1 Grenzen nu open voor het BOEK Vijf boekenweek-uitgaven NEDERLAND WILDE HET RUIM ZIEN SCHRIJVERS ZAGEN HET WAT ENGER Het sterfbed der boeken TÏjN ALPHONS TIMMERMANS ORD1JNEN ORDIJNEN LIJKHEDEN WMNN mensen en boeken mensen en boeken mensen en boeken mensen en boeken mensen en boeken mensen en boeken mensen en boeken Knip deze zegeltjes uit! I KG GRATIS SUNDROP BANANEN overbrugt de afstand tussen „schrijverstaal" en jeugdtaal Europa in een boek In vier talen Goed geboekt Boeken in huis 11 Volkswagens van 1957 t. 1962 van 2.250 tot 4.250 T. Bestel 1960 3.450 lault Gordini 1963, met dak 4.750 ïault Ondine 1961 Isch.dak 3.950 enault Dauphine 1961 schuifdak 3.650 en 2.950 ïault Dauphine 1959 Ferlec 2.750 W 1000 S 1962 5.450 W 1961 4.250 W 1960 3.950 W 700, 1961 3.950 F de Luxe 1961 2.950 eruild: W motor 1957 cc 1.250 jgo scooter 1955, 200 cc, JLO-motor 350. ico 250 cc 1956 650, nog diverse inruilauto'!. INRUILEN —TILBURG »rvice-afd. Molenschot IT—DE BILT idestraat 25 - Utrecht Ujckholt" (Z.-L.) jongelui, vanaf 17 j. Gel. te pstricht. Pracht omg. gezell. f 5,75 p.p. Vr. prosp., ook -vakantie-week" v. f 64,25, ill. uens. met 4 buitenl. rei- Duitsl Beigié, Luxemb. en 14408—303. istic gordijnen 'tna-' it kiezen uit bloem- ;pen, moderne blok ten kleuren, dobby /at U maar wilt. Wat kt, het is er bij, b.v. eed 2 95 j 95 iet wollen rug waar een warme pan op n, en dat zo gemak- >on te maken is. reed j 25 reed 25 ich dat U douchecel kant en klaar kunt an boven afgewerkt iste ogen zodat U za it hangen. 5 per stuk 3 75 )OSTERHOUT 15 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 30 MAART 1963 15 km W<Wk L. Men kan het zich nauwelijks voorstellen, maar honderd jaar geleden was een reis door Europa nog een echt avontuur. Er waren nog geen comfortabele treinen en autobussen en geen enkel reisbureau ad verteerde met een vliegreis naar Mallorca voor 350 hele guldens. Wie een kijkje in Italië wilde nemen, moest zich heel wat ongerief getroosten en boven dien aardig in zijn slappe was zitten. Om een idee te krijgen van wat een reis naar het zuiden betekende, moet men Dickens maar eens lezen. In beeldend proza beschrijft hij de verschrikkingen van een tocht over de Alp en. Dreigende rots wanden belaagden hem en van uur tot uur voelde hij de dreiging der afgronden, waarlangs de diligence haar weg moest zoeken. Aan de andere kant van de Alpen openbaarde zich voor hem een andere wereld. In die mate zelfs dat hij er niet in slaagde bijzonder verstandige din gen over Italië te zeg'gen. Het was hem allemaal veel te warm en de drukke Italianen kon hij slechts waarderen als een soort publieke vermakelijkheid. Dat zij hem, de nuchtere Engelsman, na tuurlijk op dezelfde manier bezagen kwam niet bij hem op. Dank zij auteurs die het ongerief wilden nemen van een lange, vermoeiende reis, kon men in de noordelijke landen het een en ander vernemen van wat er beneden de Al pen gebeurde. En het omgekeerde was natuurlijk ook het geval. Het boek speelde als intermediair tussen verschillende cultuurgebieden een veel exclusievere rol dan momen teel. Elke auteur die zichzelf respec teerde schreef Romeinse, Parijse en andere notities. Waarmee hij dan niet alleen van zijn verwondering getuigde over zoveel schoons en zoveel nieuws., maar ook te kennen gaf dat hij zich eigenlijk wel een beetje verheven mocht voelen boven de menigten aan de voet van de Parnassus, voor wie dit alles niet was weggelegd. Dat is allemaal wel een beetje anders geworden. Goethes Italiënische Reise vindt nog wel aftrek, maar niet als reisgids. Wie iets van Italië wil weten koopt tegenwoordig een spoorkaartje of sluit zich aan bij een reisgezelschap. De verbindingen zijn gemakkelijker ge worden en daardoor ook de mogelijk- (Advertentie) heden tot overdracht van geestelijke goederen. We interesseren ons tegen woordig minder voor een boek over een ander land (hoe interessant dit ove rigens ook kan zijn) dan voor hetgeen schrijvers uit dit land te vertellen hebben. Elk contact met anderen, vin den we, kan een verrijking betekenen van het eigen geestelijke bezit. Met an dere woorden: ook op cultureel gebied streeft men naar integratie. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat in ons land dit jaar het initiatief is genomen tot een Europese boekenweek. De Europese gedachte wint ook veld in de wereld van schrij vers en uitgevers en het voornemen om tot een grotere internationale samen werking te geraken kan niet anders dan worden toegejuicht. Gelijktijdig met de Nederlandse boe kenweek zullen in België, Engeland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland grotere of kleinere acties worden gevoerd voor wat men de litte raire integratie zou kunnen noemen. De kans dat De Gaulle ook op dit terrein een spaak in het wiel zou steken is gelukkig niet zó groot Overigens mag men zich van een verdere samenwerking nog niet al te veel voorstellen. De taal blijft nu een maal een struikelblok. De meeste uit gevers zullen er, ondanks alle goede wil, ook in de toekomst weinig voor voelen met minder bekende auteurs uit het buitenland een gokje te wagen. Ën de groten worden toch wel vertaald. Merkwaardig genoeg overigens hangt het probleem van de uitwisseling van boeken niet alleen op het taalverschil. Er kunnen ook andere moeilijkheden zijn. Hoe zou men anders moeten ver klaren dat maar een bescheiden aantal werken van Vlaamse auteurs zijn weg vindt naar de Noordnederlandse boe kenmarkt en dat zo weinig werk van Hollandse" schrijvers in Vlaanderen gelezen wordt? De volksaard blijkt in dezen een grote rol te spelen. Een vertegenwoordiger van een der grootste uitgeversmaat schappijen in ons land vertelde ons de zer dagen dat boeken met een overwe- r rrmfi/y Send „Vlaamse inslag" geen kans ma- llllC CHIC ken op onze boekenmarkt. De boek handel neemt ze eenvoudig niet af om dat er geen kopers voor te vinden zijn. Natuurlijk worden Timmermans. Wal schap en Hugo Claus wel verkocht. Minder bekende schrijvers echter krij gen geen kans om over de grens te komen. Ze worden afgewezen om het afwijkende van hun taal; min of meer onder het motto dus dat de Vlamingen maar in Vlaanderen moeten blijven. De Vlamingen op hun beurt denken er voor wat de Noordnederlanders betreft precies hetzelfde over. Een Franse auteur zal meer kans hebben bij ons verkocht te worden dan zijn Vlaamse collega, omdat hy het voordeel heeft vertaald te worden, of omdat het Frans ver genoeg van onze eigen taal afstaat. Een mentaliteit die men bedenkelijk en laakbaar mag noemen, maar Avaarmee men voorlopig domweg rekening heeft te houden. Qat kleinbehuisde boekverkopers van daag de dag niet meer weten waar zij met hun boeken moeten blijven, kan me weinig schelen. De boeken vinden wel een tijdelijke bestem ming: eerst in voorraadkasten, later bij de kopers thuismaar daarna? Onze papieren vrienden in hun kar tonnen jasjes hebben het eeuwige leven niet, anders was ons land al lang één grote bibliotheek met wat slootjes en spoorlijnen erdoor. Na tien of twintig of honderd jaar ver dwijnen praktisch alle boeken, maar hoe spelen ze dat klaar? Je zou zeg gen: als klokken ongemerkt uit hun torens kunnen vliegen om met Pasen opgefrist weer terug te ko men, is het voor boeken ook een klein kunstje om spoorloos naar een soort hemelse uit leenbibliotheek te verdwijnen. Toch voldoet die verkla ring niet helemaal. Ik zie tenminste niet in, welk be lang de hemel heeft bij „Algebra voor de derde klasse" dat ik sinds jaren reddeloos kwijt ben. Nee, boeken moeten op natuurlijke wijze verdwijnen. Men kan de natuur een handje helpen door ae boeken weg te gooien. Dat is heel lelijk, maar het gebeurt. Ik heb eens een hoogbejaarde ad- vocaat gekend die ik 's nachts tegen drieën eens uit zijn huis zag sluipen wet een tweetal boeken dat hij in Am vuilnisbak propte. Zodra hij de hielen gelicht had, borg ik de buit: hij behelsde „De geschiedenis ener zondige vrouw" en Wat ik in de za9Twee werken die rond 1880 met pornografisch oogmerk waren geschreven, maar door de ont wikkeling onzer letterkunde alle pi kanterie verloren hadden. De arme advocaat had willen vermijden dat een, erfgenaam die jeugdzonden na ZlW dood tussen de wetboeken zou ontdekken. Toen ik geïnformeerd iad op welke dagen de vuilnisman kwam, was het een koud kunstje om mijn boekerij in latere nachten uit te breiden met Verboden Drif- n^e Stovinnen en tot slot' Wet op het Kleinbedrijf. De ad vocaat was kinds geworden. £)eboeken die ik zelf heb weggegooid oj uitgedeeld waren prullen die no deloos plaats innamen: althans, dat vónd ik. Waren de boeken een jaar tje de deur uit, dan kreeg ik steevast heimwee naar ze. Onder mijn bed of in de kast van de elektra-meter was nog ruimte genoeg waarom had ik ze daar niet neergezet? Ik heb nooit getaald naar „Des levens laatste uren, of Getuigenissen van het sterfbed" in vier delen, tot hat ogenblik dat ik ze niet meer in huis had. Ik had een gevoel alsof ik niet meer kon leven (laat staan sterven) zonder de getuigenissen, die ik aan mijn zuster had meegegeven om in 'n sinterklaas sur prise te verwer ken. Zielsgelukkig vond ik ze een half jaar later te rug bij een boe kenstalletje.... ja wel, mijn eigen exemplaren, met ex-libris, ezels oren en alles erin. Prompt belde ik mijn zuster op: „Ik gaf je laatst vier delen sterf bed mee, waar zijn ze gebleven, hè?" „Ach, ze waren zo zwaar, dat ik ze op weg naar huis heb laten lig gen in het wacht huisje van de bus Nu prijken de ge tuigenissen weer op mijn boeken- zolder. Voor hoelang? Onverbiddelijk komt er eens lekkage die het papier bederft. Of brand. Of een oud-papier-inzameling. Of verhuizing, of mijn piepjonge nichtje die de bladzijden vol smeert. Ooit komt aan elk sterfbed een einde. Laten wij e.r nu nog van genieten, laten wij de boeken die wij hebben gekocht ook lézenvooral de minder bekende. Want die verdwijnen het eerst van de aardbodem. Iedere letterkundige scheldt op de best-sellers, maar als over een halve eeuw de vijfhonderd ingenaaide exemplaartjes van Marie Loupards kostelijke „Notities van een norse dame" uit hun bandje zijn geval len en op alle winden zijn verspreid, zijn van de honderdduizenden pom peus gebonden Ciske-de-Ratten nog hele stapels te vinden. Is dat on rechtvaardig? Men moet zich daar geen zorgen over maken, maar lie ver de kleine boekjes lezen voor het te laat is. Lekker is maar een vin ger lang, da's ook een wet van het kleinbedrijf der boekenlezers. WIM ZAAL WIM ZAAL Dat er overigens terreinen genoeg zijn, waarop een nauwere samenwer king tussen de Europese landen nu al vrucht zal kunnen afwerpen, is wel duidelijk. Verinniging van de contacten tussen de uitgevers is alleen maar toe te juichen, evenals tussen de auters uit verschillende landen. De Nederlandse auteurs overigens hebben voor een hoofdstuk apart ge zorgd., Al was het alleen maar omdat zij, "voor wat ons eigen land aangaat, de boekenweek wilden boycotten. Ze vonden dat de regering eërst maar eens over de brug moest komen. De uitge vers waren daar natuurlijk allerminst blij om, maar ze hebben toch uiterst tactisch getracht een excuus aan te voeren voor het besluit van de pro testerende schrijvers. „Eigenlijk", zei de heer Lubberhuizen tijdens een re cente persconferentie toen de zaak nog vast zat moeten we het weg blijven van de auteurs als een compli ment beschouwen voor de boekenweek. Zij grepen voor hun protest de enige dag aan, waarop zij werkelijk in de openbaarheid treden We kunnen ons natuurlijk wel voor stellen dat de uitgevers in het conflict tussen regering en litteratoren liever buiten schot wilden blijven, maar dit had hen toch niet hoeven te verhin deren in deze zaak een wat gepronon ceerder standpunt in te nemen. Wat de heer Lubberhuizen over het wegblij ven van de auteurs op het boekenbal zei, klonk minder overtuigend dan wat hij te berde bracht over hun sociale status. Het een heeft dan ook weinig met het ander te maken. Men mag het er over eens zijn of niet, dat de overheid een te schriel mecenaat voert in de lit teraire sector, in elk geval zal men toch moeten toegeven dat de schrijvers wel een eleganter protestactie hadden kunnen bedenken. Het wegblijven van de auteurs zou nu alleen maar tot gevolg hebben ge had dat we een nogal merkwaardig fi guur hadden geslagen tegenover de andere Europese landen. Het initiatief voor een Europese boekenweek is uit gegaan van Nederland en Amsterdam heeft als gastvrouwe mogen fungeren voor de openingsavond. De initiatiefnemers echter zouden hun buitenlandse gasten meteen hebben kunnen vertellen dat het hun ten zeer ste speet, maar dat de Nederlandse auteurs helaas niet van de party kon den zijn. Waardoor dan naar onze smaak niet de overheid, maar de auteurs zelf in een wel wat zonderling daglicht waren komen te staan. Op slot van rekening worden de boekenmani- festaties niet ten gerieve van de re gering georganiseerd. „Cchrijven is een ziekte waar- k-J van je niet kunt en ook niet wil genezen. Wie schrijven wil moet bezeten zijn van de drang om anderen mede te de len wat hij voelt en denkt. Een goed schrijver vertelt zelden iets nieuws. Hij vertelt alleen beken de dingen zodanig, dat ze de mensen bewust worden. Daarin schuilt de kunst van het schrij ven". De man, die dit vertelt in zijn door boekenrekken geflankeerde fauteuil, weet waarover hij spreekt. Zijn defi niëring van de kunst van het schrij ven is evenmin nieuw. Hij maakt ze de toehoorder alleen bewust, daarmee zijn eigen stelling bevestigend. Meest verkochte hijbei Woor al wie met jeugdlectuur te maken heeft, is de naam Alphons Timmer mans een begrip. Zijn Bijbel voor de Jeugd is de meest verkochte kinder bijbel in Nederland. In zijn vijfentwintigjarige schrijvers loopbaan heeft hij ongeveer tachtig boeken geproduceerd, als men dit woord uit het industriële tijdperk ten minste mag gebruiken voor zulk een indrukwekkende geestelijke prestatie. Bij elk^r hebben zijn boeken een oplaag van één en een kwart miljoen behaald. Daaronder zijn er die ver taald werden in het Duits of Bahasa In donesia. Kinderen op Borneo onder gaan zijn bijbelse vertellingen met de zelfde intensiteit als leeftijdgenootjes in Vaals of Appingedam. Op Franse, Italiaanse Belgische, En gelse, Scandinavische en Amerikaanse scholen worden gekleurde bijbelstrips geprojecteerd, die door Alphons Tim mermans werden ontworpen. In de af gelopen maanden zijn de meeste Ne derlandse en Vlaamse boekwinkels door kunstwerkjes, die met de tekst een gaaf geheel vormen. Schrijver en il lustrator hebben de bijbelse verhalen getransponeerd in een stijl, die de jeugd van onze tijd aanspreekt. Timmermans weet de afstand tussen de taal, die de schrijver spreekt en die, welke de jeugd verstaat, tot een mi nimum terug te brengen. In dit laatste schuilt voor een groot deel de reden voor het succes, dat de Bijbel voor de Jeugd beschoren is. V^agen (Advertentie) l ze helpen U op weg naar Vraag Uw fruït-leverancier om de spaarkaart! De Belgische Nieuwe Gids schreef onlangs over het besluit van de schrij vers: „Zij mogen nu al te klagen hebben over een gemis aan materiële steun vanwege de overheid, hun desiderata lijken in de werkelijkheid toch moeilijk realiseerbaar. Wie zal die „vijftig auteurs van naam" aanduiden, die voor een stipendium ter grootte van zes mille per jaar in aan merking komen? Welke „vijfentwintig bejaarde schrijvers" hebben recht op een ere-pensioen van zes mille per jaar? En in hoeverre zal de literatuur baat vinden bij dit staatsmecenaat?" Vragen die uiteraard ook in Nederland zijn gesteld en waarop het antwoord nog niet is gegeven. Ook niet tijdens het overleg dat het actiecomité intussen met de staatssecretaris heeft gevoerd en dat tot een soort wapenstil stand leidde. Mr. Scholten heeft zich bereid verklaard aan enkele praktische punten aandacht te schenken. De prin cipiële kwesties komen dan later nog aan de orde. In elk geval hebben de schrijvers nu hun actie maar opgeschort. Ze doen wèl mee aan de eerste Europese Boe kenweek. Een besluit waarover men zich natuurlijk kan verheugen, maar dat naar onze smaak toch niet spon taan genoeg was om het onbehaaglijke gevoel weg te nemen dat de houding van de auteurs aanvankelijk heeft ge wekt. de uitgeverij „Helmond" bevoorraad met Timmermans' nieuwste bewerking van de Bijbel voor de Jeugd. Van de uitgever kreeg het werk een schit terende typografische verzorging mee. Op de Bredase kunstenaar Gerrit de Morée heeft de tekst aanstekelijk ge werkt. Hij heeft zich weten te ver plaatsen in de sfeer der verhaalde ge beurtenissen. Zijn aquarellen werden Cschrijvers, die van hun pen kunnen leven, zijn in Nederland te tellen op de vingers van beide handen. Hun na men zijn algemeen bekend, soms zelfs meer dan hun werken. Van hun ..pri vacy" heeft de publiciteit weinig heel Het jongetje met de vijf broden en de twee vissen. Illustratie van Gerrit de Morée. ZOALS gebruikelijk gaat de viering van de boekenweek ook dit jaar gepaard met de uit gave van enkele toepasselijke publikaties, die min of meer af gestemd zijn op het thema van deze week: Europa en het boek. Zo heet het traditionele geschenk „Europa in een boek". Het is deze keer geen novelle, waarvan men de auteur moet raden en er is dus ook geen prijs mee te verdienen. Het boekje is van geschiedkundige aard en werd ge schreven door prof. dr. J. Presser. Deze heeft in een uiterst beknopt be stek enkele hoogtepunten uit de his torie van Europa samengebracht. Hij vertelt bij tientallen afbeeldingen over de prehistorie en over Jeruzalem, de excentrisch gelegen hoofdstad, over Hippokrates. de vader der geneeskun de, en Herodotus, de vader der geschie denis. Aan de Grote Volksverhuizing is een pagina gewijd, evenals aan het Mohammedaanse Spanje. De auteur laat niet na hier en daar ook Neder landse schrijvers in te voegen. Bij de behandeling van de Kruistochten her innert hij b.v. aan de Kinderkruistocht van Nijhoff. De regels over Rusland zijn geïllustreerd met de onvermijde lijke ikoon. Luther en Zwingli, twee belangrijke reformatoren, passeren de revue, ge volgd door William Shakespeare, een der grootste dichters, die Europa heeft voortgebracht. Als representant bij uit stek van de gouden eeuw der Neder- kele gedichten, die algemeen bekend zijn, zoals ,,De wereld is een fluit" van Richard Minne en de vocalise „En rade" van Jan Engelman. Maar talrij ker zijn de verzen, die aan tijdschrif ten of moeilijk toegankelijke bundels landse beschaving fungeert Rembrandt, j e ^y~tiek is vertegenwoordigd door Theresia van Avila. Deze wordt geflankeerd door niemand minder dan Voltaire, die ons voert naar Mozart:. De Romantiek is niet vergeten, noch het Zionisme, noch het Rode Kruis. De laatste bladzijden zijn gewijd aan min- der prettige feiten: Russische revolu tie, wereldoorlogen en jodenvervolging. Het spreekt van zelf, dat dr. Presser slechts een kleine greep heeft kunnen doen in de overvloed aan materiaal, die voorhanden was. Maar men mag be wondering hebben voor de wijze, waar op hij deze historische flitsen opdient: nergens dor of droog, maar overal gees tig, vol anekdoten, zonder vertoon van geleerdheid en voor iedereen bevat telijk. De kwistig toegevoegde afbeel dingen zijn stuk voor stuk met zorg gekozen. Het omslag toont, uiteraard in klein formaat, het boekenweek affiche van Jan Bons. De oplage van dit geschenk is 225.000 exemplaren. Grote gestalten inuze en Europa Wan de grote gestalten, die aan de orde P)e Muze-reeks, bestemd voor de jeugd, lrnmpn nnomon TAnnfo T 1_ jj i_ komen, noemen we Dante, Leonardo da Vinci, Michelangelo, waarmee Italië geen slecht figuur slaat. De uitvinding van de boekdrukkunst brengt de „IJze ren Louw" op de Haarlemse Markt en Gutenberg weer eens in de gedachte. Nederland draagt een figuur van we reldformaat bij in Erasmus van Rot terdam. maar ook door de ouderen graag ge lezen, is met een nieuw deeltje uitge breid. De naam is niet moeilijk te raden: „De muze en Europa". Prof. dr. Garmt Stuiveling stelde het boek sa men. Hij koos een aantal verzen, die in een der Europese landen spelen en die alle door Nederlandse dichters geschreven zijn. Er zijn natuurlijk en- ontleend zijn. De keuze is in een woord voortreffelijk: er is niet één gedicht opgenomen, dat beneden de maat blijft. De samensteller heeft zich beperkt tot de twintigste eeuw. Hooft, noch Potgieter, noch Perk komen dus aan de orde, hoewel zij dichters-op-reis waren. Wel vindt men hier werk van Anton van Duinkerken, die Noorwegen bezocht. P,N. van Eyck, die lang in Engeland woonde, Jan Greshoff, die men gerust een globetrotter mag noe men, Herman van den Bergh, die vele jaren in Italië doorbracht, J. Slauer- hoff, die de zeeën bevoer, Bertus Aaf- jes, die herhaaldelijk naar het zuiden trok, Bert Voeten, die zijn Bretonse indrukken poëtisch verwoordde, enz. Het boek besluit met Personalia, die voor de belangstellende jeugd zeer nuttig kunnen zijn. Lotte Ruting voor zag elk gedicht van een toepasselijke tekening. Woor wie Europa wil leren kennen is er een boekje voorhanden, dat in vier talen een keur van werken betreffen de Europese vraagstukken annonceert. Het is samengesteld door het Europese Cultuurcentrum te Genève en bevat pas verschenen boeken, die men ge schikt achtte om het begrip voor onze culturele eenheid te verdiepen en om de economische en politieke vraagstuk ken, die de Eenwording van Europa met zich meebrengt, toe te lichten., Van de oudere klassiek geworden boe ken zijn alleen die genoemd, welke zich nog in de boekhandel bevinden. Qnder de titel „Goed geboekt", die her innert aan het boekenweekgeschenk van 1953, is een nieuw tijdschrift van start gegaan, dat driemaal per jaar zal verschijnen. Het komt in de plaats van de bekende Boekengids, die op de duur te veel titels ging bevatten. Er is hier niet naar voUedigheid gestreefd, maar men heeft zich beperkt tot een over zicht van die boeken, waarover de ware boekenliefhebber gegevens wil hebben. Ter afwisseling zijn enkele artikeltjes opgenomen. Kees Fens geeft een wijs lesje aan de hand van de Beatrijs, prof. dr. J. Pen beantwoordt de vraag waar om hij boeken schrijft „die bedoeld zijn voor een ruime kring", Michel van der Plas schrijft over het Con cilie, volgens dr. Karl Malik „de be langrijkste gebeurtenis van deze eeuw". Dit nieuw tijdschrift is rijk geïl lustreerd met foto's en tekeningen. Het geheel maakt een wat rommelige in druk, maar dit bezwaar zal in de vol gende nummers ongetwijfeld worden weggenomen. Qok dit is een nieuw blad, dat voor het eerst uitkomt bij gelegenheid van de Boekenweek. Het verschijnt eveneens driemaal per jaar. De redactie wil de lezer behulpzaam zijn bij het kiezen van de boeken, die hij in huis zal ne men. Het typografisch fraai verzorgde pe riodiek opent met een artikel over Annie M. G. Schmidt. Dr. J. Kater schrijft over moderne geneeskunde en romanciers en dr. Okke Jager over „stichtelijke" boeken. Harriët Laurey draagt een kinderverhaal bij, maar of dat op zijn plaats is in een gids als deze moeten we betwijfelen. WILLEM v. d. VELDEN ALPHONS TIMMERMANS gelaten. De natie leeft met hen op ge mene voet. Weinigen weten echter dat Alphons Timmermans een Limburger is, 55 jaal oud, geboortig uit Kessel en wonende in de Observantenstraat te Weert. Als hij aarzelend over zichzelf begint te vertellen zal hij vaststellen, dat de Limburger Koerier kern tot de eerste studie van de letteren heeft aangezet. Hij was toen zeven jaar en probeerde feuilletons als „Lydia, de blanke sla vin" en „Phocius, de scheurmaker," te spellen. Er is naderhand wel het een en ander bij gekomen: gymnasium, hoofdakte, psychologie- en filosofiestudie in Ne derland, Duitsland en Engeland. Hij werd onderwijzer in Hedel en hoofd van een school in Weert. De regering wees hem in 1936 aan voor een studie reis naar de Verenigde Staten, om er het lager onderwijs te bestuderen. Voldoen aan de vraag ""Twintig jaar lang bleef hij hoofd van de school in Weert. „Op school con stateerde ik. dat de meeste kinderboe ken eigenlijk niet kinderlijk genoeg wa ren. Daarom ging ik ze zelf schrijven", vertelt hij. Zijn eerste „stijloefeningen" waren toen al in druk verschenen.. Ze waren nog goed verkocht ook, al zegt hij van deze in de Bommelerwaard spe lende streekromans thans, dat ze de wereld niet op zijn grondvesten heb ben doen schudden. Het eerste voor kinderen geschre ven boekje ging over de Goede Ma nieren. Geen moraliserend, abstract betoog, maar een poging om de jeugd in haar eigen sfeer te benaderen en in haar eigen taal toe te spreken. De poging van Timmermans, die psycho logisch inzicht, pedagogische kennis en schrijverstalent in zich verenigde, werd een succes. Hij vertelt er zelf weinig over, het dikke plakboek met de tien tallen juichende recensies des te meer. Het hoofd van de school te Weert wist precies aan welke schoolboeken de grootste behoefte bestond. Hij schreef een boek over natuur- en huishoudkunde voor meisjes, dat dertien drukken beleefde. Hij schreef over „Wij en de natuur" en een hele serie over de wijze waarop allerlei ge bruiksvoorwerpen worden vervaar digd. De „ziekte" van het schrijven ging hem steeds meer beheersen. In 1953 waagde hij na een twintigjarige onder wijzersloopbaan de grote stap naar het uitsluitende schrijverschap. In dat zelfde jaar nam hij d^el aan een film prijsvraag, uitgeschreven door de N.V. Standaard Films en de N.V. Haghe- film. Uit 265 inzendingen werd Alphons Timmermans' scenario bekroond met de eerste prijs. Een jaar later vervaardigde hij in opdracht van de United States Reforma tion Service en van de Kolen- én Staal Gemeenschap een reeks filmstrips, te gebruiken bij het onderwijs. Later volgde een serie bijbelstroken, die in acht landen worden gebruikt bij het onderwijs. Een recensent van Verbum schreef: „Deze stroken behoren onge twijfeld tot de beste, die op het ogen blik in Europa verkrijgbaar zijn". Het Area Verlag in Hamburg en Berlijn verzorgde een Duitse uitgave, de Bonne Presse in Parijs een Franse. Onder de voor Timmermans ontoe gankelijke titel „Kitab Sutji untuk se- kolah dan rumah tangga" verzorgde de uitgevërij Obor in Djakarta een versie in het Bahasa Indonesia. Jetigdbijbel ah bestseller Jntussen had de uitgeverij „Helmond" de grootste moeite om de bestellingen bij te benen, die binnen kwamen op de uit 24 delen bestaande Bijbel voor de Jeugd. In 1946 had Alphons Timmermans zich voor het eerst gewaagd aan een bewerking van het Oude en Nieuwe Testament voor de schooljeugd. Tien duizenden exemplaren van elk deel gingen in Nederland en België van de hand. De laatste tien jaren leeft Timmer mans met vrouw en vijf kinderen uit sluitend van de pen. Juister gezegd; van de schrijfmachine. Het aantal ti tels van boeken die hij schreef voor de schooljeugd, loopt tegen de tachtig. Voor de KRO schreef hij een Drieko ningenspel. In Italië maakte hij als verdienstelijk fotograaf een serie licht beelden over St. Franciscus van Assisi. Twee jaar geleden begon hij op ver zoek van de uitgever aan een nieuwe bewerking van de bijbel. Het Nieuwe Testament is thans in de boekwinkels. In de stijl, maar ook in de aanwijzin gen aan de illustrator, komt telkens weer de psycholoog naar voren. Tekst en beeld spreken de jeugd aan door hun eenvoud en directheid. Op de tekening bij het verhaal der wonder bare broodvermenigvuldiging wordt geen indruk gegeven van de tienduizend toehoorders aan 't Meer van Genesareth. De illustratie toont het jongetje met zijn 5 broden en 2 vissen, met grote vraagogen opziend naar de „niet in het beeld zijnde" Heer, die met deze simpele mondvoorraad heel zijn uitge breide auditorium spijzigt. Het is een veelbeeld van hetgeen Timmermans bedoelt wanneer hij zegt; „Schrijven voor de jeugd vraagt niet het gemaniereerd op papier zetten van kunstig geconstrueerde volzinnen. Het betekent vertellen in gewone spreek taal. De schrijver van kinderlectuur moet als het ware in de huid van het kind kruipen en de dingen observeren door de ogen van het kind". Het lijkt eenvoudig maar eist zo veel. Want wie schrijft voor de jeugd is als een pianist, die een instrument met maar heel weinig toetsen ter beschik king heeft. Hij moet er toch ihelodieuze muziek uit te voorschijn proberen te halen. P. T.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1963 | | pagina 9