AAN DE RAND VAN INFLATIE?
Leuvense professor Baudhuin
wil Belgische frank redden
Regering haalt
schouders
eens
de
op
Motu
liturgie:
proprio
over de
zeer pover
Het Witte Huis is voor
vrouwen vaak te ver...
Belangstelling voor het stofje
DEINING ROND PERSOON
VAN WILLY BRANDT
ZELFS DE OSSERVATORE IS SCEPTISCH
Bijna alle kolenboeren
met één been in de cel
Veel kolen van
duistere herkomst
Kok lichtte op
aan cle
lopende band
Oostenrijk sluit
rijn grenzen
voor eieren
Werkstuk van
centralisten
Kan hij op twee
stoelen zitten
Van der WERFF HM
Margaret Chase Smith
wil presidente worden
Constitutie opgeschort
Ontslagen Cubanen
in „werkbrigades"
Margaret heeft
een voorsprong
Paus ook ontevreden?
Juridische bezwaren
.Sneeuwwitje'
Kappersdochter
Zuidpoolexpeditie
zit nu warm
14
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964
14
(Eigen buitenlandse dienst)
Waal en Vlaming ervaren thans, dat zij voorlopig nog wezenlijke
gemeenschappelijke belangen hebben: het verdedigen der koop
kracht van hun Belgische frank en het consolideren van hun levens
standaard.
De koopkracht van de Belgische frank neemt af en die afbrokke
ling duurt voort. Het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen blijft op
verontrustende wijze stijgen en over enkele weken zal ongetwijfeld
een nieuwe roonlonde ingaan.
Dc Belgische werknemer is goeddeels beschermd tegen de onmiddellijke
gevolgen der stijgende levensduurte door het koppelen der lonen aan de
kleinhandelsprijzen. Maar wanneer de prijzen snel oplopen, blijft de arbei
der een ronde achter in de spiraalbeweging. Overigens hoort men alweer het
verwijt dat de kleinhandelsindex niet de getrouwe weerspiegeling is der
werkelijke stijging der kosten voor levensonderhoud.
Vandaar dat de sociale onrust .groeit
en stakingen uitbreken, vooral in de
Vlaamse metaalbewerkende bedrijven.
De stakingen komen vooral de patroons
ongelegen, want hun orderboekjes staan
vol en zij hebben zich er contractueel
toe verplicht, de bestellingen binnen
een bepaalde termijn af te leveren.
Niettemin houden zij t.a.v. de eisen
van hun werknemers het been stijf: ze
verwijzen naar het sociale programma,
dat door afgevaardigden van patroons,
vakbonden en regering werd goedge
keurd. Dat „sociaal pact" voorziet in een
stelselmatige uitbreiding van de sociale
verzorging der werknemers, maar in
dat pact is nergens sprake van de hui
dige arbeiderseisen. De patroons geven
de arbeiders de raad zich met hun moei
lijkheden te wenden tot de regering,
omdat die' verantwoordelijk is voor de
prijsbeheersing. Inmiddels slepen zich
de stakingen voort.
VERGEEFSE VLUCHT
De verminderende feitelijke waarde
van de Belgische frank betekent boven
dien een strop voor de honderduizen
den, die hun spaargeld hebben omgezet
in Staatsobligaties of gedeponeerd heb
ben bij de spaarbank. Momenteel kan de
jaarlijkse interest niet eens meer op
wegen tegen de ontwaarding van het
kapitaal. Daaraan trachten de spaarders
op diverse wijzen te ontkomen. Maar die
ontsnapping" loopt niet van een leien
dakje, want omdat zoveel houders van
staatsobligaties tegelijk hun papieren
op de markt brengen, is de waarde ervan
op de Beurs gedaald. Spaarders willen
hun bezit nu beleggen in onroerende
goederen zoals gronden en woningen,
maar de prijzen daarvan zijn de laatste
tijd zwaar opgelopen. Wie zijn heil
zoekt in het opnemen van hypothecaire
kredieten of in het aanschaffen van goe
deren via krediet op afbetaling wordt
ook al in de vleugels geschoten door
een recente wet, die de rente met 15 en
zelfs met 20 procent verhoogt.
GEEN ANIMO VOOR
LENINGEN
De Belgische openbare besturen zijn
met deze stand van zaken niet gelukkig,
want de spaarders laten zich lang wach
ten alvorens in te schrijven op nieuwe
leningen. Zo raakten recente leningen
van de steden Brussel en Antwerpen
niet voltekend en de Belgische minis
ter van financiën Dequae aarzelt nog
vooraleer een nieuwe lening uit te
schrijven, die hij nochtans hard nodig
heeft. Er is sprake van een rente van
6.5, 7 en zelfs 7.5 procent om de geld
schieters toch maar te doen toehappen!
Hierbij moet worden opgemerkt, dat
de Belgische regering er zelf toe heeft
bijgedragen om het vertrouwen van de
spaarders te schokken Niet alleen wei
gerde de Belgische regering de leningen
terug te betalen die destijds door de
Belgische Staat voor het toenmalige
Belgisch-Kongo „onder staatswaarborg"
werden geplaatst (zodat tienduizenden
mensen nu met waardeloze papieren
zitten) maar bovendien' wordt op de
rente van alle staatsobligaties een „voor
heffing" afgenomen van 15 pet. van de
beloofde rente, ondanks het feit dat op
iedere obligatie te lezen staat dat zij
„vrij is van iedere huidige of toekom
stige belasting". De Belgische spaarders
nemen het niet, dat hun regering vroe
gere verbintenissen met juridische spits
vondigheden afwimpelt. Dit verstoorde
klimaat van wantrouwen draagt er, samen
met de inflatieverschijnselen, toe bij
om de kansen op succes van nieuwe
openbare leningen dubieus te maken.
GEEN TIJD VERLIEZEN
De bekende professor Baudhuin der
Leuvense universiteit, specialist in eco
nomische en financiële aangelegenhe
den, heeft voor de Kamer van Koop
handel te Brussel een somber beeld op
gehangen over België's toekomst. „In
dien wij niet onmiddellijk en radicaal
ingrijpen, is het niet uitgesloten dat het
indexcijfer der kleinhandelsprijzen?,
thans 118, vóór het einde van 1964 130
punten zal bereiken. Zo'n belangrijke
prijsstijging zal loonsverhogingen uit
lokken die niet kunnen worden opge
vangen door een toenemende produk-
tiviteit. Prijsverhogingen brengen on
vermijdelijk de verhoging met zich mee
van de onrechtstreekse belastingen die
op het bedrijfsleven drukken en vooral
voelbaar zijn in de „fiscale" produkten
zoals benzine, tabak, alcohol en bier.
De tarieven van spoorwegen, buurt
spoorwegen, trams, post, telegraaf en
telefoon zullen worden verhoogd. We
moeten aldus prof. Baudhuin die
reële bedreigingen uitschakelen.. We
moeten de inflatie indijken".
Baudhuin heeft tevens een plan ont
vouwd om de inflatie tot stand te bren
gen: het uitgeven van leningen voor
rekening van de Belgische staat in het
buitenland moet worden stopgezet. Een
omvangrijke binnenlandse lening met
interessante rentevoet moet worden
uitgeschreven met een looptijd van 5
jaar. De hypothecaire kredieten moeten
beperkt worden. Er moeten 10.000 bui
tenlandse arbeiders worden aangewor
ven, van wie de helft voor het bouw
bedrijf. Gepensioneerden moeten weer
in het bedrijfsleven worden ingescha
keld indien zij zulks verlangen. Open
bare werken en het bouwen van sociale
woningen moeten worden aangepast aan
de beschikbare betaalmiddelen, zonder
een beroep te doen op het buitenland.
Bij aanbestedingen van openbare wer
ken mogen slechts inschrijvingen wor
den aanvaard, waarvan het bedrag ma
ximum 20 pet. boven het niveau van
1962 ligt.
De Leuvense economie-specialist heeft
eraan toegevoegd dat zijn plan slechts
kans op slagen heeft, indien het zonder
tijdverlies en integraal wordt uitge
voerd. Hiertoe bestaat inmiddels wel
zeer weinig kans, want reeds hebben
woorvoerders van de Belgische rege
ring zich laatdunkend over dat plan
uitgelaten. De Belgische regering heeft
ook al met een boze nota gereageerd
op de uitspraak van de ondervoorzitter
der Euromarktcommissie voor het
Europese parlement te Straatsburg Mar-
jolin, die zei dat in België duidelijke
inflatoire krachten aan het werk zijn.
De tactiek van de Belgische regering
bestaat er blijkbaar uit, van de prins
geen kwaad te weten en alleszins een
houding aan te nemen of zij de teugels
strak in handen heeft. Dit verklaart
waarom de heer Dequao, minister van
financiën, momenteel zo'n slechte pers
heeft in de gespecialiseerde Belgische
financiële en economische kranten.
Iedereen heeft gehoord van de
foto van prinses Irene, waarop
zij tijdens een speciale modeshow
voor haar in Barcelona (La casa
de modas de Asuncion Bastidas),
een bruidsjapon bewondert. Blijft
de bruidsjapon, zoals zij zei, in
derdaad een verrassing, een feit
is, dat de prinses zoals deze na
gekomen foto laat zien, bijzonder
geinteresseerd was in de stof.
De 30-jarige kok W.G. uit de hoofdstad
hoorde gisteren voor de rechtbank in Am
sterdam wegens een reeks aan de lopende
band gepleegde oplichtingen en flessen
trekkerijen een gevangenisstraf van twee
jaar met aftrek tegen zich eisen. Er zijn
mensen met veel meer verstand die niet
in staat zijn de geraffineerde methode van
oplichting van deze man verbeteren, zei
de officier van justitie, die van de 34 op
lichtingen en flessentrekkerijen er drie
Ijen laste had gelegd.
„U leefde van gappen, oplichten en be
driegen", zei de rechtbankpresident, die
het strafblad van de verdachte resumeer
de. Daarop staan reeds zes veroordelin
gen.
In augustus van het vorige jaar kwam
de kok van zijn laatste veroordeling vrij.
Hij werkte enige tijd bij de gemeenterei
niging, maar hij was daar al ontslagen
toen hij weer op het slechte pad kwam.
Gekleed in het uniform van de gemeen
tereiniging, de pet op en een legitimatie
penning m de hand stapte hij allerlei
winkels binnen, waar hij vertrouwen
wekte en alle bestelde goederen meekreeg
De kok vertelde steeds het verhaal dat hij
spoedig kinderbijslag verwachtte dat hij
bij de reiniging werkte, dat zijn vrouw
spoedig jarig was en dat hij haar een
mooi cadeau wilde geven. Duizenden gul
dens verwierf G. op deze wijze, want alle
goederen verkocht hij en het geld maakte
hij op in cafés. Om zijn vrouw en zeven
kinderen bekommerde de kok zich wei
nig. „Probeer het nog een keer met me",
smeekte hij de rechtbank, die op 28 febru
ari vonnis zal wijzen.
(Advertentie)
In West-Berlijn hoort men de laatste da
gen kritiek op burgemeester Willy Brandt
omdat hij verkiezingscampagnes voert in
de bondsrepubliek in plaats van leiding te
geven aan het bestuur van de gemeente.
Veel Westberlijners vinden, dat „Herr
Brandt" een onmiddellijke keuze moet
maken tussen zijn ambt van burgemeester
van de vitale westelijke buitenpost Ber
lijn, en eerste man van de Westduitse so
cialistische partij.
Brandts poging om beide functies .tege
lijk te vervullen kunnen niet anders dan
nadelig zijn voor West-Berlijn, dat volle
dige inzet nodig heeft, nadelig voor
Brandt persoonlijk, en voor de betrekkin
gen met de christendemocratische bonds
kanselier professor Erhard, die Brandt bij
de verkiezingen in de herfst hoopt te ver
slaan. Voor de veiligheid van Berlijn is 't
absoluut nodig, dat de betrekkingen tus
sen burgemeester en bondskanselier - hoe
ook hun persoonlijke politieke overtui
ging is - goed zijn.
De kritiek op Brandt was al geruime
tijd groeiende. Ze kwam in de openbaar
heid toen twee zeer belangrijke medewer
kers van de burgemeester ontslag namen,
en de druk op Brandts schouders groter
werd.
Als burgemeester van een stad als Ber
lijn wordt men bijna automatisch een na
tionale kampioen van de vrijheid, on
kwetsbaar voor kritiek. Die tijd heeft
Brandt echter gehad. Men neemt niet alles
meer van hem.
Bild Zeitung - een zeer veel gelezen
blad dat de openbare mening weerspie
gelt - schreef een artikel onder de kop
„Kritiek op Brandt neemt toe". Na ge
zegd te hebben dat het geen tegenstander
van Brandt was, die zei dat Berlijn geen
burgemeester kon hebben die „het er wel
even bij doet", schrijft Bild Zeitung dat
de verkiezing van Brandt tot nationaal
partijvoorzitter een grote persoonlijke eer
voor hem betekende, maar „een extra
zware belasting voor de burgemeester van
Berlijn".
Bild Zeitung maakte zich tot tolk van
veel Berlijners, toen het schreef dat niet
alles in West-Berlijn goed ging, dat er te
veel gekibbeld werd over onbenullige za
ken, en dat teveel bazen de aanpak van
ernstige vraagstukken belemmerden. Er
waren fouten gemaakt, schreef het blad,
bij de passerpregeling van Kerstmis met
de Oostberlijners. En ondanks bewerin
gen van het tegendeel, aldus Bild Zeitung,
„kunnen de betrekkingen van het stads
bestuur met de regering in Bonn beter
zijn."
Tagesspiegel, een ander invloedrijk blad,
zei dat West-Berlijn een burgemeester
nodig had die al zijn tijd en energie aan
het ambt zou kunnen geven. Maar, zo
meende deze krant, „de socialisten zullen
Brandt niet toestaan één van zijn twee
functies op te geven, omdat hij juist als
hun leider gekozen werd om zijn aanzien
als burgemeester van Berlijn." Als leider
van de oppositie in West-Duitsland zou
Brandt niet de nauwe vriendschappelijke
betrekkingen met de regering in Bonn
kunnen onderhouden die de burgemeester
van Berlijn onderhouden moet, aldus Ta
gesspiegel.
De Morgenpost drukte een prent af van
„de nieuwe burgemeester". Men ziet een
man genaamd „Willy Albertz" die aan het
burgemeestersbüreau zit. De rechterhelft
van zijn gezicht is dat van Brandt, de
linker van de locoburgemeester Heinrich
Albertz. Brandt heeft Albertz tot „kroon
prins" gemaakt, en ook dat is niet hele
maal in goede aarde gevallen. „De zwaar
drukkende bureaucratische hand" van
Albertz, acht men althans gedeeltelijk
verantwoordelijk voor het besluit tot af
treden van de twee meest gerespecteerde
leden van de Westberlijnse senaat
- Brandts kabinet - Adolf Arndt, wethou
der van kunsten en wetenschappen, en
Karl Schiller, wethouder van Economi
sche Zaken. Beiden zouden misnoegd zijn
geweest over de manier waarop de pas-
senregeling met Oost-Berlijn tot stand
werd gebracht.
(Advertentie)
Opgericht 1899
Beursbericht no 347 is verschenen
SCHOLTEN FOXHOL.
In Oostenrijk is tot een tijdelijke in-
voerstop voor eieren besloten, om van een
overschot van ongeveer 40 miljoen Oos
tenrijkse eieren af te komen.
Het plan is de invoer per 1 maart weer
toe te laten, zij het met een driemaal zo
hoog invoerrecht. De maatregelen zijn be
doeld ter bescherming van de Oostenrijk
se boeren tegen de goedkope Deense en
Nederlandse eieren. De Oostenrijkse boe
ren verdedigen hun hogere prijzen met de
bewering dat de buitenlandse eieren klei
ner zijn dan de Oostenrijkse. Agrarische
deskundigen wijzen er op dat de nieuwe
maatregelen bijzonder gevaarlijk zijn voor
de pogingen van Oostenrijk tot een schik
king met de E.E.G. te komen.
(Eigen buitenlandse dienst)
Het Vaticaanse dagblad „L'Osservatore
Romano" van 29 januari jl., heeft het
motu proprio van paus Paulus over de
uitvoering van de constitutie over de
liturgie gepubliceerd. Dit motu proprio
was vier dagen tevoren, op 25 januari
door de paus ondertekend. Prompt een
dag na de publikatie, dus op 30 januari,
bevatte de „Osservatore" een artikel,
„Bij een eerste schrede van de liturgi
sche hervorming". Het was ondertekend
met de letters M. S. Er wordt in Rome
naar geraden wie daar achter steekt.
De concrete inhoud van het motu pro
prio is uitgesproken pover. De dingen
van enige betekenis, welke het bevat,
zijn:
1. dat op alle zon- en feestdagen moet
worden gepreekt, volgens de norm
van art. 52 van de constitutie;
2 dat de huwelijkssluiting moet plaats
vinden onder de H. Mis en wel na
het evangelie en de preek;
Voor priesters, die het brevier buiten
het koor bidden, vervalt de „prime";
van de andere „kleine uurtjes" be
hoeven ze er nog maar één te bid
den, en wel dat „uurtje", dat het
meeste overeenstemt met het tijdstip,
waarop het wordt gebeden.
Zoals we zeiden, de inhoud is bepaald
pover. En wat die bepaling over het
brevier betreft, daarop zaten'de priesters
echt niet te wachten. Dat punt had ge
rust kunnen worden uitgesteld, totdat de
algemene herziening van het brevier aan
de orde komt.
De schrijver in de „Osservatore" ver
klaart: „Men zal misschien zeggen, dat
het motu proprio, terwijl het de indruk
maakt, de tussentijd tussen de uitvaar
diging en de inwerkingtreding (d.w.z.
van de constitutie) te beëindigen, deze
in feite opgeschort en verdaagt, 'totdat
de postconciliaire commissie haar werk
zaamheden zal hebben voltooid.
Verder lezen we o.m. dat men had
kunnen verlangen:
1. dat intussen de mogelijkheid voor ex
perimenten was opengelaten, in over
eenstemming met de reeds verkre
gen resultaten van studies en prak
tijk;
2. dat de kerkelijke autoriteiten in de
verschillende landen de mogelijkhe
den zouden hebben gehad om althans
voorlopig de vernieuwingen, die on
der hun toezicht en verantwoorde
lijkheid geschieden of kunnen worden
gedaan,' goed te keuren;
dat het experiment met de landstaal
op brede schaal had kunnen worden
beproefd in vertalingen, die door de
bisschoppen voorlopig werden goed
gekeurd om zo te komen tot een
definitieve tekst;
dat er al een zekere vereenvoudiging
van de riten was tot stand gebracht,
bv. het afschaffen van het laatste
evangelie, plaatsen van de zegen voor
het „Ite, missa est", afschaffing van
de slotgebeden aan de voet van het
altaar.
Zo zou men nog een heel aantal ver
langens naar voren kunnen brengen van
mensen, die ongeduldig worden, nu zij
de constitutie van het concilie in handen
hebben. Inderdaad, wat het motu proprio
geeft aan allen en met name aan de
meer ongeduldigen, is weinig, maar het
is toch een teken, dat het werk van het
concilie, als is het ook langzaam en met
onzekere tred, in beweging blijft, ook al
geeft het motu proprio op het eerste ge
zicht de indruk, dat het waaien van de
Heilige Geest enigszins wordt ingetoomd.
het voordeligste middel
om gootsteen en
toilet fris en
helder te houden
De Cubaanse premier Fidel Castro heeft
bepaald dat alle Cubaanse arbeiders die
door de Amerikanen op de basis Guanta-
namo zijn ontslagen moeten worden bij
eengebracht in „werkbrigades" van het
ministerie van openbare werken, „opdat
zij niet één dag loon verliezen".
De arbeiders zullen worden ingescha
keld bij bouwwerken elders in het land.
Castro noemde het ontslag „een grove
maatregel van de imperialistische rege-
ring der V.S. tegen honderden vaders, ge-
j zinshoofden, die jaren op de basis hebben
i gewerkt een illegale, eigenmachtige en
onmenselijke daad, die de rechten welke
de arbeiders onder de Amerikaanse wet
ten hebben gekregen, aantast".
Volgens Castro zal Cuba er niet onder
ijden, dat door het ontslag een deviezen-
bron van naar schatting 5 miljoen dollar
is weggevallen.
(Bijzondere correspondentie)
Kort geleden heeft de 67-jarige vrouwelijke senator Margaret Chase
Smith op een vergadering van vrouwelijke journalisten in Washing
ton openlijk bevestigd, dat zij wil proberen zich door de republikeinse
partij kandidaat te laten stellen voor de presidentsverkiezingen die
dit najaar in Amerika gehouden worden. Zij is niet de eerste vrouw
die zich wil wagen in deze topwedstrijd van de Amerikaanse politiek,
maar wel de eerste, die de sprong wil wagen met de hulp van een
grote partij en waarschijnlijk ook de eerste politica die door haar
mannelijke collega's als volwassen wordt beschouwd.
Mevrouw Smith nam in 1940 de plaats
van haar juist gestorven man in in het'
Huis van Afgevaardigden. Acht jaar la
ter werd zij gekozen tot lid van de Se
naat na een geslaagde campagne tegen
drie mannelijke mede-kandidaten, onder
wie twee miljonairs. In 1960 werd zij
nogmaals voor de Senaat gekozen met
een meerderheid van 97.000. Deze suc
cessen, behaald zonder kapitaal of mach
tige organisaties achter zich, waren be
wijzen van de achting die zij bij de
kiezers geniet en hebben ongetwijfeld
het zelfvertrouwen gesterkt, dat nodig
is om mee te dingen naar het hoogste
ambt in de westelijke wereld.
Er zijn in de geschiedenis drie vrou
wen geweest die om het eerste ambt
in de nieuwe wereld gestreden hebben.
De eerste poging werd al bijna een
eeuw geleden ondernomen door de op
zienbarende voorvechtster van de eman
cipatie der vrouw, mevrouw Victoria
Claflin Woodhull. Het regeringsprogram
waarmee zij in 1872 stemmen probeer
de te werven, bevatte punten als vrije
liefde en spiritisme, maar het aantal
vrije geesten dat met haar in zee wil
de gaan bleef zeer gering. Weinig beter
verging het de advocate mevrouw Bei-
va Ann Lockward, die pogingen onder
nam in 1884 en 1888 en mevrouw Ag
nes Waters, die in de veertiger en vijf
tiger jaren van deze eeuw minstens drie
keer probeerde een voet in het Witte
Huis te krijgen. De grootste handicap
van deze dames was, dat zij kandidaat
waren gesteld door kleine organisaties
met sektarische inslag.
Het is zeer de vraag of mevrouw
Smith het er nu beter af zal brengen,
maar in elk geval heeft zij op sommi
ge terreinen een belangrijke voorsprong
op haar voorgangsters. Zij is een' er
varen politica, die zich in Huis en Se
naat groot gezag heeft weten te vero
veren en die ernstig genomen wordt.
Op de tweede plaats heeft zij tegen
over haar twee voorgangsters uit de
vorige eeuw het vooordeel, dat de Ame
rikaanse vrouw nu kiesrecht heeft. Haar
optreden als vrouw in de presidents-
strijd zou ertoe bij kunnen dragen om
de ruim twintig miljoen vrouwen die
tot dusver van hun stemrecht meestal
geen gebruik maakten, naar de stem
bus te laten gaan.
gaat met de conservatieven, dan weer
met de progressieven.
In het Huis stemde zij voor de Taft-
Hartley-wet. die door de progressieven
beschouwd werd als nadelig voor de ar
beiders. Zij stond echter aan de zijde
van de progressieven tegen de commis
sie voor anti-Amerikaanse activiteiten.
In de Senaat stemde zij voor een con
servatief voorstel om de bevoegdheden
van de president te beperken (het amen
dement Brieker), maar eveneens voor
de door conservatieven gehate federale
inmenging in onderwijszaken, op het
gebied van de burgerrechten en van de
minimumlonen. Zij is voorstandster van
hulp aan het buitenland, maar zou de
ze geleidelijk verminderd willen zien.
Uit het bovenstaande blijkt dat de
„Osservatore Romano", hoewel de kri
tiek op heel voorzichtige wijze is ver
pakt, duidelijk lucht geeft aan een zeke
re onvoldaanheid. Mogen we hierin niet
een bevestiging zien van de geruchten,
dat ook de H. Vader zelf weinig is
ingenomen met dit motu proprio? De
zelfde geruchten weten te melden, dat
de paus het eerste ontwerp ervan zou
hebben teruggestuurd aan de commissie
die dit stuk heeft voorbereid en dat hij
tenslotte deze vorm ervan heeft onder
tekend, omdat er nu éénmaal vóór de
16e februari een eerste document moest
zijn ter uitvoering van de consitutie.
Er is evenwel meer. Het motu proprio
is in strijd met de géeat van de consti
tutie In no. IX van het motu proprio
staat: „De vertalingen van het brevier
in de landstaal, die door de hiertoe be
voegde kerkelijke autoriteiten worden
voorgesteld, moeten door de H. Stoel
worden nagezien en goedgekeurd. Dat
zelfde geldt voor alle vertalingen van
de Latijnse liturgische teksten in de
landstaal".
Hoe wil men nu in Rome beoordelen,
of een Nederlandse vertaling of welke
andere vertalingen in Europese, Aziati
sche en Afrikaanse talen juist zijn? Wie
in Rome kent al die talen beter dan de
bisschoppen in de betrokken gebieden
en hun deskundige adviseurs?
Bovendien is deze bepaling van het
motu proprio in strijd met de constitutie
zelf. Die constitutie zegt in no. 101, par.
1 en no. 36 par. 4: „De vertaling van
de Latijnse tekst moet worden goedge
keurd door het bevoegde territoriale ker
kelijke gezag, waarover hierboven wordt
gesproken". Uit no. 22. par. 2 blijkt, dat
hier worden bedoeld de bisschoppenver
gaderingen in verschillende landen. Deze
bisschoppelijke bevoegdheid wordt door
het motu proprio zonder meer ingetrok
ken.
Als argument hiervoor wordt aange
voerd, dat de bisschoppenconferenties
nog niet door het kerkelijk recht volledig
juridisch zijn geconstitueerd. Dat moet
nog gebeuren in de „Constitutie over de
bisschoppen en het bestuur der bisdom
men", dat in een volgende zitting van
het concilie moet worden behandeld. We
constateren daartegenover, dat die bis
schoppenconferenties in vele landen in
feite reeds bestaan en ook als zodanig
handelend en regelend optreden. Het
heeft dus niet de minste zin om op
formele juridische gronden de bepaling
van de constitutie in te perken.
We zien hieruit, dat het centralistische
Romeinse streven om alles zelf in han
den te houden, nog lang niet dood is.
Het zijn deze juristerij, deze specifiek
juridische benadering van theologische
en pastorale problemen, die voortdurend
trachten een rem te zetten op het stre
ven van de meer open vleugel van het
concilie, welke vleugel de overgrote
meerderheid van de concilievaders om
vat
Men kan niet zeggen, dat mevrouw
Smith geboren werd met een gouden
lepel in de mond. Haar vader was kap
per in een slaperig provinciestadje in
de staat Maine. Zij heeft gewerkt als
kappersbediende in de zaak van haar
vader, in een warenhuis, als onderwij
zeres, telefoniste en verkoopster.
In 1934 trouwde zij met Clyde H.
Smith, die korte tijd later lid van het
Huis van Afgevaardigden werd. De sa
menwerking met haar man gaf haar
de ervaring en bekendheid, waarmee
zij hem in 1940 na zijn dood tenge
volge van een hartaanval dadelijk kon
opvolgen.
In het Congres heeft zij zich doen ken
nen als een onafhankelijke persoonlijk
heid die stemde volgens haar eigen
overtuiging, ook als die niet overeen
kwam met de overtuigingen van haar
partij. Zij beschouwt zich als een fi
guur van het midden, die nu eens mee-
Mevrouw Smith spreekt niet vaak In
de Senaat, maar als zij het doet heeft
zij steeds een aandachtig gehoor. Haar
meest bekende toespraak was haar
„gewetensverklaring" van 1950, toen zij
een felle aanval deed op de commu
nistenjager senator Joseph R. McCar
thy, een partijgenoot van haar. „Het
land heeft behoefte aan een overwin
ning van de republikeinen," zei zij,
„maar ik zou mijn partij niet graag
de zege zien behalen .met behulp van
de vier ruiters van vrees voor laster,
onwetendheid, dweepzucht en valse be
schuldigingen." Zij kreeg de steun van
nog zes senatoren. McCarthy probeerde
hen belachelijk te maken als sneeuw
witje en de zes dwergen", maar vier
jaar later was het gedaan met zijn
carrière.
Het is niet bekend, of mevrouw Smith
een kandidatuur voor het vice-president-
schap zou willen aanvaarden, als de
partij haar niet als kandidaat' voor het
presidentschp zou wensen. Sinds 1924
zijn tien vrouwen kandidaat-vice-presi-
dent geweest zonder veel succes. Me
vrouw Smith is in het verleden ook
enige keren voorgesteld als mogelijke
kandidate voor het vice-presidentschap.
Zij is er niet op ingegaan. Toen er in
1952 sprake van was, dat zij met pre
sident Eisenhower de verkiezingsstrijd
zou ingaan tegen de democraat Tru
man, antwoordde zij op een vraag van
een journalist, wat zij zou doen als zij
op een goede morgen wakker zou wor
den in het Witte Huis: „Mevrouw Tru
man mijn verontschuldiging aanbieden
en naar huis gaan."
aan de voorschriften te voldoen.
De eerder genoemde 98 a 99 procent
van de detailhandel vaart echter in de
mist, zegt „Brandstof". Het is voor deze
overgrote groep onmogelijk dezelfde ver
koopsprijs te hebben, want ieder heeft
weer andere kolen. „De kans dat twee
van de 5000 brandstoffenzaken dezelfde
samenstelling huisbrand hebben en de
zelfde inkoopsprijzen is niet groter dan
het winnen van de voetbaltoto, zo schrijft
„Brandstof". „Wanneer men wel dezelfde
verkoopsprijs heeft ligt het voor de hand
dat men prijsafspraak heeft gemaakt. En
dat is het ergste wat ge kunt doen. In
zo'n geval vraagt men gewoon om een
veroordeling", zo merkt het bondsorgaan
schamper op. Het wil met dit alles aan
tonen dat het in de praktijk een welhaast
onmogelijke zaak is precies aan de voor
schriften van de minister van economische
zaken te voldoen.
(Van onze Haagse redactie)
Sinds 15 januari 1964 staat 98 procent
van de Nederlandse brandstoffenhande-
laren met één been in de gevangenis.
Dit schrijft de Nederlandse kath. bond
van handelaren in brandstoffen „St, Theo
bald" in het jongste nummer van het
bondsorgaan „Brandstof".
Op 15 januari j.l. werd de nieuwe door
het ministerie van economische zaken af
gekondigde „prijzenbeschikking vaste
brandstoffen" van kracht. Daarbij kreeg
de detailhandel nieuwe marges voorge
schreven, die men verplicht is te volgen.
In feite betekende deze nieuwe marge
bepaling een prijsstop. Exact vastgesteld
werden de prijzen van Limburgse en
Westfaalse huisbrand, gesplitst in alle
soorten en afmetingen, per hl. en per ton,
met en zonder omzetbelasting. St. Theo
bald heeft hier ernstige kritiek op.
Het bezwaar van de brandstoffenhandel
is, „dat het huisbrandpakket van 98 a
99 procent van de detailzaken is samen
gesteld uit een van dag tot dag zich wij
zigend en in prijs stijgend mengsel van
allerhande kolen van vaak duistere her
komst. Zij maken een cocktail van Ameri
kaanse, Marokkaanse, Zuidafrikaanse,
Russische, Kongolese, Indo-Chinese, Fran
se, Engelse, Hollandse en Duitse kolen".
Slechts 1 2 procent van de detail
handel verkoopt volgens „Brandstof" uit
sluitend Nederlandse en/of Duitse huis-1 met net onac.v„
brand en heeft niets met andere import De radio van de expeditie zal begin maart
van doen. Voor hen is het dus eenvoudigkunnen gaan werken.
De Belgische-Nederlandse Zuidpoolex
peditie heeft thans de gebouwen van de
Koning-Boudewijnbasis aan de Zuidpool
betrokken. De gebouwen zijn verwarmd
en elk lid van de expeditie beschikt over
een eigen vertrek.
Hen drie dagen durende sneeuwstorm
had, toen de gebouwen nog niet geheel
voor gebruik gereed waren, de werkzaam
heden sterk bemoeilijkt.
Thans wordt de laatste hand gelegd aan
het gereedmaken van het wetenschappi"
w lijke materiaal om zo spoedig mogelijk
sluitend* Nederlandse ën/'o7'Duitse" huis-1 met het onderzoek te kunnen beginnen.