.Voor dertigduizend gulden hebt u er één RIFFEN EN KORALEN Onze rusteloze aarde LOF VOOK KEES HA Arbiter Van neemt afsc ...als vader sigaren! Doe h met-boekoms en geurige Ser DAGBLAD DE STEM •£23«JaféSÈÖï3S&V- EEN ELEKTRONISCHE BABYSITTER-J links boven Wat zegt u van deze ser vice? De jongste gaat uit rijden met Goro, die ook voor het voortduwen van ae kinderwagen zorgt. hiernaast De uitvinder Jiro Aizawa brengt een controle-me chanisme aan in Goro. Een assistent draait aan een knopje van de radio zender om een signaal uit te zenden. beneden Kinderen in een speel tuin in Hoyamachi in Japan, een voorstad van Tokio, drommen lachend samen rondom Goro ter. wijl de eigenaar hem laat lopen. Goro werd in oktober 1962 geboren. Zijn uitvinder heeft nu plannen om de robot te laten reageren op fluit signalen HET wordt steeds gemakkelijker in het leven. U kunt nu al als u er tenminste een kapitaal voor over heeft uw jongste in het oog laten houden door een robot alleen maar door een riem aan deze mechanische man te bevestigen host het u moeite uw zoontje steeds te bewaken? Kruipt hij altijd weg onder het aanrecht? Maakt hij overal rommel zodra u uw hielen licht? Al deze problemen kunt u langs elektronische weg oplos sen. Het kost u slechts 30.000 plus de verzend kosten. De uitvinder van deze robot is Jiro Aizawa uit Japan. Hij is 60 jaar oud en hij woont in Hoyamachi. Hij presenteert zijn robot onder de naam Goro. De robot is bijzonder goed ontwikkeld. Hij houdt de hem toevertrouwde dingen stevig vast en hij heeft een ijzeren greep in alle situaties, die zich met kleine kinderen kunnen voordoen. De elek tronische babysit zou overigens een aanmerke lijke verbetering kunnen betekenen voor het ouderlijk toezicht want hij wordt via radiogolven gecontroleerd over een afstand van wel een kilometer Goro kan op commando voor- en achteruit lopen, hij kan zich omdraaien, boodschappen doen (wat zou dat een uitkomst zijn voor drukbezette moe ders!) en hij kan praten door middel van een in- gebouwa'e radio. Hij weegt ruim 150 kg links Terwijl de robot een boodschappenmandje vasthoudt, grijpt Goro enkele artikelen in een zelfbedieningswinkel. Hij ontvangt de bevelen via schouder-antennes. Zijn hoofd is uitgerust met een radarscherm. rechts boven Goro wandelt door een van de straten van Hoya machi terwijl hij twee hem toevertrouwde kin deren vasthoudt. Hij wordt gecontroleerd door middel van radiosignalen, die door een handradio worden uitgezonden. rechts De robot Goro komt uit een forse familie. Hier staan drie van zijn vijf broers. Wie aan riffen denkt, denkt aan koralen en aan de eilanden, die deze dieren in de huidige oceanen heb ben gebouwd. Ze fascineren door hun verscheidenheid in vorm en kleur, hun levens kracht en vasthoudendheid. Door hun vorm een buis vormig lichaam met boven op een krans van vang armen doen zij aan bloe men denken. Vroeger zijn ze dan ook wel als zodanig be schouwd. Grote hoeveelhe den van deze dieren tesa- men, in kolonies verenigd, vormen dan ware „bloemen tuinen" (afb. links). Maar we mogen de kora len alleen ook weer niet alle eer geven. Ook verschillen de andere organismen dra gen tot de bouw van riffen bij. Zeer in het bijzonder leveren bepaalde wieren hun medewerking, door korsten te vormen juist over die delen van een rif welke het sterkst aan de afbrekende werking van de golven bloot staan. Ze beschermen zo be langrijke delen die anders onvermijdelijk aan vernie ling ten prooi zouden vallen. In het verleden was het niet anders (middelste afb.). lertjes aan elkaar verbon den. Tesamen vormen ze golvende korsten, maar ook grote bollen en knollen. Heel wat riffen uit deze oude tijd zijn bijna geheél uit deze hechte dierlijke constructies opgebouwd. In andere riffen leefden 'ze sa- Ook toen droegen koralen (1) in belangrijke mate bij tot de vorming van riffen. Maar ze ondervonden daar bij sterke concurrentie /an de stromatoporoiden (2), een groep dieren die uitsluitend tijdens de geologische oud heid hebben geleefd. Vooral in de hiervoor in deze strip behandelde perioden waren ze talrijk. Hun kolonies heb ben de vorm van gebogen kalkplaten, door korte pij- men met koralen (1) mos diertjes, sponzen (3), ver takte wieren (4), korstvor- mende wieren aan de zee kant (5) en nog vele andere organismen. Verschillende typen van riffen kunnen worden on derscheiden. We noemen slechts de belangrijkste. In de eerste plaats zijn er dan de Nfranje riffen, meestal dicht nabij de kust van een eiland of werelddeel gele gen (afb. rechts). Vooral dicht bij de kusten van tro pische eilanden komen ze veelvuldig voor. Groter zijn de barriereriffen, die door een lagune van de kust ge scheiden worden. Het be kendste voorbeeld is het on geveer 1800 km lange Groot Barriérerif, gelegen op een afstand van 15 tot 80 km van de N.O. kust van Austra lië. Een derde bekende rif- vorm is die der atollen, be staande uit een al of niet gesloten ringvormig rif, met een lagune in het midden. Riffen zijn echte liefheb bers van warm, helder, vöe- dingsrijp en ondiep water. In water dat kouder dan 80° is vindt men ze niet en be neden de honderd meter diepte eindigt hun groei Zo te bezien hebben ze echt niet het onaangenaamste deel van de aardoppervlakte voor zich verkozen. (Van onze sportr „Ik heb de Ronde va afgewerkt, zoals ik was om te doen", ze naars donderdag, ploegleider was in Zwitserland gèkome veer vierentwintig u stuur van zijn auto enkele uurtjes en gens aan de laatste gen voor de Tour. E dellijk een groot p Hugens, die volgens richten met ischias kampen, diende te wo gen. De „Pel" bleek kandidaten te bescl wenste echter 'n Limbi ploeg te hebben. Er gi foontje naar Toine G« tricht). Er moest een maakt worden tussen Js (zondag amateurwinn; Ronde van Limburg' er ten, een jonge prof. Fons Steuten. Alvorens Kees Pellenaar van de Limburger overginj tact met „Televizier", spc ploeg. Rein van Rooij, de het sportfonds, adviseerde d roep te doen op Wim van JAN HUGENS ....in het ziekenhui! Arbiter Dick van Male in Rotterdam zijn succesvc reehtersloopbaan beëindigen toto-ontmoeting Feijenoord Luik zal de laatste wedstri de Amstelvener leidt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 18