LS IJD! Nauwelijks wordt sneeuw in Graubünden aangetast Klankbeeld van Babyion Verbroedering der volken Weddenschap hielp SI MORITZ in 1864 een handje Engelsen waren eerste gasten in deze wintersportplaats nen heb- elke dag eze inte- steden Johannes Badrutt schoot midden in de roos Hart van de Alpen ligt op de tiende lengte-graad WINTERAVOND IN DE BERGEN... Temperatuur kan in de bergen erg verschillen JiurmÊthÓde, M - SPUI 23-27 AANGENOMEN TERUG VERGETEN WEGWIJS SNEEUWVRIJ WINTERAVOND Niet-skiërs zijn veelal bij of in grote centra KLANKBEELD EENVOUDIG GESCHIKT COMPACT OMGEVORMD blijkt uit het zinsver- id. U hebt helemaal n Nederlandse woorden vertaling nodig. En om- alles duidelijk is, hech- de woorden en zinnen h \anzelf in uw geheu- rbazingwekkend He resultaten u zo de 740 bladzijden de „Natuurmethode" jt doorgewerkt, hebt u taal geleerd. U kunt dan nder bezwaar Engels eken, lezen en schrijven ar u zich niet hebt aan wend \anuit het Engels het Nederlands te ver en en omgekeerd, maar n het eerste ogenblik af elf eraan gewend hebt het Engels te denken. ii van taalkundigen Iden vroegere leerlingen, ;ndste taalkundigen van Universiteiten hebben ïethode. Professor Otto igen, één van de meest Verzoekers van de Engel- t.: „Met veel genoegen zerzoek van de uitgever bij zijn cursus „Engels ïethode" te schrijven, Ie van ganser harte aan- gevoel is zij met grote lar pedagogisch inzicht stuur deze vandaag Jre bevat een uitvoerige nieuwe taalmethode, hierin lezen wat nog vele erover zeggen. En ten- brieven vinden van op- I die nu. dank zij de Na- ]?n spreken met 666 mil- lle gehele wereld. |d en zend onderstaande U ontvangt dan over [uitgebreide, geïllustreer- |e inlichtingen: het bindt i en. zonder verplich- Jeülustreerde boekje I Kg naar het ENGELS luurmethode. letters Ingstelling voor |tANS 1 -JIAANS |LTIJN 1 uurmethode. (fitters schrijven en ep- I l,op of overschrijven op NPS 14-1-64 NBOSCH kring. lelling aanvangs- Ivaring rekening het Postdistrict, Ig volgen tot zij de val In- In." ..Juist," zei ik, ,.en Ihoud ik de andere uitgang lcht terwijl jij deze be let." „Ja, zo bedoel ik het. Ineev mijn broeder geen 1 maakt, zal de vangeru beslist gelukken. G» nu 1 spoed." Het haardvuur dreigde uit te gaan en de gasten hadden zicli reeds van hun zetels verheven, toen Johannes Badrutt lachend zei: „De warme zomer is voorbij, de herfst heeft zich in de dalen genesteld en de winter staat voor de deur. Weet u, dat de winter hier boven in de bergen veel aangenamer en minder koud is dan in Londen? Weet u, dat, wanneer de zon niet schijnt, men hier zonder jas, zonder hoed, zelfs zonder vest buiten kan rontllopen, terwijl u in Londen op die manier een longontsteking zoudt oplopen?" Deze woorden van Johannes Ba drutt werden met een ongelovig schouderophalen aangehoord, 's Zo mers naar de bergen trekkbn - ak koord - maar 's winters de sneeuw opzoeken, dat was goed voor iemand, die niet helemaal in orde was. Maan denlang midden in de sneeuw leven en daaraan nog plezier beleven, dat konden de Engelsen zich niet voor stellen. Maar Badrutt liet het er niet bij. Hij liet nog eens vlug de balans van het zomerseizoen door zijn hoofd gaan en zei: „Ik stel u voor zich van de waarheid van hetgeen ik gezegd heb, persoonlijk te overtuigen. U kunt gedurende de gehele winter mijn gasten zijn". Wedden zit nu eenmaal vele En gelsen in het bloed en dus namen zij het aanbod aan. Afgesproken werd dat zij tegen Kerstmis naar St. Mo- ritz zouden komen voor een proef- vakantie. Zou het blijken, dat Jo hannes Badrutts woorden niet op waarheid berustten, dan zou deze de reiskostep Londen-St. Moritz en te rug vergoeden. In het andere geval zouden de Britten tot het voorjaar de persoonlijke gasten van de ho telier zijn. Bepalingen dus, die in ieder geval in het nadeel van Badrhtt moesten uitvallen. Maar de „Bünd- ner" was zich hiervan wel bewust: hij wist ook dat de kost voor de baat uitging en kende zijn vrienden goed genoeg om te weten, dat zij zijn wijnkelder tegen betaling vol doende zouden aanspreken en dat zij waarschijnlijk ook bedienden zouden meebrengen, die dus niet uitgeno digd waren. Hij dacht ook verder en zag in zijn verbeelding reeds een vol ledig bezet hotel in de wintermaan den. Tegen Kerstmis kwamen de vier Engelsen, waaronder een arts en een enigszins ziekelijke baron, uitgelei de gedaan door familie en vrienden, die medelijden hadden met de waag halzen. Ergens moest er volgens de thuisblijvers iets aan het gezonde verstand van de lieden haperen, want wie gaat nu 's winters naar de ber gen. Eerlijk gezegd waren de vier Engelsen ook niet zo zeker van hun zaak, maar zij wilden zich niet te rugtrekken. Zij rekenden er in ieder geval op niet zo lang in Zwitser land te blijven. Na een vemoeiende reis tot Chur, huurden zij daar een arreslee en over de Lenzerheide e.d. Julier bereikten ze St. Moritz. Ondanks alle minuti euze voorbereidingen hadden zij toch iets vergeten, dat zij nog lang zouden herinneren. Aan zogenaamde zonne brillen hadden zij niet gedacht. De Julierpas baadde in het zonlicht en in plaats van bevroren, kwamen zij transpirerend en bijna sneeuwblind in St. Moritz aan. Triomferend stond Badrutt voor de ingang van zijn ho tel. Hij had de weddenschap reeds gewonnen en verleende zijn vrien- In de hotels kan men 's avonds veel al genieten van een bijzonder ge zellige sfeer. De muziek ontbreekt natuurlijk niet den gastvrijheid tot Pasen. Zijn on kosten zou hij later dubbel en dwars vergoed krijgen. Johannes Badrutt, de optimistische Engadiner, had met deze weddenschap midden in de roos geschoten en voor St. Moritz de weg gebaand, waarlangs het een van de beroemdste wintersportplaatsen ter wereld zou worden. Met de arresleden kan men in vele winter sportgebieden nog schit terende tochten maken. Het kan echter tijdens de rit weieens flink koud worden en daar om zijn wollen dekens zeker geer. luxe. De foto hieronder geeft een klein overzicht van de vele mogelijkheden welke een goede ski piste heeft. Er komen zelfs richtingsborden aan te pas om de skiërs de route te wijzen. De kou, de regen en de mist van het winterse laagland vergeet men snel, zodra de knisperende sneeuw wordt betreden van Graubünden. Het klimaat, de zon en de winterse pracht van het landschap hebben dit gebied in de loop der jaren een grote reputatie gegeven. Een blik op de kaart leert ons. dat op ongeveer de tiende lengtegraad dat is ten oosten van St. Moritz - de Alpen het breedst zijn, waardoor Graubünden dus eigenlijk het hart van de Alpen vormt. Alle dalen zijn hoog boven de zeespiegel gelegen. Het Engadin bij voorbeeld. 1200 tot 1800 meter; de streek van Davos van 1400 tot 1600 meter; het einde van het Plessurial met Arosa 1800 meter en Klosters in het Pratti- gau 1200 meter. In zo'n hoog gelegen gebied begint de winter reeds vroeg. De sneeuw blijft er snel liggen en vormt een goede onderlaag voor het 1 tot 3 meter dikke sneeuwpak, dat er later zeker op zal vallen. Deze sneeuw wordt niet of nauwe lijks aangetast door de onbarmhar tige Föhn, de „Sneefresser" zoals die in de volksmond heet, omdat deze wind eerst dan gevaarlijk wordt, wanneer hij zich van grote hoogten omlaag kan storten, wat in Graubünden met zijn hooggele gen wintersportcentra niet mogelijk is. En verder zorgt de strenge vorst welke alleen optreedt wanneer de warme zon laat in de namiddag achter de bergen is verdwenen, voor het „conserveren" van do 1 sneeuw, waarop de zon overdag dan nog maar weinig invloed heeft, zo dat in vele plaatsen de skisport tot ver in het voorjaar kan worden be oefend. Ja.' die zon is minstens even be langrijk voor een geslaagde win tersportvakantie en die schijnt ge noeg in Graubünden. De uren van zonneschijn liggen in vrijwel alle plaatsen van Graubünden ver boven het gemiddelde, omdat de dalen, zoals reeds gezegd, wel hoog lig gen. maar niet diep zijn ingesne den Door deze weinige regels zal het u wellicht duidelijk zijn geworden, dat Graubünden niet voor niets als wintersportgebied beroemd is ge worden. Misschien is het echter no dig u nog enigszins wegwijs te ma ken, in de talrijke grote en klei ne, mondaine en eenvoudige win tersportplaatsen. De voornaamste zijn wel St. Moritz en Pontresina in het Engadin Klosters en Davos- Ja, die winteravonden in de Zwitserse bergen We kunnen ons voor stellen, dat er mensen zijn, die als zij aan hun wintersportvakantie van vorig jaar terugdenken onmiddellijk de avonden voor de geest komen, nog voor zij overgaan tot het wakkerscliudden van de vele, in hun herinnering sluime rende kostelijke wintergenoegens, welke zij in de stralende zonnegloed onder gingen. En waarschijnlijk doet zich dit verschijnsel het eerst voor bij hen, die zelf geen wintersport beoefenen. Of dat mogelijk is, vraagt U, niet zelf de wintersport beoefenen en toch een vakantie in een wintersportplaats doorbrengen? En of Een verkeersdirecteur van een bekerde wintersport plaats vertelde nog onlangs, dat maar liefst 65 procent van zyn gasten tot de niet-skiërs behoort. Of ze zich dan vervelen? Welnee, integendeel. Als ze niet schaatsen, spelen ze wellicht een spelletje curling of maken ze af en toe een tochtje met de arreslede, kijken naar wedstrijden of maken een heer lijke, rustige wandeling door de sprookjesachtige besneeuwde bossen... of zij kijken alleen maar naar heel dat feestelijke bonte gedoe om zich heen en genieten onderhand van de heerlijke winterzon. Over het algemeen mijden deze niet-skiërs wel de heel kleine plaat- v V F' sen en daarin hebben zij natuurlijk groot gelijk, want zonder de lange latten komt men daar niet ver en bovendien is het vertier er beperkt of helemaal niet aanwezig en toch wij kennen iemand, een groot in dustrieel, die eens een heerlijke tijd in een hotelletje van 12 bedden in een klein dorpje in de bergen door bracht en enthousiast terugkeerde, zonder dat hij geskied had. Hij werd in het hotel opgenomen als een familielid en ondervond aan den lijve, dat ook de eenvoudigste hotelier in het kleinste bergdorpje weet dat zoals een Fransman het eens uit drukte „een gast ontvangenbe tekent voor diens geluk te zorgen, de hele tijd, dat hij onder Uw dak vertoeft". Deze heer zocht slechts rust, zon, sneeuw, een prachtig uit zicht en een intieme gezelligheid, een goed bed, een goede maaltijd en hij vond dat allemaal in ruime mate a raison van Zw. frs 12.50 per dag Evenwel een niet-skiër in een klein dorpje behoort tot de uitzon deringen, want als men zelf niet aan wintersport doet, wil men toch in ieder geval wel wandelingen ma ken. Maar daarvoor moeten de we gen rond zo'n wintersportplaats be gaanbaar worden gemaakt en ge houden en dat kunnen die heel klei ne dorpjes zich veelal financieel niet veroorloven. Voor de niet-skiër blijft er in Zwitserland nog keus genoeg over. Er zijn zeker 50 wintersport plaatsen met wandelmogelijkheden. Er zijn er zelfs bij met een winter- wandelwegennet van 50 kilometer. Daarom is Zwitserland, speciaal ook voor de niet-skiër een zeer goed win ter vakantieland. In geen enkel ander wintersportland is de moge lijkheid om wandelingen te maken in ieder geval zo groot Maai- laten we nu terugkeren tot de winteravond. Wanneer de zon on dergaat en de sneeuw, zojuist nog verblindend wit, door de schaduw van de bergreuzen met een prachtig zachtblauwe waas wordt bedekt, komt de ene skiër na de andere om laag gesuisd, ontsteekt men in het dorp de lichten en begeeft men zich. omdat het nog geen etenstijd is, naar een tearoom om daar al of niet bij gezellige muziek, het tijdstip van het diner af te wachten. Hongerig van de pittige berglucht stapt men een uurtje later naar het hotel toe om hier, veelal gezeten aan een feeste lijke dis de verbruikte vitaminen weer aan te vullen. De tijd van het diner is voorbij en de nacht, die intussen haar indigo- sluiers ook over de hoogste bergtop pen heeft uitgespreid, nadert. De rust is in het bergland weergekeerd. Toch zijn er nog enkele mensen op de berghellingen, die er een genoe gen in scheppen om in het maanlicht langs de zilveren hellingen te glij den. Heerlijk rustig en ongegeneerd zijn enkele de ski-lessen van de bij na voorbije dag aan het repeteren. Logisch, want nu is er bijna nie mand die zich amuseert over elke badkuip, welke de „leerling" in de sneeuw valt. Afgezien van alles, is het trouwens toch de moeite waard om op de hellingen eens in alle een zaamheid omlaag te kijken naar een dorp, dat nu echt iedere gelijkenis met de mooiste Kerstkaart met glans kan doorstaan. Maar we moeten weer terug naar het dorp. In de verte hoort men aangenaam de tinkelende belletjes en gelach Het is een stoet van arre sleden, die er nog op uittrekt in deze maanverlichte nacht. De warmte in het hotel doet nu aangenaam aan. En in het hotel beleeft men onge twijfeld de praktische oplossing van het probleem, waarover al zo lang en bijna zonder resultaat, tijdens geldverslindende conferenties in zor gen gehulde diplomaten, zich het hoofd breken; de verbroedering der volken. Langs u schuiven dansend Mr. Barbington uit Manchester en Fraulein Grietli Vögtli uit Bazel, in de hoek wordt zojuist een nieuwe vriendschap tussen een Afghani- staanse kaasfabrikant en Mademoi- selel Bouvin uit Valenciennes geslo ten, aan een lange tafel in het mid den maken vier naties de gelag kamer tot een „gelachkamer". Onder de grote schemerlamp debatteren zij het af en toe met handen en voe ten vanwege de taalmoeilijkheden Emil Katzenbeiser uit Mulheim en Gignor Bellini uit Portefino over de voor- en nadelen van verschillende skibindingen. Iets verderop beslui ten twee heren, die elkanders taal moeilijk begrijpen, hun schaak partijtje als remise te beschouwen, terwijl hun echtgenoten elkaar trots foto's van hun kleinkinderen tonen. Dit klankbeeld van Babyion wordt plotseling onderbroken door het binnenkomen van Marijke Buiten dijk uit Helmond, die gisteren haar voet op de ijsbaan heeft verstuikt en nu, ondersteund door de zoon van de hotelier de zaal binnepstrompelt, begroet door een algemeen gemom pel en gejuich, bedoeld als uiting van medeleven. Maar u wilt morgen weer fit zijn. alleen al met het oog op de tot nu toe steeds mislukte Kristiania naar links en de aantrekkingskracht van de hotelbar die pas gesloten wordt als de laatste gasten verdwe nen zijn stuit ditmaal af op het standvastig besluit nog voor de af loop van dit etmaal in bed te stap pen. Door het geopende raam van uw kamer luistert u nog even naar het verre ruisen van een door de winter nog niet geheel bedwongen waterval. Dan valt de nacht. Op nieuw is jammer genoeg weer een van de heerlijke dagen in het win terse landschap voorbij. Tijdens een wintersportvakantie kan het echt geen kwaad om ook voor een lekker warm jack te zorgen. met zijn 30.000 m2 grote ijsbanen- aan de voet van het uitgestrekte en fantastisch mooie skigebied, Parsenn, Lenzerheide aan de post autoroute Chur-Engadin, welke de hele winter berijdbaar is. Arosa, dat wel geen verdere aanbeveling behoeft en Flims, is ook al door zijn zeer zonnige ligging bij de Nederlandse toerist bekend en in trek. Dit zijn dan de „zeven hoofd steden van de wintersport", de wintersport", de grootste, waar men niet alleen gelegenheid heeft iedere wintersport te beoefenen, maar waar ook degenen, die niet aan sport doet, zich geen moment zal vervelen, omdat deze plaatsen voor een rijk programma van al lerhande wedstrijden en festivitei ten zorgen en een uitgebreid net van wegen voor wandelaars open houden. Maar er zijn ook een reeks klei ne, iets eenvoudiger plaatsen, wel ke ook nog voor niet-sportieven in aanmerking komen. Zoals Zucz, Sa- medan, Celerina, Sils en Silvapla- na in het Engadin, Churwalden en Parpan aan de Julier en enkele klei ne plaatsjes vlak bij Davos, San Bernardino, Tschiertschen en Se- drun, om maar een greep te doen. Sommige hiervan zijn op een steen worp afstand van de grote cen tra, zodat men toch alle evene menten en wedstrijden, welke deze laatste organiseren, kan volgen. Scu- ol in het Beneden-Engadin draagt als opkomende wintersportplaats nog 3en apart karakter, doordat men in deze beroemde en groot ste kuurbadplaats in de Alpen ook 's winters bad- en drinkkuren kan doen. dus het nuttige met het aan gename kan verenigen. Van de kleine dorpen, dus vooral geschikt voor de skiër, noemen wij nog Küblis, Pany, St. Anthönien en Wiesen in het dal van Davos, Bivio, Feldus, Obersaxen, Fetan, Guarda en het goedkope Samnaun. De doorgewinterde skiloper, die aan een berghotelletje of skihut genoeg heeft, vindt in Fondei, Alp Trix en en Alp Trida juist wat hij zoekt. Er zijn bergen, ruim voldoende sneeuw en aanhoudende vorst, een mooier gebied is voor de echte ski- er niet te vinden. De Nederlander die koers zet naar de wintersport, is er zo op ingesteld, in het winterse landschap sneeuw en zon te vinden, dat hij maar al te dik wijls met een bang voorgevoel vast stelt, dat ook in deze ge bieden boven stad en land een loodgrijze lucht hangt en dat de zo vurig verlangde sneeuw door afwezigheid schittert. Zo bij de eerste aanblik vertoont de weersgesteldheid immers 'n treffende gelijkenis met die van het winterse Nederland. Er hangt een grauwe lucht boven de velden en het ziet er naar uit, dat er elk moment een flink pak sneeuw kan vallen. Maar voorlopig komt er nog geen vlok naar bene den, terwijl de barometer op mooi weer staat en de man van het weer bericht zelfs goed zicht aankondigt boven de 1000 meter. De ervaren w inter sportg anger weet, welke vreugden hem boven het wolkendek nu te wachten staan. En al bedek ken in het begin de kleren en haren zich met een dun laagje rijp, na en kele uren is dit allemaal voorbij. In die periode kan men zich zich geen groter contrast indenken. Eerst een rossig schijnsel in de nevel; dan een witte dennetop, welke ineens zijn kruin steekt in de blauwe lucht en tenslotte, als de laatste grijze sluiers wegvallen, de straling van de zon, welke flonkert in miljoenen diaman ten van sneeuw en ijs. Het Alpenland heeft vanzelfspre kend zijn strenge winters en 'n paar simpele natuurkundige feiten doen hieraan niets af. Daar is allereerst het verband tussen temperatuur en hoogte. Bij een stijging van 200 me ter neemt 's winters in de Alpen de temperatuur steeds af. Dichtbij massieve bergtekens, zoals in Wallis, Graubünden en Berner Oberland misschien iets minder. De tempera tuur van de bergwinter is dan ook bepaald lager dan in het voorland van de Alpen. Tn het Zwitserse .Middelland' zijn de temperaturen in januari gemiddeld van 9 tot 1.6 graad. Op de Alpenhellingen en in de hooggelegen dalen daarentegen tussen 1,2 en —8,7 graden celsius. Met de afnemende temperatuur in de vrije atmosfeer en de toevoer van vochtige Oceaanlucht gaan voorts de hogere neerslagcijfers in het algemeen (in de bekende win tersportgebieden 120 tot 170, tegen over 70 tot 80 gemiddeld in het „middelland" en tot 3 meter en meer in de hoogste regionen) en de krach tige sneeuwval samen. Deze sneeuw val bedraagt boven de 1400 meter ongeveer 40% en in de hoogste ge bieden tot 100% van alle neerslag. In de late herfst, zo ongeveer van eind november af, krijgt het Alpen gebied in de regel reeds een com pact sneeuwdek. Gelijktijdig treedt bij opklaring van de lucht een sterke nachtelijke uitstraling en een aan zienlijke temperatuurdaling op. Dat alles zou op zichzelf een allerminst bijzonder aangenaam klimatologisch beeld voor de wintersport scheppen. Maar deze uitwerking wordt door andere natuurkundige factoren op een voor ons aller aangenaamste wijze omgevormd. Wanneer de door de uitstraling koudgeworden lucht zich niet zou verplaatsen, was er eenvoudig van wintersport geen sprake. Gelukkig stroomt deze kou de lucht tengevolge van de grotere dichtheid langs de hellingen en de steile dalen naar omlaag om boven door lucht van, normale temperatuur vervangen te worden. De koude luchtmassa's verzamelen zich in de dalbekkens, afgesloten kommen en langs de Alpenrand in het Zwitserse „middelland", om hier z.g. „koude- meren" te vormen. Het verschil in temperatuur tussen het dalbekken en de hogergelegen dalvlakte is op merkelijk. Beneden koude nevels; boven de rivier waterdamp, welke bomen en struiken met een ragfijn ijslaagje omkleedt en fantastisch mooie tafereeltjes brengt. Slechts enkele tientallen meters hoger is het heerlijk warm. Terwijl beneden geen kledingsstuk dik genoeg lijkt, om de strenge vorst weerstand te bieden, zit men tegelijkertijd boven in de openlucht aan de lunch en worstelt men zich in het skigebied omhoog, de mouwen opgestroopt en zo luchtig mogelijk gekleed. De avond was donker en regenachtig. De top van de Julier droeg een grote hoed en dichte nevelslierten hingen van de Piz Rosatsch af tot het meer van St. Moritz, dat opgezweept werd door abnormaal hoge golven. Typische voor boden van slecht weer. De herfst stond voor de deur en de zomergasten waren op enkele na vertrokken. Op die avond, in de late herfst van 1864, zaten vier Engelsen in de Engadinerstube van het Kulm Hotel in St. Moritz bij de open haard en babbelden wat met Johannes Badrutt. de eigenaar van het hotel. Het was een ge woonte geworden om telkenjare de laatste avond van hun zomervakantie met de Enga diner door te brengen. De balans van het zo merseizoen was voor deze grote hotelier be vredigend uitgevallen, zodat het er niet op aan kwam een fles whiskey meer of minder voor zijn gasten te laten aanrukken. Ogenschijnlijk was het een afscheidsavond als alle vorige en toch zou het er een worden, welke met drie sterretjes in de annalen van St. Moritz en in de wereldgeschiedenis van de wintersport zou worden opgetekend.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 9