EN
WIENER PHILHARMONIKER
BESTE EXPORTARTIKEL
VAN OOSTENRIJK
Het autonome gedicht,
de dichter en de lezer
H.Verhagen publiceert
bundel „Aquarellen"
K 1
utenaar
Von Karajan concert
en concerndirecteur
Eerste twee afleveringen
van het Jong-Nederlands
Literair Tijdschrift
BLINDE BREDANAAR TE ETTEN
lORDIGER
•lieden
Joiijjc Middelburger
kreeg prijs van
Alliance Franeaise
Nieuwe Inginar Bergman-
film slccli! ontvangen
.David Rocllprijs" van
Prins lïcriihardfoiids
der
ilaars
irmaker
BREDA
mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen
IJzeren wil
Bij het afscheid
van professor
P. Minderaa
De kiem gelegd
Eén dag vrij
Naast Voeten
Door de radio
Gearresteerd
Nnnr Nr>rtr>i lnn,l °ns resPec]' want berusting is een ver-
l\aai fytaet tancl worvenheid, die mei licht bereikt
wordt. Berusting is ook niet het ein
I ii zoekt en gevoel
Iwerk bij de exploi-
lad U zich dan een»
vsch-Vlaanderen).
Ide aanbieding van
Ijke kracht, leeftijd
hem toevertrouwde
van eigen initiatief
asme wil verrichten.
Ig van deze interes-
Imische taak is een
Vereist, terwijl daar-
Jtheid om mei men-
bodzakelijk is.
iden, waarvoor een
1 willen wij U gaarne
Jchten.
liet uitvoerige inlich-
l;n te worden gericht
pad De Stem, Reiger-
|m Rotterdam
PPENDAGES
industriële onderne-
West-Brabant en Zee-
In met techn, (Diensten,
|aarvoor uiteraard tech-
nerciële funktie is ge-
borkeur woonachtig in
|ng.
?de positie en t.z.t. op-
|Een aufto wordt ter be-
gven met volledige in-
I, ei varing enz., worden
prektie van het Hoofd-
Il34. Amsterdam-C, post-
|;rzekerd
Itoor: Delpratsingel 1 t«
en 13.30-37.30 uur.
ige Boeimeersingel 6 te
li t/m vr. 7*17 uur.
Jiregenstraat 32 te Steen-
Inits, Markt'5, Zevenber-
luur.
F
ist voor Maatschappe-
vorden geplaatst
icassering van gelden.
gemene ontwikkeling,
tratieve kennisj goed
ten omgaan;
25 jaar
nschineschrijven strekt
n9'
196,— per maand
622,- per maand
ct vakantietoeslag,
rijwiel- of bromfiets-
lif, studiekosten-, ziek-
arregeling zijn van toe-
ge inlichtingen en op-
enties binnen 10 dagen
dit blad, te zenden
lovengenoemde dienst,
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 JUNI 1964
r^E OOSTENRIJKSE MUZIEK is een Europees fenomeen.
Europees in zoverre de Oostenrijkse musici we
zenlijk hebben bijgedragen aan de muzikale vorming
en opbouw van ons werelddeel. En het is juist de toon
kunst geweest waarin dit land waarschijnlijk zijn artis
tiek hoogtepunt heeft bereikt, want daarin is het op de
krachtigste en meest karakteristieke wijze tot uitdruk
king gebracht. Er werd en wordt in de wereld over de
klassieke muziek met hetzelfde respect gesproken als
over het Helleens klassicisme van Pericles. Het lot heeft
Oostenrijk uitverkoren als de bakermat van de klassieke
muziek en Wenen werd het Athene van die muziek.
Wel te verstaan van de universele klassieke muziek, die
sedert meer dan anderhalve eeuw de mensheid verrukt,
verheft en weet te boeien.
weet Von Karajan door zijn bijna
hypnotische kracht te bereiken.
Het is geen pose van hem, noch
een mooie frase van uw commen
tator, men kan het zelf ervaren.
Andere eigenschappen zijn zijn
groot doorzettingsvermogen en
enorme werkkracht. Hij stelt
uitermate hoge eisen, wenst de
grootste precisie van zijn mede
werkers en staat bekend als een
moeilijk man, waarvoor zij des
alniettemin de grootste bewon
dering hebben.
GEBOREN te Salzburg in 1908 studeer
de hij aan het Mozarteum aldaar
en muziekwetenschappen aan de uni
versiteit te Wenen, daarna besloot hij
dirigent te worden. Het toeval was
hem, evenals destijds Ansermet en
Toscanini, gunstig gezind. De dirigent
van een „Figaro"-uitvoering werd
plotseling ziek en von Karajan sprong
zonder noemenswaardige voorberei
ding in. De poging slaagde en van dat
ogenblik ging het onafgebroken cres
cendo, In 1934 zien we hem als ope
radirigent te Ulm werkzaam; tussen
'30 en '34 heeft hij de leiding van de
zomercursus aan het Mozarteum; in
'35 is hij aan de opera te Aken weik-
zaam; in '36 volgen gastdirecties o a.
te Wenen- en in '37 te Berlijn. Na de
tweede wereldoorlog wordt zijn naam
internationaal bekend en dirigeert hij
de belangrijkste orkesten in Europa In
'47 leidt hij een serie abonnementscon
certen van de ..Wiener Gesellschaft der
Musikfreunde", die al spoedig type-
perend ..der Karajan-Zyklus" genoemd
wordt. Na de dood van Furtwaeng-
ler benoemen de Berliner Philharmo-
niker hem tot eerste dirigent voor het
leven. In '56 wordt hij leider der Salz-
burger Festspiele en enkele maanden
later wordt hij artistiek leider van de
Weense Staatsopera, Nooit heeft een
dirigent zoveel sleutelposities gelijktij
dig bezet, kwamen er zoveel draden
van het Europese muziekleven in één
hand samen.
In nauwelijks vijitig jaar werd in paleizen en Weense huizen door begenadigde
componisten dié Klassieke muziek geschreven, welke tot in onze dagen miljo en
muzikaal genoosten verschaft, met name de werken van Haydn, Mozart en
van Beethoven. Maar niet alleen de klassieken, geboren en getogen of zich
op latere leeftijd ui deze muziekstad bij uitstek vestigend, hebben haar die
faam bezorgd. Een Schubert, Bruckner, Hugo Wolf en Alban Berg, om slechts j
enkelen uit latere perioden te noemen, hebben het hunne ertoe bijgedragen j
om de roem van dit Europees cultuurcentrum te bevestigen tot in lengte
van dagen.
rJTEGE de achtergrond van deze fei-
DOOR eerzucht alleen bereikt men de
ze hoge ppsitie niet. daarvoor is on
zeglijk veel meer nodig. In Von Kara
jan manifesteert zich 'n nieuw kunste
naarstype: de dirigent van, wat ik zou
willen noemen, de managerepoche, die
in z'n zelfbestuurd vliegtuig van de
opera naar de concertzaal vliedt. Hij
is concert-, en concerndirecteur tege
lijk, die op dezelfde dag ergens de
bouw van een nieuw theater inspec
teert, op een andere plaats een verga
dering bijwoont en in de derde stad
een repetitie of concert leidt. Dit heeft
hij niet alleen bereikt door een ijze
ren wil, groot geduld en hard werken,
maar in de eerste plaats door zijn ar
tistieke prestaties, welke hij in van
zichzelf cn het orkest zeer veeleisen
de repetities voorbereidde.
Dat zijn interpretaties niet alle en
zonder kritiek worden gewaardeerd is
niet verwonderlijk; dat hij misschien
meer verwantschap bezit met de mu
ziekdramatische dan met de symfoni
sche kunst is mogelijk, maar zijn ge
niaal leiderschap is boven elke twij
fel verheven. Het wezen van zijn kun
stenaarschap en zijn visie op de ver
schillende werken zal des te duidelijker
naar voren treden omdat hij als vast
dirigent van de Wiener Philhannoni-
ENKELE weken geleden heeft prof. dr.
P. Minderaa, hoogleraar in de Ne
derlandse taal- en letterkunde te
Leiden zijn ambt neergelegd. De
traditie wil dat zowel bij het aan
vaarden als bij het neerleggen van
een hoogleraarschap resp. een
inaugurele rede en een afscheids
college wordt gegeven. In zijn
inaugurele rede (1949) wees prof.
Minderaa op de autonome schep
pende kracht van het gedicht bin
nen het creatieve proces, d.w.z. het
gens hem, zo ingegraven hadden dat
ze nauwelijks meer konden ademen.
In deze tegenstelling ligt de kiem van
ons probleem. Stelt men de kennis
boven de smaak dan moet men er
i i. van alles bij gaan slepen om de tekst
gedicht roept beelden op in de dich- helemaal uit te puren. De tegenpartij
ter die aanvankelijk bewust in hem k?1? volstaan met het kunstwerk op
leefden. Zijn afscheidscollege is ge- ZIchze f-
wijd aan „Het autonome gedicht, fAOK BIJ HET SAMENSTELLEN van
Lr handboeken van de literatuurge
schiedenis moest en moet met dit
de dichter en de lezer".
TEGENWOORDIG staat dit we- dirigent van de Wiener Philhanncm-
J. ker zijn bedoelingen volledig kan rea-
reldvermaarde orkest o.l.v. Her-
liseren. Voor Scheveningen staan wer-
bert von Karajan, die kennelijk ken van Strausz. Schubert en Van
een magische invloed op zijn mu
sici heeft. Als men daaraan twij
felt, moet men eens het gedrag
gadeslaan van de orkestleden ge
durende de laatste tien seconden
die aan de eerste inzet van het
concert voorafgaan. Men zit ge
concentreerd te wachten en dit
Beethoven, voor Amsterdam van Mo
zart en Bruckner geprogrammeerd.
Zijn optreden kan uitgroeien tot een
evenement. De unieke gelegenheid de
Wiener Philharmoniker onder Von Ka
rajan zo dicht bij huis te kunnen be
luisteren moet elke rechtgeaarde mu
ziekliefhebber met beide handen aan
grijpen.
COR BACKERS
DEZE TWEE colleges wijzen op het
grote belang dat prof Minderaa
heeft gehecht aan het gedicht en de
analyse ervan De actualiteit van bo
vengenoemde specificatie op dit ge
bied, het autonome gedicht, wordt, in
een groter geheel gezien, ook door
andere publikaties en voordrachten
aangetoond. De specificatie ligt in het
autonome, de algemeenheid in het
kunstwerk, het plaatsen van een kunst
werk in de literatuurgeschiedenis.
Om het probleem eenvoudig te stel
len: moeten wij bij het lezen, begrij
pen en verklaren van een kunstwerk
c.q. een gedicht onze kennis omtrent
de auteur en de invloeden die op hem
inwerken, de z.g. buitentekstuele ge
gevens, al dan niet laten meespre
ken; moet een kunstwerk autonoom,
geheel op zichzelf staand, beschouwd
en als zodanig ook gelezen worden?
Bij een gedicht als .verdicht', uiterst
compact kunstwerk, krijgt dit P "O-
bleem een andere dimensie, een diep
tedimensie. Immers, zo de lezer een
gedicht dat hij onder ogen krijgt denkt
te begrijpen grijpen zou een beter
woord zijn, omdat men Dij het lezen
van gedichten nooit zuiver verstande
lijk te werk gaat dan vraagt hij
zich onwillekeurig af: is mijn uitleg
ook de oorspronkelijke bedoe mg van
de dichter geweest? Is ae lezer niet
van alle kritiek ontbloot, dan weet hij
dat het gevaar van fan asvren bij
het lezen van gedichten mei denkbeel
dig is. Tot hier de probleemstelling.
DE VRAAG NAAR de plaats van een
'literair kunstwerk is omstreeks
1925 eerst duidelijk aan de orde ge
steld. Anton van Duinkerken staat lijn
recht tegenover prof. Michels, zijn
voorganger aan de Katholieke Univer
siteit in Nijmegen. Het probleem wordt
dan meer in zijn algemeenheid ge
steld: wat is belangrijker: kennis zon
der smaak, (de z.g. filologische, zui
ver taalkundige interpretatie) of smaak
zonder kennis, de esthetische opvat
ting. Porf. Michels. die de eerste op
vatting voorstond, deed uitspraken als:
„Het letterkundig werk valt onder de
jurisdictie van de wetenschap" en
meer spottend „Het is heel wel moge
lijk dat een kunstenaar zonder koe te
heten een filologisch haasje vangt",
e.d. Kortom: de historische werkelijk
heid der literatuurwetenschap kan
niet bestaan zonder dat men zich van
de precieuse verklaring der tekens
een gewetensvraag blijft maken.
Van Duinkerken verdedigde meer de
esthetische opvatting, hij zag het
teraire werk als een kunstprodukt en
stelde zich tevreden met dat werk,
dat aan zichzelf genoeg heeft. Toen
Van Duinkerken later Michels naaste
medewerker werd en zelfs voorbe
stemd was diens opvolger te worden
moest hij wel wat bijdraaien maar bij
heeft zich nooit helemaal kunnen plaat,
sen achter de filologen die zich, vol-
probleem rekening gehouden worden.
Een uitweiding hierover zou ons ech
ter van het eigenlijke probleem dom
afdwalen. Om een poging tot verzoe
ning tussen bovengenoemde tegenstel
ling te vermelden alleen het volgende:
dr. G. Knuvelder, die een handboek
heeft geschreven dat nog steeds als
autoriteit gehanteerd wordt is onlangs
op zijn werkwijze teruggekomen. Ir.
een voordracht gehouden ter gelegen
heid van het 50-jarig bestaan van de
Katholieke Leergangen op 3 november
1962, getiteld „Problemen der litera
tuur schr ij ving" zegt hij: „Geschied
schrijving der letteren berustte der
halve vooral op twee criteriastijl
vormen naar de inhoud, perioden naar
de morfologie. Gecombineerd tot één
formule: zij berustte op stijlvormen
waarin een periode zich uit." Met de
ze z.g. stylistische interpretatie denkt
Knuvelder een middenweg te bewan
delen tussen de filologie en de esthe
tica. De stijlvormen neigen meer naar
de esthetica, de perioden meer naar
de filologie, omdat hij dan de perioden
met mindere voortbrengselen op kan
nemen in zijn geschiedschrijving. En
met een berustende glimlach zegt hij
aan het einde van zijn voordracht, op
zichzelf doelend: „Een punt van ver
ontrusting kan bij u opkomen als u
overweegt dat de hier ontvouwde
opvattingen b.v. in bepaalde handboe
ken geen al te adiquate toepassing
vonden."
KEREN WE TERUG tot ons onder
werp: ..Het autonome gedicht" en
de experimentator op dit gebied, prof.
dr. P. Minderaa. Hoewel hij, uitgaan
de Van het principe dat het gedicht
als volkomen autonoom werk gezien
moet worden, resultaten bereikte, is
hij langzamerhand tot de conclusie ge
komen. dat deze visie minder juist
was. Aanvankelijk legde hij zijn leer
lingen gedichten voor zonder de auteur
te vermelden. Betere resultaten echter
verkreeg hij als de kandidaat het ge
dicht kon bestuderen in samenhang
met de dichter en zijn oeuvre. Om
fantaseren te voorkomen moet de le
zer natuurlijk beginnen met het ge
dicht zo nauwkeurig mogelijk te ana
lyseren. „Ook al resonneert het ge
dicht in iedere nieuwe lezer op ei
gen wijze, het blijft in de eerste
plaats gestaltewording van het ziele-
leven van de dichter. Niet ik heb het
een zin te geven, het hééft een zin;
hoogstens krijgt die zin een bijzondere
waarde voor u en voor mij. Als ik
die zin zoek. onderzoek ik natuurlijk
met scherpe aandacht wat ei in en
achter de woorden staat, maat ik luis-
ter niet naar willekeurige woorden,
maar naar de eigen stem van de
dichter." Deze visie correspondeert
met de z.g. stylistische opvatitng van
Knuvelder; het is dus een middenweg
en het bewandelen van een midden
weg is al vaak de juiste opvatting
gebleken. Hoe het ook zij, het laat
ste woord zal hierover nog wel niet
gesproken zijn.
BREDA.
G. van HOEK.
ALS VRUCHT van de Jong-Nederland-
se Literaire Dagen te Sint Martens-
Latem verschijnt sinds kort een
nieuw periodiek, dat zich Jong-Ne
derlands Literair Tijdschrift noemt.
Het zal vijf keer per jaar uitkomen P TWEEDE aflevering trekt de
1 redactie fel van loer tegen de Besten
dige Deputatie in de provincie Oost-
De poëzie in deze eerste aflevering
bestaat uit een aantal gedichten, die
dc laatste jaren met een poëzieprijs
bekroond werden, te beginnen met
„Mens" van de Bredanaar Robert
Vermeulen.
ten is het begrijpelijk dat het ver
langen naar een groot en kwalitatief
hoogstaand symfonie-orkest steeds
sterker werd en de vervulling van die
wens slechts een kwestie van tijd zou
blijken te zijn
roep was niet tevergeefs. Reeds een
maand later kon het 2e concert gege
ven worden en daarmee nam in feite,
de nu meer dan honderdtwintig jarige I
levensloop van dit orkest nu be-
schouwd als het beste orkest ter we-
reld een aanvang.
In het oude Wenen van 1841 stond in W/ENEN kan zich op meer illustere
W zonen
de Singerstrasse. niet ver van de Ste
phansdom, een gezellig Gasthaus, „In
het teken van Amor" geheten, waar
het goed toeven was. Pleisterplaats ook
van een groep kunstenaars en kunst
liefhebbers, die daar bij een goed glas
wijn onder gezellige kout en eindeloze
discussies hun avonden doorbrachten.
Tot die kring behoorden o.a. August
Schmidt, uitgever van de „Wienei Mu-
sik Zeitung" de muziekcriticus dr. Al
fred Becher en de dirigent der Keizer
lijke Hof-Opera Otto Nicolai Zij wa
ren de oprichters en deze taveerne
het geboortehuis van het Weens Phiï
harmonisch Orkest. Van hier ging de
proclamatie uit, welke typerend voor
de Weense mentaliteit is:
„Trin, tin, tin.' Hort! Hort
Die Söhne Apollo's cillzusammen
vereint, willen enunal cin's
Werk Iepen, zu etwas Groszcm!
Kreuzdonnerwetter ScHwerenoth
Aufgewacht!Hort! Hort!
Hört!Also das samtliche Orchestcr
der muziek beroemen dan
welke andere stad. In de oprichtingstijd
was Bruckner een jongeman van 18 jr;
Haydn en Mozart leefden nog sterk in.
de herinnering der Weners en verschil
lende orkestleden, die de eerste bezet
ting van het ensemble vormden, moe
ten van Beethoven en Schubert nog
hebben horen spelen.
In zeer korte tijd nam het orkest
een belangrijke plaats in het Weense
muziekleven in, In de archieven van
het Weens Phiïharmonisch Orkest be
vinden zich een enorm aantal pro
gramma's, partituren, opdrachten en
inanuscripten, brieven en herinnerin
gen van grote musici als Nikisch.
Mahler, R. Strausz. Mottl. Wagner,
Bruno Walter. Weingarter. Furtwaeng-
ler, e.a. Als stille getuigen vertellen
zij van de geweldige opgang van de
Wiener Philharmoniker en het be
langrijke aandeel clat dit orkest in de
muziekcultuur van de Donaustaa heeft
gehad Naast zijn dubbele functie van
opera- en symfonie-orkest heeft het
Personal des k.k Hof-Operntheaters vee: werk met het maken van gram
mnfoonopnamen en heeft als i Danig
een groter werkschema Jan welk ander
orkest ter wereld. Het ors"A is self
supporting en verkeert, dank zij een
'istekend zakelijk beleid in rnate-
:ële welstand
n.d. Kcirnthnerthor, seiner braven
Director Georg Hellmesberger an dei
Spitze hat sich vereinigt, um vnter
Kapellmeister Nicolai's Directum ein
Concert zu geben. dgs m en Anna
len der Wiener Concerte seines Glei-
ch.cn sucht Dieses Conceit oou den kwaliteiten van 't orkest kunnen
Uniei nehmern „Philharmoinsehe A - I tlJC( beter getypeerd worden dan
cademie" genannt, hat am dritten
April im Groszen k.k. Redoutensaal
statt und wird uns nur Classisches
und Interessantes bringen" In een
naschrift heet het „Bravo Nicolai!
Und moge das Pubhkum dich in die-
sem Unternehmen ermuthigen da-
mit aus diesem Keim vielleichl ein
schoner Baum erblühe!"
TET concert vond reeds op paasmaan
«- dag 28 maart 1842, 's middags on
half één plaats. De zaal was uitvei
kocht, de keizerlijke familie aanwezig
en het enthousiasme kende geen gren
zen, Aangemoedigd door Jit succes
volgde in oktober van dat jaar de
aankondiging dat voortaan jaarlijks
twee concerten onder de naam „Phil-
harmonische Concerte" gegeven zou
den worden door de leden van het Hof
opera-orkest Tegelijk werd een ver
zoek tot de Weners gericht om gelde
lijke bijdragen te storten tot het wel
slagen van deze onderneming. Die op-
door twee uitspraken die duidelijk de
unieke plaats van dit ensemble in Eu
ropa aangeven Bruno Walter zei eens:
„Naar mijn mening kan Oostenrijk
niets exporteren dat te vergelijken is
met de waarde van haai furieus en
prachtig orkest." Furtwaeng'er formu
leerde het in zijn speech let gelegen
heid van het eeuwfeest als volgt
„Daar ik in de gelegenheid bei: ge
weest bijna alle eerste-raags orkes
ten te leiden, kan ik misschien verkla
ren waarin, het verschil tussen het
Weens Phiïharmonisch OrKesi en de
andere orkesten bestaat. De reden voor
zijn unieke positie is noewel para
doxaal klinkend gelegen in het feit
lat het een echt Weens orkest is.
Zijn leden enkele uitzonderingen,
daargelaten zijn echte Weners
veelzijdig apparaat, dit gezelschap
eerste klas' virtuozen wordt gevo
door zonen van hetzelfde land, van u *-
zelfde stad. Dit bestaat nergens tal
wereld. evenmin als er in de weri/id
een bevolking en een stad bestaat Jlie
zo muzikaal is." Do kiem is werkejijk
tot een prachtige boom uitgegroeid.
De Bredanaar 11. Verhagen heeft on
langs een gedichtenbundel „Aquarel
len" in eigen beheer gepubliceerd. De
auteur is blind. Hij wordt verpleegd
in het St.-Elisabethsgasthuis te Et-
ten, waar hij in 1956 is opgenomen.
Zijn poëzie is autobiografisch. De
veertien verzen, die de bundel bevat,
zijn eenvoudige verwoordingen van
wat deze man ervaren heeft. Men
staat verbaasd: zo'n eenvoudige, poë
zie tegenover zo'n reeks van gruwe
lijke belevenissen.
Geen lawaai, geen grote woorden,
zelfs geen haat, geen rancune, maar:
aanvaarding van wat gebeurd is. Dit
alles spreekt uit de gedichten van H.
wI3i23 Het Sondergerieht sprak me vrij. één
dag. want toen ik in de schouwburg
naar „Faust" zat te kijken, dat was in
Gera toen werd ik weer gearresteei'd
(bcichlen betekent biechten). Maar ik
hield mijn mond. Ze sloten me drie
maanden op. Tegen 'n geringe belo
ning moest ik knipwerk verrichten.
Daarna zou ik voor het Sondergerieht
in Weimar gedaagd worden Ik werd
daar opgesloten. Op een dag sloeg een
wachtmeester me uit mijn cel. in mijn
rug, want er lag stof onder mijn bed.
Volgens professor Gosslings uit Lei
den heeft dat bij mij de ziekte van
Bechtcren veroorzaakt, waardoor ik
langzaam blind ben geworden en
waardoor mijn gewrichten langzaam
verstijven. Ik kan bijna niet bewegen.
Ik lig 's avonds zoals ze me 's morgens
leggen.
of als er eén auto stopte! Gestapo? De
overste van Würzburg is door de Ame
rikanen (zonder proces) opgehangen;
andere kampleiders zijn in een mijnen
veld terecht gekomen. Op Würzburg
zat ook een neef van' Churchill. Die
was als journalist in Noorwegen opge
pakt. In het kamp gooide hij altijd
met steentjes als hij gelucht werd, om
soepel te blijven. De Engelsen hadden
het er veel beter dan wij (die waren
nog niet verslagen); ze durfden bru
taal zijn en ze kregen goed eten van
uit Engeland. Ik haalde slablaadjes
van de mestvaalt.
opgezocht. En hij heeft ons verteld
over zijn leven en werk:
,Ik ben in 1917 te Breda geboren. Ik
was er een van een tweeling. We
woonden op de Veemai'ktst'raat, waar
mijn vader een horlogezaak had. Ik
ging naar de mulo in de St.-Janstraat
en zat naast Bert Voeten in de bank
Hij is getrouwd met Marga Minco die
in de Bouwerijstraat woonde. Ik kende
haar familie en ging er spelen. Zc
heeft alles van de oorlog verteld in
„Het bittere kruid", prachtig! Ik
hwam bij mijn vader in de zaak. In
'939 ging ik naar Gera in Duitsland,
waar een school voor horlogemakers
was. Gera was een broeinest van an
ti-nazisten. Ik raakte verzeild in de
verzetsorganisaties Ze vertrouwden
mij. Spoedig wist ik heel veel over de
leiders en over de illegale blaadjes
Wij zijn door een vrouw verraden.
door de Gestapo en de Grüne Poli
zei. Ik zat een paar weken in het
kamp van Hoof in Beieren daarna in
't Pools krijgsgevangenenkamp „Lange
wasser" te Neurenberg. Er vlak bij
was het „Polnisches Kriegsgefangenla-
zaret", waar ze me wilden „verplegen"
maar de ellende was daar zo groot, dat
In 1945 ben ik al opgenomen in „Ca-
reool" (die naam is uit „Tristan und
Isolde" van Wagner) in Oudenaerde,
in 1948 ging ik naar „Duinhage" in
Zandvoort, een paar maanden later
naar Bloemendaal (Convalesco) In
het academisch ziekenhuis in Leiden
is drie keer een operatie aan mijn
9gen mislukt. Na zware operaties ben
ik bediend, twee keer. Nu is er niets
meer aan te doen, maar ik geef de
moed niet op. ik ga niet bij de pakken
neerzitten. Ik luister naar veel boe
ken en werk met de bandrecorder. Op
de radio is op 29 november 1963 een ge
ik er weg probeerde te komen. Een t vaI?, me voorgedragen, namelijk
Poolse dokter hielp me. en zo kwam -.Mijn foto
ik weer terug in ..Langewasser". Inderdaad hebben de radiomensen goed
maar na twee maanden werd ik ver- gekozen. „Mijn foto" is het mooiste
voerd naar het grote kasteel „Würz- gedicht uit „Aquarellen", vooral de
burg" bij Weissenburg, in Beieren. In derde strofe-
de transportwagen waren cellen. Op
de plaats van bestemming moesten
we eruit; we werden geboeid. Terwijl
het volk van verre toekeek, werden wc
op straat twee aan twee naast elkaar
gezet. De Grüne Polizei liep langs ons
derde strofe:
„Verlang naar dingen die ik
nooit zal krijgen,
en wacht en kijk of fantaseer',
door de stilte komt het zwijgen,
iedere dag en elke keer.'
en staaf onder redactie van Walter
Haesaert, Robert Laureyns, Adriaan
Maas, Johan Soenen, Didier van de
Voorde en Erik Waelpuf. Deze laat
ste is tevens redactie-secretaris voor
België en verantwoordelijk uitgever.
Zijn adres is Domien Ingelsstraat 9a,
Drongen-Gent. Voor Nederland be
rust het redactie-secretariaat bij
Adriaan Maas, Sluissingel 57, Breda.
Het blad wil een middel zyn om de
kulturele integratie tussen Bel-ië en
Nederland te steunen en om voor
debutanten een publikatic-mogelijk-
lieid te scheppen. Voorts wil het prijs
vragen en manifestaties aankondigen
en publikaties bespreken. Van een
uitvoerige verantwoording heeft de
redactie afgezien: de inhoud zal voor
zichzelf spreken.
Ti/E MOETEN ZEGGEN, dat het eerste
f f nummer onze verwachtingen heeft
overtroffen. Typografisch ziet het tijd
schrift er goed verzorgd uit. De eerste
bijdrage is van niemand minder dan
professor H. Brugmans, die schrijft
over de kulturele integratie der Neder
landen. Hij geeft uiting aan zijn steeds
sterker wordende overtuiging, dat de
Nederlandssprekende gemeenschap
van 17 miljoen vrije Europeanen vorm
en inhoud krijgen moet. zodat ze haar
roeping volledig vervullen kan, over
de staatsgrenzen heen.
Bij een bijzonder fraai getekend
Portret van Philip de Pillecijn haalt
Adriaan Maegerman herinneringen op
aan de nog altijd niet voldoende ge
waardeerde letterkundige. O.a. citeert
hij de tekst van een kaartje, dat Filip
hem in 1961 uit de Zwitserse Riviera
toestuurde.
„Mijn beste Adriaan
't Schoon leven is hier haast gedaan,
Het geld is bijna opgedaan.
Een wijs besluit: naar huis toe gaan'
\X/P^ ZAAL, aan onze lezers mei on be
ff kend, bezeilt met een gedurfde beeld
spraak de wateren van zijn eigen ge-
heugen in verband met de evolutie der
tijdschriften Met een aantal geestige
voorbeelden toont hij aan hoe moei-
zaam de integratie blijft verlopen. Dr.
y. C Paardekooper maakt van de «e-
legenhmd gebruik de Vereniging voor
Wetenschappelijke Spelling aan te prij
zen. Uit een rede. die M. J L van
Nierop te Sint Martens-Latem heeft gc-
fa h"'JSi een H'agment overgenomen
n \r Vr'v.fr do betekcnis van hel
a.b.n., de Nederlandse standaardtaal.
Vlaanderen, die wel zeer willekeurig
met de subsidies blijkt om te sprin
gen. Genoemde Vermeulen draagt een
dierenverhaal „De Mol" bij, goed van
observatie en onberispelijk van taal.
Leo Boekraad vraagt aandacht voor
zijn vriend Bertus Aafjes, die onlangs
zijn vijftigste verjaardag vierde. De
herinneringen, die hij ophaalt aan de
dagen van Klondyke, wekken het ver
langen, dat hij nog eens uitvoeriger
memoires te boek zal stellen.
Ookin dit nummer is een groot
aantal gedichten, meest van Vlamin
gen, opgenomen. Het is jeugdig werk,
dat over het algemeen nog oorspron
kelijkheid mist, maar voldoende waar
de heeft om publikatie te rechtvaar
digen.
In de Kroniek worden o.a. uitvoerige
inlichtingen vertrekt over de komende
Jong-Nederlandse Literaire Dagen op
11 en 12 juli te Sint Martens-Latem.
Over dit dorp heeft Karei van de
Woestijne ooit een brief aan Adolf
Herckenrath geschreven, die hier (voor
het eerst?) is afgedrukt.
Alles bijeen mogen we constateren,
dat dit tijdschrift bijzonder goed heeft
ingezet. Als het dit peil kan handha
ven zal het in staat zijn vele jonge
krachten te bundelen en te stimuleren.
WILLEM V.D. VELDEN.
Op school werd ik op zekere dag dool In 1943 kwam op het kasteel een Zwit-
de Gestap gearresteerd. Een zei: serse afdeling van het Rode Kruis Ik
„Sind Sie H - -
met honden. In Weissenburg ben ik H
twee jaar geweest. verbagen kan berusten m zijn
leed. Dit verdient onze bewondering,
Verhagen? Wollon Sie
mitgehen? K ühstück mitnehmen. Es
kann lang dauern" Vierentwintig
uur werd ik verhoord. „Was haben
oie immer zu beichten,' Verhagen?"
was toen al ernstig ziek. Ze lieten
me vrij en ik werd op transport ge
steld naar Nederland. Ik was een wrak
ook psychisch: ik beefde als ik de bel
(we hadden nog zo'n klokbel) hoorde,
de van een strijd, neen. het is de be
loning voor een overwinning, die tel
kens opnieuw behaald moet worden. H.
Verhagen heeft zijn dichten daarvan in
dienst gesteld, en hij is er gelukkig
mee.
ADRIAAN MAAS
Zoals elk jaar heeft de Nedenaudse
afdeling van de Alliance Fraogaisc
hiei te lande een „Europees concours
voor de Franse taal" georganiseerd
Deze wedstrijd wordt in alle landen
van Europa gehouden voor leerlingen
uit de hoogste klassen van gymnasia
en lycea. Dit jaar luidde het te be-
handelen thema „Waarom Frans le-
ren; bi elk Europees land werd-m de i
°Pstel!en bekroond met een
verblijf van acht dagen in Parijs op
het hoofdbureau van de Alliance In1
Nederland namen 350 jeugdige Neder
landers aan de wedstrijd deel
Voor een verblijf in de Franse hoofd-
staci kwam o.a. in aanmerking. H
Zelders van de rijks-h.b.s in Middel
burg.
De eerste kleurenfilm van Ingmar
Bergman, de bekende Zv eedse regis
seur, is door Stockholmse recensenten
slecht ontvangen.
*n rïefilui, getiteld „Niet te spreken
van al deze viouwen" spelen o.a. mee
Jarl Kulle, Eva Dahlbeck, Bibbi An-
dersson en Harriet Andersson
Nils Beyer van de Stockholmse Tid-
ningennoemde de film „teleurstellend
en saai en schreef, dat hij zich ge
dwongen had tot het einde te blijven
rvr f >'^aSens Nyheter" schreef
Mauritz Edstroem, dat de nieuwe
Bergman film „van alle humor ge
speend is".
Edstroem interpreteerde de film als
een k' ïtiek op filmcritici, maai zei,
dat zelfs een criticus enige „haitelijk-
hcid of warmte" achter de kritiek
mocht ervaren.
Het Prins Bernhardfonds heeft een
prijs voor de beeldende kun^t ingesteld
ueze prijs, waaraan de naam is ver-
bonden van jhr. dr. D. C Riëll m
seum ?dlrfct5Ur van bet rijks'mu-
seum te Amsterdam cn ltd van het
dagelijks bestuur van hel P B -fonds
is groot 1 6000.- en zal elke twee jaar
j!,il. Cgekend aa" ecn Nederland-
kunstenaar voor diens geh°ie
rieHih?»3!?..erkenni"S voor zijn uitzon-
Hihim bijdrage aan de Nederlandse
cultuui op het gebied van de beeld-n-
afchitectuur6 t0egepaste kun?ten °f de
A'.Tz- E' van Schendel, de hui
dige hoofddirecteur van het rijksmu-
seum ,s. voorzitter van de jury, dfe 1
met de David Roëll-prijs" te bekro
nen kunstenaar zal aanwijzen Ais vas-
dr AenMmweVrHdee' Van üit pro£
heer C.MDoeYman. Hammacha'' de
„ift0 •'üry zal telkens worden gecom
pleteerd met twee wisselende leden
oih Wa 8ekozen in verband m het'
hehhnn dc prijs betrekking* zal
hebben. De prijs zal eind van dit iaar
voor de eerste maal worden uitgeJiKt