-h 4t~* E Spitfires en Hunters onder de tropenzon ,,PAPUA AIR FORCEPIONIERT Spitfiresquadron komt eindelijk „naar huis A N MANNEN IN SPITFIRES (Ill-slot) 14 E SERVICE 15 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 23 MEI 1964 15 6 p.k. 5 p.k. nd 18 p.k. et 3.5 p.k. p.k. 65 p.k. en U aan- -verkoop- ngegeven. strekt. JW-WITTE POMPEN b klas 8e lijst 10 1223 1379 2603 3776 7714 U 1963 2886 3911 4080 4699 419 1U991 11532 12637 12844 18413 19700 19940 12 470 540 53 281 314 106 325 346 61 907 918 550 513 521 71 472 653 86 355 369 85 377 433 33 387 408 74 93 217 231 693 704 769 613 652 321 391 400 488 980 585 810 659 712 416 441 525 627 422 446 318 402 671 716 394 467 557 573 858 966 747 887 500 554 765 804 486 680 515 542 61 788 14 963 51 076 38 347 '11 736 '85 >7 061 14 273 26 542 52 784 31 935 59 070 54 271 451 )9 716 56 115 30 233 03 612 J6 983 19 223 02 539 51 753 75 908 35 143 496 508 621 657 879 916 131 167 430 435 651 689 967 997 136 150 463 514 738 761 056 085 200 210 499 533 888 941 082 083 269 282 637 657 793 820 827 843 851 990 995 087 118 125 127 268 349 369 485 512 518 748 779 802 819 913 069 098 139 145 207 276 296 298 315 345 578 589 615 620 662 794 800 802 856 884 109 128 146 174 196 282 287 307 323 365 456 478 495 516 532 724 740 744 759 844 120 129 135 318 333 353 676 682 732 991 992 997 259 363 384 600 602 617 771 774 793 920 167 279 298 530 552 553 688 689 702 950 263 306 308 443 489 501 712 738 753 136 147 395 427 825 832 394 419 657 679 802 830 326 350 574 579 713 741 336 339 506 583 774 863 171 182 519 535 774 843 086 089 256 262 546 547 970 982 110 124 331 403 787 791 188 266 283 553 585 600 902 092 135 141 294 306 351 562 605 673 162 177 186 443 465 548 920 933 992 Ruime sortering buitenboordmotoren, speed- en toerboten Mercury-dealer voor Zeeland telefoon 01100—7383 MOTOREN DE O VER WINNING ssKSfóf/.*. s ww v Op oudejaarsdag 1944 arriveerde het grondpersoneel van 322-squadron op Neder landse bodem. De tijdens de oorlog door de Duitsers aangelegde vliegbasis Woens- drecht bij Bergen op Zoom zou het nieuwe tehuis van het 322-squadron worden. Voor de mannen die hun ouders en familie in het bevrijde zuiden hadden wonen, was de komst op Woensdrecht een blij weerzien na vijf en voor sommigen méér jaren, die niet de rustigste waren geweest. X Biggin Hill wachtte het squadron beter weer af. Behalve de kerstdagen vierden de vliegers ook nieuwjaar in Engeland. Pas op 3 januari klaarde het weer op en arriveerden de Spits op Woensdrecht. Het Nederlandse squa dron kon aan zijn taak beginnen. Woensdrecht was gedeeltelijk vernield en verkeerde in slechte staat, maar en dat werkte op velen stimulerend hef lag op eigen bodem. De nieuwe Spitfire XVI feitelijk een versie van de IX, spéciaal uitgerust voor zijn tactische taak bleek een niet zo beste motor te hebben en er deden zich dan ook ernstige ongelukken voor als gevolg van exploderende compressors. Nog afgezien van deze feiten werd de winter van 1944/45 ook voor het squadron de moeilijkste van de hele oorlog. ,J?ieter" een Nederlandse Spitfire- piloot wiens naam niet bekend ge maakt wordt, daar zijn familie nog in bezet Holland vertoeft toen hij neer dook achter de Duitse linies. Het pro jectiel scheurde een groot gat in de staart van de Spitfire en stelde hem buiten werking. Gevaarlijk laagvlie gend slaagde Pietererint terug te vliegen en veilig te landen". TVE eerste vlieger die sneuvelde, ope- rerend van Nederlandse bodem, was sergeant C. Kooy. Dat gebeurde toen het squadron op 28 januari een school voor saboteurs bij Doorn aanviel, samen met No. 66 squadron dat ook deel uit maakte van No. 132 Wing. Sergeant Kooy kwam laag op zijn doel invliegen toen de zware bom waar mee zijn Spitfire geladen was, te vroeg ontplofte. De school werd vernield. Hoewel sneeuw en mist de vliegtuigen regelmatig aan de grond hielden, wer den er tal van activiteiten ontplooid. Het offensief was na de mislukking bij Arnhem vastgelopen aan de oevers van de grote rivieren, maar de Duitsers werd geen moment rust gegund. Als het weer het toeliet stegen de honderden Spitfires, Typhoons, Tem pests en Mosquito's van de tweede tac tische luchtmacht op om overal in Ne derland en westelijk Duitsland troepen en doelen te bestoken. In februari werd het weer aanmer kelijk beter. Er werden weer bommen werpers geëscorteerd. Met zesendertig Mitchells trokken de Spits van 322 naar Zwolle waar de spoorbrug gebombar deerd moest worden. Een pijnlijke ope ratie was het escorteren van Mitchells en Bostons naar Deventer waar ook een spoorbrug gebombardeerd moest worden (6 februari). Met lede ogen moesten de Nederlandse vliegers aanzien dat het grootste deel van de bommen- last in de stad terecht kwam... De derde februari verloor het squa dron het tweede lid in Nederland. Lui tenant J. G. Koes verongelukte tijdens een gewone oefenvlucht. QP 8 februari begon het Eerste Ca- nadese leger vanuit het gebied bij Nijmegen tussen Maas en Rijn de aanval op de noordelijke vleugel van de Siegfriedlinie. De operatie „Verita ble" samen met „Grenade" van het Negende Amerikaanse Leger welke op 23 februari vanuit het gebied bij de Roer begon, een reusachtige tang vor mend was begonnen. Voor 322, ope rerend voor Veritable, betekende dit een aanmerkelijke intensivering van het gewapend verkennen- Samen met 127 squadron bestookte het squadron al op de eerste dag van de operatie een Duit se versterking in de oostelijke dijk van de Maas, welke buiten artilleriebereiK lag met bommen van 500 en 250 pond. Het luchtafweer deerde de Spits niet en zij hadden zoveel succes met hun aan val dat de Canadese bevelhebber seinde: ,,De aanval was een volledig succes. Alle leden van het squadron kunnen er trots op zijn dat zij hebben bijge dragen tot het succes van deze op dracht". "piF en dertien februari waren be wogen dagen voor het squadron. Meermalen vlogen kleine seclies vliegtuigen uit voor gewapende verken ningen boven Nederland. Een gewapen de verkenning hield in dat doelen wel ke werden opgespoord meteen vernietigd dienden te worden. Tijdens een derge lijke opdracht sneuvelde luitenant E. Ditmarsch, een bij het 322 squadron ge detacheerde marinevlieger. Ditmarsch werd het laatst gezien toen hij op pen vijandelijk voertuig neerdook. Later in de middag keerde sergeant A. J. Bary niet terug van een verkenning. Hij werd na de bevrijding echter teruggevonden in een ziekenhuis te Enschede. Luite nant P. Cramerus kwam er beter af. Zijn avontuur werd beschreven in Bulletin no6 van 2 maart 1945uit gegeven door 2nd TA-RAF: „Een 40 mm projectiel maakte bijna een ein de aan de loopbaan van luitenant jqAAGS daarna werd luitenant F. J. R. van Etfk het slachtoffer van een zogenaamde flak-trap. De Duitsers stelden soms schijndoden op, omgeven door veel luchtdoelgeschut. Een vlieger die op zo'n namaakdoel neerdook viel dan een hete ontvangst ten deel. Hoe wel de vliegers wisten dat in de om geving waarboven ze vlogen een flak- trap was, dook van Eijk onmiddelijk neer toen hy een motorvoertuig ontdek te. Nauwelijks aan zijn duikvlucht be gonnen barstte de hel los. Zijn sectie commandant trachtte nog in te grijpen door de afweerstellingen onder vuur te nemen en zo de schutters af te leiden van van Eijk, maar het was te laat. Hij zag dat van Ejjks Spitfire in brand stond en beval hem er uit te springen. Het laatste wat hy van moedige vlieger hoorde was: „Ik kan niet, ze hebben me in mijn henen geraakt. Van Eijk sneuvelde. Intussen verliep de operatie Veritable, gevolgd door Blockbuster, de doorsteek naar het gebied van Xanten, vlot en vol gens plannen en het Nederlandse Spit firesquadron, inmiddels opererend van af het gloednieuwe maar primitieve vliegveld bij Schijndel, had er ruim schoots zijn aandeel in. Sinds de overkomst uit Engeland had het squadron onder een Engels commandant geopereerd die majoor van Eendenburg was opgevolgd. Op 2 maart werd de Britse commandant squadronleader O'Neill, bevorderd tot wingcommander en opgevolgd door majoor Bob van der Stok, tot dan squadronleader van het 94e squadron. ■yAN der Stok begon al spoedig met het vervangen van moegevlogen vlie gers en zo kwam het dat in de laatste fase van de oorlog weer een groot aantal Britse vliegers in 322 vlo gen, want Nederlandse jachtvliegers wa ren niet meer zo royaal beschikbaar. In de nacht van 8 op 9 maart eindig de, met de val van Xanten, de geslaag de operatie Blockbuster en kon men be ginnen aan de sprong over de Rijn, Kort voor de val van het stadje sneu velde luitenant J. Vlug tijdens een ver kenningsopdracht. Zijn toestel werd ten westen van Xanten teruggevonden. Voor de tweede keer kreeg het squa dron vliegtuigen te escorteren die lucht landingstroepen aanvoerden. „Varsity" was een luchtlandingsoperatie die de oversteek van de Rijn inleidde. De op mars naar het oosten, naar het hart van het Derde Rijk, werd voortgezet maar ook Nederland kwam aan de beurt, zij het dat de grote strategie weinig troe pen voor de bevrijding van het boven de rivieren gelegen deel van het land vrijliet. Het squadron opereerde bijna dagelijks boven Nederland en noordwes telijk Duitsland, voor de troepen uit. Nederlandse Spitfires voerden aanval len uit op stafkwartieren bij Arnhem en Zutphen. Het afweervuur was hevig. Bij de laatstgenoemde aanval werd ser geant-majoor H. C. Cramm afgeschoten en later bleek dat hij gesneuveld was. Anderen konden met zwaarbeschadigde Voor degenen die hun familiele den in het bevrijde zuiden hadden wonen betekende de overplaatsing van 322-squadron naar de vlieg basis Woensdrecht een blij weer zien na donkere jaren. kisten nog veilig de eigen linies berei ken. J~jE eerste april staat de 322-ers ook onuitwisbaar in het geheugen ge grift. In het gebied Deventer-Zwolle- Meppel-Lingen-Hengelo moesten gewa pende verkenningen worden verricht. Er was zeer veel en goed gericht afweer vuur. Van de vyf secties van twee keer den vier vliegers niet terug. Luitenant A. A. Homburg sneuvelde in de omge ving van Borne. Homburg had in de oorlog zijn sporen al verdiend. Hij was tweemaal Engelandvaarder en als para chutist by de Geheime Dienst had hy voortreffelijk werk gedaan. Dit was ook de reden dat Homburg hij 3^2 onder valse naam en derhalve met vervalste papieren vloog. Mocht liy ooit in handen van de Duitsers vallen was het zaak dat die niet wisten wie zij in werke- lykheid voor zich hedden. Sergeant-majoor van Roosendaal werd gevangen genomen maar ontsnapte. En kele dagen later bereikte hij het squa dron weer. Luitenant M. J. Janssen werd zwaar gewond tijdens een noodlan ding maar wist niettemin een vooruitge schoven Canadese post te bereiken. De luitenant L. M. W. Hendrikx tenslotte, werd bij de bevrijding van Apeldoorn daar in een ziekenhuis gevonden. Op 18 april maakte het squadron ook in andere zin de sprong over de rivie ren: het werd overgeplaatst naar de vliegbasis Twenthe. waar het ook in na oorlogse jaren nog zo vaak verkeren zou. Drukke weken volgden. Op de 23ste april verongelukte de (Britse) luitenant K. Norman. Eind april moesten de vliegers, wegens slecht weer, gedwon gen rust nemen. Het hele squadron ver trok tijdens deze periode naar het Duit se vliegveld Varrelbusch, waar met ge mengde gevoelens de Nederlandse vlag werd gehesen. Het Nederlandse Spitfire squadron was in Duitsland na een lange en moeilijke weg te hebben afgelegd. TAE oorlog liep ten einde. Ingedeeld nu bij No. 131 Wing (Polen) zette 322 nog enkele dagen zijn verken- ningswerk voort. De laatste aanval van het Dutch Spitfire Squadron vond plaats op 4 mei. In de buurt van de Weser- mond werden vijftien tankwagons onder handen genomen. Die dag kwamen de Duitsers bij Montgomery over de capi tulatie praten... De laatste operationele- opdracht van het 322 squadron vond plaats op 7 mei 1945: een patrouille hoven Bremen. Ko lonel b.d. Tammes concludeert in zijn studie over de Engelse periode van de militaire luchtvaart: „Met het volbren gen van deze opdracht had No, 322 squadron vanaf zijn oprichting 4896 ope rationele vluchten volbracht in 6382 vlieguren. Het heeft zyn aandeel gehad in vele operaties ten koste van zeven tien gesneuvelde of dodelyk verongeluk te vliegers en heeft de naam van de militaire luchtvaart hooggehouden. Be treurenswaardig was, dat het 18e slacht offer hij het squadron viel tydens de overwinningsparade op 8 mei toen de Britse vlieger kapitein D. J. Hunter dodelijk verongelukte". Tot zover kolo nel Tammes. TAE Spitfires met de oranje driehoek jes op de romp verdiende ten volle de eer deel te nemen aan overwinnings parades boven Berlijn, Brussel en.. Amsterdam toen het „Dutch" squadron in W-formatie vloog omdat het de ver jaardag was van de koningin. Geruime tijd nog verbleef 322 in Duits land. Op 15 augustus capituleerde ook Japan en was de oorlog helemaal afge lopen. Op zes oktober bereikte het squa dron het bericht dat het vanaf de vol gende dag slechts op papier zou voort bestaan. Aan de eerste en tevens meest roem volle periode van het Spitfiresquadron was een eind gekomen. Korte tijd later zou het herrijzen als het eerste squa dron van Nederlands nieuwe luchtmacht. "MU, twintig jaar later, inspireren de daden, de moed en de plichtsbe trachting van het 322 Dutch Spitfire Squadron nog altijd. Het wordt als een eer beschouwd bij het squadron te zijn ingedeeld. Nog steeds bestaat het squa dron, zij het momenteel ook weer als een nummer. In het najaar komt 322 „uit de ijskast" zoals dat heet en dan zal het op de vliegbasis Leeuwar den worden uitgerust met de nieuwe F 104 Starfighters. Het devies „Niet praten maar doen", is hooggehouden in de tweede wereldoorlog, in Indonesië, in Nieuw-Guinea en zelfs ook tijdens de minder spectaculaire perioden in Neder land zoals bijvoorbeeld in de ti.id toen 322 het Meteor-squadron der maand- vliegers was. Zij die sneuvelden worden door het squadron en de hele luchtmacht die er uit is voortgekomen, eerbiedig en dankbaar in gedachten gehouden. Zij vielen voor een goede zaak. Hun voorbeelden zullen worden nage volgd, mocht het onverhoopt toch no dig zijn, door de nieuwe jeugd", die weliswaar geen Spitfires gekend heeft maar met evenveel courage de Star fighters zal bemannen als die anderen hun trouwe Spitfires. WIM KOCK Op tien september 1947 vertrok het 322 Spitfiresquadron haastig samengesteld en voorbereid maar in naam het crack-squadron van de in opbouw zijnde Luchtstrijdkrach ten (LSK) naar de Oost. Er was weer werk aan de winkel. In feite verschilde het werk van 322 in Indonesië niet veel van de taak die het squadron gedurende de laatste maanden van de oorlog had uitgevoerd: Samen met de jachte- squadrons van de ML-KNIL, uitgerust met Kittyhawks en Mustangs ver leenden de 322-Spitfires luchtsteun bij zuiveringsacties, politionele ac ties en machtsvertoon. T^R kwam echter lets by. Tot mei 1945 was 322 een deel geweest van de machtige en door de oorlog wys geworden RAF-organisatie. Thans moest in Nederland een beroep worden gedaan op dezelfde pioniers geest welke in het begin van de lucht vaarteeuw „de Soesterbergers" had bezield om de LSK op te houwen. In Indonesië was de pioniersgeest dub- helhard nodig. En het is hiermee dat 322 ondanks voortreffelijk werk van de jachtvliegers toch de groot ste lauweren oogstte. Geestdrift kameraadschap en de wil om datgene, wat gedaan meest worden goed te doen bezorgde 't na oorlogse 322 een even goede reputatie als het RAF-squadron had genoten. De vluchtproduktie was enorm, daar tegenover het werk van het grondper soneel zwaar. Meer dan ooit trad in Indonesië (en later in Nieuw-Guinea) deze groep silent workers' op de voor grond. Onder de tropenzon werd de huid van een Spitfire zo heet dat je er eieren op kon bakken, maar de crewchief deed er zijn werk aan. Al leen al in 1948 voerde het squadron 812 opdrachten uit op 1507 sorties. De vliegtuigen hingen ruim 1463 uur in de lucht en dat waren dan toestellen, ge demonteerd in Indonesië aangekomen, die naderhand verstoken bleven van aanvoer van nieuwe onderdelen. Als er ooit wonderen werden verricht bij de luchtmacht, dan is het op Semarang geweest. Daarbij was 322 in Indonesië een happy squadron": het verloor niet één vlieger in acties of bij een ongeluk. TOEN het squadron op 7 oktober per m.s. „Sloterdijk" in Tandjong Priok arriveerde kon het niet direct in actie. De reeds vooruit gezonden Spitfires Mk IX stonden verpakt in kratten te wachten op opbouw. In afwachting van het klaren van dit enorme karwei werden de vliegers in gedeeld als co-pilots m het 19e trans portsquadron Dakota's. De omstandigheden waaronder de technische dienst moest werken wa ren uiterst moeilijk maar een voor een kwamen de Spits onder handen van ser geant-vlieger Bruggink die de kisten op Kali-Djati invloog en in december kon de commandant van de A-vlucht, de toenmalige kapitein-vlieger Thijssen met zijn formatie vertrekken naar Se marang om een deel van de taak van 120 (KNIL) squadron daar over te nemen. Al spoedig volgde de rest van het squadron en had de commandant majoor W. M. van den Bosih zijn eenheid compleet. VANAF de eerste dag dat de Spit fires op Semarang waren, wer den ze ingezet, veelal op verzoeken om luchtsteun of verkenning van de in de omgeving vam Semarang opereren de B-divisie. Doelen waren treinen, kampongs waar vijandelijke concen traties waren waargenomen, bruggen, wegen enz. Er werden vaak knappe staaltjes vliegkunst weggegeven en men raakte evenzeer vertrouwd met het nemen van risico's. Een rapport vermeldt laconiek dat op 7 oktober 1948 „een Spit een verkenning naar Tjepoe vloog in opdracht van de CML-Ops. Brand werd waargenomen op ongeveer 2 ki lometer n.o, van het station Tjepoe. Rook tot een hoogte van zesduizend voet. Er werd geen activiteit bij of in de omgeving van de brand waar genomen De bruggen waren intact Twee treinen reden in de richting van Soerabaja". Wat het rapport niet ver meldt is het feit dat de rit naar Tjepoe zowat aan de grens van de actieradius van een Spitfire lag, dat zo'n Spit. op zijn laatste druppels brandstof binnen zeilde. dat er onderweg geen gelegen heid was voor een behoorlijke noodlan ding, afgezien nog van het fe*t dat een vlieger kwam hij heelhuids beneden mogelijk in handen viel van de TNI en zij die in Indonesië waren toen, weten wat dat betekende. Herhaaldelijk beschermden de 322- Spitfires konvooien legerauto's, die on beschermd een al te gemakkelijk doel wit vormden voor de vijand. De tweede politionele actie van 19 december 1948 tot 9 januari begon met de grootste luchtoperatie die ooit „onder Nederlandse vlag" is gehouden. Relatief gezien even aarde de luchtbrug naar Djokja, waar de republikeinse upper ten zich be vond, de befaamde Berlijnse lucht brug van 1948 en in absolute cijfers: in twee dagen werd 500 ton over gevlogen en dit was gelijk aan het daggemiddelde van de Berlijnse luchtbrug. Alle beschikbare materieel werd in gezet: Dakota's. Mitchells. Kittyhawks, Mustangs. Spitfires, Austërs, Pipers. TAE operatie begon by het aanbreken van de dag. Om 3 uur 'snachts namen Dakota's op Semarang twee compagnieën para's aan boord die de opdracht hadden het vliegveld Magoe- wo van Djokja te nemen, waarna de overige troepen via de luchtbrug kon den worden overgebracht. De wegen naar Djokja waren nameiyk volledig vernield en een opmars zou zeker drie weken hebben geduurd. Boven een oorlogsschip van de marine dat voor de kust ten zuiden van Djokja op en neer hield, ontmoetten de Da- kota's hun jagersescorte. Om ongeveer half zeven de zon kwam juist op arriveerde de luchtarmada hoven Ma- goewo en van een hoogte van 350 voet sprongen de para's naar heneden. Rondom hen brak de hel los. Jagers en bommenwerpers waren begonnen met het verlenen met hun directe steun en ze deden dat met grote voortvarend heid en tumultueus lawaai De operatie verliep perfect. Hoog in de lucht cirkelde de B 25 Mitchell van waaruit de legercommandant geeneraal Spoor de D-dagoperaties gadesloeg. De republikeinen werden totaal ver rast, de met bommen ondermijnde startbaan was in korte tijd veilig, een grondcircuit werd uitgelegd en ander half uur nadat de para's werden ge dropt landden de eerste Dakota's met soldaten en voertuigen. In de middag al werden ir. Soekarno en de leden van zijn persoonlijke staf waaronder de commandant van de AURI, de repu blikeinse luchtmacht, per Mitchell naar elders overgebracht. Toen de zon onderging waren 126 sorties gevlogen, 26U0 man, tachtig jeeps, munitie water en levensmidde len overgevlogen. De volgende dag werd de luchtbrugoperatie voortgezet. De Spitfires van 322 squadron droegen „op schitterende wijze" bij tot het wel slagen van de operatie. Dit compliment van de zijde van ML-KNIL krijgt extra betekenis indien men weet dat tussen ML-KNIL en LSK weliswaar geen wer kelijke naijver bestond maar toch wel een sportieve prestigestrijd gevoerd werd. Beide hadden veel gemeen maar had den hun eigen roemruchte verleden en kwamen eigenlijk ook uit verschillende „nesten". Het is te betreuren dat in Nederland over de stryd van de ML-KNIL-squa- drons tydens en na de Japanse overval zo weiuig in ,,het moederland" bekend geworden is. OP 1 september 1949 staakte het Spitfiresquadron zijn operationele activiteiten en hetzelfde jaar nog re patrieerden vliegers en grondpersoneel per ss Tabinta. Op St.-Nicolaasavond waren ze thuis, veel ervaringen rijker. No 322-squadrón had weer een taak verricht die het tot eer strekte, hoe moeilijk 't ook was geweest. In Indone sië werd tenslotte geen echte oorlog ge. voerd. De politici mogen zich het hoofd hebben gebroken over de problemen die zich toen opstapelden, voor de man die moest helpen het gezag te hand haven en de orde te bewaren was het minstens even moeilijk en het strekt de 322'ers die er bij waren tot groter eer dan zij, vijftien jaar later bijna vol doende begrip op kunnen brengen voor politiek opportunisme en tegenover de buitenwereld niet dan met de grootste reserve over deze eervolle periode uit de roemruchte geschiedenis van het squadron spreken. Datzelfde geldt trouwens voor de Nieuw-Guineagan- gers. Goed tien jaar nadat 322 uit de Oost was thuisgekomen vertrok het squadron naar Biak. Toen echter waren er geen Spitfires meer. De beroemde jager uit de Battle of Britain, van de slagvelden van Eu ropa had afgedaan. Spitfires zUn nu nog slechts museum stukken. Er staat er een in Overloon en een op een hoge witte zuil voor de officiersmess van de vliegbasis Eind hoven. „Spitfeuer fluisteren Duitse toeristen elkaar toe als ze voor de kleine, ranke en nu vleugellamme ge weldenaar staan. Zó zit die naam er nog in aan de andere kant van onze Oostgrens. Sergeant-vlieger Drenth ver trouwde de Papoea's die hem op pikten toen hij boven zee zijn Hunter wegens motorstoring had moeten verlaten, niet erg. Ze ke ken vreemdvond hij. Enfinze deden hem niets en later ging Drenth zijn redders een fraaie oorkonde aanbieden. In een regen, massief en striemend, zoals alleen de tropen die kennen, stonden squadroncommandant Hassig en zyn verkeersleider langs de landings baan van Biak. Het gevoel van bezorgd heid dat hen ongeveer een half uur eer der had aangegrepen was al lang uitge groeid tot een knagend gevoel van angst. Angst voor het welzijn van een paar squadronmakkers. Vandaar dat zy langs de baan stonden in een grijze we reld van regen, zoveel regen dat er by wijze van spreken nog nauwelijks plaats was voor lucht. De smerigste kampong hond zou zich nog niet buiten hebben gewaagd maar de commandant en de verkeersleider van 322 Hunter-squadron stonden langs de baan. Te luisteren en te wachten "Wat voor kans had een Huntervlieger op de terugweg van Hollandia, voorbij het punt van no-return? Een return overigens die niet eens betekende dat er een uitwijkhaven was maar hoogstens een hard wateroppervlak, dicht bij de bewoonde wereld, in casu: Hollandia, Wat voor kans? En dan in dit weer? De commandant kende de risico's van de Hollandiamissies. Honderden mijlen vliegen over ondoordringbare gebieden zonder ook maar een uitwijkhaven, zon der kans mocht er iets gebeuren waardoor de vlieger zijn toestel moest verlaten, ooit nog teruggevonden te worden. Maar Hollandia had luchtver dediging nodig en 322 zorgde dat die er was. Zo goed en zo kwaad dat ging. Bij bakken bleef de regen doorstro men. Van de „mooiste startbaan van de Pacific" zoals de luchtmacht in Nieuw- Guinea de zelf aangelegde baan noem de, was niets te zien. Hadden ze niet beter in de radiokamer kunnen blijven? De radio had al veel te lang gezwegen. Het grootste deel van de tocht moesten de vliegers weliswaar radiostilte bewa ren maar het moment waarop ze con tact met de basis hadden moeten opne men was al zo lang verstreken. Plotseling heft de commandant het hoofd luisterend op en kijkt de ver keersleider aan. Was dat het geluid van straalmotoren? Heel even maar en heel zwak? Hoop op een goede afloop vlamt op en dantwee schimmen stuiven door het regengordijn. De motoren zijn nauwelijks hoorbaar maar de mannen langs de baan weten genoeg. Ze zijn er! Later, achter een koud biertje moeten de vliegers verslag uitbrengen. Waarom ze niets lieten horen en hoe ze het heb ben gefikst. ]V4idden I960 werd het 322 jacht- squadron opnieuw uitgekozen voor een moeilyke taak. Indonesië was zijn „confrontatiepolitiek" aan het ver hevigen en het zou wei eens kunnen zyn dat er op Nieuw-Guinéa luchtverdedi gingsjagers nodig waren. En dus ver trok het roemruchte spuadron inmid dels uitgerust met Hawker Hunters opnieuw naar de tropen. De omstandigheden waarin het squa dron op Nieuw-Guinea kwam te ver keren waren nog primitiever dan des tijds met de Spits in Kalidjati. Toch slaagde het squadron er in be trekkelijk korte tijd in zich te installe ren en de vereiste hoge graad van ge oefendheid en paraatheid te bereiken. De Hunter voldeed goed in de tropische hitte maar met de faciliteiten was het droevig gesteld. De actieradius van de lange-afstands-Hunter, uitgerust met extra brandstoftanks was „slechts" zes tienhonderd kilometer en Nieuw-Guinea was zóveel groter. Mannen van het squadron besloten overal de overblijfselen van Japanse startstrips te onderzoeken om te zien of er uitwijkhavens voor Hunters van te maken waren. Ze vonden er twee: Jef- man bij Sorong en een veldje bij Kaima- na. De vliegers moesten zich speciaal oefenen in het super-kort starten en landen. Maar het ging en tenslotte kon den Hunters zelfs Ceram bereiken. Me- rauke echter bleef ook toen nog buiten bereik. Enfin er kon gewerkt worden, gevlo gen en gewaakt maar vraag niet hoe. Nooit wellicht heeft een luchtmacht squadron onder dergelijke omstandighe den een zo grote prestatie geleverd als 322, dat dit overigens aan zijn verleden wel verplicht was. De squadronleden, zich bewust van hun taak, noemden hun eenheid al gauw de „Papua Air Force" en een blauwe maandag hebben de kleuren van de Pa- pua-vlag de hoekige kielvlakken der jagers gesierd. "C*venals alle strijdkrachten op Nieuw- Guinea stond 322 voor een delicate taak. Er was geen oorlog en het squadron was dan ook een soort ver lengstuk van de politiemacht. Op het ogenblik, nu de politici en de zakenlieden proberen voorzichtig de oude en bijna doorgesneden banden met Indonesië te verstevigen, praat men er ook bij de luchtmacht maar liever niet meer over. Hoe ze zich voelden, wat zij er van dachten. Bovendien ligt de hele zaak nog vers genoeg in ieders geheu gen. Niettemin: jezelf verdedigen mocht nog altijd en aldoor spitste het squadron zich toe op zijn luchtverdedigingstaak en ging tenslotte zelfs Hollandia nota bene vanuit Biak dat er maar liefst 535 kilometer vandaan lag beschermen. Erg effectief zou de luchtverdediging niet hebben kunnen werken. Maar het was alles wat 322 geven kon en het was véél. Trouwens, de grote baas van de Indo nesische strijdkrachten Nasoetion moet later in een vertrouwelijk gesprek eens hebben toegegeven dat de Hunters van Biak, Jefman en Kaimana hem weer houden hebben van luchtaanvallen op de voor zijn luchtmacht bereikbare ste den. En dat is al heel wat. Eén waar verhaaltje nog, typerend voor de verhouding tussen Nederland en Indonesië achter het politieke mist gordijn, alvorens dit helaas veel te korte verslag van een belangrijke periode in de 322-geschiedenis af te sluiten: Op Jefman zat een burgerverkeersleider die elke morgen zijn collega van de vijan delijke basis op Ambon opriep met on geveer de woorden „Goeiemorrgen so- bat? Wat voorr weerr hebben jullie daarr?" En als hij dan zijn informaties had gekregen, afsloot met: „Nou man, bedankt en wwacht maarr tot we je ko men verpletteren!" Tenslotte waren de verkeersleider van Jefman en die van Ambon oude sobats uit de Indische tijd. Het was een delicate, beroerde en on dankbare taak daar op Nieuw-Guinea. Roemloos niet. Ze hebben er wat goeds van gemaakt en Nasoetion hield zijn bommenwerpers thuis. W. K. i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 9