Kroonprins Willem bekommerde zich in Londen niet om zijn prinses-verloofde al sag hij er overgelukkig uit BOEKENPLANK Standaardwerk over de Kerk Vlaanderen in DE ST.-ELISABETHSVLOED IN 1421 YAt ENGELAND EN DE NEDERLANDEN IN 1814 BIJNA VERENIGD A.D.M. v vervol rietmaker Prinney Temperamentvol Zelfverzekerd Naar wens Kalverliefde Struikelblokken Charlotte hield niet van een Jonge kikker .De Russin Onderscheidingen Maalstroom Oorzaken allaae van verra de derlijbe het vuater Ontstaan Biesbosch Balans Uitgezuiverde Kerk Het concilie Hogere te Mr S.P.M.I lioofdreda< „Het Cent Ettelijke kilometers Betaal per km j ZONNIG W 103e JAARGANG DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 16 SEPTEMBER 1963 (Van een medewerker) Napoleons heerschappij in Europa was na de volkerenslag bij Leipzig definitief gebro ken. Na dat Mapenfeit klonk alom in de bezette gebieden de roep: Fransen, keert terug naar uw land! Ook in Nederland. De zoon van stadhouder Willem V hield zijn blijde inkomst in ons land en nam als „Soe vereine Vorst" de leiding der staatszaken op zich. Kort nadien werd bij koning van de (saamgevoegde) noordelijke en zuidelijke Nederlanden. Natuurlijk bad de Soevereine Vorst de han den vol met regeringszaken. Toch moest hij ook aandacht schenken aan de belangen zijner dynastie. Immers, kroonprins Willem had de huwbare leeftijd bereikt, maar was nog niet verloofd of getrouwd. Daarom zocht de Soevereine Vorst naar een gemalin voor zijn zoon. De kroonprins beloofde, zijn vaders wens te zullen volgen en te trouwen. Ja, maar met wie? Misschien verscheen voor het geestesoog van de Soevereine Vorst het beeld van ae koning-stadhouder Willem III, die immers door zijn huwelijk met een Engelse prinses koning van Engeland was geworden. Hoe dit zij, hij richtte de blik op Londen. Daar woonde immers een prinses, die waarschijnlijk later de Engelse troon zou bestijgen, en die de Soevereine Vorst wegens haar persoonlijke eigenschappen gaar ne zijn schoondochter zou willen noemen. Daarom gaf Willem I de Nederlandse gezant in Londen opdracht om de vader van de prinses, de Engelse Prins-Regent, te polsen over het door de Nederlandse vorst ontworpen Engels-Nederlandse huwelijksplan. Baron Fagel zo heette, die gezant, voerde de opdracht uit. wie zij haar hart schonk, was een jong Hoe was kort na Napoleons val de situatie aan het Engelse hof? De koning (George III) was geestelijk gestoord. Daarom oefende zyn zoon, de latere ko ning George IV, krachtens de Wet op het Regentschap de hoogste macht uit. De Prins-Regent - Prinney noemden zijn tijdgenoten hem wat oneerbiedig - was een pretmaker en een Lebcmann van je welste. Een ideale echtgenoot was hü niet. Hij was namelijk beslist niet gesteld op zijn gemalin Caroline, een Brunswjjkse hertogin. Enige schandaaltjes, waarvan Prinney en Caroline het middelpunt wa ren, hadden afbreuk gedaan aan de po pulariteit van het vorstenhuis. Prinney behandelde zijn gemalin niet veel beter dan als een ongewenste vreemdelinge. Sommige vooraanstaande Engelsen be schouwden haar eveneens als 'n indring ster. Reeds kort na de geboorte van hun eerste en enige kind prinses Charlotte (het meisje op wie het oog van de Soe vereine Vorst was gevallen als gemalin voor de Nederlandse kroonprins) liet Priney zijn vrouw in de steek. Hij meed echter het gezelschap van andere vrou wen niet. Caroline nam het met haar gedragingen al evenmin nauw. In 1806 gelastte Prinney zelfs een of ficieel onderzoek naar haar levenswan del. Het resultaat van dat onderzoek was, dat koning George III zijn schoondoch ter ernstig berispte. Sommige politici be trokken het vorstelijk huwelijksconflict in hun spel en probeerden door nu eens met Caroline tegen Prinney en dan weer met Prinney tegen Caroline samen te spannen, munt te slaan uit de moeilijk heden en strijd aan het hof. Ook prin ses Charlotte, de vermoedelijke troonop volgster, werd .gespeeld'. Een politicus van formaat als Lord Brougham be schouwde haar zelfs als een van zijn sterkste kaarten. Een geestelijk gestoorde grootvader, een uithuizige en feestvierende vader, een ontevreden en verstoten moeder, in trigerende politici... dat waren zo de mensen te midden van wie Charlotte opgroeide. Huiselijk geluk kende zij niet. En hoe was prinses Charlotte zelf? Zij was tem peramentvol en bovendien zeer gezien bjj het Engelse volk. Vooral dit laatste vond haar vader erg onaangenaam. Hij nam het zijn dochter voorts kwalijk, dat zij zo aan haar moeder hing. Ook bleef Prinney hopen op een echt scheiding. Immers, dan zon hjj kunnen hertrouwen en misschien vader worden van een kroonprins. Daarom zou Prinney het wei prettig vinden, als Charlotte met een buitenlandse vorstenzoon zou trouwen, want dan zou Caroline vermoe delijk met haar dochter naar het bui tenland gaan en kon de echtscheiding worden bewerkstelligd. Prinney was overtuigd, dat zijn doch ter geen moeilijkheden zou veroorzaken, als hij voor haar een gemaal zocht. Eens hoorde Dorothea von Lieven, de vrouw van de Russische ambassadeur in Londen, een gesprek tussen Prinney en grootvorstin Catharina van Ruslani. Daaruit bleek, hoe zelfverzekerd Prinney op dat punt was. Waaromhoogheid", vroeg de Russische prinses aan haar Engelse neef, „is het toch nodig, dat u uw dochter achter slot en grendel houdt?" „Mijn dochter, nicht", antwoordde Prinney, „is te jong om in de wereld te verkeren". „Zo neef", zei Catharina glim lachend, „maar u vindt haar toch blijkbaar niet te jong om een gemaal voor haar te zoeken!" „Weet wel, nicht", luidde Prin- ney's wederwoord, „dat mijn dochter Nu doet wat IK wil en dat zij, als zij getrouwd is, zal doen wat haar man wil". Catharina keek Prinney eens la chend aan en zei toen met een dui delijke toespeling op de betrekkin gen tussen Prinney en Caroline: „Natuurlijk, hoogheid, man en vrouw zijn immers stééds van enen wille!" Prinney bleef hierop het antwoord schuldig en verviel in een boosaardig zwijgen. officier van zeer goeden huize. De twee de was haar oom de hertog van Glou cester, die in de wandeling Silly Billy Gloucester" werd genoemd en een be kende figuur was in Londens uitgaande wereld. Na Gloucester viel de hertog van Devonshire de eer te beurt, Char lottes hart te veroveren. Men bedenke, dat Charlotte leefde in de tijd van Beau Brummel en andere uitgaande dandy's, in een tijd, dat een deel van de Engelse aristocratie zeer vlot door het leven ging. Toen baron Fagel de Prins-Regent in kennis stelde van de huwelijksplannen van de Soevereine Vorst der Nederlan den. gaf Prinney al dadelijk blijk van instemming en beloofde hij, het plan van een huwelijk van zijn dochter met de Nederlandse kroonprins te steunen. Onmiddellijk begon Prinney maatrege len te treffen. Hij nodigde de jonge Wil lem van Oranje uit om in Londen te komen. Wel verzuimde hij, zijn aanstaande schoonzoon een passende woning ter be schikking te stellen, maar hij gaf toch te zijner ere een diner, waarbij ook Charlotte aanzat. De prinses was weinig opgetogen over haar aanstaande gemaal, die niet beantwoordde aan haar Beau- Brummel-ideaal. Bovendien wist zij. dat de Whigpartij afwijzend stond tegenover het huwelijksplan. Voorts was haar ter ore gekomen, dat een deel der Londense society de Prins van Oranje de stijlloze bijnaam „Be rekende Jonge Kikker" had gegeven. Bij dit alles kwam, dat de Nederland se prins zich bij sommige Londense feesten niet onbetuigd had gelaten, hetgeen kwaadwillende hovelingen onder Charlottes aandacht hadden gebracht. Edoch. Charlotte hoopte, dat haar hu welijk met de Nederlandse prins haar de kans zouden bieden om het vaderlijk huis te verlaten en daarom besloot zij, prins Willem haar ja-woord te geven. Toen vernamen begin 1814 Engeland, Nederland en de rest van Europa, dat prinses Charlotte, kroonprinses van En geland, zich verloofd had met prins Willem van Oranje, kroonprins der Ne derlanden. Charlotte was (zoals wij schreven) een levendig en temperamentvol meis je. Hoewel haar vader streng jegens haar was, was zij al op jonge leeftijd gaan doen aan kalverliefde. De eerste, Aanvankelijk ging alles naar wens. Prinney was bijzonder tevreden. Het hu welijk zou in de lente van 1814 worden gesloten. Graaf van der Duyn van Maas dam reisde naar Londen om Baron Fa gel terzijde te staan bij de onderhande lingen over het huwelijkscontract. Hij berichtte de Soevereine Vorst, dat hij zowel door de Prins-Regent als door de overige leden der Engelse koninklijke familie zeer prettig was ontvangen. Prin ney nodigde Willem I en diens gezin uit om ter gelegenheid van de huwe lijksfeesten naar Londen te komen. Van der Duyn bracht met de bruidegom een bezoek aan prinses Charlotte en schreef nadien aan zijn vorst, ,,dat de kroon prins er na dat bezoek nog gelukkiger uitzag dan voordien." Fagel had een vertrouwelijk gesprek met een der leidende Engelse staatslie den en vernam, dat Prinney de regeling der huwelijksgeschenken zeer bevredi gend vond. Bijgestaan door de hertogin van Leeds koos Charlotte zelf tal van cadeaus uit. Het Engelse Hof beschouw de het ter beschikking gestelde bedrag als bijzonder royaal, wist Van der Duyn te berichten. In het begin liep alles dus van 'n leien dakje. Doch zodra de vorste lijke verloving publiek was gemaakt, kwamen internationaal-politieke figu ren en Engelse politici in het ge weer met de bedoeling om roet in 't eten te strooien. Reeds in maart 1814 zag Van der Duyn zich genood zaakt, naar Nederland te schrijven dat het huwelijk waarschijnlijk enigs zins vertraagd zou worden. We we ten het, van uitstel komt soms af stel. Bovendien stond Van der Duyn voor de onaangename taak om zijn vorst te schrijven, dat Prinney er niet aan dacht om zijn gasten uit het Huis van Oran je in Londen een passend kwartier te bereiden. Bepaald hoffelijk en voorko mend was dit niet van de Engelse Prins- Regent. Van der Duyn poogde wel om die onbeleefdheid wat goed te praten, doch het laat zich bedenken, dat Wil lem I weinig gesticht was over Prinney's gebrek aan goede manieren. Kort na dit incident achtte Van der Duyn het nodig om naar Den Haag te reizen, teneinde in een persoonlijk ge sprek'de Soevereine Vorst in te lichten over enige in Londen gerezen moeilijk heden. De erfopvolging was een doornig probleem gebleken. Een tweede struikel blok was het toekomstige verblijf der kroonprinselijke echtgenoten. Dit vorm de een der moeilijkste punten bij de onderhandelingen over het huwelijkscon tract. Willem I wenste, dat het jonge paar zijn vaste verblijfplaats in Nederland zou kiezen. Sommige Engelse staatslie den hadden daartegen ernstige bezwaren. Van der Duyn poogde om de Soevereine Vorst tot toegeeflijkheid te bewegen, maar Willem I was een vasthoudend man en hield het been stijf. Van der Duyn en een paar zijner Engelse vrienden - de Hertog van Sussex bijvoorbeeld - stelden voor om in het huwelijkscontract helemaal niet te reppen van de verblijf- 55 55 plaats van het jonge paar, doch Willem I wees dit af. Intussen was prinses Charlotte van vele zijden bewerkt. En terwijl Van der Duyn nog bezig was om te trachten Willem I te overreden, deel de de vorstelijke bruid aan de Prins van Oranje en haar vader Prinney mee, dat zij onder geen beding En geland wenste te verlaten. Lord Brougham, die in het Engelse binnenlands-politieke spel zijn kaarten op Charlotte had gezet en die grote in vloed had op prinses Caroline, stelde veel in het werk om Charlotte op te zetten tegen haar aanstaande man en haar het huwelijk met de Prins van Oranje uit het hoofd te praten. Hij han teerde daarbij de koppigheid van Char lottes vader en van haar aanstaande schoonvader. De Engelse oppositie stond achter Brougham. En in de Russische prinses Catharina vond Brougham een zeer vaardige bondgenote. Deze grootvorstin Catharina, weduwe van de hertog van Oldenburg, arriveer de in Loneden kort na de bekendmaking van de verloving van Charlotte en Wil lem. Zij had een scherp verstand en veel mensenkennis. Al heel gauw kende zij alle zwakheden van haar neef Prin ney, een man, voor wie zij weinig res pect had. Zij was tevens spoedig op de hoogte van de feesten, waaraan de Prins van Oranje in Londen deelnam. Zij wist, dat de Russische regering een al te nauw samengaan van Engeland en Nederlad ongaarne zou zien. Mede om haar broe der, de Tsaar aller Russen, een genoegen te doen, richtte Catharina er haar stre ven op om het voorgenomen Nederlands- Engelse vorstenhuwelijk niet te doen plaatsvinden. Van der Duyn, die weinig te spreken was over Catharina, noemde haar „de boosaardige Russin". Het viel Catharina als vrouw van de wereld en uitstekend mensenkenster natuurlijk niet moeilijk om Charlotte te „spelen". Al deze dingen en invloeden leidden er toe, dat Charlotte haar aanstaande man een briefje schreef waarin zij hem meedeelde, dat zij het engagement verbrak. Prinney was razend van woe de. Hij ontbood zijn dochter en sprak haar toornig toe. Charlotte vluchtte hierop uit het huis van haar vader. Willem van Oranje keerde terug naar Nederland. Aan alle Europese hoven behoorde dit verbroken engagement en Engelse hofschandaal geruime tijd tot de gespreksstof. Toen Charlotte en Willem nog ver loofd waren, vertoefde in Londen de jon ge hertog Leopold van Saksen-Koburg, die later Belgiës eerste koning zou wor den. Of Charlotte zich reeds toen sterk interesseerde voor Leopold, is niet met zekerheid te zeggen. Wel staat vast, dat zij in 1816 met hem trouwde. Om te tonen, dat hij het gedrag van Charlotte afkeurde, begiftigde Prinney de Soevereine Vorst met de hoogste Engel se onderscheiding, te weten de Orde van de Kouseband. De Prins van Oranje kreeg eveneens een zeer hoge onderscheiding en werd bovendien verrast met een hoge officiersrang in het in België staande Engelse leger. Dat Willem zich bij Wa terloo bijzonder heeft onderscheiden, we ten wij. Nederlands kroonprins trad later in het huwelijk met de zuster van zijn te genspeelster Catharina, te weten met de Russische prinses Anna Pavlovna. Char lotte stierf enige jaren na haar huwelijk met Leopold van Saksen-Koburg zonder nakomelingschap. Na haar dood traden Het stoffelijk overschot van prins Willem V van Oranje, dat in april '58 werd bijgezet in de Nieuwe Kerkte Delft. De zoon van deze prins was hetdie als Soevereine Vorst" had gehoopt op een huwe lijk tussen zijn zoon en de Engel se kroonprinses Charlotte. Londen in feestverlichting. Dit is een sprookjesachtige avond in Re- gentstreet in het centrum van de Londense city, waar ook in 1814 het uitgaansleven zich voor een deel afspeelde. haar ooms. de hertogen van Clarence, van Kent en van Cambridge, met Duitse vorstendochters in het huwelijk. Na enige tijd zag prinses Victoria het levenslicht en toen was er een troonopvolgster in Engeland. Prinney had inmiddels na zijns vaders dood als koning George IV de Engelse troon bestegen. Niet hij, maar Victoria drukte haar stempel op de En gelse geschiedenis der vorige eeuw. En wat deed Prinney na Charlottes vlucht uit zijn huis? Eerst had hij ge schuimbekt van woede en schaamte. Im mers. toen Charlotte haar verloving met Willem van Oranje verbrak, bevonden zich de tsaar van Rusland, alsmede de koningen van Frankrijk en Pruissen met groot gevolg in de Engelse hoofdstad. Lang duurde Prinney's ontsteltenis ech ter niet. Hij stortte zich opnieuw in de maalstroom van wereldse geneugten en vergat het verlovingsincident. Hoe zou de Westeuropese geschiede- sterft het christelijk eeloof in de een of de ander is. De gezamenlijk conclusie luidt: Vlaanderen, sterft het óók in het Nederlands sprekende deel van België? Het is de uiting van een bezorgde klacht die wij reeds en kele jaren geleden vernamen uit de mond van een Vlaamse klooster ling, een der geleerdste en ver- maardste retraite-predikers uit ons taalgebied. Gelukkig vertolkt die vrees een overdreven indruk, die thans niet overeenkomt met het geen de jongste publikaties over het onderwerp aan 't licht brengen. Zeer leerzaam hieromtrent is het lij vige boekdeel „de Kerk in Vlaanderen" (700 blz.) dat door Lannoo (Tielt - Den Haag) is uitgegeven en onder leiding van de sociologen J. Kerkhofs s.j. en J. van Houtte werd samengebracht door een veertigtal katholieke leken en gees telijken, met onder hen namen die ook in Nederland de klank hebben van een gouden reputatie. Opvallend is daarbij een toon van onbevangen vrijmoedig heid, die kentekenend mag heten voor een zich vernieuwende mentaliteit in het traditioneel kerkelijk-katholieke Vlaamse land. Gaten wij een paar voorbeelden geven, die voor zichzelf spreken. In de „slot beschouwingen" van blz. 649 tot 666, zijn kanunnik prof. dr. A. Dondeyne uit Leu ven en dr. jur. M. Vandekerckhove uit Kortrijk aan het woord. Het is een ge meenschappelijke samenvatting, welke ternauwernood laat schiften wat van nis verlopenzijn, als in 1814 de En gelse kroonprinses en de Nederlandse kroonprins met elkaar getrouwd waren? Niemand kan deze interessante vraag be antwoorden, maar wel kan worden ge zegd, dat sommige dingen dan niet zou den hebben plaatsgegrepen en dat de noordelijke en zuidelijke Nederlanden met elkaar en met Luxemburg waar schijnlijk verenigd zouden zijn gebleven. Intussen, gedane zaken nemen geen keer. Het lot en de geschiedenis heb ben anders beschikt dan de Soevereine Vorst der Nederlanden en de Engelse Prins-Regent het gaarne hadden gezien. DE 18e november 1421 was een dies irae voor het noorden en noordwesten van Brabant- Op die dag braken bij een gigantische storm, zoals er sinds mensenheugenis geen meer gewoed had, de dijken van Maas en Merwede door en de gehele Zuidhollandse Waard werd herschapen in een water vlakte. Op de tijdgenoten, vooral op hen. die niet al te ver van deze streek verwijderd woonden, maakte deze ramp een ontzettende indruk. Vanaf die tijd werden Holland en Brabant door een brede zeearm van elkaar gescheiden, waaraan de immense watermas sa, die we 't Hollandsch Diep noemen, en die des tijds nog veel breder was, ons bij elke reis naar Dordt of Rotterdam herinnert. Tot 1869 stond op een gedenksteen in de destijds af gebroken Spuipoort in Dordt het feit van deze cata strofe vermeld. Thans vindt men de inscriptie terug in de gevel van een woning aan de Spuibrug. ,,'t Landt en water dat men hier siet Ware 72 prochie na chronickx bediet, geïnundeert deur 't water crachtich in 't jaer 1421 waerachtich" Contemporaine mededelingen en bescheiden omtrent deze geweldige overstroming bestaan er betrekke lijk weinig. Dat mag wel geweten worden aan de onrustige oorlogstijden. Jacoba van Beieren, de be kende Hollandse gravin, was in een furieuse strijd gewikkeld met haar oom Jan van Beieren en later met haar man Jan IV van Brabant en haar neef Philips van Bougondië. Over de oorzaken van de doorbraak zijn vele menin gen geopperd. De dijken en waterkeringen werden vaak verwaarloosd. Maar een ernstig gevaar moet ook gelegen hebben in de vele uitgevoerde putten of zgn. holen, die vlak nabij de dijken lagen. Door het turf- of darinckdelven waren die kuilen ontstaan en ze verzwakten de vaste ondergrond der dijken. DE Merwede was al eeuwenlang een gevaarlijke rivier geweest met vaak hoge waterstand; al in 1374, in 1376 en 1393 had ze bij Werkendam haar dijken doorbroken. Dan kan er misschien nog een oorzaak genoemd worden, die onder het volk destijds veel besproken werd. Er zou een nijdige boer geweest zijn, die uit haat jegens zijn buurman een greppel in de dijk had gegraven om het land van hem onder water te laten lopen. Het toestromen de water zou later met geweld de hele dijk hebben doorbroken. Zonder 't verlies van mensenlevens in acht te nemen, was de materiële schade al catastro faal. De gehele Zuidhollandse Waard liep onder: een landstreek van 50.000 morgen of 42.500 ha bouw en weiland, die al sinds 1200 bedijkt was. De grenzen waren ongeveer als volgt: ten noorden de Merwede van Dordt tot Woudrichem, ten oosten de Maas van Woudrichem tot Heusden. ten zuiden de Binnenmaas van Heusden tot Dubbelmonde en ten westen de Dubbel van Dubbelmonde tot Dordt. In die Dordtse Waard lagen de stad Dordrecht, de kloosters Heisterbach en Eemstein, enkele kastelen bv. Merwede en Crayestein en vele dorpen. Volgens de historici zou er een noordwester storm gewoed hebben omstreeks middernacht, bij hoog tij, zonder springvloed: het was zes dagen vóór nieuwe maan. De uitwerking van dit noodweer was ontzettenod. Duizenden mensen werden door de dood verrast. Sommigen, die geluk hadden, wisten nog Dordt of Geertruidenberg te bereiken- Diepe verslagenheid heerste in de hele omliggende streek, tal van slachtoffers waren op de particuliere liefdadigheid aangewezen. Tot ver in de Langstraat en tot aan de poorten van Zevenbergen golfde het water als een woeste zee. Ongeveer 72 dorpen en gehuchten werden overstroomd, waarvan er later 34 weer droog zouden zijn gevallen. Dordrecht werd voor enkele eeuwen van de Brabantse wal geschei den. DE Biesbosch met zijn killen en kreken scheen een natuurlijke afscheiding te gaan vormen tussen Holland en Brabant Ten noorden van Geertruidenberg kwam het oord voor vissers en kooi kers, het zg. Bergse Veld. Pas 1600 hebben de Staten van Holland als vaarweg de Dordtse Kil laten graven. Sagen en overleveringen hebben deze natuurramp in hun sfeer betrokken. In de middeleeuwen toen de godsdienstige gevoelens zulk een belangrijk element vormden in de gehele levens- en wereldbeschouwing, is het begrijpelijk, dat men soms van hemelse straf fen sprak, waar onze materialistische tijd er niet van horen wil. De geschiedschrijver Spaen verhaalt: „Daar wordt gezegd, dat de huysluyden in deze waerd so welig en dartel waren, dat haer niets te kostelyk was; 't was al goud en silver wat er blonck; ja, ze reden met gouden en zilveren sporen, hier komt het spreekwoord vandaen, dat men den Bies bosch uitsteekt". Een andere kroniekschrijver, Vossius, beweert „dat er honderdduysent door de overwateringhe verdron ken sijn. Merwede, een heerlyk geslachte by den Hollander, leed boven de andeien de meeste ramp, waarvan andere edelen meede niet vrij sijn geweest, die er namaals brood, huys by huys te bedelen ge noodzaeckt werden". Met ere werd later de burge meester van Dordt, Heyman van Blijenburg ge noemd, die tal van medemensen ondersteunde. De meest bekende sage is die van de kat, die als stuurman op een kinderwieg fungeerde. In oude, thans vergeten schoolleesboekjes stond vaak het schilderachtige berijmde verhaal van Ant. L. de Rop. „De morgen gloort, en de ochtendzon beschijnt één grote plas Waar gisteren nog een rijke beemd, een schone landstreek was". Een wieg zou des morgens zijn komen aandrijven, nabij Dordt, waarin een rustig slapend kind, terwijl een kat boven op het broze vaartuigje telkens naar links of rechts liep, als het te zeer overhelde. Bij de zgn. Kinderdijk kan bij deze noordwester storm het wiegje niet aan land gedreven zijn, al wil de sage het nu eenmaal graag. Van Spaen schreef al, dat het wiegekind nabij de Vuilpoort in Dordt aan landde. Door medelijdende mensen werd het meisje opgeno men en verzorgd. Men noemde haar Beatrix, d.i. de gelukbrengende- Zij zou later gehuwd zijn met een zekere Jacob Roerom en de stammoeder zijn gewor den van een deftig Dordts geslacht, dat thans is uitgestorven. Ze zou van vrij voorname afkomst zijn geweest, ze had een gouden kruis om de hals, waarop een wapen was gegraveerd. Bij een predikant in Biervliet moet jaren later dit snoer van bloedkoralen met het kruis, dat van de vondelinge afkomstig was, nog bewaard zijn gebleven. Nu schijnt het spoorloos verdwenen te zijn De heugenis aan de St.-Elisabethsvloed leeft nog al leen bij historiekenners en sagenvorsers. Een nieuw, modern cultuurgebied heeft de Neder landse energie geschapen op de plaats waar eens de Biesbosch met zijn rietbegroeide gorzen en ontoegan kelijke killen en kreken een dorado vormde voor de eenzame hengelaar. HUB. K, ,,Wij zeiden: crisis met de slechte kanten: toenemen van vrijzinnige intellectu elen, die dikwijls een verouderd ressen timent uitleven tegen de symbiose van religieuze traditie en volksleven; uiteenvallen van tradities waardoor de zwakken afvallen of rand-christenen worden; het conflict tussen de gelovigen, die, de ene meer de macht beklemtonen, de andere meer de liefde; de ene wil het gebouwde huis bewaren en versterken, de andere wil het afbreken en vervan gen en intussen het risico van de dakloos heid ondergaan. Crisis met de goede kanten: wij zijn deemoediger geworden on derling en tegenover andersdenkenden: wij zien de tijdelijke Kerk meer als de grote, veilige voorhoede dan als een af gegrendelde vesting of een gesloten groep met vrienden binnen in en vijanden bui tenaf; wij luisteren meer naar Gods woord en zoeken meer zijn bedoeling; wij trekken ons meer op de gave kernen terug in plaats van allerlei tijds gebonden gevolgen absoluut te stellen; wij ervaren meer dat beginselen (eigen tijdse uitdrukking van de ethische ide alen, die wij nastreven) naast de meer blijvende ook tijdelijke elementen be vatten zodat ook de beginselen in een zeker opzicht veranderlijk zijn; wij onderzoeken duidelijk wat na tuurrecht is en in hoever en waarom de zeden mede tot de kerkelijke onfeilbaar heid behoren; wij zien gezonde spanningen bin nen de Kerk ontstaan, echter zonder verharding of bitterheid, hetgeen een sympathieke nieuwigheid is; wij voelen de noodzaak om een per soonlijk-verantwoord geloofsleven op te bouwen naast een verfijnder intellectueel loven in confrontatie met andersdenken den; er komen meer gevormde leken die de problematiek van de Kerk en van het, geloof in positieve zin beleven en langzaam neigen naar medeverantwoor delijkheid en medezeggenschap in de aan gelegenheden van de Kerk; en de hiërar chie staat positief tegenover deze groei. Bovenstaande samenbundeling van con clusies kan doen denken aan gebeeld houwde dorheid. Maar zo droog is het veelzijdige boekwerk beslist niet. Meer dan één bijdrage is geschreven met de vaart van een levendig essay. Zo b.v. het 2e hoofdstuk „de Theologie sinds het begin van deze eeuw" door J. Walgrave o.p. en R.S. Callewaert o.p., het 14e hoofdstuk „de Kerk in de Vlaamse Ro man" door F. van Bladel s.j., het 16e hoofdstuk „de Kerk en de andersden kenden" door N.M. Wildiers o.f.m. cap. Naast veel studiestof is ook boeiende lectuur geboden. Het zal de moeite lonen nog terug te komen op menige schets van toestanden uit de afgelopen decenniën, die met grote ernst en na grondig onderzoek voor de uitgave van Lannoo werd geschreven. Beiend is voor de Nederlandse lezer, dat hij een beeld verkrijgt van een ver wante bevolking, die langs zo aanzienlijk andere wegen dan die van onze Repu bliek en Koninkrijk haar weg naar de toekomst moest zoeken. Laten wij voor ditmaal besluiten met nog een enkele aanhaling uit „de Kerk in Vlaanderen": „De eeuwenoude band met de Kerk is tot brekens toe gespan nen en bij sommigen begeeft de band, niet door intellectuele redenen maar door levensomstandigheden. De meesten ech ter behouden de binding. Daarom is juist nu, in deze dreigende breukperiode, een uitgezuiverde Kerk, die probeert zich meer aan het evangelie te spiegelen, broodnodig. Denk voor Vlaanderen aan mgr. Cardijn, aan pater Werenfried van Straaten, aan priester Poppe, aan pater M. Claeys Boüüaert, aan Leon Bekaert en anderen. Wij staan wel vooraan inzake roepin gen, missionarissen, praktische uitbouw en organisatie van de religieuze bele ving, vanaf de zuiver godsdienstige tot de zeer gemengde; met andere woorden daar, waar de anderen beter en juister praten en zien, „doen" wij het betrekke lijk goed." A. v. d. P. Twee gereformeerde predikanten ds A.F. Besselaar en ds. J. Spoelstra zijn samen in Rome geweest tijdens de con cilie-dagen van het vorig jaar en ze hebben hun indrukken neergelegd in een boekje, dat in de Prisma-reeks verscheen ,,Een voorlopige balans" luidt de onder titel. Een balans, die vele creditposten aanwijst voor d.e toenadering der in Christus gelovende kerken. De schrijvers verdoezelen de nog steeds bestaande verschillen niet. Ze zijn echter getrof fen door de geest van openheid, welke ze in Rome aantroffen. Ze tonen zich verheugd over de ontwikkelingen, welke zich tijdens het concilie voordeden. Ze geven nuttige informatie over de kerk genootschappen, welke waarnemers had den afgevaardigd. Bijzondere belangstel ling toonden ze voor de positie van de protestanten in Spanje. Een ongenoem* de Spaanse prelaat trachtte begrip te wekken voor de historische en patriot tistische factoren welke voor de verhou dingen in Spanje bepalend zijn geweest. Hij drukte echter de hoop uit, dat er spoedig meer tolerantie komt. In eeij gesprek met mgr. Bekkers kwam tot uiting, hoe tolerantie niet genoeg Volkomen vrijheid van godsdienst en ge lijkberechtiging der kerken zijn het, wel ke een krachtige stroming op het concilie voorstaat. Over de Bossche bisschop zeg gen de gereformeerde bezoekers: Als wij zijn bisschoppelijke lijfspreuk hadden mo gen uitkiezen, was het vast geworden: Uw vriendelijkheid zij alle mensen be kend. Conclusie van het geheel: wij verlan gen niet naar een rooms-katholieke kerK (en naar reformatorische kerken) die haar verleden zo maar verloochent door een goedmoedig ter zijde schuiven van de aloude geloofswaarheden, maar wij zien wel heil in een open ontmoeting waarin de vragen opnieuw aan de ord« gesteld kunnen worden. k Een logisch besluit van een sympathie* en leerzaam boekje. Uitgave: N. V. Uitg. Hoofdredacteur: J. J. Redactieraad: J. M. A C. J. v. Hootegem, mr Mes, mr. H. M. L de Vercauteren, L. J. v. 't Bureaus: Breda Re Tel. 22341 (5 lijnen). P Bureau voor de Zeeuv Tegen de Amsterdam? Maatschappij zal een ven ingesteld wegens het toek gere lonen dan krachten? loonvoorschriften zijn tocg stituut-officier bij de rechtbank, mr. VV. A. J. 1 met het vervolgen van ec lieten, heeft gisteren, op proces-verbaal van de looi besloten tot vervolging ove streven is erop gericht d de loop van deze maand ting te brengen. Mr. S. P. M. Keesen tot hoofdredacteur van blad „Het Centrum" De heer S. P. M. Keese december 1920 te Haarlem studeerde van 1946 tot 19 Leiden. Tijdens deze studi dacteur bij de Maasbode Van 1 januari 1950 tot maai als redacteur, de laatste t taris van de hoofdredact: aan de Volkskrant. In dez o.m. hoofdbestuurslid van Nederlandse Journalistenki maart 1957 werd hij benoe van de persdienst van de Katholieke Middenstandsbo venhage, in welke functie blad „Stuwing" redigeerde schreef voor bladen van a< ganisaties. Ook verzorgde h dio een veertiendaagse rut „Van klanten en wanten Keesen maakte o.m. studie reizen naar de Verenigde S den, welke reportages werd Mr. Keesen zal op 1 jani functie als hoofdredacteur trum" aanvaarden. Dat had u niet geda< J waar is het: elke huisvr elke dag heel wat k alleen al in haar huis als zij boven is: natuur de bel. Ook èèn n week (als u weekabon Dagblad De Stem be onze bezorger. Dat bell u althans voorkomen „overschakelt naar k Doe dat, want het is ger modern en praktisch: d eens per 3 maanden i tantie aangeboden. Ter dagen voor het einde kwartaal gireert, (no. Maak het u zelf gen h PAUS PAULUS VI heeft dc Habicht, secretaris-generaal ferentie van internationale organisaties (O.I.C.), benoem lietoehoorder, als bekend v< diger der katholieke leken eerste leek die ingevolge c van de paus het Concilie m; twee z ui dsla visc he zUn in de Belgische plaats een goederenwagon gehaald ?er* reis van negen dagen uadden gemaakt. het landbouwschap nister Biesheuvel zijn bezwa gen verschuiving van het lot 1 april 1964. EEN MOBIELE elektriciteils de Italiaanse NAVO-vliegbas door een bomaanslag gehee CANADA ZAL aan de Sovje engraan leveren ter waar miljoen dollar. Dit is de gr< actie die Canada ooit in de heeft gesloten. de nederlander Jacob JJostduitse vriendin Christine bet Vliegveld te Warschau ,nf,leu.rd toeP Z.Ü baar Neder luchten, zijn ieder veroord< jaar voorwaardelijk. K.l gist i Verwachting van het o?!?lvond' opgemaakt 1,3.15 uur: Zonnig weer maar aanvan] nier en daar mist. Maxim 1 !^,turen van 20 tot 25 grader jot matige wind uit oostel tingen. ya.ildaag: zon onder 18.53 onder 19.13 uur. 1 r« gen: zon °P 8-18 uur 0.33 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1963 | | pagina 10