„Haai-Faai", belooft veel, doch men moet er iets voor doen! Het Franse gymnasium in Berlijn bestaat 275 jaar byron jackson n.v. on; DE WONDERE WERELD VAN HET GELUID BOEKENPLANK Jacques Sinninghe bracht Brabantse sagenbundel a m u s g m n r s m jzi6k „DE GRAANBEI JRS" I Geen geluid zonder een Twee eisen Ionen en frequenties Weergave-apparaten De luidspreker 12 nationaliteiten op één school Geld! Geld DAGBLAD DE STEM electriciën 8 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 30 MEI 1964 Zo begonnen ze Wernher von Braun zakte voor wiskunde De vier evan geli'ën Wij in huwelijk en gezin In het kort ZONDAG 31 MEI van 2-5 uur 1 "71 hammondorgel met begeleiding en zang in HULST met BIER VAN DE VAKMAN Ha-Gé Krediet Associatie dagelijks in méér dan 70.000 gezinnen D. KOK CO NV MAKELAARS RECTIFICATIE CONTROLEUR BANKWERKER/MONTEUR DRAAIERS voor centerbank revolverbank carousselbank lN Dl Al heeft „it" maa Nu ook in grote v V'iTV'A'A? ■t' Het snijden van de groeven in de grammofoonplaat geschiedt met de grootste precisie. De moeite van de platenmaatschappijen kan echter vergeefs zijn, als de afspeel apparatuur bij u thuis niet uit de plaat haalt wat erin zit. De moderne opname-installaties kunnen alle soorten muziek in de best denkbare interpretaties voor ons conserveren en maken het mogelijk de muziek van onze voorkeur bij wijze van spreken onmid dellijk te laten klinken. Deze perfectie heeft de belangstelling voor a- koestische problemen bij velen aangewakkerd en zelfs niet-technisch ingestelde leken en musici worden door de omstandigheden gedwon gen zich met deze problemen bezig te houden. Bij enig nadenken wer pen zich al direct de volgende vragen op: a. Is conservering van muziek op artistiek volkomen verant woorde manier mogelijk? b. Welke apparatuur heeft men nodig om van een naar de laatste stand van de techniek gemaakte opname het meeste profijt te kunnen trekken? De eerste vraag is voor leken van geen dtrekt praktisch belang, de twee de des te meer! Wij dienen toch wel te weten wat er in letterlijke en fi guurlijke zin te koop is. Wat ons te doen staat om van het in de plaat groeven bewaarde muziekwerk een zo zuiver mogelijke, d.w.z. zo min moge lijk vervormde weergave te krijgen, zo dat we van een maximum aan luister genot verzekerd kunnen zijn Daar de industrie zich met haar produkten tot een voor het grootste gedeelte uit le ken bestaande cliëntèle richt, wordt zij wei eens gedwongen van de nood een deugd te maken door haar toevlucht te nemen tot een reclametruc. Als de exacte begrippen niet verstaan worden, dan moet het slagwoord uitkomst bren gen. In dit verband heet het uit Ame rika overgewaaide toverwoord: „High Fidelity"!! Velen gebruiken deze term zonder eigenlijk precies te weten wat er onder verstaan moet worden. Dit wordt nog moeilijker door het feit dat er nog geen goede definitie van bestaat. De technici vinden het dan ook maar een „lapmiddel" Volgens hen dient men zich ernstig met alle détails van de elektro-akoestiek bezig te houden als men tenminste iets van de ontwikkeling der laatste jaren wil begrijpen. Toch heeft dit slagwoord in zeker opzicht goed werk gedaan: het heeft namelijk de massa attent gemaakt op het feit dat er in de platenindus trie iets gaande was, waarvan men zich op de hoogte moest stellen Een slagwoord maakt ons nieuwsgierig, we zijn al geïnteresseerd en als discofiel willen we zeker meer van de aange prezen nieuwigheid weten. De uitdrukking High Fidelity kan in het Nederlands het best omschreven worden door het begrip „hoogste klank getrouwheid". Om dit te bereiken moet aan twee voorwaarden voldaan worden: 1. De opname moet zo nauwkeurig mo gelijk het origineel kopiëren. 2. De afspeelapparatuur moet alles uit de plaat kunnen halen wa< er in zit. Het High Fidelity-systeem valt in feite n twee delen uiteen, namelijk in de wijze van opnemen en de wijze van afspelen. We moeten ons daarbij duidelijk voor ogen stellen dat het stre ven naar de hoogste klankgetrouwheid nooit leiden kan tot een identiteit met de oorspronkelijke en levende klank van de uitvoering zelf. Bach, Beethoven, Mozart, Verdi en veie anderen hebben nu eenmaal voor de kerk. de concert zaal, de opera of de kamer gedacht en geschreven en niet voor een elek trische grammofoon-, of beter gezegd elektrofoonweergave. Tijdens de opna me heeft er een omvormingsproces plaats, waardoor het originele klank beeld veranderingen ondergaat H. W Sternhausen heeft daarover in zijn stu die „Klankstruktur unter der Lupe", de volgende behartenswaardige opmer king gemaakt: „als de opnametech niek er van afziet alleen het vermeen de „natuurlijke" klankbeeld na te ja gen, kan het vervaardigen van onbe vredigende muziekeonserven voorko men worden. Om tot een artistiek op timaal resultaat te komen moet een zekere artistiek-technische omvorming worden toegepast Hiervoor is een zeer groot artistiek verantwoordelijkheidsbe sef vereist, want dit proces mag onder geen beding tot vervalsing leiden en de overgangen moeten zich daarom verglijdend voltrekken". Deze transformatie tijdens de opna me is aan vele faktoren onderhevig, zoals het echo-effekt, de microfoonop stelling. de dynamische compressie, enz. enzHet is niet mogelijk a] de ze factoren hier nader te bespreken. Op één bijzonder onderdeel van de L.P. willen we echter iets uitvoeriger zijn, nl. de weergavecurve. die mede voor de kwaliteit van de L.P bepa lend is De moderne L.P. kan een frequentie bereiken van 20 tot 15000 Hz. In dit opzicht laat de L.P. een „natuurlijker'* klankbeeld horen dan de platen uit 1920 of 1940. Ook met betrekking tot de dynamiek geeft de L.P. betere re sultaten dan ooit te voren. Weliswaar is beperking van de natuurlijke klank sterkte noodzakelijk, maar het bereik bare resultaat van meer dan 40 decibel moet toch een belangrijke verbetering genoemd worden. Om het frequentiebereik van 20 tot 15000 Hz te kunnen realiseren, moeten de opnametechnici enkele kunstgrepen toepassen. Bij de laterale ofwel zijde lingse etsing door de graveernaald, zijn de mogelijkheden van zijwaartse uitwijking in de groef zeer beperkt. De intensiteit van de toon hangt nu juist van de grootte dier zijdelingse uitwijking af. De lage tonen zouden echter zo'n grote afwijking vergen, dat het onmogelijk zou worden de groeven zo dicht bijeen te houden als op de L.P. het geval is. Daarom moest een methode worden gevonden, die het mo gelijk maakte deze uitwijking bij lage tonen re reduceren. Deze bestaat hier in, dat men de bassen zwakker op neemt dan ze in werkelijkheid klin ken. De opname veroorzaakt dus een vervorming van het klankbeeld. Dit is echter niet de enige kunstmatige in greep, die wordt toegepast, ook de ho ge tonen moeten een „behandeling" on dergaan Zij kunnen evenmin op origi nele sterkte opgenomen worden, daar zij anders, vooral in zachte passages, door de zgn. naaldruis zo niet opge slokt, dan toch onduidelijk zouden wor den Om dit te voorkomen worden de hoge tonen tijdens de opname opge voerd en vindt er in dit geval klank versterking plaats. Verzwakte bassen en opgevoerde ho ge tonen, dat is de noodzakelijk gewor den vervorming bij de opname Het is duidelijk dat bij de weergave een over eenkomstige opheffing van die vervor ming moet plaats vinden om tot een zo bevredigend mogelijke klankschoon heid te kunnen komen. Om dit te bereiken moet men dus nauwkeurig weten volgens welke principes de ver vorming werd toegepast. Jammer genoeg bestaat over dit vervormingsproces bij de verschillen de maatschappijen nog geen over eenstemming; men is daar nog niet aan standaardisering toe. Zon men op een zo zuiver mogelijke weergave van zijn platen staan, dan zou men over meerdere weergave-apparaten moeten kunnen beschikken, welke de verschillende vervormingen zouden kunnen compenseren. In Amerika is het gebruikelijk dat de platenmaat- schappijen de vervorming aangeven. De discofiel kan dan bij het kopen van platen rekening houden met de vervorming en weet direct of hij deze plaat kan aanschaffen. Meestal bezit hij een voorversterker met „hervormingsschakeling", die een op heffing van de vervorming tot op zekere hoogte mogelijk maakt. Vervorming is en blijft onvermijde lijk maar in de chaos van de ver schillende vervormingssystemen begint enige verbetering te komen. Tegen woordig wordt volgens een normalisa- tievoorstel gewerkt dat te Bern in september 1955 ontworpen werd door de „Inaternational Electronfcal Com mission". Over het probleem der afgezwakte en opgevoerde frequenties is iets uit voeriger gesproken, omdat gebleken is, dat elke platenliefhebber deze vervor mingen bewust of onbewust hoort, maar de oorzaak meestal niet kent. Het komt dan ook meer voor dan men denkt, dat twee bevriende platenlief- hebbers hooglopende meningsverschil len hebben over de kwaliteit van de verschillende platen. De ene zegt: „De platen van maatschappij A klinken iet best." De andere beweert juist het tegenovergestelde en vindt alleen het B-merk goed. De een wil de ander overtuigen; zij wisselen hun platen uit beluisteren deze thuis en blijven desondanks toch op hun standpunt staan. Als zij nu eens op de gedachte waren gekomen om hun afspeelapp- ratuur te verwisselen, dan zouden zij al gauw de oorzaak van hun menings verschil ontdekt hebben Zelfs bij ge lijknamige en gelijkwaardige weergave- apparaturen kunnen nog minimale en te verwaarlozen verschillen in de reac tie op de vervorming optreden. Met een goede pick-up, een regelbare voor versterking, een hoofdversterker en een goed luidsprekersysteem kan een wer kelijk voorstreffelijke klankreproductie bereikt worden. Eerst dan ook kan men eigenlijk van High Fidelity spreken. Een H.F.-plaat afgespeeld op een nor male elektrofoon garandeert geen wer kelijk maximaal rendement van de op name en er kan dan zeker niet van een „hoogst klankgetrouwe" weergave gesproken worden. Een echte platenliefhebber en onder hen de minnaars van ernstige muziek, gebruiken een speciale versterker, wel ke aan bepaalde minimumeisen vol doet. Ook deze geven, zij het zeer ge ringe vervormingen. Niet alle frequen ties kunnen gelijkmatig versterkt wor den. De fabrikanten moeten ons tegen woordig evenwel kunnen garanderen dat die afwijking van de gelijkmatige versterking in het frequentiebereik van 20 tot 15000 Hz niet meer dan 1 deci bel zal bedragen. Dit wordt in de be treffende prospecti of folders doorgaans zo geformuleerd: Frequentiecurve: plm 1 db, 20 tot 1500 Hz. Voldoet de ver sterker aan deze formule dar. kan men van een minimale vervorming zeker zijn, welke bijna geen invloed meer heeft op de kwaliteit van de weergave. Voorts moet de versterker „afge schermd" zijn tegen zelf opgewekte nevenfrequenties; frequenties dus, die niet in de plaat gegraveerd zijn. Deze komen helaas nogal eens voor. De ver houding van de door de versterker zelf opgewekte trillingen tot de origi nele klanken noemt men de ..ruisfac- tor". Deze ruisfactor mag bij maxima le instelling ten hoogste 3 pet. bedra gen. De koper kan deze ruisfactor na tuurlijk zelf niet meten en is in deze afhankelijk van de gegevens van de fabrikant. Als het ruisen evenwel dui delijk hoorbaar is dan is de factor beslist hoger dan 3 pet. Het vermogen van de versterker, in vakkringen ..output" genoemd, wordt in watt aangegeven. Het vereiste ver mogen hangt af van de ruimte die door de klank bestreken moet worden en hoe groter deze is des te groter moet de output zijn. Voor huislijk ge bruik is een vermogen van maximaal 8-10 watt meer dan voldoende In ruim ten met veel nagalm moet dikwijls met een belangrijk minder vermogen gewerkt worden. Wanneer we een eerste klas elektro foon met een lichte pick-up en een goede versterker met klankregelaars (hervormingsschakeling) bezitten, moe ten we ook nog aandacht schenken aan onze luidspreker. High Fidelity komt pas goed tot zijn recht als we over zgn. hoog- en laagtonige luidsprekers kunnen beschikken. De juiste opstel ling ervan is geen eenvoudige zaak. We moeten beginnen de akoestische eigen- schappen van de ruimte, waarin we platen willen draaien, te onderzoeken en de nagalm ofwel echowerking er van te berekenen. Veel gordijnen en tapijten nemen de nagalm geheel weg, maken de ruimte „droog", terwijl gro te spiegels en veel ramen weer onge wenste reflexies teweeg kunnen bren gen. De doelmatige inrichting van onze „muziekkamer" of wat bescheidener gezegd, van een kamer waarin o.m. ook muziek ten gehore gebracht wordt, stelt wel enige eisen. De tot klinken gebrachte muziek in onze kamer ondergaat andermaal een verandering. Zij werd opgenomen in een studio met een bepaalde nagalm- tijd en nu wordt deze opname ten ge hore gebracht in een ruimte met een geheel andere echowerking. Door een ondoelmatige inrichting van onze ka mer kunnen we ons gehoor door jaren lange gewenning deformeren. Ons ge hoor past zich vrij gemakkelijk aan bij een gedeformeerde klankkarakteristiek en dat kan men beter voorkomen. De ervaring heeft ons geleerd, dat enige luidsprekers, goed opgesteld in de ruimte, meer nuttig effec1 sorte ren dan één zeer kostbare luidspre ker. Wie met luidsprekersystemen experimenteerd zal spoedig het merk waardige verschijnsel van het zgn. richteffect leren kennen. Di* richt- effect neemt bij hogere frequenties toe en men zal kunnen constateren dat de hoge tonen zeer zacht klin ken als men ter zijde van de luid spreker staat. Een goede opstelling van de stoelen is daarom ook nog een factor van betekenis. De over het algemeen beperkte ruim te van de hedendaagse flats zijn akoes tisch verre van ideaal en maken het realiseren van de elementaire eisen der High Fidelity practisch onmogelijk. Niettemin moet elke echte muzieklief hebber en discofiel toch de nodige aan dacht aan dit probleem schenken Te genover zijn kostbare apparatuur is hij het wel enigszins verplicht, bovendien zal het zijn luistergenot van hem en de zijnen in niet geringe mate verhogen. COR BACKERS Het is nog niet zo heel lang ge leden, dat de Brabanders hun bossen en heiden, en ook hun dorpen, mede- bevolkt waanden door griezelige we zens, zoals heksen, spoken, kabouters, bokkeryders, weerwolven en dwaal lichten Ze oefenden hun invloed uit op het doen en laten van degenen die zich door hen bedreigd (en ook wel eens bevoordeeld) voelden. Ze waren een „realiteit" waarmee men duchtig reke ning hield. Jacques R. W. Sinninghe, die al ver schillende publicaties over sagen en volksverhalen op zijn naam heeft, heeft nu een boek geschreven over Noord brabantse sagen. Het is geheel gewijd aan het geloof in de wonderlijke pro dukten van een bizarre en al te leven dige fantasie, zoals dat in onze eigen gewesten welig tierde. Twee zeemeerminnen voorspelden ii het begin der vijftiende eeuw dat Zeven bergen door een watervloed zou worden verzwolgen, in Alphen bouwden de ka bouters van de Prinsenhoef in één nacht een brede gracht en bij Rijsber- gen wemelde het van de dwaallichten. Onder Halsteren heeft een boer ooit de bokkerijders ontmoet. Ze lieten hem een ongewild vliegtochtje maken. Met maren, witte vrouwen en juffers zonder kop beleefde men weer andere avonturen. Bij J. M. Meulenhoff is een pocket verschenen, waarin de eerste verhalen gebundeld zijn van een aantal wereld beroemde auteurs, als Tenessee Wil liams, Truman Capote, Mary O'Hara, William Saroyan en anderen. Het zijn stuk voor stuk verhalen die de moeite van het lezen waard zijn. al hebben sommige schrijvers die in dit boekje aan bod komen later nog wel grotere bewijzen van hun talent geleverd. Legio zijn de verhalen die vroeger van mond tot mond gingen en een stukje profane overlevering werden. De ma nier waarop Sinninghe ze in zijn boek heeft bijeengebracht verdient alle bewon dering. Ze getuigt niet alleen van een onvermoeibare speurzin maar ook van een fijn gevoel voor de beklemmende atmosfeer waarin een aantal van onze voorouders leefden. Hun geloof was ver mengd met een brok bijgeloof dat al lesbehalve opwekkend was en dat zijn sporen tot in het heden heeft nagelaten. Het verloor eerst zijn invloed toen de dorpsgemeenschappen ontsloten werden en de volksontwikkeling op een hoger peil kwam. Het boek, dat elke Bra bander zeer geinteresseerd zal lezen en dat door Kruseman in Den Haag werd uitgegeven, is verlucht met fraaie te keningen van Jaap Nieuwenhuis. J. V. Dit jaar viert het „Franse gymna sium" in Berlyn, één van de beroemd ste en traditierijkste scholen van Duits land, zijn 275-jarig bestaan. Toen deze school in 1689 door keurvorst Frederik III van Brandenburg, de latere eerste koning Frederik van Pruisen, ais „Col lége Royal Francais" voor de kinderen van de uit Frankrijk verdreven Huge noten gesticht werd, nam zij een unie ke plaats onder de Duitse scholen in. Tot de huidige dag is daarin niets ver anderd: er bestaat in Europa geen school gelijk aan het „Franse gymna sium Berlijn". Voor alle kinderen, die de school oe- zoeken, is Frans de taal waarin onder' wezen wordt. Waar bestaat dit nog op de wereld, dat jongens en meisjes in hun eigen stad op school tijdens alle lessen een andere taal spreken dan hun moedertaal? In 1953 werd tevens het „Lycée Francais", de school voor de kinderen van de in Berlijn gelegerde Franse militairen, bij het Franse gym nasium opgenomen. Daarbij werden „op basis van gelijkgerechtigdheid en in de geest van onderlinge samen erking" het Franse en Duitse leerplan zo ver dat mogelijk was op elkaar afgestemd, dan tien jaar in de praktijk met succes De verbetering van de Frans - Duitse verstandhouding wordt dus hier al meer beproefd. Prof. Hofmans bezit de benijdenswaar dige gave zijn geleerdheid in een aan trekkelijke verpakking te kunnen „ver kopen". Het boek „Ontstaan, groei en gestalte van de vier evangeliën" levert hiervan het bewijs. Het getuigt van een volkomen beheersing van het verwerkte materiaal, dat niet alleen zeer uitge breid is, maar ook vol problemen steekt, waarvan de oplossing dikwijls samen hangt met de kritische instelling van de auteur. Ieder die enigszins thuis is in deze materie weet dit en de door de schrijver geraadpleegde werken bewij zen het ten overvloede. Prof. H. maakt van zijn eruditie geen vertoon, maar hij weet a.h.w. vertellenderwijs de lezer ver trouwd te maken met de gestelde problemen, zonder dat deze er vaak erg in heeft. Niet dat de schrijver alle kno pen doorhakt, dat is onmogelijk, maar hij weet toch zijn eigen opvatting aanneme lijk te maken, zodat de lezer niet in het onzekere hoeft te blijven. Mij lijkt dit een grote verdienste van een popularise rend wetenschappelijk werk. Een belangrijk facet van Hofmans' methode is, dat zijn werk niet slechts een inleiding OP de Evangeliën is, maar eerder een binnenleiden IN. Bij elk hoofdstuk citeert hij vele teksten, die men moet naslaan om de gegeven uiteen zetting persoonlijk in zich op te nemen. Bovendien is elk hoofdstuk voorzien van een bloemlezing uit kerkvaders en mo derne auteurs met als slot een serie op gaven die door zelfwerkzaamheid of in clubverband kunnen bestudeerd worden. Wij begroeten dit ik durf zeggen boei ende boek met vreugde en hopen van harte dat het voor velen een ware „in leiding" moge zijn tot het beter verstaan van het Woord Gods en tot een verdie ping van hun bijbelse spiritualiteit. Met belangstelling zien we uit naar het aangekondigde derde deel, waarin „een echt eigentijdse weergave zal gegeven worden van de boodschap van Jezus". Patmos Antwerpen). J. H. Het mei-nummer van dit tijdschrift geeft er blijk van, dat de redactie een hoge dunk heeft van het ontwikkelings peil der lezers Dit blijkt met name uit een lang artikel over de gezagscrisis bij de moderne jeugd (een omslachtige compilatie van hetgeen anderen zeiden) een recensie van „Franny en Zooey" door J. D. Salinger (slechts begrijpelijk voor wie het boek gelezen heeft) en een reeks kritische kanttekeningen bij uitspraken of publikaties van alom ge respecteerde deskundigen. Het kleingoed daar omheen is van lichter gehalte. Het is ons niet geheel duidelijk, tot welke groep zich dit tijdschrift richt, maar wij vragen ons wel af, of deze high-brow-mentaliteit de juiste sfeer is voor dit gezinsblad. Wie kan en wil, vindt hier overigens stof ter overden king. (Uitg. Wij. Ginnlken-Bavel) A.G. „Dat is lekker" heet een boekje van Lydia Winkel. Haar recepten, in een uitgave van het voorlichtingsbureau voor de voeding, kunnen elke huisvrouw die van koken een serieuze bezigheid maakt, goed van pas komen. In „Verenigen en vergaderen" heb ben J. Boer en mr. A. Hijman een kleine 200 bladzijden gewijd aan de ma nier waarop een vereniging wordt ge sticht en geleid en de bestuursleden hun taak moeten zien. Een zeer nuttig boek voor allen die met deze materie te maken heben. (Nijgh en Van Ditmar) .Ontdekkingen van de parapsycholo gie" is een Prisma-pocket, waarin G.N.M Tyrrell boeiend vertelt over verschijnse len op dit fascinerende en nog lang niet ontgonnen terrein van een jonge weten schap Ook van dr. W.H.C. Tenhaeff verscheen een pocket over hetzelfde on derwerp. Onder de titel „Para-psycho logische verschijnselen" geeft het boek je een tot nadenken stemmend relaas betreffende een aantal verschijnselen die object van onderzoek waren. (W. de Haan Zeist). Gezellige sfeer Vrij entree Voor nieuwe en gebruikte auto's 90% hypotheken Veekredieten Wij komen bij U thuis. KOEPELSTRAAT 39 BERGEN OP ZOOM Tel. 01640 - 3856 b.g.g. 01663 - 371 LUXE MIDDENSTANDS. WONINGEN en HERENHUIZEN te koop, in aanbouw te TERHEIJDEN (5 km ten noorden van Breda). Koopsommen vanaf f 30.750,— k.k. Garages f 3.750,k.k. Hoge hypotheek beschik baar. Bij snelle beslissing ge ringe overdrachtskosten. Inlichtingen worden ver strekt door ons kantoor te Breda, Veemarktstraat 14 a. BREDA 01600-44472 DIACONESSENHUIS BREDA Bij de Technische Dienst komt de functie vrij van in het bezit van het diploma V.E.V. en bij voorkeur van de installateurs erkenning. De functie omvat in hoofdzaak onderhoudswerkzaamheden. Sollicitaties kunnen worden ingediend bij de economisch-directeurde heer A. J. Chardon, Langendijk 75, Breda. wegens misstelling van advertentie die op 27 mei j.l. geplaatst is. 18 vraagt voor haar moderne, goed geoutil leerde machinefabriek ven centrifugaal- pompen en olieboorgereedschappen voor de mechanische bewerkingen. Ervaring als vakman vereist. Min. leeftijd 26 jaar. voor opleiding tot service-monteur. Kennis van Engelse taal noodzakelijk. Voor arbeiders welke nog geen ervaring hebben in de metaalindustrie bestaat de mogelijkheid om opgeleid te worden tot bankwerker. Prettige werkkring. Ruime werkplaatsen. Etten ligt dicht bij Breda. Reisvergoeding indien men buiten Etten woont en blijft wonen. Persoonlijke sollicitaties op maandag- en dinsdagavond a.s. van 8-9 uur 's avonds aan de fabriek, Parallelweg 6, Etten N.Br. Eventuele schriftelijke sollicitaties aan Byron Jackson N.V., Postbus 25, Etten. De Duitse leerlingen houden zich de eerste twee jaar voornamelijk bezig met de bestudering van de Franse taal. Van af het derde schooljaar, de kinderen zijn dan ongeveer 12 jaar oud, wordt er tij dens de lessen alleen nog Frans gespro ken.. Te beginnen bij het vierde leerjaar ontvangen de Duitse en Franse kinde ren in de meeste vakken gemeenschap pelijk onderwijs, zoals bij Frans, Grieks en Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en lichamelijke oefeningen. Ideaal: één program Alleen bij Engels, wiskunde, natuur kunde en scheikunde, bij het muziek onderwijs en bij kunstgeschiedenis heeft men vanwege de grote verschillen in het Franse en Duitse leerplan tot nu toe van gemeenschappelijk onderwijs afge zien. Maar ook bij deze vakken wordt in de Duitse klassen het onderwijs in de Franse taal gegeven. Na deze school doorlopen te hebben, doen de Duitse leer lingen het Duitse eindexamen en de Franse leerlingen het Baccalauréat. „Uit sportiviteit" nemen de meeste Duitse kinderen ook vrijwillig deel aan het Baccalauréat, en, zoals de leraren tot hun grote vreugde vaststellen, over het algemeen met goed resultaat'. Een „Europees eindexamen" met een voor alle leerlingen gelijkluidend examenpro gramma, hetgeen zowel de Duitse ais de Franse leerkrachten zeer zouden toe juichen, is echter nog toekomstmuziek. Dat het Franse gymnasium tot ver over de Duitse grenzen grote bekend heid en veel vertrouwen geniet, blijkt wel uit het feit, dat zich onder de leer lingen enige Amerikanen, Engelsen, Japanners, Bulgaren, Polen, Turken Syriërs, Libanezen, Tunesiërs en Ma rokkanen bevinden, ja vele Franse kin deren gaan zelfs alleen naar Berlijn om daar de school te bezoeken. De toelatingseisen zijn vrij streng: de kinderen moeten in alle hoofdvakken tenminste „goed" zijn, voordat zij voor een persoonlijk onderhoud met de Buit- se of Franse directeur uitgenodigd wor den. Na dit „interview" wordt dan be sloten over het al dan niet opnemen van de aspirant-leerling. Wie deze hin dernis echter met goed gevolg genomen heeft en ijverig is, kan de leerstof in het algemeen goed volgen, ondanks de hoge eisen, die aan de jongens en meis jes vooral met het oog op het vreem de taalonderwijs gesteld worden EEN MENING Toen ik plm. 14 dag! naar de t.v. zat te kijken teren naar „ziek zijn, bete kwam daarna een sprek* beurt die begon met te zeg iets zou behandelen wat v knuppel in het hoenderhok blijken te zijn. De sprekei n.l. hebben over roomse sti mee hij kennelijk bedoeldi mindere mooie streken. Hi; laatste tijd nog al eens werd over de roomse sti verhalen of gebeurtenissen half of niet waar waren, dan altijd wel iets van wa en er dus wel iets van hangen De spreker zei, d roomsen zich schuldig m: die streken doch door zijn geen enkele gebeurtenis of te noemen kon men toch concluderen dan dat hij te tholieken was. Gezien er feit werd genoemd vond ik beurt onjuist en onsympatl Als men voor de t.v. roomse streken laat mij protestantse streken noeme: feiten: 1. Omdat prinses Iren< werd is de naam prinses I te St.-Maartensdijk verand 2. Op haar huwelijksdag een dominee in een grote en door een leraar in Goes landse vlag halfstok uitge 3. Op een bijeenkomst in werd door een dominee e gegeven tegen Rome's vos en de Jezuieten. Het beled de katholieken werd later derd doch het uitgeven v was toch gebeurd. 4. Kardinaal Alfrink he vele protestanten ook gedaé geen kennis heeft gegev overgang van prinses Iren katholieke kerk. Als de prir geheimhouding heeft verzo men dan de kardinaal ven 5. Bij een versiering vooi ommegang wordt aan werkzaam bij een prote troon, een ladder gevraagc gegeven doch kort daaro ladder teruggehaald want door de protestantse patro schikbaar gesteld voor de 6. Op een protestantse z iets onaangenaams en de tholiek op die zaak krijgt schuld omdat hij katholiel kig bleek later dat de ka was beschuldigd. 7. Een katholieke jonger nis aan een protestants n dan schrijft ze op een dat ze het uit moet make vader want die had geze zijn dochter liever naar zag dragen dan dat ze n tholiek zou trouwen. 8. Enkele weken geledei protestantse vrouw „De schuldigd dat ze voor h Carlisme was. Ze noemd< enkel feit doch wees moeilijkheden van de Spa tanten. Niemand waarschi. houding in Spanje tegeno testanten goedkeuren, d< haar toch wel eens vrager houding vindt in Nederlan de katholieken inzake hel verbod. Bovenstaande feiten die ben gehad zijn onsympath spreekt uit enkele gevall haat uit tegenover de roor (Advertentie) 9 'v V '9 vs \v/ yi Ws ISJ fa tg óv ar ia 73 Horizontaal: 1 soort onderwijs; 3 vre 5 Frans onb. voornaamw. maat; 9 lidwoord; 10 tandel U Frans lidwoord; 12 geloft 15 aarzelen; 17 gelofte; 18 r 21 gewicht; 22 boos; 23 b( 25 zangstem; 28 voetbal v< interest; 33 lekkernij; 34 lai 36 part; 38 klein persoon; J 41 walm; 44 gereedschap; 4 taal; 50 bloeiwijze; 51 Ned( veld; 53 persoon; 55 zwaa: dingstuk; 60 roofdier; 61 naamw.; 64 herkauwer; 66 del; 68 plant; 69 vogelprod voornaamw.; 72 ijzerhouder titel; 74 laatstleden; 75 dun munt; Verticaal: 1 plaats in Zuidholland; 1 woord; 3 huisdier; 4 het K (Lat. afk.)5 geogr, ai juiste gewicht; 7 onderwer boom; 9 aanzien; 13 boom sel; 16 vervoerbedrijf; 19 20 sprakeloos; 22 vogel; duur van eb en vloed; 26 ve 27 muziekdrama; 30 verdiep pers. voornaamw.; 32 maa 35 krantenjongen; 37 bid staat; 40 deel v.d. bijbel; vaartuig; 44 muzaekinstrui

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 16