PAPIEREN VAN JUAN-CARLOS STAAN GOED Spanje tobt over de vraag: „wat komt er na Franco?" Bikini als politiek argument Geperfectioneerde „Laser" Daily Mirror'5 bereikt een oplage van vijf miljoen BOEKENPLANK RECEPT: SENSATIE, MISDAAD, SEKS ,DE GROTE REIS een oorlogsroman van klasse Hugo en Irene Wanneer? zonder Opvolgers Reus veel invloed Britten bezoeken Nederlandse oorlogskerkhoven Alleen goede tomaten op veilingen Oostersluis weer in gebruik De enkele daad Tocht door het duister Het ei De overwinnaars Phoenix Klassieke Pockets Meesters der vertelkunst Jij en ik onderweg Trein rijdt door tfAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 29 JUNI 196* (Van onze correspondente in Madrid) De kwestie van de opvolging van Franco wordt in Spanje intensief bestudeerd en besproken. Daarbij staat niet eens op de voorgrond of de monarchie hersteld gaat worden, alhoewel de restauratie van de monarchie sinds het laatste „défilé de la victoire" op 24 mei 1.1., waarbij naast Franco ook prins Juan-Carlos de Borbon, zijn monarchaal „pleegkind" op de tribune van de generalissimo verscheen, wel weer aanleiding tot nieuwe geruchten heeft gegeven. Op zich was dit défilé, gelijk als altijd, een machtig schouwspel. Het schouwspel doet denken aan de jaarlijkse 14e juli-parade te Parijs. Met deze parade wordt jaarlijks de overwinning van de Burgeroorlog van '39 herdacht. Onze correspondente gewaagt in dit artikel van een foto van prinses Irene in bikini-badpak, welke foto door toedoen van Spaanse intrigan ten in de schandaalpers zou zijn beland. Het is echter, volgens onze informaties, precies andersom. Prinses Irene is door een „sniper fotograaf" bespioneerd toen zij op het balkon van haar hotelkamer, achter de beschutting van een de ken, een zonnebad nam. Zij droeg inderdaad een bikini. Maar zij be vond zich op privé-domein. Zij gaf dan ook geen aanstoot in het open baar. Een brutale fotograaf heeft haar slechts „beloerd". Na publi- katie van de foto in verschillende schandaalbladen, hebben Spaanse tegenstanders van de Carlistenbe- weging, de foto gebruikt in hun actie tegen Hugo Carlos en Irene. Wij hebben hierop reeds in een commentaar gewezen. Er was geen trucage nodig om prinses Irene in een bikini-badpak te kunnen fotograferen, maar slechts een vol doende dosis onbeschaafdheid van een foto-voyeur. van de Sella bleef staan vissen, waar hij trouwens een zalm ving van 9 kilo. En dat Franco in staat is, kilometers lang te lopen zonder zich te vermoeien. En nog meer heldhaftigheden. De ver slaggever, wiens artikel verspreid werd over de gehele wereld eindigt met: „Franco is lichamelijk en geestelijk uitstekend gezond". Toch zal binnen afzienbare tijd de dag aanbreken waarop Franco vanwege zijn hoge leeftijd het bijltje er bij neer moet leggen. Hij zal dan prat kunnen gaan op ruim een kwart eeuw orde en vrede in den lande, hetgeen Spanje de afgelopen tweehonderd jaar niet meer gekend had. Maar de grote vraag blijft: wat gebeurt er na Franco? L. DE CEBALLADE Een sensatie vormde dit jaar de plot selinge verschijning op de eretribune aan de zijde van de Caudillo (71) van prins Juan-Carlos de Borbón (28), in gala uniform met drie sterren, waaruit wij mogen afleiden dat de Genralissimo hem stilzwijgend tot kapitein van het leger bevorderd heeft. Het was voor de serste keer in de 25 jaar dat iemand deze eer met Franco deelde. Dit gesomeddc vol gens de uitdrukkelijke wens van Franco. En daaruit leidt men thans af dat Franco definitief zijn keuze gedaan heeft en dat prins Juan-Carlos in 1966 de bijna 32 mil. joen Spanjaarden als koning onder zijn hoede zal nemen. In de opvolgingswet van 1947, door Franco bij decreet goedgekeurd wordt bepaald dat de toekomstige koning van Spanje ,,30 jaar oud moet zijn, opgevoed binnen 's lands grenzen en dat hij trouw zal moeten zweren aan de grondwetten alsmede aan de beginselen van de Natio nale Beweging de Falange". Don Juan- Carlos schijnt na de militaire opvoeding, welke de Caudillo hem heeft laten geven naar het oordee] van Franco aan deze- hoedanigheden te voldoen Op een aparte tribune bevonden zich tijdens het défilé Franco's echtgenote dona Carmen Polo en ook de tchtgenote van Juan-Carlos, de Griekse prinses Sofia, volgens Franco's plannen dus Spanjes aanstaande vorstin. Maar Sofia's trieste blik en vermoeide uitdrukking deden een ieder beseffen, dat zij zich daar op die militaire tribune allesbehalve op haar gemak voelde en dat zij drommels goed besefte, da' ge neraal Franco noch haar prinselijke echtgenoot geen enkele populariteit ge niet. De in Spanje gepubliceerde foto's toonden het beeld van een treurige, ver veeld kijkende Sofia die geen verti -uwen heeft in de officiële propaganda en die wel inziet dat de Spaanse bevolking bit ter weinig opheeft met haar prinselijke gemaal. Men zou daarom de vraag kunnen stellen of Hugo-Carlos en zijn echtgenote Irene van Oranje-Nassau méér kans op de Spaanse troon hebben? Wannee Hugo Carlos voor vele Spanjaarden tot voor kort nog een onbekende was. des te po pulairder is Irene geworden. De bruiloft van de jonge troonpreten dent de Borbon-Parma met Irene van Oranje en de aandacht wdke deze in Spanje allerwegen trok heeft de Caudillo ertoe genoodzaakt, het opvolgingspioc.es VRglv^sle van «Juan-Carlos de Borbón i Borbón te versnellen Tot nu toe leidde deze prins een onopvallend leventje in 't pralerige paleis de Zarzuela m Madrid, zich onledig houdend met wandelingen ???r bloementuinen of met hei baby sitten bij zijn dochtertje Elena Jaren tang repte de Spaanse pers met geen woord over hem. zodat bij de Car listen tn Navarra de hoop groeide dat op een goede dag hun pretendent iugo-c»»- JOs zijn slag zou kunnen slaan Op 3 me: j-i. wachtten ruim 60 000 Car'.os-aannan gers vergeefs op de verschijning van Bugo en zijn bruid op Montejurra f >ei £et prinselijk iportvliegtuig dat ree-'E-: Koers had gezet naar de Monlejurra a^t geneimzinnige bevel ontving, diret. te rug te keren naar Madrid werd de huop her Carlisten de bodem ingeslagen Fran, co verbiedt dat Hugo-Carlos op de voor grond treedt: het Carlisme strook? niet met zijn plannen Juan-Carlos daarentegen ziet steeds meer de schijnwerpers op zich gericht: bijna dagelijks verschijnt zijn foto in de kranten P?. actie tegen Hugo-Carlos wordt aui- aelijk met overleg gevoerd. De laatste sneer aie verborgen machten (de Falan- Een grote groep niet-Carlistische Spanjaarden is wellicht bereid om Hugo Carlos ooit als koning van Spanje te accepteren, maar talloze anderen, waaronder stellig ook ge neraal Franco, vrezen de ietwat sinistere man op de achtergrond, prins Xavier, hier in één auto ge fotografeerd met zijn zoon. ge?) hem en zijn vrouw toevoegden, is het verspreiden van foto's van de prinses in een minuscule bikini, een kledingstuk dat in Spanje in fatsoenlijke kringen nm- mer in de mode is geweest. De foto is getruceerd en samengesteld volgens dezelfde techniek die b.v. chanteurs toe passen wanneer zij hun slachtoffers wil len plunderen. Prinses Irene heeft zich in't geheel niet in dergelijk badkostuum gestoken noch zich daarin laten fotogra feren. Haar prestige onder het Spaanse volk is volkomen intact. Daarom vallen de tegenstanders van Hugo's Carlisme de onschuldige prinses Irene met deze onedele en onwaardige methoden aan. De foto circuleert thans in de inter nationale schandaalbladen, zonde: dat er maar enige toelichting is gegeven over de wijze, waarop ze tot stand kwam. Het is intussen nog lang niet zeker, dat na Franco het koningschap zal wor den hersteld. Men kan zelfs zeggen dat het Spaanse volk er in al zijn gele dingen weinig voor voelt. De door Franco begunstigde troonpre tendent Juan-Carlos wordt niet als een bijzonder snugger persoon beoordeeld en heeft onder de politici weinig aanhang. Een vijftigtal Falangistische hoog waardigheidsbekleders, oi der wie de ministers Iturmendi en Solis, alsmede don Esteban Bilbao, voorzitter der Cortes, hebben onlangs aap generaal Franco een verzoekschrift gezonden: zij willen van Spanje na Franco's dood een soort presidenten-republiek maken, zoals Frankrijk of de V.S.. Ook deelden zij het staatshoofd mede, dat zij indien Spanje een koninkrijk wordt liever de veel intelligentere Carlos-Hugo de Borbon Parma op de troon zouden zien dan de door Franco uitverkoren Juan-Carlos Het merendeel der Spaanse bevulking laat dit alles koud Het wenst het einde van het absolutische bewind, hoewel dit steeds gematigder is geworden met het verstrijken der jaren en naai mate de generalissimo ouder werd. Slechts één miljoen bevoorrechten: militairen, poli tiebeambten, hoge functionarissen fa- langislen en monopoliehoudende fabri kanten varen wel bij de huidige situatie, want hun worden fabelachtige salaiissen uitbetaald en lucratieve betrekkingen in de maatschappij zijn hun deel. De openbare opinie is tegen het Franco regiem, tegen de man, die 27 jaar lang zonder iemands raad in te winnen minis, ters, provinciegouverneurs, afgevaardig den der Tweede Kamer, enz. benoemt of ontslaat. Zij ls in merendeel tegen het communistische systeem der Staats- eenheidspartij": de Falange Gesteld nu dat Spanje een democra tische republiek wordt in plaats van een monarchie, wie zou dan voor het presi dentschap 'in aanmerking kunnen komen Dionision Ridruejo is een oud-fa- langist, die van meet af aan, sinds 1936 warm liep voor zijn politieke idealen en intiem bevriend was met Juan-Antonio Primo de Rivera, maar die alle banden met Franco resoluut brak zodra hij diens militair-tirannieke bedoelingen door kreeg. Ook senor Ridruejo vertoeft in ballingschap in Parijs in afwachting van de politieke gebeurtenissen. Als Franco er echter in slaagt, nog lang de teugels strak te houden, dan zal Ridruejo geen brood meer in de melk te brokken heb ben, daar hij reeds 68 jaar oud is. Julio Cerón is een geëxalteerde ka tholieke syndicalist, voorstander van het gezag en het revolutionaire „Castro" systeem en van maatregelen als: drasti sche herziening van de landbouw, vrije verkiezingen, socialisering der produk- tiemiddelen naar Zweeds voorbeeld, enz. Opdat deze idealist geen aanhangers kan verwerven, houdt Franco hem onder de duim in een ontspanningsoord in Murcia! Tenslotte heeft de huidige Falange-be- windsman Fraga Iribarne (43), overtuigd katholiek en a-politicus, tevens hoogle raar aan de universiteit van Madrid, een man met Europese inslag en ruimden kendheid grote aanhang. Als minister van Voorlichting en Toerisme staat hij meer vrijheid van censuur en kritiek voor, vooral op het gebied van kunst, theater en film. Op politiek gebied wo*dt nog steeds elk zwak protest in de pers het zwijgen opgelegd. Ondanks de goede bedoelingen van deze minister gaat de evolutie in Spanje naar normalisering en vrijheid in alle aspecten verschrikke lijk langzaam. Men verspilt te veel energie met mooie beloften en ellenlange redevoeringen vol gemeenplaatsen, waar overigens geen enkele Spanjaard meer in gelooft. Al vijftien jaar lang speculeren de Spanjaarden op ernstige „ziekten" van de Opperste Generaal. Achtereenvolgens leed hij volgens zeggen aan: ernstige sui kerziekte, de ziekte van Parkinston, kan ker aan de urinewegen hersenbloeding, achtervolgingswaanzin, verlamming van de ledematen, enzovoorts. Maar de Cau dillo schijnt ze allemaal ,,te overleven" en is kwieker dan ooit, tot wanhoop van zijn vijanden. Als om het gerucht de kop in te druk ken dat hij weldra afstand zal doen om gezondheidsredenen, nodigde Franco de directeur van United and Associated Press in Spanje uit, hem een week lang gade te slaan tijdens zijn vakantie aan de Asturiaanse rivieren. Deze iournai st verzekert plechtig, dat Franco een uur lang tot zijn middel in het ijskoude water Op 3 juli arriveert met de boot in Hoek van Holland een gezelschap van 86 Britse oorlogsnabestaanden, die zijn uitgenodigd voor een bezoek aan ons land door het Nederlands Oorlogsgra ven Comité, het zogenaamde „Klap rooscomité". Dit zijn allen familieleden van Britse militairen, die in de oorlogsjaren van 1940 1945 boven Nederland met hun vliegtuigen werden neergeschoten of eind 1944 en begin 1945 sneuvelden bij de be vrijdingsgevechten. Het hoofddoel van de reis is het be zoeken van hun graven. Vanuit Nijme gen, waar zij in Nederlandse gezinnen gastvrijheid genieten, zullen de Britse nabestaanden op 4 juli over geheel Ne derland uitzwerven voor grafbezoek op twintig begraafplaatsen o.a. te Bergen op Zoom, Dongen en Vlissingen. Op 5 juli zulen zij 's morgens om 11.30 uur een herdenkingsdienst bijwonen op het Britse Militaire Kerkhof „Jonker- bos" bij Nijmegen. Voor de volgende dag staat een boottocht van Arnhem naar Oosterbeek, langs de slagvelden van de Slag om Arnhem, op het pro gramma en op 7 juli vertrekt net ge zelschap weer met een speciale trein uit Nijmegen naar Hoek van Holland van waar de nabestaanden met de nacht boot naar Engeland terugkeren. Op de Hannover-Messe heeft Siemens enkele produkten, die als gevolg van zuiver wetenschappelijk onderzoek zijn ontstaan, aan den volke getoond. Eén dezer vindingen is een „Laser" welks principe berust op een combinatie van een halfgeleider en een „supra-geleider". Links: de magneetspoel. Rechts: de halfgeleider en de suprageleider, die niet veel groter zijn dan de kop van een lucifer. Een „Laser" is, zoals men weet, een apparaat, dat een elektrische stroom in straling kan omzetten. De monochro- matische, onzichtbare straal heeft in theorie een oneindig bereik. Het Centraal Bureau voor de Tuin bouwveilingen heeft besloten, dat met ingang van maandag drooggescheurde to maten niet meer mogen worden geveild op de Nederlandse veilingen en dat geldt ook voor tomaten kleiner dan CC maat. Verder geldt reeds langer de bepaling dat tomaten van afwijkende kwaliteiten niet meer geveild mogen worden. Indien er op de veilingen tomaten worden aan gevoerd, waarin zich afwijkende vruch ten bevinden, dan moeten deze worden vernietigd. Vrijdagmiddag werd te Wemeldinge de Oostersluis in gebruik gesteld voor de scheepvaart. Genoemde sluis is on geveer een maand gestremd geweest voor de scheepvaart i.v.m. reparatiewerk. zaamheden. De stagnatie, die het scheep vaartverkeer van deze stremming heeft ondervonden, was van weinig betekenis, aangezien het schutten dag en nacht doorging in de andere zeesluis. Mevrouw J. Visser-Roosendaal geeft in dit, bij Gottmer te Haarlem uitgeko men boek, weer een streekroman van kwaliteit. Het is een gezond verhaal, dat speelt in West-Friesland, met hoofd personen en bijfiguren, die naar het le ven werden getekend en voor de lezer ook leven gaan. De lotgevallen van Klaas Spijker en zijn fiere vrouw Marie Veld, komen goed uit de verf en hoewel geen wereldschokkende dingen gebeuren, boeit hun wedervaren van begin tot het eind. Behalve aan het verteltalent van de schrijfster, is dit ook te danken aan de knappe compositie van het geheel. Een winst is voorts, dat mevrouw Visser dit maal niet al te veel van het pittige, maar voor niet-Westfriezen, moeilijke dialect aanwendde. Tijdens en na de slag om Arnhem heb ben tal van Britse en Canadese militairen hun lot afhankelijk moeten stellen van de hulp van Nederlandse ondergrondse werkers. Eén van hen was de Britse di visie-arts Graeme Warrack. Hij werd, voorzien van alle mogelijke medische uit rustingen, als hoofdofficier van gezond heid met, de Britse luchtlandingsdivisie bij Oosterbeek gedropped en het was zijn taak om in de kortst mogelijke tijd de medische verzorging in het divisiegebied te organiseren. De slag om Arnhem liep uit op een ca tastrofe, en dit betekende dat dok ter Warrack er nog een taak bij kreeg: het verzorgen van krijgsgevangenen. Toen dezen zijn hulp niet meer nodig hadden, omdat zij naar Duitse hospitalen en krijsgevangenkampen werd vervoerd, be sloot dokter Warrack, dat .hij overbo dig was geworden. Op de dag dat hij in verzekerde bewaring zou worden ge steld, wist hij zich op een listige manier in het ziekenhuis te verbergen. Toen hel gebouw eenmaal ontruimd was, nam hij de vlucht. Hij maakte een monstertocht door be zet gebied, overal proberend om contact met de geallieerde troepen te maken. Met een snelle auto zou men vandaag de dag zijn hele vluchtweg in een dag kunnen volgen. Warrack had er bijna een half jaar voor nodig. Bij Lage Zwaluwe vond hij eindelijk, uitgeput maar ongebroken, zijn wapenbroeders terug. Het is duide lijk, dat Warrack nooit had kunnen vluch ten als hij niet de hulp van de Neder landse ondergrondse had gehad. Deze geheime verzetsorganisatie, welke inmid dels een indrukwekkende perfectie had bereikt, smokkelde Warrack en vele an dere geallieerde militairen door de Duit se linies, langs verraders en wachtposten, over brede rivieren en tenslotte zelfs over het Hollandsch Diep. Uit dankbaarheid jegens degenen die hem hielpen, heeft Warrack zijn ervaringen te boek gesteld. Zijn relaas heet „Tocht door het duister". Prins Bernhard schreef een voorwoord en aan het slot vindt men dan nog ge tuigenissen van verzetsstrijders die dokter Warrack hebben gekend. Zoals vanzelf spreekt, begeeft dokter Warrack zich als auteur op een terrein dat niet helemaal het zijne is, maar desondanks is zijn relaas boeiend en meeslepend, waarbij het vaak amusant is te merken, dat de brave arts zelfs nu nog niet helemaal begrijpt hoe gevaarlijk zijn „Tocht door het duister" eigenlijk wel was. Het boek werd uitgegeven bij A. W. Sijthoff, Den Haag. Een krachtige persoonlijkheid ais de monarchist Gil Robles, die algemeen hoog in aanzien stond en die destijds mede Franco aan de macht geholpen heeft toen hij in 1936 minister van Oorlog en Strijdkrachten was moest vorig jaar zijn heil buiten Spaanse grerzer zoeken, omdat nij deelgenomen had aan de in ternationale besprekingen te München, waar o.m „het Spaanse probleem" ter sprake kwam. Een andere figuur op monarchistisch terrein is Joaquin Satrustegui aan wie ter gelegenheid van de verkiezing van Paulus VI „amnestie" werd verleend: hij woonde in ballingschap op de Cana- rische eilanden. Hij is een sterk voor stander van het koningschap maar is het niet eens met geen enkele der ge noemde Borbóns als troonpretendent. (Van onze Londense correspondent) Fleet Street, het Londense pers centrum, beleefde onlangs een his torische dag. Eerst kondigde de .Daily Telegraph" aan dat het vrijdagnummer van de krant een veelkleurige weekendbijlage zou bevatten, gezien de grote bijval, die het supplement, verschenen ter ge legenheid van de reis van Paus Paulus VI naar het Heilig Land, bij het publiek had gekend. Deze wekelijkse bijdrage zal verschijnen van september af. Dit was natuur lijk wel nieuws, maar het kon toch niet opwegen tegen de sensa tie die de „Daily Mirror" diezelfde dag verwekte door zijn gehele voorpagina te wijden aan het op zienbarende feit dat de oplage van het blad nu meer dan 5.000.000 exemplaren per dag bedroeg Dit is een record in de geschiedenis van de Britse pers en zelfs in die van geheel de westelijke wereld (enkel de Ja panners hebben kranten met nog grotere oplagen). Wanneer men weet dat de „Daily Mir ror", 18 807 nummers geleden, de voort zetting werd van een Victo-iaans-pieuts en oervervelend damesweekblad met confidentiële oplage, dan vraagt men zich wel af volgens welk recept die ta- bloïd-krant nu het meest populaire En gelstalige dagblad ter wereld is gewor den In feite is dat recept tamelijk een voudig, al pleit het dan niet erg in het. voordeel van de Britse lezer. Men zou het kunnen resumeren in drie stelsel- matig doorgevoerde principes: sensatie, sex en misdaad. Hugh Cudlipp, voormalig hoofdredac teur van het blad, heeft destijds de hoogst merkwaardige geschiedenis van de „Mirror" geschreven in een Doek dat hij de kernachtige titel gaf: „Pubusn and be damned" (publiceer en wees ver vloekt) Die titel alleen geeft reed* op treffende wijze de verkoopspolitiea van de krant weer: al wat de oplage kan doen stijgen gebruiken we en de rest lappen we aan onze laars. Sensatie blijft hoofdzaak. Wat en hoe speelt daarbij absoluut geen rol Berucht is b.v. een der eerste maai grootste stunts van de „Mirror" geblevm. toen aan een schattige jongedame een 'aantal kippeëieren werden toevertrouwd. Zij zou proberen die in haar bed uit te b'oe. den Gedurende drie weken verschenen op de voorpagina opkikkerende foto's van het vlotte bedlegerige broedjufje en werden haar persoonlijke indrukken en gewaarwordingen!?) onder reusachtige koppen als wereldnieuws verkondiga (en verkocht). Daar gokken de Britten in het bloed zit werden er weldra ongeloof lijke weddenschappen afgesloten op het aantal kuikens dat al of niet te voor schijn zou komen: met het gevolg dat de dagbladventers elke morgen werden bestormd om de „stand van zakiti" te kennen. (Wees u nu eens eerlijk: u ziudt ook willen weten hoe het afliep!) Wel, het experiment mislukte deerlijk, wat het broeden betreft, maar het lukte schitte rend wanneer enkel met de verkoop van de „Mirror" rekening wordt gehouden En dat was inderdaad het doell Misdaad en sex zijn de twee andere pijlers van de krant en terzake besc.nkt de „Mirror" over virtuozen, die heel pre cies weten hoever ze mogen gaan om nog net het etiket „pornografie" ver ontwaardigd van de hand te kunnen wij zen Als hoofdregel geldt daarbij verdei dat men het de lezer nooit moeilijk mag maken. Alles wordt hem voorgekauwd geserveerd. Hij moet alleen maar een korte blik werpen op de reusach'-'ge koppen en een lange blik op de beeld schone droommeisjes, die allen één k'i- nisch symptoom gemeen hebben: ze zijn allergisch voor kleding en leven bijge volg in een wereld van textielschaarsus Korte zinnetjes verder, veel paragrafen en stelselmatige vereenvoudiging van feiten en commentaar. Een onrustige opmaak met veel grote, aantrekkelijke foto's stripverhalen en vaak geestige karikaturen plus een handig tabloidfor maat dat toelaat in metro of in bus op elke bladzijde gemakkelijk nieuwe „ster ke verhalen" onbescheiden geroddel of opgeschroefde sensationele koppen te ontdekken. En op die formule zjjn da gelijks meer dan 5 miljoen Britten ver kikkerd! Het enige wat echter wel beroeps halve respect afdwingt by de „Mirror" is de ongeloofiyk knap uitgekiende or ganisatie die dat alles op gang houdt. De technische problemen, die by het drukken, verzenden en verkopen van die Elffeitorenboge oplage worden ge steld mogen inderdaad niet worden on derschat. Op zuiver politiek vlak is de lnvioed van deze reus niet groot Een parad ixale wet wil nu eenmaal dat de Invloed van een krant vaak omgekeerd evenredig is met de oplage, (Zo heeft de eerbiedwaar dige „Times" b.v. meer invloed in haar pink dan „Mirror" en andere grote bla den met hun gezamenlijke oplage van meer dan 9 miljoen, al is de „Tunes" op dat gebied vergeleken slechts een heel kleine persdwerg). De oorlogsroman van Milton Shulman „De Overwinnaars", wordt aangekondigd als een diep menselijk, ontroerend boek. Wij zijn van mening dat men hiermee de auteur teveel eer bewijst. Hij geeft een serie momentopnamen uit de maan denlange mars van een kleine Ameri kaanse gevechtsgroep, die langzamerhand zó moe gevochten raakt, dat de mannen als ledenpoppen worden en aan allerlei aberraties beginnen te lijden. Deze ab erraties vormen even zoveel thema's voor de „moment-opnamen", maar men krijgt de indruk dat het de auteur meer om het navrante dan om de werkelijkheid, of de romanverbeelding te doen was. Daar bij wordt één en ander nogal stuntelig verteld. Naar het boek is een film ge maakt. Wij menen te mogen aannemen (we hopen het althans!), dat de draaiboek, schrijvers kans hebben gezien om de marionetten van Shulman in levende figuren te veranderen. „De overwin naars" verscheen in de Gouden Ketting reeks bij Scheltens en Giltay te Am sterdam. In de voornaam uitgevoerde Phoenix Pocket Reeks van de uitgeverijen De Haan en Standaardboekhandel wordt nu ook opgenomen een reeks van werken uit de klassieke oudheid. Vier deeltjes zijn reeds verschenen: Plato's Phaidros en Phaidoon onder de verzamelnaam Vervoering en Onsterfelijkheid van de Ziel in de vertaling van P. C. Boutens. Oresteia van Aeschylos (Agamemnoon, Dodenoffer en Eumenieden) eveneens in de vertaling van Boutens. Grondvesters van Athene en Rome, dat in de vertaling van C. M. Stibbe uit Plutarchus' geschiedschrijving de histo ries van Theseus en Romulus samen brengt. De Geboorte van Hercules en Het Ka beltouw, twee komedies van Plautus, door J. Hemelrijk sr. vertaald. Deskundige aantekeningen en toelich tingen zullen aldus deze schatten van oude wijsheid en schoonheid toegankelijk maken voor een breder publiek dan al leen maar de klassiek gevormden. En wie zijn gymnasiumjaren allang achter de rug heeft, moet zich ook eens laten verrassen door deze meesterwerken, die hij indertijd teveel in het licht van een moeilijke grammatica en een dreigend examen heeft gezien. Het is een interessante serie, die Meu- lenhoff als pockets op de markt brengt; korte verhalen uit twintig cultuurkrin gen. De proeven van Russische, Chi nese, Jiddische en negervertelkunst wa ren reeds eerder verschenen. Ze zyn nu als herdruk ook in deze nieuwe serie opgenomen. Nieuw is het deeltje, dat ons verhalen brengt van Yoegoslavische schrijvers. Willem A. Mayer heeft ze bijeengebracht en vertaald. Door de toekenning van de Nobelprijs aan Ivo Andric zijn we op het feit gedrukt, dat er in dat Balkanland een waarachtige litteratuur bestaat. Van hem zijn er in dit bundeltje ook een paar verhalen op genomen. Ze bewegen zich in het ver leden, toen Turkije en Oostenrijk-Honga- rije de teugels in handen hadden. De andere verhalen zijn veelal geïnspireerd op oorlogservaringen en partizanen strijd. Ze zijn weemoedig en bitter ge kruid. Dit is trouwens ook het geval met de andere verhalen, die iets uit het een voudige dorpsleven vertellen. Overal is er die geur van de vergankelijkheid van het geluk. We noemen in het bijzonder het verhaal van een droevige postbode en Barak 5b met zijn groteske taferelen. Ook het tweede nummer van jaargang 1964 van dit tijdschrift voor katholieke verloofden draagt denk- en discussie stof aan voor ietwat ontwikkelde jonge lui. Reeds eerder uitten wij da vrees, dat de redactie zich te exclusief richt tot de „high-brow", maar weiJ.cht moet men wel in deze sector de abonnee zoe ken. Ditmaal worden artikelen gewijd aan maatschappelijke verschijnselen als pres. tatie-zucht en agressie; wel wat kren terig, maar zeker intrigerend. Het tijd schrift heeft stellig iets te bieden, zodat lezing aan vele betrokkenen kan worden aanbevolen. (Uitg. Jij en ik Ginneken Bavel) A.G. Het is geen ongewoon verschynsel, dat een mens de som van angstige ervarin gen en vreseiyke herinneringen samen perst in één „super-herinnering" - een totem, dat voor hem - volkomen onlogisch - zowel basis en sluitstuk, als vraagstel ling en verklaring is. De burger van Beriyn of Nagasaki kan byvoorbeeld een geluid, een geur of een situatie als zyn eigen „oorlogstotem" uitkiezen. Het ge luid van een tram in een bocht doet hem aan de sirenes denken en in het gillen van de sirenes is voor hem het hele begrip „oorlog" onder te brengen. De an der kan opeens in gedachten de oorlog opnieuw beleven als hy de stank van brandend vlees ruikt. Jorge Semprun, een Spaanse auteui van ongeveer 40 jaar, heeft als totem een trein. De som van zijn (afschuwe lijke) oorlogsherinneringen ligt besloten in een treinreis van Zuid-Frankrijk naar één van Hitiers strafkampen. In zijn boek „Le grand Voyage" (De grote reis), maakt hü de indruk van iemand die ver ward raakt in zijn eigen herinneringen, omdat hjj alles betrekt op dat ene perspec tief: een treinreis. Waarom het zo is weet hij zelf niet. maar elke gebeurtenis in zijn leven, vindt op de één of andere manier een relatie met die monsterach tige, lange treinreis. Gebeurtenissen die lang na de reis plaatsvonden, worden ge projecteerd op de trein, op de lijdende, ten dele stervende mensengroep in een veewagon. Voor Semprun is die treinreis het ka der van alles wat er vroeger of later in zUn leven is gebeurd. Erop terugziend en erover vertellend, bouwt hü een filo sofie in de verleden tyd op. Inzichten van nu worden verwerkt met indrukken van toen. Zjjn leven, zo mag men zeg gen, staat op de dramatische treinreis georienteerd. zy is voor hem het aller belangrijkste in het leven, want pas in die trein (zo ziet hij nu in) werd hij mens. Van oud-strijder in de Spaanse bur geroorlog („rode Spanjaard" noemde men hem) en verzetsstrijder in de maquis, wordt hij door die treinreis een voor vechter van een menselijker samenleving. Het styimidde! dat Jorge Semprun koos is even moeilijk als fascinerend. Het hele verhaal maakt de indruk van een nachtmerrie. Plaatsen en volgorde van tyd, lopen kriskras door elkaar. De reis eindigt in feite ook niet. De trein rydt maar door en elke nieuwe erva ring van de auteur, elke verrijking van zyn inzicht In de menselyke sa menleving, wordt op dit moment tn het verleden gefixeerd en van daaruit vertolkt. Het boek is als een uiting van roman kunst dan ook zeer belangrijk. Als oor logsboek zou het nauwelijks aandacht verdienen. Ook de oorlog, met alle gru- welykheden waarvan de auteur getuige is geweest, wordt filosofisch verwerkt in de treinreis. De moord op een aantal joodse kinderen is onder het totem niet belangrijker dan een gesprek met een Duitse schildwacht over de vraag: „Waar om zit de ene mens in een kooi en waar om staat de ander hem aan de buiten kant te bewaken?" „De grote reis" ontving de Prix For- mentor 1963, maar ook zonder dit etiket zal dit openbarende boek wel op de lijst van oorlogsklassieken komen. Het boek is uitgegeven bij J. M. Meulenhoff, Am sterdam. TOM KOOPMAN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 7