„Ik voelde me beroerd" NIEUW Minister Toxopeus opende gemeentehuis Kloetinge Rector C. Kramer drie juni 25 jaar priester zó gezond Aalmoezenier bij 12,5-jarig jubileum van bedrijfsapostolaat in Brabant en Zeeland: Twee werelden Gespreksgroepen Rare kapelaan Ieder welkom pagblaS Pe Stem 30 ct zó lekker NU met nóg Diep wantrouwen Positievere praat Geweldige ervaring Waar begin ik? meer hazelnoten Tweedaags feest in Liefdehuis te Hulst Archeoloog Politieke unie Receptie Geert conclusies over herindeling PRECEDENT VERWACHTING NABUURSCHAP Brandweerwedstrijden te Stoppeldijk Nehroe DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 28 MEI 1964 'jSSSfL iSSëMSÉd (Van onze verslaggever) „Ik voelde me beroerd. Ik stapte een vreemde wereld binnen". Deze uitspraak van een priester is een rake typering van de situatie van het bedrijfsapostolaat in West-Brabant en Zeeland, dat zaterdag in Etten zijn twaalfeneenhalfjarig bestaan gaat vieren. De bijeenkomst in de veemarkthallen zal geen luisterrijk feest worden, maar veeleer een bezinning op de eerste pogingen van de zielzorgers om de wer kende mensen in de industrie, die zij veel te lang links hebben laten liggen, te begrijpen en vervolgens te helpen een christelijke houding te zoeken in de wereld van de moderne, industriële arbeid. De zestien bedrijfsaalmoezeniers - werkzaam in Breda, Oosterhout, Woudrichem, Etten, Roosendaal, Bergen op Zoom, Steenbergen, Ossendrecht, Ze venbergen, Vlissingen, Terneuzen en Sas van Gent - zijn er zich van bewust dat zij in die twaalf en een half jaar nog maar een eerste schrede hebben gezet op de lange weg die zij moeten gaan. Het belangrijkste agendapunt van de feestvergadcring van zaterdag is een toespraak van de bisschop, mgr. G. de Vet, die de grondlegger is van het bedrijfsapostolaat in Brabant en Zeeland. Hij kreeg op de kop af twaalf en een half jaar geleden van zijn voor ganger mgr. J. Baeten de opdracht een bedrijfsapostolaat op te bouwen in de stad Breda, en later in het hele diocees Mgr. Baeten nam deze beslissing, omdat hij ervan overtuigd was dat de arbei dende bevolking aan de greep van de parochie ontsnapte. Oorspronkelijk werd het bedrijfsapostolaat opgevat als een verlengstuk van de parochiële zielzoig, maar na een jaar ontdekte bedrijfsam- moezenier De Vet dat zó het doel niet bereikt werd. Hij kwam tot de conclusie dat het le ven in de bedrijven zich zó sterk onde«- scheidde van het leven in het gezin, dat er een speciale aanpak nodig was. Dat was een enorm belangrijke conclusie In zijn contacten met de mensen in de bedrijven had hij een wereld leren ken nen, waaraan de Kerk volslagen vreemd was. De zielzorg van de Kerk was al tijd nog afgestemd op de gezinnen. Zij hield er geen rekening mee dat de hedendaagse mens in twéé werelden leeft: de wereld waarin hij werkt en de wereld waarin hij woont. Het bedrijfs apostolaat heeft hij na die ontdekking in een andere richting geloodst. De koers die hij uitstippelde, wordt ook door zijn opvolger, hoofdbedrijfsaal moezenier M. Huybrechts, en diens zes tien assistenten aangehouden. Op welke manieren probeert nu een bedrijfsaalmoezenier de mensen in de industrie te benaderen? Zijn meest ge bruikelijke manier van werken is het samenstellen van gespreksgroepen. In de periode september 1962 - september 1963 waren er in Brabant en Zeeland 158 van dit soort groepen aan het praten: 114 arbeidersgroepen, 13 groepen van toezichthoudend personeel, 25 van meer leidinggevend personeel en 6 groepen van ongelijke samenstelling. Men kan zeggen dat de brdijfsaalmoezeniers een keer of tien per jaar in gesprek zijn met ongeveer 1600 personeelsleden van Brabantse en Zeeuwse bedrijven. Andere middelen tot contact zijn ziekenbezoek, bezoeken thuis, terwijl de aalmoeze niers ook acte de présence geven bij be- drijfsjubilea en dergelijke. De bedrijfsaalmoezeniers zoeken opdracht van de hoofdbedrijfsaalmoeze nier contact met de bedrijven. Uit de mond van één hunner hebben wij iijn ervaringen opgetekend. Hij is twee jaar als bedrijfsaalmoezenier werkzaam. Zijn verhaal is misschien niet helemaal het zelfde als de geschiedenis die andere aalmoezeniers verteld zouden hebben. Het geeft niettemin een verhelderende kijk op het werk van de bedrijfsaal moezenier, die voor zovelen een mysteri- euze figuur is, een rare kapelaan. De bedrijfsaalmoezenier met wie wij spraken, stapte opgewekt naar de di rectie van het bedrijf dat hem was aan gewezen. Na gesprekken met de duectie en de personeelschef en na zijn eerste contacten met arbeiders in hun werk milieu, was er van zijn opgewektheid niets meer over. „Ik voelde me beroerd. Ik was een volslagen vreemde wereld binnenge stapt. De directie vroeg me naar mijn plannen. Ze verwachtte een duidelijk antwoord, een soort produktieplanning. Maar het gaat bij ons om onbereken bare grootheden, ideeën. Je kunt in die directiekamer alleen maar wat vage dingen zeggen. Het klinkt alle maal zo onzakelijk en je ziet zo'n directeur er raar van opkijken. volhoudt, lukt het wel. Ze komen dan zelfs graag. We voelen allemaal dat we in die ge spreksgroepen als vrienden geaccep teerd worden. Dat is verdraaid fijn. Ik zet een kopje koffie voor de mannen en zorg dat ze wat te roken hebben. In principe treed ik niet op als gespreks leider al moet ik het soms zijn, als het gesprek dreigt te verzanden. Ze kun nen op tafel brengen wat ze willen. Ik zorg altijd dat ik wat gespreksstof ach ter de hand heb voor het geval dat ze zelf niks hebben. We zitten per slot van rekening niet bij elkaar om zomaar wat te leuteren. In het begin wordt er ontzettend ge kankerd Op het bedrijf en op de Kerk. Dan merk je dat het de mensen tot hier zit. Ze kankeren over hun bazen, het tekort aan communicatiemogelijkheden, over het feit dat alles over zoveel schij ven loopt, ze ergeren zich eraan dat het kantoor wel koffie krijgt en de blau we overal niet. Ik snapte er eerst geen lor van. Ze gebruikten trouwens zoveel vaktermen dat ik ze niet eens kon vol gen. Of al dat gekanker nuttig is? Ik geloof van wel Ze zitten met echte moeilijk heden, al zijn het dan heel andere moei lijkheden dan in de gezinnen waarmee wij priesters meer vertrouwd zijn. Het is voor hen een ervaring dat ze al die dingen tegen een priester kunnen zeg gen, zonder dat ie begint te spreken. Want dat verdom ik. Je staat er perplex van als je merkt hoe diep het wantrouwen tussen arbei ders en werkgevers zit. Als we de ver houdingen binnen de industrie wat hu maner willen maken, zullen we dat wantrouwen moeten overwinnen. We moeten daarover overigens maar niet te optimistische verwachtingen koeste ren. De werkclassificatie en de tarifiëring zijn echte stenen des aanstoots. Ze zeg gen: ,,Je wordt geclassificeerd naar wat je doet en niet naar wat je kan." Het zijn maar voorbeelden van alle grieven, die de mensen werkelijk doen lijden. Net zoals ziekte, armoe en sterfgevallen. We moeten proberen om vanuit het evan gelie daar tegenover een christelijke houding te vinden. Ik geloof overigens dat die grieven i de grond van de zaak niet gericht zijn tegen de personen in het bedrijf, maar tegen het systeem, de industriële structuur. Ik ben bang dat sociale voor- ieningen, mooie toiletten, kantines, voetbalvelden, en zelfs goede interne verhoudingen in het verticale vlak die fundamentele onverdraagzaamheid niet zullen kunnen veranderen. Dan zal er gepraat moeten worden over echte structuurveranderingen: over democra tisering van de moderne arbeidsonder- neming, over de uitgangspunten van de. beloning (gebonden aan functie en prestatie of niet?), over de positie van de arbeid die niet direct leidinggevend Na die kanker-periode komen we meestal tot positievere praat. Je kunt het geloven of niet, maar ik heb laatst een interessant gesprek gehad over de theologie van de arbeid. Daar interes seren de mensen zich voor. Dat is ei- De bedrijfsaalmoezenier in de we reld van de arbeid, waarvan de kerk in het verleden nauwelijks notie heeft gefiomen. Om misver stand te voorkomen: met het hier naast afgedrukte interview heeft de bedrijfsaalmoezenier op de foto niets van doen. genlijk logisch, want de arbeid vult zo'n groot deel van hun leven. Vorig jaar hebben we zo gepraat over de waar dering van de mens in het bedrijf, over de vraag of je aan de zondagspreek iets hebt voor je werk. over eerlijkheid en diefstal in het bedrijf, over vertrouwen, welvaart., medemenselijkheid, vrouwen in het bedrijf, de zin van het bedrijfs apostolaat. Het grondthema van dit jaar is de scheiding van woon- en werkmilieu Voor mij is dit werk als bedrijfsaal moezenier een geweldige ervaring. O, we staan pas aan het begin. Maar we leren al een beetje de taal van het be drijfsleven te spreken Je moet niet ver geten dat wij priestèrs alleen de taal van de theologen hebben geleerd. Het is natuurlijk moeilijk, die verken ningstocht in die voor ons vreemde we reld. Maar we hebben veel steun en be grip van de mannen van de gesprek.* groepen. En we doen het samen, wij, de bedrijfsaalmoezeniers. We hebben maandelijkse bijeenkomsten en eens per jaar houden we studiedagen. Vorig jaar ben ik zelf een paar weken incog nito in een bedrijf gaan werken. Om het zelf te ondervinden, snap ,ie. Op de Katholieke Hogeschool in Tilburg gaan ze binnenkort de bedrijfsaalmoe zeniers wegwijs maken in de economie de keiharde taal van het bedrijf. Je ziet, we doen ons best om een beetje thuis te raken in de werkende wereld. Veel verder zijn we echt nog niet. Het moment waarop minister E. H. Toxopeus gisteren met een forse bijl slag. waardoor de touwen, die de deuren vasthielden, sprongen, het nieuwe gemeentehuis van Kloetinge opende. (Van onze verslaggever) Woensdag drie juni viert rector C. L, D. J. Kramer van het Hulsterse bejaar dencentrum .Liefdehuis St.-Elisabeth", zyn zilveren priesterjubileum. Hjj zit dan ruim één jaar in Hulst„Ik zou hier niet meer weg willen", zegt de rector en kijkt met een dankbare blik naar zuster Alexis, die permanent in de weer is om er voor te zorgen, dat het „meneer de rector" aan niets ontbreekt. In de korte tijd, dat hij in Hulst zit, heeft hij er zich al veel vrienden weten te maken. Als hij met zijn autootje rondrijdt, krijgt men zelfs de indruk, dat eenieder hem kent. Iedereen, groet en uit het feit, dat de rector de mees ten bij de voornaam kent, blijkt wel dat het ook voor hem geen onbekenden zijn. Dit is trouwens typerend voor rector Kramer, die zelfs in het verre Hulst nog geregeld bezoek krijgt vanuit Baar- le-Nassau en Breda, waar hij vroeger kapelaan is geweest. Hij is een man met een reële kijk op het leven en met zijn soepelheid ener- Of de directies altijd meewerken? De meeste wel. Er zijn familiebedrijven die er niet veel voor voelen buitenstaan' ders in hun kaarten te late kijken. Maar ze hebben me nog nooit, vidkaf gezegd dat ik maar thuis moest öitjven. Uit het feit dat we eerst eens gaan pra ten met de directie, moet je overigens niet afleiden dat wij van die directies afhankelijk zijn. Helemaal niet. Van de stelling dat Kerk cn kapitaal twee han den op een buik zijn, willen we juist af. Wij willen beschikbaar zijn voor ie dereen in de bedrijven. Wij kunnen niet naar iedereen toegaan dat is gewon- fysiek omogelijk. Maar iederee is bij ons welkom, de NW'ers net zo goed als die van de KAB. de kerksen net zo goed als de lui dié nooit meer gaan. Wij weten van het bedrijfsleven en van de mensen die erin werken, helemaal niks af, zie je. Wij willen daarom met iedereen praten, en vooral naar ieder een luisteren zonder dat we nou met- £en gaan preken. Hoe zou je trouwens kunnen spreken tegen mensen van wie je niks afweet, van hun zorgen, moeilijk heden, omstandigheden? We hebben vroeger maar al te gauw naar de wijwa terkwast gegrepen. Alsof dat een middel was tegen alle kwalen. Na de eerste contacten met de directie en de personeelschef, en een excursie in het bedrijf (zodat je tenminste enig idee hebt hoe de boel in elkaai zit), sta je dan voor de vraag: waar begin ik? Ik begin dan gespreksgroepen te vormen Je nodigt een stel mensen uit bij voorkeur de leiders van de infor mele groepen om eens te «tomen praten. De opkomst is soms teleurstel-Istandigheden waren, 'die hij de moeite RECTOR C. L. D. J. KRAMER (Foto Hollands) zijds en zijn onbuigzaamheid anderzijds heeft hij zich mede door zijn „savoire vivre" veler sympathie weten te ver werven. Rector Kramer is. zoals hij zelf toegeeft, een „merkwaardig" man. Ener zijds staat hij midden in het leven en is hij bijzonder modern in zijn opvattin gen, en anderzijds gaat hij helemaal op in de archeologie. Dit laatste moge wel blijken uit zijn lidmaatschap van net hoofdbestuur van „Brabants Heem", van de historische sectie van het Provinci aal Genootschap voor Kunsten en We tenschappen, van de Historische kring „Oranjeboom" en van de Werkgemeen schap voor de Historie van de Kempen. Bovendien is hij nog verbonden aan het Oudheidkundig Bodemonderzoek in Ne derland en geniet hij bekendheid als de auteur van verscheidene geschiedkundi ge publikaties. Thans in Hulst gevest'gd verdiept hij zich volop in de rijke his torie van deze oude stad en Zeeuwsch- Vlaanderen. Een andere hobby van de rector is knutselen, waarbij hij een voor liefde aan de dag legt voor thermome ters, waarvan in zijn woonkamer een ruim één meter groot exemplaar nangt. Het is een bijzonder oud exemplaar, dat hoe opvallend .ook, in deze omgeving temidden van antiek niet misstaat Wel licht is het de liefde van rector Kramer voor al wat oud is, dat hij zich als rector van het bejaardencentrum in Hulst zo op zijn plaats voelt en met de oudjes zo goed over weg kan. Die liefde voor het oude geldt echter niet het ge bouw. Vooral na de brand eind vorig jaar is het zijn liefste wens, dat spoedig begonnen kan worden met de bouw van een nieuw, modern geoutilleerd bejaar dencentrum, ter hoogte van ,,'t Jager tje" benoorden Hulst. Overigens is het werk van een rector in een tehuis voor ouden van dagen niet zo gering als men oppervlakkig gezien wellicht zou denken. Bejaarden hebben meer behoefte aan geestelijke bijstand en eisen nu eenmaal ook meer tijd op Rector Kramer heeft er dan ook zijn handen aan vol. Hij wordt bij zijn werk echter geholpen door zuster Maria, die zuster Laetentia als overste is opgevolgd en door de vice-overste. zuster Alphon- sia. P)e muizeval van de politieke unie der zes landen, die thans het kleine stukje romp-Europa uitmaken, staat nog altijd open. Ze dringen nu uit Bonn weer berichten door, die zeggen dat kan selier Erhard nog altijd achter de schermen voor een conferentie der zes regeringsleiders over de versterking der politieke samenwerking zit te ijveren. De Duitser heeft kort geleden een hink-stap-sprong naar de hoofd steden der partners gemaakt en wij hadden een stille hoop, dat men hem bij die gelegenheid deze gedachte wel uit het hoofd zou hebben gepraat. Ze ker in Den Haag, voor zover dat daar gepoogd is, is het kennelijk niet hele maal gelukt. Men moet zich afvragen of zo'n gebrek aan doorslaande kracht van Nederlandse argumenten niet het gevolg is van de tweeslachtigheid, waarin onze Europese politiek gevan gen zit sedert zij opmarcheert met een sterke partner, die beslist een andere kant op wil dan wij ons altijd hebben voorgesteld. Die tweeslachtigheid speelt de Nederlandse regering voort durend parten, zoals vorige week ook in het debat der buitenlandse com missie van de Tweede Kamer weer eens is gebleken. De daar geuite klacht dat de Neder landse ministers niet altijd met gelijke standpunten in de Europese arena tre den, is niet van inhoud gespeend. Het is wel heel moeilijk geworden het beeld te schetsen, dat men zich in Den Haag nu maakt van de Europese stand van zaken. Officieel heet het. dat gesprekken over een politieke unie der zes geen zin hebben, daar wij er niets voor voe len een politiek dak op de gemeen schappen te zetten en daarmee geheel en al onder Franse pannen te geraken. Minister Luns heeft er vaak voor ge pleit elk politiek beraad in breder ver band te organiseren en er ook Engeland en Scandinavië in te betrekken. Het is duidelijk dat zo'n breed opgezette politieke samenwerking met Britse zin voor pragmatiek en afkeer van insti tutionele keurslijven in elkaar ge schroefd zou moeten worden. Maar het is ons dan toch liever dan een echte unie, die op te smal voetstuk zou rusten en die bovendien geheel en al op de wensen van de Franse deel genoot zou zijn afgestemd. Tot zover is de zaak duidelijk genoeg en het heet telkens dat er in Nederland over deze hoofdzaak geen grote verschillen van mening bestaan. Maar als onze be windslieden in het detailwerk treden staan zij telkens opnieuw voor de moeilijkheid dat elk steentje waarmee De Gaulle de gemeenschappen laat uit bouwen ertoe bijdraagt het de facto bestaan van zijn Gaullistisch Europa te versterken. De steentjes zijn zo glinsterend, dat vaak een minister ze niet graag ter zijde legt, vooral als ze in zijn ressort toevallig wel passen. De steentjes zijn overigens zo klein, dat men het odium van de vervelende jon gens op zich zou laden door ze telkens maar weer weg te schuiven. Het is in het commissie-debat door staats secretaris De Block dan ook toegege ven, dat men wel eens wat toegeeft, om bij De Gaulle niet in een slecht blaadje te komen, of als saboteur te worden aangezien. Dit lijkt ons een slecht argument en het bemoedigt ons het van regerings zijde te horen. Want onze Europese in zichten eisen nu eenmaal van ons, dat wij saboteurs zijn van de Gaullistische visie. Het is beter daar rond voor uit te komen dan ons te laten afschrikken als De Gaulle een lange neus begint te trekken. Als Erhard weer eens een politiek visje zou uitwerpen om De Gaulle een kabeljauw te laten vangen, laten wij dan een antwoord zonder bijzinnen for muleren. (Van onze verslaggever) Dat Z.E. mr. E. H. Toxopeus, de minister van Binnenlandse Zaken, wel meer met „het bijltje" heeft gehakt, kon men gistermiddag te Kloetinge vaststellen, toen hij daar de opening van het nieuwe gemeentehuis verrichtte, door met een bijltje in één slag het touw door te hakken dat de deuren van het nieuwe gemeentehuis dicht hield. Aan de grens van de gemeente waren de minister en zijn echtgenote en de com missaris der koningin in Zeeland jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, voordien ontvangen door de burgemeester van Kloetinge, mr. H. N. baron Schimmelpen- ninck van der Oye en door de plaatse lijke muziekvereniging Excelsior, die het hoge bezoek vooraf ging naar het ge meentehuis. Hier werd door de Kloeting- se kinderen o.l.v. mej. Pairoux, onderwij zeres aan de openbare lagere school, een zanghulde gebracht. In zijn openingsrede zei mr. Toxopeus dat er bij de opening een tweetal om- .standigheden waren, die hij de moeite lend. Zeker in het begin. Maar als je Iwaard vond om even bij stil te blijven hij „het precedent" en de tweede omstan digheid „de gewekte verwachting". staan. De eerste omstandigheid noemde dat misschien de verwachting is gewekt bii b»t wrpefiriorit» on Ho t^rooHo nmetan. <jat hij weer neen zal zeggen tegen dit plan verklaarde mr. Toxopeus, dat hij over het thans ter tafel liggende plan nog geen mening heeft gevormd. Uit zijn opening van het nieuwe gemeentehuis mag dan ook niet een bepaalde mening worden afgeleid. Hij zei slechts zo onge veer te weten wat het herindelingsplan behelst, maar nog niet definitief op de hoogte te zijn. Hij zei over deze materie nog een mening te moeten vormen. Wel zei de minister, dat in deze tijd van een verdergaande technische ontwik keling en groeiende bevolking steeds meer zaken centraal ter hand worden ge nomen. „Het is de taak van een minister dit centraliseren tot het noodzakelijke te beperken. Maar we zien nu een ontwik keling waarin het westen vol dreigt te groeien en Zeeland zal in zijn ontwikke ling moeten worden gestimuleerd" aldus de minister ..en daarom kan het mo ment' komen dat grotere eenheden nood zakelijk zijn". Volgens de minister heeft Kloetinge de wijsheid en het inzicht in deze materie om tot een goede besluit vorming t.a.v. de herindelingsplannen te komen. Hij zei dit ook van de andere gemeenten te verwachten. Het nieuwe ge meentehuis noemde hij een smaakvol en sober geheel, dat plezierig is om in te wei ken. De minister noemde het voor de ge meente een vreugdevolle zaak als een nieuw gemeentehuis wordt geopend om dat hiermee voorzien wordt in een leem te. In Nederland worden echter vele ge meentehuizen geopend en de minister noemde het een onmogelijkheid om al die gemeentehuizen persoonlijk te gaan ope nen. Daarom doet hij dat slechts af en toe. Voor het persoonlijk openen van het nieuwe gemeentehuis te Kloetinge zei hij voldoende redenen te hebben. Des tijds heeft de minister n.l. zelf de raads vergadering van Kloetinge bijgewoond, waarin de herindeling van Kloetinge ter sprake kwam. Doof deze herindeling zou n.l. Goes meer ruimte worden verschaft. Minister Toxopeus zei destijds in die raadsvergadering een wijsheid te hebben beluisterd en een bekwaamheid te heb ben geconstateerd, die in niet geringe mate hebben bijgedragen tot het niet aan vaarden van het herindelingsplan door de minister. Het wijze en bekwame beleid van het gemeentebestuur was voor de minister tevens aanleiding om persoon lijk het nieuwe gemeentehuis te openen. Over het feit, dat door de opening van het nieuwe gemeentehuis te Kloetinge, de minister een bepaalde mening kenbaar zou maken t.a.v. het herindelingsplan voor de gemeenten op Zuid-Beveland en De commissaris van de koningin jhr. mr. A. F. C de Casembroot ging dieper in op de geschiedenis van de gemeente Kloetinge, die pas voor het eerst in 1216 in de geschiedenis wordt genoemd. Ove rigens is die geschiedenis over het alge meen zeer rustig verlopen. Slechts één vreemde daad kwam er in voor, aldus de commissaris der koningin en dat was in 1672 toen de ambachtsheren een stuk van Kloetinge aan Goes verkochten. Over de grenswijziging wilde de commissaris niet praten, anders, zo zei hij, is mijn goede humeur bedorven. De commissaris vond de inrichting van het nieuwe gemeentehuis netjes. Hij was blij geen schilderijen te zien die een toelichting nodig hebben, zoals hij het uitdrukte. Burgemeester mr. H. N. baron Schim- melpenninck van der Oye, schetste uit voerig de geschiedenis van de diverse zetels van het Kloetingse gemeentebe stuur. Het gebouw van het nieuwe ge meentehuis is het totaal verbouwde en vernieuwde gebouw van de pastorie naast de gemeentesecretarie. Deze voormalige pastorie werd in 1961 door het gemeen tebestuur aangekocht voor ruim f 24000. De verbouwings- en moderniseringskos- ten hebben ruim f 175.000 bedragen zodat aldus de burgemeester, thans voor een koopje een nieuw gemeentehuis tot stand is gekomen, dat aan de eisen van de tijd voldoet. De verhouding tussen Goes en Kloetin ge noemde de burgemeester bijzonder goed. Dit feit werd ook door de burge meester van Goes, mr. F. Hubcr bena drukt. Mr. Huber zei de indruk te heb ben. dat de realisatie van de herinde lingsplannen nog wel een hele tijd zal uit blijven omdat steeds nieuwe gemeente huizen worden geopend en nieuwe bur gemeesters worden benoemd. Hij vond een goede nabuurschap net zo belang rijk. Verder werden door de raadsleden, het gemeentepersoneel, de Kloetingse verenigingen en de bevolking van Kloe tinge waardevolle geschenken aangebo den. Woensdag drie juni is het feest voor de genodigden, collega's en vrienden van de rector. Op het einde van de morgen en in het begin van de middag recipi- eert de jubilaris in de bestuurskamer van het bejaardencentrum, waarna een diner voor de genodigden én een feestje voor „het huis". Donderdag vier juni wordt rector Kramer omstreeks het mid daguur gehuldigd in de zustersrefter. De bewoners van het Liefdehuis worden die dag op een filmavond getracteerd. Voordat rector Kramer, die vier okto ber 1914 in Oosterhout werd geboren, zich in Hulst vestigde, was hij kapelaan aan de Maria Hemelvaartparochie te Breda bij pastoor J. van Osta. In de perode daarvoor was hij geruime tijd kapelaan in Baarle-Nassau onder wijlen pastoor J. Vekemans, en daarvoor was hij onderpastoor in het Belgische Zand vliet, waai- pastoor J. Moors nog steeds de parochieherder is. Het laat zich aan zien, dat ook van de zijde van de vroe gere standplaatsen van rector Kramer, gezien de vele vrienden, die hij zich daar gemaakt heeft, veel belangstelling voor zijn zilveren priesterjubileum zal worden getoond. Op 27 juni a.s. zulles op het terrein aan de Bosschestraat te Stoppeldijk in de gemeente Vogelwaarde de jaarlijkse brandweerwedstrijden voor de korpsen uit Oost-Zeeuws-Vlaanderen worden ge houden. Tijdens de wedstrijden zullen de korpsen van Vogelwaarde, Zuiddorpe, St, Jansteen, Axel, Sas van Gent, Sluis kil, Hulst, Terneuzen, Zaamslag en Hoek vertegenwoordigd zijn. Voorts zal worden deelgenomen door de bedrijfs groepen van de A.Z.C. te Sluiskil, de Glasfabriek, de Eerste Coöperatieve Suikerfabriek en de N.V. Centrale Sui kermaatschappij te Sas van Gent. Als wedstrijdleider zal optreden de heer Van Ooijen. bedrijfsbrandweercom- mandant van „De Schelde" te Vlissin- gen. Deputaties van de deelnemende ploe gen zullen 's morgens op het gemeente huis van Vogelwaarde te Stoppeldijk door het gemeentebestuur worden ontvangen. De burgemeester zal na afloop, om on geveer zes uur, de prijzen uitreiken. ■y^/EINIG mensen zullen stilzwijgend voorbijgaan aan het overlijden van de minister-president van India. Al kunnen de meningen verdeeld zijn over de vraag of hij een groot staatsman was, een grote persoonlijkheid was hij in elk geval. Zijn leven werd getekend door een oprecht idealisme, dat som migen deed schamperen en anderen argwanend maakte, maar dat in elk geval duidelijk blijk gaf van een eer lijke en bewogen visie op mens en maatschappij. Nehroe heeft het niet gemakkelijk gehad. Hij heeft moeten vechten voor de onafhankelijkheid van zijn land en toen het eenmaal onafhankelijk was, zag hij zich voor de gigantische taak gesteld India leefbaar te maken voor de geringen. Niet alleen het gebrek aan middelen baarde hem daarbij zor gen, maar ook de tegenkanting van godsdienstige fanatici, die weigerden de sociale scheidslijnen op te ruimen, eerste voorwaarde voor maatschappe lijke sanering van dit immense gebied. Nochtans heeft hij veel voor India bereikt. Er is een ontwikkeling op gang gebracht die niet meer te stuiten is. Men mag hopen dat een even sterke persoonlijkheid als Nehroe verdere im pulsen zal geven aan de economische er. sociale gezondmaking van het land. Nehroe heeft overigens, als zoveel grote figuren in de geschiedenis moe ten ervaren dat eerlijk idealisme in conflict kan komen met praktische si tuaties. Het neutralisme dat hij als leerling van Gandhi predikte had an dere beweegredenen dan de bedenke lijke „partijloosheid" van een Nasser of een Soekarno. Het werd minder door berekening ingegeven dan door de waarachtige overtuiging dat geweld loze politiek de hoogste wijsheid is. Het Chinese expansionisme noodzaak te hem deze overtuiging prijs te geven. De geestelijke schok die daarvan het gevolg was, kan misschien mede ver klaren waarom zijn gezondheid de laatste jaren snel achteruitging. Men moet van sommige figuren zeg gen dat, hoe ook hun ideeën beoor deeld werden, hun houding onverdeeld bewondering verdiende. Nehroe was zo'n figuur. HET ZOEKEN naar slachtoffers van de brand in kasteel Wegimont bij Luik werd gisteren onderbroken wegens akuut in stortingsgevaar. Negen lijken waren ge borgen. Naar zes anderen zoekt men nog. De brand eiste zoals bekend zeventien levens.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 5