EEN LANGE DAG EN NACHT OP DE OSTERHÖVNA k Nederlandse jachtvliegers bivakkeerden tussen sneeuw en ijs in Noorwegen Gistei Doe Olaf Henriksen studeerde in Utrecht Irene niel honderd uitgesloi Hans Friedeman Reportage van Kamerdebat Irenes verlc op televis Minder zacht DE storm joeg de sneeuw met een sinister gefluit over het kale plateau. Als ganzen schuifelden we op onze ski's ach ter elkaar tegen de helling op. Ik hield mijn ogen strak ge richt op de donkere schim van de man voor mij. Hij scheen tot aan zijn middel door een witte mist te waden. Af en toe moesten we ons schrap zetten tegen de aanstormende massa's sneeuw. De bolderende wind rukte aan de ski-kap, die ik zo strak mogelijk om mijn hoofd had getrokken. Mijn gezicht voelde aan als een klomp ijs, verstard in een idiote grijns. Zo bereikten wij het zadel van de 1200 meter hoge Osterhövna, tien kilometer van het comfortabele chalet Vesle Skaugum. Om ons heen lag de onherbergzame winterwereld van Noorwegen. Be neden ons onafzienbare vlakten vol stuivende ijskristallen, aan de horizon helder blinkende bergtoppen. Een wereld van wilde schoonheid. Maar we hadden geen tijd er van te genieten. Op deze kale kam waren wij ingesloten door een donderend orkest van natuurgeweld. Voor ons doemde de rijzige figuur op van chef-instructeur, kapitein Karl Karlsen. Een moderne Viking, hard als een rots en taai als een Noorse spar. „Follow me", bul derde hij boven de storm uit. Een ogenblik later scheerden wij op onze ski's met de wind in de rug en de armen als zeilen gespreid in pijlsnelle vaart over het zadel naar de top. Plotseling schoten we naar beneden. Voor ons lag een bevroren meertje, ingesloten door besneeuwde rotswanden. Op deze beschutte plaats vlak onder de top van de Osterhövna, bouwden we een bi vak van sneeuwholen voor de „lange dag en nacht". Dit was let terlijk en figuurlijk het hoogtepunt van „Operatie Diepvries", de eerste oefening van een groep van 25 Nêderlandse jachtvlie- gers om te leren „overleven" in polaire streken. Wij waren 's morgens, op de vier de dag van ons verblijf in het trai ningscentrum van de Noorse lucht macht, achter „wezel"-rups- bandvoertuigen tegen de besneeuw de hellingen opgesleept. Na drie da gen van intensieve training, onder leiding van olympisch ski-instruc teur, luitenant Björn Gulbrandsen, voelden we ons al aardig vertrouwd met de lange latten. De eerste dagen was het een com pleet circus geweest, vol dwaze valpartijen, wanhoopskreten en reeksen lachexplosies. Vrijwel nie mand had voordien enige ski-erva ring opgedaan en we voelden ons in het begin doodongelukkig met die onhandelbare stukken hout onder de voeten. We zagen de nabije toe komst dan ook zeer somber in en hadden visioenen van armen, be nen en hoofden in het gips. Crazy sticks and panic planks We smakten keer op.keer in de hard bevroren sneeuw, schoven luid jammerend achteruit langs de hel lingen naar beneden stormden recht op eenzame boompjes af zon der deze te kunnen ontwijken en raakten verward in onze ski's en stokken. De vliegers van 314 spra ken in hun eigen jargon spoedig over „crazy sticks and panic planks". Ik geloof dat niemand een rakere typering van de toestand had kunnen geven. Maar de tweede dag maakten we al afdalingen zonder te vallen. We zochten langere en steilere hellin gen op en zetten slalomparcoursen uit om het geheel moeilijker en in teressanter te maken. De derde dag wreef kapitein-instructeur Magne Uv zijn ogen uit toen hij de „rood huiden" van 314 juichend over ge- improviseerde ski-schansen zag springen. „Good heavens, they're getting airborne", mompelde deze anders nogal zwijgzame Noorse jet vlieger. De Nederlandse luchtrid- ders bij de schans namen nauwkeu rig eikaars „vliegtijden" op en de jonge sergeant J. C. Kiemstra werd tenslotte met twee seconden win naar. Squadroncommandant kapitein J. F. Giebel beloonde hem daar voor later met een zakje snoep. In het spoor van de „wezels" Nu trokken de „wezels" ons in een lange rij aan een touw naar bo ven. De ski's gleden knisterend door de rulle sneeuw. Voor ons lag de smetteloos blanke top van de Os terhövna. De hel oranje gekleurde vliegeroveralls van de roodhui den" contrasteerden fel tegen het witte, glinsterende landschap en de diepblauwe hemel. Onze adem con denseerde in de lucht tot blinkende kristallen, die in wolken voor ons uit dreven. Ter hoogte van de boomgrens wer den we afgehaakt. De „wezels" ren den brommend voor ons uit naar de top, een diep spoor van hun rups banden achterlatend. In dit spoor zetten wij de tocht op onze ski's voort. Naarmate we hoger kwamen, nam de wind in kracht toe. We merkten hoe verraderlijk snel het weer in dit gedeelte van Noorwegen kan omslaan. Donkere wolken be gonnen zich achter de kam van de berg samen te pakken. Hier en daar werd gestopt om met behulp van kaart en kompas een positiebepaling te maken. De wind MAJOOR BIRGER STRAND sneeuwhutten zijn warm wakkerde aan tot stormkracht en langzaam begon het „wezel"-spoor zich te vullen met stuifsneeuw. Toen we op het zadel waren aangeko men was het spoor geheel verdwe nen. Maar, zoals altijd, waren on ze instructeurs majoor Birger Strand, kapitein Karl Karlsen, ka pitein Magne Uv, luitenant Tor Karl sen en luitenant Björn Gulbrandsen in de buurt om te voorkomen dat we fatale fouten zouden maken. Geschenk uit de hemel Toen wij vlak onder de top van de Osterhövna begonnen met het graven van sneeuwholen, woedde er naar Nederlandse begrippen een loeiende sneeuwstorm. De doorge winterde Noren noemden het echter een „frisse bries". We groeven in een helling waar de sneeuw hoog was opgewaaid. De sneeuw was ste vig, zodat we met de meegebrachte sneeuwzagen fraaie blokken konden uitsnijden. Het afschuwelijke weer drukte het moreel van de 314-vliegers niet in het minst. Torsend met reusachtige sneeuwblokken schertsten zij onder elkaar over ijsjes van tien en een kwartje terwijl de neerstriemende sneeuwvlagen hen langzaam veran derden in „verschrikkelijke sneeuw mannen". Tegen het middaguur schoot uit de loodgrijze wolkenflarden een C- 119 transportvliegtuig van de Noor se luchtmacht omlaag. Kapitein Karl sen praatte het vliegtuig naar on ze bergtop toe door middel van een kleine ultra korte golfzender met een bereik van 8 kilometer, die tot de normale nooduitrusting van iede re vlieger behoort. Bij de derde „run" vloog de C- 119 recht over ons heen tegen de wind in en liet een parachute met een container vallen. Het was een meesterworp van de Noorse vlie gers. Het ding kwam op enkele me ters afstand van ons neer. Toch moest een der Noorse instructeurs nog een noodsprong maken om de parachute te grijpen, voordat deze door de storm over de top van de Osterhövna werd geblazen. Nooit transpireren Deze „dropping" was bedoeld als een demonstratie. In een werkelijk noodgeval zou de container ski's, voedsel, warme kleding en medi- H camenten hebben bevat. Wanneer een vlieger aan zijn parachute in de sneeuwwoestijn van centraal Noorwegen belandt voor de vlie gers van 314 is die kans zeer reëel - kan hij er vrij zeker van zijn dat een vliegtuig hem binnen weinige uren vindt en hem de noodzakelijke middelen verschaft om tot zijn defi nitieve redding in leven te blijven. Maar voorwaarde daarbij is dat de man op de grond precies weet waf hij wel en niet moet doen. Tijdens de voorafgaande dagen hadden wij een massa dingen ge leerd met betrekking tot de gedrags regels in koude en onherbergzame gebieden. Kapitein Karlsen, een ex pert op het gebied van overlevings kunst, en luitenant-kolonel arts F. Vogt Lorentzen, een ervaren Hima- laya-beklimmer, hadden ons als be langrijkste principe ingeprent: nooit te dik kleden en nooit transpireren. Raakt men door lichamelijke in spanning toch bezweet, dan is het absoluut noodzakelijk droge kleren aan te trekken om niet bij een tem peratuur van 25 tot 30 graden onder nul binnen enkele uren te bevriezen Tijdens „briefings" in het gerief lijk ingerichte chalet Vesle Skaugum (Klein Skaugum), genoemd naar het buitenverblijf Skaugum van ko ning Olaf ten zuidwesten van Oslo, leerden we 's avonds de beste me- KAPITE1N J. F. GIEBEL (314) .die sneeuw schoenen vertrouw ik niet Omspoeld door stuivende sneeuw werkten de onherken baar geworden „roodhuiden" van 314 zich langs de hellingen van de Osterhövna naar boven Het was een tocht die hen lang in herinnering zal blijven. KAPITEIN MAGNE UV nu gaan ze nog springen ook thoden om sneeuwschoenen te maken van jonge, buigzame berketakken, om een slaapzak of tent te maken van een parachute en om een be trouwbare schuilplaats te graven in de sneeuw. Ijspaleis Nu brachten we al deze zaken in praktijk. Tegen twee uur in de middag waren verschillende sneeuw hutten zo goed als klaar. Zij bo den ieder ruimte aan twee of drie man om te slapen. Overeenkom stig de regels hadden we de ingan gen zo klein mogelijk gemaakt en de slaapplaatsen op een hoger ni veau uitgegraven. Daardoor werd de koude lucht buiten gehouden. Wanneer men voldoende droge kle ding en een parachute of slaapzak bij zich heeft, kan het verblijf in een sneeuwhui redelijk comfortabel zijn. Sneeuw is namelijk een uit stekende warmte-isolator en door het branden van een kaars kan men bij een buitentemperatuur van min twintig tot min dertig graden de lucht binnen gemakkelijk tot even onder het vriespunt verwarmen. Deze sneeuwholen werden de vol gende dag verder afgemaakt door een ploeg van tien man, die waren aangewezen om er de nacht in door te brengen. Zij zouden geen vlie gers van 314 zijn geweest als zij niet op het idee waren gekomen de diverse verblijven onderling door kruipgangen met elkaar te verbin den. Het resultaat was dan ook dat in de flank van de Osterhövna een waar ijspaleis ontstond, waarin vol gens de enigszins gekleurde beschrijvingen zelfs een restaurant en een speelzaal niet ontbraken. Met parachute en slaapzak Gelegenheid om dit ijzige wonder zelf te aanschouwen had ik niet, 'want ik was ingedeeld bij de „para- chuteploeg", die op de zuidwesthel ling van de berg een bivak bouw de tussen jonge berken en sparren. Wij kregen ieder een parachute en een slaapzak uitgereikt, waarin we het ons zo comfortabel mogelijk moesten zien te maken. Vijf man kregen in plaats van een slaapzak een dinghy (rubberbootje) Zij nestelden zich onder de breed afhangende takken van grote spar ren en brachten de gehele nacht door in half zittende houding met hoog opgetrokken knieën. De volgen de morgen stonden zij er een beetje „geknakt"' bij, maar naar hun me ning was het 'n „hoogst interessan te" ervaring geweest. Samen met kapitein Chris Bos, hoofdredacteur van het luchtmacht blad „De Vliegende Hollander" en collega-journalist Wim Hoffmann van het Algemeen Dagblad bouwde ik een bivak hoog op de helling. Van onze parachutes maakten wij drie één-persoons shelters, half verscholen onder een reusachtige spar. De van de wind afgekeerde ingang van de tentjes was driehoe kig met zijden van ongeveer 70 centimeter. Daarachter liep ieder tentje uit in een scherpe punt. On ze slaapzakken en rugzakken pas ten er precies in. Het meeste nylon van de 90 vierkante meter grote pa rachute vouwden wij in lagen over elkaar om een goed isolerende vloerbedekking te hebben. Wonderpakkelten Toen de zon was ondergegaan, maakten wij voor ons bivak een houtvuur. We moésten bijna 'n heel bos jonge sparden omhaldten om er de brand in te houden, maar het resultaat was dan ook een behaag lijke warmte. Beneden ons op de helling gloeiden tussen het geboom te andere vuren. Veel gelegenheid om „buren" te bezoeken hadden wij echter niet. Goed beschouwd zaten wij op een onmogelijke plek. Om ons heen lag de sneeuw zeker een meter hoog, zodat lopen vrijwel on mogelijk v/as. Skiën in het duistere afhellende bos stond praktisch ge lijk aan zelfmoord. Terwijl de temperatuur geleidelijk daalde tot tien graden onder nul en er een koude wind opstak, aten wij dikke soep, witte bonen in toma tensaus met varkensvlees en hete chocolademelk uit onze, wonderlijk kleine Noorse „rations"pakketten. De doosjes bleken zoveel te bevat ten dat we ons afvroegen hoe iemand alles er ooit in had gekre gen Naast genoemde zaken waren er gecomprimeerd brood, koffie, thee, biscuits, suiker, zout, drinkbekertjes lepeltj es, waterzuiveringstabletten en een vernuftige spiritusbrander, waarop alles eventueel met ge smolten sneeuw kon worden klaargemaakt. Het meest vermake lijk vonden we de servetten die, netjes opgevouwen, de zaak com pleteerden. Schoenen in bed Goed doorgewarmd kropen we tenslotte onze tentjes in. We hadden met opzet zo lang mogelijk gewacht mei) naar bed gaan om te voorko men dat we midden in de nacht ril lend van kou zouden wakker wor den. Met twee paar droge sokken en twee truien over elkaar en een bi- SERGEANT JAN MOORMAN (314) ..als je maar een slaapmutsje op hebt onmogelijk, want het slappe para chutenylon hing 'n paar centimeter boven, mijn gezicht. Onmiddellijk schoten mijn gedachten naar de in structie van kapitein Karlsen over verdediging tegen wolven: laat ze in je ene ski-stick bijten en sla met de ander hun ruggegraat doormidden. Jawel, maar wat doe je als je on beweeglijk als een rups ligt opge rold in een veel te nauwe slaap zak? Daar had de stoere Noor geen opheldering over gegeven. Ik luisterde nog enige tijd naar het geluid en kwam tot de conclu sie dat het de tak van de sparre- boom moest zijn, die door de wind langs het nylon van mijn tent' werd gezwiept. Ik viel opnieuw in slaap en ontwaakte pas toen de zon de gehele horizon in een oranje gloed zette. Ik had langer geslapen dan alle voorgaande nachten en voelde me uitzonderlijk fit. Vreemd ge noeg beschreef de man die in de middelste en meest beschutte tent) van ons bivak had geslapen zich zelf als een wrak. Hij had de gehele nacht geen oog dicht gedaan van wege de kou. De derde bivakgenoot beweerde daarentegen dat hij met zijn hoofd buiten was gaan liggen, vanwege de warmte. Dergelijke te genstrijdige ervaringen bleken ook onder de vliegers in de andere bi vakken vrij algemeen te zijn. Een uur later hadden wij de pa rachutes en slaapzakken op een „wezel" geladen en gleden wij in de heldere ochtendzon in snel tempo terug naar ons hotel. De pers had, terwille van een snelle berichtge ving, de ski's mogen behouden. De vliegers kwamen echter pas uren later op geïmproviseerde sneeuw schoenen terugstrompelen. Maar zij hadden nog genoeg van hun ken merkende „spirit'" over om „nog éénmaal het zéér schone lied" van 314 squadron te zingen. De „long day and night" waren voorbij. Overlevings-diploma's 's Avonds, terwijl een nieuwe storm rond „Vesle Skaugum" gier de, reikte cursusleider majoor Bir ger M. Strand aan 25 vliegers het officiële „survivaj."-diploma uit, even later gevolgd door de „Norsk Skiloping" badge met één ster. Ook de drie journalisten, die de oefening hadden meegemaakt, werd een di ploma in het vooruitzicht gesteld. „Sorry", grinnikte majoor Strand tegen ons, „ze moeten eerst nog on dertekend worden door onze gene raal. Hij verwachtte kennelijk niet dat jullie het zouden overleven". Daar hebben we die avond nog 'n glaasje op gedronken. Samen met de vrolijke „roodhuiden" van het 314 taktisch jachtsquadron van de vliegbasis Eindhoven. Geloof me, ze hebben hun Noorse leermeesters versteld doen staan. Als ze onver hoopt ooit boven de barre sneeuw en ijswereld van Noorwegen uit hun snelle straaljagers moeten springen dan zullen ze zich wel redden. Dank zij „Operatie Diepvries". KAPITEIN GOOF GOES (314) gekke dingen die dinghy's vakmuts over mijn hoofd worstelde ik mij in de slaapzak. Het ding was verschrikkelijk nauw en veel te kort voor mijn één meter vijfentachtig. Ik ging boven op mijn natte sokken liggen en trachtte vervolgens mijn ruime ski-schoenen maat 47 naar binnen te werken. Het waren de grootste in het Noorse leger, had men mij in het depot te Oslo verze kerd en dat wilde ik nu graag gelo ven. Toch was het absoluut noodzake lijk de schoenen mee in bed te ne men, anders zouden ze de volgende morgen tot' onhandelbare ijsklom pen bevroren zijn. Na een uur wrin gen en persen had ik de loodzware „kisten" eindelijk achter mijn knie- en. Ik trok de rugzak onder mijn hoofd en dat was eep goed moment om gerust in slaap te vallen. Verdediging tegen wolven Om een uur of drie in de morgen werd ik wakker door een geluid bui ten de tent. Overeind komen was De man die ons bij alle tochten en oefeningen in het barre Noor wegen vergezelde en een veilig ge voel gaf, was dokter Olaf Henrik sen, een 30-jarige Noor met karak teristieke blonde haren en blauwe ogen. Tot onze verbazing bleek hij voortreffelijk Nederlands te spre ken. Op onze vraag waar hij dit had geleerd, antwoordde „doe" Henriksen lakoniek: „In Utrecht, Daar heb ik van 1954 tot 1961 ge studeerd. Aan de Noorse universi teiten waren niet genoeg plaat singsmogelijkheden." Tijdens zijn studietijd heeft Olaf Henriksen veel Utrechters leren kennen. Hij vond in deze stad ook zijn levensgezellin: Annelies Koen- ders, operatiezuster in hét Akade- misch Ziekenhuis. Zij trouwden in 1962. Dokter Henriksen is thans dienst plichtig luitenant-arts bij de Noor se luchtmacht. Na zijn diensttijd wil hij zich gaan vestigen in het district Narvik in het Hoge Noor den boven de poolcirkel. Zijn vróuw vindt Noorwegen een ver rukkelijk land. Enkele meningen van de be dachtzaam sprekende Noor over Nederland en het Nederlandse uni versiteitsleven: Het is er nooit zomer en nooit winter - ontgroenen van jonge studenten vind ik gek. Dat kunnen wij in Noorwegen niet, evenmin als al die gescheiden studentenvereni gingen. Jammer dat het universiteits café Pandoer niet meer bestaat. Dat was een gezellige tent. „Doe" Henriksen vroeg mij tij dens een ski-tocht over de Oster hövna zijn groeten over te brengen aan alle kennissenspeciaal in Utrecht. Hetgeen ik bij deze wil doen. H. F. 104e JAARGANG ,Ui»gave: N. V. Uilg.| Directeur: Drs. W. (Hoofdredacteur: J. Redactieraad: J. M. (C. J. v. Hootegem, iMes, m r. H. M. L de IVercauteren, L. J. v. Bureau: Breda Rel Tel. 22341 (5 lijnen). F Bureau voor de Zeeu PRÏ De troonsopvc De minister-president ?1 heejt gisteren voor radicl jonge verloofde paar g| daarbij memorerend, dat I door de verwarrende tl vanuit Spanje toch wel ml vuld was. Ten aanzien van de tri zei mr. Marijnem „De r' het om verschillende rd dat de mogelijkheid komt I dat de prinses krachtens dl telijke bepalingen tot de I ging geroepen zou kunnen* stemt ook volkomen oven wens van de prinses. Natl het ons dat daardoor de den tot troonopvolging in I Oranje verminderen." Den deskundige wees etj de grondwet toch nog volle honderd procent prinses Irene nog ooit de I troon zou bestijgen. Als d rende koning of koningin! afstand van de troon doetl voor erfopvolging bescliikl moet een „dubbele vergal de Staten-Generaal (naai bestaande kamers moeteil nieuwe kamers worden! iemand op de troon beul Staten-Generaal is dan ga keuze en benoeming. Dan I de mogelijkheid een lid vc van Oranje te kiezen, dat stemming van de Staten-(| het huwelijk trad. Deze grondwettelijke regl kozen om te vermijden, dl Nederland volkomen vreeii| lid nan het Huis van Orl matisch rechten op de krom derlanden zou kunnen krii mogelijkheid heeft zo'n zestm leden bestaan, toen de jongiR ongehuwde, koningin Wilhe| stig ziek was. Vandaag zal de N.T.S. vanl een rechtstreekse reportag] Tweede Kamer verzorgen vail wachten discussie over de b| minister-president met betrek verloving van prinses Irene al zitters van de beide kamen richt. Het nieuws van 13.00 ui[ om 20 minuten eerder worde den. Een samenvatting van dez<] portage zal vanavond tussen 19j uur worden uitgezonden. OP SICILIË is een met t.n.t. auto van de Maffia ontploft, li man, die het slachtoffer van had moeten zijn, bleef ongedee EINDELIJK sneeuwt het in De lang verbeide witte vlokke echter weken te laat. Zoals b de Olympische Winterspelen beëindigd. EEN 16-JARIG meisje in New zo opgewonden over haar ee tocht, dat zij na het verlate toestel eens naar de propellei ken, er te dicht bij kwam e werd gedood. EEN AMERSFOORTSE schipp ren bij Brussel in zijn kajuit stikking om het leven gekomei zijn keukentje brand was onts DE WESTDUITSE raketgeh Eigen Saenger is door een hart het leven gekomen. Hij hee Egypte raketten vervaardigd, Israël gebruikt moesten worde EEN DORSMACHINIST uit raakte gisteren met zijn kledin aaft 'n draaiende stang, liep en wondingen aan zijn hoofd op op slag gedood. Weersverwachting van het I geldig tot vanavond: Noordwestelijke winden voer daag iets minder zachte lut waarin aanvankelijk veel be aanwezig blijft en waaruit or plaatsen wat regen kan val ter worden op enkele plaat klaringen verwacht. De wi aanvankelijk matig tot krac neemt geleidelijk iets in kra Vandaag: zon onder 17.45 uu onder 15.17 uur. Morgen: zon op 8.03 uur. I\ 7.52 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 8