OVERPEINZINGEN BIJ 500 JAAR STATEN GENERAAL Eerste Statenvergadering moest aanhoren dondertoespraak vader en Ruzie tussen (goede) (stoute) zoon was aanleiding Kongolese premier hekelt Rusland en prijst de Y.S. Beurskoersen zullen in 1964 dalen Rood China dit jaar lid V.N.? Door: Drs. Th. E. Westerterp lid van de Tweede Kamer van de K.V.P. Eenheid van Europa zal groeien 17 500 gevangenen in Utah (V.S.) staken Parlement heeft onvoldoende voorzieningen India strijdt tegen de corruptie De Gaulle op de wip..... in Afrika- 500.000 dollar schade Ontploffing in Peru op marktplaats I ranse boeren klagen hun nood op originele wijze 17 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 4 JANUARI 1964 PHILIPS DE GOEDE geschil met zijn zoon Karei de Stoute werd „door wijs beleid" beslecht Vijfhonderd inwoners van de staats gevangenis van Utah in de Verenigde Staten zijn donderdagmorgen na het ontbijt naar hun cellen gegaan, waar ze een zitstaking zijn begonnen. De oorzaak van de staking is niet bekend, maar er schijnt verband te bestaan met ontevredenheid over wat te eten gegeven wordt. In de staatsgevangenis van Utah in Point of the Mountain wonen in totaal 694 mannen. De staking heeft zich niet uitgebreid tot de rijkswerkinrichtingen in de omgeving, waarin 153 man ver blijven. Het is eigenlijk aan een niet-parlementslid, de journalist Jan Rogier, te danken dat op donderdag 9 januari a.s. in de historische gebouwen rond het Binnenhof in Den Haag feest gevierd gaat worden in verband met het 500-jarig bestaan van de Nederlandse Staten-Generaal. En toch was het een ras-parlementariër, namelijk de vorig jaar over leden voorzitter van de Tweede Kamer dr. L. G. Korten- horst, die de eerste stoot tot de feestviering heeft gegeven. Op 17 juli 1962 verscheen van zijn hand immers in de rubriek „Tussen Plein en Binnenhof" die hij wekelijks verzorgde in de Volkskrant een vraaggesprek tussen de huisbediende Romeo en de kroniekschrijver, in welk gesprek deze laatste tussen de bedrijven door vertelde dat de Staten-Generaal in 1962 reeds 500 jaar bestonden. Doch, zo verklaarde dr. Kortenhorst „eigenlijk vond ik deze ontdekking van het vijfde eeuw feest van de Staten-Generaal niet belangrijk genoeg om er mijn vrienden mee bezig te houden." Duimen in bloed gedompeld In het kader van een officiële campagne in India om de corruptie in het openbare leven te bestrijden, hebben duizend ongeletterde ge meentewerklieden van New Delhi donderdag door het zetten van een duimafdruk gezworen dat ze eerlijk zullen zijn en geen omkoperij zullen plegen of er toe aanzetten. Hun duimen waren met bloed ingesmeerd. Zevenduizend paria's uit New Delhi de armste en geringste werknemers van de gemeente, hebben zich mon deling tot hetzelfde verplicht. Volgens Milt Freudenheim, een jour nalist van de Chicago Daily News, heb ben V.N.-diplomaten in New York als hun mening uitgesproken dat de Chi nese Volksrepubliek dit jaar lid zal worden van de Verenigde Naties, omdat de Verenigde Staten een te zware dob ber zuilen hebben om dat opnieuw te verhinderen. Een van de redenen waarop ze hun mening baseren, aldus Freudenheim, is dat president De Gaulle van Frankrijk s gaan voelen voor een toenadering tot w?a u* Ghali van hetzelfde blad heSuiaar, aanleiding hiervan uit Parijs Ts^cÜCr> at. Gaulle met premier difm? Ln"Eai contact heeft gehad tijdens ChinpcQie Seeft er in toegestemd de ruil vn™ iSrepubliek te erkennen, in Angoleï» ®rkeruiing door China van de Holden R<H?lng in ballingschap van Tuneskcbo 111 Kongo. Wordt het deA lfrikaa°m? d gevolgd door an' makenvan ïnsS, staten' die deel uit" stemmpnuprS6 ^.ranse unie, dan zou de aSr^ die Peking in de houder? heeft h iaar uit de V N- ®e" gewiizieri Ü't i? arug kunnen worden komen h,eraan een einde zou camlgn?LdeMVers,a?gevors van deChi- Gaullp d houdt president De e sleutel hiertoe in zijn handen Gelukkig heeft de heer Rogier twee weken later op de „ontdekking" van de Tweede Kamervoorzitter gereageerd, door prompt zelf een lang en door wrocht artikel te schrijven, waarin hij echter aan de hand van zeer overtui gende argumenten aantoonde dat het vijfde eeuwfeest niet in 1962 doch in 1964 diende te worden gevierd... Men heeft de raad van deze „buitenstaan der" ter harte genomen en de be schikbaar gekomen tijd gebruikt om het vijfde eeuwfeest grondig voor te bereiden. Hoe kon echter deze tegenstelling tussen twee deskundigen ontstaan over het geboortejaar van onze Staten-Ge neraal? Dr. Kortenhorst ging er van uit dat in 1462 „alle Bourgondische Ne derlanden, met uitzondering van Luxemburg, voor de eerste maal in de vergadering van de Staten-Generaal bijeenkwamen, voor een zaak die de provinciën gezamenlijk regardeerde: het vaststellen der onderscheiden quoten in de op te brengen hoofdsom der generale beden". Eerlijk gezegd een nogal wat lastige omschrijving van het agendapunt. Tegenwoordig zouden we het meer hebben over de verdeling der belastingen over de verschillende provincies. Jan Rogier heeft hierop in zijn ar tikel gereageerd met de mededeling dat het besluit van 1462 niet door de Staten-Generaal doch door Hertog Phi lips de Goede zelf is genomen. Hij heeft bij die gelegenheid ook onthuld waar om de eerste vergadering van de Sta ten-Generaal der Nederlanden op 9 januari 1464 moet worden gesteld. Wij willen hieronder in het kort iets weergeven van de geschiedenis van deze eerste bijeenkomst, zoals Rogier die heeft verhaald, omdat zij zo type rend is enerzijds voor het eerste ingrij pen van een Nederlandse volksverte genwoordiging in de landspolitiek, an derzijds omdat wij aan het eind van Öit artikel ook iets zullen betreuren over wat bij deze feestviering achter wege blijft. Philips de Goede zo stelt Rogier wordt terecht getekend als de eerste vorst van een Nederlandse staat in wording. Een Nederlandse staat die toen veel meer gewesten omvatte dan het huidige Nederland. Bedenken we dat het Bourgondische rijk niet alleen de meeste noordelijke doch ook de zui delijke provincies van de Nederlanden met inbegrip van Luxemburg omvatte. Philips de Goede dan heeft dikwijls tegen de gewesten in gestreefd naar een zekere centralisatie van het be stuur over deze gewesten, waarbij hij zich beijverd heeft in het scheppen van centrale staatsorganen, veelal zetelend in Brussel en Mechelen. Nu was Philips de Goede zo goed niet of hij stond op gespannen voet met zijn zoon Karei, die niet voor niets de bijnaam Karei de Stoute droeg, al moeten we dat stout verstaan in de zin van dapper! Om een lang verhaal kort te maken: het gerucht drong door tot de Hollandse steden dat Philips de Goede zich opmaakte voor een kruis tocht en dat hij in zijn afwezigheid het bestuur niet zou overdragen aan zijn zoon die inmiddels in 1463 de wijk had genomen naar zijn Hollandse bezittingen doch aan vreemden, o.a. Eduard van Engeland. Om dit te voor komen besloten zij zich te wenden tot de Vlaamse steden om een «stedenver- gadering van alle gewesten bijeen te roepen. Die oproep vond gehoor en de bijeenkomst werd bepaald op 9 januari 1464 in Brugge. Waarschijnlijk zo voegt Rogier hieraan toe heeft hertog Philips de Goede dit voornemen willen verijdelen door de Staten van zijn ge westen tegen dezelfde datum in Brugge samen te roepen. Karei de Stoute heeft nog gepro beerd een spaak in het wiel te steken door tegen 3 januari 1464 in Antwer pen, waar hij op dat ogenblik verbleef, de Staten der Gewesten bijeen te roe pen. Volgens Rogier zijn vele gedepu teerden, daar inderdaad geweest om te luisteren naar 'n uiteenzetting van Karei de Stoute over de intriges aan het Bourgondische Hof. De vader, Philips de Goede, was daar kennelijk niet zo over te spreken, want hij heeft op 9 januari 1464 in Brugge een donder toespraak gehouden tot de voor het eerst verzamelde Staten-Generaal der Nederlanden, die hij daarop onmiddel lijk weer uit zijn paleis liet vertrekken. De Staten kwamen echter reeds twee dagen later weer op eigen initiatief bijeen in het stadhuis van Brugge en besloten toen te bemiddelen in het ge schil tussen Philips de Goede en Karei de Stoute. „Zo wisten de Staten-Gene raal in hun eerste vergadering van 1464 een dreigende regeringscrisis door wijs beleid te voorkomen", aldus besluit Rogier zijn historische uiteenzetting. Er zouden boekdelen te schrijven zijn over de ontwikkeling van de Staten- Generaal gedurende deze vijfhonderd jaar. Dat gebeurt trouwens ook, want op 9 januari a.s. zal een van de onder delen van de plechtige herdenking zijn de aanbieding van het eerste exemplaar van het boek „500 jaar Staten-Gene raal" aan koningin Juliana. Wij zullen niet trachten als jong kamerlid in de dubbele betekenis op ons eentje deze 500 jaar geschiede nis van de Nederlandse volksvertegen woordiging, in enkele regels weer te geven. Het is met spanning dat ook wij uitzien naar de belevenissen van ons 500-jarige Nederlandse volkvertegen woordiging, die in dit gedenkboek zul len worden onthuld. Wel zouden wij een enkel woord willen wijden aan de positie van de leden der Staten-Gene raal vijfhonderd jaar geleden en thans. Van algemeen kiesrecht had men in de vijftiende eeuw uiteraard nog niet het minste begrip. De Staten worden uitgenodigd hun stem uit te brengen op een bepaalde partij, doch dat men omdat nu eenmaal geen enkele partij in Nederland de meerder heid in het parlement bezit van te voren niet weet met welke andere partij of partijen de regering zal wor den samengesteld. Nu zijn wij geenszins blind voor de nadelen die aan het districtenstelsel kleefden en wij zullen dan ook hier geen pleidooi gaan voeren voor het op nieuw introduceren van dit stelsel. Wel zouden wij er terloops op willen wijzen dat het enige land in West-Europa, waar men althans als buitenntaander geen verschijnselen van een crisis in de parlementaire democratie kan ontdek ken Engeland is, waar dan ook nog altijd het districtenstelsel wordt toege past. Wij vragen ons af of een ge mengd stelsel van districten en even redige vertegenwoordiging geen goede diensten zou kunnen bewijzen. Hierbij zou bijv. de helft van het aantal Tweede Kamerleden in districten vol gens het meerderheidsstelsel worden gekozen, terwijl de andere helft via het stelsel van evenredige vertegen woordiging waarbij dan in het bij zonder denken aan de afgevaardigden die meer een bepaalde deskundigheid of een maatschappelijke groepering vertegenwoordigen in de Kamer zouden komen. Tenslote lijkt ons een derde probleem het overdenken bij deze feestviering alleszins waard. Dat is de technische uitrusting van de Kamers. Wie zoals wij vele jaren bij een ander parlement, namelijk het Europese Parlement, heeft gewerkt, staat enisgzins versteld over het gebrek aan technische faciliteiten waarover de Nederlandse volksvertegenwoor diging beschikt Wij zullen op deze plaats niet teveel over dit probleem uitweiden, doch slechts volstaan met de constatering dat een volksvertegenwoordiger die serieus problemen wil bestuderen dat ergens anders moet doen dan in het Kamergebouw, omdat het daar nu een maal ontbreekt aan genoeg ruimte om de kamerleden in de gelegenheid te stellen rustig te werken en hun dos siers te laten liggen. Laten we aan het slot van dit artikel terugkomen op de herdenking van het 500-jarig bestaan van de Staten-Gene raal op donderdag 9 januari a.s. En wij moeten dan nog even in herinnering roepen dat de eerste vergadering van de Staten-GGeneraal der Nederlanden in Brugge is gehouden en dat daar ge deputeerden uit alle toenmalige Neder landse beter gezegd Bourgondische gewesten aanwezig waren. Rogier had dan ook voorgesteld op 9 januari 1964 de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse parlementsleden in het stadhuis van Brugge te doen bijeen komen. Persoonlijk zouden wij een der gelijk initiatief juist om de verbon denheid van de Lage landen bij de zee te demonstreren zeer hebben toege juicht. Thans zal de herdenking van het 500-jarig bestaan vooral een Hol lands feest worden, zoals tot uitdruk king komt in een stuk van negen pagina's druks waarin de parlements leden is voorgeschreven wat zij van mi nuut tot minuut - van 12 uur 's middags tot 9 ur 's avonds - wel en niet mogen doen. Bourgondische spontaniteit ont breekt helaas. Gelukkig koestert de Interparlemen taire Beneluxraad het parlemen taire orgaan van de Benelux blijkbaar de gedachte om in de maand mei in Brussel op zijn beurt het vijfhonderdjarig bestaan van de Staten-Generaal te herdenken. Men kan het aan onze zuiderburen over laten een feest te organiseren dat wellicht minder plechtstatig, doch waarschijnlijk kleurrijker, de eerste bijeenkomst van de Staten-Generaal in 1464 te Brugge in de herinnering zal terugroepen! En toch willen wij niet nalaten de voorziters van Eerste en Tweede Kamer, mr. Jonkman en mr. van Thiel, van harte geluk te wensen met de vijfhonderdjarige. Drs. Th. E. Westerterp van elk gewest werden gevormd door afgevaardigden van de drie standen: adel, geestelijkheid en de steden. Een vergadering van de Staten-Generaal betekende dat wer den bijeengeroepen afgevaardigden van de Staten der Gewesten om voornamelijk te beslissen over be den verzoeken om belastingen die door de landsheer werden voor gelegd. Er was echter geen sprake van dat de leden van de Staten- Generaal in persoonlijke vrijheid een beslissing namen. Zij werden uit drukkelijk door de Staten van hun gewest voorzien van een bindend mandaat. Werden nieuwe voorstellen ter tafel gebracht, waarover de gedeputeerden geen instructie bezaten, dan moesten zij ruggespraak houden met de Staten die hen hadden afgevaardigd. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke om slachtige procedure niet kon bijdragen tot een krachtdadig bewind. Toch heeft deze toestand voortbestaan zolang Ne derland een republiek is gebleven, d.w.z. tot 1795. Na het herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid in 1813, heeft een geheel ander stelsel zijn intrede ge daan. In plaats van vertegenwoordigers van hun provincies zouden de leden van de Staten-Generaal voortaan het gehele Nederlandse volk vertegenwoor digen. De grondwet van 1814 verbood Opening der Staten-Generaal in onze tijd: dé vorstin is bij het voor lezen der Troonrede geflankeerd door de prins en de drie oudste prinsessen. Het prachtige stadhuis te Brugge waar vijf eeuwen geleden de Sta ten-Generaal voor het eerst bijeen kwamen. dan ook uitdrukkelijk het stemmen op basis van last of ruggespraak. In be ginsel werd de „moderne" volksverte genwoordiger dus de vertrouwensman van de kiezers. Hij dient gedurende de periode waarvoor hij gekozen wordt geheel vrijelijk te bepalen wat in 's lands belang wenselijk en nodig is. Uiteraard kon de grondwetgever van 1814 niet bevroeden welke belangrijke plaats de politieke partijen in de par lementaire democratie zouden gaan in nemen. Deze partijen toch zijn niet alleen meer kiesverenigingen in de klassieke zin, d.w.z. dat zij trachten zo veel mogelijk kandidaten van hun rich ting in de Kamer gekozen te krijgen, zij dragen ook tijdens de hele parle mentaire rit bij tot de politieke me-; ningsvorming van de kiezers. Het grote probleem waarvoor de parlementaire democratie in Neder land doch in het algemeen in geheel West-Europa zich ziet gesteld is hoe er nu de problemen die in de Kamer behandeld worden steeds inge wikkelder worden voldoende con tact kan blijven tussen kiezer, poli tieke partij en afgevaardigde, zonder dat deze laatste nu aan de leiband van zijn politieke partij zou moeten gaan lopen. Bij de herdenking van het vijf honderdjarig bestaan van de Staten- Generaal lijkt ons dan ook een bezin ning wenselijk over de plaats van de volksvertegenwoordiging in onze tijd. Het voorbeeld van Frankrijk, waar in 1958 een parlementaire domocratie ten onder ging om tijdelijk? plaatste maken voor een soort „verlichte mo narchie" moet een teken aan de wand zijn. Uiteraard is het gelukkig zo dat de Nederlandse volksvertegenwoordi gers nimmer hebben meegedaan aan het gevaarlijk Franse spelletje dat erop neerkwam ongeveer elk half jaar de regering te laten vallen om zoveel mogelijk afgevaardigden in staat te stellen ook eens enkele maan den minister te worden. Maar leven de Staten-Generaal anderzijds zo in het rechtsbewustzijn van het Nederlandse volk, dat bij een overigens ondenk bare aanslag op het bestaan van onze volksvertegenwoordiging het kie zersvolk werkelijk te hoop zou lopen om zijn afgevaardigden te hulp te ko men? Wij zullen het maar bij de vraag laten. Wel menen wij dat men zich bij de herdenking van 500 jaar Staten- Generaal ook eens moet bezinnen op de vraag of het huidige kiesstelsel nu wel werkelijk die resultaten oplevert die men er bij de invoering in 1918 van verwachtte. Wij mogen eraan herinneren dat van 1814 tot 1918 Nederland het zg. distric tenstelsel kende. Krachtens dat stelsel werd in elk district één afgevaardigde gekozen, die daardoor een zeer nauwe band onderhield met zijn kiezers. In 1918 heeft men gemeend het stelsel, van evenredige vertegenwoordiging te moeten invoeren, omdat bij het di^tric-1 tenstelsel al die stemmen verloren zou-l den gaan die waren uitgebracht op de kandidaat die niet de vereiste meer derheid behaalde. Men ging uit van de stelling dat elke stem evenveel waarde moet hebben bij de samenstelling van de Tweede Kamer. Men heeft hiertoe een systeem bedacht dat inderdaad ma thematisch evenredig is, maar dat o.m. tot gevolg heeft dat vele kleine par tijen die niet altijd blijvers hoeven te zijn in de Kamer hun intrede doen en dat bovendien dit bezwaar lijkt ons ernstiger de kiezers weliswaar De Kongolese premier Cyrille Adoula heeft onthuld dat de Sovjet-Unie een diplomatieke missie heeft gezonden naar zijn land ter vervanging van het ambas sadepersoneel dat in november j.l. uit Kongo werd gewezen. „Wij hopen dat deze missie de diplo matieke gebruiken zal respecteren", zei de premier in een nieuwjaarsboodschap. Hij liet zich echter afkeurend uit over Ruslands „volkomen negatieve houding" tegenover Kongo en herinnerde eraan dat de leden van de Russische ambas sade uit het land waren verjaagd nadat een „Russisch komplot" tegen de cen trale regering was ontdekt. Hij sprak waarderend over de vrucht bare betrekkingen met de Verenigde Staten, die volgens hem, op wederzijds respect waren gebaseerd. „Amerika kan altijd op de vriendschap van het Kon golese volk en op die van mijn rege ring rekenen", aldus Adoula, „zolang dat wederzijds respect blijft bestaan". Adoula kondigde aan dat Kongo zijn politiek van niet-gebondenheid dit nieuwe jaar zou voortzetten en dat over eenkomsten inzake samenwerking en handel met communistische landen als Polen, Bulgarije en Tsjecho-Slowakije zouden worden gesloten. Behalve de Sovjet-Unie oefende Adoula ook kritiek uit op het voormalige moederland België. Hij gaf België de schuld voor de vertraging in het op lossen van financiële kwesties tussen Kongo en België. De „negatieve hou ding" van België werd, aldus Adoula, „ingegeven door de wens onze expansie te vertragen en wat nog ernstiger is om onze vrijheid van keus te beperkên". Hij had echter ook woorden van lof over voor de Belgische technische bij stand en de ongeveer 2000 Belgische des kundigen, die thans in Kongo werken. Sommige van deze deskundigen waren. volgens de premier, echter betrokken bij „ondermijnende" activiteiten, vooral in Katanga. Een reusachtige ontploffing, veroor zaakt door een kerosine-brander heeft aan acht mensen in de arbeiderswijk van Lima (Peru) het leven gekost. De ontploffing vond plaats op de reus achtige markt van de wijk Tacora. Meer dan 200 kraampjes werden verwoest. Volgens de eei'ste schatting beloopt de schade ongeveer 500.000 dollar. De po litie zag zich voor een dubbele taak gesteld omdat zij enerzijds plunderaars moest bestrijden, anderzijds de weg vrij diende te houden voor de vijf brand weerkorpsen. Boeren uit <le omstreken van Senlis „R£°?r„den.. van i'arijs, hebben op sym pathieke wqze uiting gegeven aan hun «tevredenheid over de landbouwpoli tiek van de regering in Parijs. Automobilisten, die door de streek reaen, kregen van de boeren pakketten niet suiker, boter en kaas, gewikkeld m pamfletten waarop alle grieven wa- ren opgesomd. De politie was een en al beminnelijkheid en regelde het ver- Pm °Ps^°PPinSen te voorkomen. Op de pamfletten stond dat de suiker prijzen in Frankrijk te laag waren en dat zelfs tafelwater duurder was dan melk. (Van onze financiële medewerker) Het maken van voorspellingen is een gevaarlijke zaak. Dit is waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen, waarom omstreeks de jaarwisseling aan terug blikken de meeste tijd wordt besteed, terwijl het kijken in de toekomst er maar karig af komt. Op economisch en beursgebied ligt de zaak niet veel anders. Menige voorspelling is falikant verkeerd geweest. Desondanks is het mogelijk iets van de gang van zaken in het nieuwe jaar te zeggen, doordat de gebeurtenissen hun schaduw vooruit werpen. De ontwikkeling van de Europese Economische Ge meenschap (EEG) zal dichter naar het uiteindelijk doel leiden. Enkele weken geleden was het nog onzeker of de EEG na 1963 nog wei zou bestaan. President De Gaulle had gedreigd zijn vertrouwen in de verwezenlij king te zullen opzeggen als voor het eiud van het jaar over een aantal brandende probelmen geen beslissingen waren genomen. De betreffende ministers vsfn de zes aangesloten landen hebben toen dagen achtereen vergaderd en de krachttoer verricht 1 overeenstem ming te bereiken zonder zelfs de klok achter te hoeven te zetten. Hieruit bleek zoals minister Luns het noemde „de vérgaande wil om tot een compromis te komen". De ministers toonden daarmee vastberaden dat zij het voortbe- staan van de EEG wensten, iets wat door politieke spelletjes de laatste tijd wel erg ver doezeld was. De impasse die was ontstaan is doorbro ken, zodat een positieve ontwikkeling in de komende tijd is te verwachten. Een van de eerste dingen, die nu op het programma van de EEG staan is het hervatten van handelsoverleg tussen Israël en de Euromarkt. Over enkele maanden zullen de EEG-partners met de Verenigde Staten gaan overleggen over wederzijdse verlaging van de tarieven. Door het compromis dat kort voor de jaarwisseling werd bereikt staat in grote lijnen vast, welke handels politieke lijn tegenover derde landen en dus tegenover de Verenigde Staten zal worden getrokken. Dit betekent, dat de kansen op een voor de EEG-landen gunstig uitslag van het overleg groter zijn geworden. Binnen de EEG zaj meer eenheid tot stand komen. In februari zal worden beslist over mogelijk grotere bevoegdheden van het Europese pralement. Dit betekent, dat enkele beslissingen die eerst aan de afzonderlijke landen werden overgelaten nu door een centraal orgaan voor alle zullen worden genomen. Hierdoor wordt de eenheid bevorderd, omdatde betreffende beslissingen in de zes landen dan niet meer per land kunnen ver schillen. Bij de besprekingen hierover zal ook over een ander aspect van de Europese eenheid worden gespro ken. Het ligt in de bedoeling uiteindelijk de EEG, de EGKS en de Euratom, die tot nu toe zelfstandig (en dus min of meer langs elkaar heen) werken, samen te voegen. Het jaar 1964 zal voor Nederland op economisch ge bied geen verdere aanpassing aan de andere EEG-lan den betekenen. Nederland is een goedkoopte-eiland in Europa. De prijzen zijn er laag en de lonen liggen ook een stuk onder die van de meeste andere landen Naar verwachting zullen de lonen in 1964 met 12 procent stij- gen en de prijzen met minstens 5 procent. Het verschil met de EEG-partners wordt daardoor minder. Hoewel het mogelijk is dat de lonen en prijzen in de andere EEG-landen ook stijgen, is het onwaarschijnlijk, dat zij net zoveel of meer stijgen dan de Nederlandse. Prijsstijging betekent in feite inflatie. Inflatie is een toverwoord voor beleggers. Een graag verkondigde stel- lingis dat bij inflatie de aandeelkoersen stijgen. Dat nu zal in 1964 per saldo waarschijnlijk niet zo zijn, doordat de inflatie allereerst de kosten van de fabri kanten verhoogt en daarmee de winsten verkleint. Om dat de situatie thans ongeveer hetzelfde beeld vertoont als ten tijde van de bestedingsbeperking, mag het koers verloop zelfs met dat in 1957 en 1958 worden vergeleken en dan wijst de waarschijnlijkheid op koersdaling. Om dat ook de emissiebedrijvigheid in 1964 ongetwijfeld groter zal zijn dan in 1963 en de rentestand nog steeds een stijgende tendens vertoont, wordt deze koersdaling waarschijnlijker. Nog een derde factor zij het on zekere maakt dit waarschijnlijk. Het koersverloop in Nederland is onder andere afhanke lijk van de koersontwikkeling van Amerikaanse fondsen. Deze staan bijna op een historisch hoog peil, zonder dat de economische toestand (met name de monetatie) dit recht vaardigt. Een koersdaling in Ame rika is daarom waarschijnlijker dan een stijging met soortgelijke gevolgen voor Nederlandse fondsen. Omdat een algemene koersdaling niet betekent een algemene daling van alle koersen, zijn er voor de belegger altijd uitwijkmogelijkhe den. De enorme aardgasvondsten werken in velerlei opzich gunstig voor het Nederlandse bedrijfsleven. Hoewel de vruchten daarvan slechts zeer ten dele in 1964 zullen worden geplukt, zit hier voor sommige fond sen nog zo'n groei in, dat de koersen daarvan laag ge noemd kunnen worden. Wanneer de beurs zich dat meer gaat realiseren, zullen de koersen daarvan in 1964 zeker stijgen. Een sector die langzamerhand aan een opleving toe is, is die van de scheepvaart. De behoefte van Rusland aan graanleveranties en het toenemende wereldgoede- renvervogr zullen op den duur niet kunnen nalaten een gunstige invloed op de scheepvaartbedrijven uit te oefenen. Een andere sector die van de ontwikkeling pro fiteert is de woningbouw. Hoewel de bouwwereld met grote moeilijkheden heeft te kampen, zijn er ter beurze enkele bouwbedrijven genoteerd die met kop en schouder boven de rest uitsteken Van de loonstijging zullen voorts de producenten van duurzame consumptiegoederen pro fiteren. Ook hier zijn dus nog wel beleggingsmogelijk heden. Een soortgelijk betoog geldt voor de recreatie sector, waar meer beursfondsen bij betrokken zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Omdat onroerendgoedmaat- schappijen weinig arbeidsintensief zijn en de huren in 1964 zullen stijgen, zullen de winsten van deze maat schappijen stijgen, maar de belegger moet selectief zqn in het bepalen van zijn keus, omdat enkele veel te hoog zijn genoteerd. Al met al kan worden „voorspeld", dat 1964 een jaar zal zijn van voortgaande Europese eenheid, inflatie in Nederland en daling van het algemene koersgemiddelde, terwijl enkele sectoren van de beurs een koersstijging te zien zullen geven.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1964 | | pagina 11