HAAGSE COMEDIE OPENT SEIZOEN MET BLIJSPEL: magische stad Nederlandse Haikoe-poëzie Moeilijke jacht op stukken mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Paula Comes Max Croiset DE HAIKOE is een Japanse vers vorm, die de laatste tijd ook in ons land beoefend wordt. Het gedicht is een soort lyrisch epi gram, dat uit slechts 17 letter grepen bestaat, verdeeld over drie regels van resp. 5, 7 «en 5 syllaben. Deze dichtsoort is tot haar hoogste volkomenheid en verfijning gebracht door de Ja panse dichter Matsoeo Basjo. die leefde van 1643 tot 1694. Een klassiek voorbeeld is deze hai- koe: MET dat al lijdt het geen twijfel, dat deze dichtvorm, die zijn grondslag vindt in het Zen-Boeddhisme, voor het Westen minder geëigend is. Onze op vattingen van poëzie en onze techniek zijn nu eenmaal anders. Toch heeft Paula Gomes een poging gewaagd om een bundel oorspronkelijke Neder DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1964 Clerambart Directeur Paul Steenbergen (Van een onzer redacteuren) Haagse Comedie-directeur Paul Steen bergen lacht eens fijntjes en zegt: „Nee, ik geloof niet, dat we met de voorstelling van Clerambart van Mar cel Ayme, waarmee wij het seizoen op 22 augustus openen, iemand van de Haagse bevolking zullen kwetsen. Dat zou misschien tien jaar geleden het geval geweest zijn, maar nu is het incasseringsvermogen van de mensen wat groter en zijn de opvattingen over wat wel en niet aanvaardbaar is, wat ruimer geworden. Het beste bewijs daarvoor is wel het stuk De Maxibulen van dezelfde auteur, dat in het vorige seizoen zo'n enorm succes is geworden. Daarin kwamen toch ook wel een paar gewaagde scènes voor. Clerambart is een kostelijk blijspel, vervolgt hij, dat handelt over een aan lager wal ge raakte graaf, die zijn hele omgeving tiranniseert, die de leden van zijn familie truitjes laat breien, een bestiale figuur, die alle mogelijke beesten schiet om in leven te blijven totdat hij een verschijning krijgt van de H. Fran- ciscus. Dan slaat hij volkomen om, wordt ontzettend vroom en probeert iedereen tot vroomheid en liefde te bewegen. Frans van der Linger speelt de graaf en de andere hoofdrollen worden ver tolkt door Myra Ward, Georgette Ha- gedoorn en Anne Marie Heyligers. De regie is in handen van Bob de Lange, die ook De Maxibulen regis seerde. DE HAAGSE COMEDIE opent het seizoen dus met een blijspel. Als op 22 augustus om kwart over acht het doek openzwaait voor de eerste akte, betekent dat voor de heer Steen bergen concreet het einde van de jacht naar stukken voor het nieuwe seizoen, een jacht, die, zoals hijzelf zegt, steeds moeilijker wordt, een jacht ook waarbij je moet zorgen dat je je niet vergalop peert Bij de samenstelling van het repertoire van een Haagse Comedie. zegt hij, moet je er rekening mee houden, dai naast het klassieke en moderne gedeelte, het komediegedeelte er een wezenlijk en heel belangrijk onderdeel van uitmaakt. Wij worden wel eens als komediespe lers gedoodverfd maar dat is historisch gegroeid. Denk maar eens aan wat Ver kade deel in het Odeontheater aan de Herengracht, denk aan Cor van de Lugt Melsert en Johan de Meester met het Residentietoneel en denk aan Cees La- seur, de meester van de komedie. Deze traditie heeft bovendien een aparte stijl van spelen met zich meegebracht. OOK DE TWEEDE première op zater dag 5 september is een komedie Dan speelt de Haagse Comedie onder regie van Joris Diels Celestina, een zoge naamde tragikomedie uit 1499 van Fernando de Rojas. Dat was een enorm groot stuk, zegt de heer Steenbergen, met 21 taferelen, en was als zodanig niet te spelen. Joris Diels las het in de vertaling van Albert Helman cn met in zijn achter hoofd het succi-s van Don Gil, was hij van mening, dat het ook wel geschikt zou zijn voor ons. Dolf Verspoor heeft het via een bewerking speelbaar ge- maakt. Het heette eerst comedia. ver volgens tragicomedia de Calisto y Me- libea en nu Celestina, naar de hoofdrol, een koppelaarster, die zaJ gespeeld worden door Ida Wasserman. Deze dame neemt in het stuk geen blad voor de mond. Dolf Verspoor zegt in zijn inleiding dat het Spaans van de Rojas onnavolgbaar pittig was. Wat dat betreft wisten ze er toen ook al weg mee. Harry Wick ontwerpt het decor en de kostuums. Representatief voor het toneel is het stuk na de zondeval van Arthur Miller, het stuk dat volgens insiders, handelt over die periode van Millers leven, waarin hij gehuwd was met de zo tragisch gestorven Marilyn Monroe. Met een fotokopie van een brief van Miller aan de directies van de Euro pese gezelschappen die zijn stuk gaan spelen ir zijn hand zegt de heer Steen bergen: „In de oorspronkelijke versie heeft Miller bepaalde coupures aange bracht; aanvankelijk stond hij er op, dat de gewijzigde versie zou worden gespeeld, maar in deze brief laat hij de keuze over aan de gezelschappen. De hoofdrollen m dit stuk, een advocaat (Miller) en zijn tweede vrouw (Mon roe) zullen worden gespeeld door Paul Steenbergen en Myra Ward. De heer Steenbergen, die het bovendien zal re gisseren, is er voortdurend mee bezig. „Ik probeer mé', zegt hij, „helemaal vertrouwd te maken met de intenties van de schrijver". Men heeft Miller verweten, dat hij on rechtvaardig is geweest, maar dat is iets, dat zeker hier, moeilijk is aan te tonen. Marilyn heeft in Amerika waar schijnlijk meer fans dan hier. Miller zelf beschouwt zijn stuk als een gewe tensonderzoek. Hij laat de hoofdfiguur praten tegen een luisteraar; dat kan God zijn, het gewe ten of een psychiater, dat doet er niet toe en die gesprekken worden afgewis seld met momenten uit de man z'n le ven, niet chronologisch, maar door el kaar heen. Het is moeilijk waar te ma ken, hoewel het vol zit met aangrijpen de momenten. Al sprekend is de heer Steenbergen he lemaal in zijn gedachten verdiept ge raakt. Het decoi. zoals Miller zich dat zelf gedacht heeft, is een vulkaanach tige hersenkwab Hij pakt een Ameri kaans tijdschrift, waarin Miller over zijn stuk geschreven heeft, om een foto te laten zien van het decor. Die her senkwab is bij de eerste voorstelling, geregisseerd door Elia Kazan, niet ge bruikt. zegt Paul Steenbergen, die liet een houten trappenstellage maken, maar daar voel ik niet veel voor. Dat is te nuchter, te koel. Er moet nog een toren van een concentratiekamp bijkomen, want die heeft een belangrijk aandeel in dit fascinerende stuk. dat begin no vember zal worden gespeeld. Andere stukken, die nog in het eerste gedeelte van het seizoen gebracht zul len worden zijn: Kinderen van de zon, van Maxim Gorki, onder regie van prof. Scharoff. King Lear van Shakespeare met in de titelrol Albert van Dalsum. die deze rol reeds in 1948 vertolkte en als nieuwjaarspremière The zeaux Stra tagem van George Farquar onder re gie van Paul Steenbergen. OP DE vraag naar de rolbezetting van al deze stukken, zegt Paul Steenber gen, na eerst een tydje gezwegen te hebben: de Haagse Comedie wordt wel eens verweten, dat zij schaars is met berichtgeving, maar daar zijn wel een aantal redenen voor By het contracte ren van een acteur of een actrice wordt nooit iets beloofd Wtf zeggen nooit die en die rol ga je spelen, hoewel een der gelijke toezegging een engagement be slist aantrekkelijker zou maken. InKink Lear komen drie prachtige vrouwenrollen voor. Stel je nu voor dat ik nu al zou zeggen, die rollen worden gespeeld door de actrices A, B en C. Als later blijkt dat actrice C beter past in een andere produktie, die ongeveer tegelijkertijd uitkomt, dan is zij mis schien diep teleurgesteld, en dat wil ik voorkomen. "yoor de tweede helft van het seizoen zal een keuze worden gemaakt -uit de volgende stuk ken: Die Verfolgung und Ermör- derung Jean Paul Marats, darge- stellt durch die Schauspielgrup- pe des Hospizes zu Charenton unter Anleitung des Herrn de Sade van Peter Weiss, een stuk, dat bij de première enkele maan den geleden in Berlijn een grote verrassing werd genoemd. Het is geschreven in een soort Brech- tiaanse dichtvorm en is een to neelstuk over een toneelstuk, dat onder leiding van De Sade in het gekkenhuis met een eigen groepje werd gespeeld. Op de keuzelijst prijken verder: Frühlingerwachen van Frank Wedekind „Les dames de chez Maxim" van Georges Feydeau, The thracian horses van Maurice Valency, de komedie Sunday in New-York van Norman Krasna, Entertaining mr. Sloane van Joe Orton, The life in my hands van Peter Ustinov, Stephen d. van Hugh Leonard en L'acheteuse van Steve Passeur. Er staan ook twee Nederlandse stukken op deze lijst: Schrijven alleen is niet genoeg, van Libber van der Wal en het uitgestelde Johan van Oldebarnevelt van Hans Keuls. Het is een indruk wekkende, rijk gevarieerde lijst, waaruit het niet makkelijk is om te kiezen. HET IS een hels karwei, zegt de heer Steenbergen, om artistiek leider van een gezelschap te zijn. Aan de ene kant staan de acteurs en actrices, die niet alleen financieel gehonoreerd willen worden, maar die er vooral prijs op stellen, dat hun artistieke kwaliteiten met rollen gehonoreerd worden en aan de andere kant staat het publiek, gril lig en veeleisend. Bij het ene stuk neemt het lange tijd een afwachtende houding aan en bij het andere onder neemt het een run op de kassa. De heer Steenbergen heeft een hoge opvatting van zijn taak als directeur. Dat blijkt onder meer uit zijn ant woord op de vraag, waarom hij niet enkele malen per jaar met zijn gezel schap voor de televisie optreedt. Hij antwoordt: „Het grootste percentage bezoekers van onze voorstellingen be staat uit een zogenaamd vrij publiek; dat beschouw ik trouwens ook als de meest gezonde basis voor het bestaan van een gezelschap. Wij moeten het dus voornamelijk hebben van spontaan be zoek en dat schept qua repertoire zulke hoge eisen aan het gezelschap, dat er geen tijd overblijft voor televisie-optre den. Ik zou ons schouwburgpubliek te kort doen en dat wil ik niet. Boven dien zijn de leden van mijn gezelschap zeer druk bezet. De kortste tijd van voorbereiding voor een nieuw stuk is zes weken. Daar tussendoor moeten zij ook nog spelen en reizen". DAT DE HEER Steenbergen zijn pu bliek met zoveel egards behandelt, is wel begrijDelijk. Het publiek, zegt hij, draagt veel tot liet wel of niet slagen van een voorstelling bij; twee minuten nadat het gordijn is opengegaan voel je als acteur al aan. wat voor mensen je in de zaai hebt. Die samenwerking tussen publiek en spelers is erg be langrijk. Uit het jaarverslag over 1963 van de Koninklijke Schouwburg blijkt, dat be langrijke voorstellingen van niet- Haagse gezelschappen, enkele uitzonde ringen daargelaten, maar door heel wei nig mensen werden bezocht. De voor stellingen van de Haagse Comedie had den stuk voor stuk een zeer hoog be zoekersaantal. Lachend zegt de heer Steenbergen: waarschijnlijk een kwestie van vertrouwen. Sprekend over iiet moderne repertoire zegt de heer Steenbergen: „Er is een tekort aan goede komedies en dat nood zaakt ons steeds terug te grijpen op stukken van onder meer Coward en Maugham: Er wordt wel veel geschre ven, maar daar staat tegenover, dat wij in Nederland veelvraten zijn met al die gezelschappen, die voortdurend wat nieuws moeten brengen. Een van de wensen van Paul Steenber gen heeft betrekking op de jeugd: „Ik zou zo graag wat meer aan de jeugd willen doen; we doen mee aan het ieugdpaspoort en dat loopt prima, het is leuk publiek en bovendien is het het publiek van de toekomst. Maar we hebben vooralsnog te weinig tijd". Y^at is magisch? Moeilijke vraag, maar in ieder geval is het een gevolg van tovenarij. Welnu, Londen heeft inderdaad iets met tovenarij te maken. Lon den is een behekste stad. Haar grootheid is haar grootsheid, haar wijdheid is haar weids heid, haar bevolking is heel een volk. Londen, magische stad. De eer ste mens die men in Londen, na aankomst op het Liverpool-Sta tion tegenkomt, is een heer met een bolhoed en een paraplu, die niet de minste belangstelling heeft, niet alleen voor U, ver bijsterde vreemdeling, niet al leen voor zijn medemens in het algemeen, maar zelfs niet voor zichzelf. De Londenaar bestaat het om het eeuwig alternatief te ontlopen: hij is noch altruïstisch, noch egoïstisch van aard. Hij bestaat kortweg. Zijn bestaan heeft geen zin, maar is toch ook weer niet zinloos. De Londenaar is namelijk een wezen sui gene ris, zoals de Romeinen, van wie de Engelsen zo veel weg hebben, het uitdrukken: hij is „eigendommelijk" iemand, door en door authentiek, even authentiek als de munten uitge geven door de Bank of England of de couranten gedrukt in Fleet Street. LONDEN echt solide en plezierig somber als men begrijpt, wat ik bedoel. Londen is na melijk de stad voor overspannen lieden, die geen onrust, spanning of onbeheer ste uitgelatenheid meer kunnen velen: Welnu hier rusten ze in al hun over gevoeligheid uit van de mallemolen des levens en hier vinden ze tevens de kracht om deze weer in te gaan en er desnoods van te genieten. „Doe" Lon den en ge zijt weer tot alles in staat. Londen zien en dan leven. een I OïïDEN, DE wereldstad, de meest stadse onder de steden, is evenwel ook een rustieke stad. Parken zijn er zo liefelijk als landouwen en men slaapt er op het gras, zonder dat een park wachter u komt storen. Hoogstens vraagt men u een halve crown voor uw ligstoel en ge kunt hem desnoods ook» nog ontlopen als zijn bezoek u financieel minder gelegen komt. ontredderd voelde. Later kon hij in he. internationaal georienteerde Soho met zijn al dan niet louche vermaakgelegen heden zijn hart weer ophalen In Londen gaat alles zonder veel om slag in zijn werk. Ook het machtige Britse Museum blijkt heel gastvrij met zijn imposante tempelfries en weidse zalen. Voor de boekenwurm is de reading-room een ideaal oord ter ver pozing. Is men bij het eerste bezoek nog diep onder de indruk van deze „heilige hallen", bij het tweede voelt men zich er al volkomen thuis en loopt men er gemakkelijk in en uit zonder van formaliteiten last te hebben. Men wrijft zich overigens de ogen uit als men constateert dat in deze reusachtige boekerij alle kranten ter wereld ter be schikking staan, van de Times tot het Dagblad De Stem toe. «rr ■- x LI EBT GE SOMS genoeg van de hui- zenzee die Londen heet en kunnen u zelfs de parken niet genoeg frisse lucht verschaffen, vlieg dan uit, dank zij de geregelde bootverbinding met de aan de Theems gelegen plaatsen, waaronder het romantisch gelegen Chelsey, het lieflijke Richmond, de landelijke Kew- Gardens en, heerlijkheid der heerlijk heden: het vorstelijke Hampton Court. Hampton Court! Kasteel of Paleis, hoe moet men het noemen, dit grootse monument dat temidden van verrukke lijke landbouwen ligt te zonnen in de zomerzon ondanks pessimistische be richten over het weer in Engeland, in deze late juli-dagen? Omstreeks 1515 gebouwd door kardinaal-kanselier Wol- sey, tijdgenoot van Erasmus, maar zon der diens ruime, althans geestelyk- ruime blik, is dit complex van gekan- teelde muren, stompe torens, squares, portalen en terrassen twee en een halve eeuw door vorsten de Tudors, de Stuarts en de Hannoveranen ge bouwd. Thans is het staatseigendom en wordt iedereen er tegen betaling van twee shilling toegelaten. Gidsen laten u ech ter met rust, als ge liever alleen door de machtige zalen, slaapkamers, schrijf- kabinetten, badkamers, salons en zelfs opkamertjes (met name van Wolsey) dwaalt en ge begrijpt dan wat de vriend van Verlaine, Arthus Rimbaud wilde uitdrukken, toen hij in zijn gril lige evocatie van de moderne stad sprak van „Des expositions de peinture dans des locaux vingt fois plus vastei qu' Hampton Court". Waarschijnlijk be doelde hij er het voormalige Chrystal Palace mee, dat toenmaal (najaar 1872) nog overeind stond, sinds het in 1851 het „pièce de résistance" geweest was voor de eerste wereldtentoonstelling. Ja, dit paleis is inderdaad een soort schilderijententoonstelling, en een idea le tentoonstelling, want in plaats van een suppoost die je wegkijkt en een duffe museumlucht die je tegenwaait, wandelt men prinselijk rond in een kasteelomgeving met het uitzicht op de tuin van Engeland, het heerlijke Sus sex, en met in het vooruitzicht een Shakespearevoorstelling ter plaatse of, voor wie van wat luchtigers houdt, een openluchtuitvoering van „Sound and light" met evocaties van de eeuw van Elizabeth I, dank zij een goed initiatief onder de auspiciën van Elizabeth II genomen een en ander in navolging van Frankrijk met haar „son et lumiè- re" openluchtvoorstellingen. LIET MEEST authentieke bouwsel in Fleet Street is de oude herberg The Olde Cheshire Cheese: het kroegje dat eerst Dr. Johnson in de 18e en later Dickens in de 19e eeuw placht te fre quenteren. Het is er nauw, het is er benauwd, maar het bier is er meer dan „best" en de bediening is zo goed, dat men er zich terstond stamgast voelt. U wordt er ook niet als op een hinder lijke manier als vreemdeling aange staard; men wordt er helemaal niet bekeken, ja zelfs niet opgemerkt. Want de werkelijke stamgasten komen er in het geheel niet om der wille van de schilderachtige omgeving, ze komen er simpelweg om hun biertje te drinken en met elkaar te keuvelen over de din gen van de dag: geen wonder, ze zijn immers de journalisten van de kranten wijk die Fleet Street heet. Fleet Street loopt ongemerkt over in Chancery Lane: de meest Londense straat van Londen. Alles is er was- Lombardstraat in hartje stad. Londen is duur maar de taxi's zijn er goedkoop. En nergens rijdt men veiliger in een taxi dan in Londen. Men geeft u de goede raad „to lean back", dan rijdt men te aangenamer en bij een schok als die ooit mocht voorkomen bij dit secure rijden veert men beter terug dan wanneer men voorover leunt met de gespannen blik op de klok en de taximeter. Het oude vijvervlak Een kikker springt plons en het is weer stil. Het is duidelijk, dat dit niet zo maar een natuurgedicht je is. In deze drie regels schuilt een levensfilosofie, want zij geven in hun beknoptheid en een voud antwoord op de kernvraag van ons bestaan. Zij zijn ontleend aan de bundel vertalingen van haikoes: „Vloog een bloesem terug naar haar tak" van dr. Jef Last. Dit boek verscheen in 1960, maar in 1951 had M. Hausmann al een poging gedaan om een aantal haikoes in het Duits weer te geven. landse haikoes samen te stellen. Ze verschenen bij Lannoo te Tielt-Den Haag onder de titel „Bamboe ruist in het Westen". Mevrouw Gomes is waar schijnlijk geïnspireerd door het oos ten, dat zij uit eigen aanschouwing kent. Zij is te Djakarta op Java ge boren en heeft daar de oorlog mee gemaakt. Een tijdlang verbleef zij in een Japans interneringskamp. Na de oorlog werkte zij enige maanden als journaliste in Singapore. Thans woont zij te Vaassen op de Veluwe. Haar debuut, waarin zij zich streng aan het Japanse schema houdt, ver scheen aanvankelijk in een kleine op lage als geschenkuitgave bij de jaar wisseling 19631964. De tweede uit gave is ook zeer fraai verzorgd. Ze werd door Paul Akkerman met prach tig bij de tekst aansluitende tekeningen verlucht. De gedichtjes zijn ongelijk van waar de. Weinig oorspronkelijk, om niet te zeggen alledaags, is deze sneeuw-im- pressie: Als de winter komt Békt de sneeuw de aarde toe Met een zacht wit kleed. De meeste van deze haikoes zijn niet veel meer dan simpele notities, korte waarnemingen, waar elke diepere ge dachte aan ontbreekt. 0°K de toneelspeler-schrijver Max Croiset heeft een aantal zeer korte gedichtjes verzameld in zijn bundel „Inzicht", die verscheen bij Nijgh Van Ditmar te 's-GravenhageRotter dam. Ze zijn verwant aan de haikoe, hoewel ze er technisch niet aan vol doen. Ook hier vinden we geslaagde en minder geslaagde specimina. Over het algemeen gaan ze dieper dan die van mevrouw Gomes. Ook is er meer humor in het werk van Croiset, zoals b.v. iij dit „Wit"; de enige vlek op de sneeuw nam een zwarte kraai mee toen hij wegvloog Naast de hierboven aangehaalde hai koe van Basjo zijn deze regels van Croiset bij vergelijking niet onverdien stelijk: een kleuter loopt naast een grijsaard langs zee water is oud en jong Het openingsgedicht „Inzicht" kan men als een soort inleiding en beginsel verklaring beschouwen. De laatste twee regels zijn een uitnodiging tot verder lezen en zelf denken: hoven het ruisen van de branding geven meeuwen 'n besef van stilte kijk naar ze en luister Wie dat doet zal in deze bundel veel moois aantreffen: talrijke rake waar nemingen, leuke invallen, puntige for muleringen. WILLEM v. d. VELDEN I ONDEN IS de stad van de smulpapen. Drinken doet men er hoogstens als begeleiding van het eeuwige eten, van de vroege ochtend tot diep in de nacht. Ook bars dienen er veelal als snack bars tot dineren en nog eens dineren. Paul Verlaine was dat euvel al een goede negentig jaar geleden opgeval len en groot was de verbazing van een barmeid toen hij haar toevoegde: „One absinth, if you please". Het antwoord luidde" dat ze er geen „spirits" op na hielden en de Fransman maakte daar terstond de woordspeling op: wij hou den er geen „esprit" op naGeen wonder dat deze verstokte bohémien zich in deze wereldstad met zijn anti- alcoholisme aanvankelijk min of meer Max Croiset WAN DE VOOR het merendeel 16e eeuwse Italiaanse meesterwerken bleef me het langst bij de felle, borende, altijd waakzame blik van Titiaan, wel licht de grootste schilder van de wereld,, die ons aanstaart op het werk van een zijner leerlingen of liever die langs ons heenkijkt in ongekende verten. Londen, magische stad: alles is er mogelijk en alles is er doodgewoon. Zo kan er een clown doodgemoedereerd midden in de drukte van Piccadilly op treden, zonder een verkeersopstopping te veroorzaken. Toen hij een of andere twist-parodie aan het geven was, al step-dancend over de straat, kwamen enige bobby's voorbij die hem amicaal toewuifden meer niet. Het publiek keek geboeid, maar gedroeg zich zo correct dat inderdaad politie-ingrijpen onnodig bleek. Het mannetje dat voor clown speelde en zijn koffertje als kleedlokaal gebruikte, wenkte quasi verontwaardigd naar de voorbij snor rende auto's dat ze wat uit de buurt moesten blijven.Het correcte Enge land? Ja, inderdaad, correctheid heeft ook zijn voordelen: ze geeft ons de ge legenheid op zijn tijd.incorrect te zijn Ja. de Engelsman is op zijn tijd on deugend en de deftige city-bewoner zal zich met evenveel enthousiasme naar de fauteuil in zijn exclusieve club spoeden als naar het primitieve stoeltje in het schamele strip-tease zaaltje.... Hypo crisie? Maar heeft de Fransman nie+ eens gezegd dat deze een ..hommage la vertu" is: een eresaluut aan dr deugd? J^ONDEN ZIEN en dan leven: men komt er fris van terug als na een glas Picardian met rum gemengd. De cocacola want dit is het eigenlijk is alweer de deugd die met een tikje (tic) ondeugd vermengd wordt.... De miljoenenstad, die in Shakespeare's tijd al een kwart miljoen telde, blijft u bij. ook als ge na een zeereis van 6 uur (vie Dover is het maar drie uur en drir kwartier) weer voet aan wal en daarmee op het Europese continent zet. Achter het brede sop ligt een andere wereld, al is het niet de Nieuwe Wereld. Maar wellicht nog nieuwer voor de Bereisde Roels is dit land, dat hele maal niet op toeristen blijkt ingesteld en doet of het alleen maar om der wille van zichzelf bestaat in een ongenese lijk narcisme. Maar had ook Narcissus niet iets magisch? En had ook hij niet het water nodig om zich er in te spiegelen? Londen bezoeken is de rol van Nar cissus meespelen en zichzelf leren ken nen als een herborene Loriden, juli 1964, Dr. A. DE GRAAT"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 7