AAN DE RAND VAN INFLATIE? Leuvense professor Baudhuin wil Belgische frank redden Regering haalt schouders eens de op Motu liturgie: proprio over de zeer pover Het Witte Huis is voor vrouwen vaak te ver... Belangstelling voor het stofje DEINING ROND PERSOON VAN WILLY BRANDT ZELFS DE OSSERVATORE IS SCEPTISCH Bijna alle kolenboeren met één been in de cel Veel kolen van duistere herkomst Kok lichtte op aan cle lopende band Oostenrijk sluit rijn grenzen voor eieren Werkstuk van centralisten Kan hij op twee stoelen zitten Van der WERFF HM Margaret Chase Smith wil presidente worden Constitutie opgeschort Ontslagen Cubanen in „werkbrigades" Margaret heeft een voorsprong Paus ook ontevreden? Juridische bezwaren .Sneeuwwitje' Kappersdochter Zuidpoolexpeditie zit nu warm 14 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964 14 (Eigen buitenlandse dienst) Waal en Vlaming ervaren thans, dat zij voorlopig nog wezenlijke gemeenschappelijke belangen hebben: het verdedigen der koop kracht van hun Belgische frank en het consolideren van hun levens standaard. De koopkracht van de Belgische frank neemt af en die afbrokke ling duurt voort. Het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen blijft op verontrustende wijze stijgen en over enkele weken zal ongetwijfeld een nieuwe roonlonde ingaan. Dc Belgische werknemer is goeddeels beschermd tegen de onmiddellijke gevolgen der stijgende levensduurte door het koppelen der lonen aan de kleinhandelsprijzen. Maar wanneer de prijzen snel oplopen, blijft de arbei der een ronde achter in de spiraalbeweging. Overigens hoort men alweer het verwijt dat de kleinhandelsindex niet de getrouwe weerspiegeling is der werkelijke stijging der kosten voor levensonderhoud. Vandaar dat de sociale onrust .groeit en stakingen uitbreken, vooral in de Vlaamse metaalbewerkende bedrijven. De stakingen komen vooral de patroons ongelegen, want hun orderboekjes staan vol en zij hebben zich er contractueel toe verplicht, de bestellingen binnen een bepaalde termijn af te leveren. Niettemin houden zij t.a.v. de eisen van hun werknemers het been stijf: ze verwijzen naar het sociale programma, dat door afgevaardigden van patroons, vakbonden en regering werd goedge keurd. Dat „sociaal pact" voorziet in een stelselmatige uitbreiding van de sociale verzorging der werknemers, maar in dat pact is nergens sprake van de hui dige arbeiderseisen. De patroons geven de arbeiders de raad zich met hun moei lijkheden te wenden tot de regering, omdat die' verantwoordelijk is voor de prijsbeheersing. Inmiddels slepen zich de stakingen voort. VERGEEFSE VLUCHT De verminderende feitelijke waarde van de Belgische frank betekent boven dien een strop voor de honderduizen den, die hun spaargeld hebben omgezet in Staatsobligaties of gedeponeerd heb ben bij de spaarbank. Momenteel kan de jaarlijkse interest niet eens meer op wegen tegen de ontwaarding van het kapitaal. Daaraan trachten de spaarders op diverse wijzen te ontkomen. Maar die ontsnapping" loopt niet van een leien dakje, want omdat zoveel houders van staatsobligaties tegelijk hun papieren op de markt brengen, is de waarde ervan op de Beurs gedaald. Spaarders willen hun bezit nu beleggen in onroerende goederen zoals gronden en woningen, maar de prijzen daarvan zijn de laatste tijd zwaar opgelopen. Wie zijn heil zoekt in het opnemen van hypothecaire kredieten of in het aanschaffen van goe deren via krediet op afbetaling wordt ook al in de vleugels geschoten door een recente wet, die de rente met 15 en zelfs met 20 procent verhoogt. GEEN ANIMO VOOR LENINGEN De Belgische openbare besturen zijn met deze stand van zaken niet gelukkig, want de spaarders laten zich lang wach ten alvorens in te schrijven op nieuwe leningen. Zo raakten recente leningen van de steden Brussel en Antwerpen niet voltekend en de Belgische minis ter van financiën Dequae aarzelt nog vooraleer een nieuwe lening uit te schrijven, die hij nochtans hard nodig heeft. Er is sprake van een rente van 6.5, 7 en zelfs 7.5 procent om de geld schieters toch maar te doen toehappen! Hierbij moet worden opgemerkt, dat de Belgische regering er zelf toe heeft bijgedragen om het vertrouwen van de spaarders te schokken Niet alleen wei gerde de Belgische regering de leningen terug te betalen die destijds door de Belgische Staat voor het toenmalige Belgisch-Kongo „onder staatswaarborg" werden geplaatst (zodat tienduizenden mensen nu met waardeloze papieren zitten) maar bovendien' wordt op de rente van alle staatsobligaties een „voor heffing" afgenomen van 15 pet. van de beloofde rente, ondanks het feit dat op iedere obligatie te lezen staat dat zij „vrij is van iedere huidige of toekom stige belasting". De Belgische spaarders nemen het niet, dat hun regering vroe gere verbintenissen met juridische spits vondigheden afwimpelt. Dit verstoorde klimaat van wantrouwen draagt er, samen met de inflatieverschijnselen, toe bij om de kansen op succes van nieuwe openbare leningen dubieus te maken. GEEN TIJD VERLIEZEN De bekende professor Baudhuin der Leuvense universiteit, specialist in eco nomische en financiële aangelegenhe den, heeft voor de Kamer van Koop handel te Brussel een somber beeld op gehangen over België's toekomst. „In dien wij niet onmiddellijk en radicaal ingrijpen, is het niet uitgesloten dat het indexcijfer der kleinhandelsprijzen?, thans 118, vóór het einde van 1964 130 punten zal bereiken. Zo'n belangrijke prijsstijging zal loonsverhogingen uit lokken die niet kunnen worden opge vangen door een toenemende produk- tiviteit. Prijsverhogingen brengen on vermijdelijk de verhoging met zich mee van de onrechtstreekse belastingen die op het bedrijfsleven drukken en vooral voelbaar zijn in de „fiscale" produkten zoals benzine, tabak, alcohol en bier. De tarieven van spoorwegen, buurt spoorwegen, trams, post, telegraaf en telefoon zullen worden verhoogd. We moeten aldus prof. Baudhuin die reële bedreigingen uitschakelen.. We moeten de inflatie indijken". Baudhuin heeft tevens een plan ont vouwd om de inflatie tot stand te bren gen: het uitgeven van leningen voor rekening van de Belgische staat in het buitenland moet worden stopgezet. Een omvangrijke binnenlandse lening met interessante rentevoet moet worden uitgeschreven met een looptijd van 5 jaar. De hypothecaire kredieten moeten beperkt worden. Er moeten 10.000 bui tenlandse arbeiders worden aangewor ven, van wie de helft voor het bouw bedrijf. Gepensioneerden moeten weer in het bedrijfsleven worden ingescha keld indien zij zulks verlangen. Open bare werken en het bouwen van sociale woningen moeten worden aangepast aan de beschikbare betaalmiddelen, zonder een beroep te doen op het buitenland. Bij aanbestedingen van openbare wer ken mogen slechts inschrijvingen wor den aanvaard, waarvan het bedrag ma ximum 20 pet. boven het niveau van 1962 ligt. De Leuvense economie-specialist heeft eraan toegevoegd dat zijn plan slechts kans op slagen heeft, indien het zonder tijdverlies en integraal wordt uitge voerd. Hiertoe bestaat inmiddels wel zeer weinig kans, want reeds hebben woorvoerders van de Belgische rege ring zich laatdunkend over dat plan uitgelaten. De Belgische regering heeft ook al met een boze nota gereageerd op de uitspraak van de ondervoorzitter der Euromarktcommissie voor het Europese parlement te Straatsburg Mar- jolin, die zei dat in België duidelijke inflatoire krachten aan het werk zijn. De tactiek van de Belgische regering bestaat er blijkbaar uit, van de prins geen kwaad te weten en alleszins een houding aan te nemen of zij de teugels strak in handen heeft. Dit verklaart waarom de heer Dequao, minister van financiën, momenteel zo'n slechte pers heeft in de gespecialiseerde Belgische financiële en economische kranten. Iedereen heeft gehoord van de foto van prinses Irene, waarop zij tijdens een speciale modeshow voor haar in Barcelona (La casa de modas de Asuncion Bastidas), een bruidsjapon bewondert. Blijft de bruidsjapon, zoals zij zei, in derdaad een verrassing, een feit is, dat de prinses zoals deze na gekomen foto laat zien, bijzonder geinteresseerd was in de stof. De 30-jarige kok W.G. uit de hoofdstad hoorde gisteren voor de rechtbank in Am sterdam wegens een reeks aan de lopende band gepleegde oplichtingen en flessen trekkerijen een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek tegen zich eisen. Er zijn mensen met veel meer verstand die niet in staat zijn de geraffineerde methode van oplichting van deze man verbeteren, zei de officier van justitie, die van de 34 op lichtingen en flessentrekkerijen er drie Ijen laste had gelegd. „U leefde van gappen, oplichten en be driegen", zei de rechtbankpresident, die het strafblad van de verdachte resumeer de. Daarop staan reeds zes veroordelin gen. In augustus van het vorige jaar kwam de kok van zijn laatste veroordeling vrij. Hij werkte enige tijd bij de gemeenterei niging, maar hij was daar al ontslagen toen hij weer op het slechte pad kwam. Gekleed in het uniform van de gemeen tereiniging, de pet op en een legitimatie penning m de hand stapte hij allerlei winkels binnen, waar hij vertrouwen wekte en alle bestelde goederen meekreeg De kok vertelde steeds het verhaal dat hij spoedig kinderbijslag verwachtte dat hij bij de reiniging werkte, dat zijn vrouw spoedig jarig was en dat hij haar een mooi cadeau wilde geven. Duizenden gul dens verwierf G. op deze wijze, want alle goederen verkocht hij en het geld maakte hij op in cafés. Om zijn vrouw en zeven kinderen bekommerde de kok zich wei nig. „Probeer het nog een keer met me", smeekte hij de rechtbank, die op 28 febru ari vonnis zal wijzen. (Advertentie) In West-Berlijn hoort men de laatste da gen kritiek op burgemeester Willy Brandt omdat hij verkiezingscampagnes voert in de bondsrepubliek in plaats van leiding te geven aan het bestuur van de gemeente. Veel Westberlijners vinden, dat „Herr Brandt" een onmiddellijke keuze moet maken tussen zijn ambt van burgemeester van de vitale westelijke buitenpost Ber lijn, en eerste man van de Westduitse so cialistische partij. Brandts poging om beide functies .tege lijk te vervullen kunnen niet anders dan nadelig zijn voor West-Berlijn, dat volle dige inzet nodig heeft, nadelig voor Brandt persoonlijk, en voor de betrekkin gen met de christendemocratische bonds kanselier professor Erhard, die Brandt bij de verkiezingen in de herfst hoopt te ver slaan. Voor de veiligheid van Berlijn is 't absoluut nodig, dat de betrekkingen tus sen burgemeester en bondskanselier - hoe ook hun persoonlijke politieke overtui ging is - goed zijn. De kritiek op Brandt was al geruime tijd groeiende. Ze kwam in de openbaar heid toen twee zeer belangrijke medewer kers van de burgemeester ontslag namen, en de druk op Brandts schouders groter werd. Als burgemeester van een stad als Ber lijn wordt men bijna automatisch een na tionale kampioen van de vrijheid, on kwetsbaar voor kritiek. Die tijd heeft Brandt echter gehad. Men neemt niet alles meer van hem. Bild Zeitung - een zeer veel gelezen blad dat de openbare mening weerspie gelt - schreef een artikel onder de kop „Kritiek op Brandt neemt toe". Na ge zegd te hebben dat het geen tegenstander van Brandt was, die zei dat Berlijn geen burgemeester kon hebben die „het er wel even bij doet", schrijft Bild Zeitung dat de verkiezing van Brandt tot nationaal partijvoorzitter een grote persoonlijke eer voor hem betekende, maar „een extra zware belasting voor de burgemeester van Berlijn". Bild Zeitung maakte zich tot tolk van veel Berlijners, toen het schreef dat niet alles in West-Berlijn goed ging, dat er te veel gekibbeld werd over onbenullige za ken, en dat teveel bazen de aanpak van ernstige vraagstukken belemmerden. Er waren fouten gemaakt, schreef het blad, bij de passerpregeling van Kerstmis met de Oostberlijners. En ondanks bewerin gen van het tegendeel, aldus Bild Zeitung, „kunnen de betrekkingen van het stads bestuur met de regering in Bonn beter zijn." Tagesspiegel, een ander invloedrijk blad, zei dat West-Berlijn een burgemeester nodig had die al zijn tijd en energie aan het ambt zou kunnen geven. Maar, zo meende deze krant, „de socialisten zullen Brandt niet toestaan één van zijn twee functies op te geven, omdat hij juist als hun leider gekozen werd om zijn aanzien als burgemeester van Berlijn." Als leider van de oppositie in West-Duitsland zou Brandt niet de nauwe vriendschappelijke betrekkingen met de regering in Bonn kunnen onderhouden die de burgemeester van Berlijn onderhouden moet, aldus Ta gesspiegel. De Morgenpost drukte een prent af van „de nieuwe burgemeester". Men ziet een man genaamd „Willy Albertz" die aan het burgemeestersbüreau zit. De rechterhelft van zijn gezicht is dat van Brandt, de linker van de locoburgemeester Heinrich Albertz. Brandt heeft Albertz tot „kroon prins" gemaakt, en ook dat is niet hele maal in goede aarde gevallen. „De zwaar drukkende bureaucratische hand" van Albertz, acht men althans gedeeltelijk verantwoordelijk voor het besluit tot af treden van de twee meest gerespecteerde leden van de Westberlijnse senaat - Brandts kabinet - Adolf Arndt, wethou der van kunsten en wetenschappen, en Karl Schiller, wethouder van Economi sche Zaken. Beiden zouden misnoegd zijn geweest over de manier waarop de pas- senregeling met Oost-Berlijn tot stand werd gebracht. (Advertentie) Opgericht 1899 Beursbericht no 347 is verschenen SCHOLTEN FOXHOL. In Oostenrijk is tot een tijdelijke in- voerstop voor eieren besloten, om van een overschot van ongeveer 40 miljoen Oos tenrijkse eieren af te komen. Het plan is de invoer per 1 maart weer toe te laten, zij het met een driemaal zo hoog invoerrecht. De maatregelen zijn be doeld ter bescherming van de Oostenrijk se boeren tegen de goedkope Deense en Nederlandse eieren. De Oostenrijkse boe ren verdedigen hun hogere prijzen met de bewering dat de buitenlandse eieren klei ner zijn dan de Oostenrijkse. Agrarische deskundigen wijzen er op dat de nieuwe maatregelen bijzonder gevaarlijk zijn voor de pogingen van Oostenrijk tot een schik king met de E.E.G. te komen. (Eigen buitenlandse dienst) Het Vaticaanse dagblad „L'Osservatore Romano" van 29 januari jl., heeft het motu proprio van paus Paulus over de uitvoering van de constitutie over de liturgie gepubliceerd. Dit motu proprio was vier dagen tevoren, op 25 januari door de paus ondertekend. Prompt een dag na de publikatie, dus op 30 januari, bevatte de „Osservatore" een artikel, „Bij een eerste schrede van de liturgi sche hervorming". Het was ondertekend met de letters M. S. Er wordt in Rome naar geraden wie daar achter steekt. De concrete inhoud van het motu pro prio is uitgesproken pover. De dingen van enige betekenis, welke het bevat, zijn: 1. dat op alle zon- en feestdagen moet worden gepreekt, volgens de norm van art. 52 van de constitutie; 2 dat de huwelijkssluiting moet plaats vinden onder de H. Mis en wel na het evangelie en de preek; Voor priesters, die het brevier buiten het koor bidden, vervalt de „prime"; van de andere „kleine uurtjes" be hoeven ze er nog maar één te bid den, en wel dat „uurtje", dat het meeste overeenstemt met het tijdstip, waarop het wordt gebeden. Zoals we zeiden, de inhoud is bepaald pover. En wat die bepaling over het brevier betreft, daarop zaten'de priesters echt niet te wachten. Dat punt had ge rust kunnen worden uitgesteld, totdat de algemene herziening van het brevier aan de orde komt. De schrijver in de „Osservatore" ver klaart: „Men zal misschien zeggen, dat het motu proprio, terwijl het de indruk maakt, de tussentijd tussen de uitvaar diging en de inwerkingtreding (d.w.z. van de constitutie) te beëindigen, deze in feite opgeschort en verdaagt, 'totdat de postconciliaire commissie haar werk zaamheden zal hebben voltooid. Verder lezen we o.m. dat men had kunnen verlangen: 1. dat intussen de mogelijkheid voor ex perimenten was opengelaten, in over eenstemming met de reeds verkre gen resultaten van studies en prak tijk; 2. dat de kerkelijke autoriteiten in de verschillende landen de mogelijkhe den zouden hebben gehad om althans voorlopig de vernieuwingen, die on der hun toezicht en verantwoorde lijkheid geschieden of kunnen worden gedaan,' goed te keuren; dat het experiment met de landstaal op brede schaal had kunnen worden beproefd in vertalingen, die door de bisschoppen voorlopig werden goed gekeurd om zo te komen tot een definitieve tekst; dat er al een zekere vereenvoudiging van de riten was tot stand gebracht, bv. het afschaffen van het laatste evangelie, plaatsen van de zegen voor het „Ite, missa est", afschaffing van de slotgebeden aan de voet van het altaar. Zo zou men nog een heel aantal ver langens naar voren kunnen brengen van mensen, die ongeduldig worden, nu zij de constitutie van het concilie in handen hebben. Inderdaad, wat het motu proprio geeft aan allen en met name aan de meer ongeduldigen, is weinig, maar het is toch een teken, dat het werk van het concilie, als is het ook langzaam en met onzekere tred, in beweging blijft, ook al geeft het motu proprio op het eerste ge zicht de indruk, dat het waaien van de Heilige Geest enigszins wordt ingetoomd. het voordeligste middel om gootsteen en toilet fris en helder te houden De Cubaanse premier Fidel Castro heeft bepaald dat alle Cubaanse arbeiders die door de Amerikanen op de basis Guanta- namo zijn ontslagen moeten worden bij eengebracht in „werkbrigades" van het ministerie van openbare werken, „opdat zij niet één dag loon verliezen". De arbeiders zullen worden ingescha keld bij bouwwerken elders in het land. Castro noemde het ontslag „een grove maatregel van de imperialistische rege- ring der V.S. tegen honderden vaders, ge- j zinshoofden, die jaren op de basis hebben i gewerkt een illegale, eigenmachtige en onmenselijke daad, die de rechten welke de arbeiders onder de Amerikaanse wet ten hebben gekregen, aantast". Volgens Castro zal Cuba er niet onder ijden, dat door het ontslag een deviezen- bron van naar schatting 5 miljoen dollar is weggevallen. (Bijzondere correspondentie) Kort geleden heeft de 67-jarige vrouwelijke senator Margaret Chase Smith op een vergadering van vrouwelijke journalisten in Washing ton openlijk bevestigd, dat zij wil proberen zich door de republikeinse partij kandidaat te laten stellen voor de presidentsverkiezingen die dit najaar in Amerika gehouden worden. Zij is niet de eerste vrouw die zich wil wagen in deze topwedstrijd van de Amerikaanse politiek, maar wel de eerste, die de sprong wil wagen met de hulp van een grote partij en waarschijnlijk ook de eerste politica die door haar mannelijke collega's als volwassen wordt beschouwd. Mevrouw Smith nam in 1940 de plaats van haar juist gestorven man in in het' Huis van Afgevaardigden. Acht jaar la ter werd zij gekozen tot lid van de Se naat na een geslaagde campagne tegen drie mannelijke mede-kandidaten, onder wie twee miljonairs. In 1960 werd zij nogmaals voor de Senaat gekozen met een meerderheid van 97.000. Deze suc cessen, behaald zonder kapitaal of mach tige organisaties achter zich, waren be wijzen van de achting die zij bij de kiezers geniet en hebben ongetwijfeld het zelfvertrouwen gesterkt, dat nodig is om mee te dingen naar het hoogste ambt in de westelijke wereld. Er zijn in de geschiedenis drie vrou wen geweest die om het eerste ambt in de nieuwe wereld gestreden hebben. De eerste poging werd al bijna een eeuw geleden ondernomen door de op zienbarende voorvechtster van de eman cipatie der vrouw, mevrouw Victoria Claflin Woodhull. Het regeringsprogram waarmee zij in 1872 stemmen probeer de te werven, bevatte punten als vrije liefde en spiritisme, maar het aantal vrije geesten dat met haar in zee wil de gaan bleef zeer gering. Weinig beter verging het de advocate mevrouw Bei- va Ann Lockward, die pogingen onder nam in 1884 en 1888 en mevrouw Ag nes Waters, die in de veertiger en vijf tiger jaren van deze eeuw minstens drie keer probeerde een voet in het Witte Huis te krijgen. De grootste handicap van deze dames was, dat zij kandidaat waren gesteld door kleine organisaties met sektarische inslag. Het is zeer de vraag of mevrouw Smith het er nu beter af zal brengen, maar in elk geval heeft zij op sommi ge terreinen een belangrijke voorsprong op haar voorgangsters. Zij is een' er varen politica, die zich in Huis en Se naat groot gezag heeft weten te vero veren en die ernstig genomen wordt. Op de tweede plaats heeft zij tegen over haar twee voorgangsters uit de vorige eeuw het vooordeel, dat de Ame rikaanse vrouw nu kiesrecht heeft. Haar optreden als vrouw in de presidents- strijd zou ertoe bij kunnen dragen om de ruim twintig miljoen vrouwen die tot dusver van hun stemrecht meestal geen gebruik maakten, naar de stem bus te laten gaan. gaat met de conservatieven, dan weer met de progressieven. In het Huis stemde zij voor de Taft- Hartley-wet. die door de progressieven beschouwd werd als nadelig voor de ar beiders. Zij stond echter aan de zijde van de progressieven tegen de commis sie voor anti-Amerikaanse activiteiten. In de Senaat stemde zij voor een con servatief voorstel om de bevoegdheden van de president te beperken (het amen dement Brieker), maar eveneens voor de door conservatieven gehate federale inmenging in onderwijszaken, op het gebied van de burgerrechten en van de minimumlonen. Zij is voorstandster van hulp aan het buitenland, maar zou de ze geleidelijk verminderd willen zien. Uit het bovenstaande blijkt dat de „Osservatore Romano", hoewel de kri tiek op heel voorzichtige wijze is ver pakt, duidelijk lucht geeft aan een zeke re onvoldaanheid. Mogen we hierin niet een bevestiging zien van de geruchten, dat ook de H. Vader zelf weinig is ingenomen met dit motu proprio? De zelfde geruchten weten te melden, dat de paus het eerste ontwerp ervan zou hebben teruggestuurd aan de commissie die dit stuk heeft voorbereid en dat hij tenslotte deze vorm ervan heeft onder tekend, omdat er nu éénmaal vóór de 16e februari een eerste document moest zijn ter uitvoering van de consitutie. Er is evenwel meer. Het motu proprio is in strijd met de géeat van de consti tutie In no. IX van het motu proprio staat: „De vertalingen van het brevier in de landstaal, die door de hiertoe be voegde kerkelijke autoriteiten worden voorgesteld, moeten door de H. Stoel worden nagezien en goedgekeurd. Dat zelfde geldt voor alle vertalingen van de Latijnse liturgische teksten in de landstaal". Hoe wil men nu in Rome beoordelen, of een Nederlandse vertaling of welke andere vertalingen in Europese, Aziati sche en Afrikaanse talen juist zijn? Wie in Rome kent al die talen beter dan de bisschoppen in de betrokken gebieden en hun deskundige adviseurs? Bovendien is deze bepaling van het motu proprio in strijd met de constitutie zelf. Die constitutie zegt in no. 101, par. 1 en no. 36 par. 4: „De vertaling van de Latijnse tekst moet worden goedge keurd door het bevoegde territoriale ker kelijke gezag, waarover hierboven wordt gesproken". Uit no. 22. par. 2 blijkt, dat hier worden bedoeld de bisschoppenver gaderingen in verschillende landen. Deze bisschoppelijke bevoegdheid wordt door het motu proprio zonder meer ingetrok ken. Als argument hiervoor wordt aange voerd, dat de bisschoppenconferenties nog niet door het kerkelijk recht volledig juridisch zijn geconstitueerd. Dat moet nog gebeuren in de „Constitutie over de bisschoppen en het bestuur der bisdom men", dat in een volgende zitting van het concilie moet worden behandeld. We constateren daartegenover, dat die bis schoppenconferenties in vele landen in feite reeds bestaan en ook als zodanig handelend en regelend optreden. Het heeft dus niet de minste zin om op formele juridische gronden de bepaling van de constitutie in te perken. We zien hieruit, dat het centralistische Romeinse streven om alles zelf in han den te houden, nog lang niet dood is. Het zijn deze juristerij, deze specifiek juridische benadering van theologische en pastorale problemen, die voortdurend trachten een rem te zetten op het stre ven van de meer open vleugel van het concilie, welke vleugel de overgrote meerderheid van de concilievaders om vat Men kan niet zeggen, dat mevrouw Smith geboren werd met een gouden lepel in de mond. Haar vader was kap per in een slaperig provinciestadje in de staat Maine. Zij heeft gewerkt als kappersbediende in de zaak van haar vader, in een warenhuis, als onderwij zeres, telefoniste en verkoopster. In 1934 trouwde zij met Clyde H. Smith, die korte tijd later lid van het Huis van Afgevaardigden werd. De sa menwerking met haar man gaf haar de ervaring en bekendheid, waarmee zij hem in 1940 na zijn dood tenge volge van een hartaanval dadelijk kon opvolgen. In het Congres heeft zij zich doen ken nen als een onafhankelijke persoonlijk heid die stemde volgens haar eigen overtuiging, ook als die niet overeen kwam met de overtuigingen van haar partij. Zij beschouwt zich als een fi guur van het midden, die nu eens mee- Mevrouw Smith spreekt niet vaak In de Senaat, maar als zij het doet heeft zij steeds een aandachtig gehoor. Haar meest bekende toespraak was haar „gewetensverklaring" van 1950, toen zij een felle aanval deed op de commu nistenjager senator Joseph R. McCar thy, een partijgenoot van haar. „Het land heeft behoefte aan een overwin ning van de republikeinen," zei zij, „maar ik zou mijn partij niet graag de zege zien behalen .met behulp van de vier ruiters van vrees voor laster, onwetendheid, dweepzucht en valse be schuldigingen." Zij kreeg de steun van nog zes senatoren. McCarthy probeerde hen belachelijk te maken als sneeuw witje en de zes dwergen", maar vier jaar later was het gedaan met zijn carrière. Het is niet bekend, of mevrouw Smith een kandidatuur voor het vice-president- schap zou willen aanvaarden, als de partij haar niet als kandidaat' voor het presidentschp zou wensen. Sinds 1924 zijn tien vrouwen kandidaat-vice-presi- dent geweest zonder veel succes. Me vrouw Smith is in het verleden ook enige keren voorgesteld als mogelijke kandidate voor het vice-presidentschap. Zij is er niet op ingegaan. Toen er in 1952 sprake van was, dat zij met pre sident Eisenhower de verkiezingsstrijd zou ingaan tegen de democraat Tru man, antwoordde zij op een vraag van een journalist, wat zij zou doen als zij op een goede morgen wakker zou wor den in het Witte Huis: „Mevrouw Tru man mijn verontschuldiging aanbieden en naar huis gaan." aan de voorschriften te voldoen. De eerder genoemde 98 a 99 procent van de detailhandel vaart echter in de mist, zegt „Brandstof". Het is voor deze overgrote groep onmogelijk dezelfde ver koopsprijs te hebben, want ieder heeft weer andere kolen. „De kans dat twee van de 5000 brandstoffenzaken dezelfde samenstelling huisbrand hebben en de zelfde inkoopsprijzen is niet groter dan het winnen van de voetbaltoto, zo schrijft „Brandstof". „Wanneer men wel dezelfde verkoopsprijs heeft ligt het voor de hand dat men prijsafspraak heeft gemaakt. En dat is het ergste wat ge kunt doen. In zo'n geval vraagt men gewoon om een veroordeling", zo merkt het bondsorgaan schamper op. Het wil met dit alles aan tonen dat het in de praktijk een welhaast onmogelijke zaak is precies aan de voor schriften van de minister van economische zaken te voldoen. (Van onze Haagse redactie) Sinds 15 januari 1964 staat 98 procent van de Nederlandse brandstoffenhande- laren met één been in de gevangenis. Dit schrijft de Nederlandse kath. bond van handelaren in brandstoffen „St, Theo bald" in het jongste nummer van het bondsorgaan „Brandstof". Op 15 januari j.l. werd de nieuwe door het ministerie van economische zaken af gekondigde „prijzenbeschikking vaste brandstoffen" van kracht. Daarbij kreeg de detailhandel nieuwe marges voorge schreven, die men verplicht is te volgen. In feite betekende deze nieuwe marge bepaling een prijsstop. Exact vastgesteld werden de prijzen van Limburgse en Westfaalse huisbrand, gesplitst in alle soorten en afmetingen, per hl. en per ton, met en zonder omzetbelasting. St. Theo bald heeft hier ernstige kritiek op. Het bezwaar van de brandstoffenhandel is, „dat het huisbrandpakket van 98 a 99 procent van de detailzaken is samen gesteld uit een van dag tot dag zich wij zigend en in prijs stijgend mengsel van allerhande kolen van vaak duistere her komst. Zij maken een cocktail van Ameri kaanse, Marokkaanse, Zuidafrikaanse, Russische, Kongolese, Indo-Chinese, Fran se, Engelse, Hollandse en Duitse kolen". Slechts 1 2 procent van de detail handel verkoopt volgens „Brandstof" uit sluitend Nederlandse en/of Duitse huis-1 met net onac.v„ brand en heeft niets met andere import De radio van de expeditie zal begin maart van doen. Voor hen is het dus eenvoudigkunnen gaan werken. De Belgische-Nederlandse Zuidpoolex peditie heeft thans de gebouwen van de Koning-Boudewijnbasis aan de Zuidpool betrokken. De gebouwen zijn verwarmd en elk lid van de expeditie beschikt over een eigen vertrek. Hen drie dagen durende sneeuwstorm had, toen de gebouwen nog niet geheel voor gebruik gereed waren, de werkzaam heden sterk bemoeilijkt. Thans wordt de laatste hand gelegd aan het gereedmaken van het wetenschappi" w lijke materiaal om zo spoedig mogelijk sluitend* Nederlandse ën/'o7'Duitse" huis-1 met het onderzoek te kunnen beginnen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 8