Gooit Haex kabeljauw weg
om spierinkje te vangen?
de feestelijkste drank
ter wereld.
DE OPHEFFING VAN DE „LICHTE LUA"
Lucas: een plaats in de
hogere literatuur
Versteend lijk
op bergtop
Weer onderzoek
gelast in zaak
tegen RLS-man
4a ,ee' ra^e ste**
ALTIJD... UIT EN THUIS
"T5tle*iha.
Wat te doen?
ZUINIGHEID
BEDROOG
WIJSHEID
Knoop doorgehakt
Resultaten
De NAVO
Vrouw maakt
vlucht om aarde
INVOER MET 21
pCt. GESTEGEN
Uitvoer 6 pCt. hoger
Lugubere vondst
in Buiten-IJ
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 19 MAART 1964
In de serie Regensburger Commentaar
van het Nieuwe Testament verscheen
nu bij Nelissen (Bilthoven) het commen
taar op het Marcusevangelie. Dit deel
is ook van de hand van J. Schmid en
eveneens in het Nederlands vertaald door
Pater Witsenburg.
Omdat het Marcusevangelie tegen
woordig algemeen aanvaard wordt als
de belangrijkste schriftelijke bron voor
Lucas en zelfs diende als grondslag voor
de opbouw van zijn evangelie, verwijst
Schmid in zijn Lucascommentaar her
haaldelijk naar Marcus. Het was dan ook
juist éérst de vertaling van Marcus uit
te geven. Want voor een vruchtbare be
studering van dit Lucascommentaar is
het wel zeer wenselijk dat men eerst
Marcus leest of het minstens ter verge
lijking bij de hand heeft. Alleen al hier
om wijl de parallelplaatsen bij Marcus
veelal uitvoeriger verklaard worden.
Ondanks deze afhankelijkheid van
Marcus en van andere schriftelijke en
mondelinge bronnen is het Evangelie
van Lucas een werk geworden uit één
stuk, waarop de schr. duidelijk het stem
pel van zijn eigen geest, van zijn schrij
verskunst en religieuze individualiteit
heeft gedrukt. Zelf een ontwikkeld man
hij was hellenistisch arts wilde hij
rekening houden met de smaak der lite
rair ontwikkelden. Terwijl men de an
dere synoptische evangeliën naar de lite
raire maatstaf van die tijd volkse litera
tuur zou mogen noemen, maakt Lucas
aanspraak op een plaats in de hogere
literatuur. Zowel in de woordenschat als
in de zinsbouw heeft hij de taalvorm
van zijn bronnen verbeterd. Toch schreef
hij niet voor alleen maar geletterden in
een gepolijst artistiek proza. Om zijn
eerste bedoeling heilige geschiedenis te
schrijven te kunnen uitvoeren, bestu
deerde hij grondig de stijl van de Sep
tuagint; zijn evangelie krijgt er een oud
testamentische kleur door.
Niet minder uitgesproken dan de lite
raire eigen haard is Lucas' theologie. Hij
schildert Jezus vooral als Heiland van
armen, zondaars en noodlijdenden, en
waarschuwt als geen evangelist tegen de
onrechtvaardige Mammon. Verder heet
Lucas terecht de evangelist van de H.
Geest en van het gebed. Uit deze en
andere trekken spreekt duidelijk de
eigen aard van het derde evangelie,
maar even duidelijk is het ook dat de
(Advertentie)
schr. geen .nieuwe' theologie verkondigd,
maar zich trouw aansluit bij zoals hij
in zijn voorwoord zegt, zijn voorgangers
Evenals in het Commentaar op St.-
Marcus bezit Nederland nu in dat op
St.-Lucas een studieboek van hoog ge
halte, dat wij als zodanig een grote be
langstelling toewensen.
Als in de volgende delen het Neder
lands nog wat bijgepolijst wordt, is aan
al onze wensen voldaan
J. H.
De centrale raad van beroep in Utrecht
heeft gisteren een nieuw onderzoek
gelast in de zaak van de oud-employé
van de rijksluchtvaartschool, de heer
K. W. Wagenaar uit Paterswolde. Het
is de tweede keer, dat de centrale raad
een nieuw onderzoek beveelt in de
zaak.
De raad zou gisteren uitspraak doen7T)e
heer Wagenaar werd in 1960 ontslagen
na een reorganisatie van de technische
dienst der R.L.S. De ontslagen R.L.S. -
man vindt, dat hij niet ontslagen is
wegens een reorganisatie van de dienst,
maar louter en alleen omdat zijn di
recte chef een hekel aan hem had. De
heer Wagenaar stelt, dat bij de bewus
te reorganisatie hij de enige is geweest,
die zijn baan verloor. Het personeels
bestand van de R.L.S. onderging bo
vendien geen verandering, omdat na
het vertrek van de heer Wagenaar een
nieuwe kracht werd aangetrokken. La
ter in 1962 vloeide bij een reorga
nisatie wel een deel van het perso
neel af.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat
is van oordeel, dat het ontslag van de
heer Wagenaar wel degelijk een gevolg
van reorganisatie is geweest. Pogingen
van het ministerie om voor hem elders
een passende werkkring te vinden wa
ren op niets uitgelopen.
De centrale raad gaat zich opnieuw
met de zaak bezighouden, wanneer het
nieuwe onderzoek voltooid is.
i^s. *e€r N dV®
V* oaS; n *ee* en
en ,e^eet.
r v t aee° er ieê \s en
.r>rr
BABYCHAM
CHAMPION
ENGLISH PERRY
SWEET en DRY
GEKONTROLEERU
Het is alléén Terlenka
met het Terlenka eti
ket. want alléén de
artikelen die A.K.U.
goedkeurt verkrijgen
het merk 'Terlenka.
Artikelen die niet aan
de A.K.U.-eisen vol
doen-# zullen veelal
onder een soortnaam
zoals polyester in de
handel komen.
dacht veel op het uitgooien van een ka
beljauw om een spierinkje te vangen.
Honderd miljoen weggooien? Jawel,
want wat moet men met het geschut,
met de munitie, met de vuurleidings-
apparatuur? Het geschut zou men mis
schien naar het buitenland kunnen ver
kopen (vanzelfsprekend met enorme
verliezen), maar met de radars zal dat
niet gaan. Dit bedrijf zal ingevolge het
koopcontract niet toestaan dat zijn markt
verknoeid wordt:
PUBLIKATIE VAN A.K.U., ARNHEM
(Van onze militaire medewerker)
De Nederlandse territoriale luchtdoelartillerie is niet meer. Geleidelijk
aan zullen de tien parate en vier mobilisabele afdelingen verdwijnen.
De opheffing van de „Lichte Lua" was het belangrijkste onderdeel van
de door landmachtstaatssecretaris Haex geëntameerde „operatie
chirurg", die geldverslindende en nutteloze onderdelen van de land
macht wil afsnijden om gelden vrij te maken voor het parate leger
korps. Welnu, de lichte lua had weinig nut meer en het kostte veel
geld. Het ontbinden ervan was dus een verstandige daad.
In 1922 werd het korps luchtdoelar
tillerie opgericht. Met weinig animo,
want de financiële middelen waren be
perkt en de inzichten over het nut
van zo'n korps waren verdeeld. Niet
temin, het kwam er en zij, die op de
oprichting hadden aangedrongen kregen
gelijk, toen met het naderen van de
tweede wereldoorlog meer en meer
bleek, dat een goede verdediging tegen
aanvallende vliegtuigen een levensbe
lang was. Toen men op het eind van de
jaren dertig de wapens van de lucht
doelartillerie inventariseerde bleek, dat
de zuinigheid de wijsheid weer eens be
drogen had. In allerijl werden in ver
schillende landen wapens besteld. Een
deel daarvan kwam nog tijdig genoeg
om er de luchtdoelartilleristen in mei
1940 ruim driehonderd Duitse vliegtui
gen mee de lucht uit te laten schieten.
Na de oorlog en nadat de moeilijk
heden in Indonesië tot het verleden be
hoorden, werden in enkele jaren tijds
met buitenlandse hulp 56 batterijen zwa
re lua en 15 parate en 22 mobilisable
afdelingen lichte lua uit de grond ge
stampt Aan de buitenlandse hulp kwam
echter een eind, de financiële mogelijk
heden verminderden en er deden zich
ook personeelsmoeilijkheden voor. In de
oorlogsjaren werden er weinig kin
deren geboren en dit aantal dienstplich
tigen was daardoor te klein. Er moest
een knoop worden doorgehakt en dat
deed men in 1959.
In dit jaar had men te maken met
de volgende feiten: de wapens en tech
nische middelen van zware en lichte lua
waren verouderd en er was slechts een
bedrag van 100 miljoen gulden beschik
baar om nieuw materiaal te kopen. Men
ging denken aan opheffing van de zware
lua, waardoor zeker „vacuum" in de
luchtverdediging zou ontstaan. Als de
lichte lua werd opgeheven zou wel een
„gap" ontstaan, want de luchtverdedi
gingsjagers zijn beneden de drie kilo
meter hoogte veel minder effectief dan
daarboven Met dit alles voor ogen nam
men in 1959 het besluit om de 56 bat
terijen zware lua (16 bij het legerkorps
en 40 territoriaal) op te heffen. De 100
miljoen gulden zouden worden besteed
om de lichte lua (die wegens gebrek aan
mankracht werd teruggebracht van 15
afdelingen tot 2 bij het legerkorps en
10 territoriaal) met voortvarendheid van
de meest doelmatige wapens en tech
nische middelen te voorzien.
We schrijven 1960 als deze voortva
rendheid resultaten gaat geven. Voor de
lichte lua wordt het befaamde „40 lang
70"-geschut (240 schoten per minuut)
aangekocht. Van de Zwitserse fabriek
Contraves in Zurich koopt men (voor
665.000 per stuk) 25 stuks „Super-
Fiedermaus" - radarvuurleidingsappara-
tuur. Er wordt voor 13 miljoen gulden
munitie besteld en by de Hollandse Sig
naal in hengelo plaatst men een order
voor 47 stuks radarviiurleidingsappara-
tuur van het type L 4-5 (f 775.000 per
stuk)
Moet een onderdeel dat met zulke uit
stekende wapens en hulpmiddelen is
uitgerust en dat in tijd van nood waar
schijnlijk zeer belangrijke taken te ver
vullen krijgt worden opgeheven?
Chirurg Haex meent van wel
Hij wil bezuinigen. Wat bezuinigt hij
dan? Natuurlijk, 2000 dienstplichtigen
minder onder de wapenen betekend per
jaar 10 miljoen gulden minder uitgeven.
Maar 100 miljoen gulden aan investe
ringen weggooien om tien miljoen op
exploitatiekosten te bezuinigen lijkt ver
horizon te werpen, de eigen troepen te
informeren over de positie der vijand
om dan weer meegevoerd te worden.
Zouden de afgedankte lua-raders daar
misschien een nuttige bestemming vin
den? Helaas voor de staatssecretaris is
het antwoord: Neen, dat kan niet, omdat
de Super Fledermaus" en de L 4-5 ra
dars zijn, gebouwd voor een speciaal
doel. Gebouwd om de lucht te verkennen.
Zo blijft er weinig anders over dan de
„Super-Fledermaus" en de L 4-5 op de
schroothoop te gooien en dus zijn de
100 miljoen weggegooid.
Wat doen we er mee?» Wie een ant
woord op deze vraag tracht te krijgen
stuit steeds op een mooi woord: „batt
lefield surve?". Vrij vertaald betekent
dat gevechtsveldbewaking. Het is een
militair begrip, dat vrij recent is en dat
samenhangt met het verschijnsel, dat
we er naar streven onze troepen zoveel
mogelijk in pantser te zetten.
In tanks en in gepantserde rups- en
wielvoertuigen. Pantser geeft een grote
bescherming maar het heeft één nadeel:
de troep ziet weinig: ze is bijna blind.
Men zoekt naar een oplossing en denkt
bijvoorbeeld aan kleine snelle helicop
ters en kleine radars, die het gevechts-
veld bewaken. Die radars moeten ui
terst mobiel zijn om steeds even opge
stoken. te worden, snel een blik over de
By de beschouwing over de lichte lua
mag niet ontbreken de visie van de Na-
vo-organen en van de strijdkrachten van
de Navo-partners op dit probleem. Hoe
het daarmee staat? Shape (supreme
headquarters allied powers Europe)
schijnt zich niet erg druk te maken over
de lichte lua. Daarby mag men niet
vergeten, dat de Amerikaanse lucht
macht in Shape veel invloed heeft en dat
Amerika heel erg graag z'n ,,red eye"-
raket naar Europa verkoopt.
Legt men zijn oor te luisteren bij
Lasdcent (het hoofdkwartier van de
land forces central Europe) dan kan
men heel andere geluiden vernemen.
Daar stelt men wel prijs op een goed
geoutilleerde lichte lua: Veel prijs zelfs.
En de Navo-partners? Duitsland, dat de
modernste strijdkrachten van Europa
heeft, is druk bezig z'n lichte lua uit te
breiden. En de tegenstanders? Rusland
heeft massa's lua in z'n veldleger, dat
in Oost-Duitsland staat
Na dit alles komt nogmaals de vraag
op: Was het verstandig besluit om de
territoriale lua op te heffen? Het is
uiteraard mogelijk, dat staatssecretaris
Haex uiterst goede en zwaarwegende
argumenten kan aandragen, die ver
standig denkende mensen met een vol
mondig ja op die vraag doen beant
woorden. Als de bewindsman die argu
menten heeft, laat hij er dan snel mee
komen Hij kan er veel onrust en zelfs
ernstige bezorgdheid om zijn beleid mee
wegnemen. Hij zal dan wellicht gepre
zen worden als de man, die tegen veel
oppositie in, moedig een besluit wist
door te zetten.
De 27-jarige Joan Merriam Smith uit
Long Beach is van het vliegveld te Oak
land, California, vertrokken voor een
vlucht om de wereld. Als zij hierin slaagt
zal zij de eerste vrouwelijke pilote zijn,
die zo'n vlucht volbracht heeft.
Zij zal dezelfde route volgen als de
beroemde Amerikaanse aviatrice Ameilia
Aerhart in 1937 begon, maar nooit beëin
digde.
Voor haar opstijgen verklaarde me
vrouw Smith, dat Amelia Aerhart, die tij
dens haar poging om de aarde te vliegen
verdween, haar de inspiratie had gegeven
voor de vlucht. Volgens mevrouw Smith
maakte zij liever een dergelijke vlucht
dan een luxevlucht naar Rome of Parijs.
Argentijnse bergbeklimmers heb
ben kort geleden nabij de top
van de berg „El Torro" in de
buurt van San Juan dit versteende
lichaam van een jongen aange
troffen, dat vierhonderd jaar oud
moet zijn. Deskundigen menen
met een jonge afstammeling van
de Inca's te doen te hebben. Het
zal altyd een mystetrie blijven
hoe het kind op de bergtop is
terecht gekomen.
Dit is de L4/5, de unieke radar-
vuurleidingsapparatuur. Het is
een combinatie van radar met
een elektronisch brein. In het
kegelvormige voorwerp boven
aan (de dome) bevinden zich
twee radarantennes, die vier om
wentelingen per seconde maken
en een voortdurend radarbeeld
van het luchtruim produceren.
Pikken deze antennes een vijan
delijk toestel op, dan wordt de
antenne, die zich links onder de
dome bevindt, daar op gericht.
Deze laatste antenne geeft meet
gegevens door naar het elek
tronisch brein, dat de stukken
geschut (drie in totaal met sa
men een vuursnelheid van 12
schoten per seconde) richt.
Uniek is, dat de dome inmid
dels blijft doorzoeken naar an
dere doelen. De L4/5 is volle
dig geautomatiseerd. De appa
ratuur kan desnoods door één
man worden bediend. Het elek
tronisch brein lokaliseert zelf een
eventuele storing en geeft dan
door waar de storing zich be
vindt.
Blijkens het jongste jaarverslag van
het centraal orgaan voor de economische
betrekkingen met het buitenland bereik
te de waarde van de invoer in het 4c
kwartaal van 1963 een bedrag van f
f 5.898 miljoen, d.w.z. 21% meer dan
in het 4e kwartaal van 1962. Wat betreft
de waarde van de uitvoer valt een om
vang van f 4.756 miljoen en een stijging
van 6 procent ten opzichte van het 4c
kwartaal van 1962 te constateren.
De voorlopige indruk bestaat, dat zo
wel invoer- als uitvoerprijspeil zich en
kele punten boven het niveau van het 4e
kwartaal van het vorig jaar hebben be
wogen. Dit zou betekenen, dat de toene
ming van het volume van de import ca.
17.5 pet. en de toeneming van het volume
van de export ca. 4 pet. heeft bedragen.
De rijkspolitie te water in Amsterdam
heeft een lugubere vondst gedaan: op de
glooiing van de Zuiderzeedijk achter het
kamp Zeeburg in het Buiten-IJ ontdekte
lyk Yerm°edelijk van een man
waar het gehele onderlichaam, een ge
deelte van het hoofd en een gedeelte van
de borstkas ontbrak.
Identificatie is zeer moeilijk volgens de
politie. De recherche gaat na of dit het
verminkte lichaam is van iemand, die
op de lijst van vermiste personen voor
komt. Aan een misdrijf wordt in dit sta
dium van onderzoek nog niet gedacht.
De politie kon niet met enige zekerheid
meedelen hoelang het lijk al in het wa-
ter moet hebben gelegen
(Advertentie)