„Ik voelde me beroerd"
NIEUW
Minister Toxopeus opende
gemeentehuis Kloetinge
Rector C. Kramer drie
juni 25 jaar priester
zó gezond
Aalmoezenier bij 12,5-jarig jubileum
van bedrijfsapostolaat in Brabant en Zeeland:
Twee werelden
Gespreksgroepen
Rare kapelaan
Ieder welkom
pagblaS Pe Stem
30 ct
zó lekker
NU met nóg
Diep wantrouwen
Positievere praat
Geweldige ervaring
Waar begin ik?
meer hazelnoten
Tweedaags feest
in Liefdehuis
te Hulst
Archeoloog
Politieke unie
Receptie
Geert conclusies
over herindeling
PRECEDENT
VERWACHTING
NABUURSCHAP
Brandweerwedstrijden
te Stoppeldijk
Nehroe
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 28 MEI 1964
'jSSSfL iSSëMSÉd
(Van onze verslaggever)
„Ik voelde me beroerd. Ik stapte een vreemde wereld binnen".
Deze uitspraak van een priester is een rake typering van de situatie
van het bedrijfsapostolaat in West-Brabant en Zeeland, dat zaterdag in
Etten zijn twaalfeneenhalfjarig bestaan gaat vieren. De bijeenkomst
in de veemarkthallen zal geen luisterrijk feest worden, maar veeleer
een bezinning op de eerste pogingen van de zielzorgers om de wer
kende mensen in de industrie, die zij veel te lang links hebben laten
liggen, te begrijpen en vervolgens te helpen een christelijke houding
te zoeken in de wereld van de moderne, industriële arbeid. De zestien
bedrijfsaalmoezeniers - werkzaam in Breda, Oosterhout, Woudrichem,
Etten, Roosendaal, Bergen op Zoom, Steenbergen, Ossendrecht, Ze
venbergen, Vlissingen, Terneuzen en Sas van Gent - zijn er zich van
bewust dat zij in die twaalf en een half jaar nog maar een eerste
schrede hebben gezet op de lange weg die zij moeten gaan.
Het belangrijkste agendapunt van
de feestvergadcring van zaterdag is
een toespraak van de bisschop, mgr.
G. de Vet, die de grondlegger is van
het bedrijfsapostolaat in Brabant en
Zeeland. Hij kreeg op de kop af twaalf
en een half jaar geleden van zijn voor
ganger mgr. J. Baeten de opdracht een
bedrijfsapostolaat op te bouwen in de
stad Breda, en later in het hele diocees
Mgr. Baeten nam deze beslissing, omdat
hij ervan overtuigd was dat de arbei
dende bevolking aan de greep van de
parochie ontsnapte. Oorspronkelijk werd
het bedrijfsapostolaat opgevat als een
verlengstuk van de parochiële zielzoig,
maar na een jaar ontdekte bedrijfsam-
moezenier De Vet dat zó het doel niet
bereikt werd.
Hij kwam tot de conclusie dat het le
ven in de bedrijven zich zó sterk onde«-
scheidde van het leven in het gezin, dat
er een speciale aanpak nodig was. Dat
was een enorm belangrijke conclusie
In zijn contacten met de mensen in de
bedrijven had hij een wereld leren ken
nen, waaraan de Kerk volslagen vreemd
was. De zielzorg van de Kerk was al
tijd nog afgestemd op de gezinnen.
Zij hield er geen rekening mee dat de
hedendaagse mens in twéé werelden
leeft: de wereld waarin hij werkt en de
wereld waarin hij woont. Het bedrijfs
apostolaat heeft hij na die ontdekking
in een andere richting geloodst. De
koers die hij uitstippelde, wordt ook
door zijn opvolger, hoofdbedrijfsaal
moezenier M. Huybrechts, en diens zes
tien assistenten aangehouden.
Op welke manieren probeert nu een
bedrijfsaalmoezenier de mensen in de
industrie te benaderen? Zijn meest ge
bruikelijke manier van werken is het
samenstellen van gespreksgroepen. In
de periode september 1962 - september
1963 waren er in Brabant en Zeeland
158 van dit soort groepen aan het praten:
114 arbeidersgroepen, 13 groepen van
toezichthoudend personeel, 25 van meer
leidinggevend personeel en 6 groepen
van ongelijke samenstelling. Men kan
zeggen dat de brdijfsaalmoezeniers een
keer of tien per jaar in gesprek zijn
met ongeveer 1600 personeelsleden van
Brabantse en Zeeuwse bedrijven. Andere
middelen tot contact zijn ziekenbezoek,
bezoeken thuis, terwijl de aalmoeze
niers ook acte de présence geven bij be-
drijfsjubilea en dergelijke.
De bedrijfsaalmoezeniers zoeken
opdracht van de hoofdbedrijfsaalmoeze
nier contact met de bedrijven. Uit de
mond van één hunner hebben wij iijn
ervaringen opgetekend. Hij is twee jaar
als bedrijfsaalmoezenier werkzaam. Zijn
verhaal is misschien niet helemaal het
zelfde als de geschiedenis die andere
aalmoezeniers verteld zouden hebben.
Het geeft niettemin een verhelderende
kijk op het werk van de bedrijfsaal
moezenier, die voor zovelen een mysteri-
euze figuur is, een rare kapelaan.
De bedrijfsaalmoezenier met wie wij
spraken, stapte opgewekt naar de di
rectie van het bedrijf dat hem was aan
gewezen. Na gesprekken met de duectie
en de personeelschef en na zijn eerste
contacten met arbeiders in hun werk
milieu, was er van zijn opgewektheid
niets meer over.
„Ik voelde me beroerd. Ik was een
volslagen vreemde wereld binnenge
stapt. De directie vroeg me naar mijn
plannen. Ze verwachtte een duidelijk
antwoord, een soort produktieplanning.
Maar het gaat bij ons om onbereken
bare grootheden, ideeën. Je kunt in
die directiekamer alleen maar wat
vage dingen zeggen. Het klinkt alle
maal zo onzakelijk en je ziet zo'n
directeur er raar van opkijken.
volhoudt, lukt het wel. Ze komen dan
zelfs graag.
We voelen allemaal dat we in die ge
spreksgroepen als vrienden geaccep
teerd worden. Dat is verdraaid fijn. Ik
zet een kopje koffie voor de mannen
en zorg dat ze wat te roken hebben.
In principe treed ik niet op als gespreks
leider al moet ik het soms zijn, als
het gesprek dreigt te verzanden. Ze kun
nen op tafel brengen wat ze willen. Ik
zorg altijd dat ik wat gespreksstof ach
ter de hand heb voor het geval dat ze
zelf niks hebben. We zitten per slot
van rekening niet bij elkaar om zomaar
wat te leuteren.
In het begin wordt er ontzettend ge
kankerd Op het bedrijf en op de Kerk.
Dan merk je dat het de mensen tot hier
zit. Ze kankeren over hun bazen, het
tekort aan communicatiemogelijkheden,
over het feit dat alles over zoveel schij
ven loopt, ze ergeren zich eraan dat
het kantoor wel koffie krijgt en de blau
we overal niet. Ik snapte er eerst geen
lor van. Ze gebruikten trouwens zoveel
vaktermen dat ik ze niet eens kon vol
gen.
Of al dat gekanker nuttig is? Ik geloof
van wel Ze zitten met echte moeilijk
heden, al zijn het dan heel andere moei
lijkheden dan in de gezinnen waarmee
wij priesters meer vertrouwd zijn. Het
is voor hen een ervaring dat ze al die
dingen tegen een priester kunnen zeg
gen, zonder dat ie begint te spreken.
Want dat verdom ik.
Je staat er perplex van als je merkt
hoe diep het wantrouwen tussen arbei
ders en werkgevers zit. Als we de ver
houdingen binnen de industrie wat hu
maner willen maken, zullen we dat
wantrouwen moeten overwinnen. We
moeten daarover overigens maar niet
te optimistische verwachtingen koeste
ren.
De werkclassificatie en de tarifiëring
zijn echte stenen des aanstoots. Ze zeg
gen: ,,Je wordt geclassificeerd naar wat
je doet en niet naar wat je kan." Het
zijn maar voorbeelden van alle grieven,
die de mensen werkelijk doen lijden. Net
zoals ziekte, armoe en sterfgevallen. We
moeten proberen om vanuit het evan
gelie daar tegenover een christelijke
houding te vinden.
Ik geloof overigens dat die grieven
i de grond van de zaak niet gericht
zijn tegen de personen in het bedrijf,
maar tegen het systeem, de industriële
structuur. Ik ben bang dat sociale voor-
ieningen, mooie toiletten, kantines,
voetbalvelden, en zelfs goede interne
verhoudingen in het verticale vlak die
fundamentele onverdraagzaamheid niet
zullen kunnen veranderen. Dan zal er
gepraat moeten worden over echte
structuurveranderingen: over democra
tisering van de moderne arbeidsonder-
neming, over de uitgangspunten van
de. beloning (gebonden aan functie en
prestatie of niet?), over de positie van
de arbeid die niet direct leidinggevend
Na die kanker-periode komen we
meestal tot positievere praat. Je kunt
het geloven of niet, maar ik heb laatst
een interessant gesprek gehad over de
theologie van de arbeid. Daar interes
seren de mensen zich voor. Dat is ei-
De bedrijfsaalmoezenier in de we
reld van de arbeid, waarvan de
kerk in het verleden nauwelijks
notie heeft gefiomen. Om misver
stand te voorkomen: met het hier
naast afgedrukte interview heeft
de bedrijfsaalmoezenier op de foto
niets van doen.
genlijk logisch, want de arbeid vult zo'n
groot deel van hun leven. Vorig jaar
hebben we zo gepraat over de waar
dering van de mens in het bedrijf, over
de vraag of je aan de zondagspreek iets
hebt voor je werk. over eerlijkheid en
diefstal in het bedrijf, over vertrouwen,
welvaart., medemenselijkheid, vrouwen
in het bedrijf, de zin van het bedrijfs
apostolaat. Het grondthema van dit jaar
is de scheiding van woon- en werkmilieu
Voor mij is dit werk als bedrijfsaal
moezenier een geweldige ervaring. O,
we staan pas aan het begin. Maar we
leren al een beetje de taal van het be
drijfsleven te spreken Je moet niet ver
geten dat wij priestèrs alleen de taal
van de theologen hebben geleerd.
Het is natuurlijk moeilijk, die verken
ningstocht in die voor ons vreemde we
reld. Maar we hebben veel steun en be
grip van de mannen van de gesprek.*
groepen. En we doen het samen, wij,
de bedrijfsaalmoezeniers. We hebben
maandelijkse bijeenkomsten en eens per
jaar houden we studiedagen. Vorig jaar
ben ik zelf een paar weken incog
nito in een bedrijf gaan werken. Om
het zelf te ondervinden, snap ,ie. Op
de Katholieke Hogeschool in Tilburg
gaan ze binnenkort de bedrijfsaalmoe
zeniers wegwijs maken in de economie
de keiharde taal van het bedrijf.
Je ziet, we doen ons best om een beetje
thuis te raken in de werkende wereld.
Veel verder zijn we echt nog niet.
Het moment waarop minister E. H.
Toxopeus gisteren met een forse bijl
slag. waardoor de touwen, die de
deuren vasthielden, sprongen, het
nieuwe gemeentehuis van Kloetinge
opende.
(Van onze verslaggever)
Woensdag drie juni viert rector C. L,
D. J. Kramer van het Hulsterse bejaar
dencentrum .Liefdehuis St.-Elisabeth",
zyn zilveren priesterjubileum. Hjj zit
dan ruim één jaar in Hulst„Ik zou
hier niet meer weg willen", zegt de
rector en kijkt met een dankbare blik
naar zuster Alexis, die permanent in de
weer is om er voor te zorgen, dat het
„meneer de rector" aan niets ontbreekt.
In de korte tijd, dat hij in Hulst zit,
heeft hij er zich al veel vrienden weten
te maken. Als hij met zijn autootje
rondrijdt, krijgt men zelfs de indruk,
dat eenieder hem kent. Iedereen, groet
en uit het feit, dat de rector de mees
ten bij de voornaam kent, blijkt wel dat
het ook voor hem geen onbekenden zijn.
Dit is trouwens typerend voor rector
Kramer, die zelfs in het verre Hulst
nog geregeld bezoek krijgt vanuit Baar-
le-Nassau en Breda, waar hij vroeger
kapelaan is geweest.
Hij is een man met een reële kijk op
het leven en met zijn soepelheid ener-
Of de directies altijd meewerken? De
meeste wel. Er zijn familiebedrijven die
er niet veel voor voelen buitenstaan'
ders in hun kaarten te late kijken.
Maar ze hebben me nog nooit, vidkaf
gezegd dat ik maar thuis moest öitjven.
Uit het feit dat we eerst eens gaan pra
ten met de directie, moet je overigens
niet afleiden dat wij van die directies
afhankelijk zijn. Helemaal niet. Van de
stelling dat Kerk cn kapitaal twee han
den op een buik zijn, willen we juist af.
Wij willen beschikbaar zijn voor ie
dereen in de bedrijven. Wij kunnen niet
naar iedereen toegaan dat is gewon-
fysiek omogelijk. Maar iederee is bij
ons welkom, de NW'ers net zo goed
als die van de KAB. de kerksen net zo
goed als de lui dié nooit meer gaan.
Wij weten van het bedrijfsleven en van
de mensen die erin werken, helemaal
niks af, zie je. Wij willen daarom met
iedereen praten, en vooral naar ieder
een luisteren zonder dat we nou met-
£en gaan preken. Hoe zou je trouwens
kunnen spreken tegen mensen van wie je
niks afweet, van hun zorgen, moeilijk
heden, omstandigheden? We hebben
vroeger maar al te gauw naar de wijwa
terkwast gegrepen. Alsof dat een middel
was tegen alle kwalen.
Na de eerste contacten met de directie
en de personeelschef, en een excursie
in het bedrijf (zodat je tenminste enig
idee hebt hoe de boel in elkaai zit),
sta je dan voor de vraag: waar begin
ik? Ik begin dan gespreksgroepen te
vormen Je nodigt een stel mensen uit
bij voorkeur de leiders van de infor
mele groepen om eens te «tomen
praten. De opkomst is soms teleurstel-Istandigheden waren, 'die hij de moeite
RECTOR C. L. D. J. KRAMER
(Foto Hollands)
zijds en zijn onbuigzaamheid anderzijds
heeft hij zich mede door zijn „savoire
vivre" veler sympathie weten te ver
werven. Rector Kramer is. zoals hij zelf
toegeeft, een „merkwaardig" man. Ener
zijds staat hij midden in het leven en
is hij bijzonder modern in zijn opvattin
gen, en anderzijds gaat hij helemaal op
in de archeologie. Dit laatste moge wel
blijken uit zijn lidmaatschap van net
hoofdbestuur van „Brabants Heem", van
de historische sectie van het Provinci
aal Genootschap voor Kunsten en We
tenschappen, van de Historische kring
„Oranjeboom" en van de Werkgemeen
schap voor de Historie van de Kempen.
Bovendien is hij nog verbonden aan het
Oudheidkundig Bodemonderzoek in Ne
derland en geniet hij bekendheid als de
auteur van verscheidene geschiedkundi
ge publikaties. Thans in Hulst gevest'gd
verdiept hij zich volop in de rijke his
torie van deze oude stad en Zeeuwsch-
Vlaanderen. Een andere hobby van de
rector is knutselen, waarbij hij een voor
liefde aan de dag legt voor thermome
ters, waarvan in zijn woonkamer een
ruim één meter groot exemplaar nangt.
Het is een bijzonder oud exemplaar, dat
hoe opvallend .ook, in deze omgeving
temidden van antiek niet misstaat Wel
licht is het de liefde van rector Kramer
voor al wat oud is, dat hij zich als
rector van het bejaardencentrum in
Hulst zo op zijn plaats voelt en met de
oudjes zo goed over weg kan. Die liefde
voor het oude geldt echter niet het ge
bouw. Vooral na de brand eind vorig
jaar is het zijn liefste wens, dat spoedig
begonnen kan worden met de bouw van
een nieuw, modern geoutilleerd bejaar
dencentrum, ter hoogte van ,,'t Jager
tje" benoorden Hulst.
Overigens is het werk van een rector
in een tehuis voor ouden van dagen niet
zo gering als men oppervlakkig gezien
wellicht zou denken. Bejaarden hebben
meer behoefte aan geestelijke bijstand
en eisen nu eenmaal ook meer tijd op
Rector Kramer heeft er dan ook zijn
handen aan vol. Hij wordt bij zijn werk
echter geholpen door zuster Maria, die
zuster Laetentia als overste is opgevolgd
en door de vice-overste. zuster Alphon-
sia.
P)e muizeval van de politieke unie
der zes landen, die thans het kleine
stukje romp-Europa uitmaken, staat
nog altijd open.
Ze dringen nu uit Bonn weer
berichten door, die zeggen dat kan
selier Erhard nog altijd achter de
schermen voor een conferentie der zes
regeringsleiders over de versterking
der politieke samenwerking zit te
ijveren. De Duitser heeft kort geleden
een hink-stap-sprong naar de hoofd
steden der partners gemaakt en wij
hadden een stille hoop, dat men hem
bij die gelegenheid deze gedachte wel
uit het hoofd zou hebben gepraat. Ze
ker in Den Haag, voor zover dat daar
gepoogd is, is het kennelijk niet hele
maal gelukt. Men moet zich afvragen
of zo'n gebrek aan doorslaande kracht
van Nederlandse argumenten niet het
gevolg is van de tweeslachtigheid,
waarin onze Europese politiek gevan
gen zit sedert zij opmarcheert met een
sterke partner, die beslist een andere
kant op wil dan wij ons altijd hebben
voorgesteld. Die tweeslachtigheid
speelt de Nederlandse regering voort
durend parten, zoals vorige week ook
in het debat der buitenlandse com
missie van de Tweede Kamer weer
eens is gebleken.
De daar geuite klacht dat de Neder
landse ministers niet altijd met gelijke
standpunten in de Europese arena tre
den, is niet van inhoud gespeend. Het
is wel heel moeilijk geworden het beeld
te schetsen, dat men zich in Den Haag
nu maakt van de Europese stand van
zaken.
Officieel heet het. dat gesprekken
over een politieke unie der zes geen
zin hebben, daar wij er niets voor voe
len een politiek dak op de gemeen
schappen te zetten en daarmee geheel
en al onder Franse pannen te geraken.
Minister Luns heeft er vaak voor ge
pleit elk politiek beraad in breder ver
band te organiseren en er ook Engeland
en Scandinavië in te betrekken. Het
is duidelijk dat zo'n breed opgezette
politieke samenwerking met Britse zin
voor pragmatiek en afkeer van insti
tutionele keurslijven in elkaar ge
schroefd zou moeten worden.
Maar het is ons dan toch liever dan
een echte unie, die op te smal voetstuk
zou rusten en die bovendien geheel
en al op de wensen van de Franse deel
genoot zou zijn afgestemd. Tot zover
is de zaak duidelijk genoeg en het heet
telkens dat er in Nederland over deze
hoofdzaak geen grote verschillen van
mening bestaan. Maar als onze be
windslieden in het detailwerk treden
staan zij telkens opnieuw voor de
moeilijkheid dat elk steentje waarmee
De Gaulle de gemeenschappen laat uit
bouwen ertoe bijdraagt het de facto
bestaan van zijn Gaullistisch Europa
te versterken. De steentjes zijn zo
glinsterend, dat vaak een minister ze
niet graag ter zijde legt, vooral als
ze in zijn ressort toevallig wel passen.
De steentjes zijn overigens zo klein, dat
men het odium van de vervelende jon
gens op zich zou laden door ze telkens
maar weer weg te schuiven. Het is
in het commissie-debat door staats
secretaris De Block dan ook toegege
ven, dat men wel eens wat toegeeft,
om bij De Gaulle niet in een slecht
blaadje te komen, of als saboteur te
worden aangezien.
Dit lijkt ons een slecht argument en
het bemoedigt ons het van regerings
zijde te horen. Want onze Europese in
zichten eisen nu eenmaal van ons, dat
wij saboteurs zijn van de Gaullistische
visie. Het is beter daar rond voor uit
te komen dan ons te laten afschrikken
als De Gaulle een lange neus begint
te trekken.
Als Erhard weer eens een politiek
visje zou uitwerpen om De Gaulle een
kabeljauw te laten vangen, laten wij
dan een antwoord zonder bijzinnen for
muleren.
(Van onze verslaggever)
Dat Z.E. mr. E. H. Toxopeus, de
minister van Binnenlandse Zaken,
wel meer met „het bijltje" heeft
gehakt, kon men gistermiddag te
Kloetinge vaststellen, toen hij
daar de opening van het nieuwe
gemeentehuis verrichtte, door met
een bijltje in één slag het touw
door te hakken dat de deuren van
het nieuwe gemeentehuis dicht
hield.
Aan de grens van de gemeente waren
de minister en zijn echtgenote en de com
missaris der koningin in Zeeland jhr.
mr. A. F. C. de Casembroot, voordien
ontvangen door de burgemeester van
Kloetinge, mr. H. N. baron Schimmelpen-
ninck van der Oye en door de plaatse
lijke muziekvereniging Excelsior, die het
hoge bezoek vooraf ging naar het ge
meentehuis. Hier werd door de Kloeting-
se kinderen o.l.v. mej. Pairoux, onderwij
zeres aan de openbare lagere school, een
zanghulde gebracht.
In zijn openingsrede zei mr. Toxopeus
dat er bij de opening een tweetal om-
.standigheden waren, die hij de moeite
lend. Zeker in het begin. Maar als je Iwaard vond om even bij stil te blijven
hij „het precedent" en de tweede omstan
digheid „de gewekte verwachting".
staan. De eerste omstandigheid noemde dat misschien de verwachting is gewekt
bii b»t wrpefiriorit» on Ho t^rooHo nmetan. <jat hij weer neen zal zeggen tegen dit
plan verklaarde mr. Toxopeus, dat hij
over het thans ter tafel liggende plan
nog geen mening heeft gevormd. Uit zijn
opening van het nieuwe gemeentehuis
mag dan ook niet een bepaalde mening
worden afgeleid. Hij zei slechts zo onge
veer te weten wat het herindelingsplan
behelst, maar nog niet definitief op de
hoogte te zijn. Hij zei over deze materie
nog een mening te moeten vormen.
Wel zei de minister, dat in deze tijd
van een verdergaande technische ontwik
keling en groeiende bevolking steeds
meer zaken centraal ter hand worden ge
nomen. „Het is de taak van een minister
dit centraliseren tot het noodzakelijke te
beperken. Maar we zien nu een ontwik
keling waarin het westen vol dreigt te
groeien en Zeeland zal in zijn ontwikke
ling moeten worden gestimuleerd" aldus
de minister ..en daarom kan het mo
ment' komen dat grotere eenheden nood
zakelijk zijn". Volgens de minister heeft
Kloetinge de wijsheid en het inzicht in
deze materie om tot een goede besluit
vorming t.a.v. de herindelingsplannen te
komen. Hij zei dit ook van de andere
gemeenten te verwachten. Het nieuwe ge
meentehuis noemde hij een smaakvol en
sober geheel, dat plezierig is om in te
wei ken.
De minister noemde het voor de ge
meente een vreugdevolle zaak als een
nieuw gemeentehuis wordt geopend om
dat hiermee voorzien wordt in een leem
te. In Nederland worden echter vele ge
meentehuizen geopend en de minister
noemde het een onmogelijkheid om al die
gemeentehuizen persoonlijk te gaan ope
nen. Daarom doet hij dat slechts af en
toe. Voor het persoonlijk openen van het
nieuwe gemeentehuis te Kloetinge zei
hij voldoende redenen te hebben. Des
tijds heeft de minister n.l. zelf de raads
vergadering van Kloetinge bijgewoond,
waarin de herindeling van Kloetinge ter
sprake kwam. Doof deze herindeling zou
n.l. Goes meer ruimte worden verschaft.
Minister Toxopeus zei destijds in die
raadsvergadering een wijsheid te hebben
beluisterd en een bekwaamheid te heb
ben geconstateerd, die in niet geringe
mate hebben bijgedragen tot het niet aan
vaarden van het herindelingsplan door de
minister. Het wijze en bekwame beleid
van het gemeentebestuur was voor de
minister tevens aanleiding om persoon
lijk het nieuwe gemeentehuis te openen.
Over het feit, dat door de opening van
het nieuwe gemeentehuis te Kloetinge, de
minister een bepaalde mening kenbaar
zou maken t.a.v. het herindelingsplan
voor de gemeenten op Zuid-Beveland en
De commissaris van de koningin jhr.
mr. A. F. C de Casembroot ging dieper
in op de geschiedenis van de gemeente
Kloetinge, die pas voor het eerst in 1216
in de geschiedenis wordt genoemd. Ove
rigens is die geschiedenis over het alge
meen zeer rustig verlopen. Slechts één
vreemde daad kwam er in voor, aldus de
commissaris der koningin en dat was in
1672 toen de ambachtsheren een stuk van
Kloetinge aan Goes verkochten. Over de
grenswijziging wilde de commissaris niet
praten, anders, zo zei hij, is mijn goede
humeur bedorven.
De commissaris vond de inrichting van
het nieuwe gemeentehuis netjes. Hij was
blij geen schilderijen te zien die een
toelichting nodig hebben, zoals hij het
uitdrukte.
Burgemeester mr. H. N. baron Schim-
melpenninck van der Oye, schetste uit
voerig de geschiedenis van de diverse
zetels van het Kloetingse gemeentebe
stuur. Het gebouw van het nieuwe ge
meentehuis is het totaal verbouwde en
vernieuwde gebouw van de pastorie naast
de gemeentesecretarie. Deze voormalige
pastorie werd in 1961 door het gemeen
tebestuur aangekocht voor ruim f 24000.
De verbouwings- en moderniseringskos-
ten hebben ruim f 175.000 bedragen zodat
aldus de burgemeester, thans voor een
koopje een nieuw gemeentehuis tot stand
is gekomen, dat aan de eisen van de tijd
voldoet.
De verhouding tussen Goes en Kloetin
ge noemde de burgemeester bijzonder
goed. Dit feit werd ook door de burge
meester van Goes, mr. F. Hubcr bena
drukt. Mr. Huber zei de indruk te heb
ben. dat de realisatie van de herinde
lingsplannen nog wel een hele tijd zal uit
blijven omdat steeds nieuwe gemeente
huizen worden geopend en nieuwe bur
gemeesters worden benoemd. Hij vond
een goede nabuurschap net zo belang
rijk. Verder werden door de raadsleden,
het gemeentepersoneel, de Kloetingse
verenigingen en de bevolking van Kloe
tinge waardevolle geschenken aangebo
den.
Woensdag drie juni is het feest voor
de genodigden, collega's en vrienden van
de rector. Op het einde van de morgen
en in het begin van de middag recipi-
eert de jubilaris in de bestuurskamer
van het bejaardencentrum, waarna een
diner voor de genodigden én een feestje
voor „het huis". Donderdag vier juni
wordt rector Kramer omstreeks het mid
daguur gehuldigd in de zustersrefter. De
bewoners van het Liefdehuis worden die
dag op een filmavond getracteerd.
Voordat rector Kramer, die vier okto
ber 1914 in Oosterhout werd geboren,
zich in Hulst vestigde, was hij kapelaan
aan de Maria Hemelvaartparochie te
Breda bij pastoor J. van Osta. In de
perode daarvoor was hij geruime tijd
kapelaan in Baarle-Nassau onder wijlen
pastoor J. Vekemans, en daarvoor was
hij onderpastoor in het Belgische Zand
vliet, waai- pastoor J. Moors nog steeds
de parochieherder is. Het laat zich aan
zien, dat ook van de zijde van de vroe
gere standplaatsen van rector Kramer,
gezien de vele vrienden, die hij zich
daar gemaakt heeft, veel belangstelling
voor zijn zilveren priesterjubileum zal
worden getoond.
Op 27 juni a.s. zulles op het terrein
aan de Bosschestraat te Stoppeldijk in
de gemeente Vogelwaarde de jaarlijkse
brandweerwedstrijden voor de korpsen
uit Oost-Zeeuws-Vlaanderen worden ge
houden. Tijdens de wedstrijden zullen de
korpsen van Vogelwaarde, Zuiddorpe,
St, Jansteen, Axel, Sas van Gent, Sluis
kil, Hulst, Terneuzen, Zaamslag en
Hoek vertegenwoordigd zijn. Voorts zal
worden deelgenomen door de bedrijfs
groepen van de A.Z.C. te Sluiskil, de
Glasfabriek, de Eerste Coöperatieve
Suikerfabriek en de N.V. Centrale Sui
kermaatschappij te Sas van Gent.
Als wedstrijdleider zal optreden de
heer Van Ooijen. bedrijfsbrandweercom-
mandant van „De Schelde" te Vlissin-
gen.
Deputaties van de deelnemende ploe
gen zullen 's morgens op het gemeente
huis van Vogelwaarde te Stoppeldijk door
het gemeentebestuur worden ontvangen.
De burgemeester zal na afloop, om on
geveer zes uur, de prijzen uitreiken.
■y^/EINIG mensen zullen stilzwijgend
voorbijgaan aan het overlijden van
de minister-president van India. Al
kunnen de meningen verdeeld zijn over
de vraag of hij een groot staatsman
was, een grote persoonlijkheid was hij
in elk geval. Zijn leven werd getekend
door een oprecht idealisme, dat som
migen deed schamperen en anderen
argwanend maakte, maar dat in elk
geval duidelijk blijk gaf van een eer
lijke en bewogen visie op mens en
maatschappij.
Nehroe heeft het niet gemakkelijk
gehad. Hij heeft moeten vechten voor
de onafhankelijkheid van zijn land en
toen het eenmaal onafhankelijk was,
zag hij zich voor de gigantische taak
gesteld India leefbaar te maken voor
de geringen. Niet alleen het gebrek
aan middelen baarde hem daarbij zor
gen, maar ook de tegenkanting van
godsdienstige fanatici, die weigerden
de sociale scheidslijnen op te ruimen,
eerste voorwaarde voor maatschappe
lijke sanering van dit immense gebied.
Nochtans heeft hij veel voor India
bereikt. Er is een ontwikkeling op gang
gebracht die niet meer te stuiten is.
Men mag hopen dat een even sterke
persoonlijkheid als Nehroe verdere im
pulsen zal geven aan de economische
er. sociale gezondmaking van het land.
Nehroe heeft overigens, als zoveel
grote figuren in de geschiedenis moe
ten ervaren dat eerlijk idealisme in
conflict kan komen met praktische si
tuaties. Het neutralisme dat hij als
leerling van Gandhi predikte had an
dere beweegredenen dan de bedenke
lijke „partijloosheid" van een Nasser
of een Soekarno. Het werd minder door
berekening ingegeven dan door de
waarachtige overtuiging dat geweld
loze politiek de hoogste wijsheid is.
Het Chinese expansionisme noodzaak
te hem deze overtuiging prijs te geven.
De geestelijke schok die daarvan het
gevolg was, kan misschien mede ver
klaren waarom zijn gezondheid de
laatste jaren snel achteruitging.
Men moet van sommige figuren zeg
gen dat, hoe ook hun ideeën beoor
deeld werden, hun houding onverdeeld
bewondering verdiende. Nehroe was
zo'n figuur.
HET ZOEKEN naar slachtoffers van de
brand in kasteel Wegimont bij Luik werd
gisteren onderbroken wegens akuut in
stortingsgevaar. Negen lijken waren ge
borgen. Naar zes anderen zoekt men nog.
De brand eiste zoals bekend zeventien
levens.