AMSTERDAM
ONZE ï-'
HOOFDSTAD
Westduitsers
tunnel onder
persen
kanaal
SUCROSA
SUCROSA
Touw naar het
BOEKENPLANK
HONGARIJE
RUILOBJECT?
Werken onder
doorlopende
controle
is fantastisch
CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI - CONFETTI
wL
De groeten vader?
Aan Venus ontvloden
Vlug klaar
De arbeidssituatie
in Rotterdam
(géén saccharine)
zonder saccharine
Bin zei een leraar, „kunnen worden
lZn^00rd met °1 "nee"- Inderdaadant
woordde een jongen, „drinkt u de laatste tijd
nog zoveel?
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 9 JANÜARI 1964
Wanneer een Amsterdammer
over zijn stad spreekt, beschrij
vend, lovend, kritiserend, zal
hij zich achteraf toch niet te
vreden voelen. Het is allemaal
waar wat hij heeft verteld,
maar de vraag: wat is Amster
dam? blijft hem bezighouden.
Hij denkt: Amsterdam is een
kleine wereld, een kleine we
reld op zichzelf. Amsterdam is
te veelzijdig om zich te laten
vangen onder één sluitende
noemer.
Het tijdschrift „Huwelijk en huisgezin"
dat voortaan gaat verschijnen onder de
titel „Wij in huwelijk en gezin", heeft
een speciaal nummer uitgegeven," waar
in alle bijdragen zich bezighouden met
plaats en functie van de vader in het
hedendaagse gezin Formaat, opmaak
en illustraties trekken de aandacht.
Vele korte citaten, waarin zowel' be
kende auteurs als moderne jonge men
sen over hun vader spreken, verlevendi
gen de lectuur. In de artikelen wordt
eerst een beeld geschetst van de vader
in het gezin vóór de tweede wereldoorlog
en vervolgens een analyse van de facto
ren. die deze statische situatie doorbra
ken. Er wordt licht geworpen op de
veranderde houding van de jeugd tegen
over het vaderlijk gezag en er worden
wegen gewezen, waarlangs heden ten
dage aan het vaderschap waardevolle
inhoud kan worden gegeven. Natuurlijk
worden hierbij dingen gezegd, die meer
traditioneel denkende ouders te revolu
tionair zullen beschouwen. En evenmin
kunnen of willen de auteurs verhelen,
dat modern ouderschap geen geringe
eisen stelt. Maar daarom juist geeft dit
speciaal nummer geschikte stof voor
persoonlijke of groepsgewijze overden
king en meningsvorming. (Uitg. Wij in
huwelijk en gezin Ginneken-Bavel).
A. G.
Een Wodehouse volgens het geijkte re
cept: Bertie Wooster, die zich voor de
gekste karweitjes laat charteren, die door
een manhaftig meisje bijna wordt in
gepalmd, die tenslotte zodanig in de
knoei komt. dat alleen de geniale her
sens van Jeeves hem eruit kunnen red
den. Wodehouse weet die oude gegevens
toch altijd weer smakelijk op te dienen
en wie zich uit de zorgen des levens
terugtrekt met dit Prismaboekje zal de
nodige uren vol bevrijdende humor be
leven.
Het is een stad die hard werkt
en een goed vakman is, maar die
wel eens te laat op het werk ver
schijnt, omdat bijvoorbeeld de
brug open was. Een stad die veel
doet, maar niet kan heksen. Een
stad die duizend dingen aan zijn
hoofd heeft, waarvan er wel eens
een stuk of wat vergeten worden.
Kortom, Amsterdam is mooi en
pittoresk en intiem en vooruit
strevend, maar het is voor alles
een levende stad, een menselijke
stad.
Het is een nieuw flatgebouw,
maar het is ook een flatgebouw
dat vergeten is.
Het is een uitdijende gemeen
schap van haast een miljoen zie
len en het is de intimiteit van een
kwart miljoen huiskamers. Het is
de langzaam wegrottende Joden
buurt en het is het strandbad aan
de Sloterplas.
Het is het Wertheimplantsoen-
tje en het is het Amsterdamse bos.
Het is die onvatbare sfeer van een
zomeravond aan de Amstel eri het
is het irriterende wachten op de
IJ-pont tijdens een hagelbui.
Het is het nieuwe havengebouw
en het is het Roeterstraatmanne-
tje dat de mussen voert.
Het is de onbewoonbare, lelijke
gezellige Pijp en het is de zeer
bewoonbare, mooie, tamme Apol-
lolaan.
Het is het Waterlooplein en het
is de Effectenbeurs.
Dit alles en nog veel meer is
Amsterdam, denkt de Amsterdam
mer: een som van ontelbare, grote
en kleine, mooie en lelijke, maar
altijd menselijke, Amsterdamse
details.
Aldus Gerrit Kouwenaar in zijn
inleiding op het magnifieke foto;
boek over onze hoofdstd, dat bij
de uitgeverij Contact te Amster
dam is verschenen en waarin de
kunstenaar Cas Oorthuys op im
ponerende wijze de lof zingt van
de stad die eerder door Bertus Aaf-
jes reeds als zorgeloos en schoon is
bezongen.
Foto's spreken een eigen taal.
Ze leggen voor altijd vast wat het
oog maar even of fragmentarisch
kan waarnemen. Ze laten de stad
en landschap zien uit onvex-ioede
hoeken en onder een nieuw, ver
rassend licht. De goede 'otograaf
toont de dingen niet alleen zoals
h ij ze graag zou beleven, maar
zoals ze beleefd moeten worden.
Daarom hebben wc ons geboeid
er? gewillig laten meevoeren door
dit Amsterdam van Cas Oorthuys:
door deze stad van grachten en
winkelstraten, van steegjes en
plantsoenen, van bruggen en to
rens, van alle dingen waarover
Gerrit Kouwenaar in zijn beel
dende inleiding schrijft en die te
zamen het stadsbeeld bepalen.
Foto's laten zich niet recense
ren. Men moet ze zien elk afzon
derlijk en in hun onderlinge sa
menhang. Ze spreken dan deze
foto's althans een even schone
taal als een goed gedicht. Meer
dan met welke foto-collectie ook
heeft Cas Oorthuys met dit foto
boek bewezen dat hij een begena
digd artiest is. Wie Amsterdam
niet uit eigen waarneming kennen
zou en dit boek aandachtig door
nam zou niet meer als een vreem
de in onze hoofdstad staan. Zijn
eerste bezoek zou reeds een her
kennen zijn. En grotere lof kun
nen we dit werk. waarcan zeer,
zeer veel zorg en tijd is besteed
toch moeilijk meegeven.
J. V.
De Rusische premier zal zyn troepen
alleen uit Hongarije terugtrekken in ruil
voor een soortgelijke terugtrekking van
geallieerde troepen uit centraal-Europa.
Kroestjev, aldus vooraanstaande commu
nistische zegslieden, beschouwt de Hon
gaarse kwestie als een pion in de ko
mende oost-west-besprekingen over ont
wapening.
De aanwezigheid van de Sovjet-mili
tairen in Hongarije zou voor de veiligheid
van Rusland niet langer noodzakelijk zijn
en evenmin om een mogelijke staatsgreep
tegen het regiem van Janos Kadar de
kop in te drukken.
De vriendschappelijke verhouding tus
sen Kadar en Kroestjev zou er de oorzaak
van zijn dat de Hongaarse regering voort
kan gaan met haar liberale politiek, die
de spanningen in
minderd.
het land heeft ver-
Alleen ruimtevaarders en duikers
worden bedreigd door gevaren, zoals
die voor de Westduitse technici en ar
beiders bestaan, die op het ogenblik op
een diepte van 25 meter onder de
meestbevaren kunstmatige waterweg van
de wereld, het Noord-Oostzeekanaal, een
tunnel aanleggen. Onder het wakend
oog van luchtvaartmedici verrichten zij
hun werk in speciale drukkamers bij
een verhoogde luchtdruk van meer dan
2 atmosfeer. Zes uur wordt er gewerkt,
2 uur hebben de mannen nodig om
bij het afdalen en opstijgen in speciale
kamers aan het drukverschil te wen
nen.
Voortijdig verlaten van deze druk
kamers kan de dood ten gevolge heben.
Het is praktisch onmogelijk dat er
technisch iets fout gaat, daarom hangt
eigenlijk alles af van de gezondheid en
de displine van de tunnelbouwers. Voor
en na iedere afdaling worden zij door de
dokter onderzocht. Ook de verdere
voorzorgsmaatregelen nemen de mannen
gaarne op de koop toe, tenslotte wordt
het werk overeenkomstig betaald
Nieuwe problemen van de weten
schap, techniek, bedrijfsleven en van het
verkeer komen bij dit project „Voetgan
gerstunnel Rendsburg" samen. De tunnel
wordt 130 meter lang, terwijl de kosten
13 miljoen mark zullen bedragen. In een
gebouwtje aan de oever van 't kanaal
kan men een model van het bouwpro
ject bekijken. Als een rond conserven-
blikje zonder deksel en bodem ziet de
bus er uit, die de ingenieur lanzaam met
z'n hand in een hoopje aarde perst. Men
moet zich nu voorstellen dat bij de voor
ste opening van het blikje enige man
netjes staan, die de binnendringende
aardmassa afgraven, voordat het blikje
weer een stukje verder opschuift. Ach
teraan kunnen dan andere blikjes aan
gebouwd worden, tot de tunnel klaar is.
Zes meter onder de bodem van het ka
naal perst echter geen hand de 5,21 me
ter dikke en 45 ton zware buis in de
aardmassa.
Daar doen 18 hydraulische persen met
een perskracht van 1750 ton dit werk.
Opdat er geen water kan binnendrin
gen hebben de arbeiders de sterke
luchtdruk in hun rug nodig. Deze
heerst reeds in de drukkamer bü het
begin van de tunnel, van waaruit de
bui» wordt voortgedreven.
is de geleidelijke drukcompensatie. Zou
iemand de druksluis te vroeg verlaten,
dan kan het gebeuren, dat hij pas uren
later bewusteloos geraakt. Daar de
symptomen precies dezelfde zijn als die
welke optreden bij dronkenschap, zal
iedere politieagent zo iemand naar het
politiebureau brengen en ter ontnuchte
ring opsluiten. In zo'n geval kan deze
persoon alleen nog gered worden door
hem opnieuw in een drukkamer onder
te brengen en gelijktijdig te behandelen
met zuurstof en geneesmiddelen, die de
optredende krampen doen verdwijnen.
(Advertentie)
Het procédé is wat het grondprincipe
betreft overigens een oeroude uitvinding
van de Fransman Brunei, die reeds in
1843 met dergelijke buissegmenten, die i
steeds een stuk opgeschoven werden,
de beroemde Theemstunnel bouwde. Des.
tijds had men echter elf maal met zware
wateroverlast te kampen, hetgeen bij
het nieuwe systeem in Rendsburg nau
welijks mogelijk is. Bovendien zal het
aanbrengen van de buis onder het
Noord-Oostzeekanaal nauwelijks meer
dan twee maanden in beslag nemen.
Daar wetenschap en techniek bij dit
project voor geheel nieuwe problemen
staan, is de belangstelling van vakmen
sen in het algemeen zeer groot. Zelfs
het Bondsinstituut voor luchtvaartge-
neeskunde heeft onderzoekers afgevaar
digd. Deze waarnemers bevinden zich in
de kliniek aan de oever van het kanaal,
die voorbeeldig is ingericht en ook be
schikt over twee drukkamers. Hier be
leeft men het medische probleem, dat
zowel in het wereldruim als ook diep
onder water kan opduiken: gas zet uit
bij plotselinge drukverandering. Zo ook
de stikstof in het menselijk bloed. Er
votrmer, zich kleine belletjes, die in
extreme gevallen een „bruispoedereffect"
teweegbrengen en door hart- en long-
embolie de dood ten gevolge kunnen
hebben. Het belangrijkste tegenmiddel
De werkeloosheid in Rotterdam is in
december aanzienlijk minder opgelopen
dan in december 1962. Als één der be
langrijkste oorzaken van deze ontwikke
ling noemde de directeur van het gewes
telijk arbeidsbureau de gunstiger weers
omstandigheden. De geregistreerde i
beidsreserve bedroeg toen 1415 tegen 1057
in december 1963. De geregistreerde vraag
in de laatste maand van het jaar daarvoor
7168 tegen 5734.
Opvallend was verder de vrij sterke
stijging van de vraag naar hoger perso
neel van 121 in november 1963 tot 151 in
de maand daarop.
In plaats van suiker
voor de slanke lijn I
Gisteren meldden wij, dat een uit
vijf mensen bestaande Oostberlijn-
se familie er in is geslaagd naar
het westen te vluchten. Zij bereik
ten West-Berlijn via een touw, dat
zij uit een raam in de Oostberlijn-
se Luckauerstraat naar het West-
berlijnse plaveisel lieten lopen. Op
deze foto ziet men de stille getuige
van de geslaagde vlucht: het touw
dat vijf mensen de vrijheid bracht.
„Wat raad U me aan te lezen als ik mijn
examen gehaald heb?", vroeg een jongen aan
zjjn leeraar.
„Ik zou maar beginnen", antwoordde deze,
„met de advertenties personeel gevraagd".
„Toontje zei mijn vrouw tegen een van de kinde
ren, „wil jij even koffiewater opzetten?".
„Dat kan ik niet", antwoordde Toontje, „je hebt me
alleen geleerd theewater op te zetten".
Ben je door je examen gekomen?", vroeg de
ene student aan de andere. ..Nou. kijk eens...."
begon deze. „Juist", zei de eerste, „ik ben óók ge
zakt".
In het Rijksmuseum zei een Amerikaan tegen zijn
vrouw: „Nou moet je niet naar al die schilderijen
blijven kijken: dan komen we nooit klaar met het be
zichtigen van dit museum".
Op een examen vroeg een professor Iets en toen
de student bleef zwijgen, zei hij: „brengt mijn vraag
je ln verlegenheid?". ,Dat niet" antwoordde de stu
dent „het U meer het antwoord waar ik moo ait".
In een proefwerk vlak voor Kerstmis had een le
raar de vraag gesteld: „Wanneer leefde Hendrik
de Achtste?". Een leerling had daar achter gezet:
„De hemel weet het. Ik niet. Zalig Kerstmis". En
de leeraar schreef daar weer achter: „De hemel
krijgt een tien. Jij een nul. Zalig Nieuwjaar".
„Meneer", zei een leeriing, „ik geloof echt
niet, dat ik een nul verdiend heb".
„Ik ook niet", antwoordde de leraar, „maar
ik kan helaas geen lager punt geven".
x
„Vader" zei een jongen, „als de rector niet terug
neemt wat ie vanmorgen tegen me gezegd heeft ga
ik van school af". „Wat heeft ie dan gezegd?",
vroeg de vader. „Dat ik van school afmoest", ant-
woordde de leerling.
X
Een mevrouw zat een referentie te schrij
ven over de vertrekkende dienstbode en zei
tegen haar man: Ik heb hier al staan, dat
ze lui is en onnauwkeurig en brutaal. Kan ik
nou niets goeds over haar eraan toevoegen?
Haar man keek op van zijn krant en ant
woordde: Jawel, schrijf maar dat ze een
prima eetlust heeft en uitstekend slaapt.
Een examenvraag luidde: „Noem een willekeurig
jaartal en vermeld erachter, hoeveel ton kolen de
Verenigde Staten in dat jaar exporteerden". Een
examinandus dacht even na en schreef: 1492
geen".
„Geef n's de populaire benaming voor HN'O 3" vroeg
een scheikundeleraar. Een jongen dacht enige tijd
na en zei: „Ik heb het voor in mijn mond. meneer".
„Dan zou ik het maar uitspuwen", antwoordde de
leraar, ,,het is salpeterzuur".
„Aangenaam", zei een vader tegen een leraar, „m.in
zoon heeft vorig jaar wiskunde van u gehad". „Dat
is wat veel gezegd", antwoordde de leraar, „ik' gaf
het wel maar hij nam het niet aan"
Het kan zijn, zei een mevrouw, dat mijn man
een paar vrienden mee naar huis brengt voor het
eten; ben je daarop voorbereid
Jazeker mevrouw, antwoordde de dienstbode-
mijn koffer staat al gepakt.