PAPIEREN VAN JUAN-CARLOS STAAN GOED
Spanje tobt over de vraag:
„wat komt er na Franco?"
Bikini als
politiek
argument
Geperfectioneerde „Laser"
Daily Mirror'5 bereikt een
oplage van vijf miljoen
BOEKENPLANK
RECEPT: SENSATIE, MISDAAD, SEKS
,DE GROTE REIS
een
oorlogsroman van klasse
Hugo en Irene
Wanneer?
zonder
Opvolgers
Reus
veel invloed
Britten bezoeken
Nederlandse
oorlogskerkhoven
Alleen goede tomaten
op veilingen
Oostersluis weer
in gebruik
De enkele daad
Tocht door het duister
Het ei
De overwinnaars
Phoenix Klassieke Pockets
Meesters der vertelkunst
Jij en ik onderweg
Trein rijdt door
tfAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 29 JUNI 196*
(Van onze correspondente in Madrid)
De kwestie van de opvolging van Franco wordt in Spanje
intensief bestudeerd en besproken.
Daarbij staat niet eens op de voorgrond of de monarchie hersteld
gaat worden, alhoewel de restauratie van de monarchie sinds het
laatste „défilé de la victoire" op 24 mei 1.1., waarbij naast Franco
ook prins Juan-Carlos de Borbon, zijn monarchaal „pleegkind" op de
tribune van de generalissimo verscheen, wel weer aanleiding tot
nieuwe geruchten heeft gegeven.
Op zich was dit défilé, gelijk als altijd, een machtig schouwspel.
Het schouwspel doet denken aan de jaarlijkse 14e juli-parade te Parijs.
Met deze parade wordt jaarlijks de overwinning van de Burgeroorlog
van '39 herdacht.
Onze correspondente gewaagt in
dit artikel van een foto van prinses
Irene in bikini-badpak, welke foto
door toedoen van Spaanse intrigan
ten in de schandaalpers zou zijn
beland. Het is echter, volgens onze
informaties, precies andersom.
Prinses Irene is door een „sniper
fotograaf" bespioneerd toen zij op
het balkon van haar hotelkamer,
achter de beschutting van een de
ken, een zonnebad nam. Zij droeg
inderdaad een bikini. Maar zij be
vond zich op privé-domein. Zij gaf
dan ook geen aanstoot in het open
baar. Een brutale fotograaf heeft
haar slechts „beloerd". Na publi-
katie van de foto in verschillende
schandaalbladen, hebben Spaanse
tegenstanders van de Carlistenbe-
weging, de foto gebruikt in hun
actie tegen Hugo Carlos en Irene.
Wij hebben hierop reeds in een
commentaar gewezen. Er was geen
trucage nodig om prinses Irene
in een bikini-badpak te kunnen
fotograferen, maar slechts een vol
doende dosis onbeschaafdheid van
een foto-voyeur.
van de Sella bleef staan vissen, waar
hij trouwens een zalm ving van 9 kilo.
En dat Franco in staat is, kilometers
lang te lopen zonder zich te vermoeien.
En nog meer heldhaftigheden. De ver
slaggever, wiens artikel verspreid werd
over de gehele wereld eindigt met:
„Franco is lichamelijk en geestelijk
uitstekend gezond".
Toch zal binnen afzienbare tijd de dag
aanbreken waarop Franco vanwege zijn
hoge leeftijd het bijltje er bij neer moet
leggen. Hij zal dan prat kunnen gaan op
ruim een kwart eeuw orde en vrede in
den lande, hetgeen Spanje de afgelopen
tweehonderd jaar niet meer gekend had.
Maar de grote vraag blijft: wat gebeurt
er na Franco?
L. DE CEBALLADE
Een sensatie vormde dit jaar de plot
selinge verschijning op de eretribune
aan de zijde van de Caudillo (71) van
prins Juan-Carlos de Borbón (28), in gala
uniform met drie sterren, waaruit wij
mogen afleiden dat de Genralissimo hem
stilzwijgend tot kapitein van het leger
bevorderd heeft. Het was voor de serste
keer in de 25 jaar dat iemand deze eer
met Franco deelde. Dit gesomeddc vol
gens de uitdrukkelijke wens van Franco.
En daaruit leidt men thans af dat Franco
definitief zijn keuze gedaan heeft en dat
prins Juan-Carlos in 1966 de bijna 32 mil.
joen Spanjaarden als koning onder zijn
hoede zal nemen.
In de opvolgingswet van 1947, door
Franco bij decreet goedgekeurd wordt
bepaald dat de toekomstige koning van
Spanje ,,30 jaar oud moet zijn, opgevoed
binnen 's lands grenzen en dat hij trouw
zal moeten zweren aan de grondwetten
alsmede aan de beginselen van de Natio
nale Beweging de Falange". Don Juan-
Carlos schijnt na de militaire opvoeding,
welke de Caudillo hem heeft laten geven
naar het oordee] van Franco aan deze-
hoedanigheden te voldoen
Op een aparte tribune bevonden zich
tijdens het défilé Franco's echtgenote
dona Carmen Polo en ook de tchtgenote
van Juan-Carlos, de Griekse prinses
Sofia, volgens Franco's plannen dus
Spanjes aanstaande vorstin.
Maar Sofia's trieste blik en vermoeide
uitdrukking deden een ieder beseffen, dat
zij zich daar op die militaire tribune
allesbehalve op haar gemak voelde en
dat zij drommels goed besefte, da' ge
neraal Franco noch haar prinselijke
echtgenoot geen enkele populariteit ge
niet. De in Spanje gepubliceerde foto's
toonden het beeld van een treurige, ver
veeld kijkende Sofia die geen verti -uwen
heeft in de officiële propaganda en die
wel inziet dat de Spaanse bevolking bit
ter weinig opheeft met haar prinselijke
gemaal.
Men zou daarom de vraag kunnen
stellen of Hugo-Carlos en zijn echtgenote
Irene van Oranje-Nassau méér kans op
de Spaanse troon hebben? Wannee Hugo
Carlos voor vele Spanjaarden tot voor
kort nog een onbekende was. des te po
pulairder is Irene geworden.
De bruiloft van de jonge troonpreten
dent de Borbon-Parma met Irene van
Oranje en de aandacht wdke deze in
Spanje allerwegen trok heeft de Caudillo
ertoe genoodzaakt, het opvolgingspioc.es
VRglv^sle van «Juan-Carlos de Borbón
i Borbón te versnellen Tot nu toe leidde
deze prins een onopvallend leventje in 't
pralerige paleis de Zarzuela m Madrid,
zich onledig houdend met wandelingen
???r bloementuinen of met hei baby
sitten bij zijn dochtertje Elena Jaren
tang repte de Spaanse pers met geen
woord over hem. zodat bij de Car listen
tn Navarra de hoop groeide dat op
een goede dag hun pretendent iugo-c»»-
JOs zijn slag zou kunnen slaan Op 3 me:
j-i. wachtten ruim 60 000 Car'.os-aannan
gers vergeefs op de verschijning van
Bugo en zijn bruid op Montejurra f >ei
£et prinselijk iportvliegtuig dat ree-'E-:
Koers had gezet naar de Monlejurra a^t
geneimzinnige bevel ontving, diret. te
rug te keren naar Madrid werd de huop
her Carlisten de bodem ingeslagen Fran,
co verbiedt dat Hugo-Carlos op de voor
grond treedt: het Carlisme strook? niet
met zijn plannen
Juan-Carlos daarentegen ziet steeds
meer de schijnwerpers op zich gericht:
bijna dagelijks verschijnt zijn foto in de
kranten
P?. actie tegen Hugo-Carlos wordt aui-
aelijk met overleg gevoerd. De laatste
sneer aie verborgen machten (de Falan-
Een grote groep niet-Carlistische
Spanjaarden is wellicht bereid om
Hugo Carlos ooit als koning van
Spanje te accepteren, maar talloze
anderen, waaronder stellig ook ge
neraal Franco, vrezen de ietwat
sinistere man op de achtergrond,
prins Xavier, hier in één auto ge
fotografeerd met zijn zoon.
ge?) hem en zijn vrouw toevoegden, is
het verspreiden van foto's van de prinses
in een minuscule bikini, een kledingstuk
dat in Spanje in fatsoenlijke kringen nm-
mer in de mode is geweest. De foto is
getruceerd en samengesteld volgens
dezelfde techniek die b.v. chanteurs toe
passen wanneer zij hun slachtoffers wil
len plunderen. Prinses Irene heeft zich
in't geheel niet in dergelijk badkostuum
gestoken noch zich daarin laten fotogra
feren. Haar prestige onder het Spaanse
volk is volkomen intact. Daarom vallen
de tegenstanders van Hugo's Carlisme
de onschuldige prinses Irene met deze
onedele en onwaardige methoden aan.
De foto circuleert thans in de inter
nationale schandaalbladen, zonde: dat er
maar enige toelichting is gegeven over
de wijze, waarop ze tot stand kwam.
Het is intussen nog lang niet zeker,
dat na Franco het koningschap zal wor
den hersteld. Men kan zelfs zeggen
dat het Spaanse volk er in al zijn gele
dingen weinig voor voelt.
De door Franco begunstigde troonpre
tendent Juan-Carlos wordt niet als een
bijzonder snugger persoon beoordeeld en
heeft onder de politici weinig aanhang.
Een vijftigtal Falangistische hoog
waardigheidsbekleders, oi der wie de
ministers Iturmendi en Solis, alsmede
don Esteban Bilbao, voorzitter der
Cortes, hebben onlangs aap generaal
Franco een verzoekschrift gezonden:
zij willen van Spanje na Franco's dood
een soort presidenten-republiek maken,
zoals Frankrijk of de V.S.. Ook
deelden zij het staatshoofd mede, dat
zij indien Spanje een koninkrijk
wordt liever de veel intelligentere
Carlos-Hugo de Borbon Parma op de
troon zouden zien dan de door Franco
uitverkoren Juan-Carlos
Het merendeel der Spaanse bevulking
laat dit alles koud Het wenst het einde
van het absolutische bewind, hoewel
dit steeds gematigder is geworden met
het verstrijken der jaren en naai mate
de generalissimo ouder werd. Slechts één
miljoen bevoorrechten: militairen, poli
tiebeambten, hoge functionarissen fa-
langislen en monopoliehoudende fabri
kanten varen wel bij de huidige situatie,
want hun worden fabelachtige salaiissen
uitbetaald en lucratieve betrekkingen in
de maatschappij zijn hun deel.
De openbare opinie is tegen het Franco
regiem, tegen de man, die 27 jaar lang
zonder iemands raad in te winnen minis,
ters, provinciegouverneurs, afgevaardig
den der Tweede Kamer, enz. benoemt
of ontslaat. Zij ls in merendeel tegen
het communistische systeem der Staats-
eenheidspartij": de Falange
Gesteld nu dat Spanje een democra
tische republiek wordt in plaats van een
monarchie, wie zou dan voor het presi
dentschap 'in aanmerking kunnen komen
Dionision Ridruejo is een oud-fa-
langist, die van meet af aan, sinds 1936
warm liep voor zijn politieke idealen en
intiem bevriend was met Juan-Antonio
Primo de Rivera, maar die alle banden
met Franco resoluut brak zodra hij diens
militair-tirannieke bedoelingen door
kreeg. Ook senor Ridruejo vertoeft in
ballingschap in Parijs in afwachting van
de politieke gebeurtenissen. Als Franco
er echter in slaagt, nog lang de teugels
strak te houden, dan zal Ridruejo geen
brood meer in de melk te brokken heb
ben, daar hij reeds 68 jaar oud is.
Julio Cerón is een geëxalteerde ka
tholieke syndicalist, voorstander van het
gezag en het revolutionaire „Castro"
systeem en van maatregelen als: drasti
sche herziening van de landbouw, vrije
verkiezingen, socialisering der produk-
tiemiddelen naar Zweeds voorbeeld, enz.
Opdat deze idealist geen aanhangers kan
verwerven, houdt Franco hem onder de
duim in een ontspanningsoord in Murcia!
Tenslotte heeft de huidige Falange-be-
windsman Fraga Iribarne (43), overtuigd
katholiek en a-politicus, tevens hoogle
raar aan de universiteit van Madrid, een
man met Europese inslag en ruimden
kendheid grote aanhang. Als minister
van Voorlichting en Toerisme staat hij
meer vrijheid van censuur en kritiek
voor, vooral op het gebied van kunst,
theater en film. Op politiek gebied wo*dt
nog steeds elk zwak protest in de pers
het zwijgen opgelegd. Ondanks de goede
bedoelingen van deze minister gaat de
evolutie in Spanje naar normalisering
en vrijheid in alle aspecten verschrikke
lijk langzaam. Men verspilt te veel
energie met mooie beloften en ellenlange
redevoeringen vol gemeenplaatsen,
waar overigens geen enkele Spanjaard
meer in gelooft.
Al vijftien jaar lang speculeren de
Spanjaarden op ernstige „ziekten" van
de Opperste Generaal. Achtereenvolgens
leed hij volgens zeggen aan: ernstige sui
kerziekte, de ziekte van Parkinston, kan
ker aan de urinewegen hersenbloeding,
achtervolgingswaanzin, verlamming van
de ledematen, enzovoorts. Maar de Cau
dillo schijnt ze allemaal ,,te overleven"
en is kwieker dan ooit, tot wanhoop van
zijn vijanden.
Als om het gerucht de kop in te druk
ken dat hij weldra afstand zal doen om
gezondheidsredenen, nodigde Franco de
directeur van United and Associated
Press in Spanje uit, hem een week lang
gade te slaan tijdens zijn vakantie aan
de Asturiaanse rivieren. Deze iournai st
verzekert plechtig, dat Franco een uur
lang tot zijn middel in het ijskoude water
Op 3 juli arriveert met de boot in
Hoek van Holland een gezelschap van
86 Britse oorlogsnabestaanden, die zijn
uitgenodigd voor een bezoek aan ons
land door het Nederlands Oorlogsgra
ven Comité, het zogenaamde „Klap
rooscomité".
Dit zijn allen familieleden van Britse
militairen, die in de oorlogsjaren van
1940 1945 boven Nederland met hun
vliegtuigen werden neergeschoten of eind
1944 en begin 1945 sneuvelden bij de be
vrijdingsgevechten.
Het hoofddoel van de reis is het be
zoeken van hun graven. Vanuit Nijme
gen, waar zij in Nederlandse gezinnen
gastvrijheid genieten, zullen de Britse
nabestaanden op 4 juli over geheel Ne
derland uitzwerven voor grafbezoek op
twintig begraafplaatsen o.a. te Bergen
op Zoom, Dongen en Vlissingen.
Op 5 juli zulen zij 's morgens om 11.30
uur een herdenkingsdienst bijwonen op
het Britse Militaire Kerkhof „Jonker-
bos" bij Nijmegen. Voor de volgende
dag staat een boottocht van Arnhem
naar Oosterbeek, langs de slagvelden
van de Slag om Arnhem, op het pro
gramma en op 7 juli vertrekt net ge
zelschap weer met een speciale trein uit
Nijmegen naar Hoek van Holland van
waar de nabestaanden met de nacht
boot naar Engeland terugkeren.
Op de Hannover-Messe heeft Siemens enkele produkten, die als
gevolg van zuiver wetenschappelijk onderzoek zijn ontstaan, aan
den volke getoond. Eén dezer vindingen is een „Laser" welks
principe berust op een combinatie van een halfgeleider en een
„supra-geleider". Links: de magneetspoel. Rechts: de halfgeleider
en de suprageleider, die niet veel groter zijn dan de kop van
een lucifer. Een „Laser" is, zoals men weet, een apparaat, dat
een elektrische stroom in straling kan omzetten. De monochro-
matische, onzichtbare straal heeft in theorie een oneindig bereik.
Het Centraal Bureau voor de Tuin
bouwveilingen heeft besloten, dat met
ingang van maandag drooggescheurde to
maten niet meer mogen worden geveild
op de Nederlandse veilingen en dat geldt
ook voor tomaten kleiner dan CC maat.
Verder geldt reeds langer de bepaling
dat tomaten van afwijkende kwaliteiten
niet meer geveild mogen worden. Indien
er op de veilingen tomaten worden aan
gevoerd, waarin zich afwijkende vruch
ten bevinden, dan moeten deze worden
vernietigd.
Vrijdagmiddag werd te Wemeldinge
de Oostersluis in gebruik gesteld voor
de scheepvaart. Genoemde sluis is on
geveer een maand gestremd geweest
voor de scheepvaart i.v.m. reparatiewerk.
zaamheden. De stagnatie, die het scheep
vaartverkeer van deze stremming heeft
ondervonden, was van weinig betekenis,
aangezien het schutten dag en nacht
doorging in de andere zeesluis.
Mevrouw J. Visser-Roosendaal geeft
in dit, bij Gottmer te Haarlem uitgeko
men boek, weer een streekroman van
kwaliteit. Het is een gezond verhaal,
dat speelt in West-Friesland, met hoofd
personen en bijfiguren, die naar het le
ven werden getekend en voor de lezer
ook leven gaan. De lotgevallen van Klaas
Spijker en zijn fiere vrouw Marie Veld,
komen goed uit de verf en hoewel geen
wereldschokkende dingen gebeuren, boeit
hun wedervaren van begin tot het eind.
Behalve aan het verteltalent van de
schrijfster, is dit ook te danken aan de
knappe compositie van het geheel. Een
winst is voorts, dat mevrouw Visser dit
maal niet al te veel van het pittige, maar
voor niet-Westfriezen, moeilijke dialect
aanwendde.
Tijdens en na de slag om Arnhem heb
ben tal van Britse en Canadese militairen
hun lot afhankelijk moeten stellen van
de hulp van Nederlandse ondergrondse
werkers. Eén van hen was de Britse di
visie-arts Graeme Warrack. Hij werd,
voorzien van alle mogelijke medische uit
rustingen, als hoofdofficier van gezond
heid met, de Britse luchtlandingsdivisie
bij Oosterbeek gedropped en het was zijn
taak om in de kortst mogelijke tijd de
medische verzorging in het divisiegebied
te organiseren.
De slag om Arnhem liep uit op een ca
tastrofe, en dit betekende dat dok
ter Warrack er nog een taak bij kreeg:
het verzorgen van krijgsgevangenen. Toen
dezen zijn hulp niet meer nodig hadden,
omdat zij naar Duitse hospitalen en
krijsgevangenkampen werd vervoerd, be
sloot dokter Warrack, dat .hij overbo
dig was geworden. Op de dag dat hij
in verzekerde bewaring zou worden ge
steld, wist hij zich op een listige manier
in het ziekenhuis te verbergen. Toen hel
gebouw eenmaal ontruimd was, nam
hij de vlucht.
Hij maakte een monstertocht door be
zet gebied, overal proberend om contact
met de geallieerde troepen te maken. Met
een snelle auto zou men vandaag de dag
zijn hele vluchtweg in een dag kunnen
volgen. Warrack had er bijna een half
jaar voor nodig. Bij Lage Zwaluwe vond
hij eindelijk, uitgeput maar ongebroken,
zijn wapenbroeders terug. Het is duide
lijk, dat Warrack nooit had kunnen vluch
ten als hij niet de hulp van de Neder
landse ondergrondse had gehad. Deze
geheime verzetsorganisatie, welke inmid
dels een indrukwekkende perfectie had
bereikt, smokkelde Warrack en vele an
dere geallieerde militairen door de Duit
se linies, langs verraders en wachtposten,
over brede rivieren en tenslotte zelfs over
het Hollandsch Diep. Uit dankbaarheid
jegens degenen die hem hielpen, heeft
Warrack zijn ervaringen te boek gesteld.
Zijn relaas heet „Tocht door het duister".
Prins Bernhard schreef een voorwoord
en aan het slot vindt men dan nog ge
tuigenissen van verzetsstrijders die dokter
Warrack hebben gekend. Zoals vanzelf
spreekt, begeeft dokter Warrack zich als
auteur op een terrein dat niet helemaal
het zijne is, maar desondanks is zijn
relaas boeiend en meeslepend, waarbij
het vaak amusant is te merken, dat de
brave arts zelfs nu nog niet helemaal
begrijpt hoe gevaarlijk zijn „Tocht door
het duister" eigenlijk wel was. Het boek
werd uitgegeven bij A. W. Sijthoff, Den
Haag.
Een krachtige persoonlijkheid ais de
monarchist Gil Robles, die algemeen
hoog in aanzien stond en die destijds
mede Franco aan de macht geholpen
heeft toen hij in 1936 minister van Oorlog
en Strijdkrachten was moest vorig jaar
zijn heil buiten Spaanse grerzer zoeken,
omdat nij deelgenomen had aan de in
ternationale besprekingen te München,
waar o.m „het Spaanse probleem" ter
sprake kwam.
Een andere figuur op monarchistisch
terrein is Joaquin Satrustegui aan wie
ter gelegenheid van de verkiezing van
Paulus VI „amnestie" werd verleend:
hij woonde in ballingschap op de Cana-
rische eilanden. Hij is een sterk voor
stander van het koningschap maar is
het niet eens met geen enkele der ge
noemde Borbóns als troonpretendent.
(Van onze Londense correspondent)
Fleet Street, het Londense pers
centrum, beleefde onlangs een his
torische dag. Eerst kondigde de
.Daily Telegraph" aan dat het
vrijdagnummer van de krant een
veelkleurige weekendbijlage zou
bevatten, gezien de grote bijval, die
het supplement, verschenen ter ge
legenheid van de reis van Paus
Paulus VI naar het Heilig Land,
bij het publiek had gekend. Deze
wekelijkse bijdrage zal verschijnen
van september af. Dit was natuur
lijk wel nieuws, maar het kon
toch niet opwegen tegen de sensa
tie die de „Daily Mirror" diezelfde
dag verwekte door zijn gehele
voorpagina te wijden aan het op
zienbarende feit dat de oplage van
het blad nu meer dan 5.000.000
exemplaren per dag bedroeg
Dit is een record in de geschiedenis
van de Britse pers en zelfs in die van
geheel de westelijke wereld (enkel de Ja
panners hebben kranten met nog grotere
oplagen).
Wanneer men weet dat de „Daily Mir
ror", 18 807 nummers geleden, de voort
zetting werd van een Victo-iaans-pieuts
en oervervelend damesweekblad met
confidentiële oplage, dan vraagt men
zich wel af volgens welk recept die ta-
bloïd-krant nu het meest populaire En
gelstalige dagblad ter wereld is gewor
den In feite is dat recept tamelijk een
voudig, al pleit het dan niet erg in het.
voordeel van de Britse lezer. Men zou
het kunnen resumeren in drie stelsel-
matig doorgevoerde principes: sensatie,
sex en misdaad.
Hugh Cudlipp, voormalig hoofdredac
teur van het blad, heeft destijds de
hoogst merkwaardige geschiedenis van
de „Mirror" geschreven in een Doek
dat hij de kernachtige titel gaf: „Pubusn
and be damned" (publiceer en wees ver
vloekt) Die titel alleen geeft reed* op
treffende wijze de verkoopspolitiea van
de krant weer: al wat de oplage kan
doen stijgen gebruiken we en de rest
lappen we aan onze laars.
Sensatie blijft hoofdzaak. Wat en hoe
speelt daarbij absoluut geen rol Berucht
is b.v. een der eerste maai grootste
stunts van de „Mirror" geblevm. toen
aan een schattige jongedame een 'aantal
kippeëieren werden toevertrouwd. Zij
zou proberen die in haar bed uit te b'oe.
den Gedurende drie weken verschenen
op de voorpagina opkikkerende foto's
van het vlotte bedlegerige broedjufje en
werden haar persoonlijke indrukken
en gewaarwordingen!?) onder reusachtige
koppen als wereldnieuws verkondiga (en
verkocht). Daar gokken de Britten in
het bloed zit werden er weldra ongeloof
lijke weddenschappen afgesloten op het
aantal kuikens dat al of niet te voor
schijn zou komen: met het gevolg dat
de dagbladventers elke morgen werden
bestormd om de „stand van zakiti" te
kennen. (Wees u nu eens eerlijk: u ziudt
ook willen weten hoe het afliep!) Wel,
het experiment mislukte deerlijk, wat het
broeden betreft, maar het lukte schitte
rend wanneer enkel met de verkoop van
de „Mirror" rekening wordt gehouden
En dat was inderdaad het doell
Misdaad en sex zijn de twee andere
pijlers van de krant en terzake besc.nkt
de „Mirror" over virtuozen, die heel pre
cies weten hoever ze mogen gaan om
nog net het etiket „pornografie" ver
ontwaardigd van de hand te kunnen wij
zen Als hoofdregel geldt daarbij verdei
dat men het de lezer nooit moeilijk mag
maken. Alles wordt hem voorgekauwd
geserveerd. Hij moet alleen maar een
korte blik werpen op de reusach'-'ge
koppen en een lange blik op de beeld
schone droommeisjes, die allen één k'i-
nisch symptoom gemeen hebben: ze zijn
allergisch voor kleding en leven bijge
volg in een wereld van textielschaarsus
Korte zinnetjes verder, veel paragrafen
en stelselmatige vereenvoudiging van
feiten en commentaar. Een onrustige
opmaak met veel grote, aantrekkelijke
foto's stripverhalen en vaak geestige
karikaturen plus een handig tabloidfor
maat dat toelaat in metro of in bus op
elke bladzijde gemakkelijk nieuwe „ster
ke verhalen" onbescheiden geroddel of
opgeschroefde sensationele koppen te
ontdekken. En op die formule zjjn da
gelijks meer dan 5 miljoen Britten ver
kikkerd!
Het enige wat echter wel beroeps
halve respect afdwingt by de „Mirror"
is de ongeloofiyk knap uitgekiende or
ganisatie die dat alles op gang houdt.
De technische problemen, die by het
drukken, verzenden en verkopen van
die Elffeitorenboge oplage worden ge
steld mogen inderdaad niet worden on
derschat.
Op zuiver politiek vlak is de lnvioed
van deze reus niet groot Een parad ixale
wet wil nu eenmaal dat de Invloed van
een krant vaak omgekeerd evenredig is
met de oplage, (Zo heeft de eerbiedwaar
dige „Times" b.v. meer invloed in haar
pink dan „Mirror" en andere grote bla
den met hun gezamenlijke oplage van
meer dan 9 miljoen, al is de „Tunes"
op dat gebied vergeleken slechts een
heel kleine persdwerg).
De oorlogsroman van Milton Shulman
„De Overwinnaars", wordt aangekondigd
als een diep menselijk, ontroerend boek.
Wij zijn van mening dat men hiermee
de auteur teveel eer bewijst. Hij geeft
een serie momentopnamen uit de maan
denlange mars van een kleine Ameri
kaanse gevechtsgroep, die langzamerhand
zó moe gevochten raakt, dat de mannen
als ledenpoppen worden en aan allerlei
aberraties beginnen te lijden. Deze ab
erraties vormen even zoveel thema's voor
de „moment-opnamen", maar men krijgt
de indruk dat het de auteur meer om
het navrante dan om de werkelijkheid, of
de romanverbeelding te doen was. Daar
bij wordt één en ander nogal stuntelig
verteld. Naar het boek is een film ge
maakt. Wij menen te mogen aannemen
(we hopen het althans!), dat de draaiboek,
schrijvers kans hebben gezien om de
marionetten van Shulman in levende
figuren te veranderen. „De overwin
naars" verscheen in de Gouden Ketting
reeks bij Scheltens en Giltay te Am
sterdam.
In de voornaam uitgevoerde Phoenix
Pocket Reeks van de uitgeverijen De
Haan en Standaardboekhandel wordt nu
ook opgenomen een reeks van werken
uit de klassieke oudheid. Vier deeltjes
zijn reeds verschenen: Plato's Phaidros
en Phaidoon onder de verzamelnaam
Vervoering en Onsterfelijkheid van de
Ziel in de vertaling van P. C. Boutens.
Oresteia van Aeschylos (Agamemnoon,
Dodenoffer en Eumenieden) eveneens
in de vertaling van Boutens.
Grondvesters van Athene en Rome, dat
in de vertaling van C. M. Stibbe uit
Plutarchus' geschiedschrijving de histo
ries van Theseus en Romulus samen
brengt.
De Geboorte van Hercules en Het Ka
beltouw, twee komedies van Plautus,
door J. Hemelrijk sr. vertaald.
Deskundige aantekeningen en toelich
tingen zullen aldus deze schatten van
oude wijsheid en schoonheid toegankelijk
maken voor een breder publiek dan al
leen maar de klassiek gevormden. En
wie zijn gymnasiumjaren allang achter
de rug heeft, moet zich ook eens laten
verrassen door deze meesterwerken, die
hij indertijd teveel in het licht van een
moeilijke grammatica en een dreigend
examen heeft gezien.
Het is een interessante serie, die Meu-
lenhoff als pockets op de markt brengt;
korte verhalen uit twintig cultuurkrin
gen. De proeven van Russische, Chi
nese, Jiddische en negervertelkunst wa
ren reeds eerder verschenen. Ze zyn nu
als herdruk ook in deze nieuwe serie
opgenomen. Nieuw is het deeltje, dat
ons verhalen brengt van Yoegoslavische
schrijvers. Willem A. Mayer heeft ze
bijeengebracht en vertaald. Door de
toekenning van de Nobelprijs aan Ivo
Andric zijn we op het feit gedrukt, dat
er in dat Balkanland een waarachtige
litteratuur bestaat. Van hem zijn er in
dit bundeltje ook een paar verhalen op
genomen. Ze bewegen zich in het ver
leden, toen Turkije en Oostenrijk-Honga-
rije de teugels in handen hadden. De
andere verhalen zijn veelal geïnspireerd
op oorlogservaringen en partizanen
strijd. Ze zijn weemoedig en bitter ge
kruid. Dit is trouwens ook het geval met
de andere verhalen, die iets uit het een
voudige dorpsleven vertellen. Overal is
er die geur van de vergankelijkheid van
het geluk. We noemen in het bijzonder
het verhaal van een droevige postbode
en Barak 5b met zijn groteske taferelen.
Ook het tweede nummer van jaargang
1964 van dit tijdschrift voor katholieke
verloofden draagt denk- en discussie
stof aan voor ietwat ontwikkelde jonge
lui. Reeds eerder uitten wij da vrees,
dat de redactie zich te exclusief richt
tot de „high-brow", maar weiJ.cht moet
men wel in deze sector de abonnee zoe
ken. Ditmaal worden artikelen gewijd aan
maatschappelijke verschijnselen als pres.
tatie-zucht en agressie; wel wat kren
terig, maar zeker intrigerend. Het tijd
schrift heeft stellig iets te bieden, zodat
lezing aan vele betrokkenen kan worden
aanbevolen. (Uitg. Jij en ik Ginneken
Bavel) A.G.
Het is geen ongewoon verschynsel, dat
een mens de som van angstige ervarin
gen en vreseiyke herinneringen samen
perst in één „super-herinnering" - een
totem, dat voor hem - volkomen onlogisch
- zowel basis en sluitstuk, als vraagstel
ling en verklaring is. De burger van
Beriyn of Nagasaki kan byvoorbeeld een
geluid, een geur of een situatie als zyn
eigen „oorlogstotem" uitkiezen. Het ge
luid van een tram in een bocht doet hem
aan de sirenes denken en in het gillen
van de sirenes is voor hem het hele
begrip „oorlog" onder te brengen. De an
der kan opeens in gedachten de oorlog
opnieuw beleven als hy de stank van
brandend vlees ruikt.
Jorge Semprun, een Spaanse auteui
van ongeveer 40 jaar, heeft als totem
een trein. De som van zijn (afschuwe
lijke) oorlogsherinneringen ligt besloten
in een treinreis van Zuid-Frankrijk naar
één van Hitiers strafkampen. In zijn boek
„Le grand Voyage" (De grote reis),
maakt hü de indruk van iemand die ver
ward raakt in zijn eigen herinneringen,
omdat hjj alles betrekt op dat ene perspec
tief: een treinreis. Waarom het zo is weet
hij zelf niet. maar elke gebeurtenis in
zijn leven, vindt op de één of andere
manier een relatie met die monsterach
tige, lange treinreis. Gebeurtenissen die
lang na de reis plaatsvonden, worden ge
projecteerd op de trein, op de lijdende,
ten dele stervende mensengroep in een
veewagon.
Voor Semprun is die treinreis het ka
der van alles wat er vroeger of later in
zUn leven is gebeurd. Erop terugziend
en erover vertellend, bouwt hü een filo
sofie in de verleden tyd op. Inzichten
van nu worden verwerkt met indrukken
van toen. Zjjn leven, zo mag men zeg
gen, staat op de dramatische treinreis
georienteerd. zy is voor hem het aller
belangrijkste in het leven, want pas in
die trein (zo ziet hij nu in) werd hij
mens. Van oud-strijder in de Spaanse bur
geroorlog („rode Spanjaard" noemde men
hem) en verzetsstrijder in de maquis,
wordt hij door die treinreis een voor
vechter van een menselijker samenleving.
Het styimidde! dat Jorge Semprun koos
is even moeilijk als fascinerend. Het
hele verhaal maakt de indruk van een
nachtmerrie. Plaatsen en volgorde van
tyd, lopen kriskras door elkaar. De
reis eindigt in feite ook niet. De trein
rydt maar door en elke nieuwe erva
ring van de auteur, elke verrijking
van zyn inzicht In de menselyke sa
menleving, wordt op dit moment tn
het verleden gefixeerd en van daaruit
vertolkt.
Het boek is als een uiting van roman
kunst dan ook zeer belangrijk. Als oor
logsboek zou het nauwelijks aandacht
verdienen. Ook de oorlog, met alle gru-
welykheden waarvan de auteur getuige
is geweest, wordt filosofisch verwerkt
in de treinreis. De moord op een aantal
joodse kinderen is onder het totem niet
belangrijker dan een gesprek met een
Duitse schildwacht over de vraag: „Waar
om zit de ene mens in een kooi en waar
om staat de ander hem aan de buiten
kant te bewaken?"
„De grote reis" ontving de Prix For-
mentor 1963, maar ook zonder dit etiket
zal dit openbarende boek wel op de lijst
van oorlogsklassieken komen. Het boek
is uitgegeven bij J. M. Meulenhoff, Am
sterdam.
TOM KOOPMAN