LS
IJD!
Nauwelijks wordt sneeuw
in Graubünden aangetast
Klankbeeld van Babyion
Verbroedering der volken
Weddenschap hielp
SI MORITZ
in 1864 een handje
Engelsen waren eerste gasten
in deze wintersportplaats
nen heb-
elke dag
eze inte-
steden
Johannes Badrutt schoot
midden in de roos
Hart van de Alpen ligt op
de tiende lengte-graad
WINTERAVOND IN DE BERGEN...
Temperatuur
kan in de
bergen erg
verschillen
JiurmÊthÓde,
M - SPUI 23-27
AANGENOMEN
TERUG
VERGETEN
WEGWIJS
SNEEUWVRIJ
WINTERAVOND
Niet-skiërs zijn
veelal bij of in
grote centra
KLANKBEELD
EENVOUDIG
GESCHIKT
COMPACT
OMGEVORMD
blijkt uit het zinsver-
id. U hebt helemaal
n Nederlandse woorden
vertaling nodig. En om-
alles duidelijk is, hech-
de woorden en zinnen
h \anzelf in uw geheu-
rbazingwekkend
He resultaten
u zo de 740 bladzijden
de „Natuurmethode"
jt doorgewerkt, hebt u
taal geleerd. U kunt dan
nder bezwaar Engels
eken, lezen en schrijven
ar u zich niet hebt aan
wend \anuit het Engels
het Nederlands te ver
en en omgekeerd, maar
n het eerste ogenblik af
elf eraan gewend hebt
het Engels te denken.
ii van taalkundigen
Iden vroegere leerlingen,
;ndste taalkundigen van
Universiteiten hebben
ïethode. Professor Otto
igen, één van de meest
Verzoekers van de Engel-
t.: „Met veel genoegen
zerzoek van de uitgever
bij zijn cursus „Engels
ïethode" te schrijven,
Ie van ganser harte aan-
gevoel is zij met grote
lar pedagogisch inzicht
stuur deze vandaag
Jre bevat een uitvoerige
nieuwe taalmethode,
hierin lezen wat nog vele
erover zeggen. En ten-
brieven vinden van op-
I die nu. dank zij de Na-
]?n spreken met 666 mil-
lle gehele wereld.
|d en zend onderstaande
U ontvangt dan over
[uitgebreide, geïllustreer-
|e inlichtingen: het bindt
i en. zonder verplich-
Jeülustreerde boekje I
Kg naar het ENGELS
luurmethode.
letters
Ingstelling voor
|tANS 1
-JIAANS
|LTIJN 1
uurmethode.
(fitters schrijven en ep- I
l,op of overschrijven op
NPS 14-1-64
NBOSCH
kring.
lelling aanvangs-
Ivaring rekening
het Postdistrict,
Ig volgen tot zij de val In-
In." ..Juist," zei ik, ,.en
Ihoud ik de andere uitgang
lcht terwijl jij deze be
let." „Ja, zo bedoel ik het.
Ineev mijn broeder geen
1 maakt, zal de vangeru
beslist gelukken. G» nu
1 spoed."
Het haardvuur dreigde uit te gaan en de gasten hadden zicli reeds van
hun zetels verheven, toen Johannes Badrutt lachend zei: „De warme zomer
is voorbij, de herfst heeft zich in de dalen genesteld en de winter staat
voor de deur. Weet u, dat de winter hier boven in de bergen veel aangenamer
en minder koud is dan in Londen? Weet u, dat, wanneer de zon niet schijnt,
men hier zonder jas, zonder hoed, zelfs zonder vest buiten kan rontllopen,
terwijl u in Londen op die manier een longontsteking zoudt oplopen?"
Deze woorden van Johannes Ba
drutt werden met een ongelovig
schouderophalen aangehoord, 's Zo
mers naar de bergen trekkbn - ak
koord - maar 's winters de sneeuw
opzoeken, dat was goed voor iemand,
die niet helemaal in orde was. Maan
denlang midden in de sneeuw leven
en daaraan nog plezier beleven, dat
konden de Engelsen zich niet voor
stellen. Maar Badrutt liet het er niet
bij. Hij liet nog eens vlug de balans
van het zomerseizoen door zijn hoofd
gaan en zei: „Ik stel u voor zich van
de waarheid van hetgeen ik gezegd
heb, persoonlijk te overtuigen. U
kunt gedurende de gehele winter
mijn gasten zijn".
Wedden zit nu eenmaal vele En
gelsen in het bloed en dus namen zij
het aanbod aan. Afgesproken werd
dat zij tegen Kerstmis naar St. Mo-
ritz zouden komen voor een proef-
vakantie. Zou het blijken, dat Jo
hannes Badrutts woorden niet op
waarheid berustten, dan zou deze de
reiskostep Londen-St. Moritz en te
rug vergoeden. In het andere geval
zouden de Britten tot het voorjaar
de persoonlijke gasten van de ho
telier zijn. Bepalingen dus, die in
ieder geval in het nadeel van Badrhtt
moesten uitvallen. Maar de „Bünd-
ner" was zich hiervan wel bewust:
hij wist ook dat de kost voor de
baat uitging en kende zijn vrienden
goed genoeg om te weten, dat zij
zijn wijnkelder tegen betaling vol
doende zouden aanspreken en dat zij
waarschijnlijk ook bedienden zouden
meebrengen, die dus niet uitgeno
digd waren. Hij dacht ook verder en
zag in zijn verbeelding reeds een vol
ledig bezet hotel in de wintermaan
den.
Tegen Kerstmis kwamen de vier
Engelsen, waaronder een arts en een
enigszins ziekelijke baron, uitgelei
de gedaan door familie en vrienden,
die medelijden hadden met de waag
halzen. Ergens moest er volgens de
thuisblijvers iets aan het gezonde
verstand van de lieden haperen, want
wie gaat nu 's winters naar de ber
gen. Eerlijk gezegd waren de vier
Engelsen ook niet zo zeker van hun
zaak, maar zij wilden zich niet te
rugtrekken. Zij rekenden er in ieder
geval op niet zo lang in Zwitser
land te blijven.
Na een vemoeiende reis tot Chur,
huurden zij daar een arreslee en over
de Lenzerheide e.d. Julier bereikten
ze St. Moritz. Ondanks alle minuti
euze voorbereidingen hadden zij toch
iets vergeten, dat zij nog lang zouden
herinneren. Aan zogenaamde zonne
brillen hadden zij niet gedacht. De
Julierpas baadde in het zonlicht en
in plaats van bevroren, kwamen zij
transpirerend en bijna sneeuwblind
in St. Moritz aan. Triomferend stond
Badrutt voor de ingang van zijn ho
tel. Hij had de weddenschap reeds
gewonnen en verleende zijn vrien-
In de hotels kan men 's avonds veel
al genieten van een bijzonder ge
zellige sfeer. De muziek ontbreekt
natuurlijk niet
den gastvrijheid tot Pasen. Zijn on
kosten zou hij later dubbel en dwars
vergoed krijgen. Johannes Badrutt,
de optimistische Engadiner, had met
deze weddenschap midden in de roos
geschoten en voor St. Moritz de weg
gebaand, waarlangs het een van de
beroemdste wintersportplaatsen ter
wereld zou worden.
Met de arresleden kan
men in vele winter
sportgebieden nog schit
terende tochten maken.
Het kan echter tijdens
de rit weieens flink
koud worden en daar
om zijn wollen dekens
zeker geer. luxe.
De foto hieronder geeft
een klein overzicht van
de vele mogelijkheden
welke een goede ski
piste heeft. Er komen
zelfs richtingsborden
aan te pas om de skiërs
de route te wijzen.
De kou, de regen en de mist van het winterse laagland vergeet men snel,
zodra de knisperende sneeuw wordt betreden van Graubünden. Het klimaat,
de zon en de winterse pracht van het landschap hebben dit gebied in de loop
der jaren een grote reputatie gegeven. Een blik op de kaart leert ons. dat op
ongeveer de tiende lengtegraad dat is ten oosten van St. Moritz - de Alpen
het breedst zijn, waardoor Graubünden dus eigenlijk het hart van de Alpen
vormt. Alle dalen zijn hoog boven de zeespiegel gelegen. Het Engadin bij
voorbeeld. 1200 tot 1800 meter; de streek van Davos van 1400 tot 1600 meter;
het einde van het Plessurial met Arosa 1800 meter en Klosters in het Pratti-
gau 1200 meter. In zo'n hoog gelegen gebied begint de winter reeds vroeg.
De sneeuw blijft er snel liggen en vormt een goede onderlaag voor het 1 tot
3 meter dikke sneeuwpak, dat er later zeker op zal vallen.
Deze sneeuw wordt niet of nauwe
lijks aangetast door de onbarmhar
tige Föhn, de „Sneefresser" zoals
die in de volksmond heet, omdat
deze wind eerst dan gevaarlijk
wordt, wanneer hij zich van grote
hoogten omlaag kan storten, wat
in Graubünden met zijn hooggele
gen wintersportcentra niet mogelijk
is. En verder zorgt de strenge vorst
welke alleen optreedt wanneer de
warme zon laat in de namiddag
achter de bergen is verdwenen,
voor het „conserveren" van do 1
sneeuw, waarop de zon overdag dan
nog maar weinig invloed heeft, zo
dat in vele plaatsen de skisport tot
ver in het voorjaar kan worden be
oefend.
Ja.' die zon is minstens even be
langrijk voor een geslaagde win
tersportvakantie en die schijnt ge
noeg in Graubünden. De uren van
zonneschijn liggen in vrijwel alle
plaatsen van Graubünden ver boven
het gemiddelde, omdat de dalen,
zoals reeds gezegd, wel hoog lig
gen. maar niet diep zijn ingesne
den
Door deze weinige regels zal het
u wellicht duidelijk zijn geworden,
dat Graubünden niet voor niets als
wintersportgebied beroemd is ge
worden. Misschien is het echter no
dig u nog enigszins wegwijs te ma
ken, in de talrijke grote en klei
ne, mondaine en eenvoudige win
tersportplaatsen. De voornaamste
zijn wel St. Moritz en Pontresina
in het Engadin Klosters en Davos-
Ja, die winteravonden in de Zwitserse bergen We kunnen ons voor
stellen, dat er mensen zijn, die als zij aan hun wintersportvakantie van vorig
jaar terugdenken onmiddellijk de avonden voor de geest komen, nog voor
zij overgaan tot het wakkerscliudden van de vele, in hun herinnering sluime
rende kostelijke wintergenoegens, welke zij in de stralende zonnegloed onder
gingen. En waarschijnlijk doet zich dit verschijnsel het eerst voor bij hen,
die zelf geen wintersport beoefenen. Of dat mogelijk is, vraagt U, niet zelf
de wintersport beoefenen en toch een vakantie in een wintersportplaats
doorbrengen? En of Een verkeersdirecteur van een bekerde wintersport
plaats vertelde nog onlangs, dat maar liefst 65 procent van zyn gasten tot de
niet-skiërs behoort. Of ze zich dan vervelen? Welnee, integendeel. Als ze
niet schaatsen, spelen ze wellicht een spelletje curling of maken ze af en toe
een tochtje met de arreslede, kijken naar wedstrijden of maken een heer
lijke, rustige wandeling door de sprookjesachtige besneeuwde bossen... of
zij kijken alleen maar naar heel dat feestelijke bonte gedoe om zich heen en
genieten onderhand van de heerlijke winterzon.
Over het algemeen mijden deze
niet-skiërs wel de heel kleine plaat-
v V F'
sen en daarin hebben zij natuurlijk
groot gelijk, want zonder de lange
latten komt men daar niet ver en
bovendien is het vertier er beperkt
of helemaal niet aanwezig en toch
wij kennen iemand, een groot in
dustrieel, die eens een heerlijke tijd
in een hotelletje van 12 bedden in
een klein dorpje in de bergen door
bracht en enthousiast terugkeerde,
zonder dat hij geskied had. Hij werd
in het hotel opgenomen als een
familielid en ondervond aan den lijve,
dat ook de eenvoudigste hotelier in
het kleinste bergdorpje weet dat
zoals een Fransman het eens uit
drukte „een gast ontvangenbe
tekent voor diens geluk te zorgen,
de hele tijd, dat hij onder Uw dak
vertoeft". Deze heer zocht slechts
rust, zon, sneeuw, een prachtig uit
zicht en een intieme gezelligheid,
een goed bed, een goede maaltijd en
hij vond dat allemaal in ruime mate
a raison van Zw. frs 12.50 per dag
Evenwel een niet-skiër in een
klein dorpje behoort tot de uitzon
deringen, want als men zelf niet
aan wintersport doet, wil men toch
in ieder geval wel wandelingen ma
ken. Maar daarvoor moeten de we
gen rond zo'n wintersportplaats be
gaanbaar worden gemaakt en ge
houden en dat kunnen die heel klei
ne dorpjes zich veelal financieel niet
veroorloven. Voor de niet-skiër blijft
er in Zwitserland nog keus genoeg
over. Er zijn zeker 50 wintersport
plaatsen met wandelmogelijkheden.
Er zijn er zelfs bij met een winter-
wandelwegennet van 50 kilometer.
Daarom is Zwitserland, speciaal ook
voor de niet-skiër een zeer goed
win ter vakantieland. In geen enkel
ander wintersportland is de moge
lijkheid om wandelingen te maken
in ieder geval zo groot
Maai- laten we nu terugkeren tot
de winteravond. Wanneer de zon on
dergaat en de sneeuw, zojuist nog
verblindend wit, door de schaduw
van de bergreuzen met een prachtig
zachtblauwe waas wordt bedekt,
komt de ene skiër na de andere om
laag gesuisd, ontsteekt men in het
dorp de lichten en begeeft men zich.
omdat het nog geen etenstijd is, naar
een tearoom om daar al of niet bij
gezellige muziek, het tijdstip van het
diner af te wachten. Hongerig van
de pittige berglucht stapt men een
uurtje later naar het hotel toe om
hier, veelal gezeten aan een feeste
lijke dis de verbruikte vitaminen
weer aan te vullen.
De tijd van het diner is voorbij en
de nacht, die intussen haar indigo-
sluiers ook over de hoogste bergtop
pen heeft uitgespreid, nadert. De
rust is in het bergland weergekeerd.
Toch zijn er nog enkele mensen op
de berghellingen, die er een genoe
gen in scheppen om in het maanlicht
langs de zilveren hellingen te glij
den. Heerlijk rustig en ongegeneerd
zijn enkele de ski-lessen van de bij
na voorbije dag aan het repeteren.
Logisch, want nu is er bijna nie
mand die zich amuseert over elke
badkuip, welke de „leerling" in de
sneeuw valt. Afgezien van alles, is
het trouwens toch de moeite waard
om op de hellingen eens in alle een
zaamheid omlaag te kijken naar een
dorp, dat nu echt iedere gelijkenis
met de mooiste Kerstkaart met glans
kan doorstaan.
Maar we moeten weer terug naar
het dorp. In de verte hoort men
aangenaam de tinkelende belletjes en
gelach Het is een stoet van arre
sleden, die er nog op uittrekt in deze
maanverlichte nacht. De warmte in
het hotel doet nu aangenaam aan.
En in het hotel beleeft men onge
twijfeld de praktische oplossing van
het probleem, waarover al zo lang
en bijna zonder resultaat, tijdens
geldverslindende conferenties in zor
gen gehulde diplomaten, zich het
hoofd breken; de verbroedering der
volken. Langs u schuiven dansend
Mr. Barbington uit Manchester en
Fraulein Grietli Vögtli uit Bazel, in
de hoek wordt zojuist een nieuwe
vriendschap tussen een Afghani-
staanse kaasfabrikant en Mademoi-
selel Bouvin uit Valenciennes geslo
ten, aan een lange tafel in het mid
den maken vier naties de gelag
kamer tot een „gelachkamer". Onder
de grote schemerlamp debatteren
zij het af en toe met handen en voe
ten vanwege de taalmoeilijkheden
Emil Katzenbeiser uit Mulheim en
Gignor Bellini uit Portefino over de
voor- en nadelen van verschillende
skibindingen. Iets verderop beslui
ten twee heren, die elkanders taal
moeilijk begrijpen, hun schaak
partijtje als remise te beschouwen,
terwijl hun echtgenoten elkaar trots
foto's van hun kleinkinderen tonen.
Dit klankbeeld van Babyion wordt
plotseling onderbroken door het
binnenkomen van Marijke Buiten
dijk uit Helmond, die gisteren haar
voet op de ijsbaan heeft verstuikt en
nu, ondersteund door de zoon van
de hotelier de zaal binnepstrompelt,
begroet door een algemeen gemom
pel en gejuich, bedoeld als uiting
van medeleven.
Maar u wilt morgen weer fit zijn.
alleen al met het oog op de tot nu
toe steeds mislukte Kristiania naar
links en de aantrekkingskracht van
de hotelbar die pas gesloten
wordt als de laatste gasten verdwe
nen zijn stuit ditmaal af op het
standvastig besluit nog voor de af
loop van dit etmaal in bed te stap
pen. Door het geopende raam van
uw kamer luistert u nog even naar
het verre ruisen van een door de
winter nog niet geheel bedwongen
waterval. Dan valt de nacht. Op
nieuw is jammer genoeg weer een
van de heerlijke dagen in het win
terse landschap voorbij.
Tijdens een wintersportvakantie kan
het echt geen kwaad om ook voor
een lekker warm jack te zorgen.
met zijn 30.000 m2 grote ijsbanen-
aan de voet van het uitgestrekte
en fantastisch mooie skigebied,
Parsenn, Lenzerheide aan de post
autoroute Chur-Engadin, welke de
hele winter berijdbaar is. Arosa,
dat wel geen verdere aanbeveling
behoeft en Flims, is ook al door
zijn zeer zonnige ligging bij de
Nederlandse toerist bekend en in
trek. Dit zijn dan de „zeven hoofd
steden van de wintersport", de
wintersport", de grootste, waar
men niet alleen gelegenheid heeft
iedere wintersport te beoefenen,
maar waar ook degenen, die niet
aan sport doet, zich geen moment
zal vervelen, omdat deze plaatsen
voor een rijk programma van al
lerhande wedstrijden en festivitei
ten zorgen en een uitgebreid net
van wegen voor wandelaars open
houden.
Maar er zijn ook een reeks klei
ne, iets eenvoudiger plaatsen, wel
ke ook nog voor niet-sportieven in
aanmerking komen. Zoals Zucz, Sa-
medan, Celerina, Sils en Silvapla-
na in het Engadin, Churwalden en
Parpan aan de Julier en enkele klei
ne plaatsjes vlak bij Davos, San
Bernardino, Tschiertschen en Se-
drun, om maar een greep te doen.
Sommige hiervan zijn op een steen
worp afstand van de grote cen
tra, zodat men toch alle evene
menten en wedstrijden, welke deze
laatste organiseren, kan volgen. Scu-
ol in het Beneden-Engadin draagt
als opkomende wintersportplaats
nog 3en apart karakter, doordat
men in deze beroemde en groot
ste kuurbadplaats in de Alpen ook
's winters bad- en drinkkuren kan
doen. dus het nuttige met het aan
gename kan verenigen.
Van de kleine dorpen, dus vooral
geschikt voor de skiër, noemen wij
nog Küblis, Pany, St. Anthönien
en Wiesen in het dal van Davos,
Bivio, Feldus, Obersaxen, Fetan,
Guarda en het goedkope Samnaun.
De doorgewinterde skiloper, die aan
een berghotelletje of skihut genoeg
heeft, vindt in Fondei, Alp Trix en
en Alp Trida juist wat hij zoekt.
Er zijn bergen, ruim voldoende
sneeuw en aanhoudende vorst, een
mooier gebied is voor de echte ski-
er niet te vinden.
De Nederlander die koers
zet naar de wintersport, is er
zo op ingesteld, in het winterse
landschap sneeuw en zon te
vinden, dat hij maar al te dik
wijls met een bang voorgevoel
vast stelt, dat ook in deze ge
bieden boven stad en land een
loodgrijze lucht hangt en dat
de zo vurig verlangde sneeuw
door afwezigheid schittert. Zo
bij de eerste aanblik vertoont
de weersgesteldheid immers 'n
treffende gelijkenis met die
van het winterse Nederland.
Er hangt een grauwe lucht boven
de velden en het ziet er naar uit,
dat er elk moment een flink pak
sneeuw kan vallen. Maar voorlopig
komt er nog geen vlok naar bene
den, terwijl de barometer op mooi
weer staat en de man van het weer
bericht zelfs goed zicht aankondigt
boven de 1000 meter. De ervaren
w inter sportg anger weet, welke
vreugden hem boven het wolkendek
nu te wachten staan. En al bedek
ken in het begin de kleren en haren
zich met een dun laagje rijp, na en
kele uren is dit allemaal voorbij.
In die periode kan men zich zich
geen groter contrast indenken. Eerst
een rossig schijnsel in de nevel; dan
een witte dennetop, welke ineens zijn
kruin steekt in de blauwe lucht en
tenslotte, als de laatste grijze sluiers
wegvallen, de straling van de zon,
welke flonkert in miljoenen diaman
ten van sneeuw en ijs.
Het Alpenland heeft vanzelfspre
kend zijn strenge winters en 'n paar
simpele natuurkundige feiten doen
hieraan niets af. Daar is allereerst
het verband tussen temperatuur en
hoogte. Bij een stijging van 200 me
ter neemt 's winters in de Alpen
de temperatuur steeds af. Dichtbij
massieve bergtekens, zoals in Wallis,
Graubünden en Berner Oberland
misschien iets minder. De tempera
tuur van de bergwinter is dan ook
bepaald lager dan in het voorland
van de Alpen. Tn het Zwitserse
.Middelland' zijn de temperaturen in
januari gemiddeld van 9 tot 1.6
graad. Op de Alpenhellingen en in
de hooggelegen dalen daarentegen
tussen 1,2 en —8,7 graden celsius.
Met de afnemende temperatuur in
de vrije atmosfeer en de toevoer
van vochtige Oceaanlucht gaan
voorts de hogere neerslagcijfers in
het algemeen (in de bekende win
tersportgebieden 120 tot 170, tegen
over 70 tot 80 gemiddeld in het
„middelland" en tot 3 meter en meer
in de hoogste regionen) en de krach
tige sneeuwval samen. Deze sneeuw
val bedraagt boven de 1400 meter
ongeveer 40% en in de hoogste ge
bieden tot 100% van alle neerslag.
In de late herfst, zo ongeveer van
eind november af, krijgt het Alpen
gebied in de regel reeds een com
pact sneeuwdek. Gelijktijdig treedt
bij opklaring van de lucht een sterke
nachtelijke uitstraling en een aan
zienlijke temperatuurdaling op. Dat
alles zou op zichzelf een allerminst
bijzonder aangenaam klimatologisch
beeld voor de wintersport scheppen.
Maar deze uitwerking wordt door
andere natuurkundige factoren op
een voor ons aller aangenaamste
wijze omgevormd. Wanneer de door
de uitstraling koudgeworden lucht
zich niet zou verplaatsen, was er
eenvoudig van wintersport geen
sprake. Gelukkig stroomt deze kou
de lucht tengevolge van de grotere
dichtheid langs de hellingen en de
steile dalen naar omlaag om boven
door lucht van, normale temperatuur
vervangen te worden. De koude
luchtmassa's verzamelen zich in de
dalbekkens, afgesloten kommen en
langs de Alpenrand in het Zwitserse
„middelland", om hier z.g. „koude-
meren" te vormen. Het verschil in
temperatuur tussen het dalbekken
en de hogergelegen dalvlakte is op
merkelijk. Beneden koude nevels;
boven de rivier waterdamp, welke
bomen en struiken met een ragfijn
ijslaagje omkleedt en fantastisch
mooie tafereeltjes brengt. Slechts
enkele tientallen meters hoger is
het heerlijk warm. Terwijl beneden
geen kledingsstuk dik genoeg lijkt,
om de strenge vorst weerstand te
bieden, zit men tegelijkertijd boven
in de openlucht aan de lunch en
worstelt men zich in het skigebied
omhoog, de mouwen opgestroopt
en zo luchtig mogelijk gekleed.
De avond was donker en regenachtig. De top
van de Julier droeg een grote hoed en dichte
nevelslierten hingen van de Piz Rosatsch af tot
het meer van St. Moritz, dat opgezweept werd
door abnormaal hoge golven. Typische voor
boden van slecht weer. De herfst stond voor de
deur en de zomergasten waren op enkele na
vertrokken. Op die avond, in de late herfst van
1864, zaten vier Engelsen in de Engadinerstube
van het Kulm Hotel in St. Moritz bij de open
haard en babbelden wat met Johannes Badrutt.
de eigenaar van het hotel. Het was een ge
woonte geworden om telkenjare de laatste
avond van hun zomervakantie met de Enga
diner door te brengen. De balans van het zo
merseizoen was voor deze grote hotelier be
vredigend uitgevallen, zodat het er niet op aan
kwam een fles whiskey meer of minder voor
zijn gasten te laten aanrukken. Ogenschijnlijk
was het een afscheidsavond als alle vorige en
toch zou het er een worden, welke met drie
sterretjes in de annalen van St. Moritz en in de
wereldgeschiedenis van de wintersport zou
worden opgetekend.