Geld-geld-geld-geld
CLEARING
on in
de
BOEKENPLANK
herberg 1
VOOR LIEFHEBBERS
Van Berliner tot de stereo-plaat
9.95
Als het van Japan afhangt
gaat Geesink naar O.S.f
De wondere wereld van het geluid
Debussy begreep
er alles van
25
Het gebed des Heren
Zo is Mexico
De woeste kust
Mensen tussen Nijl en zon
Nasser nationaliseert
Shell en
Anglo-Egyptian
Jij en ik
Alleen „vodjes
VAN EEN KLEINE EXQUISE DRONK'
HERENMODE-TIP
TRICOT
NYLON
SHIRTS
rr?a:««jM.i.i3ïiïTTT7?i
|i|
25
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 26 MAART 1964
Het oude gebouw van The Bank of England
Onlangs gaven we een bespreking van
het uitstekende werkje van prof. v. d.
Bussche over het Onzè Vader. Van de
Bussche blijft op strikt exegetisch ter
rein: wat verstaat de bijbel onder Gods
Naam, het Rijk van God, Zijn Wil. zowel
in oud als nieuw testament. Wat is ten
slotte de eschatologische betekenis van
deze beden.
Guardini gaat in dit bij Lannoo uitge
geven boekje geheel anders te werk.
Zich baserend op de exegese maakt hij
de verschillende „beden" tot onderwerp
van een persoonlijke overweging. En
Guardini zou Guardini niet zijn, als zijn
gedachten geen hoge vlucht namen. Ze
zijn schoon en diep en verdienen alles
zins een na-mediteren. Persoonlijk geef
ik de voorkeur aan v. d. Bussche: hier
heeft men een authentieke verklaring
van het veel gebeden maar slechts op
pervlakkig gekende Onze Vader .Men
zou kunnen zeggen: laat men eerst v. d.
Bussche bestuderen en daarna Guardini
bemediteren. De werkjes vullen elkaar
uitstekend aan.
J. H.
Over Mexico zijn al verschuilende boe
ken geschreven. Het is ook een fascine
rend land, dat een snelle ontwikkeling
doormaakt, maar de bezoeker aan de
andere kant zou kunnen doen veronder
stellen dat de tijd er op sommige plaat
sen heeft stilgestaan.
Joseph Stoppelman, die Mexico uitste
kend kent, is bij de voorbereiding van
zijn boek uitgegaan van het standpunt
dat men een land het best leert kennen
door het contact met zijn bewoners. Zijn
relaas nl. is voor een groot deel een
weergave van de ontmoetingen die hij in
de steden en dorpen van Mexico heeft
gehad met mensen van allerlei slag. Het
geeft de lezer een uitstekend beeld van
het heden en verleden van dit land, dat
zelden centraal in het. nieuws staat, maar
waarvan de belangrijkheid toch niet mag
worden onderschat. Het boek is verlucht
met een groot aantal interessante foto's.
(Uitgeverij Broekman en de Meris N.V.
Amsterdam)
De manier waarop de Amerikaanse
auteur Anton Myrer het verhaal vertelt
van de grillige, egocentrische Sally Mar-
cherson is zo knap en indringend, dat
zijn roman gerangschikt dient te worden
onder die categorie van boeken waarvan
men kan zeggen dat ze boven de middel
maat uitstijgt. Sally is een bekoorlijk
meisje, maar de kwaliteit van haar
karakter is omgekeerd evenredig aan die
van haar uiterlijk. Zonder nadrukkelijke
opzet maakt zij door haar morbide
natuur de mannen op wie zij verliefd
raakt tot trieste slaven van haar kwa
lijke persoonlijkheid.
Onweerstaanbaar, als in een Grieks
drama, drijft zij het noodzakelijke huwe
lijksconflict naar een noodlottig hoogte
punt. De wijze waarop twee verschillend
geaarde mannen op haar tyrannie reage
ren vormt het eigenlijke thema van deze
lijvige roman, die zeer positief is in
zijn strekking en waarvan we alle 414
bladzijden geboeid hebben gelezen. (Gott-
mer, Haarlem)
Gebeurtenissen in de ochtendscheme
ring van de geschiedenis hebben altijd
iets facinerends. Vandaar dat we het
boek dat onder bovenstaande titel in de
s^rie Phoenix-pockets verschenen is, met
meer dan middelmatige belangstelling
hebben gelezen. Prof. Dr. Th. P. v. Baaren
behandelt in dit aantrekkelijk uitgegeven
werkje de godsdienst van de oude Egyp-
tenaren en hij doet het zo indringend dat
men na aandachtig lezen heel wat wijzer
geworden is ten aanzien van de relatie
tussen het religieuze denken in het oude
Egypte en de nog steeds te bewonderen
uitingen van kunst en cultuur die de
eeuwen hebben getrotseerd. Een bijzon
der interessant boek. dat bovendien rijk
is geillustreerd. (W. de Haan-Standaard
boekhandel, Zeist-Antwerpen)
(Bijzondere correspondentie)
Ontelbaar veel betalingen geschie
den dag in dag uit door de uitschrij
ving en uitwisseling van „vodjes pa
pier". Miljarden guldens gaan dage
lijks van hand tot hand, zonder dat er
een gram goud of zilver, zonder dat
er zelfs maar een bankbiljet aan te
pas komt. De mens van onze tijd is
dermate gewend aan deze wijze van
betalen en verrekenen, hij is zo ver
trouwd met wisels, chèques en ander
waardepapier, dat slechts weinigen
zich wel eens een ogenblik rust heb
ben gegund om zich af te vragen en
er zich rekenschap van te geven, hoe
de banken die „vodjes papier" onder
ling verrekenen.
„Clearing", aldus wordt, met een En
gels woord, ook in Nederland die bank-
verrekening van chèques, wissels enz.
in de regel aangeduid. De methode van
de clearing varieert veelal van land tot
land, maar in een aantal landen heeft
men het Britse systeem overgenomen,
dat ongeveer twee eeuwen geleden in
Londen ontstond en zijn bruikbaarheid
bewezen heeft. In de jeugdperiode van
het Britse bankwezen werden wisels en
chèques door de ene bank aangeboden
bij de andere bank. die dan het stukje
papier behield en daarvoor in de plaats
munt of bankpapier gaf. Die methode
gaf geen aanleiding tot moeilijkheden,
zolang het aantal transacties betrekke
lijk klein bleef en het gebied, waarbin
nen zij geschiedde, niet al te groot was.
Later werd het aantal transacties gro
ter. De handel ging zich meer en meer
van de banken en van „bankgeld" be
dienen. Veel geldtransacties vonden
reeds toen als tegenwoordig plaats
in Lombard Street en nabij deze straat
gelegen straten van de Londense City.
Iedere dag gingen de banklopers van
bank tot bank om chèques enz. om te
zetten in geld of bankpapier. De heren
banklopers zochten naar een middel om,
zonder hun patroons te kort te doen, op
minder inspannende wijze hun taak te
verrichten en tevens tijd te vinden voor
een kopje koffie of een borrel, zomede
voor een gezellig praatje. Zo sprak een
aantal hunner af, dagelijks samen te
komen in een voor dat doel gunstig ge
legen Londense herberg, waar zij op
iliet-officiële wijze de chèques en wis
sels vereffenden. Aldus werden de snel
heid, het gemak en de gezelligheid van
het geldverkeer in de hand gewerkt.
De patroons der banklopers, de Lon
dense bankiers dus, mopperden in den
beginne wel eens over die wijze van
„zaken doen" hunner bedienden, maar
na enige jaren zagen zij in, hoeveel tijd
en moeite die „koffiehuis-vereffening"
spaarde. Toen besloten zij, het was in
1770, onderling een organisatie te be
ginnen, die hun banklopers reeds eerder
niet-officieel op touw hadden gezet. Ook
de bankiers begonnen hun „clearing"
niet in een speciaal daarvoor bestemd
gebouw of deel van een bank. Zij ko
zen eveneens als „beurs" een gelagkamer
en wel die van de herberg „The Five
Bells", een café in Dove Court, Lom
bard Street.
Leslie Nakasjima, een der meest voor
aanstaande sportjournalisten van Ja
pan, is van mening dat de eer van het
Japanse judo op het spel staat bij de
vraag of Anton Geesink mag uitkomen
in de Olympische Spelen van Tokio. Toen
Geesink in 1962 te Parijs het wereldkam
pioenschap op een Japanner veroverde
is een schok door Japan gegaan. Ja
panse judomeesters die Geesink in de
Tenri-universiteit aan het werk hebben
gezien geloven dat de Hollandse reus
verslagen kan worden door een Japan
ner die zich technisch superieur weet te
maken. Dit is een zeer zware opgave
maar er wordt aan gewerkt, want de eer
van de judo-natie staat op het spel. De
Japanse judo-organisaties hebben, en dat
is voor Nakasjima een belangrijke aan
wijzing, nimmer ook maar met een
woord iets gezegd over de grote vraag
van amateurisme versus professiona
lisme Voor de Japanners is Geesink een
amateur.
Want de amateurstatus van vele Ja
panse judoka's is, als men die beziet met
de maatstaven welke kennelijk in Ne
derland worden gehanteerd, twijfelach
tig te noemen. Enkelen zijn bij de politie
en kunnen zeer veel trainingstijd van hun
diensttijd afnemen zonder te hoeven vre
zen dat hun betaling eronder lijden zal.
Anderen staan in dienst van grote be
drijven die hun sterren zeer veel vrije
tijd geven om zich in het judo verder te
bekwamen. Als de kandidaten voor
Tokio trainen krijgen ze zonder meer
vrij, zoals toen Geesink in de Tenri-
universiteit de kandidaten ontmoette
die hadden een maand vrij gekregen.
En hun trainers, die zich over amateu
risme geen zorgen schijnen te maken,
waren het erover eens dat Geesink naar
Tokio moest worden uitgezonden.
De Japanners menen dat Geesink in
de open categorie moet uitkomen. Daar
wordt hij hoogstwaarschijnlijk Olympisch
kampioen. In de drie gewichtsklassen
(licht, midden en zwaar) blijven er
dan voor de Japanners genoeg kansen
over. Want voor hen is Geesink de enige
buitenlandse kandidaat van groot pos
tuur. Met andere buitenlanders zullen de
Japanners niet zoveel moeite hebben
als met de Utrechtse reus.
In I960 is Geesink voor de Olympi
sche worstelwedstrijden afgewezen om
dat hij prof was: hij heeft een sportschool
in Utrecht. Maar onder de in 1961 opge
stelde regels, aldus Nakasjima, wordt
een man nog geen prof als hij sport
lessen geeft. Alleen indien hij de oplei
ding van kandidaten voor de Olympische
Spelen op zich zou nemen zou hij prof
worden.
Trouwens: Isao Onokoema, op wie
Japan zijn hoop gevestigd heeft voor ten
minste een gouden medaille, is een judo
leraar aan de Tenri-universiteit En nie
mand heeft gezegd dat Inokoema niet
aan de Olympische Spelen mag deel
nemen
President Nasser heeft een besluit af
gekondigd, waarbij de Shell en de Anglo.
Egyptian Oilfields Co in Egypte worden
genationaliseerd.
De Shell en de British Petroleum had
den tot 1961 een belang van 62 procent
in de Anglo-Egyptian Oilfields Company.
Deze werd toen voor de helft genationa
liseerd. waardoor de twee Britse maat
schappijen slechts een belang van 31 pet.
overhielden.
(Een woordvoerder van de Shell in
Londen deelde mee, dat de maatschappij
in Egypte een afzetorganisatie is en dat
de Anglo-Egyptian Company een exploi
tatie-onderneming is, die met Shell ge
lieerd is).
In augustus van het vorige jaar heert
de Egyptische minister van industrie,
Aziz Sidky, verklaard dat de nationalisa
tie van mijnen en de annulering van par
ticuliere mijnbouwlicenties in Egypte
niet gold voor het zoeken naar en de
exploitatie van olie.
Van dit tijdschrift voor verloofden
heeft nummer 1 van jaargang 1964
dezelfde positieve eigenschappen, die wij
in eerdere recensies van dit periodiek
vermeldden: een levendige opmaak, een
afwisselende inhoud, een tot nadenken
prikkelende tendens. Toch is het onder
havige nummer naar onze mening niet
het sterkste: er is weinig samenhang,
meerdere bijdragen zijn te algemeen van
strekking om speciaal in dit gerichte
tijdschrift te verschijnen, de humor (Car
toons) is niet al te fijn. Waarmee weer
eens bewezen werd, hoe moeilijk het is,
de achtereenvolgende afleveringen van
een gelijkmatig hoog peil te houden.
Gezien het gehalte van eerdere num
mers blijven wij nochtans deze lectuur
voor jonge Katholieken een aanbeveling
waarcï vinden. Jij en ik" - Ginneken -
Bavel)
Reeds enige jaren na dat eerste begin
in „The Five Bells" was het clearing-
bedrijf zo in omvang toegenomen, dat
men in een der nabij „The Five Bells"
gelegen woonhuizen een grote kamer
huurde, die speciaal werd bestemd en
Ingericht voor de „clearing" Nog meer
later ging men naar het vermaarde
Lloyd's Coffeehouse, waar toendertijd de
Londense assuradeurs hun zaken plachten
te doen en waaruit later de wereldbe
roemde verzekerings-combinatie Lloyd's
of Londen groeide.
Tot voor enige jaren was het Clearing
House der Londense bankiers onderge
bracht in een gebouw nabij het Monu
ment en in de buurt van de Citykantoren
der banken, die lid zijn van het Clearing
Iiouse. Thans is het gevestigd in een
pand op een der hoeken van Lombard
Street, dus dicht bij zijn geboorteplek,
waar eens „The Five Bells" stond. Een
onmiskenbaar teken voor de sterk toe
genomen belangrijkheid der clearing is
wel, dat het aantal per dag in Clearing
House behandelde chèques en andere
„vodjes papier" thans het miljoen verre
overschrijdt. Dat had men een kleine
twee eeuwen geleden in „The Five Bells"
nooit kunnen dromen!
Een der weinig principiële verschillen
met de vroegere tijd is, dat heden ten
dage kantoormachines veel van het werk
verzetten. Bedienden der twaalf banken,
die lid zijn van Clearing House, komen
dagelijks samen. Iedere bank biedt een
lijst aan van de chèques (met de be
dragen), die op elk der andere banken
zijn getrokken. Nadat de lijsten in orde
bevonden en geaccepteerd zijn, wordt per
brief aan de Bank of England (de Britse
„Nederlandse Bank") medegedeeld, met
welke totaalbedragen de diverse banken
gedebiteerd of gekrediteerd moeten wor
den op hun clearingrekening, die zij bij
de Bank of England hebben lopen. Zo
worden dagelijks ruim een miljoen chè
ques met een totale waarde van meer
dan twee miljard gulden geregeld door
twaalf slotverrekeningen. Dit is wel een
zeer sprekend voorbeeld van vereenvou
diging op administratief en betalingsge-
bied!
Tot ongeveer een eeuw geleden kon
den alleen particuliere bankhuizen (die
toen talrijk waren) lid zijn van het
Clearing House der Londense bankiers.
LombardstreetHet begon
in een kleine herberg
In 1854 begon men ook commanditaire
bankverenigingen als lid toe te laten,
omdat zij in betekenis, omvang en aan
tal gingen toenemen. Als gevolg van fu
sies en andere omstandigheden omvat
het tegenwoordige kleine aantal (twaalf)
leden hetzij direct, hetzij indirect via
agentschappen nagenoeg het gehele Britse
banksysteem. Behalve de Bank of Eng
land en de „Grote Vijf" op bankgebied
Barclays, Lloyds, Midland, National
Provincial en Westminster zijn ook
nog lid van het Clearing House: Coutts
and Company, District Bank, Glyn Mills
and Company, Martins Bank, National
Bank en Williams Deacon's Bank.
Het Clearing House behandelt uit
sluitend de verrekening der „vodjes pa
pier" die „getrokken worden in Enge
land en Wales op de hoofd- en (duizen
den) bijkantoren der genoemde twaalf
banken. De Schotse banken hebben hun
éigen clearïng-systeem. In Londen wor
den de clearingverrichtingen gesplitst in:
a. Stad, dat zijn, ruw genomen, alle ver
rekeningen der Londense banken, en b.
algemeen, dat zijn de verrekeningen van
alle buiten Londen gelegen banken in
Engeland en Wales. De afmetingen der
clearing hebben een duizelingwekkende
grootte verkregen.
Ter completering van het beeld der
clearing moet men bovendien bedragen
incalculeren, die in Schotland „gecleard"
worden, zomede de omzetten der (twaalf)
provinciale clearing-centra in Engeland
Voegt men hierbij de omzetten der clea
ring in Noord-Amerika, op het Europese
vasteland, in Australië en andere landen,
dan komt men inderdaad terecht in een
miljardenschemering, waarin men ver
dwaalt. Maar dan ziet men tevens des te
beter in, hoeveel tijd, werk, vergissingen,
en ergernis de mensheid in onze tijd be
spaard blijven, dank zij de „vondst" der
Londense bank- en wissellopers, die twee
eeuwen geleden begonnen met de „clea
ring" onder het genot van een kopje
koffie, een glaasje bier en gezellige kout.
Zij verdienen een standbeeld!
(Advertentie)
HERO
SPECIAAL
U proeft het meteen: Hero Speciaal
is *n klasse apart. Fruitzuiver - puur
genieten. Inderdaad 'het van het' voor
de fijnproevers. Kies uw smaak: Jus
d'Orange, Jus d'Ananas, Jus de Grape
fruit, Zwarte bessen, Rode bessen,
Frambozen en Meikersen, Appelsap
(Jus de Pommes), Tomatensap (Jus
de Tomates) cocktail en naturel.
Jus d'Orange, Appelsap en Tomaten
sap ook in voordelige gezinsflessen
(party-bottles).
50 JAAR TOPKWALITEIT 1914-1964
(Advertentie)
®1
Alléén bij p c vindt u
deze hagelwitte, per-
fect-zittende shirts met
modern boordmodel.
Van tricot nylon, dus zó
gewassen en zó weer te
dragen.
iiiSliil
Ruim tien jaar na Edisons uit
vinding van de fonograaf, demon
streerde de Duitse immigrant
Emil Berliner op 16 mei 1888 aan
de leden van het Franklin Insti
tuut te Philadellphia zijn onder
de naam „Gramophone" gepaten
teerde apparaat. Het was gecon
strueerd naar de ideeën van Cros
en Scott, maar het geluid werd
niet op een wals, doch op een ro
terende plaat gegraveerd. Tijdens
deze demonstratie deelde Berli
ner mee dat van zijn platen zo
veel kopieën gemaakt konden
worden als men wilde en hij sprak
de hoop uit dat veel prominente
zangers, sprekers en toneelspe
lers van zijn vinding zouden kun
nen profiteren, ook in materieel
opzicht.
Die wens is wel in vervulling ge
gaan. De grammofoon heeft de wereld
veroverd! Kunstenaars en discofielen
profiteren er inderdaad van en we zou
den niet gaarne een schatting maken
van het aantal grammofooninstallaties
en platen die in omloop zijn. Dat 't in
de tientallen miljoenen loopt staat wel
vast.
De door Berliner gebruikte platen
waren vervaardigd uit een mengsel
van hars, vezels, fijne aarde en kleur
stof en stondeny een paar jaar als het
best bruikbare materiaal bekend. Van
zelfsprekend werd er allerwegen koorts
achtig gewerkt aan verbetering en ont
wikkeling van deze vindingen en tege
lijk daarmee ontbrandde de strijd om
het bezit van de wereldmarkt. Dit is
echter een geschiedenis op zichzelf,
welker bespreking niet binnen het ka
der van deze artikelenreeks valt.
In 1904 bracht Odeon een technisch
nieuwtje, namelijk de dubbelzijdig be
speelbare grammofoonplaat. Tegen
woordig vinden wij dat de gewoonste
zaak ter wereld. De fabrikant van die
platen dacht er destijds evenwel anders
over. Hij maakte in het toen in Duits
land verschijnende fonografische tijd
schrift per advertentie bekend iedereen
gerechtelijk te zullen laten vervolgen,
die dubbelzijdig bespeelbare platen in
de handel zou brengen, welke niet door
hem vervaardigd waren. De uitvinder,
A. N. Petit, had in tien landen patent
aangevraagd en verkregen en alleen
Odeon toestemming gegeven deze pla
ten te fabriceren.
Elke grammofoonplatenbezitter kent
het beroemde merk van „His Master's
Voice", de hond, die voor de hoorn
gezeten naar de „stem van zijn mees
ter" luistert. Misschien zal men vreemd
opkijken als men leest dat dit handels
merk ontleend is aan een schilderij.
Toch is dit zo. Het werd in 1899 ge
maakt door de toen bekende kunste
naar Francis Barraud, die zijn schilde
rij aan de directeur van de Engelse
„Gramophone Company" wilde verko
pen. Op dit schilderij zat de hond voor
Edisons fonograaf. De directeur zag er
wel iets in, maar hij stelde de schilder
voor de fonograaf te vervangen door
het verbeterde apparaat van Berliner.
Barraud had hiertegen geen bezwaar,
schilderde dit gedeelte van het doek
over, de transactie werd een feit en de
vriendelijke foxterrier werd vermaard.
Het schilderij siert tot op de dag van
haden de directiekamer van „The
Gramophone Company" in Hayes
(Middlesex, Engeland). Uit piëteit en
natuurlijk ook uit reclame-oogpunt
heeft deze maatschappij op het graf
van de hond een gedenkplaat laten
plaatsen.
Met de opkomst en popularisering
van de grammofoon als muziekver-
schaffend instrument was tevens de
grondslag gelegd voor een klinkende
muziekhistorie. De voortschrijdende
ontwikkeling der opname- en weerga-
vetechniek. de verbeterde kwaliteit en
sterke toename van de platenproduktie
verhoogden in sterke mate de belang
stelling van de kunstenaars voor dit
medium. De eerste, die daadwerkelijke
interesse toonde was de grote zanger
Enrico Caruso. Aan diens belangstel
ling hebben we het te danken dat zijn
bijzonder fraaie stem velen beschou
wen deze als de mooiste, die de wereld
ooit gekend heeft voor het nage
slacht bewaard bleef. Zijn connecties
en eerste contracten dateren van 1902
en bleken al spoedig ook voor de gram
mofoonmaatschappijen van grote bete
kenis te zijn. Toen zijn platen in de
handel verschenen gingen de verkoop
cijfers met sprongen omhoog en het
kan daarom geen verwondering wekken
als men in die kringen hoort beweren
dat aan deze wereldberoemde opera
zanger de „triomf der grammofoon
plaat" te danken is.
Aanvankelijk kon men slechts één
stem, later twee of drie met pianobe
geleiding opnemen. In 1906 bracht de
Amerikaanse maatschappij Victor de
eerste Caruso-platen met orkestopna
men uit en ook deze gingen grif van
de hand. De verkoop van zijn platen
betekende zowel voor de Gramophone
Company als voor Victor telkens weer
een niet onbelangrijke kapitaalsver
meerdering. Zelfs de eerste jaren na
Caruso's dood (1921) verkocht de Ame
rikaanse zustermaatschappij van de
Gramophone Company ja-arlyks nog
gemiddeld voor een bedrag van 2 1/2
miljoen dollar aan Carusoplaten. Hoe
de talloze bezitters van deze platen er
aan gehecht zijn blijkt wel uit het feit
dat het op het ogenblik zeer moeilijk
is daarvan een of meerdere exempla
ren te bemachtigen.
Van de componisten behoorde Claude
Debussy tot de eersten, die inzag dat
door de zwarte schijf de exacte weer
gave van een compositie gegarandeerd
was. Toen men hem kort na de pre
mière van zijn opera „Pelléas et Méli-
sande" (30 april 1902) voorstelde er een
fragment van op te nemen, ging hij
hiermee direct akkoord. Opgenomen
werd een kort solofragment uit het be
gin van het derde tafereel, gezongen
door de sopraan Mary Garden, die ook
bij de eerste uitvoering de Mélisande-
partij vertolkte. Op dezelfde plaat kan
men Debussy piano horen spelen. Een
plaat dus van grote historische waarde
en als zodanig een der eerste klankdo
cumenten van een componist.
Naast Debussy waren ook andere
componisten waaronder Jules Masse
net en Umberto Giordano, bijzonder
geïnteresseerd in dit nieuwe medium
en staken hun waardering niet onder
stoelen of banken. Steeds groter werd
het getal beroemdheden, die hun stem
men graag op de plaat lieten vastleg
gen.
Uit 1904 zijn opnamen van de ver
maarde lyrische sopraan Dame Nellie
Melba met aria's van Donizetti, Pucci
ni en Verdi in enkele discotheken te
vinden. Van dezelfde zangeres bestaat
nog een plaat waarop zij het Ave Ma
ria van Gounod zingt, waarbij niemand
minder dan de befaamde violist Jan
Kubelik de obligate vioolpartij vertolk
te. Ook van de prachtige en „kostbare"
stem van Adelina Patti is een serie
platen bewaard. Tot de historisch be
langrijke opnamen behoren ook de pla
ten van de Russische bas Sjaljapin uit
1901. Hij stond toen aan het begin van
zijn grote internationale carrière. Ook
zijn platen uit 1908 en 1909 zijn moeilijk
te verkrijgen en hebben voor verza
melaars een zeer grote waarde. Hier
op zijn o.a. opgenomen Moessorgsky's
„Lied van de vlo"; de proloog uit de
opera „Mefistofele" van Bo-ïto en de
serenade uit Gounods „Faust".
De reclametrom werd in die dagen
flink geroerd en als men de adverten
ties omstreeks 1910 leest, zou men ge
loven met volmaakte weergave-appa-
raten en opnamen te doen te hebben.
Wij luisteren naar dergelijke opnamen
alleen om een indruk te krijgen van de
interpretatiekunst uit die tijd of om
een stem van een vermaard zanger of
zangeres te leren kennen. We zouden
er beslist niet aan denken deze platen
te draaien om er esthetisch genoegen
aan te beleven. Verwend door de huidi
ge weergavetechniek en hoogwaardige
kwaliteit der platen, zouden die oude
schijven ons al gauw gaan irriteren.
Het een halve eeuw geleden opgeno
men pianostuk zou ons meer als een
„pianosolo met begeleiding van platen-
geruis'' in de oren klinken. Dit schrij
vende herinner ik mij een passage uit
de roman „Der Zauberberg" van Tho
mas Mann. waarin hij een grammo-
foonweergave als volgt beschrijft: „De
geest van een wereldvermaard violist
speelde een romance van Rubinstein
als achter sluiers en met een pianobe
geleiding, die zo droog klonk als een
spinet". Latere onderzoekingen hebben
aan het licht gebracht, dat deze passa
ge niet gefantaseerd was maar aan de
realiteit was ontleend. Het betrof hier
nl. de beschrijving van een plaat van
de Engelse Gramophone Company an
no 1908.
De beroemde violist bleek Joseph
Szigeti te zijn. die Rubinsteins Roman
ce in Es speelde. Hoewel verre van een
fraaie opname: met dergelijke weerga
ven was men destijds zeer tevreden.
Al deze platen verschenen toen in de
handel onder verlokkende leuzen als
„Volmaakte weergave". „Onvergetelijk
mooie toon", „Natuurlijke klank". Wij
vinden dit overdreven, maar dezelfde
aanbevelingen lezen we nu dagelijks
over high-fidelity en stereofonische
weergave. Wat dat betreft is er in het
commerciële vlak niets veranderd en
wat zullen, onze kindskinderen zeggen
van de huidige weergavetechniek!
Misschien beschouwen zij deze zo
door ons gewaardeerde weergave dan
wel als een interessant museumstuk.
Misschien vragen zij zich af: ,.Hoe kon
men in 1964 bij een maximale vervor
ming van 3 pet. spreken van „een vol
maakte, natuurlijke en zuivere weer
gave?" Toch zijn wij met recht trots
op de bereikte resultaten en er ook te
vreden mee.
Deze vooruitgang hebben wij in eer
ste instantie te danken aan de uitvin
ding van de microfoon en de elektro
nenbuis. Dat de mogelijkheden tot ver
dere vervolmaking uitgeput zijn. zou
den we niet graag beweren, ook niet
na toepassing der stereofonie. Onder
zoekingen en ontdekkingen zullen ook
op dit gebied nog tot verdere verbete
ringen kunnen leiden. Ook in onze da
gen worden er nog genieën geboren.
COR BACKERS