V. kerk in de wereld Kweekbedrijvigheid moet in maart beginnen, maar Dynamische ontwikkeling van de Middenstandsbank esse WEEK VAN HET KIND Deze winter op een na koudste in 250 jaar EEN ORDIGER nonteur I DEN BRUINEN I 11 ÏVEN BREDA Bisschoppelijke vastenactie Kinderarts dr. Koenen overleden Mr. Vrij directeur- generaal van het verkeer Voormensen die het beste wensen is Roxy nummer één [IRÖXY Amerikaans Vredeskorps bestaat twee jaar Tournee Wiener Sanger-Knaben door ons land Vijf maanden onschuldig in voorarrest Kritieke periode DOOR Achterblijvers Nie afzien Haastige vlucht uit brandend huis Klein- en midden bedrijf deelden in welvaart Symposium en expositie radio-isotopen '10 11 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 2 MAART 1963 fab'rïe- diploma :hemisch diploma vereist Icontinu- en zon- rocesbe- ig; zeer jd; aan- it in de uitzicht ociale Dienst een 5 functie in aan- wordt verwacht zit, welke vereist ste wijze verrich- werkzaamheden; 3 diploma's ULO, ds en Nederland- ntie; kantoorervaring laatste jaar als inds) werkzaam >en 20 en 25 jaar. ,e richten aan het evestigd aan de bandstad Holland g bekwaam nisch installatiewerk. ting wordt gezorgd. n onder no. U-2977, aan Pausdam, Utrecht. W.-BRABANT 2 moeten zelfstandig en stimulerend in den. Nieuwstraat 72, Goes Analfabetisme, armoede, honger, ziekte: dat is de vicieuze cirkel van de nood in de wereld. In die nood lottige cirkel zit het kind gevangen. Het is daarom, dat de eerste etappe van de Bisschoppelijke Vas tenactie die, zoals gemeld uit zes etappes bestaat, nl. de week van het kind, van de jeugd, van de man nen, van de vrpuwen, van de be jaarden en van alle ziekten op het kind gericht is. Deze actie wil de grote nood in de onderontwikkelde gebieden vooral beschouwen vanuit de mens die nood lijdt. Het kind kan zich niet verweren, noch fysiek, noch psychisch. En daarmee is het kind in de regel het eerste slacht offer van armoede en honger. Van de 900 miljoen kinderen be neden de vijftien jaar die op aarde leven, zijn er ruim 500 miljoen, die leven en sterven in gebrek. Groot is de zorg van de katholieke kerk om het leven. Dat leven wil de Kerk erkend zien als een fundamen teel menselijk recht. Vandaar, dat de eerste week van de bisschoppe lijke vastenactie zich vooral met het kind bezighoudt. Zoals gemeld, worden de enve lopjes in deze vastentijd drie keer opgehaald. Een goed begin is daar bij al de helft van het werk. En waaraan kan het beter besteed zijn dan aan het kind? Speciaal voor hen is de eerste week van de bisschoppelijke vas tenactie bestemd. De mens in zijn nood is het thema van deze vasten tijd. Het kind in zijn nood is in dat kader van de allergrootste actualiteit. Vandaar, dat het eerste van de zes thema's het kind voorop stelt. (Copyright Afrika- centrum Cadier en Keer). Op de leeftijd van 72 jaar is vrij plot seling overleden dr. H. Koenen, kinder arts te Maastricht. Hij was de eerste ge specialiseerde kinderarts in Limburg. Dr. Koenen had enkele jaren zitting in Provinciale Staten van Limburg. Het provinciaal bestuur verleende hem zes jaar geleden bij zijn afscheid uit het Groene Kruis-werk de zilveren ere medaille van de provincie. Dr. Koenen had nog steeds zitting in de Maastrichtse medische consultatiebureaus voor zuige lingen. Vandaag zal hij worden begra ven. Bij k.b. is benoemd tot directeur-gene raal van het verkeer mr. J. Vrij. Mr, Vrij volgt in deze functie mr. C. J. G. J. Vinkesteijn op, die is benoemd tot secretaris-generaal van het ministerie van verkeer en waterstaat. Mr. Jacob Vrij werd geboren te Em- men op 19 april 1916. Hij begon zijn loopbaan bij het onderwijs. In 1940 kwam hij in dienst bij de rijksverkeersinspectie te Maastricht op de afdeling goederen vervoer. In de oorlogsjaren had de heer Vrij als districtsleider van de landelijke organi satie voor hulp aan onderduikers (LO) en als leider van een pilotengroep een belangrijk aandeel in het verzet. In juni 1947 trad de heer Vrij als adjunct-rijksinspecteur van het verkeer in dienst bij de Rijksverkeersinspectie te Arnhem. In oktober 1949 werd hij bevorderd tot rijksinspecteur van het verkeer 2e klas In deze rang kwam hij vervolgens bij de rijksverkeersinspectie te Utrecht, waar hij werkzaam was tot 1 oktober 1954. Intussen was de heer Vrij rechten gaan studeren aan de universiteit te Utrecht, waar hij in 1954 met goed ge volg zijn doctoraal examen aflegde. Van 1 oktober 1954 tot 1 juli 1956 was mr. Vrij als rijksinspecteur van het ver- keér toegevoegd aan de directeur-gene raal van het verkeer bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Op laatstge noemde datum volgde zijn benoeming tot directeur van het verkeer als op volger van mr. Vinkesteijn. Het Amerikaanse vredeskorps bestond gisteren twee jaar. Het korps heeft momenteel 3.965 men sen in dienst, die in 41 landen te werk zijn gesteld. Dit jaar hoopt men het aantal vredeskorpsleden te verdubbelen en voor het einde van 1964 hoopt men het huidige aantal te verdrievoudigen. Het accent van hulpverlening zal van Afrika naar Latijns-Amerika worden ver legd, op bevel van president Kennedy. Voor het derde jaar van de activiteiten van het korps wil men in Amerika een bedrag van 108 miljoen dollar uittrekken, in vergelijking met 30 miljoen dollar voor het eerste jaar en 59 miljoen dollar voor het tweede jaar. De Wiener Sanger-knaben 22 jon gens van acht tot vijftien jaar zullen onder leiding van de dirigent Uwe Mund- naken voor het eerst sedert ongeveer tien jaar weer een tournee door ons land maken'en wel in de tweede helft van maart. Het koor treedt o.a. op in Goes (21), Zierikzee (22) en Tilburg (26). De 32-jarige Nederlander Herman Hiel- kema is weer vrij. Hij heeft vijf maanden onschuldig in voorarrest gezeten in het Oostenrijkse Graz. Wegens huwelijks- zwendel was hij opgepakt, maar thans is gebleken, dat hij geen huwelijkszwen delaar is. Hielkema werd gerehabiliteerd Hielkema zocht in Oostenrijk een le venspartner. Hij trachtte zijn doel te be reiken door een advertentie in een krant te laten zetten. Het resultaat was, dat zich 25 liefhebsters aanmeldden, die wel in nader contact met Hielkema wilden treden. Hielkema ging met drie van de 25 dames kennis maken. Dit draaide er op uit dat hij zich met een van haar verloofde Een Oostenrijks meisje voelde zich ech ter door de Nederlander bedrogen. Zij deed aangifte bij de politie. Verdacht van huwelijkszwendel werd Herman in september in Wenen gearresteerd. Het onderzoek leidde naar de stapel brieven van „liefhebsters". Een strafvervolging werd tegen de Nederlander ingesteld, ter wijl hij in voorlopige hechtenis werd ge houden. Het ond&rz'oek is thans afgesloten. Vast is komen te staan, dat de talrijke brie ven van evenzovele Oostenrijkse Vrouwen en meisjes veel onschuld bewijzen, ook die van Herman Hielkema. De gemiddelde temperatuur van het zojuist geëindigde tijdvak van de drie wintermaanden december, januari en februari bedroeg te Da Bilt 3.0 graden celsius onder het vriespunt tegen 2.2 graden nor maal. Daarmee is dit tijdvak op één na het koudste van de laatste twee en een halve eeuw, waarvan roert maart zijnen Vanouds staart. Toch is het ook de lentemaand en de zon heeft al veel aan kracht gewonnen. De kweekbedrijvigheid vindt na normale winters in maart zijn hoogtepunt (In deze Siberi sche tijden echter moet het nog maar eerst beginnen). Geen dier groeit sneller dan de jonge duif. In achtenveertig uur verdubbelt zij haar geboortegewicht. De eend en het konijn doen daar zes dagen over, de kip en de hond, die zeer achterlyk zyn, zelfs negen dagen Deze snelle groei wordt mogelijk ge maakt door het enorm hoge dierlijke eiwit- en asgehalte van de duivepap Daar de zg. animal protein factor in de duivevoeding in vele gevallen ontoe reikend is, wordt bijvoedering van een percentage kweekkorrels met vismeel, vitamines en mineralen aanbevolen, ook voor jongen die alreeds enige tijd ge speend zijn. Na een week weegt een goed gevoerd jong honderd gram, na veertien dagen tweehonderd, na drie weken driehonderd zestig en na vier weken vierhonderd twintig gram. Tenzij ge hele dikke pap zakken hebt, die wegen rond de dertigste dag soms een half pond. De kritieke periode voor het optreden van het geel begint doorgaans reeds op de achtste dag. Die voor andere infectie ziekten enige tijd later. Let vooral op de uitwerpselen van uw jonge mannen in de nesten. Kriepen en piepen, spuiten enz. luiden zg. verkwijning in. Neem daar seffens maatregelen tegen. U kunt in de nesten niet selecteren op kwaliteit of zelfs gezondheid door de diertjes die zo onfortuinlijk waren be smet te raken, te verwijderen. Toekom stige kampioenen kunnen het slachtoffer worden, waardeloze boneneters er door rollen. Op een leeftijd van vier weken kunnen kenners reeds veel kaf van het koren scheiden. Dat gebeurt echter op heel andere verschijnselen. Let vooral op trekken met de bekken en wringen met de schouders Let ook op soepele, ge spannen lijfkês. Zij moeten licht wegen en weerbarstig aanvoelen. Hier enkele tips: Sommige sjarels geven de voorkeur aan jongskens met veel duveltjeshaar boven jongen die minder van die gele haartjes tussen de stoppels hebben staan. Dunne pootjes zodat met acht dagen de ring er nog vlot afglijdt zijn niet altijd een gevolg van minder voorspoedige groei. Het kan aan het jaargetijde liggen en het kan in het ras zitten. Een jong in het nest groeit altijd beter dan twee. In dunne pootjes van fijne edele rassen zit soms meer kracht en uithoudingsver mogen dan in dikke grove. Ik vroeg aan de grote duivenkampioen Gerrit Schulte of ge sterk moest wezen om kampioen te kunnen worden. Dat. zozeer niet zei Gerrit maar ge moet nondetonnere wei hard kunnen fietsen. Jongen die laat in de veren komen, zijn doorgaans achterblijvers. Ge zult die mannen zelden aan de kop vinden, des te meer daarentegen in de staart van het peloton. Niet te verwarren met jongen waar heel en gans geen groei in zit en die op een leeftijd van drie weken over heel het lichaam in de veren zittend, niet groter zijn dan 'n goed uit de kluiten ge wassen stoppel jong van 'n dag of twaalf. Ruim zulke mussen maar op. „Liefdevol hard zijn", zou v. d. H. zeggen. Late veren zijn zelden zachte veren. Jongen met buispennen in de staart komen trouwens in de beste families voor. Manke poten zijn ook geen best teken. Ik was op bezoek bij de grote schrijver mijn tientallen jaren lange vriend Henri 't Sas. Hij ligt in het Laurentius doch het schijnt mij 'n gêzonde zieke te zijn. Want hij zit nog vol humor, de ganse dag op zijn kofferschrijfmachine, een roman te tikken. De zusters vragen zich dan ook af of het een één-april grap is dat ze deze taaiste uit de taaien daar binnen gebracht hebben. (Hij is ten slotte maar een jaar jonger dan Chur chill). Hij kon het natuurlijk niet laten mij bij het afscheid nog even iets van zijn onverwoestbare levenswijsheid mee te gevep. Een kameraad van mij zei de heer 't Sas ging naar mijnheer doktoor om zijn been te laten bezien. Stikte gij oew tong ne keer uit zei mijnheer doktoor en hoe oud zijde gij? Hij bezag hem vies gelijk sommige dok- toors doen als ze peinzen dat 't stimula^ tie is. (Of teveel potten pakken). In mijn negenentachtigste als ik het beleven mag mijnheer doktoor zei de Jef heel par mantig. Kus na mijn voeten zei de doktoor, die dat nooit op de Jef zijn wezen bezien had dan peins ik pertang dat het den ouwen dag is. Ikke nie zei de Jef. Voor wah nie manneke vroeg de doktoor zijde gij doktoor of ikke? Dah nie zei de Jef maar zie, hier is mijn ander been en dat is toch ook door de achtentachtig jaar oud en daar zien ik nie mee af Allemaal goeie en van harte beterschap voor de Ginnekense troubadour. We kunnen hem om de dooie dood nog nie missen. DEN BRUINEN waarnemingen bekend zijn. Alleen in de winter van 1829'30, ruim 130 jaar geleden dus, is dit tijd vak van drie maanden gemiddeld nog 0.1 graad kouder geweest. Van de negentig dagen die deze drie maanden tellen, waren er ditmaal niet minder dan 81 aan de koude kant Op 77 dagen is het in De Bilt tot vorst ge komen tegen 41 dagen normaal. Het was sedert 1848, dit is sedert het begin der regelmatige waarnemingen, eerst te Utrecht en later te De Bilt, nog nooit gebeurd, dat in de drie winter maanden zoveel vorstdagen voorkwamen Het aantal ijsdagen, dit zijn dagen waar op het voortdurend vriest, bedroeg te De Bilt 40 tegen 12 normaal. In dit opzicht heeft deze winter die, van 1946-1947 niet overtroffen, want toen werden in dit tijd. vak niet minder dan 46 ijsdagen geno teerd. De winter heeft zich tot dusver vooral gekenmerkt door zijn lange duur, zeer lage temperaturen zijn vergeleken met andere strenge winters slechts sporadisch voorgekomen en in dit op zicht zijn geen records geslagen. Zowel in januari 1942 als in februari 1956 zijn belangrijk lagere temperaturen gemeten. Het aantal uren zonneschijn is, dankzij het bijzondere zonnige einde van februari te De Bilt tot 256 opgelopen, een waarde die sedert het begin van de metingen van de duur van de zonneschijn aan het einde van de vorige eeuw, nog in geen enkele winter was geregistreerd. Het normale aantal uren zon bedraagt 167 uren. De hoeveelheid neerslag bedroeg ge middeld over het gehele land ruim 120 mm tegen bijna 175 mm normaal. Het was de droogste winter sedert die van 1948-'49. De neerslag is voornamelijk in de vorm vn sneeuw gevallen. In De Bilt heeft het in de afgelopen drie maanden op niet minder dan 37 dagen gesneeuwd, een zo groot aantal dagen was tot dus ver in deze eeuw nog niet eerder be reikt. De hoeveelheden sneeuw waren echter over het algemeen belangrijk minder groot dan in de strenge winter van 1941-'42. De familie Hospers in Stadskanaal heeft gisterennacht ternauwernood het vege lijf kunnen redden uit haar woning, die plotseling in lichterlaaie stond. D? brand was zo fel en het vuur greep zo snel om zich heen, dat de bewoners van het huis, het echtpaar Hospers met 'n kind van 2 jaar en een inwonende vader uit hun slaap opgeschrikt in allerijl het huis moesten verlaten en geen kans zagen meer mee te nemen dan de nachtkleding die zij aanhadden. Lijdelijk hebben zij moeten toezien, hoe hun gehele hebben en houden verloren ging in deze zo veelste brand van deze winter. De oor zaak van de brand is nog niet bekend. (Van onze financiële medewerker) De welvaartsstijging van de laatste jaren is gunstig geweest voor het midden- en kleinbedrijf. In alle secto ren is de gelclomzet in de laatste drie jaar voortdurend gestegen. Het merkwaardige is echter, dat de stijging niet het grootst was in de meest conjunctuurgevoelige bran ches. De stabiele voedingsmïddelenbranche sloeg een heel goed figuur. In melk- en zuivelprodukten werd in de eerste elf maanden van 1962 zelfs 25 procent meer omgezet dan in de overeenkomstige periode van 1961. In 1961 was de stijging maar 7 procent en in 1960 slechts 4 procent. De omzet in aardappelen, groenten en fruit steeg met 12 procent, in de twee jaren ervoor steeds met 5 procent. Houdt men rekening met de prijsstijging van de ver schillende artikelen dan zal blijken, dat wij niet zoveel meer eten dan vorige jaren als op het eerste gezicht lijkt. Waarschijnlijk zou dan de sector van duurzame consumptiegoederen er heel wat beter komen voor te staan. Juist in deze sector immers zijn enkele prijzen flink gedaald. De stijging van de geldomzet was hier bij het grootst voor glas, aarde werk, porselein en huishoudelijke artikelen, namelijk 11 procent (1961 7 procent, 1960 12 procent). De geldomzetstijging in goud, zilver en juwelen is misschien wel de beste maatstaf voor de goede economische gang van zaken. Deze artikelen zijn namelijk het meest gevoelig voor conjunctuurverande ring. Het stijgingstempo van de om zet in de laatste drie jaar is echter opmerkelijk stabiel, namelijk achtereenvolgens 15w 12 en 10 procent. Men kan zich afvragen of 1963 voor de midden- en kleinbedrijven wat de omzet be treft ook gunstig zal zijn. Het antwoord luidt: onge twijfeld! De omzet van deze bedrijven is immers voor het grootste deel afhankelijk van de particuliere con sumptie. Tengevolge van loonstijging, belastingverlaging en verhoogde a.o.w.-uitkering steeg de consumptie in 1962 met 4 procent en uitgedrukt in geid zelfs met 7 procent. Door de politiek van de regering zullen de prij zen in 1963 waarschijnlijk niet zoveel stijgen als in 1962, maar de particuliere consumptie in hoeveelheid zal on getwijfeld toenemen. Voor 1963 wordt immers een loon stijging verwacht van naar men hoopt maximaal 2.7 procent, de belasting zal niet veel veranderen en de uitkeringen zullen eerder hoger dan lager zijn. Kort om er zal meer gekocht worden bij de winkels. Kosten zullen stijgen Omzetstijging betekent echter niet zonder meer winst stijging. Dat is alleen het geval als de kosten niet zo veel stijgen. En dat is een punt waar menig detaillist zich zorgen over maakt. Naar verwachting zullen de huren en de lonen in het komende jaar stijgen en juist deze kosten worden doorgaans het zwaarst gevoeld door het midden- en kleinbedrijf. De winstmarge zal per saldo waarschijnlijk kleiner worden. Om de winst toch te handhaven of zelfs te vergroten is het nodig, dat de omzet zal toenemen. Dat zal zoals boven is ge bleken inderdaad het geval zijn, maar hier komt het grootbedrijf om de hoek kijken. Volgens het jaarverslag van de Nederlandse Midden standsbank n.v. te Amsterdam zijn er aanwijzingen, dat in het bijzonder ten aanzien van de detailhandel het marktaandeel van het midden- en kleinbedrijf is teruggelopen en dus de omzetvergroting vooral bij het grootbedrijf heeft plaatsgevonden. Vooral in de levens middelenbranche hoort men vaak de klacht, dat men niet op kan tegen de grootwinkelbedrijven. Door de uit breiding van het assortiment met die artikelen, die zich goed lenen voor verkoop volgens het zelfbedieningssys- teem, worden steeds meer artikelen uit andere branches aangetrokken. Niemand verbaast zich er meer over, dat hij bij een supermarkt zeep, thee, suiker, theedoe ken, sigaretten, pocketbooks en drop kan kopen. Vroeger moest men voor praktisch al deze dingen naar een an dere winkel. Het is geen wonder, dat de huisvrouw lie ver bij een supermarkt koopt dan dat zij alle winkels een voor een af moet. De leiders van supermarkten en dergelijke beseffen dit heel goed en trekken steeds meer artikelen aan, die de huisvrouw aantrekken. Er worden tegenwoordig al wasserettes en koffiehoekjes gemaakt bij de nieuwe zelf bedieningszaken. Het klein- en middenbedrijf voelt zich hier niet tegen opgewassen. Toch mag men dit niet zo somber zien. Door zich op een zeer speciaal produkt toe te leggen, door duurdere artikelen te verkopen, door grotere service, door gezamenlijke reclame en op andere manieren kunnen de kleintjes zich teweer stellen. De mentaliteit van de kleine detaillisten is hier echter vaak niet rijp voor. Dat de kleinen niet machteloos staan blijkt wel uit de ontwikkeling in de Verenigde Staten, waar het kleinbedrijf weer veld wint op het grotere door in de aanval te gaan. Dat de toestand in Amerika zonder meer met die in Nederland mag worden verge leken is niet aanvaardbaar. Een belangrijke factor die een rol speelt is het verschil in afstand. Door de grotere afstanden heeft het buurtbedrijf eerder kans zich te herstellen dan wanneer het grootwinkelbedrijf en het buurtwinkeltje even ver van de koper afliggen. Meegaan met de tijd Een van de punten, die voor de kleinhandelaar van belang is, is mee te gaan met zijn tijd. Dit betekent aan passing en modernisering. Hiervoor is geld nodig. Dat de midden- en kleinbedrijven enerzijds ruimer in hun middelen zijn komen te zitten en anderzijds grotere behoefte aan financieringsmiddelen hadden in de afge lopen jaren blijkt wel uit de cijfers van de Middenstands- bank. In tien jaar tijd vertienvoudigde het uitstaande krediet in de vorm van wissels, voorschotten op effec ten en debiteuren zich. Eind 1952 was het namelijk nog geen f 70 miljoen groot. Op 31 december 1962 was het bijna f 640 miljoen. De toevertrouwde middelen, bestaan de uit deposito's op lange termijn en krediteuren, vertoonden een iets minder spectaculaire ontwik keling. Zij stegen van f 142 mil joen tot f 825 miljoen. Dat deze ontwikkeling de bank geen wind eieren heeft gelegd, toont de ont wikkeling van da winst. Voor aftrek van belasting was deze in 1962 f 11,6 miljoen, ongeveer twaalf maal de winst van 1952 (f 986.000.-). Deze winststijging kwam niet geheel ten goede aan aandeelhouders. Het dividend werd in 1952 verhoogd van 5 tot 7 procent, op welk percentage het gehand haafd werd tot I960, toen het verhoogd werd tot 8 procent, wat ook dit jaar weer zal worden uitgekeerd. Het dividend per aandeel steeg dus met 60 procent (van 5 op 8), terwijl de winst met bijna 1100 procent toenam. Dit lijkt een enigszins oneerlijke toebedeling van aandeelhouders. Het valt echter mee, wanneer men bedenkt, dat het zichtbaar eigen vermogen (Aandelen kapitaal plus open reserves) steeg van f 9.285.000.- tot f 66.500.000,- of met ruim 600 procent. Hiervan kwam ruim f 15 miljoen uit de winstreservering en de rest uit op- Drengst van emissies. In procenten van het eigen ver mogen steeg de jaarlijkse winst van 10,5 procent tot 17 procent, wat dus overeenkomt met de dividendverhoging van 5 procent tot 8 procent. Merkwaardige emissietecliniek Zo gezien lijkt de verhouding eerlijk, maar ook dit gaat niet helemaal op, want het deel van het zichtbaar eigen vermogen, dat de reserves uitmaken, is gestegen, zodat per aandeel de winst meer dan evenredig is ge stegen. Het gevolg van de ontwikkeling is geweest, dat de middenstand intrinsiek zeer sterk is geworden, zo dat het divident van 8 procent volkomen is gewaarborgd. Ongetwijfeld zijn de stille reserves van het bedrijf enorm groot: daarop wijst het rendement van 17 procent op het eigen vermogen wel. Vergelijkt men het rende ment (dividend gedeeld door koers, dus 8 procent: ca. 220 procent) ad 3.7 procent met dat van goede obligaties nu, ca. 4.7 proc., dan is 't verschil in risico zo gering en de kans op groei zoveel groter, dat hier van 'n solide be legging kan gesproken worden. Er rijst alleen de vraag waarom de bank zo'n merkwaardige emissietechniek heeft. Allereerst werden de laatste jaren aandelen onders hands geplaatst zodat aandeelhouders de claimopbrengst hun neus voorbij zagen gaan. En voorts leidde de emis sie-activiteit tot overliquiditeit. In 1962 werd bijvoorbeeld f 9.210.000,- nominaal aan aandelen uitgegeven tegen een koers van 160 procent, wat dus bijna f 15 miljoen opleverde. Op 31 december 1962 had de bank f 109 miljoen op de balans staan aan kas, kassiers en dag geldleningen en f 220 miljoen aan Nederlands schatkist papier en ander overheidspapier, plus nog eens bijna f 50 miljoen bij bankiers in binnen- en buitenland. Dit zijn óf volkomen liquide middelen óf gemakkelijk rea liseerbare (bijvoorbeeld door discontering). De op brengst van de emissie is dus kennelijk niet gebruikt tenzij de cijfers tussentijds enorm fluctueren terwijl de emissie voor het genoemde doel van de uitgifte: „het bewaren van evenwicht tussen enerzijds kapitaal en re serves en anderzijds de aan de bank toevertrouwde gelden den de kredietuitzettingen" óf geen betekenis had óf een druppel op een gloeiende plaat betekende. Het lijkt daarom waarschijnlijk het doel van de emis sie in een andere richting te zoeken. Het belang, dat de staat bij de bank heeft, ongeveer 50 procent, staat niet toe, het dividend te verhogen. Om politieke redenen zou dat zeer ongewenst zijn. Dat dit nu tot overliquidi teit heeft geleid, is echter uit financieringsoogpunt en dus voor de andere aandeelhouders zeer ongewenst. Op 17, 18 en 19 april a.s. zullen in een tweetal gebouwen van de Technische Hogeschool te Delft een symposium en een tentoonstelling over de technische toepassingen van radio-isotopen worden gehouden. De organisatie hiervan is in handen van de afdeling Kerntechniek van het Koninklijk Instituut van Inge nieurs en het Nederlandse Atoomforum. Het is de eerste maal dat in Nederland de toepassingen van radio-isotopen op een dergelijke wijze in de belangstelling komen te staan. Radio-isotopen komen meer en meer, en tegen een steeds lagere prijs ter be schikking van wetenschap en industrie doordat het aantal kernreactoren stijgt. De toepassing van deze isotopen voor wetenschappelijk onderzoek neemt daar door duidelijk toe. Het gebruik in de in dustrie blijft daarentegen achter bij de verwachtingen; dit is zeker in Nederland het geval. Onbekendheid met de voorde len aan het gebruik verbonden en met de mogelijkheden zijn waarschijnlijk re denen die dit veroorzaken. Het symposium en de tentoonstelling te Delft hebben ten doel uitgebreid voor lichting te geven aan de Nederlandse industrie en wetenschap, waarbij spe ciaal aandacht zal worden besteed aan het nut van het gebruik van radio-isoto pen in de industriële sektor.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1963 | | pagina 7