Het woord is aan
Noord-Brabant.....
Wij zijn geen imperialisten
zegt
Rotterdam
LEXINGTON
13
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 26 MAART 1964
13
BURGEMEESTER Mr. G. E. VAN WALSUM:
Ne
r Rotterdam,
wereldhaven
nummer één,
driftig werkend,
snel
expanderend.
Burgemeester
Van Walsum
wij zijn bereid
tot een gesprek;
Noordbrabant
ook
Wonen,
ontspannen,
maar altijd
tegen de
nadrukkelijke
achtergrond van
schoorstenen,
olie-installaties
en kranen.
TToe ziet U, na 100 jaar Nieuwe Wa-
terwegde toekomstige uitbouw
van het Rotterdamse havengebied?
Rechtvaardigen de huidige vooruit
zichten naar Uw mening de prognose
dat de snelle ontwikkeling die zich
thans voordoetzich zal voortzetten?
"piat is heel moeilijk te zeggen. Prognoses zyn
nuttig, maar men moet ze voorzichtig hante
ren. Toen we b.v. aan Europoort begonnen, is
er een prognose opgesteld over de te verwachten
ontwikkeling van het goederenvervoer. De cijfers
die toen voor 1956 waren geraamd, blijken in
1963 al overtroffen te zijn, ondanks het achter
blijven van het transport van steenkool.
Ik durf er daarom niets over te zeggen. Maar
havendeskundigen verwachten voor de komende
jaren wel een bijzonder snelle groei voor alle
Nederlandse havens. En bij gelijkblijvende om
standigheden mogen we daar ook wel op rekenen.
Iedere nieuwe vestiging betekent een poten
tieel toekomstig vervoer. Nu het contract met
Aluchemie is getekend dit bedrijf vestigt zich
in het Botlekgebied kan dat voor straks een
vervoer van 4 miljoen ton per jaar betekenen.
Als de geplande industrieterreinen bezet worden,
trekt dat dus vervoer aan. Er is geen enkele aan
wijsbare reden om te veronderstellen dat daarin
een ongunstige wending te verwachten is.
yijn er, in dit verbandal concrete
of minder concrete plannen ge
maakt voor de aanleg van weer nieu
we havenbekkens na het Europoort
project?
T^een. We hebben na Europoort alleen de Maas
vlakte nog. We kunnen in westelijke richting
tót de zee en in zee gaan. Naar het zuid
westen niet. Ik zie Europoort en Maasvlakte als
een voorlopige afronding van het Rotterdamse
havengebied.
Wat er daarna zal gebeuren? Dan zullen zich
vanzelf nieuwe havengebieden ontwikkelen, buiten
het Rotterdamse. Er liggen nog heel belangrijke
gebieden. En het zal in de toekomst naar mijn
mening nodig worden in ons land de gehele ha
venontwikkeling ten zuiden van Rotterdam als één
geheel te gaan zien.
Ts *r geen gevaar voor een botsing"
tussen de economische belangen, die
steeds verdergaande industrialisering
en vertechnisering van Nederlands
zuidwestelijke eilandengebied kan
eisenen de recreatiebelangen? Zou
het Deltagebied op den duur als re
creatiegebied verknoeid kunnen wor
den door telkens nieuwe havens, nieu
we rokende schoorstenen en nieuwe
kranen?
j^Jeen, beslist niet. Er zijn binnen het Delta
gebied nog toekomstige recreatieterreinen in
overvloed, die volstrekt onbedreigd zyn in dit op
zicht. Natuurlijk moet men wel bedacht zyn op
het gevaar va-n de luchtverontreiniging: de rook
en de stank kunnen vry ver door de wind mee
gedragen worden.
TJet recreatiegebied Brielse Meer be-
11 hoeft dus geen voorbeeld te zijn
van ivat de Zeeuwse binnenmeren op
den duur zouden kunnen worden: de
oever geflankeerd door fabrieken en
installaties en het meer zelf gehuld
in walm en oliestank?
tTet geval Brielse Meer ligt heel anders: er is
daar slechts gebruik gemaakt van de moge
lijkheden tot recreatie die binnen een sterk
geïndustrialiseerd gebied bestaan. Men had te
kiezen tussen géén recreatie of wel, maar dan met
de beperkingen die het Brielse Meer door zijn
ligging vlak bij de Nieuwe Waterweg nu eenmaal
heeft.
Daar ligt dan ook echter de grens. De Brielse
Maas is voor Rotterdam de „barrière": verder
dan daar gaa-t onze havenontwikkeling niet. We
hebben dit bewust aanvaard. Ik voel daarom ook
beslist niet voor een industriële ontwikkeling van
het Haringvlietgebied. Als in de toekomst de ha
venactiviteiten zich nog verder uitbreiden, dan
moet dat buiten het Rotterdamse gebied gebeuren.
In Zeeland en West-Brabant met name
Ts er onder de bevolking van d„olie-
1 stad" van RotterdamHoogvliet,
geen aversie tegen de wel zeer na
drukkelijke technische beklemtoning
van het woongebied en tegen de over
last die de luchtverontreiniging hen
waarschijnlijk aandoet?
IVTeen. Ik wil ook niet beweren dat de mensen
daar in het algemeen nu zo erg gelukkig wo
nen. Maar dat is niet om die olie-installaties
die ze vanuit hun vensters zien en om de walm
en de stank. Ze zouden veel liever in de stad zelf
wonen, in Rotterdam, althans velen van hen. Ze
konden daar echter geen huis vinden. Ik ken ech
ter ook iemand die wat zijn werk betreft helemaal
niet verplicht is in Hoogvliet te wonen, maar die
Een onzer redacteuren heeft een
vraaggesprek gehad met mr. G. E.
van Walsum, burgemeester van
Rotterdam. Het pendelvraagstuk,
de toekomstige industriële ontwik
keling van West-Brabant, de ver
dere uitbreiding van het haven
en industriegebied van Rotterdam
(en de mogelijke consequenties
daarvan voor Brabant en Zeeland),
de recreatie in het toekomstige
Deltagebied: dal waren de voor
naamste onderwerpen van het ge
sprek.
Daarin zei mr. Van Walsum opmerkelijke
dingen, waarmee Noord-Brabant het overigens
bepaald niet altijd geheel eens zal zijn. Wij
geven in het verslag van het vraaggesprek met
Rotterdams burgemeester diens visie weer en
dat kan wellicht dienstig zijn als bijdrage tot
een mogelijke discussie.
De belangrijkste punten uit mr. Van Wal-
sums visie zijn:
Rotterdam gunt West-Brabant zijn
deel van de „industriële koek", maar
wil de toekomstige ontwikkeling van
zuidwest-Nederland als één geheel
zien. Rotterdam pleit daarom voor
een gecoördineerd beheer en het
meent dat het initiatief daartoe van
Brabant moet uitgaan.
De bezwaren die in Brabant leven tegen
de pendel, zyn niet reëel. We moeten
niet teveel vaderenvindt men in Rot
terdam. Vroeger gingen veel Braban
ders en Zeeuwen in Rotterdam wonen
en daar is nooit veel bezwaar tegen ge
weest. Nu zouden de Brabanders die in
Rotterdam werken dat ook doen, als er
huizen warenDie zijn er niet er daar
om pendelen ze (nog).
Rotterdam heeft geen imperialistische nei
gingen. Niemand behoeft bang te zyn dat
er een „monstergemeente" aan het groeien
is.
Er is vooralsnog geen sprake var. „con
gestie" in de Randstad.
t De Brielse Maas is de barrière voor de
expansiedrift. Er wordt niet verder naar
het zuiden opgerukt.
Het Delta-recreatiegebied loopt geen ge
vaar door industrialisatie verknoeid te
worden.
er toch niet weg wil. Die beweert: „Als we twin
tig dagen per jaar last van die oliestank hebben,
dan is het veel". Ik geloof dus beslist niet dat
men Hoogvliet als een verbanningsoord moet zien.
TToe staat U tegenover het plan van
minister Toxopeus om Hoogvliet
weer van Rotterdam los te maken
en het tot zelfstandige gemeente te
verheffen?
We hebben daar op zich niets tegen, maar we
hebben er wèl enorme bezwaren tegen dat
de minister dat nu wil doen. Minister Toxo
peus is bang voor grote gemeenten, daarom wil
hij de-annexatie van Hoogvliet. Maar wij zeggen:
neen, eerst moet de stad-wording van Hoogvliet
afgerond worden en dan kunnen we verder praten.
Rotterdam heeft zijn uiterste krachten aan de
ontwikkeling van Hoogvliet gewijd, het heeft er
een reusachtig deel van zijn woningbouwvolume
ingepompt, in zekere zin tot schade van de rest
van de stad. We willen ons werk daar nu ook
eerst helemaal afmaken.
TT otterdam- heeft dus geen aspiraties
1X- in de richting van een monster
gemeente'waarin zoveel mogelijk om
ringende gemeenten zouden moeten
worden samengevoegd?
Jk heb er nooit iets van gemerkt dat Rotterdam
de neiging daartoe had. Rijnmond, dat was de
opzet, had een lichaam met zelfstandige be
voegdheden moeten worden. Maar de Kamer en
de minister blijken ook al bang voor Rotterdamse
annexatie neigingen.
Die zijn evenwel beslist niet aanwezig. Wij wil
len in Rijnmond elk van de deelnemers volledig
zijn eigen waarde laten, maar er zijn bepaalde
grote zaken, die alleen raken, waarover Rijnmond
zelfstandig zou moeten kunnen beslissen. Dat kan
nu niet en dat vind ik een ernstige beperking.
Dat is de klok terugzetten. ,,Den Haag" zit te
ver van ons af om dat te kunnen inzien, blijk
baar.
Waaróm eigenlijk die angst voor zogenaamde
monstergemeenten? Rotterdam heeft helemaal
geen aspiraties in die richting. Zo iets ligt trou
wens niet in onze volksaard. We verkeren in Ne
derland in de gelukkige omstandigheid dat we
drie grote steden hebben, in tegenstelling tot an
dere kleine landen, waar men veelal slechts op
één grote stad is aangewezen. Onze situatie is
er op zich al garant voor dat er in ons land geen
monstergemeenten zullen groeien.
Rotterdam hééft geen imperialistische neigin
gen. Een monstergemeente is niet nodig, is ook
niet praktisch. Wy voelen er echt niets voor dat
alles in het Westen vanuit de Coolsingel geregeld
en bestuurd zou worden.
TJoe ziet in het licht van de voort-
11 gaande uitbreiding van de haven
en industrie stad Rotterdam, de toe
komstige functie van West-Brabant
alleen als arbeidsreservoir, als „toe
leveringsbedrijf" van werkkrachten die
naar de haven op en neer pendelen?
Of gunt Rotterdam West-Brabant zijn
deel van de industriële koek?
r\e averseie tegen de pendel vind ik niet reëel.
Iemand die ergens woont, behoeft daar toch
niet beslist te blyven wonen. Als er in het
verleden geen migratie geweest was, zouden we
de huidige industriële ontwikkeling niet beleefd
hebben. Dat zich niet veel méér mensen die hier
werken maar elders wonen, komen vestigen is
alleen te wijten aan het gebrek aan huisvestings
mogelijkheden. Rynmond is op woningbouwgebied
achtergebleven, terwijl juist de industriële ont
wikkeling hier een enorme piek vertoont.
Het gebrek aan arbeidskrachten dat daaruit
voortkomt, wordt opgevangen door de pendel. Als
we eenmaal los zouden komen van de statische
woningverdeling, zouden vele pendelaars zich hier
vestigen, daar ben ik van overtuigd. En er is
geen enkele reden, vind ik, om dat tegen te hou
den.
Natuurlijk, het is alleszins toe te juichen dal
ook West-Brabant zijn deel krijgt in de industriële
ontwikkeling. Maar ik geloof dat we daarbij moe
ten streven naar gecoördineerd beheer. En het
voornaamste daarbij is dat het woord thans aan
Brabant is. Bij ons is er de bereidheid tot het
gesprek.
Als we niet coördineren, uit ons zelf, dan ge
beurt het later toch centraal, van bovenaf.
We moeten geheel zuid-west-Nederland, van
Rotterdam tot aan Antwerpen toe, als een grote
eenheid zien. Ieder moet daarin zijn eigen rol
spelen, maar we moeten niet los van elkaar wer
ken. Dat leidt tot wilde concurrentie, die weer tot
o ver investering voert.
Als de bereidheid lot samenwerking ook
in Brabant aanwezig is, dan mag men van
Rotterdam verlangen dat het loyaal zal
meedoen. Gevaar voor overheersing onzer
zijds is er dan niet. Samenwerking maakt
het immers onmogelijk dat een van de part
ners in zyn eentje doet wat hij zelf wil.
Ts er in dit verband naar Uw mening
reden om het toe te juichen dat be
paalde industrieën die b.v. geen be
hoefte hebben aan diep vaarwater
worden afgestoken naar West-Bra
bant? Dat kan Rotterdam wellicht
zelf tot voordeel zijn, omdat het even
tuele congestie van de Randstad ver
minderd. Of is er naar Uiv mening
nog geen sprake van congestie?
"yan congestie is op het ogenblik beslist nog
geen sprake. Dat is geen actueel probleem.
De gewone natuurlijke ontwikkeling zorgt er
overigens wel voor dat bedrijven die niet per sé
hier moeten zitten. naar elders, en dan b.v. met
name naar West-Brabant trekken. Vestiging in
dit havengebied is nu eenmaal bijzonder duur.
Wie buiten diep vaarwater kan of om andere
redenen niet absoluut in de Randstad gevestigd
moet zijn, nu, die gaat weg. Dat vind ik een ge
zonde ontwikkeling.
'Windt U de pendel nog wel te rijmen
met het streven naar arbeidstijd
verkorting? Pendelaars maken zeer
lange dagen.
J~Jat is wel waar, maar we moeten dit niet te
paternalistisch zien. Vele pendelaars accepte
ren die lange dag bewust, omdat het geld
oplevert.
In het verleden hebben vooral Brabanders en
Zeeuwen, die in grote aantallen naar hier mi
greerden, Rotterdam helpen groot maken De
woonomstandigheden waren toen over het alge
meen niet erg best. Thans wordt sterke migratie
tegengehouden door het woningtekort. Ais er
straks geen woningnood meer is, dan gaat er, ge
loof ik stellig, weer een natuurlijke ontwikkeling
groeien: wie hier graag werkt, ral zich hier
vestigen. Laten we het maar aan die natuurlijke
ontwikkeling overlaten en niet te veel willen diri
geren.
Wat denkt U van de Schelde-Rijn-
verbindingis Rotterdam beducht
voor de grotere concurrentiekracht
die de Scheldestad daardoor kan krij
gen?
Jcen, daar zijn wc geen ogenblik bezorgd voor.
De problemen tussen Rotterdam en Antwer
pen zijn tot mijn grote vreugde nu uit de weg
geruimd. Mün vriend Delwaide, de Antwerpse
schepen voor havenzaken, zegt: „De verhouding
tussen Antwerpen en Rotterdam is nu beter dan
die tussen Rotterdam en Amsterdam
c Advertentie)
uit de zuiverste tabakken