Het rommelt aan
de grens
Bisschop
bezoekt
kudde
per
vliegtuig
Sluit uw ogenwant
we gaan nu landen
EEN TANGO!
Australisch Nieuw-Guinea gevaarlijk .vliegland
ïvan
Kat viel de
aan
En zij dansen nog
CONFLICT PEKING-MOSKOU
Beslissende ronde
Tegenmaatregelen
R
ODE AAN EEN MUZIEKVORM
„33ct
LONGKANKER IS
IN JAPAN MINDER
FREQUENT
Snellere maat
Droppings
Gevaarlijk.
Lucbtbaby
Dans
van een
periode
32 ct
(Eigen buitenlandse dienst)
Aan de meer dan 5.000 km lange Rus-
sisch-Chinese grens voltrekt zich een
militaire opmars van troepen van beide
zijden. Deze bevestigt onrechtstreeks de
reeds eerder in Moskou opgevangen be
richten, dat de Sovjet-Unie zich op een
tweefronten-oorlog voorbereidt. Het sta
dium, waarin het oorspronkelijk alleen
ideologische conflict met rood-China ge
treden is, heeft de vrees van de Sovjet-
Unie bewaarheid, dat de strijdmachten
van de Sovjet-Unie ook met een militaire
bedreiging door rood-China rekening
moeten houden.
Op grond van de verzamelde inlichtin
gen door westelijke informatiediensten
kan men als vaststaand aannemen, dat de
Sovjet-Unie haar strijdkrachten in het
Chinees-Russische grensgebied aanzien
lijk heeft versterkt. Tegenover de 35 di
visies welke Rusland op de been heeft
staan ongeveer 100 Chinese divisies.
Van de zijde van de Sovjet-Unie is in
de loop van de maand oktober 1.1. ernstig
gepoogd, door onderhandelingen met
rood-China tot een bijlegging van de
ideologische en tactische geschillen te ko
men. De pogingen strandden volgens
Moskou op de hardnekkige weigeringen
der Chinezen om redelijke consessies te
doen, volgens Peking op de weigering
van Moskou op de wegen van het ver
raad aan het communisme terug te ke
ren. Op 2 oktober vernietigden de Chine
zen elke hoop op een overeenkomst, door
hun nota over de principiële oorzaken
van de Chinees-Russische tegenstellingen
inzake India. Deze nota bevatte opnieuw
de zwaarste aanvallen op Kroestjev en
had op de Sovjetrussische partijleiding
dan ook een shockwerking. De algemene
overtuiging van 't Kremlin zowel als van
de buitenlandse waarnemers was, dat de
Chinezen nieuwe pogingen hebben inge
leid om aan de positie van Kroestjev te
wrikken, een positie die sinds juli 1963
steeds meer aan vastheid heeft verloren.
In juli 1963, bij het afbreken der toenma
lige Chinees-Russische onderhandelingen
leek de gedachte aan de mogelijkheid
van een aftreden van Kroestjev nog ab
surd. In november 1963 werd daarover
ook in Moskou reeds anders geoordeeld.
Thans zijn er aanwijzingen, dat de be
slissende ronde voor Kroestjev in de
strijd om het behoud van de macht be
gonnen is. Terwijl Kroestjev eind 1963
nog vast van plan was om een wereld
conferentie van communistische partijen
bijeen te roepen, op welke hij de Chine
zen als scheurmakers had willen laten
veroordelen, is daarvan op dit ogenblik
geen sprake meer. Officieel hebben zich
door resoluties van de 87 officieel erken
de communistische partijen 65 voor Mos
kou en tegen Peking uitgesproken, maar
de meeste partijen worden door verdeeld
heid bedreigd wanneer ze op een nieuwe
wereldconferentie een veroordelend von
nis over rood-China zouden moeten vel
len. De Sovjetrussische strijdkrachten
hebben, strategisch gezien, de consequen
ties uit de thans wel definitieve verwij-
dering tussen Moskou en Peking moeten
trekken al is ook de militaire leiding
niet onverdeeld voor Kroestjevs stand
punt.
Allereerst geldt voor rood-China een
wapen-embargo en verder neemt
het Rode Leger langs de grenzen naar
het oosten uitgebreide strategische maat
regelen. Peking heeft dit beantwoord
met strategische bezetting van de lange
grens met de Sovjet-Unie. waar thans da
gelijks militaire botsingen voorkomen,
terwijl duizenden mensen uit Singkiang
en andere grensgebieden naar Sovjet-
russisch grondgebied vluchten.
Verder heeft de regering in Peking
drie nieuwe ministeries opgericht, welke
de concentratie en opvoering van de wa-
penproduktie door te voeren hebben.
Twee ministeries hebben tot taak verbe
teringen aan te brengen in de produktie
van de conventionele wapentypen voor
de bijzondere verhoudingen in het gro
tendeels bergachtige China. Het derde
ministerie is belast met de voorbereiding
van de atomaire bewapening. Daar de
Sovjet-Unie de grondstoffen en ruwe
materialen niet meer levert, tracht rood-
China nu de handel met de niet-commu-
nistische staten en daaronder in het bij
zonder enige Westeuropese landen te
vergroten, waarbij de belangstelling
zich bijzonder op uitrusting voor de
zware industrie richt. Het karige devie-
zenfonds van rood-China dwingt tevens
om lang betalingsuitstel te vragen.
De directeur van het kankerinstituut
in Tokio, heeft in een tussentijds rap
port als zijn voorzichtige conclusie uit
gesproken dat het aantal Japanners dat
als gevolg van het roken van sigaretten
longkanker krijgt, schijnt toe te nemen.
Het aantal Japanners dat aan long
kanker sterft, is beduidend lager dan in
andere landen. Per jaar sterven er in
Japan ongeveer honderd mensen aan, te
gen 760 in Schotland en 339,9 in de Ver
enigde Staten.
Georg Kringelbach, de man van de
Deense staatsradio die het anti-rookpro-
gramma produceerde, heeft maandag
meegedeeld dat het programma niet he
lemaal een mislukking is geweest. Krin
gelbach zei dat hij enkele honderden
briefkaarten" van luisteraars had ge
had, waarop ze schreven dat ze het ro
ken hadden opgegeven als gevolg van
het beluisteren van het programma, dat
van hypnose uitging.
1928 vinden wij hem reeds officieel
erkend in de „Dreigroschenoper"
van Kurt Weill, die er zijn mooi tan
go-duet „In einer Zeit, die jetzt ver
gangen ist" in naar voren brengt.
En in de dertiger jaren viert de
tango hoogtij. Bij zangers en compo
nisten. In films en in orkesten. Her
inneren we slechts aan de Pola Ne-
gri-film „Tango Notturno", later door
Zarah Leander tot een geweldig suc
ces gemaakt. Denken we slechts aan
een zanger als Tino Rossi, met zijn
befaamde tango's „II pleut sur la
route" of „Un violon dans le nuit",
aan een Lucienne Boyer met haar
tango's „Demain" en „Castagnettes
et tango". Heeft naast Jacob Gade
met zijn Argentijnse tango „Jalou
sie" de Spaanse Nederlander Malan-
do (Arie Maasland uit Hilversum)
met zijn Spaans tango-orkest niet
vele jaren lang (tot op vandaag)
Nederland tot een internationaal be
faamd gebied van oorspronkalijke
tango-muziek gemaakt?
Noemen we slecht de onsterfelijke
,,01é Guapa" of „Bonita Nina" Wie
kent niet de beroemde tango's als
..Poëma" en „Por que te vas" van
Melsi en zelfs de „Don Juan" van
Jackie Buiterman.
Maar ook in de tango, waaraan toch
wel 'n zeer lang bestaan beschoren
lijkt, voltrekken zich omwentelingen.
Na de slepende, weemoedige aan-
vangsperiode met Argentijnse aard,
heeft hij zich na '40 naar 'n snellere
maat bewogen; hij is vrolijker, meer
ontspanning geworden, en sedert kort
mag men wel zeggen streeft hij naar
een meer balladeske en zelfs groteske
sfeer bij een beroemd orkest als dat
van Hazy Osterwald met bijvoor
beeld zijn „Criminaltango" die enke
le jaren geleden tophit was doch die
thans verdrongen wordt door zijn
meer spottende „Tango Maringo".
'n beetje 'n tango fantastico Of hij
bij deze ontwikkeling, niet' dreigt
iets van zijn oorspronkelijk warm,
menselijk karakter te verliezen of hij
zo op den duur zijn afkomst het
woord tango, tangere; dit is aanra
ken zal verloochenen? Misschien
dat op de duur nieuwe figuren (des
kundigen schatten zijn rijkdom aan
figuren op een tweehonderdtal) naar
voren zullen komen. Misschien zal
ooit het ballet hem versieren met
een grote verfijning van beweging
en aankleding, en overbrengen naar
het podium van de kunstenaars, zo
als dat in de 18e eeuw gebeurde met
de dans „het menuet".
Voorlopig is de tango' nog levend
nog gewild op de party's en in de
balzalen, nog onsterfelijk in een
aantal voorbeelden. Voorlopig vindt
de weemoedige, warme contact-
sfeer van de tango, naast de hyper-
individualistische twist, bij zeer
velen nog een gretige belangstelling.
De tango-periode is nog niet ten
einde. Ondanks de halve eeuw van
haar bestaan.
w L. M.
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 22 JANUARI 1964
GEVLEUGELDE ACROBATEN
emus Zydam, de .Vliegende Hollander' noemden wij hem", vertelde de
levendige gade van een Australische piloot op Nieuw-Guinea, „had
eens een prachtig avontuur. Hij vloog met een leerling-piloot naar Abau.
Johnson - zo heette de rekruut - had een paar bijlen bij zich. De inboor
lingen wilden die hebben. Johnson wou ze niet kwijt. De Papoea's waren
in twee kampen verdeeld: pro-Johnson en anti-Johnson. Johnson moest
zeven Papoea's een geweer geven om niet vermoord te worden... Nu,
en de volgende dag vloog hij heelhuids met een lading paradijsvogels
terug. Zo is het leven hier in Australisch-Nieuw-Guinea!"
„Kort tevoren was Bob, mijn man, bij
Abau geland. De inboorlingen waren erg
ongastvrij. Johnson bleef met enige in
heemse getrouwen achter. Bob belooi-
de, de volgende dag met twee vliegtui
gen terug te keren om Johnson te ont
zetten. Die nacht zal Johnson nog lang
heugen'. Hij maakte enige vuren en ver
borg zich toen in het oerwoud. De in
boorlingen hadden de krijgslist niet
door. De volgende ochtend vloog ik met
Bob mee. We hadden beiden een geladen
revolver. Toen wij daalden, voerden de
Papoea's een krijgsdans uit om het lan
dingsterrein. Bogen en pijlen hielden
zij gereed. Vrouwen en kinderen waren
niet te zien. Een kwaad teken! Er vie-
len enige schoten... en toen vlogen we
weg met Johnson en de anderen. Ik ben
er van overtuigd, dat de pro- en anti-
Johnson groepen elkaar nadien in de
haren vlogen en misschien wel oppeu
zelden".
„Ja, dat vliegen op Nieuw-Guinea!
Weet U, dat we hier een „Vliegende
Bisschop" hebben? De enige vliegende
bisschop ter wereld. Hij is een Ameri
kaan van geboorte en His Lordship be
zoekt zo, dus met zijn toestel, zijn scha
pen... ik bedoel natuurlijk zijn gelovi
gen. Echte schapen hebben we ook ge
vlogen en meer dan eens ook Australi
sche schapenboeren. En dan natuurlijk
politiemensen! Eens was er een oorlogje
uitgebroken tussen twee stammen bij
Dreikikir Snel kwam de politie door de
lucht op het toneel van de strijd, voor
zien van handboeien en gummiknuppels.
De raddraaiers werden gearresteerd en
zwaar geboeid .weggevlogen'!"
hadden ze me zelfs jong genoeg ge
vonden om een karbonade of zo van
mij te verorberen. De varkens heb
ik hun echter moeten laten..."
„Maar U vroeg iets over droppings.
Natuurlijk moeten we zo nu en dan van
de lucht uit bevoorraden op plaatsen,
waar geen landingsterrein kan worden
aangelegd. En we doen dat met grote
nauwkeurigheid! Het beste gaat het met
de .storepedo', een torpedo-achtig ding.
waarin de goederen zijn verpakt. Soms
is er een parachute aan vastgemaakt,
maar lang niet altijd. Zelfs zonder pa
rachute brengen we zo eieren, flesjes
bier en springstoffen veilig en gaaf op
de grond. Zo'n dropvlucht is vaak heel
moeilijk. Mijn zwaarste tocht was naar
Wagbag in de hoge bergen.
„De vliegende koopman" is ge
land op een bergvliegveld en de
klanten komen van heinde en verre
toegestroomd. De Papoea's zijn
allang niet meer bevreesd voor de
grote, glanzende vogel. Zij kijken
er nauwelijks meer naar.
„Zo is het", merkte Forgan-Smith op,
„je kunt hier alleen vliegen, als je het
land kent. Je moet weten, wat er in of
achter een wolk zit. Vaak een berg! En
dan ben je de sigaar. Daarom is het
beter, iedere wolk beleefd te behandelen
en er in een boog omheen te fladderen.
Blind vliegen is er niet bij. En nacht
vluchten alleen in noodgevallen. Het
moeilijkste zijn en blijven de landingen.
Het hoogste landingsterrein is dat van
Ornkali Kau Kau, maar daar landen
slechts weinig toestellen. Veel zullen er
wel nooit landen. Het is aangelegd onder
leiding van missionarissen, maar het is
zo gevaarlijk, dat 't alleen in onvermij
delijke gevallen verantwoord is, de boys
er heen te sturen. Jammer van het vele
werk dat daar is verzet Iedere piloot uit
welk land ook noemt Nieuw-Guinea het
gevaarlijkste vliegland. Toch hebben we
weinig ongelukken."
Daar woedde toen een ware goud
koorts en de kerels hadden veel
nodig. Landen ging niet. Ik vloog
op bijna 20.000 voet hoogte om de
wolken te ontwijken.... iedere wolk
kan immers een bergtop bevatten!
....toen moest ik kringetjes gaan
vliegen, steeds gereed om de streek
te verlaten, als er sterke wolken
vorming zou komen.... Maar de
vlucht slaagde".
„Doet U veel aan droppings?"
„Natuurlijk. Vooral boven bijzonder
moeilijk terrein, waar men te voet drie
dagen en drie nachten doet over een
afstand, die we met een vliegmachine in
een half uur afleggen."
Het is Captain Forgan-Smith van de
Quantas Airlines die mijn vraag had be
antwoord.
„Ja", vervolgde hij, „zo'n wande
ling is geen pleziertochtje. Eens
moest ik met een vracht varkens
een noodlanding maken. Dat is te
zeggen, ik hing in de bomen en be
reikte veilig de grond. Toen ging ik
tippelen. Twee dagen en twee nach
ten dwars door koppensnellersland.
Dat gaat je niet in de koude kleren
zitten! Ik had weinig lust om mijn
hoofd te offeren aan de sportieve
zin dier donkere broeders. En dus
was ik uiterst voorzichtig. Misschien
„TOMMY O'DEA", zei een ambtenaar
uit Port Moresby met een grinnik,
„landde zo nu en dan met een driemo-
torig toestel bij Tapini. Eens had hij
zelfs 22 passagiers aan boord. Dat is een
prestatie! Een landing met een licht
toestel is daar al een gevaarlijke onder
neming. Tapini werd, evenals sommige
andere vliegvelden op Nieuw-Guinea,
met de hand aangelegd Technisch ma
teriaal aan te voeren was namelijk on
mogelijk. Het landingsterrein ligt tegen
een berghelling. Je vliegt door het dal
tussen steile bergwanden en eensklaps
zie je Tapini. De luchtstromingen in dat
dal noodzaken je soms om enige malen
terug te vliegen... als maar tussen die
steile rotswanden. Ja Tapini is verrader
lijk, maar Goilala is nog erger. Als je
daar landt, vraagt de piloot of de pas
sagiers de ogen willen sluiten!"
Een kijkje op het Tapini-vliegveld,
midden in de bergen, waar alleen
luchtacrobaten hun kist aan de
grond kunnen zetten. (Luchtfoto).
„Weet U" merkte Mick Healy op
„toen in de jaren twintig Nieuw-Gumea
belangstelling ging wekken, bleek al
heel spoedig, dat het eerste gebod voor
de ontginning was; Vliegen of thuis
blijven. Een andere mogelijkheid was
er niet. Nu er is gevlogen. Vooral de
Junkers deden toen prachtig werk. Die
machines waren eigenlijk de pioniers,
die Nieuw-Guinea op gang brachten.
Het is niet overdreven, als ik zeg, dat
zonder piloten en machines Nieuw-Gui
nea nog volkomen onbekend en onont*
gonnen zou zijn. Na de begintijd kwa
men er min of meer geregelde vlieg-
diensten en nu zijn we zover, dat de
gemiddelde afstand tussen twee lan
dingsterreinen niet groter is dan een
kilometer of vijftig. Lukt het dus eens
niet om te landen, nu, dan is er niet
al te ver een tweede terrein, waar het
wel gaat. U moet hier denken in dui
zenden kilometers om de betekenis van
de luchtvaart voor dit land te begrijpen,
duizenden kilometers bergland, zonder
wegen, deels nog maar gebrekkig in
kaart gebracht. En dari hier en daar
nog gevaarlijke inboorlingen. Maar we
vliegen ook Papoea's naar en van hun
werk, vaak midden in het oerwoud of
tegen steile berghellingen. En dan
vracht van alle soort."
De vliegende Papoea's. Dat is een pro
bleem op zichzelf. Die mensen schijnen
alles wat ze bezitten te willen meene
men, tot lege blikjes toe. Als je ze
de avond tevoren weegt met hun bagage
blijkt de volgende dag bij het vertrek,
dat ze per persoon zo'n kilo of vijftien
meer hebben. Eens maakte een piloot
het mee, dat een vrouw des nachts een
baby kreeg... en er was geen passage
voor de kleine schat geboekt! 's Avonds
was de moeder alleen weggegaan om het
kind ter wereld te brengen en de vol
gende ochtend stond ze op tijd met de
jonge wereldburger in haar armen op
het vliegveld. Toen heeft de piloot maar
eens gelachen en werd de kleine gratis
getransporteerd.'
Behalve Papoea's transporteert men
ook dieren van allerlei soort: hon
den, varkens, eenden, kippen, kat
ten.... Eens ontsnapte een kat aan
zijn begeleider. Het dier was zenuw
achtig en vloog de piloot aan. Met
flinke schrammen op zijn gezicht
landde hy."
Op Nieuw-Guinea is ook de enige
luchtlijn op aarde, die uitsluitend wordt
geëxploiteerd ten behoeve van de in
boorlingen, Dit is de lijn naar Wewak.
Des zaterdags gaan de Papoea's graag
winkelen in Wewak. Met genoegen be
talen ze dan hun tientje voor een re
tourtje Wewak, twintig minuten heen
en twintig minuten terug. Ook voor de
Papoea's geldt Nieuw-Guinea's eerste
gebod: Vliegen of thuisblijven.
Het gold ook voor mij. Want hoe had
ik Nieuw-Guinea ooit kunnen „doen",
als ik niet gevlogen had en gevlogen
was? Het is de enige mogelijkheid, al
zijn er dan nauwe dalen, steile bergen,
verraderlijke luchtstromingen, in wol
ken gehulde toppen en koppensnellen-
1 de, mensienetende Papoea's.
Wanneer de jonge Antwerpse dichter Paul van Ostayen
rond 1920, onder de druk van het zofel doorleefde oorlogsfailliet
der wereld-beschaving, op zoek gaat naar een nieuw contact
van mens tot mens, naar een nieuwe menselijke solidariteit, dan
schrijft hij (na de bundel het Sienjaal) o.o. het gedicht „Me-
lopee".
„Onder de maan schuift de lange rivier Over de lange
rivier schuift moede de maan Onder de maan op de lange
rivier schuift de kano naar zee Langs het hoogriet Langs
de laagwei/ Schuift de kano naar zee Schuift met de schui
vende maan de kano naar zee etc." Is het daarbij niet alsof wij
iets terugvinden van de lange, slepende, bijna hartstochtelijk-
weemoedige, steeds op zich zelf terugvallende bewegingen van
de tango?
En wanneer die andere jonge Ant
werpse dichter Marnix Gijsen, even
later, maar in diezelfde vernieu
wingssfeer der twintiger jaren, in
1921 in zijn befaamde „Lof-litanie
van Sint-Franciscus van Assisi"
schrijft „Lulde cello van hartstoch
telijke extase - Hcimwee-harmonika
van smeltende teerheid, zoo züt ge
o Francicus van Assist". Is het dan
teveel gevraagd daarin iets te proe
ven van de meeslepende weke mu
ziek van de tango?
Ronde de twintiger jaren immers
vierde de tango zijn glorieuze en
hartstochtelijke overwinningen in
Europa. Rond het jaar 1911 had hij
zijn hete Argentijnse land verlaten
met de magnan-sfeer van zijn loom
vaderland, maar ook met de plotse
linge driftige bewegingen, welke hij
van zijn ranke, Spaanse voorouders
geërfd had. Van huis uit vermoede
lijk een volksdans, welke dan onge
twijfeld het zinnelijke contact van
mens tot mens benadrukte, vond hij
juist rond de tijd van de eerste
wereldoorlog gretig belangstelling
als gezelschapsdans in het woelige
en geschokte Europa. Hij verdrong
daarbij gemakkelijk de wals-manie,
welke gezelschapsdans het individu
alisme in de bal-paleizen binnenge
voerd had en hoogtij had doen
vieren, en hij verdrong even ge
makkelijk de toenmaals uit Noord-
Amerika ingevoerde excentriciteiten
als cake-walk en grizzley-bear en,
even later zelfs de Shimmy- en
Charleston-dansen uit de 20'er jaren,
terwijl hij zonder veel moeite stand
hield tegen Lambeth-walk en fox
trot-variaties uit de dertiger jaren.
De tango werd een dans van een
periode. Meer dan één van die snel
opkomende snufjes van swing en
jitterbug tot twist en madison, was
hij een dans van een tijdperk. Indi
vidualist als alle gezelschapsdansen
sedert de wals waarvoor in het derde
kwartaal der 18e eeuw door een
Weense hofcorriponist reeds het eerste
zaadje uitgestrooid was in de Land-
Ier, zonder artistiek oogmerk als alle
andere gezelschaps- of society-dan-
sen 'dus louter ter ontspanning! en
vanzelf ook zonder enige rituele
functie, bezat hij toch iets dat in
de periode van zijn opkomst tege
moet kwam als een algemene be
hoefte: iets van de warmte der
zinnelijke liefde, van de behoefte
aan contact tussen de individuen.
Hij was dromerig en bezat tegelijk
pittiger elementen Was weemoedig
en tevens vervuld van vreugde. In
(ca. 3/4 cm)
npapje (.met
I raid. daarna
1 boter in de
I n. gebakken
on). Lekker
I ngd met 200 g*
2 losgeklopte
goed dooreen
vormd die in
r worden ge-
tnnen worden
aan één zijde
it boter in de
een plak jong
ei. Bestrooi ze
p de panlaten
.■soon 3 5 Ct
de pan:
voedzaam
voordelig!