1
Grenzen nu open voor het
BOEK
Vijf boekenweek-uitgaven
NEDERLAND
WILDE HET
RUIM ZIEN
SCHRIJVERS
ZAGEN HET
WAT ENGER
Het sterfbed der boeken
TÏjN
ALPHONS TIMMERMANS
ORD1JNEN
ORDIJNEN
LIJKHEDEN
WMNN
mensen en
boeken
mensen en
boeken
mensen en
boeken
mensen en
boeken
mensen en
boeken
mensen en
boeken
mensen en
boeken
Knip deze zegeltjes uit!
I KG GRATIS
SUNDROP BANANEN
overbrugt de afstand tussen
„schrijverstaal" en jeugdtaal
Europa in een boek
In vier talen
Goed geboekt
Boeken in huis
11
Volkswagens van 1957 t.
1962 van 2.250 tot
4.250
T. Bestel 1960 3.450
lault Gordini 1963, met
dak 4.750
ïault Ondine 1961
Isch.dak 3.950
enault Dauphine 1961
schuifdak
3.650 en 2.950
ïault Dauphine 1959
Ferlec 2.750
W 1000 S 1962 5.450
W 1961 4.250
W 1960 3.950
W 700, 1961 3.950
F de Luxe 1961 2.950
eruild:
W motor 1957
cc 1.250
jgo scooter 1955, 200 cc,
JLO-motor 350.
ico 250 cc 1956 650,
nog diverse inruilauto'!.
INRUILEN
—TILBURG
»rvice-afd. Molenschot
IT—DE BILT
idestraat 25 - Utrecht
Ujckholt" (Z.-L.)
jongelui, vanaf 17 j. Gel. te
pstricht. Pracht omg. gezell.
f 5,75 p.p. Vr. prosp., ook
-vakantie-week" v. f 64,25,
ill. uens. met 4 buitenl. rei-
Duitsl Beigié, Luxemb. en
14408—303.
istic gordijnen 'tna-'
it kiezen uit bloem-
;pen, moderne blok
ten kleuren, dobby
/at U maar wilt. Wat
kt, het is er bij, b.v.
eed 2 95 j 95
iet wollen rug waar
een warme pan op
n, en dat zo gemak-
>on te maken is.
reed j 25
reed 25
ich dat U douchecel
kant en klaar kunt
an boven afgewerkt
iste ogen zodat U za
it hangen.
5 per stuk
3
75
)OSTERHOUT
15
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 30 MAART 1963
15
km
W<Wk
L.
Men kan het zich nauwelijks voorstellen, maar
honderd jaar geleden was een reis door Europa nog
een echt avontuur. Er waren nog geen comfortabele
treinen en autobussen en geen enkel reisbureau ad
verteerde met een vliegreis naar Mallorca voor 350
hele guldens. Wie een kijkje in Italië wilde nemen,
moest zich heel wat ongerief getroosten en boven
dien aardig in zijn slappe was zitten.
Om een idee te krijgen van wat een reis naar het zuiden betekende,
moet men Dickens maar eens lezen. In beeldend proza beschrijft hij
de verschrikkingen van een tocht over de Alp en. Dreigende rots
wanden belaagden hem en van uur tot uur voelde hij de dreiging
der afgronden, waarlangs de diligence haar weg moest zoeken.
Aan de andere kant van de Alpen
openbaarde zich voor hem een andere
wereld. In die mate zelfs dat hij er niet
in slaagde bijzonder verstandige din
gen over Italië te zeg'gen. Het was hem
allemaal veel te warm en de drukke
Italianen kon hij slechts waarderen als
een soort publieke vermakelijkheid. Dat
zij hem, de nuchtere Engelsman, na
tuurlijk op dezelfde manier bezagen
kwam niet bij hem op. Dank zij auteurs
die het ongerief wilden nemen van een
lange, vermoeiende reis, kon men in de
noordelijke landen het een en ander
vernemen van wat er beneden de Al
pen gebeurde. En het omgekeerde was
natuurlijk ook het geval.
Het boek speelde als intermediair
tussen verschillende cultuurgebieden
een veel exclusievere rol dan momen
teel. Elke auteur die zichzelf respec
teerde schreef Romeinse, Parijse en
andere notities. Waarmee hij dan niet
alleen van zijn verwondering getuigde
over zoveel schoons en zoveel nieuws.,
maar ook te kennen gaf dat hij zich
eigenlijk wel een beetje verheven mocht
voelen boven de menigten aan de voet
van de Parnassus, voor wie dit alles
niet was weggelegd.
Dat is allemaal wel een beetje anders
geworden. Goethes Italiënische Reise
vindt nog wel aftrek, maar niet als
reisgids. Wie iets van Italië wil weten
koopt tegenwoordig een spoorkaartje of
sluit zich aan bij een reisgezelschap.
De verbindingen zijn gemakkelijker ge
worden en daardoor ook de mogelijk-
(Advertentie)
heden tot overdracht van geestelijke
goederen. We interesseren ons tegen
woordig minder voor een boek over
een ander land (hoe interessant dit ove
rigens ook kan zijn) dan voor hetgeen
schrijvers uit dit land te vertellen
hebben. Elk contact met anderen, vin
den we, kan een verrijking betekenen
van het eigen geestelijke bezit. Met an
dere woorden: ook op cultureel gebied
streeft men naar integratie.
Het hoeft dan ook geen verwondering
te wekken dat in ons land dit jaar het
initiatief is genomen tot een Europese
boekenweek. De Europese gedachte
wint ook veld in de wereld van schrij
vers en uitgevers en het voornemen om
tot een grotere internationale samen
werking te geraken kan niet anders
dan worden toegejuicht.
Gelijktijdig met de Nederlandse boe
kenweek zullen in België, Engeland,
Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en
Zwitserland grotere of kleinere acties
worden gevoerd voor wat men de litte
raire integratie zou kunnen noemen. De
kans dat De Gaulle ook op dit terrein
een spaak in het wiel zou steken is
gelukkig niet zó groot
Overigens mag men zich van een
verdere samenwerking nog niet al te
veel voorstellen. De taal blijft nu een
maal een struikelblok. De meeste uit
gevers zullen er, ondanks alle goede
wil, ook in de toekomst weinig voor
voelen met minder bekende auteurs uit
het buitenland een gokje te wagen. Ën
de groten worden toch wel vertaald.
Merkwaardig genoeg overigens hangt
het probleem van de uitwisseling van
boeken niet alleen op het taalverschil.
Er kunnen ook andere moeilijkheden
zijn. Hoe zou men anders moeten ver
klaren dat maar een bescheiden aantal
werken van Vlaamse auteurs zijn weg
vindt naar de Noordnederlandse boe
kenmarkt en dat zo weinig werk van
Hollandse" schrijvers in Vlaanderen
gelezen wordt?
De volksaard blijkt in dezen een grote
rol te spelen. Een vertegenwoordiger
van een der grootste uitgeversmaat
schappijen in ons land vertelde ons de
zer dagen dat boeken met een overwe-
r rrmfi/y Send „Vlaamse inslag" geen kans ma-
llllC CHIC ken op onze boekenmarkt. De boek
handel neemt ze eenvoudig niet af om
dat er geen kopers voor te vinden zijn.
Natuurlijk worden Timmermans. Wal
schap en Hugo Claus wel verkocht.
Minder bekende schrijvers echter krij
gen geen kans om over de grens te
komen. Ze worden afgewezen om het
afwijkende van hun taal; min of meer
onder het motto dus dat de Vlamingen
maar in Vlaanderen moeten blijven. De
Vlamingen op hun beurt denken er
voor wat de Noordnederlanders betreft
precies hetzelfde over.
Een Franse auteur zal meer kans
hebben bij ons verkocht te worden
dan zijn Vlaamse collega, omdat hy
het voordeel heeft vertaald te worden,
of omdat het Frans ver genoeg van
onze eigen taal afstaat. Een mentaliteit
die men bedenkelijk en laakbaar mag
noemen, maar Avaarmee men voorlopig
domweg rekening heeft te houden.
Qat kleinbehuisde boekverkopers van
daag de dag niet meer weten waar
zij met hun boeken moeten blijven,
kan me weinig schelen. De boeken
vinden wel een tijdelijke bestem
ming: eerst in voorraadkasten, later
bij de kopers thuismaar daarna?
Onze papieren vrienden in hun kar
tonnen jasjes hebben het eeuwige
leven niet, anders was ons land al
lang één grote bibliotheek met wat
slootjes en spoorlijnen erdoor. Na
tien of twintig of honderd jaar ver
dwijnen praktisch alle boeken, maar
hoe spelen ze dat
klaar? Je zou zeg
gen: als klokken
ongemerkt uit hun
torens kunnen
vliegen om met
Pasen opgefrist
weer terug te ko
men, is het voor
boeken ook een
klein kunstje om
spoorloos naar een
soort hemelse uit
leenbibliotheek te
verdwijnen. Toch
voldoet die verkla
ring niet helemaal.
Ik zie tenminste
niet in, welk be
lang de hemel
heeft bij „Algebra
voor de derde
klasse" dat ik sinds
jaren reddeloos
kwijt ben. Nee,
boeken moeten op
natuurlijke wijze
verdwijnen. Men
kan de natuur een
handje helpen door
ae boeken weg te gooien. Dat is
heel lelijk, maar het gebeurt.
Ik heb eens een hoogbejaarde ad-
vocaat gekend die ik 's nachts tegen
drieën eens uit zijn huis zag sluipen
wet een tweetal boeken dat hij in
Am vuilnisbak propte. Zodra hij de
hielen gelicht had, borg ik de buit:
hij behelsde „De geschiedenis ener
zondige vrouw" en Wat ik in de
za9Twee werken die rond
1880 met pornografisch oogmerk
waren geschreven, maar door de ont
wikkeling onzer letterkunde alle pi
kanterie verloren hadden. De arme
advocaat had willen vermijden dat
een, erfgenaam die jeugdzonden na
ZlW dood tussen de wetboeken zou
ontdekken. Toen ik geïnformeerd
iad op welke dagen de vuilnisman
kwam, was het een koud kunstje
om mijn boekerij in latere nachten
uit te breiden met Verboden Drif-
n^e Stovinnen en tot slot'
Wet op het Kleinbedrijf. De ad
vocaat was kinds geworden.
£)eboeken die ik zelf heb weggegooid
oj uitgedeeld waren prullen die no
deloos plaats innamen: althans, dat
vónd ik. Waren de boeken een jaar
tje de deur uit, dan kreeg ik steevast
heimwee naar ze. Onder mijn bed
of in de kast van de elektra-meter
was nog ruimte genoeg waarom
had ik ze daar niet neergezet? Ik
heb nooit getaald naar „Des levens
laatste uren, of Getuigenissen van
het sterfbed" in vier delen, tot hat
ogenblik dat ik ze niet meer in huis
had. Ik had een gevoel alsof ik niet
meer kon leven (laat staan sterven)
zonder de getuigenissen, die ik aan
mijn zuster had
meegegeven om in
'n sinterklaas sur
prise te verwer
ken. Zielsgelukkig
vond ik ze een
half jaar later te
rug bij een boe
kenstalletje.... ja
wel, mijn eigen
exemplaren, met
ex-libris, ezels
oren en alles erin.
Prompt belde ik
mijn zuster op:
„Ik gaf je laatst
vier delen sterf
bed mee, waar
zijn ze gebleven,
hè?"
„Ach, ze waren
zo zwaar, dat ik
ze op weg naar
huis heb laten lig
gen in het wacht
huisje van de
bus
Nu prijken de ge
tuigenissen weer
op mijn boeken-
zolder. Voor hoelang?
Onverbiddelijk komt er eens lekkage
die het papier bederft. Of brand.
Of een oud-papier-inzameling. Of
verhuizing, of mijn piepjonge nichtje
die de bladzijden vol smeert. Ooit
komt aan elk sterfbed een einde.
Laten wij e.r nu nog van genieten,
laten wij de boeken die wij hebben
gekocht ook lézenvooral de minder
bekende. Want die verdwijnen het
eerst van de aardbodem.
Iedere letterkundige scheldt op de
best-sellers, maar als over een halve
eeuw de vijfhonderd ingenaaide
exemplaartjes van Marie Loupards
kostelijke „Notities van een norse
dame" uit hun bandje zijn geval
len en op alle winden zijn verspreid,
zijn van de honderdduizenden pom
peus gebonden Ciske-de-Ratten nog
hele stapels te vinden. Is dat on
rechtvaardig? Men moet zich daar
geen zorgen over maken, maar lie
ver de kleine boekjes lezen voor het
te laat is. Lekker is maar een vin
ger lang, da's ook een wet van het
kleinbedrijf der boekenlezers.
WIM ZAAL
WIM ZAAL
Dat er overigens terreinen genoeg
zijn, waarop een nauwere samenwer
king tussen de Europese landen nu al
vrucht zal kunnen afwerpen, is wel
duidelijk. Verinniging van de contacten
tussen de uitgevers is alleen maar toe
te juichen, evenals tussen de auters uit
verschillende landen.
De Nederlandse auteurs overigens
hebben voor een hoofdstuk apart ge
zorgd., Al was het alleen maar omdat
zij, "voor wat ons eigen land aangaat,
de boekenweek wilden boycotten. Ze
vonden dat de regering eërst maar eens
over de brug moest komen. De uitge
vers waren daar natuurlijk allerminst
blij om, maar ze hebben toch uiterst
tactisch getracht een excuus aan te
voeren voor het besluit van de pro
testerende schrijvers. „Eigenlijk", zei
de heer Lubberhuizen tijdens een re
cente persconferentie toen de zaak
nog vast zat moeten we het weg
blijven van de auteurs als een compli
ment beschouwen voor de boekenweek.
Zij grepen voor hun protest de enige
dag aan, waarop zij werkelijk in de
openbaarheid treden
We kunnen ons natuurlijk wel voor
stellen dat de uitgevers in het conflict
tussen regering en litteratoren liever
buiten schot wilden blijven, maar dit
had hen toch niet hoeven te verhin
deren in deze zaak een wat gepronon
ceerder standpunt in te nemen. Wat de
heer Lubberhuizen over het wegblij
ven van de auteurs op het boekenbal
zei, klonk minder overtuigend dan wat
hij te berde bracht over hun sociale
status.
Het een heeft dan ook weinig met het
ander te maken. Men mag het er over
eens zijn of niet, dat de overheid een
te schriel mecenaat voert in de lit
teraire sector, in elk geval zal men
toch moeten toegeven dat de schrijvers
wel een eleganter protestactie hadden
kunnen bedenken.
Het wegblijven van de auteurs zou
nu alleen maar tot gevolg hebben ge
had dat we een nogal merkwaardig fi
guur hadden geslagen tegenover de
andere Europese landen. Het initiatief
voor een Europese boekenweek is uit
gegaan van Nederland en Amsterdam
heeft als gastvrouwe mogen fungeren
voor de openingsavond.
De initiatiefnemers echter zouden hun
buitenlandse gasten meteen hebben
kunnen vertellen dat het hun ten zeer
ste speet, maar dat de Nederlandse
auteurs helaas niet van de party kon
den zijn. Waardoor dan naar onze
smaak niet de overheid, maar de
auteurs zelf in een wel wat zonderling
daglicht waren komen te staan. Op slot
van rekening worden de boekenmani-
festaties niet ten gerieve van de re
gering georganiseerd.
„Cchrijven is een ziekte waar-
k-J van je niet kunt en ook
niet wil genezen. Wie schrijven
wil moet bezeten zijn van de
drang om anderen mede te de
len wat hij voelt en denkt. Een
goed schrijver vertelt zelden iets
nieuws. Hij vertelt alleen beken
de dingen zodanig, dat ze de
mensen bewust worden. Daarin
schuilt de kunst van het schrij
ven".
De man, die dit vertelt in zijn door
boekenrekken geflankeerde fauteuil,
weet waarover hij spreekt. Zijn defi
niëring van de kunst van het schrij
ven is evenmin nieuw. Hij maakt ze
de toehoorder alleen bewust, daarmee
zijn eigen stelling bevestigend.
Meest verkochte hijbei
Woor al wie met jeugdlectuur te maken
heeft, is de naam Alphons Timmer
mans een begrip. Zijn Bijbel voor de
Jeugd is de meest verkochte kinder
bijbel in Nederland.
In zijn vijfentwintigjarige schrijvers
loopbaan heeft hij ongeveer tachtig
boeken geproduceerd, als men dit
woord uit het industriële tijdperk ten
minste mag gebruiken voor zulk een
indrukwekkende geestelijke prestatie.
Bij elk^r hebben zijn boeken een
oplaag van één en een kwart miljoen
behaald. Daaronder zijn er die ver
taald werden in het Duits of Bahasa In
donesia. Kinderen op Borneo onder
gaan zijn bijbelse vertellingen met de
zelfde intensiteit als leeftijdgenootjes
in Vaals of Appingedam.
Op Franse, Italiaanse Belgische, En
gelse, Scandinavische en Amerikaanse
scholen worden gekleurde bijbelstrips
geprojecteerd, die door Alphons Tim
mermans werden ontworpen. In de af
gelopen maanden zijn de meeste Ne
derlandse en Vlaamse boekwinkels door
kunstwerkjes, die met de tekst een
gaaf geheel vormen. Schrijver en il
lustrator hebben de bijbelse verhalen
getransponeerd in een stijl, die de
jeugd van onze tijd aanspreekt.
Timmermans weet de afstand tussen
de taal, die de schrijver spreekt en die,
welke de jeugd verstaat, tot een mi
nimum terug te brengen. In dit laatste
schuilt voor een groot deel de reden
voor het succes, dat de Bijbel voor de
Jeugd beschoren is.
V^agen
(Advertentie)
l
ze helpen U op weg naar
Vraag Uw fruït-leverancier
om de spaarkaart!
De Belgische Nieuwe Gids schreef
onlangs over het besluit van de schrij
vers:
„Zij mogen nu al te klagen hebben
over een gemis aan materiële steun
vanwege de overheid, hun desiderata
lijken in de werkelijkheid toch moeilijk
realiseerbaar.
Wie zal die „vijftig auteurs van naam"
aanduiden, die voor een stipendium ter
grootte van zes mille per jaar in aan
merking komen? Welke „vijfentwintig
bejaarde schrijvers" hebben recht op
een ere-pensioen van zes mille per
jaar? En in hoeverre zal de literatuur
baat vinden bij dit staatsmecenaat?"
Vragen die uiteraard ook in
Nederland zijn gesteld en waarop het
antwoord nog niet is gegeven. Ook niet
tijdens het overleg dat het actiecomité
intussen met de staatssecretaris heeft
gevoerd en dat tot een soort wapenstil
stand leidde. Mr. Scholten heeft zich
bereid verklaard aan enkele praktische
punten aandacht te schenken. De prin
cipiële kwesties komen dan later nog
aan de orde.
In elk geval hebben de schrijvers nu
hun actie maar opgeschort. Ze doen
wèl mee aan de eerste Europese Boe
kenweek. Een besluit waarover men
zich natuurlijk kan verheugen, maar
dat naar onze smaak toch niet spon
taan genoeg was om het onbehaaglijke
gevoel weg te nemen dat de houding
van de auteurs aanvankelijk heeft ge
wekt.
de uitgeverij „Helmond" bevoorraad
met Timmermans' nieuwste bewerking
van de Bijbel voor de Jeugd. Van de
uitgever kreeg het werk een schit
terende typografische verzorging mee.
Op de Bredase kunstenaar Gerrit de
Morée heeft de tekst aanstekelijk ge
werkt. Hij heeft zich weten te ver
plaatsen in de sfeer der verhaalde ge
beurtenissen. Zijn aquarellen werden
Cschrijvers, die van hun pen kunnen
leven, zijn in Nederland te tellen op
de vingers van beide handen. Hun na
men zijn algemeen bekend, soms zelfs
meer dan hun werken. Van hun ..pri
vacy" heeft de publiciteit weinig heel
Het jongetje met de vijf broden
en de twee vissen. Illustratie van
Gerrit de Morée.
ZOALS gebruikelijk gaat de
viering van de boekenweek
ook dit jaar gepaard met de uit
gave van enkele toepasselijke
publikaties, die min of meer af
gestemd zijn op het thema van
deze week: Europa en het boek.
Zo heet het traditionele geschenk
„Europa in een boek". Het is deze keer
geen novelle, waarvan men de auteur
moet raden en er is dus ook geen prijs
mee te verdienen. Het boekje is van
geschiedkundige aard en werd ge
schreven door prof. dr. J. Presser.
Deze heeft in een uiterst beknopt be
stek enkele hoogtepunten uit de his
torie van Europa samengebracht. Hij
vertelt bij tientallen afbeeldingen over
de prehistorie en over Jeruzalem, de
excentrisch gelegen hoofdstad, over
Hippokrates. de vader der geneeskun
de, en Herodotus, de vader der geschie
denis. Aan de Grote Volksverhuizing is
een pagina gewijd, evenals aan het
Mohammedaanse Spanje. De auteur
laat niet na hier en daar ook Neder
landse schrijvers in te voegen. Bij de
behandeling van de Kruistochten her
innert hij b.v. aan de Kinderkruistocht
van Nijhoff. De regels over Rusland
zijn geïllustreerd met de onvermijde
lijke ikoon.
Luther en Zwingli, twee belangrijke
reformatoren, passeren de revue, ge
volgd door William Shakespeare, een
der grootste dichters, die Europa heeft
voortgebracht. Als representant bij uit
stek van de gouden eeuw der Neder-
kele gedichten, die algemeen bekend
zijn, zoals ,,De wereld is een fluit"
van Richard Minne en de vocalise „En
rade" van Jan Engelman. Maar talrij
ker zijn de verzen, die aan tijdschrif
ten of moeilijk toegankelijke bundels
landse beschaving fungeert Rembrandt,
j e ^y~tiek is vertegenwoordigd door
Theresia van Avila. Deze wordt
geflankeerd door niemand minder dan
Voltaire, die ons voert naar Mozart:.
De Romantiek is niet vergeten, noch
het Zionisme, noch het Rode Kruis. De
laatste bladzijden zijn gewijd aan min-
der prettige feiten: Russische revolu
tie, wereldoorlogen en jodenvervolging.
Het spreekt van zelf, dat dr. Presser
slechts een kleine greep heeft kunnen
doen in de overvloed aan materiaal, die
voorhanden was. Maar men mag be
wondering hebben voor de wijze, waar
op hij deze historische flitsen opdient:
nergens dor of droog, maar overal gees
tig, vol anekdoten, zonder vertoon van
geleerdheid en voor iedereen bevat
telijk. De kwistig toegevoegde afbeel
dingen zijn stuk voor stuk met zorg
gekozen. Het omslag toont, uiteraard
in klein formaat, het boekenweek
affiche van Jan Bons.
De oplage van dit geschenk is 225.000
exemplaren.
Grote gestalten inuze en Europa
Wan de grote gestalten, die aan de orde P)e Muze-reeks, bestemd voor de jeugd,
lrnmpn nnomon TAnnfo T 1_ jj i_
komen, noemen we Dante, Leonardo
da Vinci, Michelangelo, waarmee Italië
geen slecht figuur slaat. De uitvinding
van de boekdrukkunst brengt de „IJze
ren Louw" op de Haarlemse Markt en
Gutenberg weer eens in de gedachte.
Nederland draagt een figuur van we
reldformaat bij in Erasmus van Rot
terdam.
maar ook door de ouderen graag ge
lezen, is met een nieuw deeltje uitge
breid. De naam is niet moeilijk te
raden: „De muze en Europa". Prof. dr.
Garmt Stuiveling stelde het boek sa
men. Hij koos een aantal verzen, die
in een der Europese landen spelen en
die alle door Nederlandse dichters
geschreven zijn. Er zijn natuurlijk en-
ontleend zijn. De keuze is in een woord
voortreffelijk: er is niet één gedicht
opgenomen, dat beneden de maat blijft.
De samensteller heeft zich beperkt
tot de twintigste eeuw. Hooft, noch
Potgieter, noch Perk komen dus aan
de orde, hoewel zij dichters-op-reis
waren. Wel vindt men hier werk van
Anton van Duinkerken, die Noorwegen
bezocht. P,N. van Eyck, die lang in
Engeland woonde, Jan Greshoff, die
men gerust een globetrotter mag noe
men, Herman van den Bergh, die vele
jaren in Italië doorbracht, J. Slauer-
hoff, die de zeeën bevoer, Bertus Aaf-
jes, die herhaaldelijk naar het zuiden
trok, Bert Voeten, die zijn Bretonse
indrukken poëtisch verwoordde, enz.
Het boek besluit met Personalia,
die voor de belangstellende jeugd zeer
nuttig kunnen zijn. Lotte Ruting voor
zag elk gedicht van een toepasselijke
tekening.
Woor wie Europa wil leren kennen is
er een boekje voorhanden, dat in vier
talen een keur van werken betreffen
de Europese vraagstukken annonceert.
Het is samengesteld door het Europese
Cultuurcentrum te Genève en bevat
pas verschenen boeken, die men ge
schikt achtte om het begrip voor onze
culturele eenheid te verdiepen en om
de economische en politieke vraagstuk
ken, die de Eenwording van Europa
met zich meebrengt, toe te lichten.,
Van de oudere klassiek geworden boe
ken zijn alleen die genoemd, welke zich
nog in de boekhandel bevinden.
Qnder de titel „Goed geboekt", die her
innert aan het boekenweekgeschenk
van 1953, is een nieuw tijdschrift van
start gegaan, dat driemaal per jaar zal
verschijnen. Het komt in de plaats van
de bekende Boekengids, die op de duur
te veel titels ging bevatten. Er is hier
niet naar voUedigheid gestreefd, maar
men heeft zich beperkt tot een over
zicht van die boeken, waarover de ware
boekenliefhebber gegevens wil hebben.
Ter afwisseling zijn enkele artikeltjes
opgenomen. Kees Fens geeft een wijs
lesje aan de hand van de Beatrijs, prof.
dr. J. Pen beantwoordt de vraag waar
om hij boeken schrijft „die bedoeld
zijn voor een ruime kring", Michel
van der Plas schrijft over het Con
cilie, volgens dr. Karl Malik „de be
langrijkste gebeurtenis van deze eeuw".
Dit nieuw tijdschrift is rijk geïl
lustreerd met foto's en tekeningen. Het
geheel maakt een wat rommelige in
druk, maar dit bezwaar zal in de vol
gende nummers ongetwijfeld worden
weggenomen.
Qok dit is een nieuw blad, dat voor het
eerst uitkomt bij gelegenheid van de
Boekenweek. Het verschijnt eveneens
driemaal per jaar. De redactie wil de
lezer behulpzaam zijn bij het kiezen
van de boeken, die hij in huis zal ne
men.
Het typografisch fraai verzorgde pe
riodiek opent met een artikel over
Annie M. G. Schmidt. Dr. J. Kater
schrijft over moderne geneeskunde en
romanciers en dr. Okke Jager over
„stichtelijke" boeken. Harriët Laurey
draagt een kinderverhaal bij, maar of
dat op zijn plaats is in een gids als
deze moeten we betwijfelen.
WILLEM v. d. VELDEN
ALPHONS TIMMERMANS
gelaten. De natie leeft met hen op ge
mene voet.
Weinigen weten echter dat Alphons
Timmermans een Limburger is, 55 jaal
oud, geboortig uit Kessel en wonende
in de Observantenstraat te Weert.
Als hij aarzelend over zichzelf begint
te vertellen zal hij vaststellen, dat de
Limburger Koerier kern tot de eerste
studie van de letteren heeft aangezet.
Hij was toen zeven jaar en probeerde
feuilletons als „Lydia, de blanke sla
vin" en „Phocius, de scheurmaker,"
te spellen.
Er is naderhand wel het een en ander
bij gekomen: gymnasium, hoofdakte,
psychologie- en filosofiestudie in Ne
derland, Duitsland en Engeland. Hij
werd onderwijzer in Hedel en hoofd
van een school in Weert. De regering
wees hem in 1936 aan voor een studie
reis naar de Verenigde Staten, om er
het lager onderwijs te bestuderen.
Voldoen aan de vraag
""Twintig jaar lang bleef hij hoofd van
de school in Weert. „Op school con
stateerde ik. dat de meeste kinderboe
ken eigenlijk niet kinderlijk genoeg wa
ren. Daarom ging ik ze zelf schrijven",
vertelt hij. Zijn eerste „stijloefeningen"
waren toen al in druk verschenen.. Ze
waren nog goed verkocht ook, al zegt
hij van deze in de Bommelerwaard spe
lende streekromans thans, dat ze de
wereld niet op zijn grondvesten heb
ben doen schudden.
Het eerste voor kinderen geschre
ven boekje ging over de Goede Ma
nieren. Geen moraliserend, abstract
betoog, maar een poging om de jeugd
in haar eigen sfeer te benaderen en
in haar eigen taal toe te spreken. De
poging van Timmermans, die psycho
logisch inzicht, pedagogische kennis en
schrijverstalent in zich verenigde, werd
een succes. Hij vertelt er zelf weinig
over, het dikke plakboek met de tien
tallen juichende recensies des te meer.
Het hoofd van de school te Weert
wist precies aan welke schoolboeken
de grootste behoefte bestond.
Hij schreef een boek over natuur-
en huishoudkunde voor meisjes, dat
dertien drukken beleefde. Hij schreef
over „Wij en de natuur" en een hele
serie over de wijze waarop allerlei ge
bruiksvoorwerpen worden vervaar
digd.
De „ziekte" van het schrijven ging
hem steeds meer beheersen. In 1953
waagde hij na een twintigjarige onder
wijzersloopbaan de grote stap naar het
uitsluitende schrijverschap. In dat
zelfde jaar nam hij d^el aan een film
prijsvraag, uitgeschreven door de N.V.
Standaard Films en de N.V. Haghe-
film. Uit 265 inzendingen werd Alphons
Timmermans' scenario bekroond met
de eerste prijs.
Een jaar later vervaardigde hij in
opdracht van de United States Reforma
tion Service en van de Kolen- én Staal
Gemeenschap een reeks filmstrips, te
gebruiken bij het onderwijs. Later
volgde een serie bijbelstroken, die in
acht landen worden gebruikt bij het
onderwijs. Een recensent van Verbum
schreef: „Deze stroken behoren onge
twijfeld tot de beste, die op het ogen
blik in Europa verkrijgbaar zijn". Het
Area Verlag in Hamburg en Berlijn
verzorgde een Duitse uitgave, de Bonne
Presse in Parijs een Franse.
Onder de voor Timmermans ontoe
gankelijke titel „Kitab Sutji untuk se-
kolah dan rumah tangga" verzorgde
de uitgevërij Obor in Djakarta een
versie in het Bahasa Indonesia.
Jetigdbijbel ah bestseller
Jntussen had de uitgeverij „Helmond"
de grootste moeite om de bestellingen
bij te benen, die binnen kwamen op de
uit 24 delen bestaande Bijbel voor de
Jeugd.
In 1946 had Alphons Timmermans
zich voor het eerst gewaagd aan een
bewerking van het Oude en Nieuwe
Testament voor de schooljeugd. Tien
duizenden exemplaren van elk deel
gingen in Nederland en België van
de hand.
De laatste tien jaren leeft Timmer
mans met vrouw en vijf kinderen uit
sluitend van de pen. Juister gezegd;
van de schrijfmachine. Het aantal ti
tels van boeken die hij schreef voor de
schooljeugd, loopt tegen de tachtig.
Voor de KRO schreef hij een Drieko
ningenspel. In Italië maakte hij als
verdienstelijk fotograaf een serie licht
beelden over St. Franciscus van Assisi.
Twee jaar geleden begon hij op ver
zoek van de uitgever aan een nieuwe
bewerking van de bijbel. Het Nieuwe
Testament is thans in de boekwinkels.
In de stijl, maar ook in de aanwijzin
gen aan de illustrator, komt telkens
weer de psycholoog naar voren.
Tekst en beeld spreken de jeugd aan
door hun eenvoud en directheid. Op de
tekening bij het verhaal der wonder
bare broodvermenigvuldiging wordt
geen indruk gegeven van de tienduizend
toehoorders aan 't Meer van Genesareth.
De illustratie toont het jongetje met
zijn 5 broden en 2 vissen, met grote
vraagogen opziend naar de „niet in
het beeld zijnde" Heer, die met deze
simpele mondvoorraad heel zijn uitge
breide auditorium spijzigt.
Het is een veelbeeld van hetgeen
Timmermans bedoelt wanneer hij zegt;
„Schrijven voor de jeugd vraagt niet
het gemaniereerd op papier zetten van
kunstig geconstrueerde volzinnen. Het
betekent vertellen in gewone spreek
taal. De schrijver van kinderlectuur
moet als het ware in de huid van het
kind kruipen en de dingen observeren
door de ogen van het kind".
Het lijkt eenvoudig maar eist zo veel.
Want wie schrijft voor de jeugd is als
een pianist, die een instrument met
maar heel weinig toetsen ter beschik
king heeft. Hij moet er toch ihelodieuze
muziek uit te voorschijn proberen te
halen.
P. T.