13. Kunstkometen in de maak Pijpen en waterbassins zijn in India vaak ware kunstwerken N SC HOT lOENE N.V. HEIDSFOUTJES rs 80 IflANN 13 „Uitvliegers" Bevroren kern Behalve ingewikkelde waterpijpen zijn er ook rationeleexemplaren. De man links onder, rookt een pijp die alleen uit een kop bestaat. Daarnaast een keizerlijke water pijp, gemaakt uit kostbaar materiaal en een vermogen waard. In vroeger eeuwen regeerden over India Mohammedaanse kei zers of MogoSs. Nog is er veel, dat herinnert aan de tijden van die machtige en prachtlievende vorsten. En de mannen van India ijn de Mogols nog steeds dank- aar voor de door hen ingevoer- uqqa of (Indiase) waterpijp, a is van oorsprong een Ara woord, dat gebruikt werd n doosje of kistje aan te waarin juwelen of krui erden bewaard. Tabak is een kruid en daarom noem- men in India de waterpijp uqqa. Zonnewind CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI 12 IER PAPING winnaar Ie barre Elfstedentocht januari 1963 in 10 uur i minuten. voor Zuid- en N.-Beveland '30 HET VERTROUWDE ADRES TRAAT 12-14 4 Renault Daphine en Ondine 1959, 1962 vanaf 2.950 2 Renault 4 L de Luxe 1962, 1963 vanaf 2.950 BMW Coupé Sport 1962 7000 km als nieuw 4.750 3 BMW luxeus 1963 vanaf 4.650 Goggo Isar stationcar 1962 3.950 2 Austin A 40 1962 per stuk 4.450 Austin Cambridge 1961 met radio 4.450 2 Volkswagens 1500 1962 vanaf 4.950 4 Volkswagens 1960, 1963 vanaf ƒ3.510 Karmann Ghia 1500 1962 7.650 4 DAF 600 en 750 1961 t.m. '63 vanaf 2.750 Dodge Dart 1962 4-deurs hardtop 9.750 >let 5.750 1800. 1961. tuifdak 4.950 0, 1200 1960, 2.450 .m. '63 4.950 1961 2.950 met F 4.450 en '62 c 3.150 962 7.250 •61 t.m. 5.500 2 1963 4.450 62 met ak 3.950 ■REN GARAN1 IE INRUILEN RIJKSWEG BREDA—GILZE RIJEN Molenschot, Rijksweq 235 let (01601) 224 afdeling: Schoolstraat 10 Molenschot Tel (01601) 337 RIJKSWEG UTRECHT—DE BILT (030' 6040C AMSTERDAM Havenstraat 1214 (bij net 'Haarlemmermeerstation) Tel (020) 720840 n rug. Bij uitstek zoals voor woon- en kantoren, ildhakken r en event, zeep) nd )M - OOSTERHOUT 13 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 18 JANUARI 1964 Roken (Bijzondere correspondentie). Er zijn kunstkometen op komst. In het Max Planck-instituut voor natuur- en sterrekunde in München is men bezig met de voorbe reidingen om een reeks kometen de ruimte in te sturen. Kometen zijn helemaal niet zo zeldzaam als vaak wordt aangenomen. Sterre- kundigen hebben berekend, dat er niet minder dan 200 miljard ko meten zijn. Waarom dan ook nog kunstkometen? Het antwoord op deze vraag ligt opgesloten in een overzicht over de huidige toestand van het kometen-onderzoek. Er beslaan massa's kometen, alleen krijgen we ze maar zelden te zien. Voigens de thans algemeen aanvaar de theorie van de Nederlandse sterren kundigen Oort en van Woerkom, trek ken de kometen hun banen op zeer grote afstand van de aarde. Rondom de zon vormen zij een bolvormige schaal, die 50.000 tot 100.000 astrono mische eenheden van de zon verwij derd is. (Een astronomische eenheid is de gemiddelde afstand van de aarde tot dc zon, dus ruim 150 miljoen kilo meter) Een komeet straalt evenals de planeten alleen in het weerkaatste licht van de zon Daarvoor moet de komeet de zon echter tot op enkele astronomische eenheden naderen. De in kringvormige banen cirke lende kometen doen dat nooit, de ko meten met elliptische banen slechts zelden. Er bestaan echter enkele ko meten, die onder de invloed van an dere sterren hun banen dusdanig heb ben gewijzigd, dat zij met tussenpozen die van enkele tot een paar duizend jaren variëren, vanaf de aarde te zien zijn. Terwijl men dit vroeger toe schreef aan de invloed van grote pla neten, denkt men thans aan de in vloed van de aantrekkingskracht van de vaste sterren. Ook de ongeregelde verdeling van de kometenbanen in het heelal wijst op de invloed van even eens ongeregeld verdeelde vaste ster ren Deze zijn het, die af en toe een komeet in een dichter bij de zon ge legen baan brengen. De kometenwolk, aldus dr. Rhea Luest van het Instituut voor Naluur- en. sterrenkunde in München, heeft 200 miljard leden. *iG .mees^e kometen zijn echter slechts enkele kilometers groot. De grootste bekende kometen hebben een omvang van slechts enkele hon derden kilometers. Alle kometen bij kaar omvatten slechts een tiende v,. .va" (}e aardmassa. Jaarlijks «oo uU! :ze kometenclub er één wuii buitenste gedeelte van het heelal en komt nooit weerom. Omdat er 200 miljard kometen zijn, zal het nog wel eens poosje duren tot dat zij allemaal zijn weggevlogen. Een komeet, hoe klein ook, wordt zicht baar wanneer hij de zon nadert omdat door de zonnestraling zijn geringe ma terie begint te verdampen. Om de ko meetkern ontstaat dan een omhulsel uit gas en stof. Dit omhulsel, koma of kometenkop genoemd, kan een door snee van 100 000 kilometer bereiken. En deze wolk straalt in het licht van de zon. Zeer vaak, maar niet altijd, stroomt een deel van dit omhulsel van de kometenkop weg en vormt dan de bekende kometenstaart, die meer dere miljoenen kilometers lang kan worden, vaak zelfs meer dan honderd miljoen kilometer! Er bestaan echter ook staartloze kometen. Omhulsel en staart vormen ondanks hun grote uitgestrektheid slechts een klein deel van de toch al kleine kome- tenmassa. Deze massa blijft geconcen treerd in de kometenkern. Staart en omhulsel zijn van zeer geringe dicht heid. Volgens de nieuwste opvattin gen is de kern van de komeet diepbe- vroren en zeer vast. Slechts zelden spat deze in de nabijheid van de zon in twee of meer komctendelen of een meteorenstroom uit elkaar. De komeet trekt overigens zijn staart door gra vitatie (zwaartekracht) achter zich aan Er zijn twee soorten kometen- staarten: de smalle langgerekte staar ten liggen in een richting, die van de zon wegwijst, alsof de van de zon uit stralende kracht de kern van de materie wegblaast: de brede, gekromde staar ten gaan daarentegen in andere rich ting. De lange staarten bestaan uit geïoniseerde gasdeeltjes. die een elek trische lading bezitten. Men heeft daar bij kooloxyde vastgesteld. De ge kromde staarten bestaan uit stof. De staartmaterie wordt door de zon van de kometenkop weggedrukt; de ko meet gaal deze neiging tegen door zijn gravitatie. Langzamerhand echter raakt de kop zijn materie in de interplane taire ruimte kwijt. Uit de versnelling en de snelheid van de deeltjes van de kometenstaart kan men afleiden welke krachten werk zaam zijn. Stofdeeltjes vertonen slechts een geringe versnelling. Daarom heeft men kunnen berekenen, dat de licht druk van de zon, die de deeltjes weg drijft iets groter is dan de aantrek kingskracht van de zonmassa. die de deeltjes terugtrekt. Geheel anders, al dus dr. Rhea Lust. is dit bij de kome- tenstaartjes die uit elektrisch geladen gasdeeltjes bestaan. Deze deeltjes ver tonen een hoge acceleratie en grote snelheden. De lichtdruk is lang niet voldoende om deze op te wekken Dr L. Biermann van het Max Planck-insti- tuut voor natuur- en sterrenkunde in München heeft een theorie ontwik keld, die de hoge snelheid van de gas- staart zou kunnen verklaren. Over geïoniseerde gassen weet men thans al heel veel. Deze kunnen in het labora torium bestudeerd worden en zijn wel iedereen uit de T.L.-buizen bekend. Het bij het laboratoriumonderzoek verworven inzicht kan voor een groot deel worden toegepast op het onder zoek naar het gedrag van kometen- staarten. Volgens dr. Biermann hebben de gas- staarten van de kometen hun grote snelheid te danken aan de „zonne wind" evenals trouwens hun van de zon weglopende richting. - -kLrt fjc 3|Êfc K /v' 1 f-r (Van een bijzondere medewerker) De overlevering wil, dat het een ho veling van de Mogol Akbar was, die als eerste een hoeveelheid tabak (uit Tur kije) naar India bracht. Die hoveling schonk het geurige kruid met een pijp aan zijn vorst en raadde deze aan, het eens te proberen met epn pijpje tabak. Akbar, avontuurlijk van aard, was on middellijk bereid om een proefpijpje te roken. Dr Shirazi, Akbar's lijfarts, kwam echter tussenbeide. Hij wilde na melijk eerst eens onderzoeken of de nieuwe liefhebberij Zijne Majesteit niet kon schaden. Daarom onderwierp hij de tabak aan een nauwgezet onderzoek. Op grond van zijn proeven kwam de arts tot het inzicht, dat het roken min der schadelijk zou zijn, als aan de pijp een bak met water werd gekoppeld. De rook zou dan door het water gezuiverd worden. Al spoedig na Akbar's eerste rook- proeven vond het nieuwe genotmiddel ingang in India. De groten des lands lieten, naar het door de keizer gegeven voorbeeld, speciale pijpen maken. Zo hadden zij pijpen, die zich bijzonder leenden om te worden gerookt bij maan licht. Andere huqqa's kwamen het best Foto links: een „long smo ke", waarbij de roker in een soort concentratietoestand verkeert. Daarnaast: een huqqa, welke het eigendom is geweest van sjeik Akbar II. De vorst gebruikte dit apparaat als „handpijp" op de wandeling. is met het van de zon gekomen meng sel van elektronen en protonen. Teneinde gerichte observaties mo gelijk te maken, willen de geleer den in München nu een kunst matige kometenstaart, zonder kop, met behulp van een raket de ruim te inzenden, waar deze staart dan een geïoniseerde wolk moet vor men. Hiervoor denkt men ver dampt barium te gebruiken. De door observatie van deze kunst kometen gewonnen gegevens zullen zeer waarschijnlijk alle benodigde ge gevens opleveren waaruit conclusies getrokken kunnen worden ten aanzien van de processen, die zich in de ko metenstaart voltrekken. tot hun recht tijdens een wandeling of een ritje op een olifant. Een bekend Engels schrijver noemde de thee eens ,,dat goddelijke blad". Hij was een thee fijnproever bij uitstek en wist dus goed waarover hij schreef. Welnu, er is een oud versje in India, dat vooral in de Pundsjaab wordt gezongen en van de tabak ongeveer zegt wat de Engelse schrijver zei van de thee. Een der vers regels luidt namelijk: „Huqqa hukam khuda da" oftewel „De huqqa is een goddelijke gave". Deze versregels heb ben veel Indiase rokers gemaakt tot een hunner lijfspreuken. Huqqa's kan men in India te kust en te keur kopen. Er is keuze voor kleine beurzen en rijkaards, voor vorstentel gen en eenvoudige lieden, kortom, voor rokers van allerhand smaak en schake ring. Als men de prijs als norm neemt, zijn er afgezien van weinig voorko mende typen drie goedkope en drie dure soorten. De goedkope heten chilar, gurguri en nareel. De dure heten satak, pechwan en bandha. Zij vormen gedrie- en de huqqa-aristocratie. Voorts is er nog een type pijp, nari genaamd en ge maakt van rubber, hout of bamboe. Ze wordt omwikkeld met stof, die met goud- en zilverdraad is bestikt. Het mondstuk bestaat uit een gouden of zil veren tuitje, dat versierd is met belle tjes en kettinkjes. Een goede huqqa-maker staat in India hoog in aanzien en geldt als een begaafd kunstenaar. Inderdaad zijn er pijpen, die ware juweeltjes zijn van kunstzin nigheid en vakmanschap. Het pijpen makersvak is trouwens erfelijk in som mige geslachten. De schatrijke (vroegere) nawabs (vor sten) plachten de „bassins" voor hun waterpijpen te laten vervaardigen van kostbaar kristal, zodat zij de weg van de rook door het water konden volgen en onmiddellijk konden vaststellen of er teveel nicotine in het water was. Echte rokers zijn kieskeurig. Ook de goede huqqa-roker is veeleisend. Hij kiest zijn tabak of tabakmengsel met zorg en overleg uit om „echt tevre den" te kunnen roken. Ten tijde van de Mogols was 't mengen van tabak een hoog ontwikkelde kunst. Een goede tabaksihenger was in die da gen even gevraagd als thans in de luxe-restaurants een goede kok. Ten tijde van de Mogols werd het ge bruikelijk om de tabak te parfumeren voor hem te roken. En tegenwoordig onderscheidt de huqqa-roker nog tussen sada (gewone tabak), die geen voorbe handeling heeft ondergaan en de kha- mera (geprepareerde tabak), die met ware keraierskunst wordt gemengd en geparfumeerd voor hij gerookt wordt. De khamera is de trots van de bereiders. Deze tabakskunstenaars mengen enige soorten tabak dooreen en voegen aan het mengsel de as van verbrande ge droogde vruchten toe. Er zijn mannen, die hun leven lang niets anders doen dan tabaksparfums (attars genaamd in India) bereiden. Sommige soorten ge parfumeerde tabak vinden toepassing in de geneeskunde in India, bijvoorbeeld als medicijn voor astmalijders, lever patiënten en anderen. De houtskool, die men gebruikt om de pijp aan te steken, kan uit verschillende houtsoorten worden bereid. De Mogols en hun groten gaven vroeger de voor keur aan het geurige sandelhout. En nog heden ten dage zijn er huqqa-rokers, die bij voorkeur sandelhoutskool gebruiken. Is dit vreemd? Neen. Denkt U maar eens aan het feit, dat een echte sigaren- roker nooit een aansteker gebruikt! Dit relaas over de huqqa zou onvol ledig zijn, als wij niet een paar woorden wijddien aan de „Huqqa-Dragers" van weleer. De bardars (aldus de Indiase naam) droegen de pijpen van vorsten en v: -V- 4 edelen. Het ambt van bardar was zeer begeerd. Vooral de bardars des keizers werden met zeer veel zorg gekozen uit de altijd talrijke gegadigden. Men be denke, dat de bardar zich zeer dikwijls in de onmiddellijke omgeving van de heerser bevond en dat het mede tot zijn taak behoorde om de vorst in een goede stemming te brengen of te houden. Reeds zijn er tegenwoor dig in India velen, die de huq qa beschouwen als een ver ouderd erfstuk uit het ver leden, waaraan al veel van de glorie van weleer ontbreekt Vooral de jonge generatie distantieert zich van de huq qa en geeft de voorkeur aan de sigaret. Ook op rookgebied stevent India in snel tempo de moderne wereld binnen. Een echte huqqa-roker evenwel kent geen groter rookgenot dan dat van zijn waterpijp. Hij weet, dat de zorg, het vakmanschap en het kunstzinnig talent, die nodig waren om zijn huqqa te ver vaardigen, hun vruchten afwerpen. Iedere avond, als hij na volbrachte dag taak geniet van een geurig pijpje tabak, plukt hij die vruchten. En hij voelt zich dan erg dankbaar. Dit model pijp hebt u nodig als u (in India) een ritje op een olifant maakt en... als u toevallig sjeik bent, natuurlijk! De zon zendt voortdurend stromen elektrisch geladen deeltjes uit. Deze solaire wind bestaat uit protonen (wa terstofkernen met positieve lading) en elektronen. Bij uitbarstingen op de zon wordt deze stroom zeer versterkt. Dan kan men op aarde magnetische stormen noorderlicht en dergelijke verschijnselen vaststellen. Wanneer nu, aldus Biermann, dergelijke solaire win den een komeet treffen, dan ontstaat een sterke wisselwerking met het geïoniseerde staartgas, waarbij die ioni- sering waarschijnlijk nog wordt ver sterkt. Ingewikkelde natuurkundige processen, ook magnetische, leiden tot overdracht van een deel van de zonne wind-energie op de gasdeeltjes in de kometenstaart hetgeen tot uiting komt in acceleratie. Het is een bewezen feit, dat storin gen in het aardmagnetische samen vallen met gebeurtenisen in kome- tenstaarten. Het betreft dan de zon newind, die een snelheid van 300 tot 1000 kilometer per seconde bereikt. Recente metingen door ruimte-satel lieten hebben de uit observatie van ko meten gewonnen gegevens trouwens be vestigd. Men meent thans, dat het zo genoemde interplanetaire gas identiek Een mevrouw had pas een nieuwe dienst bode en zei: „Zeg Mientje, gisteravond zat er een politieagent in de keukenkast en de deur was op slot. Hoe komt dat?". En daarop zei Mientje: „Daar weet ik niets van, hoor me vrouw, die moet door het vorige meisje zijn achtergelaten". ,,Als je bij mij komt werken", zei een mevrouw, „zul je echt als een lid van het gezin beschouwd worden". ..Hè nee, mevrouw", antwoordde het meisje „liever niet; daar heb ik namelijk ervaring in". „Waarom steek je de kachel niet aan?", vroeg een mevrouw. „Er zijn geen kolen meer", zei de dienstbode. „En waarom heb je dat niet eerder ge zegd?", vroeg mevrouw. „Toen waren ze nog niet op", antwoordde de dienstbode. ,,Jan" vroeg een heer aan zijn huisknecht, „is er nog opgebeld?". „Jawel meneer", zei Jan, „maar ik weet niet wie het was. Ik heb maar beloofd, dat u hem morgen wel een voorschot zou overmaken". Toen iemand verteldedat een schilder een spinneweb zó natuurgetrouw tegen een plafond had geschilderd, dat een dienstbode twee uur lang had geprobeerddat web te verwijderen, merkte iemand anders op, dat dit onmogelijk icas „Want", zei hij, ^zulke dientboden bestaan er niet". „Je vraagt wel héél veel loon voor een meisje dat nog nooit ergens anders gewerkt heeft", zei een mevrouw. „Natuurlijk" antwoordde het meisje „nu kost het me immers veel meer moeite dan als ik wél ervaring had". 4- „Marie", riep een mevrouw naar boven, „heb je de kanarie zijn bad al gegeven?" „Ja hoor, me vrouw", riep Marie terug, „U kunt er nu wel in". „Zeg", vroeg een mevrouw op een ontvangst aan de gastvrouw, „waar is dat knappe meisje dat met borrels rondgaat?". „Hoezo", vroeg de gastvrouw, „wou u iets drinken?". „Nee", zei de mevrouw, „ik wou weten waar mijn man is". „Als we getrouwd zijn", zei een jong meisje, „wil ik drie dienstboden hebben". „Die zul je vast krij gen", antwoordde haar verioofde, „maar niet alle drie tegelijk". „Diezelfde jaargang van de Katholieke Il lustratie ligt al tien jaar bij jou in de keu ken", zei een mevrouw tegen haar vriendin. „Inderdaad", zei deze, „daar leest de dienst bode altijd in". „En krijgt ze die dan nooit uit?", vroeg de mevrouw. „Nee", antwoordde de vriendin, „want het is nooit dezélfde dienstbode". ,.Ik heb mijn vorigc betrekking verlaten", zei een huisknecht, „omdat ik iets moest doen wat ik niet wilde". ,,En wat was dat?", vroeg de nieuwe baas. „Mijn ontslag nemen", zei de huisknecht. Er was ook nog een brief, zei een pasbenoemde secretaresse tegen haar directeur, waar ..persoon lijk" op stond. Maar ik vond er niks persoonlijks aan. Amerikaans, zo zei een professor. is een mooie taal. Er is echter een reden, waarom het zelden zuiver wordt uitgesproken. Deze reden is: kauwgum. ..Praat de geschiedenisleraar bij jullie in de klas ook zoveel in zichzelf?", vroeg een leerling aan een andere. „Jawel", antwoordde deze, „maar hij weet het met. Hij denkt, dat wij luisteren. Ik me-me-mocht. zei een student, niet in de de-de-debating-club ke-komen. Ze zeiden, de-de-de- dat ik te ke-ke-ke-klein was. „De geschiedenisleraar", zo vertelde een jongen tegen zijn vader, „deed. erg vervelend. Hij vroeg: welke Germaanse veldheer heeft Rome ingeno men? Toen zei ik: was dat Hannibal niet? Toen zei hij: dat moet je mij niet vragen; ik vraag het aan jou. En toen zei ik: ik weet het ook niet meneer".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 17