-h
4t~* E
Spitfires en Hunters
onder de tropenzon
,,PAPUA AIR FORCEPIONIERT
Spitfiresquadron komt
eindelijk „naar huis
A N
MANNEN IN
SPITFIRES
(Ill-slot)
14
E SERVICE
15
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 23 MEI 1964
15
6 p.k.
5 p.k.
nd 18 p.k.
et 3.5 p.k.
p.k.
65 p.k.
en U aan-
-verkoop-
ngegeven.
strekt.
JW-WITTE POMPEN
b klas 8e lijst
10 1223 1379 2603 3776 7714
U 1963 2886 3911 4080 4699
419 1U991 11532 12637 12844
18413 19700 19940
12 470 540
53 281 314
106 325 346
61 907 918
550 513 521
71 472 653
86 355 369
85 377 433
33 387 408
74
93 217 231
693 704 769
613 652
321 391
400 488
980
585 810
659 712
416 441
525 627
422 446
318 402
671 716
394 467
557 573
858 966
747 887
500 554
765 804
486 680
515 542
61 788
14 963
51 076
38 347
'11 736
'85
>7 061
14 273
26 542
52 784
31 935
59 070
54 271
451
)9 716
56 115
30 233
03 612
J6 983
19 223
02 539
51 753
75 908
35 143
496 508
621 657
879 916
131 167
430 435
651 689
967 997
136 150
463 514
738 761
056 085
200 210
499 533
888 941
082 083
269 282
637 657
793 820 827 843 851
990 995
087 118 125 127 268
349 369 485 512 518
748 779 802 819 913
069 098 139 145 207
276 296 298 315 345
578 589 615 620 662
794 800 802 856 884
109 128 146 174 196
282 287 307 323 365
456 478 495 516 532
724 740 744 759 844
120 129 135
318 333 353
676 682 732
991 992 997
259 363 384
600 602 617
771 774 793
920
167 279 298
530 552 553
688 689 702
950
263 306 308
443 489 501
712 738 753
136 147
395 427
825 832
394 419
657 679
802 830
326 350
574 579
713 741
336 339
506 583
774 863
171 182
519 535
774 843
086 089
256 262
546 547
970 982
110 124
331 403
787 791
188 266 283
553 585 600
902
092 135 141
294 306 351
562 605 673
162 177 186
443 465 548
920 933 992
Ruime sortering
buitenboordmotoren,
speed- en toerboten
Mercury-dealer
voor Zeeland
telefoon 01100—7383
MOTOREN
DE O VER WINNING
ssKSfóf/.*. s ww v
Op oudejaarsdag 1944 arriveerde het grondpersoneel van 322-squadron op Neder
landse bodem. De tijdens de oorlog door de Duitsers aangelegde vliegbasis Woens-
drecht bij Bergen op Zoom zou het nieuwe tehuis van het 322-squadron worden.
Voor de mannen die hun ouders en familie in het bevrijde zuiden hadden wonen, was de
komst op Woensdrecht een blij weerzien na vijf en voor sommigen méér jaren, die
niet de rustigste waren geweest.
X
Biggin Hill wachtte het squadron beter weer af. Behalve de kerstdagen
vierden de vliegers ook nieuwjaar in Engeland. Pas op 3 januari klaarde
het weer op en arriveerden de Spits op Woensdrecht. Het Nederlandse squa
dron kon aan zijn taak beginnen.
Woensdrecht was gedeeltelijk vernield en verkeerde in slechte staat, maar
en dat werkte op velen stimulerend hef lag op eigen bodem. De nieuwe
Spitfire XVI feitelijk een versie van de IX, spéciaal uitgerust voor zijn
tactische taak bleek een niet zo beste motor te hebben en er deden zich
dan ook ernstige ongelukken voor als gevolg van exploderende compressors.
Nog afgezien van deze feiten werd de winter van 1944/45 ook voor het
squadron de moeilijkste van de hele oorlog.
,J?ieter" een Nederlandse Spitfire-
piloot wiens naam niet bekend ge
maakt wordt, daar zijn familie nog in
bezet Holland vertoeft toen hij neer
dook achter de Duitse linies. Het pro
jectiel scheurde een groot gat in de
staart van de Spitfire en stelde hem
buiten werking. Gevaarlijk laagvlie
gend slaagde Pietererint terug te
vliegen en veilig te landen".
TVE eerste vlieger die sneuvelde, ope-
rerend van Nederlandse bodem, was
sergeant C. Kooy. Dat gebeurde toen
het squadron op 28 januari een school
voor saboteurs bij Doorn aanviel, samen
met No. 66 squadron dat ook deel uit
maakte van No. 132 Wing.
Sergeant Kooy kwam laag op zijn
doel invliegen toen de zware bom waar
mee zijn Spitfire geladen was, te vroeg
ontplofte.
De school werd vernield.
Hoewel sneeuw en mist de vliegtuigen
regelmatig aan de grond hielden, wer
den er tal van activiteiten ontplooid.
Het offensief was na de mislukking bij
Arnhem vastgelopen aan de oevers van
de grote rivieren, maar de Duitsers
werd geen moment rust gegund.
Als het weer het toeliet stegen de
honderden Spitfires, Typhoons, Tem
pests en Mosquito's van de tweede tac
tische luchtmacht op om overal in Ne
derland en westelijk Duitsland troepen
en doelen te bestoken.
In februari werd het weer aanmer
kelijk beter. Er werden weer bommen
werpers geëscorteerd. Met zesendertig
Mitchells trokken de Spits van 322 naar
Zwolle waar de spoorbrug gebombar
deerd moest worden. Een pijnlijke ope
ratie was het escorteren van Mitchells
en Bostons naar Deventer waar ook
een spoorbrug gebombardeerd moest
worden (6 februari). Met lede ogen
moesten de Nederlandse vliegers aanzien
dat het grootste deel van de bommen-
last in de stad terecht kwam...
De derde februari verloor het squa
dron het tweede lid in Nederland. Lui
tenant J. G. Koes verongelukte tijdens
een gewone oefenvlucht.
QP 8 februari begon het Eerste Ca-
nadese leger vanuit het gebied bij
Nijmegen tussen Maas en Rijn
de aanval op de noordelijke vleugel van
de Siegfriedlinie. De operatie „Verita
ble" samen met „Grenade" van het
Negende Amerikaanse Leger welke op
23 februari vanuit het gebied bij de
Roer begon, een reusachtige tang vor
mend was begonnen. Voor 322, ope
rerend voor Veritable, betekende dit
een aanmerkelijke intensivering van het
gewapend verkennen- Samen met 127
squadron bestookte het squadron al op
de eerste dag van de operatie een Duit
se versterking in de oostelijke dijk van
de Maas, welke buiten artilleriebereiK
lag met bommen van 500 en 250 pond.
Het luchtafweer deerde de Spits niet en
zij hadden zoveel succes met hun aan
val dat de Canadese bevelhebber seinde:
,,De aanval was een volledig succes.
Alle leden van het squadron kunnen
er trots op zijn dat zij hebben bijge
dragen tot het succes van deze op
dracht".
"piF en dertien februari waren be
wogen dagen voor het squadron.
Meermalen vlogen kleine seclies
vliegtuigen uit voor gewapende verken
ningen boven Nederland. Een gewapen
de verkenning hield in dat doelen wel
ke werden opgespoord meteen vernietigd
dienden te worden. Tijdens een derge
lijke opdracht sneuvelde luitenant E.
Ditmarsch, een bij het 322 squadron ge
detacheerde marinevlieger. Ditmarsch
werd het laatst gezien toen hij op pen
vijandelijk voertuig neerdook. Later in
de middag keerde sergeant A. J. Bary
niet terug van een verkenning. Hij werd
na de bevrijding echter teruggevonden
in een ziekenhuis te Enschede. Luite
nant P. Cramerus kwam er beter af.
Zijn avontuur werd beschreven in
Bulletin no6 van 2 maart 1945uit
gegeven door 2nd TA-RAF: „Een 40
mm projectiel maakte bijna een ein
de aan de loopbaan van luitenant
jqAAGS daarna werd luitenant F. J.
R. van Etfk het slachtoffer van een
zogenaamde flak-trap. De Duitsers
stelden soms schijndoden op, omgeven
door veel luchtdoelgeschut. Een vlieger
die op zo'n namaakdoel neerdook viel
dan een hete ontvangst ten deel. Hoe
wel de vliegers wisten dat in de om
geving waarboven ze vlogen een flak-
trap was, dook van Eijk onmiddelijk
neer toen hy een motorvoertuig ontdek
te. Nauwelijks aan zijn duikvlucht be
gonnen barstte de hel los. Zijn sectie
commandant trachtte nog in te grijpen
door de afweerstellingen onder vuur te
nemen en zo de schutters af te leiden
van van Eijk, maar het was te laat.
Hij zag dat van Ejjks Spitfire in brand
stond en beval hem er uit te springen.
Het laatste wat hy van moedige vlieger
hoorde was: „Ik kan niet, ze hebben
me in mijn henen geraakt. Van Eijk
sneuvelde.
Intussen verliep de operatie Veritable,
gevolgd door Blockbuster, de doorsteek
naar het gebied van Xanten, vlot en vol
gens plannen en het Nederlandse Spit
firesquadron, inmiddels opererend van
af het gloednieuwe maar primitieve
vliegveld bij Schijndel, had er ruim
schoots zijn aandeel in.
Sinds de overkomst uit Engeland
had het squadron onder een Engels
commandant geopereerd die majoor
van Eendenburg was opgevolgd. Op 2
maart werd de Britse commandant
squadronleader O'Neill, bevorderd tot
wingcommander en opgevolgd door
majoor Bob van der Stok, tot dan
squadronleader van het 94e squadron.
■yAN der Stok begon al spoedig met
het vervangen van moegevlogen vlie
gers en zo kwam het dat in de
laatste fase van de oorlog weer een
groot aantal Britse vliegers in 322 vlo
gen, want Nederlandse jachtvliegers wa
ren niet meer zo royaal beschikbaar.
In de nacht van 8 op 9 maart eindig
de, met de val van Xanten, de geslaag
de operatie Blockbuster en kon men be
ginnen aan de sprong over de Rijn,
Kort voor de val van het stadje sneu
velde luitenant J. Vlug tijdens een ver
kenningsopdracht. Zijn toestel werd ten
westen van Xanten teruggevonden.
Voor de tweede keer kreeg het squa
dron vliegtuigen te escorteren die lucht
landingstroepen aanvoerden. „Varsity"
was een luchtlandingsoperatie die de
oversteek van de Rijn inleidde. De op
mars naar het oosten, naar het hart van
het Derde Rijk, werd voortgezet maar
ook Nederland kwam aan de beurt, zij
het dat de grote strategie weinig troe
pen voor de bevrijding van het boven
de rivieren gelegen deel van het land
vrijliet. Het squadron opereerde bijna
dagelijks boven Nederland en noordwes
telijk Duitsland, voor de troepen uit.
Nederlandse Spitfires voerden aanval
len uit op stafkwartieren bij Arnhem en
Zutphen. Het afweervuur was hevig. Bij
de laatstgenoemde aanval werd ser
geant-majoor H. C. Cramm afgeschoten
en later bleek dat hij gesneuveld was.
Anderen konden met zwaarbeschadigde
Voor degenen die hun familiele
den in het bevrijde zuiden hadden
wonen betekende de overplaatsing
van 322-squadron naar de vlieg
basis Woensdrecht een blij weer
zien na donkere jaren.
kisten nog veilig de eigen linies berei
ken.
J~jE eerste april staat de 322-ers ook
onuitwisbaar in het geheugen ge
grift. In het gebied Deventer-Zwolle-
Meppel-Lingen-Hengelo moesten gewa
pende verkenningen worden verricht. Er
was zeer veel en goed gericht afweer
vuur. Van de vyf secties van twee keer
den vier vliegers niet terug. Luitenant
A. A. Homburg sneuvelde in de omge
ving van Borne. Homburg had in de
oorlog zijn sporen al verdiend. Hij was
tweemaal Engelandvaarder en als para
chutist by de Geheime Dienst had hy
voortreffelijk werk gedaan. Dit was ook
de reden dat Homburg hij 3^2 onder
valse naam en derhalve met vervalste
papieren vloog. Mocht liy ooit in handen
van de Duitsers vallen was het zaak
dat die niet wisten wie zij in werke-
lykheid voor zich hedden.
Sergeant-majoor van Roosendaal werd
gevangen genomen maar ontsnapte. En
kele dagen later bereikte hij het squa
dron weer. Luitenant M. J. Janssen
werd zwaar gewond tijdens een noodlan
ding maar wist niettemin een vooruitge
schoven Canadese post te bereiken. De
luitenant L. M. W. Hendrikx tenslotte,
werd bij de bevrijding van Apeldoorn
daar in een ziekenhuis gevonden.
Op 18 april maakte het squadron ook
in andere zin de sprong over de rivie
ren: het werd overgeplaatst naar de
vliegbasis Twenthe. waar het ook in na
oorlogse jaren nog zo vaak verkeren
zou.
Drukke weken volgden. Op de 23ste
april verongelukte de (Britse) luitenant
K. Norman. Eind april moesten de
vliegers, wegens slecht weer, gedwon
gen rust nemen. Het hele squadron ver
trok tijdens deze periode naar het Duit
se vliegveld Varrelbusch, waar met ge
mengde gevoelens de Nederlandse vlag
werd gehesen. Het Nederlandse Spitfire
squadron was in Duitsland na een lange
en moeilijke weg te hebben afgelegd.
TAE oorlog liep ten einde. Ingedeeld
nu bij No. 131 Wing (Polen) zette
322 nog enkele dagen zijn verken-
ningswerk voort. De laatste aanval van
het Dutch Spitfire Squadron vond plaats
op 4 mei. In de buurt van de Weser-
mond werden vijftien tankwagons onder
handen genomen. Die dag kwamen de
Duitsers bij Montgomery over de capi
tulatie praten...
De laatste operationele- opdracht van
het 322 squadron vond plaats op 7 mei
1945: een patrouille hoven Bremen. Ko
lonel b.d. Tammes concludeert in zijn
studie over de Engelse periode van de
militaire luchtvaart: „Met het volbren
gen van deze opdracht had No, 322
squadron vanaf zijn oprichting 4896 ope
rationele vluchten volbracht in 6382
vlieguren. Het heeft zyn aandeel gehad
in vele operaties ten koste van zeven
tien gesneuvelde of dodelyk verongeluk
te vliegers en heeft de naam van de
militaire luchtvaart hooggehouden. Be
treurenswaardig was, dat het 18e slacht
offer hij het squadron viel tydens de
overwinningsparade op 8 mei toen de
Britse vlieger kapitein D. J. Hunter
dodelijk verongelukte". Tot zover kolo
nel Tammes.
TAE Spitfires met de oranje driehoek
jes op de romp verdiende ten volle
de eer deel te nemen aan overwinnings
parades boven Berlijn, Brussel en..
Amsterdam toen het „Dutch" squadron
in W-formatie vloog omdat het de ver
jaardag was van de koningin.
Geruime tijd nog verbleef 322 in Duits
land. Op 15 augustus capituleerde ook
Japan en was de oorlog helemaal afge
lopen. Op zes oktober bereikte het squa
dron het bericht dat het vanaf de vol
gende dag slechts op papier zou voort
bestaan.
Aan de eerste en tevens meest roem
volle periode van het Spitfiresquadron
was een eind gekomen. Korte tijd later
zou het herrijzen als het eerste squa
dron van Nederlands nieuwe luchtmacht.
"MU, twintig jaar later, inspireren de
daden, de moed en de plichtsbe
trachting van het 322 Dutch Spitfire
Squadron nog altijd. Het wordt als een
eer beschouwd bij het squadron te zijn
ingedeeld. Nog steeds bestaat het squa
dron, zij het momenteel ook weer als
een nummer. In het najaar komt
322 „uit de ijskast" zoals dat heet en
dan zal het op de vliegbasis Leeuwar
den worden uitgerust met de nieuwe
F 104 Starfighters. Het devies „Niet
praten maar doen", is hooggehouden in
de tweede wereldoorlog, in Indonesië,
in Nieuw-Guinea en zelfs ook tijdens de
minder spectaculaire perioden in Neder
land zoals bijvoorbeeld in de ti.id toen
322 het Meteor-squadron der maand-
vliegers was.
Zij die sneuvelden worden door het
squadron en de hele luchtmacht die
er uit is voortgekomen, eerbiedig en
dankbaar in gedachten gehouden. Zij
vielen voor een goede zaak. Hun
voorbeelden zullen worden nage
volgd, mocht het onverhoopt toch no
dig zijn, door de nieuwe jeugd", die
weliswaar geen Spitfires gekend heeft
maar met evenveel courage de Star
fighters zal bemannen als die anderen
hun trouwe Spitfires.
WIM KOCK
Op tien september 1947 vertrok
het 322 Spitfiresquadron haastig
samengesteld en voorbereid maar
in naam het crack-squadron van de
in opbouw zijnde Luchtstrijdkrach
ten (LSK) naar de Oost. Er was weer
werk aan de winkel.
In feite verschilde het werk van
322 in Indonesië niet veel van de
taak die het squadron gedurende de
laatste maanden van de oorlog had
uitgevoerd: Samen met de jachte-
squadrons van de ML-KNIL, uitgerust
met Kittyhawks en Mustangs ver
leenden de 322-Spitfires luchtsteun
bij zuiveringsacties, politionele ac
ties en machtsvertoon.
T^R kwam echter lets by. Tot mei
1945 was 322 een deel geweest
van de machtige en door de oorlog
wys geworden RAF-organisatie.
Thans moest in Nederland een beroep
worden gedaan op dezelfde pioniers
geest welke in het begin van de lucht
vaarteeuw „de Soesterbergers" had
bezield om de LSK op te houwen. In
Indonesië was de pioniersgeest dub-
helhard nodig. En het is hiermee dat
322 ondanks voortreffelijk werk
van de jachtvliegers toch de groot
ste lauweren oogstte.
Geestdrift kameraadschap en de
wil om datgene, wat gedaan meest
worden goed te doen bezorgde 't na
oorlogse 322 een even goede reputatie
als het RAF-squadron had genoten.
De vluchtproduktie was enorm, daar
tegenover het werk van het grondper
soneel zwaar. Meer dan ooit trad in
Indonesië (en later in Nieuw-Guinea)
deze groep silent workers' op de voor
grond. Onder de tropenzon werd de
huid van een Spitfire zo heet dat je
er eieren op kon bakken, maar de
crewchief deed er zijn werk aan. Al
leen al in 1948 voerde het squadron
812 opdrachten uit op 1507 sorties. De
vliegtuigen hingen ruim 1463 uur in de
lucht en dat waren dan toestellen, ge
demonteerd in Indonesië aangekomen,
die naderhand verstoken bleven van
aanvoer van nieuwe onderdelen. Als er
ooit wonderen werden verricht bij de
luchtmacht, dan is het op Semarang
geweest. Daarbij was 322 in Indonesië
een happy squadron": het verloor niet
één vlieger in acties of bij een ongeluk.
TOEN het squadron op 7 oktober
per m.s. „Sloterdijk" in Tandjong
Priok arriveerde kon het niet direct
in actie. De reeds vooruit gezonden
Spitfires Mk IX stonden verpakt
in kratten te wachten op opbouw.
In afwachting van het klaren van dit
enorme karwei werden de vliegers in
gedeeld als co-pilots m het 19e trans
portsquadron Dakota's.
De omstandigheden waaronder de
technische dienst moest werken wa
ren uiterst moeilijk maar een voor een
kwamen de Spits onder handen van ser
geant-vlieger Bruggink die de kisten
op Kali-Djati invloog en in december
kon de commandant van de A-vlucht,
de toenmalige kapitein-vlieger Thijssen
met zijn formatie vertrekken naar Se
marang om een deel van de taak van
120 (KNIL) squadron daar over te
nemen. Al spoedig volgde de rest van
het squadron en had de commandant
majoor W. M. van den Bosih zijn
eenheid compleet.
VANAF de eerste dag dat de Spit
fires op Semarang waren, wer
den ze ingezet, veelal op verzoeken
om luchtsteun of verkenning van de in
de omgeving vam Semarang opereren
de B-divisie. Doelen waren treinen,
kampongs waar vijandelijke concen
traties waren waargenomen, bruggen,
wegen enz.
Er werden vaak knappe staaltjes
vliegkunst weggegeven en men raakte
evenzeer vertrouwd met het nemen
van risico's. Een rapport vermeldt
laconiek dat op 7 oktober 1948 „een
Spit een verkenning naar Tjepoe vloog
in opdracht van de CML-Ops. Brand
werd waargenomen op ongeveer 2 ki
lometer n.o, van het station Tjepoe.
Rook tot een hoogte van zesduizend
voet. Er werd geen activiteit bij of
in de omgeving van de brand waar
genomen De bruggen waren intact
Twee treinen reden in de richting van
Soerabaja". Wat het rapport niet ver
meldt is het feit dat de rit naar Tjepoe
zowat aan de grens van de actieradius
van een Spitfire lag, dat zo'n Spit. op
zijn laatste druppels brandstof binnen
zeilde. dat er onderweg geen gelegen
heid was voor een behoorlijke noodlan
ding, afgezien nog van het fe*t dat een
vlieger kwam hij heelhuids beneden
mogelijk in handen viel van de
TNI en zij die in Indonesië waren toen,
weten wat dat betekende.
Herhaaldelijk beschermden de 322-
Spitfires konvooien legerauto's, die on
beschermd een al te gemakkelijk doel
wit vormden voor de vijand.
De tweede politionele actie van
19 december 1948 tot 9 januari
begon met de grootste luchtoperatie
die ooit „onder Nederlandse vlag"
is gehouden. Relatief gezien even
aarde de luchtbrug naar Djokja, waar
de republikeinse upper ten zich be
vond, de befaamde Berlijnse lucht
brug van 1948 en in absolute cijfers:
in twee dagen werd 500 ton over
gevlogen en dit was gelijk aan het
daggemiddelde van de Berlijnse
luchtbrug.
Alle beschikbare materieel werd in
gezet: Dakota's. Mitchells. Kittyhawks,
Mustangs. Spitfires, Austërs, Pipers.
TAE operatie begon by het aanbreken
van de dag. Om 3 uur 'snachts
namen Dakota's op Semarang twee
compagnieën para's aan boord die de
opdracht hadden het vliegveld Magoe-
wo van Djokja te nemen, waarna de
overige troepen via de luchtbrug kon
den worden overgebracht. De wegen
naar Djokja waren nameiyk volledig
vernield en een opmars zou zeker drie
weken hebben geduurd.
Boven een oorlogsschip van de marine
dat voor de kust ten zuiden van Djokja
op en neer hield, ontmoetten de Da-
kota's hun jagersescorte. Om ongeveer
half zeven de zon kwam juist op
arriveerde de luchtarmada hoven Ma-
goewo en van een hoogte van 350
voet sprongen de para's naar heneden.
Rondom hen brak de hel los. Jagers
en bommenwerpers waren begonnen
met het verlenen met hun directe steun
en ze deden dat met grote voortvarend
heid en tumultueus lawaai
De operatie verliep perfect. Hoog in
de lucht cirkelde de B 25 Mitchell van
waaruit de legercommandant geeneraal
Spoor de D-dagoperaties gadesloeg.
De republikeinen werden totaal ver
rast, de met bommen ondermijnde
startbaan was in korte tijd veilig, een
grondcircuit werd uitgelegd en ander
half uur nadat de para's werden ge
dropt landden de eerste Dakota's met
soldaten en voertuigen. In de middag
al werden ir. Soekarno en de leden van
zijn persoonlijke staf waaronder de
commandant van de AURI, de repu
blikeinse luchtmacht, per Mitchell
naar elders overgebracht.
Toen de zon onderging waren 126
sorties gevlogen, 26U0 man, tachtig
jeeps, munitie water en levensmidde
len overgevlogen. De volgende dag
werd de luchtbrugoperatie voortgezet.
De Spitfires van 322 squadron droegen
„op schitterende wijze" bij tot het wel
slagen van de operatie. Dit compliment
van de zijde van ML-KNIL krijgt extra
betekenis indien men weet dat tussen
ML-KNIL en LSK weliswaar geen wer
kelijke naijver bestond maar toch wel
een sportieve prestigestrijd gevoerd
werd.
Beide hadden veel gemeen maar had
den hun eigen roemruchte verleden en
kwamen eigenlijk ook uit verschillende
„nesten".
Het is te betreuren dat in Nederland
over de stryd van de ML-KNIL-squa-
drons tydens en na de Japanse overval
zo weiuig in ,,het moederland" bekend
geworden is.
OP 1 september 1949 staakte het
Spitfiresquadron zijn operationele
activiteiten en hetzelfde jaar nog re
patrieerden vliegers en grondpersoneel
per ss Tabinta. Op St.-Nicolaasavond
waren ze thuis, veel ervaringen rijker.
No 322-squadrón had weer een taak
verricht die het tot eer strekte, hoe
moeilijk 't ook was geweest. In Indone
sië werd tenslotte geen echte oorlog ge.
voerd. De politici mogen zich het hoofd
hebben gebroken over de problemen
die zich toen opstapelden, voor de man
die moest helpen het gezag te hand
haven en de orde te bewaren was het
minstens even moeilijk en het strekt
de 322'ers die er bij waren tot groter
eer dan zij, vijftien jaar later bijna vol
doende begrip op kunnen brengen voor
politiek opportunisme en tegenover de
buitenwereld niet dan met de grootste
reserve over deze eervolle periode uit
de roemruchte geschiedenis van het
squadron spreken. Datzelfde geldt
trouwens voor de Nieuw-Guineagan-
gers. Goed tien jaar nadat 322 uit de
Oost was thuisgekomen vertrok het
squadron naar Biak.
Toen echter waren er geen Spitfires
meer. De beroemde jager uit de Battle
of Britain, van de slagvelden van Eu
ropa had afgedaan.
Spitfires zUn nu nog slechts museum
stukken. Er staat er een in Overloon
en een op een hoge witte zuil voor de
officiersmess van de vliegbasis Eind
hoven. „Spitfeuer fluisteren Duitse
toeristen elkaar toe als ze voor de
kleine, ranke en nu vleugellamme ge
weldenaar staan. Zó zit die naam er
nog in aan de andere kant van onze
Oostgrens.
Sergeant-vlieger Drenth ver
trouwde de Papoea's die hem op
pikten toen hij boven zee zijn
Hunter wegens motorstoring had
moeten verlaten, niet erg. Ze ke
ken vreemdvond hij. Enfinze
deden hem niets en later ging
Drenth zijn redders een fraaie
oorkonde aanbieden.
In een regen, massief en striemend,
zoals alleen de tropen die kennen,
stonden squadroncommandant Hassig
en zyn verkeersleider langs de landings
baan van Biak. Het gevoel van bezorgd
heid dat hen ongeveer een half uur eer
der had aangegrepen was al lang uitge
groeid tot een knagend gevoel van
angst. Angst voor het welzijn van een
paar squadronmakkers. Vandaar dat zy
langs de baan stonden in een grijze we
reld van regen, zoveel regen dat er by
wijze van spreken nog nauwelijks plaats
was voor lucht. De smerigste kampong
hond zou zich nog niet buiten hebben
gewaagd maar de commandant en de
verkeersleider van 322 Hunter-squadron
stonden langs de baan. Te luisteren en
te wachten
"Wat voor kans had een Huntervlieger
op de terugweg van Hollandia, voorbij
het punt van no-return? Een return
overigens die niet eens betekende dat
er een uitwijkhaven was maar hoogstens
een hard wateroppervlak, dicht bij de
bewoonde wereld, in casu: Hollandia,
Wat voor kans? En dan in dit weer?
De commandant kende de risico's van
de Hollandiamissies. Honderden mijlen
vliegen over ondoordringbare gebieden
zonder ook maar een uitwijkhaven, zon
der kans mocht er iets gebeuren
waardoor de vlieger zijn toestel moest
verlaten, ooit nog teruggevonden te
worden. Maar Hollandia had luchtver
dediging nodig en 322 zorgde dat die er
was. Zo goed en zo kwaad dat ging.
Bij bakken bleef de regen doorstro
men. Van de „mooiste startbaan van de
Pacific" zoals de luchtmacht in Nieuw-
Guinea de zelf aangelegde baan noem
de, was niets te zien. Hadden ze niet
beter in de radiokamer kunnen blijven?
De radio had al veel te lang gezwegen.
Het grootste deel van de tocht moesten
de vliegers weliswaar radiostilte bewa
ren maar het moment waarop ze con
tact met de basis hadden moeten opne
men was al zo lang verstreken.
Plotseling heft de commandant het
hoofd luisterend op en kijkt de ver
keersleider aan. Was dat het geluid van
straalmotoren? Heel even maar en heel
zwak? Hoop op een goede afloop vlamt
op en dantwee schimmen stuiven
door het regengordijn. De motoren zijn
nauwelijks hoorbaar maar de mannen
langs de baan weten genoeg. Ze zijn er!
Later, achter een koud biertje moeten
de vliegers verslag uitbrengen. Waarom
ze niets lieten horen en hoe ze het heb
ben gefikst.
]V4idden I960 werd het 322 jacht-
squadron opnieuw uitgekozen voor
een moeilyke taak. Indonesië was
zijn „confrontatiepolitiek" aan het ver
hevigen en het zou wei eens kunnen zyn
dat er op Nieuw-Guinéa luchtverdedi
gingsjagers nodig waren. En dus ver
trok het roemruchte spuadron inmid
dels uitgerust met Hawker Hunters
opnieuw naar de tropen.
De omstandigheden waarin het squa
dron op Nieuw-Guinea kwam te ver
keren waren nog primitiever dan des
tijds met de Spits in Kalidjati.
Toch slaagde het squadron er in be
trekkelijk korte tijd in zich te installe
ren en de vereiste hoge graad van ge
oefendheid en paraatheid te bereiken.
De Hunter voldeed goed in de tropische
hitte maar met de faciliteiten was het
droevig gesteld. De actieradius van de
lange-afstands-Hunter, uitgerust met
extra brandstoftanks was „slechts" zes
tienhonderd kilometer en Nieuw-Guinea
was zóveel groter.
Mannen van het squadron besloten
overal de overblijfselen van Japanse
startstrips te onderzoeken om te zien
of er uitwijkhavens voor Hunters van te
maken waren. Ze vonden er twee: Jef-
man bij Sorong en een veldje bij Kaima-
na. De vliegers moesten zich speciaal
oefenen in het super-kort starten en
landen. Maar het ging en tenslotte kon
den Hunters zelfs Ceram bereiken. Me-
rauke echter bleef ook toen nog buiten
bereik.
Enfin er kon gewerkt worden, gevlo
gen en gewaakt maar vraag niet hoe.
Nooit wellicht heeft een luchtmacht
squadron onder dergelijke omstandighe
den een zo grote prestatie geleverd als
322, dat dit overigens aan zijn verleden
wel verplicht was.
De squadronleden, zich bewust van
hun taak, noemden hun eenheid al gauw
de „Papua Air Force" en een blauwe
maandag hebben de kleuren van de Pa-
pua-vlag de hoekige kielvlakken der
jagers gesierd.
"C*venals alle strijdkrachten op Nieuw-
Guinea stond 322 voor een delicate
taak. Er was geen oorlog en het
squadron was dan ook een soort ver
lengstuk van de politiemacht.
Op het ogenblik, nu de politici en de
zakenlieden proberen voorzichtig de
oude en bijna doorgesneden banden met
Indonesië te verstevigen, praat men er
ook bij de luchtmacht maar liever niet
meer over. Hoe ze zich voelden, wat zij
er van dachten. Bovendien ligt de hele
zaak nog vers genoeg in ieders geheu
gen.
Niettemin: jezelf verdedigen mocht
nog altijd en aldoor spitste het squadron
zich toe op zijn luchtverdedigingstaak
en ging tenslotte zelfs Hollandia nota
bene vanuit Biak dat er maar liefst 535
kilometer vandaan lag beschermen.
Erg effectief zou de luchtverdediging
niet hebben kunnen werken. Maar het
was alles wat 322 geven kon en het was
véél.
Trouwens, de grote baas van de Indo
nesische strijdkrachten Nasoetion moet
later in een vertrouwelijk gesprek eens
hebben toegegeven dat de Hunters van
Biak, Jefman en Kaimana hem weer
houden hebben van luchtaanvallen op
de voor zijn luchtmacht bereikbare ste
den. En dat is al heel wat.
Eén waar verhaaltje nog, typerend
voor de verhouding tussen Nederland
en Indonesië achter het politieke mist
gordijn, alvorens dit helaas veel te korte
verslag van een belangrijke periode in
de 322-geschiedenis af te sluiten: Op
Jefman zat een burgerverkeersleider die
elke morgen zijn collega van de vijan
delijke basis op Ambon opriep met on
geveer de woorden „Goeiemorrgen so-
bat? Wat voorr weerr hebben jullie
daarr?" En als hij dan zijn informaties
had gekregen, afsloot met: „Nou man,
bedankt en wwacht maarr tot we je ko
men verpletteren!" Tenslotte waren de
verkeersleider van Jefman en die van
Ambon oude sobats uit de Indische tijd.
Het was een delicate, beroerde en on
dankbare taak daar op Nieuw-Guinea.
Roemloos niet. Ze hebben er wat goeds
van gemaakt en Nasoetion hield zijn
bommenwerpers thuis. W. K.
i