Kroonprins Willem bekommerde zich in
Londen niet om zijn prinses-verloofde
al sag hij er overgelukkig uit
BOEKENPLANK
Standaardwerk
over de Kerk
Vlaanderen
in
DE ST.-ELISABETHSVLOED IN 1421
YAt
ENGELAND EN DE NEDERLANDEN IN 1814 BIJNA VERENIGD
A.D.M. v
vervol
rietmaker
Prinney
Temperamentvol
Zelfverzekerd
Naar
wens
Kalverliefde
Struikelblokken
Charlotte hield
niet van een
Jonge kikker
.De Russin
Onderscheidingen
Maalstroom
Oorzaken
allaae van
verra
de
derlijbe
het
vuater
Ontstaan Biesbosch
Balans
Uitgezuiverde Kerk
Het concilie
Hogere te
Mr S.P.M.I
lioofdreda<
„Het Cent
Ettelijke kilometers
Betaal per km
j ZONNIG W
103e JAARGANG
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 16 SEPTEMBER 1963
(Van een medewerker)
Napoleons heerschappij in Europa was na
de volkerenslag bij Leipzig definitief gebro
ken. Na dat Mapenfeit klonk alom in de
bezette gebieden de roep: Fransen, keert
terug naar uw land! Ook in Nederland. De
zoon van stadhouder Willem V hield zijn
blijde inkomst in ons land en nam als „Soe
vereine Vorst" de leiding der staatszaken op
zich. Kort nadien werd bij koning van de
(saamgevoegde) noordelijke en zuidelijke
Nederlanden.
Natuurlijk bad de Soevereine Vorst de han
den vol met regeringszaken. Toch moest hij
ook aandacht schenken aan de belangen zijner
dynastie. Immers, kroonprins Willem had
de huwbare leeftijd bereikt, maar was nog
niet verloofd of getrouwd. Daarom zocht de
Soevereine Vorst naar een gemalin voor zijn
zoon. De kroonprins beloofde, zijn vaders
wens te zullen volgen en te trouwen. Ja,
maar met wie?
Misschien verscheen voor het geestesoog van de Soevereine Vorst
het beeld van ae koning-stadhouder Willem III, die immers door zijn
huwelijk met een Engelse prinses koning van Engeland was geworden.
Hoe dit zij, hij richtte de blik op Londen. Daar woonde immers een
prinses, die waarschijnlijk later de Engelse troon zou bestijgen, en
die de Soevereine Vorst wegens haar persoonlijke eigenschappen gaar
ne zijn schoondochter zou willen noemen. Daarom gaf Willem I de
Nederlandse gezant in Londen opdracht om de vader van de prinses,
de Engelse Prins-Regent, te polsen over het door de Nederlandse vorst
ontworpen Engels-Nederlandse huwelijksplan. Baron Fagel zo heette,
die gezant, voerde de opdracht uit.
wie zij haar hart schonk, was een jong
Hoe was kort na Napoleons val de
situatie aan het Engelse hof? De koning
(George III) was geestelijk gestoord.
Daarom oefende zyn zoon, de latere ko
ning George IV, krachtens de Wet op
het Regentschap de hoogste macht uit.
De Prins-Regent - Prinney noemden zijn
tijdgenoten hem wat oneerbiedig - was
een pretmaker en een Lebcmann van je
welste.
Een ideale echtgenoot was hü niet.
Hij was namelijk beslist niet gesteld op
zijn gemalin Caroline, een Brunswjjkse
hertogin. Enige schandaaltjes, waarvan
Prinney en Caroline het middelpunt wa
ren, hadden afbreuk gedaan aan de po
pulariteit van het vorstenhuis. Prinney
behandelde zijn gemalin niet veel beter
dan als een ongewenste vreemdelinge.
Sommige vooraanstaande Engelsen be
schouwden haar eveneens als 'n indring
ster.
Reeds kort na de geboorte van hun
eerste en enige kind prinses Charlotte
(het meisje op wie het oog van de Soe
vereine Vorst was gevallen als gemalin
voor de Nederlandse kroonprins) liet
Priney zijn vrouw in de steek. Hij meed
echter het gezelschap van andere vrou
wen niet. Caroline nam het met haar
gedragingen al evenmin nauw.
In 1806 gelastte Prinney zelfs een of
ficieel onderzoek naar haar levenswan
del. Het resultaat van dat onderzoek was,
dat koning George III zijn schoondoch
ter ernstig berispte. Sommige politici be
trokken het vorstelijk huwelijksconflict
in hun spel en probeerden door nu eens
met Caroline tegen Prinney en dan weer
met Prinney tegen Caroline samen te
spannen, munt te slaan uit de moeilijk
heden en strijd aan het hof. Ook prin
ses Charlotte, de vermoedelijke troonop
volgster, werd .gespeeld'. Een politicus
van formaat als Lord Brougham be
schouwde haar zelfs als een van zijn
sterkste kaarten.
Een geestelijk gestoorde grootvader,
een uithuizige en feestvierende vader,
een ontevreden en verstoten moeder, in
trigerende politici... dat waren zo de
mensen te midden van wie Charlotte
opgroeide.
Huiselijk geluk kende zij niet. En hoe
was prinses Charlotte zelf? Zij was tem
peramentvol en bovendien zeer gezien
bjj het Engelse volk. Vooral dit laatste
vond haar vader erg onaangenaam. Hij
nam het zijn dochter voorts kwalijk,
dat zij zo aan haar moeder hing.
Ook bleef Prinney hopen op een echt
scheiding. Immers, dan zon hjj kunnen
hertrouwen en misschien vader worden
van een kroonprins. Daarom zou Prinney
het wei prettig vinden, als Charlotte
met een buitenlandse vorstenzoon zou
trouwen, want dan zou Caroline vermoe
delijk met haar dochter naar het bui
tenland gaan en kon de echtscheiding
worden bewerkstelligd.
Prinney was overtuigd, dat zijn doch
ter geen moeilijkheden zou veroorzaken,
als hij voor haar een gemaal zocht.
Eens hoorde Dorothea von Lieven, de
vrouw van de Russische ambassadeur in
Londen, een gesprek tussen Prinney en
grootvorstin Catharina van Ruslani.
Daaruit bleek, hoe zelfverzekerd Prinney
op dat punt was.
Waaromhoogheid", vroeg de
Russische prinses aan haar Engelse
neef, „is het toch nodig, dat u uw
dochter achter slot en grendel
houdt?"
„Mijn dochter, nicht", antwoordde
Prinney, „is te jong om in de wereld
te verkeren".
„Zo neef", zei Catharina glim
lachend, „maar u vindt haar toch
blijkbaar niet te jong om een gemaal
voor haar te zoeken!"
„Weet wel, nicht", luidde Prin-
ney's wederwoord, „dat mijn dochter
Nu doet wat IK wil en dat zij, als
zij getrouwd is, zal doen wat haar
man wil".
Catharina keek Prinney eens la
chend aan en zei toen met een dui
delijke toespeling op de betrekkin
gen tussen Prinney en Caroline:
„Natuurlijk, hoogheid, man en
vrouw zijn immers stééds van enen
wille!"
Prinney bleef hierop het antwoord
schuldig en verviel in een boosaardig
zwijgen.
officier van zeer goeden huize. De twee
de was haar oom de hertog van Glou
cester, die in de wandeling Silly Billy
Gloucester" werd genoemd en een be
kende figuur was in Londens uitgaande
wereld. Na Gloucester viel de hertog
van Devonshire de eer te beurt, Char
lottes hart te veroveren. Men bedenke,
dat Charlotte leefde in de tijd van
Beau Brummel en andere uitgaande
dandy's, in een tijd, dat een deel van
de Engelse aristocratie zeer vlot door
het leven ging.
Toen baron Fagel de Prins-Regent in
kennis stelde van de huwelijksplannen
van de Soevereine Vorst der Nederlan
den. gaf Prinney al dadelijk blijk van
instemming en beloofde hij, het plan
van een huwelijk van zijn dochter met
de Nederlandse kroonprins te steunen.
Onmiddellijk begon Prinney maatrege
len te treffen. Hij nodigde de jonge Wil
lem van Oranje uit om in Londen te
komen.
Wel verzuimde hij, zijn aanstaande
schoonzoon een passende woning ter be
schikking te stellen, maar hij gaf toch
te zijner ere een diner, waarbij ook
Charlotte aanzat.
De prinses was weinig opgetogen
over haar aanstaande gemaal, die
niet beantwoordde aan haar Beau-
Brummel-ideaal. Bovendien wist zij.
dat de Whigpartij afwijzend stond
tegenover het huwelijksplan. Voorts
was haar ter ore gekomen, dat een
deel der Londense society de Prins
van Oranje de stijlloze bijnaam „Be
rekende Jonge Kikker" had gegeven.
Bij dit alles kwam, dat de Nederland
se prins zich bij sommige Londense
feesten niet onbetuigd had gelaten,
hetgeen kwaadwillende hovelingen onder
Charlottes aandacht hadden gebracht.
Edoch. Charlotte hoopte, dat haar hu
welijk met de Nederlandse prins haar
de kans zouden bieden om het vaderlijk
huis te verlaten en daarom besloot zij,
prins Willem haar ja-woord te geven.
Toen vernamen begin 1814 Engeland,
Nederland en de rest van Europa, dat
prinses Charlotte, kroonprinses van En
geland, zich verloofd had met prins
Willem van Oranje, kroonprins der Ne
derlanden.
Charlotte was (zoals wij schreven)
een levendig en temperamentvol meis
je. Hoewel haar vader streng jegens
haar was, was zij al op jonge leeftijd
gaan doen aan kalverliefde. De eerste,
Aanvankelijk ging alles naar wens.
Prinney was bijzonder tevreden. Het hu
welijk zou in de lente van 1814 worden
gesloten. Graaf van der Duyn van Maas
dam reisde naar Londen om Baron Fa
gel terzijde te staan bij de onderhande
lingen over het huwelijkscontract. Hij
berichtte de Soevereine Vorst, dat hij
zowel door de Prins-Regent als door de
overige leden der Engelse koninklijke
familie zeer prettig was ontvangen. Prin
ney nodigde Willem I en diens gezin
uit om ter gelegenheid van de huwe
lijksfeesten naar Londen te komen. Van
der Duyn bracht met de bruidegom een
bezoek aan prinses Charlotte en schreef
nadien aan zijn vorst, ,,dat de kroon
prins er na dat bezoek nog gelukkiger
uitzag dan voordien."
Fagel had een vertrouwelijk gesprek
met een der leidende Engelse staatslie
den en vernam, dat Prinney de regeling
der huwelijksgeschenken zeer bevredi
gend vond. Bijgestaan door de hertogin
van Leeds koos Charlotte zelf tal van
cadeaus uit. Het Engelse Hof beschouw
de het ter beschikking gestelde bedrag
als bijzonder royaal, wist Van der Duyn
te berichten.
In het begin liep alles dus van
'n leien dakje. Doch zodra de vorste
lijke verloving publiek was gemaakt,
kwamen internationaal-politieke figu
ren en Engelse politici in het ge
weer met de bedoeling om roet in 't
eten te strooien. Reeds in maart
1814 zag Van der Duyn zich genood
zaakt, naar Nederland te schrijven
dat het huwelijk waarschijnlijk enigs
zins vertraagd zou worden. We we
ten het, van uitstel komt soms af
stel.
Bovendien stond Van der Duyn voor
de onaangename taak om zijn vorst te
schrijven, dat Prinney er niet aan dacht
om zijn gasten uit het Huis van Oran
je in Londen een passend kwartier te
bereiden. Bepaald hoffelijk en voorko
mend was dit niet van de Engelse Prins-
Regent. Van der Duyn poogde wel om
die onbeleefdheid wat goed te praten,
doch het laat zich bedenken, dat Wil
lem I weinig gesticht was over Prinney's
gebrek aan goede manieren.
Kort na dit incident achtte Van der
Duyn het nodig om naar Den Haag te
reizen, teneinde in een persoonlijk ge
sprek'de Soevereine Vorst in te lichten
over enige in Londen gerezen moeilijk
heden. De erfopvolging was een doornig
probleem gebleken. Een tweede struikel
blok was het toekomstige verblijf der
kroonprinselijke echtgenoten. Dit vorm
de een der moeilijkste punten bij de
onderhandelingen over het huwelijkscon
tract.
Willem I wenste, dat het jonge paar
zijn vaste verblijfplaats in Nederland
zou kiezen. Sommige Engelse staatslie
den hadden daartegen ernstige bezwaren.
Van der Duyn poogde om de Soevereine
Vorst tot toegeeflijkheid te bewegen,
maar Willem I was een vasthoudend man
en hield het been stijf. Van der Duyn
en een paar zijner Engelse vrienden -
de Hertog van Sussex bijvoorbeeld -
stelden voor om in het huwelijkscontract
helemaal niet te reppen van de verblijf-
55
55
plaats van het jonge paar, doch Willem
I wees dit af.
Intussen was prinses Charlotte van
vele zijden bewerkt. En terwijl Van
der Duyn nog bezig was om te
trachten Willem I te overreden, deel
de de vorstelijke bruid aan de Prins
van Oranje en haar vader Prinney
mee, dat zij onder geen beding En
geland wenste te verlaten.
Lord Brougham, die in het Engelse
binnenlands-politieke spel zijn kaarten
op Charlotte had gezet en die grote in
vloed had op prinses Caroline, stelde
veel in het werk om Charlotte op te
zetten tegen haar aanstaande man en
haar het huwelijk met de Prins van
Oranje uit het hoofd te praten. Hij han
teerde daarbij de koppigheid van Char
lottes vader en van haar aanstaande
schoonvader. De Engelse oppositie stond
achter Brougham. En in de Russische
prinses Catharina vond Brougham een
zeer vaardige bondgenote.
Deze grootvorstin Catharina, weduwe
van de hertog van Oldenburg, arriveer
de in Loneden kort na de bekendmaking
van de verloving van Charlotte en Wil
lem. Zij had een scherp verstand en
veel mensenkennis. Al heel gauw kende
zij alle zwakheden van haar neef Prin
ney, een man, voor wie zij weinig res
pect had.
Zij was tevens spoedig op de hoogte
van de feesten, waaraan de Prins van
Oranje in Londen deelnam. Zij wist, dat
de Russische regering een al te nauw
samengaan van Engeland en Nederlad
ongaarne zou zien. Mede om haar broe
der, de Tsaar aller Russen, een genoegen
te doen, richtte Catharina er haar stre
ven op om het voorgenomen Nederlands-
Engelse vorstenhuwelijk niet te doen
plaatsvinden. Van der Duyn, die weinig
te spreken was over Catharina, noemde
haar „de boosaardige Russin". Het viel
Catharina als vrouw van de wereld en
uitstekend mensenkenster natuurlijk niet
moeilijk om Charlotte te „spelen".
Al deze dingen en invloeden leidden
er toe, dat Charlotte haar aanstaande
man een briefje schreef waarin zij
hem meedeelde, dat zij het engagement
verbrak. Prinney was razend van woe
de. Hij ontbood zijn dochter en sprak
haar toornig toe. Charlotte vluchtte
hierop uit het huis van haar vader.
Willem van Oranje keerde terug naar
Nederland. Aan alle Europese hoven
behoorde dit verbroken engagement en
Engelse hofschandaal geruime tijd tot
de gespreksstof.
Toen Charlotte en Willem nog ver
loofd waren, vertoefde in Londen de jon
ge hertog Leopold van Saksen-Koburg,
die later Belgiës eerste koning zou wor
den. Of Charlotte zich reeds toen sterk
interesseerde voor Leopold, is niet met
zekerheid te zeggen. Wel staat vast, dat
zij in 1816 met hem trouwde.
Om te tonen, dat hij het gedrag van
Charlotte afkeurde, begiftigde Prinney de
Soevereine Vorst met de hoogste Engel
se onderscheiding, te weten de Orde van
de Kouseband. De Prins van Oranje kreeg
eveneens een zeer hoge onderscheiding
en werd bovendien verrast met een hoge
officiersrang in het in België staande
Engelse leger. Dat Willem zich bij Wa
terloo bijzonder heeft onderscheiden, we
ten wij.
Nederlands kroonprins trad later in
het huwelijk met de zuster van zijn te
genspeelster Catharina, te weten met de
Russische prinses Anna Pavlovna. Char
lotte stierf enige jaren na haar huwelijk
met Leopold van Saksen-Koburg zonder
nakomelingschap. Na haar dood traden
Het stoffelijk overschot van prins
Willem V van Oranje, dat in april
'58 werd bijgezet in de Nieuwe
Kerkte Delft. De zoon van deze
prins was hetdie als Soevereine
Vorst" had gehoopt op een huwe
lijk tussen zijn zoon en de Engel
se kroonprinses Charlotte.
Londen in feestverlichting. Dit is
een sprookjesachtige avond in Re-
gentstreet in het centrum van de
Londense city, waar ook in 1814
het uitgaansleven zich voor een
deel afspeelde.
haar ooms. de hertogen van Clarence,
van Kent en van Cambridge, met Duitse
vorstendochters in het huwelijk. Na enige
tijd zag prinses Victoria het levenslicht
en toen was er een troonopvolgster in
Engeland. Prinney had inmiddels na zijns
vaders dood als koning George IV de
Engelse troon bestegen. Niet hij, maar
Victoria drukte haar stempel op de En
gelse geschiedenis der vorige eeuw.
En wat deed Prinney na Charlottes
vlucht uit zijn huis? Eerst had hij ge
schuimbekt van woede en schaamte. Im
mers. toen Charlotte haar verloving met
Willem van Oranje verbrak, bevonden
zich de tsaar van Rusland, alsmede de
koningen van Frankrijk en Pruissen met
groot gevolg in de Engelse hoofdstad.
Lang duurde Prinney's ontsteltenis ech
ter niet. Hij stortte zich opnieuw in de
maalstroom van wereldse geneugten en
vergat het verlovingsincident.
Hoe zou de Westeuropese geschiede-
sterft het christelijk eeloof in de een of de ander is. De gezamenlijk
conclusie luidt:
Vlaanderen, sterft het óók in het
Nederlands sprekende deel van
België? Het is de uiting van een
bezorgde klacht die wij reeds en
kele jaren geleden vernamen uit
de mond van een Vlaamse klooster
ling, een der geleerdste en ver-
maardste retraite-predikers uit ons
taalgebied. Gelukkig vertolkt die
vrees een overdreven indruk, die
thans niet overeenkomt met het
geen de jongste publikaties over
het onderwerp aan 't licht brengen.
Zeer leerzaam hieromtrent is het lij
vige boekdeel „de Kerk in Vlaanderen"
(700 blz.) dat door Lannoo (Tielt - Den
Haag) is uitgegeven en onder leiding
van de sociologen J. Kerkhofs s.j. en
J. van Houtte werd samengebracht door
een veertigtal katholieke leken en gees
telijken, met onder hen namen die ook
in Nederland de klank hebben van een
gouden reputatie. Opvallend is daarbij
een toon van onbevangen vrijmoedig
heid, die kentekenend mag heten voor
een zich vernieuwende mentaliteit in
het traditioneel kerkelijk-katholieke
Vlaamse land.
Gaten wij een paar voorbeelden geven,
die voor zichzelf spreken. In de „slot
beschouwingen" van blz. 649 tot 666, zijn
kanunnik prof. dr. A. Dondeyne uit Leu
ven en dr. jur. M. Vandekerckhove uit
Kortrijk aan het woord. Het is een ge
meenschappelijke samenvatting, welke
ternauwernood laat schiften wat van
nis verlopenzijn, als in 1814 de En
gelse kroonprinses en de Nederlandse
kroonprins met elkaar getrouwd waren?
Niemand kan deze interessante vraag be
antwoorden, maar wel kan worden ge
zegd, dat sommige dingen dan niet zou
den hebben plaatsgegrepen en dat de
noordelijke en zuidelijke Nederlanden
met elkaar en met Luxemburg waar
schijnlijk verenigd zouden zijn gebleven.
Intussen, gedane zaken nemen geen
keer. Het lot en de geschiedenis heb
ben anders beschikt dan de Soevereine
Vorst der Nederlanden en de Engelse
Prins-Regent het gaarne hadden gezien.
DE 18e november 1421 was een dies irae voor het
noorden en noordwesten van Brabant- Op die
dag braken bij een gigantische storm, zoals er
sinds mensenheugenis geen meer gewoed had, de
dijken van Maas en Merwede door en de gehele
Zuidhollandse Waard werd herschapen in een water
vlakte.
Op de tijdgenoten, vooral op hen. die niet al te ver
van deze streek verwijderd woonden, maakte deze
ramp een ontzettende indruk. Vanaf die tijd werden
Holland en Brabant door een brede zeearm van
elkaar gescheiden, waaraan de immense watermas
sa, die we 't Hollandsch Diep noemen, en die des
tijds nog veel breder was, ons bij elke reis naar
Dordt of Rotterdam herinnert.
Tot 1869 stond op een gedenksteen in de destijds af
gebroken Spuipoort in Dordt het feit van deze cata
strofe vermeld. Thans vindt men de inscriptie terug
in de gevel van een woning aan de Spuibrug.
,,'t Landt en water dat men hier siet
Ware 72 prochie na chronickx bediet,
geïnundeert deur 't water crachtich
in 't jaer 1421 waerachtich"
Contemporaine mededelingen en bescheiden omtrent
deze geweldige overstroming bestaan er betrekke
lijk weinig. Dat mag wel geweten worden aan de
onrustige oorlogstijden. Jacoba van Beieren, de be
kende Hollandse gravin, was in een furieuse strijd
gewikkeld met haar oom Jan van Beieren en later
met haar man Jan IV van Brabant en haar neef
Philips van Bougondië.
Over de oorzaken van de doorbraak zijn vele menin
gen geopperd. De dijken en waterkeringen werden
vaak verwaarloosd. Maar een ernstig gevaar moet
ook gelegen hebben in de vele uitgevoerde putten of
zgn. holen, die vlak nabij de dijken lagen. Door het
turf- of darinckdelven waren die kuilen ontstaan en
ze verzwakten de vaste ondergrond der dijken.
DE Merwede was al eeuwenlang een gevaarlijke
rivier geweest met vaak hoge waterstand; al
in 1374, in 1376 en 1393 had ze bij Werkendam
haar dijken doorbroken. Dan kan er misschien
nog een oorzaak genoemd worden, die onder het
volk destijds veel besproken werd. Er zou een nijdige
boer geweest zijn, die uit haat jegens zijn buurman
een greppel in de dijk had gegraven om het land
van hem onder water te laten lopen. Het toestromen
de water zou later met geweld de hele dijk hebben
doorbroken. Zonder 't verlies van mensenlevens in
acht te nemen, was de materiële schade al catastro
faal. De gehele Zuidhollandse Waard liep onder: een
landstreek van 50.000 morgen of 42.500 ha bouw
en weiland, die al sinds 1200 bedijkt was.
De grenzen waren ongeveer als volgt: ten noorden
de Merwede van Dordt tot Woudrichem, ten oosten
de Maas van Woudrichem tot Heusden. ten zuiden
de Binnenmaas van Heusden tot Dubbelmonde en
ten westen de Dubbel van Dubbelmonde tot Dordt.
In die Dordtse Waard lagen de stad Dordrecht, de
kloosters Heisterbach en Eemstein, enkele kastelen
bv. Merwede en Crayestein en vele dorpen. Volgens
de historici zou er een noordwester storm gewoed
hebben omstreeks middernacht, bij hoog tij, zonder
springvloed: het was zes dagen vóór nieuwe maan.
De uitwerking van dit noodweer was ontzettenod.
Duizenden mensen werden door de dood verrast.
Sommigen, die geluk hadden, wisten nog Dordt of
Geertruidenberg te bereiken-
Diepe verslagenheid heerste in de hele omliggende
streek, tal van slachtoffers waren op de particuliere
liefdadigheid aangewezen. Tot ver in de Langstraat
en tot aan de poorten van Zevenbergen golfde het
water als een woeste zee. Ongeveer 72 dorpen en
gehuchten werden overstroomd, waarvan er later
34 weer droog zouden zijn gevallen. Dordrecht werd
voor enkele eeuwen van de Brabantse wal geschei
den.
DE Biesbosch met zijn killen en kreken scheen
een natuurlijke afscheiding te gaan vormen
tussen Holland en Brabant Ten noorden van
Geertruidenberg kwam het oord voor vissers en kooi
kers, het zg. Bergse Veld. Pas 1600 hebben de
Staten van Holland als vaarweg de Dordtse Kil laten
graven.
Sagen en overleveringen hebben deze natuurramp in
hun sfeer betrokken. In de middeleeuwen toen de
godsdienstige gevoelens zulk een belangrijk element
vormden in de gehele levens- en wereldbeschouwing,
is het begrijpelijk, dat men soms van hemelse straf
fen sprak, waar onze materialistische tijd er niet
van horen wil. De geschiedschrijver Spaen verhaalt:
„Daar wordt gezegd, dat de huysluyden in deze
waerd so welig en dartel waren, dat haer niets te
kostelyk was; 't was al goud en silver wat er blonck;
ja, ze reden met gouden en zilveren sporen, hier
komt het spreekwoord vandaen, dat men den Bies
bosch uitsteekt".
Een andere kroniekschrijver, Vossius, beweert „dat
er honderdduysent door de overwateringhe verdron
ken sijn. Merwede, een heerlyk geslachte by den
Hollander, leed boven de andeien de meeste ramp,
waarvan andere edelen meede niet vrij sijn geweest,
die er namaals brood, huys by huys te bedelen ge
noodzaeckt werden". Met ere werd later de burge
meester van Dordt, Heyman van Blijenburg ge
noemd, die tal van medemensen ondersteunde.
De meest bekende sage is die van de kat, die als
stuurman op een kinderwieg fungeerde. In oude,
thans vergeten schoolleesboekjes stond vaak het
schilderachtige berijmde verhaal van Ant. L. de Rop.
„De morgen gloort, en de ochtendzon
beschijnt één grote plas
Waar gisteren nog een rijke beemd,
een schone landstreek was".
Een wieg zou des morgens zijn komen aandrijven,
nabij Dordt, waarin een rustig slapend kind, terwijl
een kat boven op het broze vaartuigje telkens naar
links of rechts liep, als het te zeer overhelde. Bij
de zgn. Kinderdijk kan bij deze noordwester storm
het wiegje niet aan land gedreven zijn, al wil de
sage het nu eenmaal graag. Van Spaen schreef al,
dat het wiegekind nabij de Vuilpoort in Dordt aan
landde.
Door medelijdende mensen werd het meisje opgeno
men en verzorgd. Men noemde haar Beatrix, d.i. de
gelukbrengende- Zij zou later gehuwd zijn met een
zekere Jacob Roerom en de stammoeder zijn gewor
den van een deftig Dordts geslacht, dat thans is
uitgestorven. Ze zou van vrij voorname afkomst zijn
geweest, ze had een gouden kruis om de hals, waarop
een wapen was gegraveerd. Bij een predikant in
Biervliet moet jaren later dit snoer van bloedkoralen
met het kruis, dat van de vondelinge afkomstig was,
nog bewaard zijn gebleven. Nu schijnt het spoorloos
verdwenen te zijn
De heugenis aan de St.-Elisabethsvloed leeft nog al
leen bij historiekenners en sagenvorsers.
Een nieuw, modern cultuurgebied heeft de Neder
landse energie geschapen op de plaats waar eens de
Biesbosch met zijn rietbegroeide gorzen en ontoegan
kelijke killen en kreken een dorado vormde voor de
eenzame hengelaar.
HUB. K,
,,Wij zeiden: crisis met de slechte
kanten:
toenemen van vrijzinnige intellectu
elen, die dikwijls een verouderd ressen
timent uitleven tegen de symbiose van
religieuze traditie en volksleven;
uiteenvallen van tradities waardoor
de zwakken afvallen of rand-christenen
worden;
het conflict tussen de gelovigen, die,
de ene meer de macht beklemtonen, de
andere meer de liefde; de ene wil het
gebouwde huis bewaren en versterken,
de andere wil het afbreken en vervan
gen en intussen het risico van de dakloos
heid ondergaan.
Crisis met de goede kanten:
wij zijn deemoediger geworden on
derling en tegenover andersdenkenden:
wij zien de tijdelijke Kerk meer als de
grote, veilige voorhoede dan als een af
gegrendelde vesting of een gesloten groep
met vrienden binnen in en vijanden bui
tenaf;
wij luisteren meer naar Gods woord
en zoeken meer zijn bedoeling;
wij trekken ons meer op de gave
kernen terug in plaats van allerlei tijds
gebonden gevolgen absoluut te stellen;
wij ervaren meer dat beginselen (eigen
tijdse uitdrukking van de ethische ide
alen, die wij nastreven) naast de meer
blijvende ook tijdelijke elementen be
vatten zodat ook de beginselen in een
zeker opzicht veranderlijk zijn;
wij onderzoeken duidelijk wat na
tuurrecht is en in hoever en waarom de
zeden mede tot de kerkelijke onfeilbaar
heid behoren;
wij zien gezonde spanningen bin
nen de Kerk ontstaan, echter zonder
verharding of bitterheid, hetgeen een
sympathieke nieuwigheid is;
wij voelen de noodzaak om een per
soonlijk-verantwoord geloofsleven op te
bouwen naast een verfijnder intellectueel
loven in confrontatie met andersdenken
den;
er komen meer gevormde leken die
de problematiek van de Kerk en van
het, geloof in positieve zin beleven en
langzaam neigen naar medeverantwoor
delijkheid en medezeggenschap in de aan
gelegenheden van de Kerk; en de hiërar
chie staat positief tegenover deze groei.
Bovenstaande samenbundeling van con
clusies kan doen denken aan gebeeld
houwde dorheid. Maar zo droog is het
veelzijdige boekwerk beslist niet. Meer
dan één bijdrage is geschreven met de
vaart van een levendig essay. Zo b.v.
het 2e hoofdstuk „de Theologie sinds het
begin van deze eeuw" door J. Walgrave
o.p. en R.S. Callewaert o.p., het 14e
hoofdstuk „de Kerk in de Vlaamse Ro
man" door F. van Bladel s.j., het 16e
hoofdstuk „de Kerk en de andersden
kenden" door N.M. Wildiers o.f.m. cap.
Naast veel studiestof is ook boeiende
lectuur geboden.
Het zal de moeite lonen nog terug te
komen op menige schets van toestanden
uit de afgelopen decenniën, die met grote
ernst en na grondig onderzoek voor de
uitgave van Lannoo werd geschreven.
Beiend is voor de Nederlandse lezer, dat
hij een beeld verkrijgt van een ver
wante bevolking, die langs zo aanzienlijk
andere wegen dan die van onze Repu
bliek en Koninkrijk haar weg naar de
toekomst moest zoeken.
Laten wij voor ditmaal besluiten met
nog een enkele aanhaling uit „de Kerk
in Vlaanderen": „De eeuwenoude band
met de Kerk is tot brekens toe gespan
nen en bij sommigen begeeft de band,
niet door intellectuele redenen maar door
levensomstandigheden. De meesten ech
ter behouden de binding. Daarom is juist
nu, in deze dreigende breukperiode, een
uitgezuiverde Kerk, die probeert zich
meer aan het evangelie te spiegelen,
broodnodig. Denk voor Vlaanderen aan
mgr. Cardijn, aan pater Werenfried van
Straaten, aan priester Poppe, aan pater
M. Claeys Boüüaert, aan Leon Bekaert
en anderen.
Wij staan wel vooraan inzake roepin
gen, missionarissen, praktische uitbouw
en organisatie van de religieuze bele
ving, vanaf de zuiver godsdienstige tot
de zeer gemengde; met andere woorden
daar, waar de anderen beter en juister
praten en zien, „doen" wij het betrekke
lijk goed."
A. v. d. P.
Twee gereformeerde predikanten ds
A.F. Besselaar en ds. J. Spoelstra zijn
samen in Rome geweest tijdens de con
cilie-dagen van het vorig jaar en ze
hebben hun indrukken neergelegd in een
boekje, dat in de Prisma-reeks verscheen
,,Een voorlopige balans" luidt de onder
titel. Een balans, die vele creditposten
aanwijst voor d.e toenadering der in
Christus gelovende kerken. De schrijvers
verdoezelen de nog steeds bestaande
verschillen niet. Ze zijn echter getrof
fen door de geest van openheid, welke
ze in Rome aantroffen. Ze tonen zich
verheugd over de ontwikkelingen, welke
zich tijdens het concilie voordeden. Ze
geven nuttige informatie over de kerk
genootschappen, welke waarnemers had
den afgevaardigd. Bijzondere belangstel
ling toonden ze voor de positie van de
protestanten in Spanje. Een ongenoem*
de Spaanse prelaat trachtte begrip te
wekken voor de historische en patriot
tistische factoren welke voor de verhou
dingen in Spanje bepalend zijn geweest.
Hij drukte echter de hoop uit, dat er
spoedig meer tolerantie komt. In eeij
gesprek met mgr. Bekkers kwam tot
uiting, hoe tolerantie niet genoeg
Volkomen vrijheid van godsdienst en ge
lijkberechtiging der kerken zijn het, wel
ke een krachtige stroming op het concilie
voorstaat. Over de Bossche bisschop zeg
gen de gereformeerde bezoekers: Als wij
zijn bisschoppelijke lijfspreuk hadden mo
gen uitkiezen, was het vast geworden:
Uw vriendelijkheid zij alle mensen be
kend.
Conclusie van het geheel: wij verlan
gen niet naar een rooms-katholieke kerK
(en naar reformatorische kerken) die
haar verleden zo maar verloochent door
een goedmoedig ter zijde schuiven van
de aloude geloofswaarheden, maar wij
zien wel heil in een open ontmoeting
waarin de vragen opnieuw aan de ord«
gesteld kunnen worden. k
Een logisch besluit van een sympathie*
en leerzaam boekje.
Uitgave: N. V. Uitg.
Hoofdredacteur: J. J.
Redactieraad: J. M. A
C. J. v. Hootegem, mr
Mes, mr. H. M. L de
Vercauteren, L. J. v. 't
Bureaus: Breda Re
Tel. 22341 (5 lijnen). P
Bureau voor de Zeeuv
Tegen de Amsterdam?
Maatschappij zal een ven
ingesteld wegens het toek
gere lonen dan krachten?
loonvoorschriften zijn tocg
stituut-officier bij de
rechtbank, mr. VV. A. J. 1
met het vervolgen van ec
lieten, heeft gisteren, op
proces-verbaal van de looi
besloten tot vervolging ove
streven is erop gericht d
de loop van deze maand
ting te brengen.
Mr. S. P. M. Keesen
tot hoofdredacteur van
blad „Het Centrum"
De heer S. P. M. Keese
december 1920 te Haarlem
studeerde van 1946 tot 19
Leiden. Tijdens deze studi
dacteur bij de Maasbode
Van 1 januari 1950 tot maai
als redacteur, de laatste t
taris van de hoofdredact:
aan de Volkskrant. In dez
o.m. hoofdbestuurslid van
Nederlandse Journalistenki
maart 1957 werd hij benoe
van de persdienst van de
Katholieke Middenstandsbo
venhage, in welke functie
blad „Stuwing" redigeerde
schreef voor bladen van a<
ganisaties. Ook verzorgde h
dio een veertiendaagse rut
„Van klanten en wanten
Keesen maakte o.m. studie
reizen naar de Verenigde S
den, welke reportages werd
Mr. Keesen zal op 1 jani
functie als hoofdredacteur
trum" aanvaarden.
Dat had u niet geda<
J waar is het: elke huisvr
elke dag heel wat k
alleen al in haar huis
als zij boven is: natuur
de bel. Ook èèn n
week (als u weekabon
Dagblad De Stem be
onze bezorger. Dat bell
u althans voorkomen
„overschakelt naar k
Doe dat, want het is ger
modern en praktisch: d
eens per 3 maanden i
tantie aangeboden. Ter
dagen voor het einde
kwartaal gireert, (no.
Maak het u zelf gen
h
PAUS PAULUS VI heeft dc
Habicht, secretaris-generaal
ferentie van internationale
organisaties (O.I.C.), benoem
lietoehoorder, als bekend v<
diger der katholieke leken
eerste leek die ingevolge c
van de paus het Concilie m;
twee z ui dsla visc he
zUn in de Belgische plaats
een goederenwagon gehaald
?er* reis van negen dagen
uadden gemaakt.
het landbouwschap
nister Biesheuvel zijn bezwa
gen verschuiving van het
lot 1 april 1964.
EEN MOBIELE elektriciteils
de Italiaanse NAVO-vliegbas
door een bomaanslag gehee
CANADA ZAL aan de Sovje
engraan leveren ter waar
miljoen dollar. Dit is de gr<
actie die Canada ooit in de
heeft gesloten.
de nederlander Jacob
JJostduitse vriendin Christine
bet Vliegveld te Warschau
,nf,leu.rd toeP Z.Ü baar Neder
luchten, zijn ieder veroord<
jaar voorwaardelijk.
K.l
gist
i Verwachting van het
o?!?lvond' opgemaakt
1,3.15 uur:
Zonnig weer maar aanvan]
nier en daar mist. Maxim
1 !^,turen van 20 tot 25 grader
jot matige wind uit oostel
tingen.
ya.ildaag: zon onder 18.53
onder 19.13 uur.
1 r« gen: zon °P 8-18 uur
0.33 uur.