Geld-geld-geld-geld CLEARING on in de BOEKENPLANK herberg 1 VOOR LIEFHEBBERS Van Berliner tot de stereo-plaat 9.95 Als het van Japan afhangt gaat Geesink naar O.S.f De wondere wereld van het geluid Debussy begreep er alles van 25 Het gebed des Heren Zo is Mexico De woeste kust Mensen tussen Nijl en zon Nasser nationaliseert Shell en Anglo-Egyptian Jij en ik Alleen „vodjes VAN EEN KLEINE EXQUISE DRONK' HERENMODE-TIP TRICOT NYLON SHIRTS rr?a:««jM.i.i3ïiïTTT7?i |i| 25 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 26 MAART 1964 Het oude gebouw van The Bank of England Onlangs gaven we een bespreking van het uitstekende werkje van prof. v. d. Bussche over het Onzè Vader. Van de Bussche blijft op strikt exegetisch ter rein: wat verstaat de bijbel onder Gods Naam, het Rijk van God, Zijn Wil. zowel in oud als nieuw testament. Wat is ten slotte de eschatologische betekenis van deze beden. Guardini gaat in dit bij Lannoo uitge geven boekje geheel anders te werk. Zich baserend op de exegese maakt hij de verschillende „beden" tot onderwerp van een persoonlijke overweging. En Guardini zou Guardini niet zijn, als zijn gedachten geen hoge vlucht namen. Ze zijn schoon en diep en verdienen alles zins een na-mediteren. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan v. d. Bussche: hier heeft men een authentieke verklaring van het veel gebeden maar slechts op pervlakkig gekende Onze Vader .Men zou kunnen zeggen: laat men eerst v. d. Bussche bestuderen en daarna Guardini bemediteren. De werkjes vullen elkaar uitstekend aan. J. H. Over Mexico zijn al verschuilende boe ken geschreven. Het is ook een fascine rend land, dat een snelle ontwikkeling doormaakt, maar de bezoeker aan de andere kant zou kunnen doen veronder stellen dat de tijd er op sommige plaat sen heeft stilgestaan. Joseph Stoppelman, die Mexico uitste kend kent, is bij de voorbereiding van zijn boek uitgegaan van het standpunt dat men een land het best leert kennen door het contact met zijn bewoners. Zijn relaas nl. is voor een groot deel een weergave van de ontmoetingen die hij in de steden en dorpen van Mexico heeft gehad met mensen van allerlei slag. Het geeft de lezer een uitstekend beeld van het heden en verleden van dit land, dat zelden centraal in het. nieuws staat, maar waarvan de belangrijkheid toch niet mag worden onderschat. Het boek is verlucht met een groot aantal interessante foto's. (Uitgeverij Broekman en de Meris N.V. Amsterdam) De manier waarop de Amerikaanse auteur Anton Myrer het verhaal vertelt van de grillige, egocentrische Sally Mar- cherson is zo knap en indringend, dat zijn roman gerangschikt dient te worden onder die categorie van boeken waarvan men kan zeggen dat ze boven de middel maat uitstijgt. Sally is een bekoorlijk meisje, maar de kwaliteit van haar karakter is omgekeerd evenredig aan die van haar uiterlijk. Zonder nadrukkelijke opzet maakt zij door haar morbide natuur de mannen op wie zij verliefd raakt tot trieste slaven van haar kwa lijke persoonlijkheid. Onweerstaanbaar, als in een Grieks drama, drijft zij het noodzakelijke huwe lijksconflict naar een noodlottig hoogte punt. De wijze waarop twee verschillend geaarde mannen op haar tyrannie reage ren vormt het eigenlijke thema van deze lijvige roman, die zeer positief is in zijn strekking en waarvan we alle 414 bladzijden geboeid hebben gelezen. (Gott- mer, Haarlem) Gebeurtenissen in de ochtendscheme ring van de geschiedenis hebben altijd iets facinerends. Vandaar dat we het boek dat onder bovenstaande titel in de s^rie Phoenix-pockets verschenen is, met meer dan middelmatige belangstelling hebben gelezen. Prof. Dr. Th. P. v. Baaren behandelt in dit aantrekkelijk uitgegeven werkje de godsdienst van de oude Egyp- tenaren en hij doet het zo indringend dat men na aandachtig lezen heel wat wijzer geworden is ten aanzien van de relatie tussen het religieuze denken in het oude Egypte en de nog steeds te bewonderen uitingen van kunst en cultuur die de eeuwen hebben getrotseerd. Een bijzon der interessant boek. dat bovendien rijk is geillustreerd. (W. de Haan-Standaard boekhandel, Zeist-Antwerpen) (Bijzondere correspondentie) Ontelbaar veel betalingen geschie den dag in dag uit door de uitschrij ving en uitwisseling van „vodjes pa pier". Miljarden guldens gaan dage lijks van hand tot hand, zonder dat er een gram goud of zilver, zonder dat er zelfs maar een bankbiljet aan te pas komt. De mens van onze tijd is dermate gewend aan deze wijze van betalen en verrekenen, hij is zo ver trouwd met wisels, chèques en ander waardepapier, dat slechts weinigen zich wel eens een ogenblik rust heb ben gegund om zich af te vragen en er zich rekenschap van te geven, hoe de banken die „vodjes papier" onder ling verrekenen. „Clearing", aldus wordt, met een En gels woord, ook in Nederland die bank- verrekening van chèques, wissels enz. in de regel aangeduid. De methode van de clearing varieert veelal van land tot land, maar in een aantal landen heeft men het Britse systeem overgenomen, dat ongeveer twee eeuwen geleden in Londen ontstond en zijn bruikbaarheid bewezen heeft. In de jeugdperiode van het Britse bankwezen werden wisels en chèques door de ene bank aangeboden bij de andere bank. die dan het stukje papier behield en daarvoor in de plaats munt of bankpapier gaf. Die methode gaf geen aanleiding tot moeilijkheden, zolang het aantal transacties betrekke lijk klein bleef en het gebied, waarbin nen zij geschiedde, niet al te groot was. Later werd het aantal transacties gro ter. De handel ging zich meer en meer van de banken en van „bankgeld" be dienen. Veel geldtransacties vonden reeds toen als tegenwoordig plaats in Lombard Street en nabij deze straat gelegen straten van de Londense City. Iedere dag gingen de banklopers van bank tot bank om chèques enz. om te zetten in geld of bankpapier. De heren banklopers zochten naar een middel om, zonder hun patroons te kort te doen, op minder inspannende wijze hun taak te verrichten en tevens tijd te vinden voor een kopje koffie of een borrel, zomede voor een gezellig praatje. Zo sprak een aantal hunner af, dagelijks samen te komen in een voor dat doel gunstig ge legen Londense herberg, waar zij op iliet-officiële wijze de chèques en wis sels vereffenden. Aldus werden de snel heid, het gemak en de gezelligheid van het geldverkeer in de hand gewerkt. De patroons der banklopers, de Lon dense bankiers dus, mopperden in den beginne wel eens over die wijze van „zaken doen" hunner bedienden, maar na enige jaren zagen zij in, hoeveel tijd en moeite die „koffiehuis-vereffening" spaarde. Toen besloten zij, het was in 1770, onderling een organisatie te be ginnen, die hun banklopers reeds eerder niet-officieel op touw hadden gezet. Ook de bankiers begonnen hun „clearing" niet in een speciaal daarvoor bestemd gebouw of deel van een bank. Zij ko zen eveneens als „beurs" een gelagkamer en wel die van de herberg „The Five Bells", een café in Dove Court, Lom bard Street. Leslie Nakasjima, een der meest voor aanstaande sportjournalisten van Ja pan, is van mening dat de eer van het Japanse judo op het spel staat bij de vraag of Anton Geesink mag uitkomen in de Olympische Spelen van Tokio. Toen Geesink in 1962 te Parijs het wereldkam pioenschap op een Japanner veroverde is een schok door Japan gegaan. Ja panse judomeesters die Geesink in de Tenri-universiteit aan het werk hebben gezien geloven dat de Hollandse reus verslagen kan worden door een Japan ner die zich technisch superieur weet te maken. Dit is een zeer zware opgave maar er wordt aan gewerkt, want de eer van de judo-natie staat op het spel. De Japanse judo-organisaties hebben, en dat is voor Nakasjima een belangrijke aan wijzing, nimmer ook maar met een woord iets gezegd over de grote vraag van amateurisme versus professiona lisme Voor de Japanners is Geesink een amateur. Want de amateurstatus van vele Ja panse judoka's is, als men die beziet met de maatstaven welke kennelijk in Ne derland worden gehanteerd, twijfelach tig te noemen. Enkelen zijn bij de politie en kunnen zeer veel trainingstijd van hun diensttijd afnemen zonder te hoeven vre zen dat hun betaling eronder lijden zal. Anderen staan in dienst van grote be drijven die hun sterren zeer veel vrije tijd geven om zich in het judo verder te bekwamen. Als de kandidaten voor Tokio trainen krijgen ze zonder meer vrij, zoals toen Geesink in de Tenri- universiteit de kandidaten ontmoette die hadden een maand vrij gekregen. En hun trainers, die zich over amateu risme geen zorgen schijnen te maken, waren het erover eens dat Geesink naar Tokio moest worden uitgezonden. De Japanners menen dat Geesink in de open categorie moet uitkomen. Daar wordt hij hoogstwaarschijnlijk Olympisch kampioen. In de drie gewichtsklassen (licht, midden en zwaar) blijven er dan voor de Japanners genoeg kansen over. Want voor hen is Geesink de enige buitenlandse kandidaat van groot pos tuur. Met andere buitenlanders zullen de Japanners niet zoveel moeite hebben als met de Utrechtse reus. In I960 is Geesink voor de Olympi sche worstelwedstrijden afgewezen om dat hij prof was: hij heeft een sportschool in Utrecht. Maar onder de in 1961 opge stelde regels, aldus Nakasjima, wordt een man nog geen prof als hij sport lessen geeft. Alleen indien hij de oplei ding van kandidaten voor de Olympische Spelen op zich zou nemen zou hij prof worden. Trouwens: Isao Onokoema, op wie Japan zijn hoop gevestigd heeft voor ten minste een gouden medaille, is een judo leraar aan de Tenri-universiteit En nie mand heeft gezegd dat Inokoema niet aan de Olympische Spelen mag deel nemen President Nasser heeft een besluit af gekondigd, waarbij de Shell en de Anglo. Egyptian Oilfields Co in Egypte worden genationaliseerd. De Shell en de British Petroleum had den tot 1961 een belang van 62 procent in de Anglo-Egyptian Oilfields Company. Deze werd toen voor de helft genationa liseerd. waardoor de twee Britse maat schappijen slechts een belang van 31 pet. overhielden. (Een woordvoerder van de Shell in Londen deelde mee, dat de maatschappij in Egypte een afzetorganisatie is en dat de Anglo-Egyptian Company een exploi tatie-onderneming is, die met Shell ge lieerd is). In augustus van het vorige jaar heert de Egyptische minister van industrie, Aziz Sidky, verklaard dat de nationalisa tie van mijnen en de annulering van par ticuliere mijnbouwlicenties in Egypte niet gold voor het zoeken naar en de exploitatie van olie. Van dit tijdschrift voor verloofden heeft nummer 1 van jaargang 1964 dezelfde positieve eigenschappen, die wij in eerdere recensies van dit periodiek vermeldden: een levendige opmaak, een afwisselende inhoud, een tot nadenken prikkelende tendens. Toch is het onder havige nummer naar onze mening niet het sterkste: er is weinig samenhang, meerdere bijdragen zijn te algemeen van strekking om speciaal in dit gerichte tijdschrift te verschijnen, de humor (Car toons) is niet al te fijn. Waarmee weer eens bewezen werd, hoe moeilijk het is, de achtereenvolgende afleveringen van een gelijkmatig hoog peil te houden. Gezien het gehalte van eerdere num mers blijven wij nochtans deze lectuur voor jonge Katholieken een aanbeveling waarcï vinden. Jij en ik" - Ginneken - Bavel) Reeds enige jaren na dat eerste begin in „The Five Bells" was het clearing- bedrijf zo in omvang toegenomen, dat men in een der nabij „The Five Bells" gelegen woonhuizen een grote kamer huurde, die speciaal werd bestemd en Ingericht voor de „clearing" Nog meer later ging men naar het vermaarde Lloyd's Coffeehouse, waar toendertijd de Londense assuradeurs hun zaken plachten te doen en waaruit later de wereldbe roemde verzekerings-combinatie Lloyd's of Londen groeide. Tot voor enige jaren was het Clearing House der Londense bankiers onderge bracht in een gebouw nabij het Monu ment en in de buurt van de Citykantoren der banken, die lid zijn van het Clearing Iiouse. Thans is het gevestigd in een pand op een der hoeken van Lombard Street, dus dicht bij zijn geboorteplek, waar eens „The Five Bells" stond. Een onmiskenbaar teken voor de sterk toe genomen belangrijkheid der clearing is wel, dat het aantal per dag in Clearing House behandelde chèques en andere „vodjes papier" thans het miljoen verre overschrijdt. Dat had men een kleine twee eeuwen geleden in „The Five Bells" nooit kunnen dromen! Een der weinig principiële verschillen met de vroegere tijd is, dat heden ten dage kantoormachines veel van het werk verzetten. Bedienden der twaalf banken, die lid zijn van Clearing House, komen dagelijks samen. Iedere bank biedt een lijst aan van de chèques (met de be dragen), die op elk der andere banken zijn getrokken. Nadat de lijsten in orde bevonden en geaccepteerd zijn, wordt per brief aan de Bank of England (de Britse „Nederlandse Bank") medegedeeld, met welke totaalbedragen de diverse banken gedebiteerd of gekrediteerd moeten wor den op hun clearingrekening, die zij bij de Bank of England hebben lopen. Zo worden dagelijks ruim een miljoen chè ques met een totale waarde van meer dan twee miljard gulden geregeld door twaalf slotverrekeningen. Dit is wel een zeer sprekend voorbeeld van vereenvou diging op administratief en betalingsge- bied! Tot ongeveer een eeuw geleden kon den alleen particuliere bankhuizen (die toen talrijk waren) lid zijn van het Clearing House der Londense bankiers. LombardstreetHet begon in een kleine herberg In 1854 begon men ook commanditaire bankverenigingen als lid toe te laten, omdat zij in betekenis, omvang en aan tal gingen toenemen. Als gevolg van fu sies en andere omstandigheden omvat het tegenwoordige kleine aantal (twaalf) leden hetzij direct, hetzij indirect via agentschappen nagenoeg het gehele Britse banksysteem. Behalve de Bank of Eng land en de „Grote Vijf" op bankgebied Barclays, Lloyds, Midland, National Provincial en Westminster zijn ook nog lid van het Clearing House: Coutts and Company, District Bank, Glyn Mills and Company, Martins Bank, National Bank en Williams Deacon's Bank. Het Clearing House behandelt uit sluitend de verrekening der „vodjes pa pier" die „getrokken worden in Enge land en Wales op de hoofd- en (duizen den) bijkantoren der genoemde twaalf banken. De Schotse banken hebben hun éigen clearïng-systeem. In Londen wor den de clearingverrichtingen gesplitst in: a. Stad, dat zijn, ruw genomen, alle ver rekeningen der Londense banken, en b. algemeen, dat zijn de verrekeningen van alle buiten Londen gelegen banken in Engeland en Wales. De afmetingen der clearing hebben een duizelingwekkende grootte verkregen. Ter completering van het beeld der clearing moet men bovendien bedragen incalculeren, die in Schotland „gecleard" worden, zomede de omzetten der (twaalf) provinciale clearing-centra in Engeland Voegt men hierbij de omzetten der clea ring in Noord-Amerika, op het Europese vasteland, in Australië en andere landen, dan komt men inderdaad terecht in een miljardenschemering, waarin men ver dwaalt. Maar dan ziet men tevens des te beter in, hoeveel tijd, werk, vergissingen, en ergernis de mensheid in onze tijd be spaard blijven, dank zij de „vondst" der Londense bank- en wissellopers, die twee eeuwen geleden begonnen met de „clea ring" onder het genot van een kopje koffie, een glaasje bier en gezellige kout. Zij verdienen een standbeeld! (Advertentie) HERO SPECIAAL U proeft het meteen: Hero Speciaal is *n klasse apart. Fruitzuiver - puur genieten. Inderdaad 'het van het' voor de fijnproevers. Kies uw smaak: Jus d'Orange, Jus d'Ananas, Jus de Grape fruit, Zwarte bessen, Rode bessen, Frambozen en Meikersen, Appelsap (Jus de Pommes), Tomatensap (Jus de Tomates) cocktail en naturel. Jus d'Orange, Appelsap en Tomaten sap ook in voordelige gezinsflessen (party-bottles). 50 JAAR TOPKWALITEIT 1914-1964 (Advertentie) ®1 Alléén bij p c vindt u deze hagelwitte, per- fect-zittende shirts met modern boordmodel. Van tricot nylon, dus zó gewassen en zó weer te dragen. iiiSliil Ruim tien jaar na Edisons uit vinding van de fonograaf, demon streerde de Duitse immigrant Emil Berliner op 16 mei 1888 aan de leden van het Franklin Insti tuut te Philadellphia zijn onder de naam „Gramophone" gepaten teerde apparaat. Het was gecon strueerd naar de ideeën van Cros en Scott, maar het geluid werd niet op een wals, doch op een ro terende plaat gegraveerd. Tijdens deze demonstratie deelde Berli ner mee dat van zijn platen zo veel kopieën gemaakt konden worden als men wilde en hij sprak de hoop uit dat veel prominente zangers, sprekers en toneelspe lers van zijn vinding zouden kun nen profiteren, ook in materieel opzicht. Die wens is wel in vervulling ge gaan. De grammofoon heeft de wereld veroverd! Kunstenaars en discofielen profiteren er inderdaad van en we zou den niet gaarne een schatting maken van het aantal grammofooninstallaties en platen die in omloop zijn. Dat 't in de tientallen miljoenen loopt staat wel vast. De door Berliner gebruikte platen waren vervaardigd uit een mengsel van hars, vezels, fijne aarde en kleur stof en stondeny een paar jaar als het best bruikbare materiaal bekend. Van zelfsprekend werd er allerwegen koorts achtig gewerkt aan verbetering en ont wikkeling van deze vindingen en tege lijk daarmee ontbrandde de strijd om het bezit van de wereldmarkt. Dit is echter een geschiedenis op zichzelf, welker bespreking niet binnen het ka der van deze artikelenreeks valt. In 1904 bracht Odeon een technisch nieuwtje, namelijk de dubbelzijdig be speelbare grammofoonplaat. Tegen woordig vinden wij dat de gewoonste zaak ter wereld. De fabrikant van die platen dacht er destijds evenwel anders over. Hij maakte in het toen in Duits land verschijnende fonografische tijd schrift per advertentie bekend iedereen gerechtelijk te zullen laten vervolgen, die dubbelzijdig bespeelbare platen in de handel zou brengen, welke niet door hem vervaardigd waren. De uitvinder, A. N. Petit, had in tien landen patent aangevraagd en verkregen en alleen Odeon toestemming gegeven deze pla ten te fabriceren. Elke grammofoonplatenbezitter kent het beroemde merk van „His Master's Voice", de hond, die voor de hoorn gezeten naar de „stem van zijn mees ter" luistert. Misschien zal men vreemd opkijken als men leest dat dit handels merk ontleend is aan een schilderij. Toch is dit zo. Het werd in 1899 ge maakt door de toen bekende kunste naar Francis Barraud, die zijn schilde rij aan de directeur van de Engelse „Gramophone Company" wilde verko pen. Op dit schilderij zat de hond voor Edisons fonograaf. De directeur zag er wel iets in, maar hij stelde de schilder voor de fonograaf te vervangen door het verbeterde apparaat van Berliner. Barraud had hiertegen geen bezwaar, schilderde dit gedeelte van het doek over, de transactie werd een feit en de vriendelijke foxterrier werd vermaard. Het schilderij siert tot op de dag van haden de directiekamer van „The Gramophone Company" in Hayes (Middlesex, Engeland). Uit piëteit en natuurlijk ook uit reclame-oogpunt heeft deze maatschappij op het graf van de hond een gedenkplaat laten plaatsen. Met de opkomst en popularisering van de grammofoon als muziekver- schaffend instrument was tevens de grondslag gelegd voor een klinkende muziekhistorie. De voortschrijdende ontwikkeling der opname- en weerga- vetechniek. de verbeterde kwaliteit en sterke toename van de platenproduktie verhoogden in sterke mate de belang stelling van de kunstenaars voor dit medium. De eerste, die daadwerkelijke interesse toonde was de grote zanger Enrico Caruso. Aan diens belangstel ling hebben we het te danken dat zijn bijzonder fraaie stem velen beschou wen deze als de mooiste, die de wereld ooit gekend heeft voor het nage slacht bewaard bleef. Zijn connecties en eerste contracten dateren van 1902 en bleken al spoedig ook voor de gram mofoonmaatschappijen van grote bete kenis te zijn. Toen zijn platen in de handel verschenen gingen de verkoop cijfers met sprongen omhoog en het kan daarom geen verwondering wekken als men in die kringen hoort beweren dat aan deze wereldberoemde opera zanger de „triomf der grammofoon plaat" te danken is. Aanvankelijk kon men slechts één stem, later twee of drie met pianobe geleiding opnemen. In 1906 bracht de Amerikaanse maatschappij Victor de eerste Caruso-platen met orkestopna men uit en ook deze gingen grif van de hand. De verkoop van zijn platen betekende zowel voor de Gramophone Company als voor Victor telkens weer een niet onbelangrijke kapitaalsver meerdering. Zelfs de eerste jaren na Caruso's dood (1921) verkocht de Ame rikaanse zustermaatschappij van de Gramophone Company ja-arlyks nog gemiddeld voor een bedrag van 2 1/2 miljoen dollar aan Carusoplaten. Hoe de talloze bezitters van deze platen er aan gehecht zijn blijkt wel uit het feit dat het op het ogenblik zeer moeilijk is daarvan een of meerdere exempla ren te bemachtigen. Van de componisten behoorde Claude Debussy tot de eersten, die inzag dat door de zwarte schijf de exacte weer gave van een compositie gegarandeerd was. Toen men hem kort na de pre mière van zijn opera „Pelléas et Méli- sande" (30 april 1902) voorstelde er een fragment van op te nemen, ging hij hiermee direct akkoord. Opgenomen werd een kort solofragment uit het be gin van het derde tafereel, gezongen door de sopraan Mary Garden, die ook bij de eerste uitvoering de Mélisande- partij vertolkte. Op dezelfde plaat kan men Debussy piano horen spelen. Een plaat dus van grote historische waarde en als zodanig een der eerste klankdo cumenten van een componist. Naast Debussy waren ook andere componisten waaronder Jules Masse net en Umberto Giordano, bijzonder geïnteresseerd in dit nieuwe medium en staken hun waardering niet onder stoelen of banken. Steeds groter werd het getal beroemdheden, die hun stem men graag op de plaat lieten vastleg gen. Uit 1904 zijn opnamen van de ver maarde lyrische sopraan Dame Nellie Melba met aria's van Donizetti, Pucci ni en Verdi in enkele discotheken te vinden. Van dezelfde zangeres bestaat nog een plaat waarop zij het Ave Ma ria van Gounod zingt, waarbij niemand minder dan de befaamde violist Jan Kubelik de obligate vioolpartij vertolk te. Ook van de prachtige en „kostbare" stem van Adelina Patti is een serie platen bewaard. Tot de historisch be langrijke opnamen behoren ook de pla ten van de Russische bas Sjaljapin uit 1901. Hij stond toen aan het begin van zijn grote internationale carrière. Ook zijn platen uit 1908 en 1909 zijn moeilijk te verkrijgen en hebben voor verza melaars een zeer grote waarde. Hier op zijn o.a. opgenomen Moessorgsky's „Lied van de vlo"; de proloog uit de opera „Mefistofele" van Bo-ïto en de serenade uit Gounods „Faust". De reclametrom werd in die dagen flink geroerd en als men de adverten ties omstreeks 1910 leest, zou men ge loven met volmaakte weergave-appa- raten en opnamen te doen te hebben. Wij luisteren naar dergelijke opnamen alleen om een indruk te krijgen van de interpretatiekunst uit die tijd of om een stem van een vermaard zanger of zangeres te leren kennen. We zouden er beslist niet aan denken deze platen te draaien om er esthetisch genoegen aan te beleven. Verwend door de huidi ge weergavetechniek en hoogwaardige kwaliteit der platen, zouden die oude schijven ons al gauw gaan irriteren. Het een halve eeuw geleden opgeno men pianostuk zou ons meer als een „pianosolo met begeleiding van platen- geruis'' in de oren klinken. Dit schrij vende herinner ik mij een passage uit de roman „Der Zauberberg" van Tho mas Mann. waarin hij een grammo- foonweergave als volgt beschrijft: „De geest van een wereldvermaard violist speelde een romance van Rubinstein als achter sluiers en met een pianobe geleiding, die zo droog klonk als een spinet". Latere onderzoekingen hebben aan het licht gebracht, dat deze passa ge niet gefantaseerd was maar aan de realiteit was ontleend. Het betrof hier nl. de beschrijving van een plaat van de Engelse Gramophone Company an no 1908. De beroemde violist bleek Joseph Szigeti te zijn. die Rubinsteins Roman ce in Es speelde. Hoewel verre van een fraaie opname: met dergelijke weerga ven was men destijds zeer tevreden. Al deze platen verschenen toen in de handel onder verlokkende leuzen als „Volmaakte weergave". „Onvergetelijk mooie toon", „Natuurlijke klank". Wij vinden dit overdreven, maar dezelfde aanbevelingen lezen we nu dagelijks over high-fidelity en stereofonische weergave. Wat dat betreft is er in het commerciële vlak niets veranderd en wat zullen, onze kindskinderen zeggen van de huidige weergavetechniek! Misschien beschouwen zij deze zo door ons gewaardeerde weergave dan wel als een interessant museumstuk. Misschien vragen zij zich af: ,.Hoe kon men in 1964 bij een maximale vervor ming van 3 pet. spreken van „een vol maakte, natuurlijke en zuivere weer gave?" Toch zijn wij met recht trots op de bereikte resultaten en er ook te vreden mee. Deze vooruitgang hebben wij in eer ste instantie te danken aan de uitvin ding van de microfoon en de elektro nenbuis. Dat de mogelijkheden tot ver dere vervolmaking uitgeput zijn. zou den we niet graag beweren, ook niet na toepassing der stereofonie. Onder zoekingen en ontdekkingen zullen ook op dit gebied nog tot verdere verbete ringen kunnen leiden. Ook in onze da gen worden er nog genieën geboren. COR BACKERS

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 13