks 1515
gebouwd door kardinaal-kanselier Wol-
sey, tijdgenoot van Erasmus, maar zon
der diens ruime, althans geestelyk-
ruime blik, is dit complex van gekan-
teelde muren, stompe torens, squares,
portalen en terrassen twee en een
halve eeuw door vorsten de Tudors,
de Stuarts en de Hannoveranen ge
bouwd.
Thans is het staatseigendom en wordt
iedereen er tegen betaling van twee
shilling toegelaten. Gidsen laten u ech
ter met rust, als ge liever alleen door
de machtige zalen, slaapkamers, schrijf-
kabinetten, badkamers, salons en zelfs
opkamertjes (met name van Wolsey)
dwaalt en ge begrijpt dan wat de
vriend van Verlaine, Arthus Rimbaud
wilde uitdrukken, toen hij in zijn gril
lige evocatie van de moderne stad sprak
van „Des expositions de peinture dans
des locaux vingt fois plus vastei qu'
Hampton Court". Waarschijnlijk be
doelde hij er het voormalige Chrystal
Palace mee, dat toenmaal (najaar 1872)
nog overeind stond, sinds het in 1851
het „pièce de résistance" geweest was
voor de eerste wereldtentoonstelling.
Ja, dit paleis is inderdaad een soort
schilderijententoonstelling, en een idea
le tentoonstelling, want in plaats van
een suppoost die je wegkijkt en een
duffe museumlucht die je tegenwaait,
wandelt men prinselijk rond in een
kasteelomgeving met het uitzicht op de
tuin van Engeland, het heerlijke Sus
sex, en met in het vooruitzicht een
Shakespearevoorstelling ter plaatse of,
voor wie van wat luchtigers houdt, een
openluchtuitvoering van „Sound and
light" met evocaties van de eeuw van
Elizabeth I, dank zij een goed initiatief
onder de auspiciën van Elizabeth II
genomen een en ander in navolging
van Frankrijk met haar „son et lumiè-
re" openluchtvoorstellingen.
LIET MEEST authentieke bouwsel in
Fleet Street is de oude herberg The
Olde Cheshire Cheese: het kroegje dat
eerst Dr. Johnson in de 18e en later
Dickens in de 19e eeuw placht te fre
quenteren. Het is er nauw, het is er
benauwd, maar het bier is er meer dan
„best" en de bediening is zo goed, dat
men er zich terstond stamgast voelt.
U wordt er ook niet als op een hinder
lijke manier als vreemdeling aange
staard; men wordt er helemaal niet
bekeken, ja zelfs niet opgemerkt. Want
de werkelijke stamgasten komen er in
het geheel niet om der wille van de
schilderachtige omgeving, ze komen er
simpelweg om hun biertje te drinken
en met elkaar te keuvelen over de din
gen van de dag: geen wonder, ze zijn
immers de journalisten van de kranten
wijk die Fleet Street heet.
Fleet Street loopt ongemerkt over in
Chancery Lane: de meest Londense
straat van Londen. Alles is er was-
Lombardstraat in hartje
stad.
Londen is duur maar de taxi's zijn
er goedkoop. En nergens rijdt men
veiliger in een taxi dan in Londen. Men
geeft u de goede raad „to lean back",
dan rijdt men te aangenamer en bij een
schok als die ooit mocht voorkomen
bij dit secure rijden veert men beter
terug dan wanneer men voorover leunt
met de gespannen blik op de klok en
de taximeter.
Het oude vijvervlak
Een kikker springt plons
en het is weer stil.
Het is duidelijk, dat dit niet zo maar
een natuurgedicht je is. In deze drie
regels schuilt een levensfilosofie, want
zij geven in hun beknoptheid en een
voud antwoord op de kernvraag van
ons bestaan. Zij zijn ontleend aan de
bundel vertalingen van haikoes: „Vloog
een bloesem terug naar haar tak" van
dr. Jef Last. Dit boek verscheen in 1960,
maar in 1951 had M. Hausmann al een
poging gedaan om een aantal haikoes
in het Duits weer te geven.
landse haikoes samen te stellen. Ze
verschenen bij Lannoo te Tielt-Den
Haag onder de titel „Bamboe ruist in
het Westen". Mevrouw Gomes is waar
schijnlijk geïnspireerd door het oos
ten, dat zij uit eigen aanschouwing
kent. Zij is te Djakarta op Java ge
boren en heeft daar de oorlog mee
gemaakt. Een tijdlang verbleef zij in
een Japans interneringskamp. Na de
oorlog werkte zij enige maanden als
journaliste in Singapore. Thans woont
zij te Vaassen op de Veluwe.
Haar debuut, waarin zij zich streng
aan het Japanse schema houdt, ver
scheen aanvankelijk in een kleine op
lage als geschenkuitgave bij de jaar
wisseling 19631964. De tweede uit
gave is ook zeer fraai verzorgd. Ze
werd door Paul Akkerman met prach
tig bij de tekst aansluitende tekeningen
verlucht.
De gedichtjes zijn ongelijk van waar
de. Weinig oorspronkelijk, om niet te
zeggen alledaags, is deze sneeuw-im-
pressie:
Als de winter komt
Békt de sneeuw de aarde toe
Met een zacht wit kleed.
De meeste van deze haikoes zijn niet
veel meer dan simpele notities, korte
waarnemingen, waar elke diepere ge
dachte aan ontbreekt.
0°K de toneelspeler-schrijver Max
Croiset heeft een aantal zeer korte
gedichtjes verzameld in zijn bundel
„Inzicht", die verscheen bij Nijgh
Van Ditmar te 's-GravenhageRotter
dam. Ze zijn verwant aan de haikoe,
hoewel ze er technisch niet aan vol
doen. Ook hier vinden we geslaagde
en minder geslaagde specimina. Over
het algemeen gaan ze dieper dan die
van mevrouw Gomes. Ook is er meer
humor in het werk van Croiset, zoals
b.v. iij dit „Wit";
de enige vlek op de sneeuw
nam een zwarte kraai mee
toen hij wegvloog
Naast de hierboven aangehaalde hai
koe van Basjo zijn deze regels van
Croiset bij vergelijking niet onverdien
stelijk:
een kleuter loopt naast een
grijsaard
langs zee
water is oud en jong
Het openingsgedicht „Inzicht" kan
men als een soort inleiding en beginsel
verklaring beschouwen. De laatste twee
regels zijn een uitnodiging tot verder
lezen en zelf denken:
hoven het ruisen van de branding
geven meeuwen 'n besef van stilte
kijk naar ze
en luister
Wie dat doet zal in deze bundel veel
moois aantreffen: talrijke rake waar
nemingen, leuke invallen, puntige for
muleringen.
WILLEM v. d. VELDEN
I ONDEN IS de stad van de smulpapen.
Drinken doet men er hoogstens als
begeleiding van het eeuwige eten, van
de vroege ochtend tot diep in de nacht.
Ook bars dienen er veelal als snack
bars tot dineren en nog eens dineren.
Paul Verlaine was dat euvel al een
goede negentig jaar geleden opgeval
len en groot was de verbazing van een
barmeid toen hij haar toevoegde: „One
absinth, if you please". Het antwoord
luidde" dat ze er geen „spirits" op na
hielden en de Fransman maakte daar
terstond de woordspeling op: wij hou
den er geen „esprit" op naGeen
wonder dat deze verstokte bohémien
zich in deze wereldstad met zijn anti-
alcoholisme aanvankelijk min of meer
Max Croiset
WAN DE VOOR het merendeel 16e
eeuwse Italiaanse meesterwerken
bleef me het langst bij de felle, borende,
altijd waakzame blik van Titiaan, wel
licht de grootste schilder van de wereld,,
die ons aanstaart op het werk van een
zijner leerlingen of liever die langs
ons heenkijkt in ongekende verten.
Londen, magische stad: alles is er
mogelijk en alles is er doodgewoon. Zo
kan er een clown doodgemoedereerd
midden in de drukte van Piccadilly op
treden, zonder een verkeersopstopping
te veroorzaken. Toen hij een of andere
twist-parodie aan het geven was, al
step-dancend over de straat, kwamen
enige bobby's voorbij die hem amicaal
toewuifden meer niet. Het publiek
keek geboeid, maar gedroeg zich zo
correct dat inderdaad politie-ingrijpen
onnodig bleek. Het mannetje dat voor
clown speelde en zijn koffertje als
kleedlokaal gebruikte, wenkte quasi
verontwaardigd naar de voorbij snor
rende auto's dat ze wat uit de buurt
moesten blijven.Het correcte Enge
land? Ja, inderdaad, correctheid heeft
ook zijn voordelen: ze geeft ons de ge
legenheid op zijn tijd.incorrect te zijn
Ja. de Engelsman is op zijn tijd on
deugend en de deftige city-bewoner zal
zich met evenveel enthousiasme naar de
fauteuil in zijn exclusieve club spoeden
als naar het primitieve stoeltje in het
schamele strip-tease zaaltje.... Hypo
crisie? Maar heeft de Fransman nie+
eens gezegd dat deze een ..hommage
la vertu" is: een eresaluut aan dr
deugd?
J^ONDEN ZIEN en dan leven: men
komt er fris van terug als na een
glas Picardian met rum gemengd. De
cocacola want dit is het eigenlijk
is alweer de deugd die met een tikje
(tic) ondeugd vermengd wordt.... De
miljoenenstad, die in Shakespeare's tijd
al een kwart miljoen telde, blijft u bij.
ook als ge na een zeereis van 6 uur (vie
Dover is het maar drie uur en drir
kwartier) weer voet aan wal en
daarmee op het Europese continent zet.
Achter het brede sop ligt een andere
wereld, al is het niet de Nieuwe
Wereld. Maar wellicht nog nieuwer voor
de Bereisde Roels is dit land, dat hele
maal niet op toeristen blijkt ingesteld
en doet of het alleen maar om der wille
van zichzelf bestaat in een ongenese
lijk narcisme.
Maar had ook Narcissus niet iets
magisch? En had ook hij niet het water
nodig om zich er in te spiegelen?
Londen bezoeken is de rol van Nar
cissus meespelen en zichzelf leren ken
nen als een herborene
Loriden, juli 1964, Dr. A. DE GRAAT"