Rotterdamse metro zal rubber zooltjes op Er is niet zoveel ruimte voor nieuwe loonstijgingen ZONNIG FEEST VERKEERDE RUITERSLAG IN Capaciteit: 40.000 personen per uur Reza gaat pootje baden Tweehonderd jaar geleden in de States: Verkeerschaos van nu belolte voor later Project in drie delen HOOGCONJUNCTUUR HOUDT AAN, MAAR 6 De uitvoering Het treinstel De kosten Scherpe loonstrijd te verwachten Conflictstof Andere kant De Noordelijken EXAMENS 6 DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 8 JULI 1963 Over enkele jaren zal Rotterdam zijn grootste pro bleem nl. dat van 't stadsverkeer radicaal hebben op gelost I Toen half november 1960 de Minister van Verkeer en Waterstaat het startsein gaf tot de bouw van het Weenadok werd definitief een begin gemaakt met de eerste Nederlandse ondergrondse. Gedurende enige jaren zal de binnenstad enkele van haar belang rijkste verkeersaders moeten missen. Tramlijnen wer den omgelegd; bovendien moesten sommige singels ook voor ander verkeer gesloten worden. Maar na voltooiing van dit gi gantische stuk werk zal de moge lijkheid bestaan om maximaal 40.000 reizigers per uur vanuit het centrum van Rotterdam, onder de Nieuwe Maas door naar Zuid en omgekeerd te vervoeren. De af stand Centraal Station - eindsta tion Zuidplein, een afstand onder gronds van ongeveer vijf kilome ter, waarvoor NU in het gunstig ste geval nog méér dan een uur nodig is, zal dan in slechts 10 a 12 minuten overbrugd kunnen wor den. Dit is dan ook een van de rede nen waarom Rotterdam de uitgave van die ettelijke tientallen miljoe nen guldens, het enorme bedrag dat nodig is om dit imposante ob- ject-in-beton te verwezenlijken, volledig verantwoord acht! Berekend is dat Rotterdam-Zuid, plus enkele bijbehorende wijken, over ruim twee jaren ca. 291.500 bewoners zal heb ben. Hiervan behoort veertig procent tot de werkende bevolking, terwijl er 50.000 mensen van aan de andere oever van de Maas hun werkzaamheden zullen verrichten. Welke oeververbindingen zullen er dan zijn of komen? Naast de bestaande Maas tunnel en Willemsbrug zal aan de oost zijde van de stad de nu al bijna vol tooide Van Brienenoordbrug gereed zijn. Hoewel deze enorme brug achter de grote zeehaven ligt, blijft ook hier het bezwaar, dat bij het passeren van grote schepen de brug steeds open moet. Daar om worden er nu plannen gemaakt om in de toekomst uitsluitend tunnels te bouwen. Naast de Metrotunnel onder de Maas, die dus deel uitmaakt van het metrotraject zijn er reeds plannen in een vergevorderd stadium voor de bouw vqn de Willemsverkeerstunnel met daarnaast een spoorwegtunnel nabij het centrum van de stad. Tussen Schiedam en Vlaar- dingen komt de Beneluxtunnel, die in 1966 gereed moet zijn. Zo zijn er dan in totaal (veren buiten beschouwing ge laten) zes goede oeververbindingen over en onder de Maas in en nabij Rotter dam. Momenteel geschiedt het openbare ver voer in de Maasstad met in totaal 33 tram- en buslijnen. Hierdoor zijn alle bruggen overbelast, evenals de "Maas tunnel, die berekend werd op een jaar lijkse capaciteit van 12 miljoen motor rijtuigen per richting, maar nu al méér dan het dubbele te verwerken heeft. De vereiste snelle verplaatsing en de bestaande overbelasting deed Rotterdam serieus aan een Metro denken. Er wordt thans hard gewerkt om uiterlijk medio 1967 het eerste Metrotraject, dat later vele vertakkingen zal krijgen, geheel en al klaar te hebben. Bij de bouw van een object als dat van een Metro kan men kiezen uit een „dro ge" of „natte werkwijze". De keuze viel op de laatste. Deze methode houdt in, dat op verschillende punten van de stad grote bouwdokken worden gebouwd, die aansluiten op kanalen, die dwars door het centrum van de stad moeten worden ge graven. In zo'n bouwdok worden de be tonnen tunnelstukken gemaakt. Is een dergelijk gedeelte eenmaal gereed, dan wordt het aan de voor- en achterkant dichtgemaakt. Vervolgens laat men de bouwput vol water lopen en via een deur wordt het tunnelstuk door het kanaal naar de plaats van bestemming gevaren. Nadat het dok is drooggepompt kan aan een volgend tunnelstuk begonnen wor den. Het nu te bouwen Metroproject kan onderscheiden worden in drie gedeelten. Het eerste hiervan is dat ten noorden van de Maas. Hiervoor zijn twee bouw dokken nodig; een aan het Weena, vlak bij het Centraal Station en een op het terrein waar vroeger de Bijenkorf stond. Het Leuvehavenstation, dat inmiddels Deze opname toont de bouw van een betonnen tunnelstuk. Men ziet o.m. twee tunnelgedeelten - een voor elke rijrichting - die door een rij pilaren gescheiden worden. (Foto Openbare Werken R'dam) gereed is, is het enige dat op dit eerste gedeelte droog wordt geconstrueerd. Het tweede deel is dat wat onder de Maas door zal lopen. De negentig meter lange tunnelsegmenten, die hiervoor nodig zijn, worden paarsgewijze gebouwd in de bouwput op het eiland van Brienenoord. Na gereedkomen worden de in totaal twaalf stuks steeds weggesleept om la ter op van te voren geslagen stelpalen tot zinken te worden gebracht. Ditzelfde dok zal men in de toekomst ook voor Re bouw van de Willemstunnel gebruiken. Daarna hoopt men van deze bouwput een zwembad te maken. Tenslotte zal in Zuid het traject bovengronds over een via duct lopen. Dit bespaart t.o.v. een on dergrondse uitvoering ongeveer 30 mil joen gulden. In totaal komen er zeven stations en wel vier ondergrondse ten noorden van de Nieuwe Maas en de drie overige in Zuid. Eerstgenoemde stations krijgen een centrale hall, direct onder de straat, met kaartjesautomaten en loketten. Van hier gaat men via vaste en roltrappen naar de perrons, die honderdtwintig me ter lang zullen worden. Aan de definitieve uitvoering van de nieuwe Metrorijtuigen is een nauwge zette studie voorafgegaan. Men gebruikte hiertoe o.m. vergelijkingsmateriaal van bestaande Metro's. Zo bedraagt de breed te van die van Parijs 2,40 meter, terwijl in Toronto met veel bredere treinstellen gereden wordt. Uiteindelijk viel voor Rot terdam de keuze op 2.70 meter breedte, de totale lengte van een treinstel zal 28 meter worden en het aantal passagiers dat men per stel kan opnemen, is maxi mum 276. Hiervan heeft nog geen vierde deel een zitplaats, maar gezien de vry korte duur van de rit, is dit geen be zwaar. Op het nu te bouwen traject van C.S. naar Zuidplein, zal met een uur snelheid van 60 kilometer gereden wor den. Later als nieuwe vertakkingen klaar zijn, zal deze snelheid nog met 25 pet verhoogd kunnen worden; een eis voor een weliswaar verre toekomst, maar een waarmee nu toch al rekening gehouden moet worden. Naast veiligheid is ook het zo geruis loos mogelijk rijden een zeer belangrijke factor. Tandwielen behorend bij de aan drijving bijv. moeten daarom zeer nauw keurig gefabriceerd worden. Door hun slijtage mag op de duur geen ongeoor loofd lawaai ontstaan, waardoor bijzon der slijtvast materiaal vereist wordt. De wielen zyn „elastisch" uitgevoerd, d.w.z. dat tussen het loopvlak en de as een rubber gedeelte is aangebracht. Hierdoor wordt bereikt, dat noch hin deriyk lawaai, noch trillingen in het rijtuig optreden. Een nadeel van deze methode is beslist het enigszins hogere energiegebruik door vervormingen in het rubber. By de hele opzet is er re kening mee gehouden, dat de middel- ïyn van de wielen door siytage acht centimeter kleiner mag worden. Wat 'betreft de veiligheid is o.m. voor zien in twee onafhankelijk van elkaar werkende remmen. Naast de elektrische hoofdrem is er nl. ook nog een rem op lucht. Wanneer de eerste uit mocht val len, neemt de tweede het werk over. In bepaalde gevallen bijv. in bochten en bij het rijden van hellingen mag een snelheid van 40 kilometer per uur niet overschreden worden. Gebeurt dit toch, dan reageert automatisch een luchtdruk - snelrem. Voor stroomafname wordt een „derde rail" aangebracht. De bouw van deze Metro gaat de ge meente Rotterdam enorm veel kosten. Op basis van het prijspeil van het vorige jaar is berekend, dat men op een eind bedrag van ongeveer 190 miljoen gulden zal komen, exclusief de kosten van het rijdend materieel, aanleg van signalen en de inrichting van de stations. De prijs kan nog oplopen, waardoor de mogelijk heid, dat genoemd bedrag nog eens ruim 50 miljoen hoger zal liggen, niet uitgeslo ten is. Maar Rotterdam blijft aan de Metro werken. Er wordt zelfs (al is het nog maar vaag) gedacht aan elektronische besturing van de treinstellen en aan tele visie waarmee het hele ondergrondse ver keer door slechts één man gecontroleerd kan worden. Het hindert geen enkele Rotterdam mer, dat hij dagelijks geconfronteerd wordt met een onoverzichtelijke chaos op de belangrijkste verkeersknooppunten van zijn stad. Het doel heiligt hier de middelen. Dus laat men die tunnelbou wers hun gang gaan, omdat iedereen weet, dat de Metro, die er nu over drie jaren definitief zal komen, er in feite gisteren al had moeten zijn! (Van onze financiële medewerker) De voorzitter van de KAB, de heer J. A. Middelhuis, heeft vorige week als zyn mening te kennen gegeven, flat het uitgangspunt van de Nederlandse loonpolitiek voor 1963 achteraf beschouwd wat al te krap is gesteld. In herinnering wordt gebracht, dat de loonsverhogingen volgens bet advies van de sociaal-economische raad flit jaar niet meer dan gemiddeld 2,7 procent mogen bedragen, omdat anders de risico's in verhand met de werkgelegenheid en het betalingsbalansevenwicht te groot zouden worden. Het merkwaardige is, dat de SER, toen ze dit bekend maakte, er meteen b(j vertelde, dat flit percentage eigenlijk te hoog was. De SER ging by het vaststellen van het advies namelijk uit van de schattingen van het centraal planbureau en op grond daarvan kwam zij tot de conclusie, dat er gemiddeld slechts ruimte was voor een loonsverhoging van maar 1,2 procent. Maar dat was de moeite niet waard: het is voor iemand met een inkomen van honderd gulden per week slechts een verbetering van f 1,20, een dergelijke kleine loonsverhoging zou onverkoopbaar zijn en scher pe protesten uitlokken van de kant van de werknemers. Men legde er daarom anderhalf procent bovenop. Zo twam dus tenslotte na veel geharrewar het, nu inmid dels door de heer Middelhuis omstreden, percentage van 2,7 uit de bus. De loonsverhogingen, die in het eerste half jaar in een twintigtal grote bedrijfstakken, waaronder die van de metaal- en textielindustrie, zonder veel strubbelingen zijn overeengekomen en goedgekeurd, wijken inderdaad gemiddeld maar weinig af van dit streefgetal, zodat de conclusie moet luiden, dat het nieuwe loonsysteem tot nu toe heel bevredigend heeft gewerkt. De voorzitter van de KAB, die nu betoogt dat dit gemiddelde percentage waarschijnlijk aan de lage kant is, put zijn argumenten uit de optimistische geluiden, die in de afgelopen maanden in het bedrijfsleven te ho ren zijn geweest en uit het verslag van de president van de Nederlandse Bank. Het is gebleken, dat de ïoogconjunctuur nog steeds aanhoudt en dat men vo rig jaar bij de beoordeling van de conjuncturele situatie in 1963 dus bepaald te pessimistisch is geweest. Een ander argument is, dat de lonen in het buitenland leel wat sneller stijgen dan in Nederland, hetgeen een reden temeer is om te veronderstellen dat we hier wat al te benauwd zijn voor loonkostenstygingen in deze fase van de conjunctuur. F Nu zijn wy Nederlanders al vanouds een spaarzaam volkje, hetgeen telkens weer biykt uit de spaarcijfer* van de diverse spaarinstellingen. Zo steeg het gezamen lijke inleggerstegoed van de spaarbanken, die zijn aan gesloten bij de Nederlandse Spaarbankbond in 1962 met maar liefst ruim 400 miljoen gulden tot een totaal van f 3,5 miljard. Hierbij zijn dan nog niet meegerekend de spaargelden die worden aangehouden bij de handels banken en andere instellingen. We moeten echter be denken, dat al deze besparingen niet automatisch tot investeringen leiden. Dat gebeurt pas als ook de nei ging tot investering bestaat, d.w.z. dat de spaarder bereid is zijn geld beschikbaar te stellen voor risico dragende ondernemingen. De kleine spaarder is daartoe veelal niet bereid, zodat het risicodragend vermogen voor het grootste gedeelte uit an dere bronnen moet komen. En z-f. nu jujst de moeilijkheid. Het aandeel van de werknemers in het nationale inkomen is de laatste jaren regelmatig toege nomen en wordt voor 1963 ge raamd op ruim 73,5 procent, terwijl in 1960 het nog maar 68,3 procent beliep. Deze stijging is uiteraard ten koste gegaan van de arbeidloze inkomens. In deze verschuiving kan een zeker ge vaar gaan schuilen voor de groei van de nationale economie, temeer daar deze verschui ving ook tengevolge heeft gehad, dat de winstinhoudin gen van de bedrijven kleiner zijn geworden, zodat er minder beschikbaar is gebleven voor zogenaamde zelf financiering. Bekyken we deze kwestie echter van de andere kant, dan blijkt er een zeker gevaar te bestaan dat de loon ontwikkeling de economische groei van ons land zal belemmeren. Herhaaldelijk is erop gewezen, dat het loonniveau in ons land lager moet biyven dan in de landen, waarmee wy in een concurrentie-positie verke ren. Wil Nederland immers de komende jaren niet ichterop raken bij andere landen, dan moeten we zor gen voor een grote export en dat is op de lange duur illeen te volbrengen als er voldoende geïnvesteerd wordt. Een ander argument voor beperking van een te snelle stijging van de loonkosten wordt gevonden in de snelle bevolkingstoename. Om te zorgen dat ook in de toe komst iedere Nederlander een goed belegde boterham kan verdienen, zal er op ruime schaal geïnvesteerd moeten worden in fabrieken, machines, wegen, onder vijs en dergelijke. De daarvoor benodigde bedragen moeten zoveel mogelijk uit besparingen komen. Het is wel duidelijk, dat scherpe tegengestelde be langen een rol spelen bij de verdeling van het nationale inkomen. Het centraal planbureau heeft met een recente nota over de toeneming en de besteding van het natio nale inkomen in de komende vier jaren weer nieuwe conflictstof aangedragen. De nota becijfert namelijk door middel van een aantal schattingen, dat er voor de periode 1963-1967 per jaar slechts een half procent voor loonsverhogingen overblijft. voorgrond stellen. De vakverenigingen zullen zeker die zich bezighoudt met het vaststellen van de ver schillende mogelijkheden, die zich in onze economie voordoen. Het bureau laat zich niet uit over hetgeen wenselyk is. Dat is de taak van de regering, waarvan de ministers het onderling eens moeten worden over de plannen. De volksvertegenwoordiging houdt dan ver der in de gaten in hoeverre deze plannen ook inderdaad ten uitvoer kunnen worden gebracht. Er zal gekozen moeten worden uit een aantal verlangens, waarvan de belangrijkste zijn: meer woningen, hogere AOW, enz. Allemaal op zichzelf heel redelijke wensen, maar alles bij elkaar gaat het zoveel kosten, dat aan de verschil lende wensen slechts ten dele tegemoet kan worden ge komen. Begrijpelijk is het, dat de verschillende maat schappelijke groepen nu hun eigen verlangens op de voorgrond stellen. De vakverenigingen zullen zeker geen geen genoegen nemen met een half procent loonsverho ging, zoals de heer Middelhuis inmiddels al heeft aan gekondigd. De loonontwikeling mag z.i. geen sluitpost worden van de nationale economische politiek. Hy vindt het bovendien onjuist dat de ruimte voor de loonstygin- gen wordt berekend, nadat eerst rekening is gehouden met het bestaan van zogenaamde zwarte lonen. In dat geval blijft er inderdaad niet veel over voor de normale loonstijgingen. En nu maar wachten op een regering met deskundige en beleidvolle figuren, die in de komende vier jaren ons land zonder al te veel economische en sociale strubbe lingen zal leiden en die een evenwichtige keus zal ma ken, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van allen. De Perzische keizerlijke familie is prins Reza pootje baden, terwijl met vakantie aan de Kaspische zijn moeder, koningin Far ah, hem Zee. Op de foto gaat de kleine goed in de gaten houdt. (Van een byzondere medewerker) Het leek wel of alle mooie meisjes van het Zuiden de beroemde Southern Bellesop die mooie junidag van 1863 bijeen waren. En met die verwende dochters van rijke planiagebezitters waren de trotse va ders en moeders, de broertjes en zusjesde ooms en tantes meegeko men. De plaats van samenkomst was een wijd, door bossen omzoomd terrein. Negerslaven zorgden voor de rijtuigen en rijpaarden. Iedereen die iets te betekenen had in de so ciety van de Zuidelijke Staten was op die mooie junidag aanwezigDe stemming was opgewektde gesprek ken waren optimistisch. In mei had de generaal Lee immers de gehate Yankees een geduchte nederlaag toegebracht! Men waande de eind overwinning in zicht. Die dag was de gehele ruiterij van Lee verzameld in Brandy Station. Twaalfduizend uitstekend bereden ca valeristen hielden zich gereed voor in spectie En by hen waren vierentwintig stukken rydende artillerie De gene- raal-majoor der cavelerie Stuart ga loppeerde met een prachtig gevolg langs de gelederen. Stuart, bevelhebber der Zuidelyke ruiterij, was een bijzonder man. Negen jaar nadat hij de militaire academie West Point verlaten had. was hij bevorderd tot generaal. Hy begon zijn militaire carrière als luitenant bij de Bereden Jagers. Een paar jaar later werd hy zwaar gewond in een gevecht met de Cheyenne-Indianen. Hij was 'n geboren ruiter.aanvoerder: een uitste kend ruiter; een leidersfiguur van na ture; een man met een feilloos oog voor het terrein; iemand die van zijn slecht gedisciplineerde, maar zeer strijdlustige mannen gedaan wist te krijgen wat anderen voor onmogelijk hielden. De generaal Stuart was bovendien een echte „dandy' en een knappe man. Menig meisjeshart klopte daarom op de negende juni 3863 sneller, toen de jonge generaal met zijn lange lokken de Amerikaanse cavelerie „kweek te" in die tijd lang haar, snorren en baarden, omdat dit by de infanterie verboden was! op zijn briesende volbloed voorbygaloppeerde. Na de inspectie volgde het défilé. Eerst in stap, vervolgens in draf, ten slotte in een donderende galop. Twaalf duizend ruiters stormden dreunend over het paradeterrein. En na het dé filé volgde een landelijke maaltijd met als bekroning van het feest een bal champetre. Al die „Southern Belles' zweefden in de armen van haar martia le danspartners over de buitenvloer. Sierlijke jurken en zwierige uniformen vormden een kleurige, zon-overgoten mengeling Zou een van die meisjes misschien gedacht hebben aan het be roemde bal bij de hertogin van Rich mond, waar de Prins van Oranje en andere dapperen dansten aan de voor avond van de slag bij Waterloo? Het is niet waarschynlijk, al was de situa tie zoals later bleek vergelijk baar met die op de vooravond van Waterloo. Immers, terwijl de twaalf duizend paarden op boerderijen in de omtrek aten en sliepen, terwijl hun meesters dansten op de zoete tonen van de viool, waren de gehate Yankees in aantocht. Ook d;' feest zou, als dat van de koningin van Richmond, een bloedig slot krijgen. De Noordelijken (of Yankees) wa ren verontrust over die grote coneen tratie van bereden vijanden. Zou de Zuidelijke ruitermassa misschien een bliksemsnelle opmars in de zin heb' ben? Naar Washington misschien? De Noordelijke legerleiding wilde er het zijne van weten en besloot tot een ge wapende verkenning op grote schaal. De Noordelijke bevelhebber was vooral bang. dat Stuart met zijn twaalfdui zend ruiters om zijn flank heen zou trekken. Het was een merkwaardige toestand in de Amerikaanse burgeroorlog, dat de officieren der beide partijen geza menlijk waren opgeleid en veelal ook gezamenlijk hadden gevochten tegen de Indianen. Toen de burgeroorlog uit. brak, kozen de meeste cavalerie-offi- cieren de partij van het meer aristo cratische Zuiden. Toch ging ook een aantal cavaleristen aan Noordelijke zij de vechten. Een derde groep hield zich neutraal en zette op vooruitgeschoven posten de strijd tegen de Indianen voort. Doch wat hier verder van zij, zeker is het, dat. terwijl de Zuidelijken dans ten, aan cle andere kant van het ri viertje de Rapahanoc vijftienduizend Noordelijke ruiters onder de generaal Pleasanton naderden. Als zij Europe anen geweest waren, hadden wij hier geschreven vijftienduizend „sabels' De Amerikaanse cavalerie stelde ech ter minder prijs op het „blanke wapen" zodat diverse regimenten alleen met karabijnen en pistolen waren uitgerust, In de nachtelijke uren naderden de Noordelijken het riviertje en bij het aanbreken van de dag zagen Zuide. lijke patrouilles lange rijen ruiters door de Rapahanoc waden. Dit stelden zij vast op twee, bijna tien kilometer uit elkaar gelegen plaatsen. De noordelijke colonnne der Yankees drong de Zuidelijken terug door de bossen tot James Church. In het open terrein verging het hen echter minder goed. Cavalerie van Stuart drong hen op hun beurt terug en de artillerie be gon hun zware verliezen te berokkenen. Het zag er naar uit, dat zU als een or deloze hoop in de rivier zouden wor den teruggedrongen. Er was nog maar én redmiddel: chargeren! Erg gunstig was het terrein niet voor een charge. Het bood n.l. geen ruimte om te ma noeuvreren, terwijl de vijandelijke ar tillerie, infanterie en cavelerie, alle achter borstweringen opgesteld, het zeshonderd meter brede veld met hun vuur bestreken. In draf rukte het Se regiment door het bos op. Zodra het voorste eska dron uit het bos tevoorschijn kwam, ging het luid juichend over in galop. De officieren reden voorop en wendden zich in het zadel om hun manschappen aan te moedigen De trompetten schet terden het aanvalssignaal De Zuidelij ke artillerie deed een hagelbui van dodelijk schroot door de gelederen gie ren. Tientallen van de snuivende brie sende, als een gesloten massa aan stormende en aan hun bit rukkende paarden tuimelden, bleven gewond liggen of stormden hinnikend zonder ruiters over het slagveld. De man schappen, die te voet de eigen linie trachten te bereiken, werden door een moorddadig geweervuur bestookt. De charge duurde in totaal slechts een paar minuten. Toch wist een deel van de ruiters de dood en verderf brakende batterij te genover hen te bereiken. Zjj begonnen de kanoniers met hun sabels te be. werken, maar de achter hen komende eskadrons, die onder het hevige vuur in verwarring raakten, sleepten hen mee terug. Binnen weinig minuten was het 6e regiment teruggebracht tot een verspreide troep overlevenden. Het had geen enkel resultaat kunnen boeken. De andere colonne van de generaal Pleasanton verging het minder slecht. Zonder moeilijkheden trokken de man nen over de rivier. Zij verjoegen de vijandelijke voorposten. Aangevuurd door het rumoer van het gevecht bij Brandy Station rukten deze blauw- geüniformeerde Yankee-ruiters zo snel mogelijk op. Een deel probeerde om de zuid flank der Zuidelijken heen te trekken. Generaal Stuart's adjudant-generaal, die zich op een heuvel had geposteerd, ontdekte die omtrekkende beweging. Met een paar officieren, hun paarden- houders cn één houwitser wist hij de Yankees bezig te houden tot de gene raal Stuart in vliegende galop kwam opdagen. De gehele dag bleven de Noordelijke en de Zuidelijke cavalerie-regimenten op elkaar instormen. Meer dan vier honderd ruiters, die daags tevoren nog zo trots hadden gedefileerd er. zo vro lijk hadden gedanst, verloren op het slagveld hun leven. Met hen sneu velden ruim negenhonderd Noordelij ken. Toen de avond van de negende Juni 1863 viel, was er precies acht uur De gelijkstelling der negers In de Verenigde Staten brengt daar op het ogenblik de gemoe deren zeer in beweging. Een eeuw geleden leidde de ophef fing der negerslavernij zelfs tot een Amerikaanse burgeroorlog. Een der episodes uit die strijd was de ruiterslag bij Brandy Station, een bloedige gebeutenis, die toch zo zonnig en zwierig begon. terslag uit de Amerikaanse - burger oorlog was ten einde. De Noordelijken verdwenen weer over de Rapahanoc, feitelijk zonder enig re sultaat te hebben bereikt. Ook in onze tijd maken cavalerie- eenheden nog deel uit van het Ameri kaanse leger. In de laatste oorlog toonde b.v. de beroemde generaal Pat- ton, dat de geest, die figuren als Stu art en Pleasanton bezielde, nog volop leeft. Paarden heeft de Amerikaanse ca velerie van heden niet meer Wie van deze dieren houdt, moet er blij om zijn dat de slagvelden met gewonde en wild rondrennende paarden tot het verleden horen En de „Southern Belles"? In de buurt van laat staan op een slagveld is voor mooie meisjes natuur, lijk beslist geen plaats! UNIVERSITEIT NIJMEGEN De heer E.N.J.H. de Rechter te Hulst is aan de Nijmeegse universiteit geslaagd voor doctoraal rechten. SEMINARIE YPELAAR Aan het seminarie Ypelaar te Nieuw- Ginneken slaagden voor het staatsexa men gymnasium B de heren G. Willem- se uit Oosterhout, H. Vermaat uit Ber gen op Zoom, Jac. Matthijssen uit Rijs- bergen en Leo Moeleker uit Middelburg. RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN Aan de rijksuniversiteit te LeedniKa Aan de rijksuniversiteit te Leiden slaagde voor het doctoraal examen not. studierichting de heer F.A.G. Barbe uit Vlissingen. T. H. DELFT Aan de technische hogeschool te Delft slaagde voor propaedeutisch civiel-inge- nieur: M. in 't Anker uit Schore, A. Roel- se uit Westkapelle en L. van de Velde uit Bruinisse; voor propaedeutisch bouw kundig ingenieur: J. Blindenbach uit St.- verwoed gevochten. De grootste rui- Maartensdijk.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1963 | | pagina 10